28.09.2013 Views

Brenner und Heizsysteme - Giersch

Brenner und Heizsysteme - Giersch

Brenner und Heizsysteme - Giersch

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Technische informatie • Montage instructie<br />

MG3<br />

<strong>Brenner</strong> <strong>und</strong> <strong>Heizsysteme</strong><br />

Gas<br />

NL


Inhoudsopgave<br />

1 Algemene aanwijzing ........................................................................................................ 3<br />

2 Leveringsomvang en aansluitgegevens controleren ........................................................ 3<br />

3 Onderhoud en service ...................................................................................................... 3<br />

4 Bedieningsaanwijzingen ................................................................................................... 3<br />

5 Algemene opmerking ........................................................................................................ 3<br />

6 Sleuteltype codering ......................................................................................................... 4<br />

7 Technische gegevens ....................................................................................................... 4<br />

8 Ketelaansluitmaten ............................................................................................................ 4<br />

9 Branderkop aan de ketel monteren .................................................................................. 5<br />

10 Branderhuis aan de branderkop monteren (servicepositie) .............................................. 5<br />

11 Elektroaansluiting ............................................................................................................. 5<br />

12 Luchtservomotor ............................................................................................................... 7<br />

13 Luchtdrukschakelaar ......................................................................................................... 7<br />

14 Gasdrukschakelaar ........................................................................................................... 7<br />

15 Branderautomaat LFL 3.122/02 ........................................................................................ 8<br />

16 Berekeningsformule voor branderinstelling ...................................................................... 9<br />

17 Compacteenheid KE.......................................................................................................... 10<br />

17a Glijdend hoog/laag of modulerende gasbranders met compacteenheid KEV II 1½",<br />

KEV 2", KEV 2½" (regeling gas/druk-verhouding)............................................................. 11<br />

17b Glijdend hoog/laag of modulerende gasbranders met compacteenheid<br />

KEV 2½" tot Ø150 (regeling gas/druk-verhouding)........................................................... 12<br />

18 Dichtheidscontrole (optie) ................................................................................................. 13<br />

19 Inbedrijfname .................................................................................................................... 13<br />

20 Foutmogelijkheden ........................................................................................................... 14<br />

21 Insteltabellen ..................................................................................................................... 15<br />

22 EL-schema MG3-Z-L-N .................................................................................................... 16<br />

23 EL-schema MG3-Z-L-N med ster-driehoekschakeling ...................................................... 17<br />

24 El-schema MG3-M-L-N ..................................................................................................... 18<br />

25 EL-schema MG3-M-L-N med ster-driehoekschakeling...................................................... 19<br />

26 Aansluitschema Stekkeraansluitingen MG3-Z-L-N ........................................................... 20<br />

27 Aansluitschema Stekkeraansluitingen MG3-M-L-N .......................................................... 20<br />

28 Exploded view MG3 .......................................................................................................... 21<br />

29 Onderdelenlijst MG3 ......................................................................................................... 22<br />

30 Werkingsgebied ................................................................................................................ 24<br />

31 Afmetingen ........................................................................................................................ 24<br />

32 Conformiteitsverklaring ..................................................................................................... 24<br />

2<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

1. Algemene aanwijzing<br />

Bij de installatie van een gasbrander moet aan een groot aantal voorschriften en richtlijnen worden<br />

voldaan. Installateurs zijn daarom verplicht op de hoogte te zijn van alle relevante voorschriften. Tevens<br />

dient montage, inbedrijfstelling en onderhoud zorgvuldig te worden uitgevoerd.<br />

De branderinstallatie mag niet in bedrijf worden gesteld in ruimten met een hoge luchtvochtigheid, sterk<br />

vervuilde lucht en agressieve dampen. Dergelijke stookruimten moeten speciaal worden geventileerd en<br />

belucht (navragen bij de leverancier)<br />

De GIERSCH-gasbranders serie MG3 is geschikt voor de verbranding van aardgas en is uitgevoerd<br />

overeenkomstig EUR. Norm, EN 676.<br />

2. Leveringsomvang en aansluitgegevens controleren<br />

Voordat u overgaat tot montage van de GIERSCH, dient u eerst de leveringsomvang te controleren.<br />

Leveringsomvang:<br />

Brander, branderkop, branderkopafdichting, 4 bevestigingsschroeven, seperate handleiding, een 7-polige<br />

en een 4- polige stekkerverbinding (Wielandstekker).<br />

Compacteenheid<br />

Voor de totale installatie en inbedrijfname dienen Europese en plaatselijke voorschriften in acht nemen.<br />

De gasleiding dient overeenkomstig de plaatselijke voorschriften te worden geëngineerd en gemonteerd.<br />

Het drukverlies over de compacteenheid en de brander plus de rookgaszijdige weerstand van de ketel<br />

moet kleiner zijn dan de gasaansluitdruk.<br />

Let op !<br />

Inbouwvolgorde en stroomrichting van de apparatuur in acht nemen.<br />

3. Onderhoud en service<br />

Een daartoe bevoegd bedrijf of desk<strong>und</strong>ige moet, een keer per jaar, de gehele installatie controleren op<br />

gasdichtheid.<br />

Wij sluiten iedere vorm van aansprakelijkheid voor schade en gevolgschade uit, indien de montage en inbedrijfname<br />

niet op de juiste wijze zijn uitgevoerd of wanneer niet de correcte onderdelen zijn gebruikt.<br />

4. Bedieningsaanwijzingen<br />

De gebruiksaanwijzingen moeten samen met deze technische informatie op een zichtbare plaats in de<br />

stookruimte worden opgehangen.<br />

5. Algemene opmerking<br />

Storingen worden vaak veroorzaakt door bedieningsfouten.<br />

Het bedieningspersoneel moet uitvoerig worden geïnformeerd over het functioneren van de brander.<br />

