12.11.2013 Views

geografisch - Universiteit Utrecht

geografisch - Universiteit Utrecht

geografisch - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1<br />

Honours Conferentie 2008<br />

Studenten van het Honours Programma<br />

Sociale Geografie & Planologie<br />

presenteren hun onderzoek<br />

een<br />

<strong>geografisch</strong><br />

spectrum<br />

3 juni 2008<br />

14.30-17.00 uur<br />

Marinus Ruppert Gebouw, De Uithof


2<br />

Begeleiders:<br />

Marca Wolfensberger & Bouke van Gorp<br />

Presenterende studenten:<br />

Derk Berends<br />

Freeke Gerritsen<br />

Chantal Groothengel<br />

Roos Saalbrink<br />

Emiel Maliepaard<br />

Ronny Denkers<br />

Michiel van Erdewijk<br />

Pleun van Dinter<br />

Sophie Kuypers<br />

Anneke Kuiken<br />

Evelien de Groot<br />

Niels van der Kleij<br />

Inge Witte<br />

Anne Blok<br />

Mischa Dekker<br />

Caroline Schneider<br />

Joeri Nortier<br />

Marc van Eimeren<br />

Daan Pastoor<br />

Patrick Witte<br />

Nico Dogterom<br />

Gert-Jan Hoeve<br />

Niels van de Kamer<br />

Thomas Wagemaakers<br />

Julie van der Hoeven<br />

Anneloes van Leeuwen<br />

Annemarie van de Vijsel<br />

Anna de Vries<br />

Hans Fast<br />

Nelleke de Jong<br />

Jaap Sytsma<br />

Maarten de Rijk<br />

Eefje van Esch


3<br />

Programma<br />

14:30 - 14:45 Ontvangst<br />

Ontvangst met koffie en thee om 14.30 op de Kokosmatten, Educatorium.<br />

14:45 - 15:10 Opening<br />

Opening door decaan Bert van der Zwaan en Honourscoördinator Marca Wolfensberger<br />

in zaal Theatron, Educatorium<br />

15:15 - 15:45 Ronde 1<br />

Van backpacker tot bedrijventerreinen<br />

15:50 - 16:20 Ronde 2<br />

Geografische diversiteit<br />

16:25 - 16:55 Ronde 3<br />

Wetenschappelijke ontdekkingsreizen<br />

17:00 Borrel<br />

Afsluitende borrel in de buurt van de zalen


4<br />

Uitleg bij het programma<br />

Zoals in het programma aangegeven wordt er in 3 rondes gepresenteerd. Per<br />

ronde zijn er 4 parallelsessies waar 1 of 2 presentaties gehouden worden. Alle<br />

zalen bevinden zich in het Marinus Ruppert gebouw. In het schema hiernaast is te<br />

vinden wat er in de verschillende sessies in de verschillende zalen gepresenteerd<br />

wordt en door welke student(en).<br />

Op de daarop volgende pagina’s is vervolgens per sessie en presentatie kort aangegeven<br />

wat het onderwerp en de strekking van de presentatie is.<br />

Mocht u hierna nog behoefte hebben aan extra informatie, dan kunt u dit vinden<br />

in de ‘Abstracts’ die direct achter het overzicht van de titels en onderwerpen te<br />

vinden zijn.<br />

Achter de ‘Abstracts’ vindt u achtergrondinformatie over de verschillende gepresenteerde<br />

honoursonderdelen.<br />

Tenslotte vindt u helemaal achterin een register, waarin alle presentatoren op<br />

voornaam alfabetisch zijn geordend. Achter elke presentator staat vermeld waar<br />

en wanneer hij of zij presenteert, zodat u snel en gemakkelijk kunt opzoeken hoe<br />

laat u waar moet zijn om een bepaalde presentatie niet te missen.


Wie, wat, waar<br />

Zaal Ronde 1: Van backpacker tot bedrijventerreinen<br />

Ronde 2: Geografische diversiteit<br />

Ronde 3: Wetenschappelijke ontdekkingsreizen<br />

15:15 – 15:45<br />

15:50 – 16:20<br />

16:25 – 16:55<br />

Wie Wat Wie Wat Wie Wat<br />

Ruppert D Freeke Gerritsen UHRP Niels van der<br />

Chantal Groothengel Honours Thesis Kleij &<br />

Eefje van Esch<br />

UHRP Niels van de Kamer,<br />

Nico Dogterom & Gert-<br />

Jan Hoeve<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Ruppert B Roos Saalbrink UHRP Anne Blok &<br />

Mischa Dekker<br />

Emiel Maliepaard UHRP Caroline<br />

Schneider<br />

UHRP Thomas Wagemaakers,<br />

Julie van der Hoeven &<br />

Anneloes van Leeuwen.<br />

Honours Thesis<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Ruppert 119 Ronny Denkers &<br />

Michiel van Erdewijk<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Marc van Eimeren UHRP Mischa Dekkers Hans<br />

Fast, Anna de Vries &<br />

Annemarie van de Vijsel<br />

Joeri Nortier UHRP<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Ruppert C Sophie Kuypers, Anneke<br />

Kuiken & Evelien<br />

de Groot<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Patrick Witte,<br />

Daan Pastoor &<br />

Pleun van Dinter<br />

Honours<br />

Leeronderzoek<br />

Nelleke de Jong, Jaap<br />

Sytsma & Maarten de<br />

UHRP<br />

Rijk<br />

Derk Berends UHRP<br />

UHRP = Undergraduate Honours Research Project<br />

5


6<br />

15:15 - 15:45<br />

Ronde 1: Van backpacker tot bedrijventerreinen<br />

Zaal Ruppert D<br />

Voorzitter: Inge Witte<br />

Referent: nog niet bekend<br />

Freeke Gerritsen (eerste jaars) - URP: Een stad die weinig slaapt<br />

Het stedelijke nachtleven speelt zich niet alleen in kroegen en discotheken af, maar ook buiten<br />

in de openbare ruimte. Dit onderzoek gaat in op angst in die openbare ruimte: wie veroorzaken<br />

er incidenten en hoe wordt daarop gereageerd?<br />

Chantal Groothengel (derde jaars)- Honours Thesis: Eurotrip in eigen land<br />

Backpacken, wie doet het tegenwoordig niet? Ook Nederland is een populair land onder backpackers.<br />

Ieder jaar bezoeken grote groepen jongeren uit verschillende werelddelen ons land.<br />

Met een bezoek aan Amsterdam hopen de jonge bezoekers vooral ultieme vrijheid te ervaren.<br />

Zaal Ruppert B<br />

Voorzitter: Mischa Dekker<br />

Referent: Mar Dekker<br />

Roos Saalbrink (eerste jaars) - URP: Chinees kapitalisme in Indonesië, Maleisië en de<br />

Filippijnen<br />

Al vanaf begin 13e eeuw voor Christus handelden en vestigden de Chinezen zich al in Zuidoost Azië.<br />

Tegenwoordig domineren de etnische Chinezen de regionale economie van Zuidoost Azië. Deze regio<br />

is heel divers zowel in economisch als in religieus en sociaal-cultureel opzicht. Hoe heeft het ‘Chinese<br />

kapitalisme’ zich zo succesvol kunnen verspreiden in Zuidoost Azië?<br />

Emiel Maliepaard (eerste jaars) - URP: De rol van Burundese migrantenorganisaties in<br />

Nederland in de ontwikkeling van Burundi<br />

De Republiek Burundi is een klein land in Centraal Afrika met 8,7 miljoen inwoners, het land ligt<br />

in het Grote Meren Gebied. Deze regio wordt al decennia geteisterd door burgeroorlogen en etnische<br />

conflicten. Het bekendste conflict is de genocide in Rwanda van 1994, waar tussen de<br />

