Onderzoek toewijzing sociale huurwoningen - Gemeente Waterland
Onderzoek toewijzing sociale huurwoningen - Gemeente Waterland
Onderzoek toewijzing sociale huurwoningen - Gemeente Waterland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Rekenkamercommissie<br />
<strong>Onderzoek</strong> <strong>toewijzing</strong><br />
<strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Vastgesteld: december 2011
Samenstelling rekenkamercommissie<br />
Externe leden<br />
De heer G.D. Scholtes, voorzitter<br />
De heer mr. A.V.N.M. Steur<br />
De heer mr. S.J.P. Basten MLC<br />
Interne leden<br />
Mevrouw drs. S.M. Kröner-Roos RA<br />
De heer N.W.A. Lens<br />
Secretariaat<br />
De heer drs. E.G.H. Dijk<br />
Adres<br />
Postbus 1000<br />
1140 BA Monnickendam<br />
Telefoonnummers<br />
T. 0299 - 658 585<br />
F. 0299 - 658 599<br />
E-mail<br />
rekenkamercommissie@waterland.nl<br />
De rekenkamercommissie is een, door de raad van de gemeente <strong>Waterland</strong> ingesteld, onafhankelijk orgaan dat het<br />
door het gemeentebestuur uitgevoerde beleid toetst op drie onderdelen:<br />
• Rechtmatigheid: voldoet de uitvoering aan de wettelijke kaders en regelgeving?<br />
• Doelmatigheid: is de voorbereiding en uitvoering van beleid efficiënt verlopen?<br />
• Doeltreffendheid: zijn de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk behaald?<br />
Het doel van het onderzoek is om inzicht te geven in de prestaties van de gemeente en waar nodig het formuleren van<br />
aanbevelingen voor de toekomst.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 2 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
Inhoudsopgave<br />
Rekenkamercommissie<br />
INHOUDSOPGAVE..................................................................................................................3<br />
1. VOORWOORD..............................................................................................................4<br />
2. INLEIDING .................................................................................................................5<br />
2.1. PROBLEEMSTELLING ...................................................................................................5<br />
2.2. WERKWIJZE ...............................................................................................................6<br />
3. ONDERZOEKS- / PROCESVERLOOP ..............................................................................7<br />
4. NORMENKADER...........................................................................................................9<br />
5. BEVINDINGEN .......................................................................................................... 10<br />
5.1. HOE IS DE TOEWIJZING VAN SOCIALE HUURWONINGEN WETTELIJK GEREGELD? ....... 10<br />
5.1.1. HUISVESTINGSWET .................................................................................................. 10<br />
5.1.2. HUISVESTINGSVERORDENING .................................................................................. 11<br />
5.1.3. REGISTER ................................................................................................................. 11<br />
5.1.4. HUISVESTINGSVERGUNNING .................................................................................... 11<br />
5.2. OP WELKE WIJZE IS IN DE GEMEENTE WATERLAND INVULLING GEGEVEN AAN DEZE<br />
REGELS EN WAT IS DE ROL VAN WONINGNET DAARIN? ............................................. 12<br />
5.2.1. TOT 1 JULI 2005 ....................................................................................................... 12<br />
5.2.2. NA 1 JULI 2005......................................................................................................... 12<br />
5.3. WELKE WONINGCORPORATIES HEBBEN SOCIALE HUURWONINGEN IN EIGENDOM IN DE<br />
GEMEENTE WATERLAND? .......................................................................................... 14<br />
5.4. WELKE PROCEDURES HANTEREN DE WONINGCORPORATIES BIJ DE VERDELING VAN<br />
SOCIALE HUURWONINGEN IN DE GEMEENTE WATERLAND? ....................................... 14<br />
5.5. IS ER BIJ DE TOEWIJZING VAN SOCIALE HUURWONINGEN SPRAKE VAN<br />
BELEIDSVRIJHEID EN HOE WORDT DIE INGEVULD?................................................... 14<br />
5.6. OP WELKE WIJZE VINDT CONTROLE PLAATS OP DE TOEWIJZING VAN SOCIALE<br />
HUURWONINGEN IN DE GEMEENTE WATERLAND?...................................................... 15<br />
5.7. LIGT AAN ALLE VERORDENINGEN EN CONVENANTEN EEN COLLEGE- OF RAADSBESLUIT<br />
TEN GRONDSLAG?..................................................................................................... 15<br />
5.8. BESCHRIJVING VAN TWEETAL OPMERKINGEN UIT DE SAMENLEVING OVER<br />
WONINGTOEWIJZING ............................................................................................... 16<br />
6. CONCLUSIES............................................................................................................. 17<br />
6.1. ALGEMEEN................................................................................................................ 17<br />
6.2. INHOUDELIJK ........................................................................................................... 17<br />
7. AANBEVELINGEN ...................................................................................................... 18<br />
BIJLAGE 1: PROCESVERLOOP OVERDRACHT WONINGTOEWIJZING VAN GEMEENTE NAAR<br />
WONINGCORPORATIES. ............................................................................................ 19<br />
BIJLAGE 2: GERAADPLEEGDE BRONNEN ............................................................................... 20<br />
BIJLAGE 3: REACTIE SAMENWERKENDE WONINGCORPORATIES ZAANSTREEK-WATERLAND<br />
OP HET ONDERZOEKSRAPPORT ................................................................................. 21<br />
BIJLAGE 4: COLLEGEREACTIE OP HET ONDERZOEKSRAPPORT ........................................... 23<br />
NAWOORD .......................................................................................................................... 25<br />
Versie 12 december 2011 blz. 3 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Voorwoord<br />
1. Voorwoord<br />
Rekenkamercommissie<br />
Besluitvorming door instellingen die namens de overheid taken uitvoeren moet zo veel<br />
mogelijk transparant zijn. De overheid moet op haar beurt toezien op de rechtmatige<br />
uitvoering van taken die zij aan deze instellingen heeft gedelegeerd. Dat geldt zeker voor het<br />
proces rondom <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> huurwoning en de rol van de woningcorporaties daarin.<br />
De afgelopen jaren is het vertrouwen van de burger in deze instellingen door allerlei incidenten<br />
tot een dramatisch dieptepunt gedaald. Dat raakt ook de gemeente die de taak van <strong>toewijzing</strong><br />
van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> aan deze instellingen heeft gedelegeerd. De gemeente moet toezien<br />
dat dit rechtmatig gebeurt en de raad moet de gemeente op uitvoering hiervan controleren. De<br />
rekenkamercommissie hoopt door middel van dit onderzoek een bijdrage te leveren aan de<br />
controlerende taak die de raad in deze heeft.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Gert Scholtes<br />
Voorzitter rekenkamercommissie gemeente <strong>Waterland</strong><br />
Versie 12 december 2011 blz. 4 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Inleiding<br />
2. Inleiding<br />