Bij ernstige storingen moet altijd de serviceafdeling worden geraadpleegd.<br />

3


6. Sleuteltype codering<br />

MG 3-Z(M)-L-N<br />

7. Technische gegevens<br />

8. Ketelaansluitmaten<br />

Ned. Aardgas<br />

luchtklep<br />

glijdend hoog-laag<br />

bouw-grootte<br />

serie<br />

4<br />

Brandertypes<br />

Technische gegevens MG 3.1 MG3.2 MG3.3 MG3.4<br />

Branderbelasting min. in kW 455 530 640 790<br />

Branderbelasting max. in kW 1310 2100 2500 2800<br />

Gassoort Aardgas<br />

Type branderregeling Hoog/Laag, modulerend<br />

Spanning 230 / 400V - 50Hz<br />

Max. Stroomopname 20 A<br />

Elektromotor (2800min-1 ) in kW 3,0 4,0 4,5 5,5<br />

Vlambewaking UV-bewaking<br />

Branderautomaat LFL1.322<br />

Luchtdrukschakelaar LGW 50<br />

Gewicht in kg ca. 110 115 120 125<br />

Geluidsemissie in dB (A) 80 82 84 84<br />

Alle maten in mm<br />

Ø260<br />

Ø328<br />

M12<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

9. Branderkop aan de ketel monteren<br />

De branderplaat moet worden gereed gemaakt<br />

volgens de in "8. Ketelaansluitmaten" opgegeven maten.<br />

Als afschrijfsjabloon kan de branderkoppakking worden<br />

gebruikt.<br />

De branderkop moet aan de ketel worden gemonteerd<br />

door middel van vier M10-bouten met sluitring.<br />

De inbussleutel SW 8 vastschroeven aan de ketel.<br />

De luchtdrukaansluiting dient bij de compacteenheid<br />

KEV boven te worden ingeschroeft.<br />

De pakking dient aande gaskop vastgeplakt te<br />

worden.<br />

10. Branderhuis aan de branderkop monteren (servicepositie)<br />

Á<br />

Plaats het branderhuis in het scharnier van de gaskop<br />

en bevestig deze met een bevestigingsstang. De brander<br />

bevindt zich nu in de servicepositie.<br />

Monteer de ontsteekkabel "A" in de ontsteektrafo.<br />

Let daarbij op de juiste positie van de pakking tussen<br />

de branderkop en het branderhuis!<br />

Draai nu de brander dicht en steek de tweede bevestigingsstang in het scharnier. Zorg voor het afzekeren<br />

van de scharnierstiften met de zekeringsschroef.<br />

11. Elektroaansluiting<br />

É<br />

luchtdrukaansluiting<br />

5<br />

Let op!<br />

Bij alle werkzaamheden dient het apparaat volledig<br />

spanningsvrij te zijn. De brander dient aangesloten te<br />

worden overeenkomstig het elektrische schema. Dit<br />

mag alleen door erkende elektrotechnische installatiebedrijven<br />

worden uitgevoerd.<br />

De toevoer naar de brander moet met flexibele kabels<br />

worden uitgevoerd.<br />

zie „22-25 Elektrisch schakelschema“ op<br />

pagina 16-19.<br />

Om bij de branderautomaat te komen moet het deksel<br />

worden gedemonteerd en in de servicepositie worden<br />

gebracht. Daartoe worden de 4 bevestigingsschoeven<br />

er uit gedraaid en het deksel gemonteerd volgens afbeelding<br />

11, pagina 5.<br />

Het is mogelijk om een bedrijfsurenteller voor stand 1<br />

en stand 2 in te bouwen, door de alufolie (B) in te<br />

snijden.


A<br />

Á<br />

A<br />

Na voltooiing van de montagewerkzaamheden dient<br />

de draairichting van de motor te worden gecontroleerd<br />

door de magneetschakelaar kort in te drukken. De<br />

draairichting wordt aangegeven op het branderhuis.<br />

De motorbeveiliging wordt fabrieksmatig ingesteld.<br />

Voor de inbedrijfname moet de motorstroom op het typeplaatje<br />

van de motor worden gecontroleerd met de<br />

instelling van de thermische beveiliging en, indien<br />

nodig, worden bijgesteld.<br />

De draairichting is correct als het ventilatorrad in de<br />

richting van de ketel draait (zie ook de peil op de motorkap).<br />

6<br />

Belangrijk!<br />

Het motorbeveilingingsrelais wordt fabrieksmatig op<br />

7,5 A (bij MG3.1), 5,5 A (bij MG3.2 - MG3.4 ster-driehoekschakeling)<br />

afgesteld. Bij inbedrijfname dient<br />

erop gelet te worden dat deze waarde is ingesteld.<br />

MG3.1 naar keuze met ster-driehoekschakeling.<br />

MG3.2 - MG3.4 steeds met ster-driehoekschakeling.<br />

Tip!<br />

Door het losschroeven van beide inbusschroeven (A)<br />

kan de EL-montageplaat met behulp van scharnieren<br />

naar voren draaien.<br />

De kabels voor de externe branderaansluiting (netkabel,<br />

regel- en maximaalthermostaat) kunnen door de<br />

kabeldoorvoer achter de montageplaat worden doorgevoerd<br />

en met de stekker worden bedraad.<br />

Voor de uitwendige kabelisolatie van de ingevoerde<br />

kabels geldt dat deze minimaal tot aan de achterkant<br />

van de montageplaat worden geïsoleerd.<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

12. Luchtservomotor<br />

7<br />

zie 21. Insteltabellen op pagina 15.<br />

De luchtservomotor dient voor de luchtklepbediening<br />

aan branders met luchtafsluiting. De instelling vindt<br />

plaats door middel van schakelnokken in de<br />

servomotor.<br />

De nokkenposities ter aanpassing van de branderbelasting<br />

voor het vereiste ketelvermogen, kunnen worden<br />

vastgesteld met behulp van de insteltabel.<br />

Dit kunt u als volgt uitvoeren:<br />

Verwijder het deksel van de luchtservomotor. Verander<br />

de nokkenpositie met behulp van de instelsleutel.<br />

De instelsleutel bevindt zich aan de zijkant van de<br />

luchtservomotor.<br />

Indien nodig, kunnen de schakelnokken bij het instellen<br />

van de brander worden versteld.<br />

Hoe groter het getal = hoe meer lucht<br />

Hoe kleiner het getal = hoe minder lucht<br />

Bijstellingen van ST1 en ST2 treden pas in werking na omschakeling van ST1 naar ST2 en omgekeerd.<br />

ST1 mag nooit hoger worden afgesteld dan ST2.<br />

Fabrieksmatig ingestelde nokkenpositie:<br />

Na het instellen van de brander kan het deksel van de servomotor weer worden bevestigd en vervolgens<br />

dient de paneelschakelaar in stand 2 te worden gezet<br />

13. Luchtdrukschakelaar<br />

14. Gasdrukschakelaar<br />

De luchtdrukschakelaar werkt als drukverschilschakelaar<br />

en dient ter bewaking van de ventilator.<br />

Fabrieksmatig is de luchtdrukschakelaar op 8 mbar<br />

ingesteld.<br />

De gasdrukschakelaar dient ter bewaking van de gasaanvoerdruk. Wanneer de gasaanvoerdruk onder het<br />

ingestelde minimum komt (fabrieksmatig afgesteld op 12 mbar), wordt de brander uitgeschakeld.<br />

De brander treedt automatisch in werking als de gasdruk weer correct is.