800.000-1.000.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s om het leven zijn gebracht. Het etnisch geweld en<br />

de burgeroorlog in Burundi is minder bekend in Nederland.<br />

Zaal Ruppert 119<br />

Voorzitter: Annemarie van de Vijsel<br />

Referent: Oedzge Atzema<br />

Ronny Denkers & Michiel van Erdewijk (tweede jaars) - Honours Leeronderzoek: Stadstoerisme<br />

in Amsterdam<br />

Bijna iedereen gaat tegenwoordig jaarlijks op vakantie. Vaak niet realiserend dat toerisme een grote<br />

impact heeft op de bestemming. In ons leeronderzoek wordt de impact van stadstoerisme in Amsterdam<br />

onderzocht. Veranderen bewoners hun vrijetijdsbestedingspatroon door toedoen van toerisme?<br />

Zaal Ruppert C<br />

Voorzitter: Patrick Witte<br />

Referent: Marco Eerkes<br />

Sophie Kuypers, Anneke Kuiken & Evelien de Groot (tweede jaars) - Honours Leeronderzoek:<br />

Herstructurering Houten Centrum: een goede ontwikkeling<br />

In Houten wordt momenteel druk gewerkt aan de renovatie van het centrum van Houten. De plannen<br />

vergen veel tijd en geld. Zijn deze grootschalige ruimtelijke ingrepen wel nodig? Maken de bewoners<br />

nu veel gebruik van het centrum en denken zij de nieuwe voorzieningen te gaan gebruiken?<br />

Immers Houten heeft het levendige <strong>Utrecht</strong> naast deur. Daarnaast wordt gepeild in hoeverre de<br />

bewoners bekend zijn met de renovatieplannen.


15:50 - 16:20<br />

Ronde 2: Geografische diversiteit<br />

Zaal Ruppert D<br />

Voorzitter: Nelleke de Jong<br />

Referent: Tine Béneker<br />

Niels van der Kleij & Eefje van Esch (eerste jaars) - URP: Leren over de stad<br />

De stad wordt een steeds populairder onderwerp. In het aardrijkskunde onderwijs op middelbare scholen<br />

proberen ze daarom ook veel aandacht te besteden aan de stad en haar veelzijdigheid. Wat willen<br />

leerlingen op middelbare scholen eigenlijk leren over de stad en zouden de docenten weten waar de<br />

interesse van hun leerlingen ligt?<br />

Zaal Ruppert B<br />

Voorzitter: Anneloes van Leeuwen<br />

Referent: Ben de Pater<br />

Anne Blok & Mischa Dekker (tweede jaars) - URP: Wereldburgerschap in het onderwijs<br />

Steeds meer processen vinden op wereldschaal plaats. Om goed te kunnen functioneren in de huidige<br />

en toekomstige maatschappij, is het van belang dat jongeren kennis hebben van de wereld waarin ze<br />

leven en zich bewust zijn van de ontwikkelingen die zich daar in afspelen. Rekening houdend met de<br />

kennis en beelden die zij al hebben over de wereld, kan onderwijs een grote rol spelen in de mondiale<br />

bewustwording van jongeren.<br />

Caroline Schneider (derde jaars) - Honours Thesis: Wonen in de diepste polder van Nederland.<br />

Dat kan toch niet?!<br />

Als we Al Gore mogen geloven staan we aan de rand van de afgrond. Als we zo door gaan staat Nederland<br />

over 100 jaar grotendeels onder water. Enschede aan Zee wordt de nieuwe badplaats. Maar Al<br />

Gore vergeet in zijn betoog een belangrijke nieuwe ontwikkeling binnen het klimaatbeleid, de klimaatadaptatie.<br />

Naast de inzet om de oorzaken van klimaatverandering aan te pakken zijn overheden druk<br />

bezig eventuele gevolgen van klimaatverandering te verminderen.<br />

Zaal Ruppert 119<br />

Voorzitter: Thomas Wagemaakers<br />

Referent: Oedzge Atzema<br />

Joeri Nortier (tweede jaars) - URP: Clustering in de Nederlandse Uitgeverssector<br />

Voor beleidsmakers wordt de creatieve sector steeds belangrijker en elke stad wil tegenwoordig zijn<br />

eigen cluster van creatieve industrie. Er wordt echter te weinig gekeken naar de historische ontwikkeling<br />

van deze clusters. In deze presentatie wordt dan ook een overzicht gegeven van de verspreiding<br />

over de stad van uitgevers in 6 grote Nederlandse steden sinds 1930 en van de typen buurten waar<br />

uitgevers zich graag vestigen.<br />

Marc van Eimeren (tweede jaars) - URP: Naoorlogse wijken: probleemwijken?<br />

In de tijd dat de naoorlogse wijken gebouwd werden (1950-1975) waren het wijken waar de woningen,<br />

voorzieningen en openbare ruimte van een goed kwaliteitsniveau waren. Tegenwoordig staat een groot<br />

deel van die wijken echter op het lijstje probleemwijken van minister Vogelaar. De vraag is of die wijken<br />

eigenlijk wel probleemwijken zijn en, als dat zo is, in hoeverre?<br />

Zaal Ruppert C<br />

Voorzitter: Sophie Kuypers<br />

Referent: Agnes Kuypers<br />

Pleun van Dinter, Daan Pastoor & Patrick Witte (tweede jaars) - Honours Leeronderzoek:<br />

Tussen inhoud en proces<br />

In het gemeentehuis van Houten wordt alles uit de kast gehaald om de geïnteresseerde leek te informeren<br />

over de ontwikkelingen in Houten; folders, posters, maquettes en een heuse animatiefilm. Tot<br />

dit moment van naar buiten treden speelt zich een heel proces af. Niet alleen bij de gemeente Houten,<br />

maar ook bij ons leeronderzoek naar de ontwikkelingen in Houten Centrum. Dit proces is erg belangrijk<br />

en dat zal toegelicht worden in deze presentatie.<br />

7


8<br />

16:25 - 16:55<br />

Ronde 3: Wetenschappelijke ontdekkingsreizen<br />

Zaal Ruppert D<br />

Voorzitter: Marc van Eimeren<br />

Referent: Tim Schwanen<br />

Nico Dogterom, Gert-Jan Hoeve & Niels van de Kamer (tweede jaars) - Honours Leeronderzoek:<br />

Langs de lijn. Effecten van de Hanzelijn op mobiliteitspatronen in Dronten<br />

Het Nederlandse spoorwegennet wordt op dit moment uitgebreid met de Hanzelijn: een spoorlijn<br />

die Zwolle via Kampen en Dronten met Lelystad zal verbinden. Dronten is van deze plaatsen<br />

de enige die op dit moment nog geen station heeft. Het is echter nog maar de vraag in hoeverre<br />

de inwoners van dit dorp gebruik zullen gaan maken van deze spoorlijn.<br />

Zaal Ruppert B<br />

Voorzitter: Joeri Nortier<br />

Referent: Jörn Fricke<br />

Thomas Wagemaakers, Julie van der Hoeven & Anneloes van Leeuwen (tweede jaars)<br />

Honours Leeronderzoek: Na de studie blijven of vertrekken?<br />

Greifswald loopt leeg. De afgelopen 15 jaar werden getekend door grote emigratiestromen. Met<br />

name jonge, initiatiefrijke vrouwen verlieten de stad, die is gelegen in het uiterste Noordoosten van<br />

Duitsland. Voor de toekomst is de afweging die hoogopgeleide jongeren maken tussen Greifswald en<br />

concurrerende regio’s uitermate van belang. Zullen ook zij vertrekken?<br />

Zaal Ruppert 119<br />

Voorzitter: Emiel Maliepaard<br />

Referent: Drs. A. Knulst<br />

Mischa Dekker, Annemarie van de Vijsel, Anna de Vries & Hans Fast (tweede jaars)<br />

Honours Leeronderzoek: Verbondenheidgevoel Ghanese migranten in Nederland<br />

In Nederland wonen ongeveer 20.000 mensen met een Ghanese oorsprong. Een groot deel hiervan<br />

houdt banden aan met zowel Ghana als Nederland. Aan de ene kant proberen mensen vast<br />

te houden aan gewoonten en ‘roots’ in Ghana, terwijl zij aan de andere kant binding zoeken met<br />