Rekenkamercommissie<br />
Uit de samenleving komen regelmatig kritische opmerkingen over de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong>. Daarbij wordt getwijfeld aan de onafhankelijkheid en legitimiteit van de<br />
<strong>toewijzing</strong> van deze woningen. Sterker nog, er is soms onbegrip vanuit de maatschappij als<br />
het gaat om wie nu welke woning krijgt toegewezen. “Oneerlijk, Vriendjespolitiek, Klopt<br />
gewoonweg niet” zijn uitspraken van burgers die we allemaal wel eens horen. Het gevoel dat<br />
het soms niet allemaal gaat zoals het zou moeten gaan leeft ook bij sommige inwoners van de<br />
gemeente <strong>Waterland</strong>. Aangezien de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in beginsel een taak<br />
is van de gemeente heeft de rekenkamercommissie besloten een onafhankelijk onderzoek in te<br />
stellen naar de feiten rondom de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente<br />
<strong>Waterland</strong>. Hoe verloopt dat proces nu? Welke partijen spelen daarbij een rol? Wie is<br />
verantwoordelijk voor welke taak en zijn de gevoelens dat het niet allemaal rechtmatig<br />
verloopt gestoeld op feiten of op meningen?<br />
2.1. Probleemstelling<br />
Bovenstaande uiteenzetting heeft geleid tot de volgende doelstelling van het onderzoek.<br />
Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen in de wijze waarop <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de<br />
gemeente <strong>Waterland</strong> worden toegewezen aan woningzoekende en om te beoordelen of dat<br />
proces transparant en rechtmatig verloopt. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt:<br />
Geschiedt de <strong>toewijzing</strong> van bij de woningcorporaties in eigendom zijnde <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong> conform de geldende wet en regelgeving<br />
Het onderzoek heeft zich gericht op het proces van het toewijzen van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
over de periode 1 januari 2005 tot met 31 december 2008 voor alle <strong>sociale</strong> woningen die in<br />
eigendom zijn van alle woningcorporaties die actief zijn in de gemeente <strong>Waterland</strong> met<br />
uitzondering van de woningen van WoonZorg Nederland, omdat dit woningen voor één<br />
specifieke groep bewoners betreft.<br />
Teneinde de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen<br />
geformuleerd:<br />
1. Hoe is de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> wettelijk geregeld?<br />
2. Op welke wijze is in de gemeente <strong>Waterland</strong> invulling gegeven aan deze regels en wat<br />
is de rol van WoningNet daarin?<br />
3. Welke woningcorporaties hebben <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in eigendom in de gemeente<br />
<strong>Waterland</strong>?<br />
4. Welke procedures hanteren de woningcorporaties bij de verdeling van <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong>?<br />
5. Is er bij de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> sprake van beleidsvrijheid en hoe<br />
wordt die ingevuld?<br />
6. Op welke wijze vindt controle plaats op de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de<br />
gemeente <strong>Waterland</strong>?<br />
7. Ligt aan alle verordeningen en Convenanten een college- of raadsbesluit ten grondslag?<br />
Versie 12 december 2011 blz. 5 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Inleiding<br />
2.2. Werkwijze<br />
Rekenkamercommissie<br />
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van:<br />
1. Het afnemen van verschillende interviews met in de bijlage genoemde personen;<br />
2. Het bestuderen, analyseren en beoordelen van wet- en regelgeving en procedures en<br />
relevante documenten;<br />
3. Het uitvoeren van een eigen onderzoek waarbij de door de woningcorporaties<br />
opgegeven mutaties van <strong>huurwoningen</strong> zijn getoetst aan de mutaties in de<br />
gemeentelijke basisadministratie op adresniveau in de periode 1 januari 2005 tot en<br />
met 31 december 2008.<br />
De rekenkamercommissie wil hierbij opmerken dat ondanks de verschillende geluiden vanuit<br />
de samenleving over mogelijke onrechtmatige <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> er op ons<br />
verzoek om concrete voorbeelden aan te leveren nauwelijks enige reactie is gekomen.<br />
Hierdoor is het niet mogelijk geweest om de betreffende <strong>toewijzing</strong>en feitelijk te onderzoeken<br />
waardoor de rekenkamercommissie geen oordeel heeft kunnen vormen omtrent de<br />
rechtmatigheid van deze <strong>toewijzing</strong>en.<br />
Om die reden heeft de rekenkamer commissie heeft zich gericht op het onderzoek naar de<br />
toepassing van wet- en regelgeving en de beleidsvrijheden/-regels die gemeente en<br />
woningcorporaties hebben bij de <strong>toewijzing</strong> van de <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong>.<br />
In de periode die is onderzocht is de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> overgedragen van<br />
de gemeente naar de woningcorporaties. Volledigheidshalve beschrijven wij dan ook in<br />
bijlage 1 kort wat de aanleiding voor deze overdracht is geweest en hoe deze overdacht is<br />
verlopen.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 6 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
<strong>Onderzoek</strong>s-/procesverloop<br />
3. <strong>Onderzoek</strong>s- / procesverloop<br />
Rekenkamercommissie<br />
Bij de start van het onderzoek in mei 2009 heeft de rekenkamercommissie betrokken partijen,<br />
zijnde de gemeente en de woningcorporaties, ingelicht over de doelstellingen van het<br />
onderzoek. Dit leidde bij de woningcorporaties direct tot weerstand omdat, zoals in de reactie<br />
van de woningcorporaties is te lezen, zij niet op de hoogte gesteld waren van de reden en het<br />
doel van het onderzoek. De suggestie was dat er zich allerlei onrechtmatigs op het gebied van<br />
de woning<strong>toewijzing</strong> had voorgedaan, zonder dat concrete aanwijzingen, waardoor de<br />
woningcorporaties zich in de verdediging voelden gedwongen zonder goed te weten<br />
waartegen. Een oriënterend gesprek met de woningcorporaties en bemiddeling vanuit de<br />
gemeente leidde ertoe dat deze twijfels en vooroordelen aanvankelijk werden weggenomen.<br />
Echter op het moment dat ten tijde van het onderzoek zelf volgens oordeel van de<br />
rekenkamercommissie relevante informatie werd opgevraagd bij de woningcorporaties bleek<br />
deze twijfel toch niet in zijn geheel te zijn weggenomen. De woningcorporaties weigerden de<br />
rekenkamercommissie toegang tot de gevraagde informatie.<br />
Slechts na lang informeren en communiceren kwam informatie mondjesmaat de commissie<br />
toe. De kwaliteit van deze informatie liet echter veelal te wensen over. Zo werden bijvoorbeeld<br />
verouderde en incomplete lijsten met in de eigendom zijnde <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> verstrekt<br />
waardoor de commissie slechts met veel moeite haar onderzoek kon uitvoeren.<br />
Ook vanuit de gemeente was de toevoer van de benodigde informatie summier en onvolledig.<br />
Als reden werd aangevoerd de personele wisseling of zelfs omissie tot het voeren van een<br />
deugdelijke administratie. Eén en ander leidde ertoe dat de rekenkamercommissie nauwelijks<br />
aan bruikbare informatie kon komen. De betrokken partijen verweten vervolgens elkaar, de<br />
woningcorporaties de gemeente en vice versa, geen deugdelijk archief bij te houden.<br />
