Beleidsregels planschadeafwenteling bij omgevingsvergunningen
Beleidsregels planschadeafwenteling bij omgevingsvergunningen
Beleidsregels planschadeafwenteling bij omgevingsvergunningen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONTWERP 3 januari 2013<br />
<strong>Beleidsregels</strong> <strong>planschadeafwenteling</strong> <strong>bij</strong> <strong>omgevingsvergunningen</strong><br />
1a. In alle gevallen waarin een omgevingsvergunning is aangevraagd waaraan slechts medewerking<br />
kan worden verleend door middel van een planologische afwijking van het bestemmingsplan,<br />
wordt voorafgaande aan het verlenen van deze afwijking een planschade-overeenkomst tussen<br />
de verzoeker en de gemeente verlangd.<br />
1b. Geen planschade-overeenkomst zal worden verlangd in de situaties dat de medewerking aan<br />
de vergunningaanvraag kan worden verleend op basis van een in het geldende<br />
bestemmingsplan opgenomen afwijkmogelijkheid (binnenplanse afwijkprocedure).<br />
2. Het onder 1a bepaalde geldt niet voor:<br />
a. aanvragen voor een omgevingsvergunning met betrekking tot de realisatie van het project<br />
De Volgerlanden, ingediend door private samenwerkingspartners die een<br />
samenwerkingsovereenkomst (SOK) met de gemeente zijn aangegaan.<br />
b. aanvragen voor een omgevingsvergunning ingediend door een individuele koper van vrijesectorkavel<br />
in De Volgerlanden voor de bouw van een vrijstaande woning (al dan niet met<br />
<strong>bij</strong>behorende aan- en/of <strong>bij</strong>gebouwen), ingeval deze aanvraag wel in overeenstemming is<br />
met een concept- of ontwerp-uitwerkingsplan op grond van de Wet ruimtelijke ordening,<br />
maar dat plan de vereiste wettelijke procedure niet of niet geheel heeft doorlopen.<br />
De onder 2.b genoemde uitzonderingsregel geldt tot het moment waarop de daar genoemde<br />
omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaande woning (al dan niet met <strong>bij</strong>behorende<br />
aan- en/of <strong>bij</strong>gebouwen) onherroepelijk van kracht is geworden. Voor aanvragen<br />
omgevingsvergunning die na dat tijdstip worden ingediend is het bepaalde onder 1 onverkort<br />
van toepassing.<br />
c. aanvragen voor een omgevingsvergunning voor reclames.<br />
3. Indien in een geval als bedoeld onder 1a geen planschade-overeenkomst door de verzoeker<br />
wordt ondertekend, wordt de gevraagde afwijking niet toegestaan omdat de financiële<br />
haalbaarheid in dat geval niet is verzekerd.<br />
4. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet<br />
bestuursrecht in onvoorziene/<strong>bij</strong>zondere omstandigheden gemotiveerd afwijken van het<br />
bepaalde onder 1, 2 en 3.<br />
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders,<br />
De secretaris,<br />
De burgemeester,<br />
ONTWERP 3 januari 2013 1
Toelichting op de <strong>Beleidsregels</strong> <strong>planschadeafwenteling</strong> <strong>bij</strong> <strong>omgevingsvergunningen</strong><br />
1. Inleiding<br />
De hoofdregel is uiteraard dat een omgevingsvergunning alleen wordt verleend als de aanvraag voor<br />
die vergunning past in de regels van het bestemmingsplan. De wet maakt het echter mogelijk om<br />
met een speciale procedure (afwijkmogelijkheid) in sommige gevallen ook medewerking te verlenen<br />
als burgemeester en wethouders dat na een afweging van de betrokken belangen verantwoord<br />
vinden. Daar moet dan een wettelijke basis voor zijn. Soms is die basis te vinden in het geldende<br />
bestemmingsplan (de zogeheten binnenplanse afwijkmogelijkheid). Soms komt het voor dat<br />
<strong>omgevingsvergunningen</strong> worden verleend met gebruikmaking van wettelijke afwijkingsbepalingen<br />
die niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen (de zogeheten buitenplanse afwijkmogelijkheid).<br />
In alle gevallen waar<strong>bij</strong> een omgevingsvergunning wordt verleend met gebruikmaking van een<br />
dergelijke planologische afwijkmogelijkheid, kan dat eventueel aanleiding zijn voor planschade.<br />
Wanneer het financiële risico van deze planschade niet voorafgaand aan het toestaan van de<br />
planologische afwijkingen op de verzoekers van een omgevingsvergunning worden afgewenteld,<br />
komt deze voor rekening van de gemeente. De gemeente kiest er voor om dat financiële risico niet<br />
ten laste van de gemeenschapsgelden te nemen, want binnen de gemeentebegroting is daarvoor<br />