Nederland. In dit onderzoek wordt de wetenschappelijk omstreden kwestie van identiteit en verbondenheid<br />

nader bekeken.<br />

Zaal Ruppert C<br />

Voorzitter: Marten Westeneng<br />

Referent: nog niet bekend<br />

Nelleke de Jong, Jaap Sytsma & Maarten de Rijk (eerste jaars) - URP: Beelden van Oostenrijk<br />

en Zwitserland<br />

Komende maand vindt in Oostenrijk en Zwitserland het Europees Kampioenschap voetbal plaats.<br />

Maar waar gaat ‘ons’ Nederlands Elftal eigenlijk heen en wat weten we van die landen? Denken we<br />

alleen maar aan bergen en sneeuw of gaat de kennis van Nederlanders over de Alpenlanden verder?<br />

Een onderzoek biedt uitkomst.<br />

Derk Berends (eerste jaars) - URP: De stedelijke nacht in kaart gebracht.<br />

De nacht is gevuld met verleidingen maar ook met gevaren. Deze gevaren roepen gevoelens van<br />

onveiligheid en angst op bij bezoekers en passanten. Wat deze beleving betekent voor het (ruimtelijk)<br />

gedrag van deze personen wordt duidelijk wanneer dit gedurende de nacht in kaart wordt<br />

gebracht.


9<br />

Abstracts


10<br />

Zaal Ruppert D, 15:15 - 15:45<br />

Een stad die weinig slaapt<br />

Freeke Gerritsen<br />

Begeleiders: Irina van Aalst & Tim Schwanen<br />

Het stedelijke nachtleven speelt zich niet alleen in kroegen en discotheken af, maar<br />

ook buiten in de openbare ruimte. Dit onderzoek gaat in op angst onder de bezoekers<br />

van de openbare ruimte in <strong>Utrecht</strong>. Angst kan het gebruik van de openbare ruimte<br />

aanzienlijk beperken. Sommige vrouwen zullen bijvoorbeeld afzien van een avondje<br />

uitgaan als ze geen veilige manier hebben om terug naar huis te gaan. Andersom kan<br />

het veroorzaken van angst ook voor beperkingen zorgen. Groepen die, al dan niet<br />

terecht, de sticker ‘gevaarlijk’ opgeplakt hebben gekregen zullen minder welkom zijn<br />

op terrassen en eerder door de politie worden aangesproken. Daarbij heeft iedereen<br />

een eigen beeld van wie angst veroorzaakt en wat gangbare reacties op incidenten<br />

zijn. Dit onderzoek bekijkt wat er daadwerkelijk ’s nachts gebeurt onder de bezoekers<br />

van openbare ruimten in <strong>Utrecht</strong><br />

Angst is echter moeilijk te meten. Omdat het, zeker voor mannen, geen onderwerp<br />

is waar makkelijk over gepraat wordt, ligt het gevaar van structureel foute<br />

antwoorden bij enquêtes en interviews op de loer. Toch zijn vooral enquêtes vaak<br />

gebruikt voor dit onderwerp. Dit onderzoek is daarentegen gebaseerd op observaties<br />

en interviews. Bij de observaties wordt angst afgelezen aan de reacties van mensen<br />

op incidenten. Dit brengt echter een ander probleem met zich mee, want hetzelfde<br />

voorval kan door iedere observator anders geïnterpreteerd worden. Zo zal de één een<br />

dronken vechtpartij afdoen als een potje stoeien, terwijl een ander meer geneigd is<br />

de politie te bellen. Om dit te ondervangen worden alle observaties gedaan door twee<br />

studenten. Daarnaast worden uitsmijters van kroegen en discotheken in <strong>Utrecht</strong> in<br />

interviews gevraagd naar hun kijk op het onderwerp. Zij staan immers voor hun werk<br />

nachtenlang buiten.<br />

De twee kernvragen bij zowel de observaties als de interviews zijn: ‘hoe<br />

wordt er gereageerd op incidenten?’ en ‘wie veroorzaken die?’. Kijken mensen weg<br />

of gaan ze de confrontatie aan? En veranderen de reacties als de nacht vordert en er<br />

alcohol in het spel komt? En hebben mensen die op dezelfde manier reageren kenmerken,<br />

zoals geslacht, kleding, groepsverband en etniciteit, gemeen?


11<br />

Zaal Ruppert D, 15:15 - 15:45<br />

Eurotrip in eigen land<br />

Chantal Groothengel<br />

Begeleider: Jörn Fricke<br />

In Amsterdam zijn jongeren met een groot backpack op de rug een veel voorkomend<br />

fenomeen. Dit roept een aantal vragen op: wat zoeken deze jongeren hier, wat voor<br />

activiteiten ondernemen ze en zien ze behalve Amsterdam ook nog andere plaatsen<br />

in Nederland? In een land als bijvoorbeeld Thailand bezoeken backpackers vaak veel<br />

verschillende plaatsen. Het beeld dat van backpackers in Nederland heerst, is echter<br />

dat van de marihuanarokende Amerikaan in Amsterdam.<br />

Het doel van dit onderzoek is om uit te vinden wat voor beeld backpackers<br />

hebben van Nederland en hoe zich dit uit in hun reisgedrag. Hieruit zal blijken of de<br />

gemiddelde backpacker inderdaad alleen Amsterdam aandoet of ook graag andere<br />

plekken in Nederland bezoekt. De benodigde informatie wordt verkregen door middel<br />

van enquêtes onder de backpackers in verschillende steden, diepte-interviews met<br />

backpackers en medewerkers van hostels en vvv’s en met behulp van een participerende<br />

observatie. Doordat de onderzoeker zich hierbij onder de backpackers begeeft,<br />

wordt een meer objectief beeld verkregen van het gedrag van backpackers. Door<br />

middel van de enquête wordt tevens een algemeen beeld van backpackers in Nederland<br />

geschetst.<br />

Backpackers in Nederland concentreren zich met name in Amsterdam. De<br />

naam van deze stad is vaak bekender dan het land zelf en wordt geassocieerd met<br />

een gevoel van ultieme vrijheid. Vooral de legaliteit van softdrugs geniet grote bekendheid<br />

onder backpackers. De gemiddelde backpacker in Nederland is inderdaad<br />

Amerikaans of Canadees. Hoewel verreweg het grootste deel van de backpackers<br />

tijdens hun verblijf een bezoek aan een coffeeshop aflegt, blijkt dat veel van hen<br />

daarnaast ook andere activiteiten ondernemen.


12<br />

Zaal Ruppert B, 15:15 - 15:45<br />

Chinees kapitalisme in Indonesië, Maleisië en de<br />

Filippijnen<br />

Roos Saalbrink<br />

Begeleider: Bram van Helvoirt<br />

De opkomst van China als een economische supermacht krijgt volop aandacht in de<br />

media. Hierbij wordt veelal de aandacht gevestigd op het ‘economische wonder’ binnen<br />

de landsgrenzen, met name in nieuwe mondiale kapitalistische centra als Shanghai<br />

en Beijing. Maar ook buiten China heeft zich een succesvol ‘Chinees kapitalisme’<br />

ontwikkeld via de vele geëmigreerde Chinezen die zich met name in Zuidoost Azië<br />

gevestigd hebben.<br />

Om de uitzonderlijke positie van de etnische Chinezen in Zuidoost Azië beter<br />

te begrijpen worden de landen Maleisië, Indonesië en de Filippijnen onder de loep<br />

gelegd. De Chinezen zijn als arme immigranten in deze landen gekomen en hadden<br />

in eerste instantie geen kapitaal voorhanden. Daarnaast kregen ze vaak geen hartelijk<br />

ontvangst. Alle drie de landen hebben menig anti-Chinees beleid gevoerd om<br />

de inheemse bevolking voorrang te geven in de nationale economie. Toch hebben de<br />

Chinezen zich in alledrie de landen ontwikkeld tot een vooraanstaande economische<br />

bevolkingsgroep. In dit kader is het interessant om te onderzoeken hoe de geëmigreerde<br />