Gevolg van dit alles was dat het rekenkameronderzoek een enorme vertraging heeft<br />
opgelopen.<br />
Na een nieuwe bemiddeling mocht de rekenkamercommissie de gewenste informatie, welke<br />
volgens de betrokken woningcorporaties volstrekt niet relevant was, in ieder geval inzien. De<br />
gemeente verstrekte de informatie met betrekking tot de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
en stond de commissie toe onbeperkt gebruik te maken van de relevante registers. Hierdoor<br />
werd het onder andere mogelijk om de opgegeven mutaties van <strong>huurwoningen</strong> te matchen<br />
met de mutaties in de gemeentelijke basisadministratie.<br />
Uit de vergelijking van de opgegeven mutaties van de <strong>huurwoningen</strong> en de mutaties in de<br />
gemeentelijke basisadministratie zijn een aantal verschillen naar voren gekomen. Deze<br />
verschillen waren met een percentage van 0,51% van de gemuteerde <strong>huurwoningen</strong> niet<br />
significant en konden achteraf door de woningcorporaties worden verklaard.<br />
Pas begin 2011 zijn de jaarrapportages 2008, 2009 en 2010 van de woningcorporaties,<br />
ondanks herhaald verzoek, aan de commissie verstrekt.<br />
Een bijzondere rol in het proces van <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> wordt vervuld door<br />
WoningNet. Dit is de website 1 waarbij elke woningzoekende zich dient aan te melden om<br />
überhaupt in aanmerking te kunnen komen voor een <strong>sociale</strong> huurwoning. WoningNet gaf aan<br />
absoluut geen informatie vrij te kunnen en willen geven met betrekking tot het proces dat<br />
schuil gaat achter de website noch omtrent de toetsingsinstrumenten die zij toepassen. Om<br />
hier meer inzicht in te verkrijgen werd de rekenkamercommissie verwezen naar de betrokken<br />
woningcorporaties. Deze gaven echter op hun beurt weer aan geen informatie te mogen<br />
verstrekken in verband met de rechten die WoningNet daaraan heeft verbonden.<br />
1 De rekenkamercommissie heeft in deze voor de benaming website gekozen omdat zij niet in<br />
contact heeft kunnen komen met WoningNet, anders dan het bezoeken van de website.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 7 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
<strong>Onderzoek</strong>s-/procesverloop<br />
Rekenkamercommissie<br />
Uiteindelijk heeft de rekenkamercommissie zich gewend tot de Samenwerkende<br />
Woningcorporaties Zaanstreek <strong>Waterland</strong> (SWZW) met het verzoek om de commissie in<br />
contact te brengen met de juiste personen bij WoningNet inzicht te kunnen krijgen in de<br />
procesmethoden die WoningNet toepast bij het verwerken van de wet- en regelgeving in de<br />
programmatuur. SWZW heeft de commissie op de vraag naar de borging dat wijzigingen in<br />
WoningNet conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd het ‘Dossier Afspraken en<br />
Procedures’ uit het dienstverleningscontract dat de corporaties in 2010 met WoningNet hebben<br />
afgesloten. Dit dossier biedt inzicht in de procedures, maar de feitelijke borging dat wijzigingen<br />
in WoningNet conform wet- en regelgeving worden uitgevoerd is hiermee niet vastgesteld.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 8 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Normenkader<br />
4. Normenkader<br />
Voor dit onderzoek is uitgegaan van het volgende normenkader<br />
1. Huisvestingswet<br />
2. Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
3. Convenant Woonruimteverdeling gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
4. Regionaal Convenant Woonruimteverdeling 2008<br />
Rekenkamercommissie<br />
Versie 12 december 2011 blz. 9 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
5. Bevindingen<br />
Rekenkamercommissie<br />
Aan de hand van de deelvragen zoals deze in hoofdstuk 1 zijn geformuleerd zal de<br />
rekenkamercommissie inzicht geven in de wijze waarop <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente<br />
<strong>Waterland</strong> worden toegewezen aan woningzoekende teneinde te kunnen beoordelen of dat<br />
proces transparant en rechtmatig verloopt.<br />
5.1. Hoe is de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> wettelijk<br />
geregeld?<br />
Om te kunnen beoordelen of de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> voldoet aan het wettelijk<br />
kader volgt hieronder allereerst een uiteenzetting van dat wettelijk kader.<br />
5.1.1. Huisvestingswet<br />
De Huisvestingswet bepaalt grotendeels de wettelijke kaders met betrekking tot de <strong>toewijzing</strong><br />
van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong>. In het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van<br />
woonruimte, bepaalt de wet welke bevoegdheden de gemeenteraad heeft.<br />
De Huisvestingswet bepaalt dat indien de gemeenteraad het noodzakelijk acht om regels te<br />
stellen met betrekking tot het in gebruik nemen of geven van woonruimtes in de gemeente, de<br />
gemeenteraad een Huisvestingsverordening kan vaststellen. 2<br />
Uit andere bepalingen van de Huisvestingswet blijkt dat de gemeenteraad, voor zover dat in<br />
het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte noodzakelijk is,<br />
in de Huisvestingsverordening woonruimte kan aanwijzen die niet voor bewoning in gebruik<br />
mag worden genomen of gegeven, indien voor het in gebruik nemen daarvan geen<br />
huisvestingsvergunning is verleend. 3<br />
Uit verdere bepalingen in de Huisvestingswet blijkt dat het verboden is om een woning<br />
waarvoor een huisvestingsvergunning dient te worden afgegeven, zonder vergunning van het<br />
college van burgemeester en wethouders, voor bewoning in gebruik te nemen of in gebruik te<br />
geven aan personen die niet over een dergelijke vergunning beschikken. 4<br />
De gemeenteraad wijst in de Huisvestingsverordening de categorieën van woningzoekenden<br />
aan die met het oog op een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de woonruimte, voor<br />
het verkrijgen van een huisvestingsvergunning in aanmerking komen.<br />
Tevens bevat de Huisvestingswet bepalingen die de gemeenteraad de bevoegdheid geeft om in<br />
een Huisvestingsverordening nadere regelgeving vast te stellen met betrekking tot onder<br />
andere de wijze waarop een vergunning kan worden verkregen, de melding van leegstand,<br />
nadere categorisering in verband met de aard, grootte en huurprijs van de woning,<br />
voorrangsregels met betrekking tot bepaalde woningen voor woningzoekende waarvoor de<br />
voorziening in de behoefte aan woonruimte dringend noodzakelijk is, criteria voor de verlening<br />
van huisvestingsvergunningen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen<br />
woningzoekenden die al of niet een economische of maatschappelijke binding hebben.<br />
Met ingang van 1 januari 2006 is het echter niet de gemeenteraad die de verordening vast kan<br />
stellen maar het algemeen bestuur van de plusregio, oftewel de regioraad van de Stadsregio<br />
als bedoeld in artikel 104 Wet gemeenschappelijke regelingen. De gemeente <strong>Waterland</strong> maakt,<br />
samen met 15 andere gemeenten, deel uit van de Stadsregio Amsterdam. Sinds 1 januari<br />
2006 is derhalve de regioraad van de Stadsregio Amsterdam bevoegd om een<br />
Huisvestingsverordening vast te stellen. 5<br />
2 Artikel 2, lid 1 Huisvestingswet<br />
3 Artikel 5 Huisvestingswet<br />
4 Artikel 7 Huisvestingswet<br />
5 Artikel 2, lid 3 Huisvestingswet<br />
Versie 12 december 2011 blz. 10 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