15. Branderautomaat LFL 3.122/02<br />

1<br />

P<br />

2<br />

In principe wordt bij alle storingen de brandstoftoevoer<br />

direct onderbroken.<br />

De schakelwals blijft echter functioneren en daarmee<br />

ook de programma-aanduiding.<br />

De aard van de storing wordt aangegeven door een in<br />

het venster afleesbaar symbool.<br />

Geen start, bijvoorbeeld omdat bij klem 8 het Gesloten-signaal van de servomotor uitblijft, of omdat<br />

tussen de klemmen 12 en 4 of de klemmen 4 en 5 een contact niet is gesloten.<br />

Startonderbreking, doordat bij klem 8 het Open-signaal van de eindschakelaar (A) ontbreekt. Klemmen<br />

6, 7 en 14 blijven onder spanning totdat de storing is opgeheven.<br />

Storingsuitschakeling, doordat geen luchtdruk aanwezig is bij het begin van de luchtdrukcontroleperiode.<br />

Elke luchtdrukonderbreking na het verlopen van de luchtdrukcontroletijd resulteert eveneens<br />

in een storingsuitschakeling!<br />

Storingsuitschakeling, door een defect in het vlambewakingssysteem.<br />

Onderbreking startcyclus, doordat bij klem 8 het signaal van de servomotor (M) voor de kleine<br />

vlaminstelling uitblijft. Klem 6, 7 en 14 blijven onder spanning totdat de storing is opgeheven.<br />

Storingsuitschakeling, doordat na het verlopen van de beveiligingstijd geen vlamsignaal is waargenomen.<br />

Elke onderbreking van het vlamsignaal na het verlopen van de beveiligingstijd, resulteert<br />

eveneens in storingsuitschakeling!<br />

Storingsuitschakeling, doordat het vlamsignaal is uitgevallen gedurende het in bedrijf zijn, of doordat<br />

de luchtdrukschakelaar een tekort aan luchtdruk heeft waargenomen.<br />

Storingsuitschakeling bij beeindiging van de schakelcyclus, doordat de UV-cel ongewoon licht heeft<br />

waargenomen (bijvoorbeeld door niet gedoofde vlammen of een niet afgesloten branstofventiel) of<br />

door een foutief vlamsignaal (bijvoorbeeld doorslaan van de UV-cel of een defect in het vlambewakingssysteem).<br />

hoofdschakelaar<br />

max.thermostaat<br />

gasdrukschakelaar<br />

ventilator motor<br />

ontsteektrafo<br />

gasventiel 1<br />

max<br />

servomotor<br />

min<br />

dicht<br />

gasventiel 2<br />

ionisatie<br />

8<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

16. Berekeningsformule voor branderinstelling<br />

De opgegeven waarden in de tabellen zijn instelwaarden ten behoeve van de inbedrijfname.<br />

De voor installatie benodigde instelling moet telkens opnieuw worden vastgesteld.<br />

Voorbeeld:<br />

Ketelvermogen QN= 1380 kW<br />

Verondersteld rendement η = 92 %<br />

Aardgas E (lage calorische waarde) H i,n =10,4 kWh/m 3<br />

Ketelbelasting<br />

QF =<br />

Q<br />

-------<br />

N<br />

=<br />

η<br />

1380kW<br />

-------------------<br />

092 ,<br />

= 1500kW<br />

De calorische waarde van een gas wordt aangegeven voor een standaardtoestand van 0° C en 1013 mbar.<br />

Aardgas E H i,n = 10,4 kWh/m 3<br />

Aardgas LL H i,n = 9,3 kWh/m 3<br />

Gasmeters meten echter het volume van het gas onder bedrijfsomstandigheden.<br />

Gasstroomsnelheid in de standaardtoestand (Vn)<br />

V N<br />

Q F<br />

---------<br />

1500kW<br />

Hi, n<br />

10 4 kWh<br />

m3 = ----------------------- 144<br />

, ----------<br />

m3<br />

= = -----h<br />

Door middel van het onderstaande schema wordt de<br />

reductiefactor bepaald voor de conversie van gas in<br />

standaardtoestand naar gas onder bedrijfsomstandigheden.<br />

Gasstroomsnelheid onder bedrijfsomstandigheden<br />

(VB)<br />

Afleesvoorbeeld gasstroomsnelheid onder bedrijfsomstandigheden<br />

(VB) ter bepaling van de reductiesfactor:<br />

Gastemperatuur 15° C<br />

Druk gasaansluitingsstroom P 22 mbar<br />

Hoogte van de installatie 200 m boven<br />

normaal peil<br />

Het resultaat is een reductiefactor van 0,94<br />

V B<br />

V 144<br />

N<br />

-----f<br />

m3<br />

-----h<br />

= ---------------- 154<br />

0, 937<br />

m3<br />

= = -----h<br />

Bij afwijkende gasdrukken en gas-temperaturen kan de<br />

conversiefactor op de volgende manier worden bepaald:<br />

f<br />

B+ PG ----------------<br />

273<br />

= × -------------------<br />

1013 273 + tG B = Barometerstand [mbar]<br />

PG = Gasdruk volgens de gasmeter [mbar]<br />

t G = Gastemperatuur volgens de gasmeter [°C]<br />

9<br />

1,040<br />

1,030<br />

1,020<br />

1,010<br />

1,000<br />

0,990<br />

0,980<br />

0,970<br />

0,960<br />

0,950<br />

0,940<br />

0,930<br />

0,920<br />

0,910<br />

0,900<br />

0,890<br />

0,880<br />

0,870<br />

0,860<br />

0,850<br />

Faktor f<br />

0m ü. NN<br />

200m ü. NN<br />

400m ü. NN<br />

600m ü. NN<br />

800m ü. NN<br />

1000m ü. NN<br />

Gasdruck P [mbar]<br />

0,840<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100


17. Compacteenheid KE<br />

De compacteenheden voor GIERSCH-gasbranders zijn, al naar gelang de inhoud van de levering, voorgemonteerd<br />

en op dichtheid gecontroleerd. De compacteenheid (KE) kan direct op de gasleiding worden<br />

aangesloten.<br />

Dichtheidscontrole en ventilatie<br />

Het installatiebedrijf dient de gasleidingseenheid volgens de geldende richtlijnen te installeren, op<br />

dichtheid te controleren en te ventileren.<br />

Schroefverbindingen, flensverbindingen en verbindingsleidingen dienen met behulp van goedgekeurde<br />

middelen op dichtheid gecontroleerd te worden.<br />

Door middel van een slang kan het gas, gedurende de ventilatie, zonder risico naar buiten worden<br />

afgevoerd.<br />

Vermijd daarbij wel mogelijke ontstekingsbronnen, zoals bijvoorbeeld sigaretten, elektrische installaties en<br />

overige brandhaarden.<br />

Luchtdrukaansluiting<br />

Luchtbesturingsleiding<br />

10<br />

Compacteenheidsaansluiting<br />

„AIR“<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

17 a. Glijdend hoog/laag of modulerende gasbranders met compacteenheid KEV II 1½",<br />

KEV 2", KEV 2½" (regeling gas/lucht-verhouding)<br />

11<br />

Dekplaat<br />

"grote vlam": tussen 0,8 en 1,3 (midden)<br />

"kleine vlam": ± 0<br />

• De luchtbesturingsleiding (blauwe leiding) moet tussen de compacteenheidsaansluiting "AIR" en<br />

de luchdrukaansluiting op de branderkop worden aangesloten (zie afbeelding pagina 10).<br />

