27.01.2014 Views

PDF, 3.58MB - Impact

PDF, 3.58MB - Impact

PDF, 3.58MB - Impact

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

SPECIALE<br />

UITGAVE<br />

De De Sirene Sirene


VOORWOORD<br />

Als je als redactielid voor het personeelsblad wordt gevraagd, heb je een bepaalde voorstelling van hetgeen er van<br />

je wordt verwacht. Het verzamelen van kopij, het enthousiasmeren van (ex) personeelsleden om bijdragen te<br />

leveren, het bewaken van het evenwicht tussen het zakelijke en het vermakelijke van de inhoud van het blad en<br />

het vormgeven aan het blad. Bezigheden die weliswaar niet altijd van een leien dakje gaan, maar in het algemeen<br />

wel weer tot voldoening leiden op het moment dat er weer een goed gevuld en fraai vormgegeven exemplaar van<br />

De Sirene op de deurmat valt. Hoe anders kan het gaan als je als redactie van de ene op de andere dag geconfronteerd<br />

wordt met een dramatische gebeurtenis als die van zondagavond 23 maart 2003. De boodschap dat drie<br />

collega’s - trouwe lezers van ons blad - er door een tragische gebeurtenis niet meer zijn slaat, evenals bij vele<br />

anderen, met een verwoestende kracht in bij de redactie van De Sirene.<br />

Het dagelijkse gebeuren lijkt plots niet belangrijk meer. Ook bij onze redactie overheerst in eerste instantie het<br />

gevoel van verwerken van het verlies en het uiteindelijk werken aan de terugkeer naar het ‘gewone leven’. Het<br />

uitbrengen van De Sirene lijkt op zo’n moment bijzaak en een kwestie van lage prioriteit. Gelukkig overheerst<br />

niet alleen het gevoel van verdriet en gelatenheid, want al snel komen wij, mede op suggestie van het op dat<br />

moment opererende Begrafenis Bijstands Team, tot het besef dat er voor ons als redactie wel degelijk een belangrijke<br />

en omvangrijke taak binnen het verwerkingsproces is weggelegd. Mede op basis van ervaringen elders<br />

(Enschede/Harderwijk) wordt, in overleg met de voor de afhandeling van het ongeval in het leven geroepen projectorganisatie<br />

Kloppersingel, al snel besloten tot het uitbrengen van een speciale uitgave van De Sirene.<br />

2<br />

Bij de eerste redactievergadering in april 2003 heeft de redactie direct een aantal uitgangspunten voor de speciale<br />

uitgave geformuleerd. Mogelijke bijdragen worden geïnventariseerd en er wordt een plan van aanpak met een<br />

tijdpad opgesteld met als geplande verschijningsdatum eind augustus/begin september 2003. In de weken daarna<br />

zijn alle, in welk opzicht dan ook, bij het incident betrokken functionarissen en instanties gericht benaderd<br />

voor een (tekst)bijdrage. Ook zijn de families van de omgekomen collega’s en het personeel van de sector<br />

Brandweer & Ambulance/HulpverleningsDienst Kennemerland in de gelegenheid gesteld bijdragen te leveren.<br />

Dit alles naast hetgeen er reeds aan bijdragen van de uitvaartplechtigheden en de massaal binnengekomen<br />

reacties uit binnen- en buitenland beschikbaar was.<br />

De hoeveelheid ontvangen bijdragen is overweldigend te noemen. De inhoud van de bijdragen is indrukwekkend<br />

en doorspekt van emoties en medeleven. Bij het lezen en screenen van de bijdragen wordt ons als redactie nogmaals<br />

duidelijk wat de impact van een dergelijke gebeurtenis is op zowel de organisatie als de maatschappij en<br />

wat de waarde van de speciale editie binnen het gehele verwerkingsproces voor alle betrokkenen kan zijn.<br />

Het resultaat is een Sirene die in velerlei opzichten een imponerende uitgave mag worden genoemd. De redactie<br />

spreekt, mede namens de directie en de projectorganisatie Kloppersingel, haar dank uit aan hen die een bijdrage<br />

aan deze speciale uitgave hebben verleend. Wij hebben het samenstellen en uitbrengen van deze speciale Sirene<br />

als een dankbare en eervolle taak gezien en wensen de families van Renz, Douwe en Ben alsmede onze collega’s<br />

alle sterkte toe om deze dramatische gebeurtenis te verwerken.<br />

De redactie<br />

Lisa Dempsey<br />

Toos Wilson<br />

Ronald Sneekes<br />

Freek Kersten<br />

Rob van Kesteren<br />

Rinus van der Peijl<br />

Fred Loozekoot<br />

Erik Groot


BLIJVENDE WONDEN<br />

Het ergste dat een brandweerkorps kan overkomen, gebeurde op de avond van 23 maart 2003, aan de Kloppersingel<br />