geen geld beschikbaar. Daarom gaat de gemeente dat risico ten laste van de aanvrager van de<br />
omgevingsvergunning brengen die immers zelf kiest voor een plan dat niet binnen de regels van het<br />
bestemmingsplan past en waaraan op grond van een afweging van belangen het college van<br />
burgemeester en wethouders toch bereid is om de vergunningprocedure te starten<br />
(afwijkprocedure). De gemeente brengt het financiële risico via een overeenkomst ten laste van die<br />
vergunningvrager.<br />
Een uitzondering op deze hoofdregel is gemaakt voor die gevallen waarin het geldende<br />
bestemmingsplan een expliciete bepaling bevat waarin is bepaald dat burgemeester en wethouder in<br />
voorkomende gevallen van de regels van het bestemmingsplan kunnen afwijken (binnenplanse<br />
afwijkmogelijkheid). De achtergrond van die uitzonderingsregel is dat de gemeenteraad <strong>bij</strong> de<br />
vaststelling van het bestemmingsplan immers al heeft gekozen om vanwege een bepaalde mate van<br />
flexibiliteit bepaalde afwijkingen van de regels nadrukkelijk in beginsel mogelijk te maken. Dat is<br />
een element dat in het kader van de bestemmingsplanprocedure voor iedereen kenbaar was en<br />
waartegen kon worden geageerd tijdens de planprocedure.<br />
2. Wettelijk kader<br />
Artikel 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening geeft de gemeente de mogelijkheid om het risico van<br />
planschade van afwijkprocedures af te wentelen op de veroorzaker (de aanvrager van de<br />
omgevingsvergunning). Overigens zal zeker niet elk afwijkingsbesluit leiden tot een claim en zeker<br />
niet elke claim zal leiden tot uitbetaling van planschade. De wet voorziet namelijk in een ‘eigen<br />
risico’ van 2% van de waarde van het onroerend goed van degene die planschade claimt. Voor veel<br />
afwijkprocedures zal in de praktijk deze 2%-grens niet worden overschreden.<br />
De kans dat afwijkingen voor <strong>omgevingsvergunningen</strong> voor kleine bouwplannen daadwerkelijk<br />
leiden tot uit te keren planschade is niet groot, maar het is ook niet uit te sluiten. Om het risico<br />
voor de gemeente volledig uit te sluiten is daarom een planschade-overeenkomst nodig in alle<br />
gevallen waarin een omgevingsvergunning wordt gevraagd die slechts kan worden verleend door<br />
middel van een (buitenplanse) planologische afwijking van het bestemmingsplan.<br />
Bij de afhandeling van een claim worden de regels in acht genomen uit de gemeentelijke<br />
‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Hendrik-Ido-<br />
Ambacht’.<br />
3. Realisatie project De Volgerlanden<br />
Een uitzondering dient te worden gemaakt voor de private samenwerkingspartners die in het kader<br />
van hun rol <strong>bij</strong> de realisatie van het project De Volgerlanden afspraken met de gemeente hebben<br />
gemaakt. Deze afspraken zijn neergelegd in zogeheten ‘samenwerkingsovereenkomsten’ die de<br />
gemeente (over het algemeen in de jaren ’90) met vele private samenwerkingspartners is aangegaan.<br />
In die overeenkomsten zijn uitgebreide afspraken verwoord, maar het verhalen van eventuele<br />
ONTWERP 3 januari 2013 2
planschade – wat ook in die tijd juridisch gezien wel mogelijk zou zijn geweest – is daarbuiten<br />
gelaten. Dit als onderdeel van het totaalpakket aan afspraken dat in de onderhandelingen met deze<br />
partners is overeengekomen. De nieuwe beleidsregels moeten voor deze private<br />
samenwerkingspartners thans buiten toepassing worden gelaten, omdat het wel toepassen daarvan<br />
materieel zou neerkomen op eenzijdige aanpassing van die samenwerkingsovereenkomsten en dat is<br />
wettelijk gezien niet mogelijk (omdat overeenkomsten immers slechts met wederzijds goedvinden<br />
kunnen worden aangepast).<br />
Een andere uitzondering dient te worden gemaakt voor individuele kopers van vrije-sectorkavels in<br />
De Volgerlanden als zij een aanvraag omgevingsvergunning indienen voor de bouw van een<br />
vrijstaande woning (al dan niet met <strong>bij</strong>behorende aan- en/of <strong>bij</strong>gebouwen) en deze aanvraag wel in<br />
overeenstemming is met een concept- of ontwerp-uitwerkingsplan op grond van de Wet ruimtelijke<br />
ordening, maar dat plan de vereiste wettelijke procedure niet of niet geheel heeft doorlopen. Onder<br />
die omstandigheden is de verlening van een omgevingsvergunning gebonden aan de gebruikmaking<br />