• Verwijder de dekplaat van de gas/druk-verhoudingsregeling.<br />

• De verbrandingslucht voor Stand 2 en Stand 1, respectievelijk maximumbelasting en minimum<br />

belasting bij de luchtservomotor, vooraf instellen volgens de tabel.<br />

• De verhouding gas/lucht moet vooraf worden ingesteld met behulp van de linker stelschroef<br />

"grote vlam" en de schaal met het symbool "kleine vlam" moet op nul worden ingesteld.<br />

(Grove instelling zie 21. Insteltabellen)<br />

• Start de brander en laat deze op ca. 90% van het volle vermogen branden.<br />

• Optimaliseer de instelling overeenkomstig de verbrandingsgaswaarden met behulp van de stelschroef<br />

"grote vlam".<br />

• Na de instelling van 2, op stand 1 overschakelen.<br />

• Met behulp van de stelschroef "kleine vlam" kunt u de waarden voor verbrandingsgas controleren<br />

en desgewenst de dynamische karakteristiek corrigeren.<br />

Draairichting<br />

Monteren van de Compacteenheid<br />

Montage: alleen in een horizontale leiding, niet schuin<br />

Minimale afstand tot de muur: 20 mm<br />

De meetstift voor de druk in de stookruimte boven in de branderkop schroeven (zie „9. Branderkop“ aan de ketel monteren).<br />

De verbindingsslang moet worden gelegd in een vrije boog tussen de meetstift voor de druk in de stookruimte en de<br />

compacteenheid.<br />

Gasdrukschakelaar<br />

SKP10<br />

Meetnippels A<br />

Gasfilter<br />

VGD20<br />

SKP70<br />

„+“ = vergroting van de hoeveelheid gas bij luchttekort (CO 2 naar hoger)<br />

Meetnippels B<br />

„-“ = vermindering van de hoeveelheid gas bij luchtoverschot (CO 2 naar lager)<br />

• U dient de waarden te controleren bij lage belasting en bij volle belasting en zonodig de instellingen te<br />

corrigeren.<br />

• U dient de correcties alleen door middel van de verbrandingslucht bij de luchtservomotor door te<br />

voeren.<br />

• Bij een toevoerstroomdruk hoger dan 20 mbar, dient u de gasdrukschakelaar op ca. 70 - 80% van de<br />

toevoerstroomdruk in te stellen.


17 b. Glijdend hoog/laag of modulerende gasbranders met compacteenheid KEV 2½" tot<br />

Ø150 (regeling gas/lucht-verhouding)<br />

• De luchtbesturingsleiding (blauwe leiding) moet tussen de compacteenheidsaansluiting "AIR" en<br />

de luchdrukaansluiting op de branderkop worden aangesloten (zie afbeelding pagina 10).<br />

• Verwijder de dekplaat van de gas/druk-verhoudingsregeling.<br />

• De verbrandingslucht voor Stand 2 en Stand 1, respectievelijk maximumbelasting en minimum<br />

belasting bij de luchtservomotor, vooraf instellen volgens de tabel.<br />

• De verhouding gas/lucht moet vooraf worden ingesteld met behulp van de linker stelschroef<br />

"grote vlam" en de schaal met het symbool "kleine vlam" moet op nul worden ingesteld.<br />

(Grove instelling zie 21. Insteltabellen)<br />

• Start de brander en laat deze op ca. 90% van het volle vermogen branden.<br />

• Optimaliseer de instelling overeenkomstig de verbrandingsgaswaarden met behulp van de stelschroef<br />

"grote vlam".<br />

• Na de instelling van 2, op stand 1 overschakelen.<br />

• Met behulp van de stelschroef "kleine vlam" kunt u de waarden voor verbrandingsgas controleren<br />

en desgewenst de dynamische karakteristiek corrigeren.<br />

Draairichting<br />

Monteren van de Compacteenheid<br />

Montage: alleen in een horizontale leiding, niet schuin<br />

Minimale afstand tot de muur: 20 mm<br />

De meetstift voor de druk in de stookruimte boven in de branderkop schroeven (zie „9. Branderkop“ aan de ketel monteren).<br />

De verbindingsslang moet worden gelegd in een vrije boog tussen de meetstift voor de druk in de stookruimte en de<br />

compacteenheid.<br />

SKP10<br />

Gasdrukschakelaar<br />

VGD40<br />

SKP70<br />

„+“ = vergroting van de hoeveelheid gas bij luchttekort (CO 2 naar hoger)<br />

„-“ = vermindering van de hoeveelheid gas bij luchtoverschot (CO 2 naar lager)<br />

• U dient de waarden te controleren bij lage belasting en bij volle belasting en zonodig de instellingen te<br />

corrigeren.<br />

• U dient de correcties alleen door middel van de verbrandingslucht bij de luchtservomotor door te<br />

voeren.<br />

• Bij een toevoerstroomdruk hoger dan 20 mbar, dient u de gasdrukschakelaar op ca. 70 - 80% van de<br />

toevoerstroomdruk in te stellen.<br />

12<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

18. Dichtheidscontrole (optie)<br />

De dichtheidscontrole bestaat uit een automatische ventielbewakingseenheid. De dichtheid wordt gecontroleerd<br />

bij beide in de gasstraat ingebouwde gasmagneetventielen. Nadat de branderregeling is uitgeschakeld<br />

of voordat de spoeltijd opnieuw begint, wordt de gasdruk tussen de gasventielen in de teststraat<br />

verhoogd. Na afloop van de testtijd en de dichtheid van de teststraat wordt het contact met de branderautomaat<br />

vrijgegeven. De dichtheidscontrole wordt voor elke start op zelfbeveiliging gecontroleerd.<br />

Wanneer een lekkage wordt gevonden (drukdaling in de teststraat), zal de dichtheidscontrole naar de<br />

storingstand overschakelen en wordt de vrijgave van het contact met de branderautomaat geblokkeerd.<br />

19. Inbedrijfname<br />

De brander kan in bedrijf worden genomen, wanneer de aansluiting van gas en elektra is voltooid.<br />

• Controleer de draairichting van de motor door de motorbeveiligingsschakelaar kort in te schakelen<br />

met een geïsoleerde schroevendraaier (zie Elektroaansluiting).<br />

• Maak uw analyseapparaat voor verbrandingsgas gereed.<br />

• Stel de luchtservomotor (stelaandrijving SQN) in zoals beschreven onder 12. Bij een drukverhoudingsregeling<br />

is de instelling MV 2 niet nodig.<br />

• Compacteenheid voorbereiden zoals beschreven onder 17a/17b.<br />

• Zet de Brander aan.<br />

• Als branderstart is geslaagd, wordt de schakelaar op de afdekkap op stand 2 gezet.<br />

• De gasdruk dient te worden ingesteld overeenkomstig de branderbelasting die van toepassing is.<br />

