29.09.2013 Views

Ontvanger - Digital Control Inc.

Ontvanger - Digital Control Inc.

Ontvanger - Digital Control Inc.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Operationele tests<br />

3. Loop in de richting van de aslijn en zie hoe het plus (“+”) teken in het linker bovenvenster in een minus<br />

(“–”) teken verandert. Markeer deze plaats.<br />

4. Kruis de aslijn, stop daarna en draai de ontvanger 180° rond, zodat deze in de tegengestelde richting<br />

wijst. Loop van de andere kant terug in de richting van de aslijn en markeer de plaats waar de “+” in<br />

een “–” verandert.<br />

5. Deze twee plaatsen moeten samenvallen en op de aslijn liggen. Zo niet, bel dan DCI voor assistentie.<br />

Signaaltest van de ontvanger<br />

Dit is nog een test ter confirmatie dat de ontvanger de juiste diepte-informatie aangeeft. Dit is een controle<br />

op het schaalsysteem voor diepte van de ontvanger en is gelijk aan de oude “walkie talkie” toename. Om<br />

de signaaltest te verrichten heeft u een actieve zender, een meetlint en de ontvanger nodig.<br />

1. Leg het meetlint uit van de zijkant van de zender (in of buiten een boorkop) als bij de voorbereiding<br />

voor een eenpuntskalibratie (zie “Het kalibreren van de ontvanger” in het hoofdstuk over de<br />

ontvanger). Het meetlint moet tenminste zo lang zijn als de reikwijdte van de zender (zie de<br />

“Specificaties” tabel in het hoofdstuk over de zender voor het maximale bereik).<br />

2. Zet de ontvanger evenwijdig aan en 5 ft (1,5 m) van de zender, en lees de diepte af (houd de knop niet<br />

ingedrukt).<br />

3. Zet de ontvanger 10 ft (3 m) weg en lees de diepte af.<br />

4. Ga verder met het controleren van de diepte terwijl de ontvanger steeds verder van de zender wordt<br />

verwijderd met 5 ft (1,5 m) tegelijk, tot het maximum is bereikt (met “1999” in het benedenvenster).<br />

5. Het laatste onderdeel van de signaaltest bestaat uit het terugbrengen van de ontvanger naar de<br />

zender, wederom met 5 ft tegelijk, om te controleren of de diepte-informatie klopt.<br />

De dieptemetingen om de 5 ft (1,5 m) moeten gelijk blijven, ongeacht of de ontvanger naar de zender toe<br />

of van de zender weg gaat. Bel DCI voor technische hulp, indien er belangrijke verschillen optreden.<br />

Zendertests<br />

Temperatuurindicator – <strong>Control</strong>eer of de temperatuurindicator (temp stip) aan de voorkant van de<br />

zender wit is. Bij oudere zenders is de temperatuurindicator in het batterijhuis gelegen, naast de polen<br />

van de batterij. Wanneer de temp stip een zwarte in plaats van een witte kleur heeft, is de zender aan<br />

temperaturen boven 220°F (104°C) blootgesteld; voor oudere modellen is de maximum temperatuur<br />

180°F (82°C). Door het blootstellen aan hoge temperaturen kan de werking van de zender worden<br />

beïnvloed. Een zender die aan oververhitting werd blootgesteld kan ogenschijnlijk prima werken, maar<br />

moet als onbetrouwbaar worden beschouwd. De beperkte garantie op de zender is ongeldig wanneer<br />

de zender aan oververhitting werd blootgesteld of wanneer de temperatuur indicator werd verwijderd.<br />

Vocht – Zorg ervoor dat het batterijhuis niet vochtig is en dat de veertjes in het batterijhuis hun<br />

veerkracht niet hebben verloren.<br />

40 DigiTrak ® Mark III Bedieningshandleiding<br />

®

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!