5.1.2. Huisvestingsverordening<br />
Rekenkamercommissie<br />
Op 1 juli 2005 heeft de gemeenteraad de Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
(hierna de Huisvestingsverordening) vastgesteld. Zoals reeds opgemerkt is het, met ingang<br />
van 1 januari 2006, echter niet de gemeenteraad die de Huisvestingsverordening vast kan<br />
stellen maar de regioraad van de Stadsregio Amsterdam. Voordat de regioraad één algemene<br />
Huisvestingsverordening voor de Stadsregio Amsterdam had vastgesteld, maakte de tekst van<br />
de Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005 onderdeel uit van de Regionale<br />
Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2008 die als zodanig op 24 juni 2008 is<br />
vastgesteld door de regioraad. In deze Huisvestingsverordening van de Stadsregio waren alle<br />
Huisvestingsverordeningen van de gemeenten die deel uit maken van de Stadsregio<br />
Amsterdam, gebundeld.<br />
Inmiddels is per 1 januari 2010 de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam<br />
2010 in werking getreden, vastgesteld door de regioraad van de Stadsregio Amsterdam.<br />
Gezien het feit dat dit onderzoek van de rekenkamercommissie ziet op de periode van 1<br />
januari 2005 tot en met 31 december 2008, zullen wij ons in dit onderzoek voornamelijk<br />
baseren op de Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005. Indien er wezenlijke<br />
verschillen zijn ontstaan door de vaststelling van de Huisvestingsverordening voor de<br />
Stadsregio Amsterdam, dan zullen wij hiervan aantekening maken.<br />
Op grond van artikel 2.1.1 van de Huisvestingsverordening zijn de bepalingen inzake de<br />
<strong>toewijzing</strong> van woonruimtes uitsluitend van toepassing voor woonruimtes met een<br />
huurprijs beneden de huurprijsgrens (per 1 juli 2008: € 631,73).<br />
De Huisvestingsverordening bevat bepalingen omtrent de inschrijving van woningzoekenden,<br />
de huisvestingsvergunning, passendheid van woningen bij woningzoekenden, voorrang,<br />
leegstand en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Voor zover van belang worden<br />
hieronder de verschillende bepalingen behandeld.<br />
5.1.3. Register<br />
Op grond van artikel 2.2.1 van de Huisvestingsverordening dragen Burgemeester en<br />
wethouders zorg voor het aanleggen en bijhouden van een register van woningzoekenden. In<br />
deze bepaling zijn nadere regels gesteld omtrent de inschrijving, zo kunnen alleen<br />
meerderjarige personen met de Nederlandse nationaliteit of met een geldige<br />
verblijfsvergunning zich in laten schrijven.<br />
5.1.4. Huisvestingsvergunning<br />
In navolging van hetgeen in de Huisvestingswet is bepaald, is in de Huisvestingsverordening<br />
bepaald dat het verboden is zonder een huisvestingsvergunning een woonruimte in gebruik te<br />
nemen voor bewoning. 6 Vervolgens 7 zijn de volgende voorwaarden voor vergunningverlening<br />
opgenomen:<br />
• de aanvrager dient ingeschreven te staan in het register van woningzoekenden, waarbij<br />
vereist is dat hij ingezetene is van dan wel economisch of maatschappelijk gebonden is aan<br />
de gemeente <strong>Waterland</strong>;<br />
• het inkomen van de aanvrager moet in redelijke verhouding staan tot de huurprijs;<br />
• met betrekking tot de huurwoning heeft de aanvrager de langste inschrijvingsduur dan wel<br />
woonduur.<br />
De bevoegdheid tot het afgeven van een huisvestingsvergunning ligt bij het college van<br />
burgemeester en wethouders.<br />
6 Artikel 2.3.1 Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
7 Artikel 2.3.3 Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
Versie 12 december 2011 blz. 11 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
Rekenkamercommissie<br />
5.2. Op welke wijze is in de gemeente <strong>Waterland</strong> invulling gegeven<br />
aan deze regels en wat is de rol van WoningNet daarin?<br />
Op 20 juni 2005 is het Convenant Woonruimteverdeling gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
vastgesteld. Met het ondertekenen hiervan is het bijhouden van het register en het afgeven<br />
van de huisvestigingsvergunningen door burgemeester en wethouders gemandateerd aan de<br />
woningcorporaties. Effectief gezien is op 1 juli 2005 de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
overgedragen van de gemeente naar de woningcorporaties.<br />
In bijlage 1 is het procesverloop van de overdracht van woning<strong>toewijzing</strong> van gemeente naar<br />
woningcorporaties vanaf het besluit door de toenmalige raad in 1999 tot en met effectuering in<br />
2005 nader beschreven.<br />
5.2.1. Tot 1 juli 2005<br />
Voor de overdracht van de woning<strong>toewijzing</strong> aan de woningcorporaties publiceerde de<br />
gemeente de vrijgekomen <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in het streekblad, toetste de reacties van de<br />
woningzoekenden aan het register, de Huisvestingsverordening, de urgentieverordening en het<br />
gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld statushouders) en gaf aan de betreffende woningcorporatie<br />
de naam van de kandidaat huurder door die volgens het register van woningzoekenden als<br />
eerste in aanmerking kwam voor deze woning.<br />
De woningcorporatie sloot, wanneer er geen bezwarende omstandigheden waren (bijvoorbeeld<br />
huurschuld of een verleden van overlast), een huurovereenkomst met de kandidaat huurder<br />
af.<br />
De woningcorporatie deed na ondertekening van de huurovereenkomst een aanvraag voor een<br />
huisvestingsvergunning bij de gemeente. De woningcorporatie kreeg geen afschrift van de<br />
huisvestingsvergunning en weet ook niet of deze feitelijk werd afgegeven.<br />
In hoeverre en in welke vorm het register van woningzoekenden door de gemeente tot 1 juli<br />
2005 is bijgehouden kan door de gemeente niet meer worden aangegeven. De<br />
woningcorporaties geven aan bij de overdracht een kaartenbak met de gegevens van<br />
woningzoekenden te hebben ontvangen en op herhaaldelijk verzoek nooit informatie over de<br />
behoeften van lokale woningzoekenden van de gemeente te hebben ontvangen.<br />
Op enig moment, er is niet te achterhalen vanaf welke datum, is de gemeente gestopt met het<br />
afgeven van huisvestingvergunningen.<br />
Doordat de gemeente niet meer over de gegevens beschikt, is niet vast te stellen of de<br />
woning<strong>toewijzing</strong>en die de gemeente <strong>Waterland</strong> in deze periode heeft gedaan in strijd zijn<br />
geweest met de Huisvestingswet of de eigen Huisvestingsverordening.<br />
Er zijn echter geen aanwijzingen of bewijzen dat de gemeente <strong>Waterland</strong> in deze periode in<br />
strijd heeft gehandeld met de Huisvestingswet of de eigen Huisvestingsverordening.<br />
De rekenkamer constateert dat de gemeente <strong>Waterland</strong> zich in de periode voor 1 juli 2005,<br />
inzake het bijhouden van het register van woningzoekenden en de afgifte van<br />
huisvestingsvergunningen, niet heeft gehouden aan de Huisvestingswet en haar eigen<br />
Huisvestingsverordening. De basis voor deze constatering is de verklaring van de<br />
woningcorporaties dat bij de overdracht van de woning<strong>toewijzing</strong> naar WoningNet alleen een<br />
kaartenbak is overgedragen en dat informatie over de huurwoningmarkt niet aanwezig was.<br />
Dat de gemeente al geruime tijd geen huisvestingsvergunningen meer afgeeft wordt bevestigd<br />
door de ambtelijke reactie. Gezien de lange gemiddelde huurtermijn zouden er anders<br />
huisvestingsvergunningen in het gemeentelijke archief gevonden moeten zijn.<br />