• Controleer de vebrandingsgaswaarden (CO 2 , CO, O 2 ) en stel de verbrandingslucht opnieuw af.<br />

Het CO 2 -gehalte van het verbrandingsgas moet bij aardgas 9 - 10%.<br />

• Als de instelling van stand 2 correct is, wordt de schakelaar op de afdekkap op stand 1 gezet.<br />

U dient de gasdruk en gasstroomsnelheid volgens de tabel in te stellen.<br />

Controleer ook de waarden van het verbrandingsgas en stel de verbrandingslucht opnieuw in.<br />

• Na het instellen, kunt u de schakelaar op stand 2 zetten.<br />

• Wanneer de instelling is voltooid, dient u de instellingsgegevens vast te leggen.<br />

• Na de ingebruikname moet de gasdrukschakelaar worden gecontroleerd.<br />

Hiervoor dient u de kogelkraan langzaam dicht te draaien, de brander moet uitgaan, maar niet op de<br />

storingsmodus overschakelen<br />

13


20. Foutmogelijkheden<br />

Bepaling Oorzaak Oplossing<br />

Brandermotor slaat niet aan<br />

Inbedrijfzetting afgebroken<br />

Brander slaat aan en gaat schakelt<br />

na de veiligheidstijd over in de<br />

storingsmodus<br />

Geen spanning<br />

Zekering doorgebrand<br />

Belastingsveiligheidsschakelaar defect<br />

Motorbeveiligingsrelais aangesproken<br />

Motor defect<br />

Veiligheidsthermostaat vergrendeld<br />

Temperatuur van de regelinstelling<br />

overschreden<br />

Besturingsapparaat defect<br />

UV-cel detecteert ongewoon licht<br />

GeenGas<br />

Gasdruk te laag<br />

Gasventiel niet dicht, dichtheidscontrole<br />

in storingsmodus<br />

Contacten aan de gasdrukschakelaar<br />

of aan de luchtdrukschakelaar niet<br />

dicht of defect<br />

Geen OPEN-signaal aan de luchtservomotor<br />

Luchtdrukschakelaar fout ingesteld of<br />

defect<br />

Impulsleiding naar de drukschakelaar<br />

verstopt<br />

Rotorblad vuil<br />

Foute draairichting van de motor<br />

Geen ontsteking<br />

Ontstekingselektrodes vuil<br />

Isolatie van de elektrodes beschadigd,<br />

afmeting van de aansluiting<br />

Ontstekingskabel gescheurd of<br />

doorgebrand<br />

Vlamsensor vuil of foute positionering<br />

Brander krijgt geen gas,<br />

gasfilter vuil<br />

Gasmagneetventiel gaat niet open<br />

Lucht in de gasleiding<br />

straalbuisopening vuil of defect<br />

UV-cel defect<br />

Vlam gaat uit tijdens bedrijf Gasdruk te laag of daalt<br />

Gasdruk schommelt<br />

Ventielen gaan niet juist open<br />

Vlam flikkert en gaat uit<br />

Vlam breekt af, menginrichting fout<br />

ingesteld of vuil, te groot luchtoverschot<br />

of tocht<br />

UV-cel defect<br />

14<br />

Elektrische voeding veilig stellen<br />

vervangen<br />

vervangen<br />

Motorbeveiligingsrelais goed<br />

instellen, stroomtoevoer controleren<br />

vervangen<br />

ontgrendelen<br />

nieuwe startpoging na temperatuurdaling<br />

vervangen<br />

Vlam niet uit,<br />

ventielen controleren<br />

Gasafsluitklep openen, eventueel<br />

SAV in de toevoer, gasaansluitdruk<br />

controleren<br />

Gasdruk goed instellen<br />

Dicht maken, dichtheidscontrole ontgrendelen<br />

Contactpositionering controleren of<br />

schakelaar vervangen<br />

Eindschakelaar in de luchtservomotor<br />

controleren, aansluitingen aan de<br />

servomotor controleren<br />

Schakelpunt instellen of de luchtdrukschakelaar<br />

vervangen<br />

reinigen<br />

reinigen<br />

Motor ompolen<br />

Ontstekingselektrodes en hun instelling<br />

controleren<br />

reinigen<br />

Elektrodes vervangen en opnieuw<br />

instellen<br />

vervangen<br />

reinigen, opnieuw afstellen<br />

Filter vervangen<br />

vervangen<br />

ventileren<br />

reinigen of vervangen<br />

vervangen<br />

Gasfilter reinigen, compacteenheid<br />

vervangen<br />

Gasleveringsbedrijf waarschuwen<br />

Ventielen controleren<br />

Gasdruk en hoeveelheid gas controleren,<br />

luchtinstellung controleren<br />

Menginrichting afstellen en reinigen,<br />

brander afstellen, eventueel<br />

tochtregeling inbouwen<br />

vervangen<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

21. Insteltabellen<br />

MG3.1-Z-L-N<br />

Branderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas LL H i,n= 9,3 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

913 458 840 12,8 3,0 104,4 52,3 5 32<br />

1043 522 960 16,1 3,3 119,4 59,7 12 37<br />

1174 652 1080 19,3 4,9 134,3 74,6 20 70<br />

1340 652 1233 24,9 4,9 153,3 74,6 20 130<br />

MG3.2-Z-L-N<br />

Branderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas LL H i,n= 9,3 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

913 533 840 13,0 6,6 104,4 60,9 9 40<br />

1141 620 1050 20,4 9,6 130,5 70,9 15 45<br />

1370 685 1260 36,6 11,1 156,7 78,3 20 50<br />

1598 793 1470 46,1 13,6 182,8 90,8 30 60<br />

1924 1022 1770 53,9 15,9 220,1 116,9 40 70<br />

2054 1022 1890 68,0 15,9 235,0 116,9 40 85<br />

2148 1022 1976 73,5 15,9 245,7 116,9 40 160<br />

MG3.3-Z-L-N<br />

Branderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas LL H i,n= 9,3 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

1359 639 1250 21,2 5,6 155,4 73,1 6 40<br />

1630 761 1500 44,2 13,3 186,5 87,0 15 52<br />

1848 880 1700 58,9 16,4 211,4 100,7 20 60<br />

2174 1000 2000 63,9 19,9 248,7 114,4 25 75<br />

2539 1000 2336 69,4 19,9 290,4 114,4 25 160<br />

MG3.4-Z-L-N<br />

Banderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas LL H i,n= 9,3 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

1533 793 1410 20,2 6,8 175,3 90,8 20 45<br />

1913 950 1760 33,5 14,9 218,8 108,7 25 70<br />

2359 1100 2170 46,7 18,2 269,8 125,8 30 90<br />

2620 1100 2410 54,6 18,2 299,6 125,8 30 110<br />

2804 110 2580 59,7 18,2 320,8 125,8 30 145<br />

15<br />

MG3.1-Z-L-N<br />

Banderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas E H i,n= 10,4 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