Chinezen deze prominente positie hebben kunnen verkrijgen. Deze studie<br />

zal de economische positie van de Chinezen in Indonesië, Maleisië en de Filippijnen<br />

vergelijken op basis van literatuurbronnen. Wat verklaard hun succes? Hebben ze<br />

eenzelfde strategie in de verschillende landen? Zijn er culturele factoren die een rol<br />

spelen? Hoe belangrijk zijn Chinezen in Zuidooost Aziatische economiën? Dit literatuuronderzoek<br />

wil laten zien dat een belangrijke verklaring van het succes van de<br />

gemigreerde Chinezen en hun familiebedrijven in het netwerk van ‘trust-based’relaties<br />

gevonden kan worden. In veel literatuur over de positie van Chinezen ‘in den<br />

vreemde’ komt naar voren dat ze gebruik maken van specifieke sociale netwerken<br />

-zoals een ‘bamboe-netwerk’- die ze handelsvoordelen -’guanxi’- opleveren.<br />

Het resultaat zal een contextuele verklaring zijn, zo ver mogelijk, van de economische<br />

positie van de Chinezen in Indonesië, Maleisië en de Filippijnen. Mogelijke<br />

verschillen of gelijkenissen van deze landen zullen vergeleken worden. Dit literatuuronderzoek<br />

vind een plaats in het onderzoek van Bram van Helvoirt, die onderzoek<br />

doet naar relatienetwerken in de Filippijnen. In deze relatienetwerken nemen<br />

etnische Chinezen een uitzonderlijke positie in. Als het onderzoek klaar is zal er een<br />

artikel geplaatst worden in het tijdschrift de geografie.


13<br />

Zaal Ruppert B, 15:15 - 15:45<br />

De rol van Burundese migrantenorganisaties in Nederland<br />

in de ontwikkeling van Burundi<br />

Emiel Maliepaard<br />

Begeleider: Gery Nijenhuis<br />

De Republiek Burundi is een klein land in Centraal Afrika met 8,7 miljoen inwoners,<br />

het land ligt in het Grote Meren Gebied. Deze regio wordt al decennia geteisterd<br />

door burgeroorlogen en etnische conflicten. Het bekendste conflict is de genocide in<br />

Rwanda van 1994, waar tussen de 800.000-1.000.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s<br />

om het leven zijn gebracht. Het etnisch geweld en de burgeroorlog in Burundi is minder<br />

bekend in Nederland.<br />

De meeste vluchtelingen uit Burundi bevinden zich in vluchtelingenkampen in<br />

het buurland Tanzania of wonen in de landen van voormalige koloniale overheersers,<br />

met name in België. Toch kent ook Nederland een kleine Burundese enclave, de Burundese<br />

diaspora. Vanaf het jaar 2000 is het aantal Burundesen in Nederland sterk<br />

gestegen. In 2008 wonen er 3228 Burundesen in Nederland, in 2000 was hun aantal<br />

maar 512.<br />

Deze vluchtelingen hebben zich in Nederland georganiseerd in migrantenorganisaties.<br />

De belangrijkste vraag binnen dit URP-project is: wat is de rol van deze<br />

migrantenorganisaties in de ontwikkeling van Burundi? Maar daarnaast blijven er<br />

ook nog andere vragen over. Wat is bijvoorbeeld de invloed van het etnisch conflict<br />

op de ontwikkelingshulp van deze diaspora aan het land van herkomst?


14<br />

Zaal Ruppert C, 15:15 - 15:45<br />

Herstructurering Houten Centrum: een goede<br />

ontwikkeling<br />

Evelien de Groot, Anneke Kuiken & Sophie Kuypers<br />

Begeleider: Alphons de Vocht<br />

Het huidige centrum voldoet volgens de gemeente niet meer aan de eisen die het<br />

groeiende inwoneraantal stelt. Daarom heeft de gemeente Houten in 2003 een plan<br />

opgesteld voor de herontwikkeling van het winkelcentrum met daarin de speerpunten:<br />

herinrichting van het plein, een spoorverdubbeling, renovatie van het gemeentehuis,<br />

de uitbreiding van het winkelcentrum en het openen van een cultuurcentrum.<br />

Het doel van het onderzoek is te achterhalen wat de behoefte en de wensen<br />

van de inwoners van Houten met betrekking tot hun centrum zijn, zowel voor de<br />

winkelvoorzieningen als voor de andere voorzieningen zoals een theater en de bioscoop.<br />

Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: “In hoeverre corresponderen de<br />

ruimtelijke ingrepen in het centrum van Houten met de wensen die inwoners hebben<br />

met betrekking tot de verschillende typen voorzieningen?”<br />

De onderzoekspopulatie betreft de bezoekers van Houten Centrum. Er wordt<br />

een toevallige steekproef getrokken door het afnemen van 300 passantenenquêtes<br />

in Houten Centrum. De verbanden tussen persoonlijke kenmerken en de wens en het<br />

gebruik van voorzieningen samen met de kennis van het Masterplan worden geanalyseerd.<br />

Om verdiepende informatie te verkrijgen, zullen een aantal diepte-interviews<br />

worden afgenomen.<br />

Uit het onderzoek is gebleken dat de gemeente een goede zet heeft gedaan<br />

met de uitbreiding van het winkelcentrum. Niet alleen ontbraken er in het oude centrum<br />

een aantal voorzieningen, maar ook de kwaliteit sloot niet volledig aan op wat<br />

de mensen verlangden. De mening van de bewoners over de overige voorzieningen<br />

lijkt negatiever te zijn. Vooral aan het bowling- en poolcentrum geeft men een lage<br />

prioriteit. Ruim tweederde van de geënquêteerde bewoners was goed op de hoogte<br />

met het Masterplan.


15<br />

Zaal Ruppert D, 15:50 - 16:20<br />

Leren over de stad<br />

Eefje van Esch, Niels van der Kleij<br />

Begeleider: Tine Béneker<br />

De stad wordt een steeds populairder onderwerp. In het aardrijkskunde onderwijs<br />

op middelbare scholen proberen ze daarom ook veel aandacht te besteden aan de<br />

stad en haar veelzijdigheid. Wat willen leerlingen op middelbare scholen eigenlijk<br />

leren over de stad en zouden de docenten weten waar de interesse van hun leerlingen<br />

ligt?<br />

Dit zijn een aantal vragen die wij ons stelden voor ons onderzoek. Wij zijn in<br />

ons onderzoek op zoek gegaan naar wat Nederlandse leerlingen willen leren over de<br />

stad.<br />

In enquêtes hebben wij leerlingen stellingen voorgelegd over onder andere<br />

rijkdom en migratie in steden. Diezelfde stellingen hebben we voorgelegd aan de<br />

docenten. Daarnaast hebben we de leerlingen hun beeld van de stad laten tekenen.<br />

De enquêtes zijn uitgevoerd in Baarn, Boxtel, Doetinchem, Rotterdam en Texel en<br />

bevatten 250 leerlingen uit de 1e en 3e klas van het HAVO en VWO.<br />

Leerlingen zijn het meest geïnteresseerd in grote steden (zoals New York en<br />

Rio de Janeiro), maar ook in hoe steden milieuvriendelijk kunnen zijn. Leerlingen zijn<br />

niet geïnteresseerd in de kloof tussen arm en rijk in de steden en in patronen van<br />

het landgebruik in de steden. De onderwerpen waar veel interesse in getoond wordt,<br />

komen ook vaak voor in de media. Media zijn de belangrijkste informatiebron over<br />

steden van de leerlingen. Er bleken grote verschillen te bestaan tussen de geënquêteerde<br />

gebieden. In de steden bleek dat leerlingen niet geïnteresseerd waren in het<br />

leren over de stad, maar in de dorpen was er juist wel interesse.<br />

De docenten waren niet goed op de hoogte van wat leerlingen willen weten.<br />

Zij hadden verwacht dat leerlingen geïnteresseerd zouden zijn in de kloof tussen arm<br />

en rijk en in migratie.<br />

Uit de tekeningen in de enquête, het beeld van de stad, bleek als eerst dat<br />

het verschil tussen scholen niet zo groot was als bij de stellingen, maar wel het verschil<br />

tussen de geslachten van de leerlingen. De meisjes tekenden vooral voorzieningen<br />

en de jongens architectuur en infrastructuur.<br />

Tussen de scholen zijn dus vooral verschillen in wat ze willen leren, maar in<br />

hun beeld van de stad kwamen deze verschillen niet duidelijk naar voren. Er blijkt wel<br />

een kloof te bestaan in wat docenten denken dat leerlingen willen weten en wat leerlingen<br />

echt willen weten. Hierbij blijkt dat er een middenweg gezocht moet worden in<br />

een combinatie van wat docenten moeten geven en wat leerlingen willen weten.