5.2.2. Na 1 juli 2005<br />
Na de overdracht van de woning<strong>toewijzing</strong> aan de woningcorporaties verloopt het<br />
administratieve proces via WoningNet. WoningNet is een landelijk opererende uitvoerende<br />
organisatie met de woningcorporaties als eigenaar. Ook binnen de Stadsregio Amsterdam<br />
verzorgt WoningNet het administratieve proces van de woning<strong>toewijzing</strong> voor <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong> van de <strong>Waterland</strong>se woningcorporaties.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 12 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
Rekenkamercommissie<br />
WoningNet beschikt over een database met gegevens van alle aangemelde woningzoekenden<br />
binnen de Stadsregio Amsterdam. Bij de overdracht van de woning<strong>toewijzing</strong> naar de<br />
woningcorporaties is het “register van woningzoekenden” van de gemeente <strong>Waterland</strong><br />
ingevoerd in WoningNet.<br />
Nieuwe kandidaten moeten zich via internet inschrijven als woningzoekende in WoningNet. De<br />
woningzoekende is zelf verantwoordelijk voor doorgeven van wijzigingen in zijn gegevens aan<br />
WoningNet. De lange wachttijden en de vaak snel veranderende omstandigheden van de<br />
ingeschreven woningzoekenden maken het onmogelijk om alle gegevens up-to-date te<br />
houden. Dit zou alleen mogelijk zijn wanneer iedere ingeschreven woningzoekende zich<br />
jaarlijks opnieuw zou moeten inschrijven.<br />
De controle op de ingevulde gegevens van de ingeschreven woningzoekenden vindt pas plaats<br />
bij de <strong>toewijzing</strong> van een woning.<br />
Zodra een woningcorporatie een lege huurwoning bij WoningNet aanmeldt, kunnen<br />
woningzoekenden via WoningNet reageren. Na sluiting van de reactietermijn stuurt WoningNet<br />
een overzicht, gesorteerd op inschrijvingsduur of woonduur, van alle kandidaat huurders die<br />
hebben gereageerd naar de woningcorporatie.<br />
De woningcorporatie begint met nummer één van de lijst en werkt de lijst af totdat een<br />
kandidaat huurder is gevonden die aan alle wettelijke eisen voldoet. Door de<br />
woningcorporaties wordt hiertoe het draaiboek woonruimtebemiddeling gebruikt dat is<br />
gebaseerd op de Huisvestingsverordening, het Convenant woonruimtebemiddeling en de<br />
uitvoeringsinstructies woonruimteverdeling.<br />
Alle kandidaat huurders die op de woning hebben gereageerd kunnen in WoningNet volgen op<br />
welke plek zij op de kandidatenlijst voor deze woning staan en aan welke kandidaat (nummer<br />
op de lijst) de woning is toegewezen. Ook is in WoningNet voor de kandidaat huurders<br />
geanonimiseerd zichtbaar waarom een kandidaat is afgewezen.<br />
Alle leeg gekomen <strong>huurwoningen</strong> worden bij WoningNet aangemeld, maar niet alle woningen<br />
worden gepubliceerd. Voor het over grote deel betreft dit directe <strong>toewijzing</strong> op voordracht van<br />
de gemeente. Dit zijn bijvoorbeeld <strong>toewijzing</strong>en op basis van de Urgentieverordening of aan<br />
statushouders. Ook draagt de gemeente <strong>Waterland</strong> na 1 juli 2005 nog steeds kandidaten voor<br />
de gelabelde aangepaste huizen voor minder validen voor.<br />
Huurwoningen worden ook niet door de woningcorporaties gepubliceerd bij woningruil of<br />
verkoop. Dit komt in <strong>Waterland</strong> gemiddeld 1 a 2 keer per jaar voor.<br />
De <strong>toewijzing</strong> van alle vrijgekomen <strong>huurwoningen</strong> wordt verantwoord via de website van<br />
WoninNet en in de jaarrapportage van de woningcorporaties.<br />
De woningcorporaties geven aan dat de woning<strong>toewijzing</strong> via WoningNet naar tevredenheid<br />
werkt. Daarnaast krijgen de woningcorporaties via WoningNet inzicht in de behoeften van<br />
lokale woningzoekenden. De gegevens over de lokale markt in de gemeente <strong>Waterland</strong> worden<br />
jaarlijks gerapporteerd aan het College en wordt besproken in het bestuurdersoverleg.<br />
Voor een rechtmatige <strong>toewijzing</strong> moet bij WoningNet geborgd zijn dat de selectie van<br />
kandidaten voor een <strong>sociale</strong> huurwoning geschiedt volgens de Regionale<br />
Huisvestingsverordening en het Convenant. De Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek<br />
<strong>Waterland</strong> heeft de commissie mondeling toegelicht dat er bij het verwerken van de nieuwe<br />
wet- en regelgeving in de programmatuur gestructureerde procesmethoden worden toegepast.<br />
De commissie heeft daarnaast het ‘Dossier Afspraken en Procedures’ uit het<br />
dienstverleningscontract van de corporaties met WoningNet ontvangen.<br />
De commissie heeft echter geen inzage gekregen bij WoningNet zelf en dus niet kunnen<br />
vaststellen of de selectie door WoningNet volgens de Regionale Huisvestingsverordening en het<br />
Convenant wordt uitgevoerd.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 13 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
Rekenkamercommissie<br />
5.3. Welke woningcorporaties hebben <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in<br />
eigendom in de gemeente <strong>Waterland</strong>?<br />
1 januari 2009 Totaal AWM IntermHkst WComp<br />
Broek in<br />
<strong>Waterland</strong><br />
204 1 203<br />
Ilpendam 135 135<br />
Marken 135 135<br />
Monnickendam 1.217 902 315<br />
Watergang 24 24<br />
Zuiderwoude 6 4 2<br />
1.721 907 315 499<br />
Bron: Jaarboek Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek <strong>Waterland</strong> 2009<br />
Omdat er in de onderzochte periode nauwelijks (< 0,2%) mutaties hebben voorgedaan in het<br />
aantal <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong>, heeft de commissie alleen het<br />
overzicht per 1 januari 2009 in het rapport opgenomen.<br />
5.4. Welke procedures hanteren de woningcorporaties bij de<br />
verdeling van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong>?<br />
De woningcorporaties hanteren bij de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> geen andere<br />
procedures dan Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005 en het regionaal<br />
Convenant woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2008.<br />
5.5. Is er bij de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> sprake van<br />
beleidsvrijheid en hoe wordt die ingevuld?<br />
Er is bij de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> huurwoning in het Convenant een beleidsvrijheid van 5%<br />
voor de woningcorporaties voor maatwerk afgesproken. Onder maatwerk wordt verstaan<br />
specifieke gevallen die te maken hebben met maatschappelijke opvang, overlastsituaties,<br />
onrechtmatige bewoning, etc. Volgens opgave van de woningcorporaties is het nooit<br />
voorgekomen dat deze beleidsvrijheid voor de volledige 5% is opgenomen. Dit wordt ook<br />
bevestigd door de jaarrapportage 2008 en 2009 van de woningcorporaties.<br />
De gemeente <strong>Waterland</strong> heeft een lokale beleidsvrijheid bij de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong>. Per kalenderjaar mogen kleine gemeenten zoals <strong>Waterland</strong> ten hoogste 70%<br />
van de in dat jaar te verhuren woonruimten (bestaande bouw en nieuwbouw) met een<br />
rekenhuur lager dan € 632,73 (prijspeil 1 januari 2008) lokaal, dus aan ingezetenen van de<br />
gemeente <strong>Waterland</strong>, toewijzen.<br />
Daarnaast heeft de gemeente een rol bij de <strong>toewijzing</strong> (het stellen van regels met betrekking<br />