van een planologische afwijkmogelijkheid. Het ligt echter voor de hand om het planschaderisico in<br />
dat geval niet op de koper/vergunningvrager af te wentelen, omdat de gemeente immers de grond<br />
verkoopt met oogmerk daarop (via particulier opdrachtgeverschap) te bouwen overeenkomstig het<br />
concept- of ontwerp-uitwerkingsplan.<br />
Deze uitzonderingsregel heeft beperkt karakter. Deze uitzondering geldt namelijk niet voor latere<br />
aanvragen voor <strong>omgevingsvergunningen</strong>, namelijk eventuele nieuwe aanvragen die worden<br />
ingediend nádat de vergunning voor de bouw van de woning onherroepelijk is geworden. Daarvoor<br />
geldt dat afwenteling van het financiële risico van planschade wél zal plaatsvinden als er sprake is<br />
van een vergunningaanvraag waaraan slechts medewerking kan worden verleend door middel van<br />
een planologische afwijking van het bestemmingsplan.<br />
Het gevolg hiervan is dat eventuele planschade in verband met projecten van deze private<br />
samenwerkingspartners en in verband met de realisatie van woningen op vrije-sectorkavels (via<br />
particulier opdrachtgeverschap) ten laste van de grondexploitatie De Volgerlanden komen, zoals dat<br />
in de afgelopen jaren ook al het geval was.<br />
3. Onderbouwing afwenteling van planschade <strong>bij</strong> <strong>omgevingsvergunningen</strong><br />
De gemeente heeft geen financiële middelen binnen de begroting beschikbaar om uitkeringen van<br />
planschade als gevolg van omgevingsvergunning (met een planologische afwijking van het<br />
bestemmingsplan) te dekken. Zonder planschade-overeenkomst is de planschade binnen de<br />
gemeentelijke begroting dus niet gedekt en daardoor is de afwijkingsprocedure in die gevallen<br />
financieel niet haalbaar. Dat is de reden om de gevraagde planologische afwijking in het kader van<br />
de procedure voor een omgevingsvergunning niet toe te staan, wanneer er geen planschadeovereenkomst<br />
wordt gesloten. Ondertekening van de planschade-overeenkomst betekent overigens<br />
niet dat vervolgens zonder meer de omgevingsvergunning wordt verleend. Er kunnen andere<br />
redenen zijn om deze vergunning te weigeren en ook bezwaar- of beroepsprocedure kunnen er toe<br />
leiden dat een vergunning niet in stand kan blijven. In die omstandigheden verliest de planschadeovereenkomst<br />
zijn werking.<br />
Als een aanvrager van een omgevingsvergunning meer of anders wil bouwen dan het geldende<br />
bestemmingsplan toelaat en dus een beroep doet op de (buitenplanse) planologische<br />
afwijkmogelijkheid, dan is het redelijk dat betrokkene daarvoor ook het financiële risico draagt.<br />
4. Risico voor de aanvrager van een omgevingsvergunning<br />
De indiener van een aanvraag omgevingsvergunning (die alleen met een buitenplanse<br />
afwijkmogelijkheid kan worden verleend) accepteert <strong>bij</strong> het ondertekenen van een planschadeovereenkomst<br />
een zeker risico. Deze vergunningvrager kan de financiële gevolgen moeilijk<br />
inschatten. Het is namelijk niet bekend of er schadeclaims zullen worden ingediend, ook niet of die<br />
claims – na het voorgeschreven advies van een externe deskundige – al dan niet moeten worden<br />
toegewezen en ook niet wat de hoogte van een uitkering naar aanleiding van een claim zou kunnen<br />
zijn. Bovendien maakt de wet het mogelijk dat claims tot 5 jaar na het verlenen van de<br />
omgevingsvergunning kunnen worden ingediend. De indiener van een aanvraag<br />
omgevingsvergunning kan – zo betrokkene dat wil – wel meer inzicht voor zichzelf verkrijgen door<br />
ONTWERP 3 januari 2013 3
op eigen initiatief en voor eigen rekening een planschaderisico-analyse te laten maken door een<br />
deskundige.<br />
5. <strong>Beleidsregels</strong><br />
De beleidsregels worden vastgesteld vanwege het financiële risico dat de gemeente loopt als<br />
<strong>omgevingsvergunningen</strong> met toepassing van een afwijkmogelijkheid worden verleend, zonder dat<br />
een planschade-overeenkomst is afgesloten. De kern van de beleidsregels houdt in, dat in alle<br />
gevallen een planschade-overeenkomst wordt verlangd als er sprake is van een aanvraag voor een<br />
omgevingsvergunning die slechts kan worden ingewilligd door middel van een buitenplanse<br />
planologische afwijking van het bestemmingsplan.<br />
**********************<br />
ONTWERP 3 januari 2013 4