913 458 840 10,4 2,4 93,4 46,8 5 32<br />

1043 522 960 13,0 2,6 106,7 53,4 12 37<br />

1174 652 1080 15,6 3,9 120,1 66,7 20 70<br />

1340 652 1233 20,0 3,9 137,1 66,7 20 130<br />

MG3.2-Z-L-N<br />

Banderbelasting<br />

1.Stand 2.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas E H i,n= 10,4 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

913 533 840 10,6 5,1 93,4 54,5 9 40<br />

1141 620 1050 16,4 7,5 116,7 63,4 15 45<br />

1370 685 1260 29,1 8,7 140,1 70,0 20 50<br />

1598 793 1470 36,6 10,6 163,4 81,2 30 60<br />

1924 1022 1770 42,8 12,9 196,8 104,5 40 70<br />

2054 1022 1890 53,8 12,9 210,1 104,5 40 85<br />

2148 1022 1976 58,1 12,9 219,7 104,5 40 160<br />

MG3.3-Z-L-N<br />

Banderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas E H i,n= 10,4 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

1359 639 1250 17,1 4,4 139,0 65,4 6 40<br />

1630 761 1500 35,1 10,4 166,8 77,8 15 52<br />

1848 880 1700 46,6 12,8 189,0 90,1 20 60<br />

2174 1000 2000 50,6 15,5 222,4 102,3 25 75<br />

2539 1000 2336 54,9 15,5 259,7 102,3 25 160<br />

MG3.4-Z-L-N<br />

Banderbelasting<br />

2.Stand 1.Stand<br />

De minimale belasting is afhankelijk van de opgave van de ketelfabrikant.<br />

Andere belastingen dienen overeenkomstig de tabel ingesteld te worden.<br />

Ketelbelasting<br />

bij<br />

ηk = 92%<br />

2.Stand<br />

Aardgas E H i,n= 10,4 [kWh/m 3 ]<br />

Mondstukdruk<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Gas-stroomsnelheid<br />