tot het in gebruik nemen of geven van woonruimtes in de gemeente) inzake de urgent<br />
woningzoekenden en de eerder genoemde gelabelde woningen voor starters, jongeren tot 25<br />
jaar, ouderen en aangepaste huizen voor minder validen. Voor de aangepaste huizen voor<br />
minder validen draagt de gemeente <strong>Waterland</strong> nog steeds zelf de kandidaten voor.<br />
In de Huisvestingsverordening is vastgelegd in welke noodsituaties een woningzoekende met<br />
urgentie een <strong>sociale</strong> huurwoning toegewezen moet krijgen. De urgentiecommissie Purmerend<br />
is door het college gemandateerd tot het afgeven van urgentieverklaringen.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 14 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
5.6. Op welke wijze vindt controle plaats op de <strong>toewijzing</strong> van<br />
<strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong>?<br />
Rekenkamercommissie<br />
Zowel de gemeente als de woningcorporaties hebben aangeven dat zij niet bekend zijn met<br />
een externe onafhankelijke controle op de rechtmatigheid van de <strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong><br />
<strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong> in de periode 2005 – 2009.<br />
De jaarrapportage uit WoningNet is een instrument waarmee een quickscan kan worden<br />
uitgevoerd op de rechtmatigheid van de <strong>toewijzing</strong>. In de jaarrapportage worden zowel het<br />
aanbod als de verhuringen verantwoord. De commissie heeft vastgesteld dat in de<br />
jaarrapportages van 2008, 2009 en 2010 structureel meer lege <strong>huurwoningen</strong> worden<br />
aangemeld dan er als verhuurd of anderszins worden verantwoord. De woningcorporaties<br />
geven aan dat er anders dan de cijfers doen vermoeden geen structurele leegstand van<br />
<strong>huurwoningen</strong> in <strong>Waterland</strong> bestaat. WoningNet zou in staat moeten zijn om een sluitende<br />
jaarrapportage aan te leveren of de verschillen duidelijk in de rapportage kunnen verklaren. Bij<br />
navraag bij één van de woningcorporaties kon hier ook geen verklaring voor worden gegeven,<br />
omdat de woningcorporaties voor wat betreft de rapportages zelf ook afhankelijk zijn van<br />
WoningNet.<br />
Na inzage in een dossier bij één van de woningcorporaties is ook duidelijk geworden dat een<br />
controle achteraf op adresniveau niet mogelijk is. Bij deze woningcorporatie worden in de<br />
unieke huurder/woning-dossiers de lijst met kandidaat-huurders van WoningNet en daarnaast<br />
alle gegevens van de huurder waarmee een huurovereenkomst is afgesloten bewaard. Op de<br />
lijst met kandidaat-huurders wordt door middel van codes wel handmatig aangegeven waarom<br />
een kandidaat-huurder hoger op de lijst niet in aanmerking is gekomen voor deze huurwoning.<br />
In de verordening en/of het Convenant is niet voorgeschreven dat de woningcorporaties<br />
andere gegevens moeten vastleggen en/of bewaren dan welke zij nodig hebben voor hun<br />
eigen bedrijfsvoering.<br />
Wanneer de gemeente klachten bereiken over een specifieke woning<strong>toewijzing</strong>, dan wordt<br />
navraag gedaan bij de betreffende woningcorporatie en het antwoord teruggekoppeld aan de<br />
indiener van de klacht. De gemeente ontvangt zeer beperkt klachten en bij navraag is nooit<br />
gebleken dat een woningcorporatie laakbaar had gehandeld.<br />
Woningcorporaties doen ook zelf onderzoek wanneer zij klachten ontvangen of op misstanden<br />
opmerkzaam worden gemaakt. Ook bij de woningcorporaties komt dit volgens eigen zeggen<br />
slechts sporadisch voor. De klachten worden niet geregistreerd.<br />
Er heeft na de inwerkingtreding van het Convenant Woonruimteverdeling Stadsregio<br />
Amsterdam 2008 geen onderzoek plaatsgevonden op naleving van de overeenkomst conform<br />
artikel 15. In dit artikel is vastgelegd dat de Stadsregio Amsterdam bevoegd is om<br />
steekproefsgewijs te onderzoeken in hoeverre het bepaalde in de overeenkomst op juiste wijze<br />
wordt nageleefd.<br />
5.7. Ligt aan alle verordeningen en Convenanten een college- of<br />
raadsbesluit ten grondslag?<br />
De rekenkamercommissie is nagegaan of aan alle verordeningen en Convenanten een college-<br />
of raadsbesluit ten grondslag ligt en heeft vastgesteld dat dit zo is. Ook aan de overdracht van<br />
taken en bevoegdheden aan de Stadsregio Amsterdam ligt een raadsbesluit ten grondslag.<br />
Er zijn wel twee gevallen waarbij de commissie twijfelt aan de legitimiteit.<br />
1. In de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening wordt gesproken van het<br />
bijhouden van een register en de afgifte van een huisvestingsvergunning. Een<br />
huisvestingsvergunning kan in bijzondere gevallen zelfs worden ingetrokken. Middels<br />
het Convenant Woonruimteverdeling <strong>Gemeente</strong> <strong>Waterland</strong> 2005 is dit gemandateerd<br />
aan de woningcorporaties. Omdat de gegevens ontbreken kan worden vastgesteld dat<br />
de gemeente voordien zelf geen fatsoenlijk register heeft bijgehouden en zeer<br />
Versie 12 december 2011 blz. 15 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bevindingen<br />
Rekenkamercommissie<br />
waarschijnlijk al is gestopt met het afgeven van huisvestingsvergunningen. De<br />
gemeente kan niet aangeven vanaf wanneer en waarom dit is gebeurd. De<br />
woningcorporaties zijn wel het register bij gaan houden, maar geven geen<br />
huisvestingsvergunningen af.<br />
2. Met het in werking treden van de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio<br />
Amsterdam 2008 op 24 juni 2008 is de Urgentieverordening 2005 komen te vervallen.<br />
Naast het artikel over urgentie in de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio<br />
Amsterdam 2008 werkt de gemeente <strong>Waterland</strong> met de “Beleidsregels omtrent<br />
aanvragen urgentie”. In de verordening en het Convenant zijn de criteria wanneer<br />
iemand wel en niet in aanmerking komt voor een urgentieverklaring (nog) niet in<br />
detail uitgewerkt. In de praktijk hanteert de gemeente als beleidsregel nog artikel 5 lid<br />
2 sub a en b uit de oude vervallen Urgentieverordening 2005. De juridische status van<br />
deze “Urgentieverklaring” is de commissie niet duidelijk. De documenten zijn niet<br />
genummerd, gedateerd of voorzien van een ondertekening.<br />
Het college heeft de afgifte van urgentieverklaringen gemandateerd aan de<br />
urgentiecommissie van de gemeente Purmerend. Dit is een bevoegdheid van het<br />
college. Het college blijft te allen tijde verantwoordelijk.<br />
5.8. Beschrijving van tweetal opmerkingen uit de samenleving over<br />
woning<strong>toewijzing</strong><br />
In hoofdstuk 5.1 tot en met 5.7 heeft de rekenkamercommissie haar bevindingen op de<br />
deelvragen verwoord. Aanvullend hierop heeft de commissie de behoefte om twee aspecten<br />
van door burgers ervaren onrechtmatigheid bij het toewijzen van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> nader<br />
toe te lichten.<br />
1. Bewoners met een laag inkomen, maar hoog vermogen (bijvoorbeeld door verkoop van<br />
de eigen woning) komen toch in aanmerking voor een <strong>sociale</strong> huurwoning.<br />
De wet stelde tot 1 januari 2011 geen bovengrens aan het totaal gezinsinkomen bij de<br />
<strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong>. Conform de wet konden deze kandidaat<br />
huurders aanspraak maken op een <strong>sociale</strong> huurwoning.<br />
De woningcorporaties hebben zich bij deze <strong>toewijzing</strong>en gehouden aan de wet- en<br />