16<br />

Zaal Ruppert B, 15:50 - 16:20<br />

Wereldburgerschap in het onderwijs<br />

Anne Blok & Mischa Dekker<br />

Begeleider: Rob van der Vaart<br />

Het NCDO (Nationale commissie voor internationale ontwikkeling en duurzame ontwikkeling)<br />

heeft in 2004 de visie ‘Wereldburgerschap in het onderwijs’ ontwikkeld<br />

waarmee het actief burgerschap wil stimuleren door middel van het onderwijs. Mondiale<br />

processen zijn in het dagelijkse leven van steeds grotere invloed. Om goed te<br />

kunnen functioneren in de huidige en toekomstige maatschappij, is het van belang<br />

dat jongeren kennis hebben van de wereld waarin ze leven en zich bewust zijn van<br />

de ontwikkelingen die zich daarin afspelen. In 2007 is een commissie onder leiding<br />

van prof. Rob van der Vaart aangesteld voor verdere uitwerking van de visie van het<br />

NCDO. De vraag hoe wereldburgerschap in en door het onderwijs gestimuleerd kan<br />

worden, staat hierbij centraal.<br />

Om deze vraag te beantwoorden is allereerst verkennend onderzoek uitgevoerd<br />

door de commissie. Het doel hiervan was het vaststellen van de inhoud van<br />

de visie. Zo zijn er onder andere een aantal brainstormmiddagen georganiseerd met<br />

leerkrachten om ideeën uit te wisselen over thema’s die aan bod moeten komen in<br />

de visie.<br />

Behalve dat de commissie onderzoekt hoe de visie ‘wereldburgerschap in<br />

het onderwijs’ kan worden uitgewerkt, is ze ook geïnteresseerd in de associaties die<br />

jongeren hebben met wereldburgerschap. Wat jongeren leren over mondiale onderwerpen<br />

moet aansluiten bij wat ze hier al voor ideeën over hebben. In tien klassen<br />

van groep zeven en acht van de basisschool wordt een onderzoek gedaan naar de<br />

associaties van jongeren bij verschillende aspecten van het thema wereldburgerschap.<br />

Aan de hand van foto-, woord- en tekenopdrachten worden de associaties van<br />

de jongeren getoetst. De uitkomst van het onderzoek geeft de commissie inzicht in<br />

hoeverre de inhoud van de visie: ‘wereldburgerschap in het onderwijs’ aansluit bij de<br />

associaties van jongeren. Tevens geeft het aanknopingspunten voor de vorm van het<br />

uiteindelijke product. Om het thema wereldburgerschap te vertalen naar begrijpelijke<br />

onderwerpen voor jongeren is het van belang om in te spelen op de associaties die<br />

zij al hebben bij het thema.


17<br />

Zaal Ruppert B, 15:50 - 16:20<br />

Wonen in de diepste polder van Nederland. Dat<br />

kan toch niet?!<br />

Caroline Schneider<br />

Begeleider: Friedel Filius<br />

Als we Al Gore mogen geloven staan we aan de rand van de afgrond. Als we zo<br />

door gaan staat Nederland over 100 jaar grotendeels onder water. Enschede aan<br />

Zee wordt de nieuwe badplaats. Maar Al Gore vergeet in zijn betoog een belangrijke<br />

nieuwe ontwikkeling binnen het klimaatbeleid, de klimaatadaptatie. Naast de inzet<br />

om de oorzaken van klimaatverandering aan te pakken zijn overheden druk bezig<br />

eventuele gevolgen van klimaatverandering te verminderen.<br />

Het Nederlandse landschap wordt aangepast aan de klimaatontwikkelingen.<br />

Door de onzekerheden over de toekomstige ontwikkelingen van het klimaat is dit<br />

echter geen gemakkelijke opgave en moeten de sectoren water en ruimtelijke ordening<br />

op het gebied van overstromingsrisico steeds meer samenwerken. Maar wie<br />

doet nou precies wat? De grenzen tussen de rollen en taken van de verschillende<br />

overheden vervagen. Overstromingen manifesteren zich tenslotte niet op slechts één<br />

schaalniveau. In het kader van een stage bij de Provincie Zuid Holland zijn de beleidsdocumenten<br />

van ruimtelijke ordening en water op verschillende overheidsniveaus<br />

geanalyseerd en interviews met sleutelpersonen gehouden. Op deze wijze was<br />

het mogelijk het beleidsproces op het gebied van overstromingsrisico te volgen vanaf<br />

het rijk tot aan de Zuidplaspolder.<br />

De case van de Zuidplaspolder in Zuid-Holland, gemiddeld 6 meter onder<br />

NAP, is het eerste voorbeeld waarbij de ruimtelijke inrichting specifiek rekening houdt<br />

met de gevolgen van overstromingsrisico. Het gaat niet langer alleen om het voorkomen<br />

van overstromingen, maar ook om, wanneer het dan toch misgaat, de gevolgen<br />

te beperken. Dit betekent echter dat de waterbeheerders een nieuwe adviserende rol<br />

gaan krijgen binnen de ruimtelijke ordening. Een aanpassing die van beide sectoren<br />

de nodige inzet verwacht. Tenslotte wagen de waterbeheerders zich op onbekend<br />

terrein en de ruimtelijke ordenaars moeten rekening gaan houden met (financieel)<br />

waardeloos water. Daarbij komt nog dat er juridisch geen middelen beschikbaar zijn<br />

voor de waterbeheerders om hun invloed te verankeren. De komst van de nieuwe<br />

wet op de Ruimtelijke Ordening en de nieuwe Waterwet kan uitkomst bieden. Hierin<br />

worden instrumenten aan elkaar gekoppeld, waardoor de vervlechting van water en<br />

RO een feit is. Dit geeft ruimte om het advies van de waterbeheerder sterker te verankeren<br />

binnen de ruimtelijke ordening.


18<br />

Zaal Ruppert 119, 15:50 - 16:20<br />

Clustering in de Nederlandse Uitgeverssector<br />

Joeri Nortier<br />

Begeleider: Barbara Heebels<br />

De laatste jaren wordt in onderzoeksrapporten en beleidsdocumenten steeds meer<br />

het belang benadrukt van de aanwezigheid van de creatieve sector in grote steden;<br />

clustering van de creatieve industrie zou zo veel mogelijk door bestuurders moeten<br />

worden bevorderd. Men richt zich hier vooral op de voordelen die clustering van bedrijven<br />

in de creatieve sector zouden hebben op de economie en vitaliteit van een<br />

stad.<br />

Onderzoek heeft echter uitgewezen dat de creatieve clusters niet ‘gemaakt’<br />

kunnen worden en dat ze vaak door autonome processen ontstaan. Het is dus van<br />

belang om de evolutie van deze clusters goed te begrijpen alvorens het beleid hierop<br />

te richten. Op dit moment loopt er een onderzoek, geleid door Barbara Heebels van<br />

de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong>, dat zich richt op het analyseren van de ruimtelijke verdeling<br />

van één bepaalde tak van de creatieve industrie, de uitgeverssector, sinds 1850.<br />

Daarnaast wil het onderzoek zich ook richten op het verkrijgen van inzicht in de interactie<br />

van clusters van uitgevers en hun (stedelijke) omgeving.<br />

In dit onderzoek richt ik mij op de ontwikkeling van de uitgeverssector in<br />

enkele grote Nederlandse steden. Van Leiden, <strong>Utrecht</strong>, Rotterdam, Maastricht, Nijmegen<br />

en Groningen wordt de ruimtelijke verspreiding van uitgevers in de afgelopen<br />

70 jaar bekeken. Hierbij wordt om de 10 jaar gekeken waar de uitgevers in de steden<br />

zich bevinden, zodat vervolgens een duidelijk beeld ontstaat van de ruimtelijke verspreiding<br />

van de uitgevers en, mits aanwezig, van de verschillende clusters. Daarnaast<br />

wordt ook gekeken in welk soort buurten de uitgevers zich de afgelopen 70<br />

jaar hebben gevestigd en hoe grote ruimtelijke ingrepen, zoals de bombardementen<br />

uit de Tweede Wereldoorlog op Rotterdam en Nijmegen of grote herstructureringsprojecten,<br />

effect hebben gehad op de ruimtelijke verspreiding van uitgevers. De uiteindelijke<br />

resultaten zijn in de vorm van series van kaarten gepresenteerd met een<br />

bijbehorende analyse.