2.Stand 1.Stand<br />

Luchtklep<br />

Nokkenpositie<br />

kW kW kW mbar mbar m 3 /uur m 3 /uur ST1 ST2<br />

1533 793 1410 16,3 5,3 156,8 81,2 20 45<br />

1913 950 1760 26,8 11,6 195,7 97,2 25 70<br />

2359 1100 2170 37,1 14,2 241,3 112,5 30 90<br />

2620 1100 2410 43,3 14,2 267,9 112,5 30 110<br />

2804 110 2580 47,3 14,2 286,8 112,5 30 145


16<br />

Y4<br />

N<br />

PE<br />

X 9<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

S1<br />

F1 Q1 5<br />

8<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03<br />

N<br />

U1<br />

1<br />

V1<br />

2<br />

W1<br />

3<br />

L1 L2 L3 N 12 6 4 11 16 2 8 5 3 7<br />

N 11<br />

9 12 10 8 5<br />

2 10 6 4 11 1 8 5 3 7 3<br />

F<br />

4<br />

p<br />

1<br />

9 5 4 7 6 9 10 1 2 8<br />

2<br />

br sw<br />

10 9 32 31 20 N 19 11 5 21 8 6 N 2 3 31 18 1 X8 4 14 13 12 22 23 16 32<br />

1<br />

7<br />

8 1 7 13 6 N 11 2 10 3 4 9<br />

A1 paneeltje<br />

B3 vlambewarking<br />

F1 zekering 16A TR extern,<br />

omdat hogere motor stroom<br />

F2 motor beveiliging<br />

F4 luchtdrukschakelaar<br />

H11 bedrijfslamp „laag“<br />

H12 bedrijfslamp grote vlam<br />

H13 storingsmelding<br />

H2 bedrijfslamp<br />

9<br />

6<br />

K 1<br />

L1<br />

L2<br />

L3<br />

F 2<br />

A2 A1 96 95<br />

2 5 4<br />

3<br />

T1<br />

T2<br />

T3<br />

M<br />

3<br />

bl 5 1 6 4 3<br />

br bl br<br />

2<br />

M1<br />

N<br />

N<br />

T8<br />

T7 L1 T6 B5<br />

T8 T7 L1 T6 B5<br />

zie Aansluitschema C<br />

K 1 motorbeveiliging<br />

M 1 brandermotor<br />

P 11 urenteller (optie)<br />

P 12 urenteller (optie)<br />

Q 1 hoofdschakelaar extenr<br />

S 1 branderautomaat LFL<br />

S 2 schakelaar aan/uit<br />

S 3 reset<br />

S 4 afstand reset (optie)<br />

S 5 schakelaar hoog/lag<br />

X<br />

bl<br />

Y<br />

4<br />

2<br />

X41 9<br />

+<br />

B<br />

3<br />

X3<br />

1<br />

X3 T<br />

zie 26. Aansluitschema A zie 26. Aansluitschema B<br />

A 1<br />

T8<br />

T7 T6 B5<br />

X 11<br />

T8 T7 T6 B5 X<br />

2 12<br />

5 4 7 6 9 3 10 1 2 2 8<br />

0000<br />

h<br />

0000<br />

h<br />

3-10 3-10<br />

B4 S3 T2 T1<br />

B4 S3 T2 T1<br />

N PE L1<br />

N PE L1<br />

2 1 3 6 5 4 3 2 1<br />

2 6 7 N 1 3 4<br />

1 S5 P12 P11<br />

H11<br />

H1<br />

3<br />

2 S2 S3<br />

(Option) (Option)<br />

H12 T 1<br />

onsteektrafo<br />

X11 , X31 stekkerdeel ketel (male)<br />

X12 ,X32 ,X42 stekerdeel brander (female)<br />

X41 stekerdeel gasstraat<br />

X8 enkelpolige klemmenstrook<br />

X9 klemmenstrook<br />

Y4 servomotor L&G SQN 30.111<br />

Y9 extern gasventiel (optie)<br />

H<br />

S4<br />

22. EL-schema MG3-Z-L-N


17<br />

E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

A1 paneeltje<br />

B3 vlambewarking<br />

F1 zekering 16A TR extern,<br />

omdat hogere motor stroom<br />

F2 motor beveiliging<br />

F4 luchtdrukschakelaar<br />

H11 bedrijfslamp „laag“<br />

H12 bedrijfslamp grote vlam<br />

H13 storingsmelding<br />

H2 bedrijfslamp<br />

zie Aansluitschema C<br />

KM 1 sterschakelaar<br />

KM 2 netschakelaar<br />

KM 3 driehoekschakelaar<br />

M 1 brandermotor<br />

P 11 urenteller (optie)<br />

P 12 urenteller (optie)<br />

Q 1 hoofdschakelaar extenr<br />

S 1 branderautomaat LFL<br />

S 2 schakelaar aan/uit<br />

S 3 reset<br />

zie 26. Aansluitschema A zie 26. Aansluitschema B<br />

S4 afstand reset (optie)<br />

S5 schakelaar hoog/lag<br />

T1 onsteektrafo<br />

X11 , X31 stekkerdeel ketel (male)<br />

X12 ,X32 ,X42 stekerdeel brander (female)<br />

X41 stekerdeel gasstraat<br />

X8 enkelpolige klemmenstrook<br />

X9 klemmenstrook<br />

Y4 servomotor L&G SQN 30.111<br />

Y9 extern gasventiel (optie)<br />

23. EL-schema MG3-Z-L-N met ster-driehoekschakeling


18<br />

A1 paneeltje<br />

B3 UV-cel<br />

F1 zekering 16A TR extern,<br />

omdat hogere motor stroom<br />

F2 motor beveiliging<br />

F4 luchtdrukschakelaar<br />

H11 bedrijfslamp „laag“<br />

H12 bedrijfslamp grote vlam<br />

H13 storingsmelding<br />

H2 bedrijfslamp<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03<br />

zie Aansluitschema C<br />

K 1 motorbeveiliging<br />

M 1 brandermotor<br />

P 11 urenteller (optie)<br />

P 12 urenteller (optie)<br />

Q 1 hoofdschakelaar extern<br />

S 1 branderautomaat LFL<br />

S 2 schakelar aan/uit<br />

S 3 reset<br />

S 4 afstand reset (potie)<br />

S 5 schakelaar hoog/lag<br />

zie 27. Aansluitschema A<br />

T 1<br />

zie 27. Aansluitschema B<br />

ontsteektrafo<br />

X11 , X31 stekkerdeel ketel (male)<br />

X12 ,X32 ,X42 stekkerdeel brander (female)<br />

X41 stekkerdeel gasstraat<br />

X9 klemmenstrook<br />

Y4 servomoror L&G SQN 30.111<br />

Y9 extern gasventiel (potie)<br />

24. El-schema MG3-M-L-N


19<br />

E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

A1 paneeltje<br />

B3 UV-cel<br />

F1 zekering 16A TR extern,<br />

omdat hogere motor stroom<br />

F2 motor beveiliging<br />

F4 luchtdrukschakelaar<br />

H11 bedrijfslamp „laag“<br />

H12 bedrijfslamp grote vlam<br />

H13 storingsmelding<br />

H2 bedrijfslamp<br />

KM 1 sterschakelaar<br />

KM 2 netschakelaar<br />

KM 3 driehoekschakelaar<br />

M 1 brandermotor<br />

P 11 urenteller (optie)<br />

P 12 urenteller (optie)<br />

Q 1 hoofdschakelaar extern<br />

S 1 branderautomaat LFL<br />

S 2 schakelar aan/uit<br />

S 3 reset<br />

zie 27. Aansluitschema<br />

A<br />

zie 27. Aansluitschema<br />

B<br />

S4 afstand reset (potie)<br />

S5 schakelaar hoog/lag<br />

T1 ontsteektrafo<br />

X11 , X31 stekkerdeel ketel (male)<br />

X12 ,X32 ,X42 stekkerdeel brander (female)<br />

X41 stekkerdeel gasstraat<br />

X9 klemmenstrook<br />

Y4 servomoror L&G SQN 30.111<br />

Y9 extern gasventiel (potie)<br />

25. El-schema MG3-M-L-N met ster-driehoekschakeling


26. Aansluitschema Stekkeraansluitingen MG3-Z-L-N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

PE<br />

L1<br />

Q1<br />

A<br />

H1 2<br />

H1 3<br />

B<br />

F2 2<br />

P1 2<br />

F2 1<br />

F1 1<br />

stekkerdeel naar<br />

ketel<br />

(male)<br />

H1 1<br />

P1 1<br />

F3<br />

stekkerdeel op<br />

de brander<br />

(female)<br />

T8<br />

2<br />

T7<br />

T6<br />

1<br />

B5<br />

3<br />

27. Aansluitschema Stekkeraansluitingen MG3-M-L-N<br />

Y11<br />

N<br />

N<br />

N<br />

PE<br />

L1<br />

Q1<br />

H1 3<br />

F2 1<br />

F1 1<br />

X31<br />

X32<br />

X11 X12<br />

stekkerdeel naar<br />

ketel<br />

(male)<br />

auf<br />

F 11 zekeringen max. 10A<br />

F 12 zekeringen16AT*<br />

F 21 regelthermostaat<br />

F 22 hoog/laag thermostaat<br />

F 3 max thermostaat<br />

F 51 gasdrukschakelaar<br />

Q 1, Q 2 hoofdschakelaar installatie<br />

H 11 bedrijfslamp<br />

H 12 bedrijfslamp grote vlam<br />

H 13 storingslamp (extern)<br />

H1 1<br />

P1 1<br />

* bij MG3..., vanwege motor stroom<br />

A<br />

B<br />

zu<br />

F3<br />

X31<br />

B4<br />

S3<br />

T2<br />

T1<br />

N<br />

PE<br />

L1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

stekkerdeel op<br />

de brander<br />

(female)<br />

X32<br />

X11 X12<br />

T8<br />

T7<br />

T6<br />

B5<br />

B4<br />

S3<br />

T2<br />

T1<br />

N<br />

PE<br />

L1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

20<br />

L 1 fase 1<br />

L 2 fase 2<br />

L 3 fase 3<br />

stekkerdeel op<br />

de brander<br />

(female)<br />

L1<br />

6<br />

PE<br />

N<br />

2<br />

B5<br />

3<br />

T6<br />

4<br />

T7<br />

1<br />

T8<br />

5<br />

PE<br />

N<br />

L3<br />

L2<br />

L1<br />

klemmenstrook X9<br />

op<br />

branderautomaat<br />

stekkerdeel op<br />

de brander<br />

(female)<br />

6<br />

2<br />

3<br />

4<br />

1<br />

5<br />

L1<br />

PE<br />

N<br />

B5<br />

T6<br />

T7<br />

T8<br />

stekkerdeel naar<br />

gastraat<br />

PE<br />

N<br />

L3<br />

L2<br />

L1<br />

Q2<br />

klemmenstrook X9<br />

op<br />

branderautomaat<br />

N nul<br />

PE aarde<br />

P 11 urenteller 1<br />

P 12 urenteller 2<br />

Y 1 gasventiel 1<br />

Y 3 gasventiel<br />

Y 11 externe regelaar<br />

F1 2<br />

Y1<br />

Y 3<br />

C<br />

F5 1<br />

PE<br />

N<br />

L3<br />

L2<br />

L1<br />

stekkerdeel naar<br />

gastraat<br />

Q2<br />

F1 2<br />

Y1<br />

Y3<br />

C<br />

F5 1<br />

PE<br />

N<br />

L3<br />

L2<br />

L1<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


21<br />

E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

31<br />

30<br />

29<br />

28<br />

23 24<br />

27<br />

1 2<br />

26<br />

22<br />

3<br />

25<br />

4<br />

21<br />

5<br />

20<br />

19<br />

18<br />

6<br />

7<br />

9 10<br />

17<br />

8<br />

11<br />

12 13 141516<br />

28. Exploded view MG3


29. Onderdelenlijst MG3<br />

Pos. Benaming MG3.1 MG3.2 MG3.3 MG3.4<br />

1 dubbel elektrode MG3 36-20-10127 36-20-10127 36-20-10127 36-20-10127<br />

2 ontsteekkabel 47-10-12904 47-10-12904 47-10-12904 47-10-12904<br />

2 ontsteekkabel verlengt 47-10-12958 47-10-12958 47-10-12958 47-10-12958<br />

3 verbrandingsinrichting 46-30-12846 46-30-12847 46-30-12790<br />

3 verbrandingsinrichting 200 mm verlengt 46-30-21895 46-30-21938 46-30-12975<br />