regelgeving.<br />
Per 1 januari 2011 is door de uitwerking van het EC-besluit in de wet opgenomen dat<br />
bij nieuwe verhuringen ten minste 90% van de woningen met een huur op of onder de<br />
liberalisatiegrens (€ 652,52) toegewezen kunnen worden aan huishoudens met een<br />
(gezamenlijk) verzamelinkomen van maximaal € 33.614 (prijspeil 2011). Bij de<br />
bepaling van het (gezamenlijke) verzamelinkomen wordt het inkomen uit vermogen<br />
(4% forfaitair rendement over het vermogen minus het heffingvrije vermogen)<br />
meegenomen. Het verzamelinkomen wordt bepaald op basis van de aanslag IB of een<br />
IB-60 formulier.<br />
Ter informatie. Een echtpaar, beide ouder dan 65 jaar, met alleen een AOW-uitkering<br />
en een vermogen van € 500.000 komt nog steeds in aanmerking voor een huurwoning<br />
met een huur op of onder de liberalisatiegrens.<br />
2. Een kleinkind gaat inwonen bij grootvader of -moeder en zich laat inschrijven als<br />
medehuurder. Met deze constructie zou de wachtlijst worden omzeild.<br />
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen twee inschrijvingen. Enerzijds de<br />
inschrijving in de <strong>Gemeente</strong>lijke Basisadministratie, waaraan geen enkele<br />
woonrechten kunnen worden ontleend en anderzijds het bij de woningcorporatie als<br />
medehuurder in het huurcontract worden opgenomen. De woningcorporaties hanteren<br />
als regel dat iemand pas als medehuurder in het huurcontract wordt opgenomen<br />
wanneer er een aanwijsbare duurzame relatie bestaat van tenminste 2 jaar.<br />
Volgens zowel de gemeente als de woningcorporaties is dit niet aan de orde.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 16 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Conclusies<br />
6. Conclusies<br />
6.1. Algemeen<br />
R<br />
ekenkamercommissie<br />
1. De rekenkamercommissie moet helaas vaststellen dat ondanks herhaaldelijk overleg en<br />
toelichting vanuit de rekenkamercommissie over het doel van het onderzoek de<br />
medewerking vanuit de woningcorporaties terughoudend is geweest. Dit heeft de<br />
doorlooptijd en de kwaliteit van het onderzoek niet bevorderd. De corporaties zijn van<br />
mening dat er geen aanleiding of grond was voor dit onderzoek en dat zij onterecht in<br />
de beklaagdenbank terecht zijn gekomen. De rekenkamer begrijpt die opstelling niet<br />
omdat een onderzoek, juist door een onafhankelijke commissie, over het proces van<br />
<strong>toewijzing</strong> van <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> door woningcorporaties kan bijdragen aan het<br />
vertrouwen dat burgers hebben over dat proces.<br />
2. De rekenkamercommissie stelt verder vast dat in de raad van de gemeente <strong>Waterland</strong><br />
vaak over <strong>sociale</strong> woningbouw wordt gediscussieerd, terwijl er voor de uitvoering van<br />
het huisvestingsbeleid weinig of geen aandacht is.<br />
3. De rekenkamercommissie heeft geen inzage gekregen in hoe WoningNet borgt dat wet-<br />
en regelgeving op de juiste wijze in de programmatuur wordt verwerkt. Met andere<br />
woorden, dat de selectie van kandidaat-huurders door WoningNet conform de<br />
geldende wet- en regelgeving geschiedt.<br />
WoningNet heeft ook op geen enkele andere wijze aangetoond dat uitvoering van de<br />
<strong>toewijzing</strong> geschiedt conform deze regelgeving noch dat een onafhankelijke<br />
organisatie toeziet op deze uitvoering.<br />
6.2. Inhoudelijk<br />
4. De rekenkamercommissie heeft niet kunnen vaststellen dat de feitelijke <strong>toewijzing</strong> van<br />
<strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong> in de periode van 1 januari 2005 tot<br />
en met 31 december 2008 niet heeft plaatsgevonden conform de geldende wet- en<br />
regelgeving.<br />
5. In strijd met de Regionale Huisvestingsverordening worden er al geruime tijd geen<br />
huisvestingsvergunningen meer afgegeven door de gemeente <strong>Waterland</strong>. Ook in de<br />
actuele Regionale Huisvestingsverordening is opgenomen; deze elf gemeenten<br />
(Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Landsmeer, Oostzaan, Ouder- Amstel,<br />
Purmerend, <strong>Waterland</strong>, Wormerland en Zeevang) willen verdelingsbeleid voeren op<br />
grond van de Huisvestingsverordening en ook met de bijbehorende<br />
huisvestingsvergunning werken.<br />
Het antwoord op de centrale onderzoeksvraag: “Geschiedt de <strong>toewijzing</strong> van bij de<br />
woningcorporaties in eigendom zijnde <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong><br />
conform de geldende wet en regelgeving” is niet eenduidig te geven. Aan de ene kant heeft de<br />
rekenkamercommissie niet kunnen vaststellen dat de feitelijke <strong>toewijzing</strong> niet heeft<br />
plaatsgevonden conform de geldende wet- en regelgeving. Aan de andere kant heeft de<br />
rekenkamercommissie ook niet door eigen waarneming en onderzoek kunnen vaststellen dat<br />
dit wel altijd het geval is. Dat laatste is zorgelijk omdat het niet verstrekken van inlichtingen<br />
en het weigeren van toegang tot informatie mogelijk de schijn wekt dat er iets mis zou zijn<br />
met het naleven van wet- en regelgeving.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 17 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Aanbevelingen<br />
7. Aanbevelingen<br />
R<br />
ekenkamercommissie<br />
1. De rekenkamercommissie adviseert de raad om in de Stadsregio duidelijke afspraken te<br />
maken over de toepassing en uitvoering van artikel 15, “onderzoek naleving<br />
overeenkomst”, uit het Convenant. De gemeente blijft eindverantwoordelijk voor de<br />
evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte en kan zich alleen<br />
verantwoorden wanneer zij de uitvoering door derden ook daadwerkelijk controleert.<br />
2. Voor zo ver de commissie kan nagaan worden er in strijd met de verordening al<br />
minimaal sinds 2005 geen huisvestingsvergunningen meer afgegeven in de gemeente<br />
<strong>Waterland</strong>. De commissie beveelt de raad aan om een besluit te nemen of het werken<br />
met huisvestingsvergunningen in de gemeente <strong>Waterland</strong> nog doelmatig is of dat er<br />
net zoals in de gemeenten Aalsmeer, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Uithoorn en<br />
Zaanstad hierover afspraken worden gemaakt met de woningcorporaties. De<br />
Huisvestingswet biedt de gemeente deze keuzevrijheid.<br />
3. De <strong>toewijzing</strong> van <strong>huurwoningen</strong> kent vele regels en uitzonderingen waardoor<br />
onduidelijkheid over de uitvoering van de woning<strong>toewijzing</strong> kan ontstaan. De<br />
rekenkamercommissie adviseert het college om de jaarrapportage uit WoningNet ook<br />
ter inzage aan de raad te sturen, waarna de raad kan beslissen of er aanleiding is om<br />
de jaarrapportage te bespreken.<br />
4. De jaarrapportage van de woningbouwverenigingen wordt jaarlijkse in het<br />
bestuurdersoverleg besproken. De rekenkamercommissie heeft geconstateerd dat in<br />
het bestuurdersoverleg van 24 februari 2011 het jaarrapport over 2009 is<br />
geagendeerd. Op dat moment was ook net de rapportage over 2010 beschikbaar.<br />
Wanneer het bestuurdersoverleg in het vervolg iets later wordt ingepland, dan kan de<br />
rapportage over het voorgaande jaar worden besproken. Hiermee kan sneller op de<br />
actualiteit worden ingespeeld.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 18 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 1<br />