19<br />

Zaal Ruppert 119, 15:50 - 16:20<br />

Naoorlogse wijken: probleemwijken?<br />

Marc van Eimeren<br />

Begeleider: Erik van Bergeijk<br />

Op dit moment worden in heel Nederland een veertigtal wijken, door minister Vogelaar<br />

van VROM bestempeld als probleemwijken, aangepakt door de overheid in<br />

samenwerking met woningcorporaties en gemeenten. Een groot deel van deze wijken<br />

is gebouwd tussen ongeveer 1950 en 1975. Er wordt veel geld gestopt in projecten in<br />

de wijken. Als deel van een groter onderzoek naar de verschillen en overeenkomsten<br />

tussen de effecten van stedelijke vernieuwing in naoorlogse wijken, richt dit onderzoek<br />

zich op hoe de wijken zich ontwikkeld hebben in fysiek en demografisch opzicht<br />

in de laatste tien, vijftien jaar.<br />

Om hiervan een beeld te scheppen wordt een vergelijking gemaakt tussen zes<br />

wijken verspreid door het land: Heuvel in Breda, Holtenbroek in Zwolle, Malburgen in<br />

Arnhem, Kruiskamp in Amersfoort, Pendrecht in Rotterdam en Bouwlust in Den Haag.<br />

Door statistische gegevens te verzamelen van de gemeenten en door zelf in de wijk<br />

rond te lopen om een beeld te krijgen van wat er speelt, is er gekeken of er overeenkomsten<br />

of verschillen zijn geweest in de ontwikkelingen van de wijken.<br />

Opvallend is dat er zowel sprake is van overeenkomsten als van verschillen<br />

tussen de wijken. De onderzochte wijken kennen allemaal een ruime opzet en een<br />

weinig gevarieerd woningaanbod. De meeste woningen vallen allemaal in dezelfde categorieën<br />

qua prijs en tot een eentonige bewonersgroep. In de wijken werd en wordt<br />

dan ook ingegrepen in de woningvoorraad. Omdat geen wijk precies dezelfde is, leidt<br />

dit tot verschillen in de aanpak en doelen die gesteld worden. Waar bijvoorbeeld in<br />

Holtenbroek seniorenwoningen werden gerealiseerd, werden in Kruiskamp juist dure<br />

eengezinswoningen gerealiseerd.<br />

De bewoners van een dergelijke wijk veranderen mee met de fysieke veranderingen.<br />

Wanneer er een woon-zorgcomplex gerealiseerd wordt, is de kans groot dat<br />

het percentage ouderen in een wijk toeneemt. Maar ook op het gebied van herkomst<br />

van de bevolking zijn verschillen waar te nemen. Waar in sommige wijken het percentage<br />

allochtonen gelijk is gebleven, is er in Pendrecht bijvoorbeeld sprake van enorme<br />

toename van allochtonen.<br />

Kortom hoewel er ook overeenkomsten zijn in de aanpak, ontstaan er ook<br />

verschillen in de samenstelling in de wijk, zowel op fysiek als sociaal niveau. Lost dit<br />

nou problemen op, of zorgt dit juist voor problemen?


20<br />

Zaal Ruppert C, 15:50 - 16:20<br />

Tussen inhoud en proces<br />

Pleun van Dinter, Daan Pastoor & Patrick Witte<br />

Begeleider: Alphons de Vocht<br />

Het huidige centrum van Houten is gebouwd voor 30.000 inwoners, terwijl Houten<br />

ondertussen 50.000 inwoners telt. De gemeente ziet met lede ogen aan dat de Houtenaren<br />

voor hun inkopen naar <strong>Utrecht</strong> gaan en probeert dit gat te vullen door het<br />

bestaande centrum een kwantitatieve en kwalitatieve impuls te geven. Maar zijn de<br />

inwoners hier wel blij mee? De spanning tussen gemeente enerzijds en bewoners<br />

anderzijds wordt onderzocht in dit leeronderzoek. Onze groep presenteert in twee<br />

sessies. Waar de eerste sessie vooral op de inhoudelijke kant in gaat, belichten wij<br />

juist de procesmatige kant van het leeronderzoek.<br />

De lezer van deze bundel is veelal benieuwd naar producten, niet zozeer naar<br />

processen. Voordat het product er ligt, zijn echter vaak maanden van brainstormen,<br />

vergaderen, notuleren, feedback geven, literatuur lezen, teksten schrijven, modellen<br />

opstellen, hypothesen formuleren, nog maar eens vergaderen en enquêteren aan<br />

vooraf gegaan. Deze presentatie probeert “het procesmatige” te belichten door middel<br />

van eigen ervaringen uit dit leeronderzoek. Waarom juist kiezen voor Houten?<br />

Hoe is ons project van de grond gekomen? Wat zijn belangrijke leermomenten geweest?<br />

Op welke manier zijn we met verrassingen en tegenslagen omgegaan? Waar<br />

staan we nu? Wat moet er nog gebeuren?<br />

Het zal duidelijk worden dat dit een proces is van trial-and-error, van vallen<br />

en opstaan. Dit wordt vaak over het hoofd gezien. Wij proberen het publiek verder te<br />

laten kijken dan de inhoud, dan het eindproduct. Juist omdat in ons geval het proces<br />

zo ontzettend leerzaam is geweest. Naar onze mening is het voorafgaande traject,<br />

het procesmatige gedeelte van het onderzoek, dan ook minstens zo belangrijk en<br />

misschien zelfs wel belangrijker dan het uiteindelijke product. Hierover zijn de meningen<br />

verdeeld; de eeuwige discussie tussen inhoud en proces.


21<br />

Zaal Ruppert D, 16:25 - 16:55<br />

Langs de lijn. Effecten van de Hanzelijn op mobiliteitspatronen<br />

in Dronten<br />

Nico Dogterom, Gert-Jan Hoeve & Niels van de Kamer<br />

Begeleider: Tom de Jong<br />

Het Nederlandse spoorwegennet wordt op dit moment uitgebreid met de Hanzelijn:<br />

een spoorlijn die Zwolle via Kampen en Dronten met Lelystad zal verbinden. Dronten<br />

is van deze plaatsen de enige die op dit moment nog geen station heeft. Het is echter<br />

nog maar de vraag in hoeverre de inwoners van dit dorp gebruik zullen gaan maken<br />

van deze spoorlijn.<br />

Een dure investering als de aanleg van een spoorlijn moet natuurlijk de investering<br />

waard zijn. Het geïnvesteerde geld moet wel terugverdiend worden en<br />

daarom gingen drie studenten op onderzoek uit om uit te zoeken in hoeverre de inwoners<br />

van Dronten van plan zijn om de Hanzelijn daadwerkelijk te gaan gebruiken.<br />

Daarbij kwamen ondermeer de volgende vragen aan de orde:<br />

Voor welke bestemmingen en welke doelen zal de lijn gebruikt gaan worden?<br />

Gaan mensen hun vervoermiddelkeuze wel heroverwegen of houden ze vast aan hun<br />

gewoonte? Zijn er verschillen tussen leeftijdsgroepen of inkomensgroepen in de mate<br />

waarin men verwacht van de spoorlijn gebruik te gaan maken?<br />

Door het afnemen van mondelinge enquêtes bij 150 personen in Dronten is<br />

geprobeerd om deze en andere vragen beantwoord te krijgen. Daarbij is eerst het<br />

huidige reisgedrag vastgelegd, om vervolgens de verwachte verandering te registreren,<br />

waardoor duidelijk werd in hoeverre er sprake zal zijn van een verandering in het<br />

reisgedrag. Het reisgedrag werd daarbij uitgesplitst in woon-werkverkeer en overig<br />

verkeer.<br />

Vooral bij het overig verkeer zijn er door de aanleg van de Hanzelijn grote<br />

verschuivingen in de vervoerswijzen te verwachten. Van de mensen in de steekproef<br />

gaf maar liefst 62,2% aan om de Hanzelijn te gaan gebruiken voor niet woonwerkverplaatsingen.<br />