4 pakking 47-10-12791 47-10-12791 47-10-12791 47-10-12791<br />

5 stekkerdeel 7-polig (male) 37-10-10831 37-10-10831 37-10-10831 37-10-10831<br />

6 drukverschilschakelaar 44-10-20793 44-10-20793 44-10-20793 44-10-20793<br />

7 servomotor SQN 30 - uitvoering H/L 36-10-11535 36-10-11535 36-10-11535 36-10-11535<br />

7 Stellantrieb SQN 30 -Ausf. -M 36-10-20503 36-10-20503 36-10-20503 36-10-20503<br />

8 tandriemen 46-10-21028 46-10-21028 46-10-21028 46-10-21028<br />

9 pakking voor kijkglas 46-10-10330 46-10-10330 46-10-10330 46-10-10330<br />

10 kijkglas 36-10-11544 36-10-11544 36-10-11544 36-10-11544<br />

11 stekkerdeel 4-polig (male) 37-10-20774 37-10-20774 37-10-20774 37-10-20774<br />

12 stekkerdeel 4-polig (male) 37-10-11143 37-10-11143 37-10-11143 37-10-11143<br />

13 stekkerdeel 7-polig zwart/bruin 37-10-11015 37-10-11015 37-10-11015 37-10-11015<br />

14 stekkerdeel 7-polig zwart/bruin 37-10-20731 37-10-20731 37-10-20731 37-10-20731<br />

15 beveiliging 47-10-12781 47-10-12786 47-10-12786<br />

16 motorbeveiliging 47-10-12779 47-10-12780 47-10-12780<br />

17 kap 46-30-12739 46-30-12739 46-30-12739 46-30-12739<br />

18 branderautomaat 36-10-11776 36-10-11776 36-10-11776 36-10-11776<br />

19 sockel 36-10-11777 36-10-11777 36-10-11777 36-10-11777<br />

20 luchtinstroomdeel 47-10-12785 47-10-12785 47-10-12785 47-10-12785<br />

21 waaier<br />

22 motor 47-10-12802 47-10-12803 47-10-12804<br />

23 onsteektrafo 47-10-12843 47-10-12843 47-10-12843 47-10-12843<br />

24 inlaatroost 46-10-12992 46-10-12992 46-10-12992 46-10-12992<br />

25 UV-cel 37-10-11775 37-10-11775 37-10-11775 37-10-11775<br />

26 pakking 47-10-21870 47-10-21870 47-10-21870 47-10-21870<br />

27 branderkop 47-20-12771 47-20-12771 47-20-12771 47-20-12771<br />

28 pakking branderkop 47-10-12792 47-10-12792 47-10-12792 47-10-12792<br />

29 branderkop 47-20-12770 47-20-12770 47-20-12770 47-20-12770<br />

30 pakking ketelflens 47-10-12793 47-10-12793 47-10-12793 47-10-12793<br />

31 branderbuis 47-10-12833 47-10-12833 47-10-12834 47-10-12834<br />

31 branderbuis 200 mm verlengt 47-10-21894 47-10-21894 47-10-21933 47-10-21933<br />

- ster-driehoekschakelaar<br />

22<br />

E. 17.12.98 • G. 21.03.03


E. 02.99 • G. 21.03.03<br />

23


30. Werkingsgebied<br />

vuurhaarddruk [mbar]<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

0<br />

500 700 900 1100 1300<br />

brandervermogen [kW]<br />

Door de TÜV (Technischer Überwachungsverein - de Duitse technische keuringsdienst) geteste<br />

werkingsgebieden volgens DIN EN 676.<br />

De werkingsgebieden hebben betrekking op een hoogte van circa 200 meter boven normaal peil en<br />

een omgevingstemperatuur van 20°C.<br />

31. Afmetingen<br />

Alle maten in mm<br />

880<br />

MG3.1<br />

1130<br />

32. Conformiteitsverklaring<br />

vuurhaarddruk [mbar]<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

0<br />

296<br />

MG3.2<br />

500 1000 1500 2000 2500<br />

branderbelasting [kW]<br />

200<br />

408<br />

Wij verklaren dat de gasventilatorbrander GIERSCH MG3 voldoet aan de f<strong>und</strong>amentele eisen van de<br />

volgende richtlijnen:<br />

• De richtlijn inzake laagspanning volgens 73/23/EEG gekoppeld aan DIN VDE 0700 deel 1 / versie 04.88<br />

en DIN VDE 0722 / versie 04.83<br />

• de EMC-richtlijn 89/336/EEG EN 55014 / versie 04.93 en EN 50082-1 / versie 01.92<br />

• de richtlijn voor gasapparatuur volgens 90/396/EEG gekoppeld aan EN 676 / versie 12.96 en<br />

DIN EN 437 / versie 03.94,<br />

• de richtlijn voor verbrandingsrendement volgens 92/42/EEG gekoppeld aan EN 676 / versie 12.96<br />

• de richtlijn voor machines volgens 98/37/EEG.<br />

vuurhaarddruk [mbar]<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

0<br />

425 300<br />

Alle technische informatie die in dit dokument te vinden is, als ook de tekeningen,<br />

foto´s en technische beschrijvingen die ter beschikking worden gesteld,<br />

blijven onze eigendom en mogen zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming niet vermenigvuldigd worden.<br />

Veranderingen zijn voorbehouden.<br />

MG3.3<br />

500 1000 1500 2000 2500<br />

branderbelasting [kW]<br />

GIERSCH GmbH • <strong>Brenner</strong> <strong>und</strong> <strong>Heizsysteme</strong><br />

Postfach 3063 • D-58662 Hemer • Telefon 02372/965-0 • Telefax 02372/61240<br />

E-Mail: kontakt@giersch.de • Internet: http://www.giersch.de<br />

CB<br />

vuurhaarddruk [mbar]<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

0<br />

MG3.4<br />

1000 1500 2000 2500<br />

branderbelasting [kW]<br />

E. 04.99 • G. 21.03.03 • Art.-Nr. 70-26-57041-NL • Printed in Germany • <strong>Giersch</strong> GmbH • Enertech Group

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!