Rekenkamercommissie<br />
Bijlage 1: Procesverloop overdracht woning<strong>toewijzing</strong> van gemeente<br />
naar woningcorporaties.<br />
Op 14 oktober 1999 heeft de toenmalige raad van de gemeente <strong>Waterland</strong> besloten dat er een<br />
onderzoek moest komen naar de mogelijkheid om de uitvoering van woning<strong>toewijzing</strong>en door<br />
de gemeente over te dragen naar de woningcorporaties. Dat onderzoek is vervolgens in<br />
november 1999 gestart.<br />
In mei 2002 zijn de randvoorwaarden en de uitgangspunten waaronder de overdracht zou<br />
moeten plaatsvinden, globaal bepaald. Op dat moment waren er nog twee discussiepunten,<br />
namelijk de doorstroomdefinitie en de labeling van seniorenwoningen.<br />
De gemeente vond dat de door de vereniging Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek<br />
<strong>Waterland</strong> (SWZW) gestelde beleidsinhoudelijke voorwaarden en de gewijzigde regionale<br />
regels een aantal nadelige gevolgen hadden voor de ingeschreven woningzoekenden uit<br />
<strong>Waterland</strong> en wenste een aantal wijzigingen in afwijking op de regionale afspraken. Daar<br />
tegenover namen de woningcorporaties het standpunt in dat zij gebonden waren aan de<br />
regionale afspraken.<br />
De onderhandelingen liepen met lange tussenpauzes door en in september 2004 werd op<br />
hoofdlijnen een overeenstemming bereikt. Op dat moment was een mogelijk negatief effect op<br />
de “wachtduur” door de systeemwijziging nog een punt van zorg. Uit gezamenlijk onderzoek<br />
door SWZW, AWM en de gemeente kwam naar voren dat dit effect beperkt was. In hun brief<br />
van 20 januari 2005 stellen de woningcorporaties voor om de overdracht van de<br />
woonruimteverdeling per 1 juli 2005 te effectueren.<br />
Uit deze brief klinkt duidelijk de irritatie van de woningcorporaties door over het proces van<br />
overdracht van de woonruimteverdeling. Ook blijkt uit de brief dat er bij de gemeente geen<br />
informatie over de woningmarkt in <strong>Waterland</strong>, lees een actueel inzicht in de woonbehoeften<br />
van lokale woningzoekenden, aanwezig is.<br />
Op 10 maart 2005 schrijven de woningcorporaties, dat mede gezien de lange voorgeschiedenis<br />
van de overdracht, zij op eigen initiatief hebben besloten om op 1 juli 2005 de woningen via<br />
WoningNet aan te bieden. Dit in lijn met het voorstel van de woningcorporaties van 30<br />
augustus 2004, waarover op 15 september 2004 op hoofdlijnen overeenstemming was bereikt.<br />
Het besluit tot overdracht van de woning<strong>toewijzing</strong> aan de woningcorporaties is achteraf, op 18<br />
november 2005, in het College besproken en aansluitend door de raad aangenomen.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 19 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 2<br />
Bijlage 2: Geraadpleegde bronnen<br />
Rekenkamercommissie<br />
Geïnterviewde personen<br />
• Mw. R. Van Rooij Vestigingsmanager Wooncompagnie<br />
• Mw. N. Huisman Directeur Markt IntermarisHoeksteen<br />
• Dhr. R. Manuel Directeur Algemene Woningbouwvereninging Monnickendam<br />
• Mw. J. Driessen Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek <strong>Waterland</strong><br />
• Mw. O. De Meij Beleidsadviseur volkshuisvesting en ruimtelijke ordening<br />
• gemeente <strong>Waterland</strong><br />
Geraadpleegde documenten<br />
• Huisvestingswet<br />
• <strong>Gemeente</strong>wet<br />
• Huursubsidiewet<br />
• Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen<br />
• Huisvestingsverordening gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
• Convenant Woonruimteverdeling gemeente <strong>Waterland</strong> 2005<br />
• Regionaal Convenant Woonruimteverdeling 2008<br />
• Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010<br />
• Uitwerking lokale acties Regionale Huisvestingsverordening<br />
• Beleidsregels omtrent het aanvragen urgentieverklaring gemeente <strong>Waterland</strong><br />
• Prestatieafspraken <strong>Waterland</strong> 1 mei 2009 tot 1 mei 2011<br />
• Dossier inzake overdracht woonruimteverdeling gemeente <strong>Waterland</strong><br />
• Jaarboeken Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek <strong>Waterland</strong> 2006, 2007,<br />
2008, 2009, 2010<br />
• Jaarverslag Wooncompagnie 2009<br />
• Jaarverslag Woningbouwvereniging Monnickendam 2009<br />
• Jaarverslag Intermaris Hoeksteen 2009<br />
• <strong>Waterland</strong> rapportage 2008 en 2009<br />
• Jaaroverzicht urgentiecommissie 2009 en 2010<br />
• Draaiboek Woonruimtebemiddeling 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009<br />
• Dossier Afspraken en Procedures uit het dienstverleningscontract 2010 van corporaties<br />
en WoningNet<br />
Geraadpleegde websites<br />
• Website WoningNet<br />
• Website gemeente <strong>Waterland</strong><br />
• Website Wooncompagnie<br />
• Website IntermarisHoeksteen<br />
• Website Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam<br />
• Website Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek <strong>Waterland</strong><br />
• Website Stadsregio Amsterdam<br />
Versie 12 december 2011 blz. 20 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 3<br />
Rekenkamercommissie<br />
Bijlage 3: Reactie Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek-<br />
<strong>Waterland</strong> op het onderzoeksrapport<br />
N.B. Gezien de moeilijke start van het onderzoek en de lange doorlooptijd, heeft de<br />
rekenkamercommissie besloten om de reactie van de SWZW als bijlage toe te voegen<br />
aan het rapport.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 21 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 3<br />
Rekenkamercommissie<br />
Versie 12 december 2011 blz. 22 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 4<br />
Bijlage 4: Collegereactie op het onderzoeksrapport<br />
Rekenkamercommissie<br />
Versie 12 december 2011 blz. 23 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Bijlage 4<br />
Rekenkamercommissie<br />
Versie 12 december 2011 blz. 24 van 25
<strong>Onderzoek</strong>srapport <strong>toewijzing</strong> <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong><br />
Nawoord<br />
Nawoord<br />
Rekenkamercommissie<br />
Het onderzoek naar de woning<strong>toewijzing</strong> door de rekenkamercommissie heeft een extreem<br />
lange doorlooptijd gehad van meer dan twee jaar. De ervaringen met de doorlooptijd van dit<br />
en andere onderzoeken is aanleiding voor de commissie om over andere werkprocessen na te<br />
denken waarmee de doorlooptijd van een onderzoek structureel verkort kan worden.<br />
De rekenkamercommissie bedankt de Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek-<br />
<strong>Waterland</strong> en het college van <strong>Waterland</strong> voor hun reacties. Deze geven goed weer hoe<br />
verschillend er door de woningcorporaties en de gemeente naar de woning<strong>toewijzing</strong> van<br />
<strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> wordt gekeken.<br />
Op de kernvraag van dit onderzoek, “geschiedt de <strong>toewijzing</strong> van bij de woningcorporaties in<br />
eigendom zijnde <strong>sociale</strong> <strong>huurwoningen</strong> in de gemeente <strong>Waterland</strong> conform de geldende wet en<br />
regelgeving”, heeft de rekenkamercommissie helaas geen eenduidig antwoord kunnen geven.<br />
Tot slot wil de commissie opmerken, dat het opnieuw afgeven van huisvestingsvergunningen<br />
alleen moet worden overwogen wanneer dit doelmatig is.<br />
Versie 12 december 2011 blz. 25 van 25