De verschuivingen binnen de woon-werkverplaatsingen waren<br />

veel beperkter. Het ging hier om een percentage van 12,5%. Vooral comfort en de<br />

reistijdbetrouwbaarheid spelen hier een rol bij de vervoermiddelkeuze. Met de resultaten<br />

is vervolgens geprobeerd om enkele aanbevelingen te doen over de ruimtelijke<br />

inrichting van het stationsgebied en de frequentie waarmee treinen gedurende de<br />

gehele dag moeten rijden.


22<br />

Zaal Ruppert B, 16:25 - 16:55<br />

Na de studie blijven of vertrekken?<br />

Julie van der Hoeven, Anneloes van Leeuwen & Thomas Wagemaakers<br />

Begeleider: Leo Paul<br />

Greifswald loopt leeg. De afgelopen 15 jaar werden getekend door grote emigratiestromen.<br />

Met name jonge, initiatiefrijke vrouwen verlieten de stad, die is gelegen in<br />

het uiterste Noordoosten van Duitsland. Voor de toekomst is de afweging die hoogopgeleide<br />

jongeren maken tussen Greifswald en concurrerende regio’s uitermate<br />

van belang. Zullen ook zij vertrekken?<br />

Greifswald maakt deel uit van het Duitse Bundesland Mecklenburg-Vorpommern.<br />

De periode na de eenwording is in deze deelstaat over het algemeen rampzalig<br />

verlopen. De inkomensongelijkheid is gestegen, de levensverwachting is gedaald en<br />

de werkloosheid is opgelopen. Greifswald is gelegen in het meest perifere deel van<br />

het Bundesland. Na de omwenteling heeft de stad te kampen gehad met een flinke<br />

krimp van de bevolking en een sterke daling van de werkgelegenheid. Inmiddels lijkt<br />

Greifswald de weg naar boven weer gevonden te hebben. Sinds twee jaar kent de<br />

stad zelfs een positief migratiesaldo. Zal deze ontwikkeling zich doorzetten?<br />

Om een deel van deze vraag te kunnen beantwoorden is middels enquêtes<br />

onderzoek gedaan naar migratiewensen van studenten van de <strong>Universiteit</strong> van<br />

Greifswald. Doel is te weten te komen welke toekomstperspectieven deze kansrijke<br />

jongeren in Greifswald en in andere delen van het land zien. Uit de resultaten blijkt<br />

dat de scheidslijn tussen Oost- en West-Duitsland nog steeds uitermate van belang<br />

is voor de keuze waar zich na afronding van de opleiding te vestigen. Dit is opvallend<br />

aangezien een groot deel van de studenten zich de val van de muur niet eens<br />

kan herinneren. Interessant is ook welke regio’s aantrekkingskracht uitoefenen op de<br />

studenten, en welke niet. De resultaten van het onderzoek worden aangeboden aan<br />

de locale overheid in Greifswald.


23<br />

Zaal Ruppert 119, 16:25 - 16:55<br />

Verbondenheidgevoel Ghanese migranten in<br />

Nederland<br />

Hans Fast, Annemarie van de Vijsel, Anna de Vries & Mischa Dekker<br />

Begeleider: Annelet Broekhuijs<br />

In Nederland wonen ongeveer 20.000 mensen met een Ghanese oorsprong. Een<br />

groot deel hiervan houdt banden aan met zowel Ghana als Nederland. Aan de ene<br />

kant proberen mensen vast te houden aan gewoonten en ‘roots’ in Ghana, terwijl zij<br />

aan de andere kant binding zoeken met Nederland. In dit onderzoek wordt de wetenschappelijk<br />

omstreden kwestie van identiteit en verbondenheid nader bekeken.<br />

Of en hoe gevoelens van verbondenheid gemeten kunnen worden is zeer omstreden.<br />

Mensen identificeren zich met verschillende dingen en voelen zich op het ene<br />

moment meer met iets verbonden dan op het andere moment. Dit onderzoek dient<br />

dan ook deels als verkenning om de juiste methode te vinden om dit te meten.<br />

De kwestie of dit op een kwantitatieve manier kan speelt op de achtergrond.<br />

De hoofdvraag van dit onderzoek is in hoeverre Ghanese migranten zich<br />

verbonden voelen met Nederland, en in hoeverre met Ghana, en welke factoren van<br />

invloed zijn op dit gevoel van verbondenheid. Mensen kunnen zich met meerdere<br />

plekken, en met meerder groepen verbonden voelen. Daarom wordt in dit onderzoek<br />

niet gekeken wat ‘de identiteit’ is van Ghanese migranten. In navolging van Stets<br />

& Burke wordt daarom gesproken van verschillende manieren waarop mensen zich<br />

ergens mee identificeren (Stets & Burke, 2000). Omdat een persoon niet een enkele<br />

identiteit heeft, gaat een groter verbondenheidgevoel met Nederland niet ten koste<br />

van het gevoel van verbondenheid met Ghana: een persoon kan zich met meerdere<br />

plekken zeer verbonden voelen.<br />

Er wordt gekeken naar een aantal factoren die het verbondenheidgevoel van<br />

Ghanese migranten in Nederland beïnvloeden: het aantal jaren in Nederland; of de<br />

persoon zelf of zijn/haar ouders in Nederland geboren zijn; leeftijd; geslacht. Vaak<br />

voelen personen die langere tijd binding hebben met een plek (in dit geval een land:<br />

Ghana/Nederland) zich hier meer mee verbonden. Ook kan intensiever contact met<br />

(mensen in) een bepaalde omgeving dit gevoel van verbondenheid vergroten. Dit<br />

wordt onderzocht door Ghanezen bij Ghanese migrantenorganisaties te enquêteren.<br />

Het gevoel van verbondenheid met een bepaalde plek is zeer complex, en wordt zonder<br />

twijfel door iedere persoon anders ervaren. Het is zeer discutabel of een ingewikkeld<br />

idee als dit wel door kwantitatief onderzoek, waarin concessies moeten worden<br />

gedaan in de diepgang, gemeten kan worden.


24<br />

Zaal Ruppert C, 16:25 - 16:55<br />

Beelden van Oostenrijk en Zwitserland<br />

Jaap Sytsma, Nelleke de Jong & Maarten de Rijk<br />

Begeleider: Bouke van Gorp<br />

Komende maand vindt in Oostenrijk en Zwitserland het Europees Kampioenschap<br />

voetbal plaats. Maar waar gaat ‘ons’ Nederlands Elftal eigenlijk heen en wat weten we<br />

van die landen? Denken we alleen maar aan bergen en sneeuw of gaat de kennis van<br />

Nederlanders over de Alpenlanden verder? Een onderzoek biedt uitkomst.<br />

Voor de grote toeristische sector in deze landen is de organisatie van het<br />

EK voetbal een uitgelezen mogelijkheid om zich in de kijker te spelen. Het beeld dat<br />

potentiële gasten van de landen hebben is hierbij van groot belang. Met reclamecampagnes<br />

kan hier op worden ingespeeld.<br />

De beeldvorming is gemeten aan de hand van 184 enquêtes onder een groep<br />

Nederlanders tussen de 12 en 66 jaar. In de enquêtes is niet alleen naar associaties<br />

of opvattingen over de landen gevraagd, maar ook het ruimtelijke beeld en feitenkennis<br />

zijn gemeten. Het ruimtelijke beeld is getoetst door op een blinde kaart van<br />

de landen zoveel mogelijk markante punten in te laten tekenen, de feitenkennis over<br />

de landen aan de hand van een aantal stellingen.<br />

Het noemen van de associaties blijkt een stuk eenvoudiger te zijn dan het<br />

intekenen van de kaart. Bijna iedereen kon enkele associaties noemen, maar minder<br />

dan de helft van de respondenten tekende twee of meer kenmerken in de kaart. Dit<br />

gebeurde bovendien niet nauwkeurig. Zo was er een flinke variatie in de locatie van<br />

Bern en Wenen op de blinde kaarten. Directe ervaring met een land blijkt veel invloed<br />

te hebben op de feitenkennis, terwijl het beeld van de landen nauwelijks hierdoor<br />

beïnvloed wordt. Alle clichés kwamen veelvuldig voorbij: bergen, wintersport en natuurschoon.<br />

Veel verschil tussen de Alpenlanden konden de respondenten niet opnoemen.<br />

Wel lijken Oostenrijkers iets vaker als gastvrij en vriendelijk te worden gezien, maar<br />

als het aan Zwitserland ligt komt hier binnenkort waarschijnlijk verandering in…


25<br />

Zaal Ruppert C, 16:25 - 16:55<br />

De stedelijke nacht in kaart gebracht<br />

Derk Berends<br />

Begeleiders: Irina van Aalst & Tim Schwanen<br />

Uit onderzoeken naar angst in de openbare ruimte blijkt dat dit een zeer persoonlijke<br />

reactie is, veroorzaakt door zowel sociale als fysieke factoren van die ruimte. De<br />

aanwezigheid van andere individuen of groepen evenals het gedrag dat zij<br />

vertonen, kunnen gevoelens van angst oproepen. Ook de staat van de ruimte, de<br />

aanwezigheid van camera’s en het tijdstip kunnen invloed hebben op de beleving<br />

van mensen. Deze resultaten zijn vooral gevonden bij onderzoeken uitgevoerd in de<br />

Verenigde Staten. Echter, voor Nederland is er op dit vlak weinig bekend, één van de<br />

redenen voor dit onderzoek.<br />

De methodologie van dit onderzoek komt voort uit kritieken op eerdere<br />

onderzoeken. Angst is moeilijk te meten en het via interviews proberen blootleggen<br />

van deze angst stuitte veelal op problemen. Zo is het achteraf bespreken van voorvallen<br />

minder gewenst. Verder geven voornamelijk mannen niet graag toe angstig te<br />

zijn, deze terughoudendheid neemt toe in groepsverband of wanneer zij spreken met<br />

vrouwen. Vanuit de wetenschap is er daarom een grote roep naar andere<br />

methoden voor onderzoek naar angst. Dit onderzoek draagt bij aan deze zoektocht.<br />

In <strong>Utrecht</strong> is in de directe omgeving van de Catharijne Bioscoop (Hoog<br />

Catharijne) en de Camera/Studio Bioscoop (Oudegracht) een vergelijkend onderzoek<br />

gedaan naar het gedrag van de bezoekers en passanten. De nadruk lag hierbij op<br />

twee zaken: het inventariseren van de bezoekers (bijvoorbeeld op leeftijd en etniciteit)<br />

en het constateren van angstig gedrag (zoals vermijdend of juist<br />

confronterend gedrag). Om een antwoord te vinden op de vraag in hoeverre de<br />

ruimtelijke factoren hierin mee lijken te spelen zijn beide locaties eerst in kaart<br />

gebracht. Vervolgens is het ruimtelijk gedrag van de bezoekers en passanten op<br />

meerdere momenten op deze kaarten ingevuld.<br />

Deze kaarten gaven uiteindelijk een duidelijk beeld van waar bezoekers en<br />

passanten zich ophielden gedurende de avond en vroege nacht en hoe dit verschilde<br />

per locatie en groep.


26<br />

Achtergrondinformatie<br />

bij presentaties


27<br />

Undergraduate honours research project<br />

Participatie in een team van onderzoekers (incl. promovendi en graduate students)<br />

van een van de onderzoeksinstituten. Afronding met een concreet product. Doel is<br />

extra scholing.<br />

Honours leeronderzoek<br />

Empirisch-analytisch onderzoek (regulier studieonderdeel), waarbij de eisen aan<br />

theoretisch kader en conceptueel model, werkproces, eigen initiatief en niveau van<br />

reflectie hoger zijn dan in de reguliere opleiding. Instapeis: kennis van methoden<br />

en technieken.<br />

Honours thesis<br />

De studenten schrijven een honours thesis, waaraan in theoretische en methodologische<br />

zin en wat betreft academische vaardigheden aanzienlijk hogere eisen<br />

worden gesteld dan aan een reguliere bachelorthesis. Extra aandacht voor ethische<br />

en interdisciplinaire kwesties.<br />

Socratische Workshops<br />

De Socratische Workshops (honours seminar) vormen de rode draad van het honours<br />

programma. Alle honours studenten komen hiervoor minstens 2 jaar eens<br />

in de 2/3 weken een middag bij elkaar. De reeks richt zich op integraal onderwijs,<br />

dat gericht is op een integratie tussen academische groei (inhoud, onderzoek en<br />

vaardigheden), persoonlijke ontwikkeling en professionele ambitie, waarbij leiderschap<br />

en verantwoordelijkheid essentiële leerdoelen zijn. Discussie over bètagamma<br />

overstijgende geothema’s, Geo-ondernemen, kennisshots ontwikkelen,<br />

netwerken, lezingen, excursies en sociale activiteiten vormen onderdeel van deze<br />

workshops. Abstracts leren schrijven krijgt eveneens aandacht binnen de Socratische<br />

Workshops. Elke student heeft op haar/zijn abstract van drie docenten<br />

feedback gekregen om vervolgens de abstract te herschrijven. De resultaten zijn<br />

in deze brochure opgenomen. Ook de Honours Conferentie 2008 Een Geografisch<br />

Spectrum en deze (digitale) brochure zijn produkten van de Socratische Workshops.<br />

De honours studenten presenteren tijdens de Honours Conferentie 2008<br />

over één van hun honours projecten van het afgelopen academische jaar.


28<br />

Register


29<br />

Naam Sessie Zaal<br />

Anna de Vries 3 Ruppert 119<br />

Anne Blok 2 B<br />

Anneke Kuiken 1 C<br />

Anneloes van Leeuwen 3 B<br />

Annemarie van de Vijsel 3 119<br />

Caroline Schneider 2 B<br />

Chantal Groothengel 1 D<br />

Daan Pastoor 2 C<br />

Derk Berends 3 C<br />

Eefje van Esch 2 D<br />

Emiel Maliepaard 1 B<br />

Evelien de Groot 1 C<br />

Freeke Gerritsen 1 D<br />

Gert-Jan Hoeve 3 D<br />

Hans Fast 3 119<br />

Jaap Sytsma 3 C<br />

Joeri Nortier 2 119<br />

Julie van der Hoeven 3 B<br />

Maarten de Rijk 3 C<br />

Marc van Eimeren 2 119<br />

Michiel van Erdewijk 1 119<br />

Mischa Dekker 2 B<br />

Nelleke de Jong 3 C<br />

Nico Dogterom 3 D<br />

Niels van de Kamer 3 D<br />

Niels van der Kleij 2 D<br />

Patrick Witte 2 C<br />

Pleun van Dinter 2 C<br />

Ronny Denkers 1 119<br />

Roos Saalbrink 1 B<br />

Sophie Kuypers 1 C<br />

Thomas Wagemaakers 3 B


30<br />

Samengesteld door: Joeri Nortier & Gert-Jan Hoeve

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!