in onze stad. Drie gezinnen verloren hun echtgenoot en vader, drie families verloren een zoon en broer. Ons brandweerkorps<br />

verloor drie gewaardeerde collega's en kameraden. Het korps was verslagen.<br />

De dramatische gebeurtenis leidde ook tot een nieuwe<br />

kracht. Gesteund door een enorme stroom van tekenen<br />

van medeleven uit Haarlem en uit Brandweer Nederland,<br />

ontstond er een sterke beweging van troost, steun en<br />

bijstand. Bestemd voor de nabestaanden, maar ook<br />

onderling in en om de kazerne.<br />

Dit kon het verlies natuurlijk niet goed maken, maar<br />

het liet de kracht en het karakter van de brandweer<br />

zien.<br />

Daardoor werden de drie begrafenisplechtigheden<br />

indrukwekkend. Bijeenkomsten waarin zowel de menselijke<br />

als de brandweerkant goed tot hun recht kwamen.<br />

De wonden zullen blijven.<br />

Ik spreek mijn respect en dank uit voor al diegenen die<br />

geholpen hebben de pijn te verzachten.<br />

mr. J.J.H. Pop<br />

burgemeester Haarlem<br />

3<br />

Foto: Arno de Kock


ONTREDDERING BIJ<br />

BRANDWEER HAARLEM<br />

HOE HEEFT DIT KUNNEN GEBEUREN?<br />

4<br />

Een mooie zonnige zondag. De laatste dag<br />

van het RCvD-piket (Regionaal Commandant<br />

van Dienst). ’s Avonds om ca. 21.30<br />

uur een alarmering via de callmaxer, ter<br />

kennisname aan de RCvD: een grote<br />

brand in de Koningkerk. Aanwezigheid ter<br />

plaatse is niet nodig. Dan een uur later<br />

een tweede alarmering en het verzoek om,<br />

conform de uitrukprocedure, ter plaatse te<br />

gaan vanwege gewonden eigen personeel.<br />

Bij aankomst een imposant fel oranjerood<br />

gekleurde hemel. Op een opmerking naar<br />

de chauffeur van een tankautospuit het<br />

antwoord: ”dat we er één kwijt zijn”. In<br />

de verbindingscommandowagen strakke<br />

gezichten en dan de onheilstijding dat er<br />

tenminste één, maar waarschijnlijk wel<br />

meerdere dodelijke slachtoffers onder het<br />

eigen personeel zijn. Op dat moment realiseer<br />

je je nog niet dat hetgeen waarvan je<br />

had gehoopt het nooit te hoeven meemaken<br />

werkelijkheid is geworden. In de<br />

dagen daarna besef je ook dat het bij<br />

brandweer Haarlem nooit meer hetzelfde<br />

zal zijn. Weer later komen de ‘als’ vragen.<br />

Als ik onmiddellijk ter plaatse zou zijn<br />

gegaan had het dan anders gelopen? Het<br />

antwoord komt nooit. Wel weet ik zeker<br />

dat 23 maart 2003 en de namen van de<br />

omgekomen collega’s nooit meer uit mijn<br />

geheugen zullen verdwijnen.<br />

Cor Haver, Brandweer Haarlem<br />

Foto: Arno de Kock<br />

Het is vlak na 21.00 uur ’s avonds, 23 maart 2003 als de<br />

brandweer gewaarschuwd wordt voor een binnenbrand bij de<br />

Koningkerk aan de Kloppersingel. De beroepsbezetting rukt<br />

uit met tankautospuit en autoladder vanaf de Zijlweg. Ook<br />

de vrijwilligers worden gealarmeerd en gaan voor herbezetting<br />

naar de kazerne. Terwijl de ploeg onderweg is naar de<br />

Koningkerk wordt gemeld dat er misschien slachtoffers zijn.<br />

Al snel blijkt dat de brand zich heel snel ontwikkelt en er<br />

komt veel rook vrij. Er moet opgeschaald worden; de bevelvoerder<br />

geeft ‘middelbrand’ door. Er komt meer materieel en<br />

menskracht ter plaatse: collega’s gaan rijden met de ademluchtcontainer<br />

en verbindingscommandowagen. Ook de<br />

tweede tankautospuit met de vrijwilligers van de Zijlweg, die<br />

voor herbezetting op de kazerne waren, gaat rijden. Douwe is<br />

bevelvoerder van deze tweede tankautospuit.<br />

Opschalen naar grote brand<br />

De ploegen van beide tankautospuiten doen een binnenaanval.<br />

Pas later wordt duidelijk dat de koster en zijn familie niet<br />

in het gebouw zijn. Er is opluchting want er zijn geen slachtoffers.<br />

De brand blijft zich snel en hevig ontwikkelen zodat<br />

er inmiddels sprake is van een ‘grote brand’. Dit heeft de<br />

nodige gevolgen omdat een verhoogde inzet van materieel en<br />

menskracht nodig is. Collega’s van Post Oost, die voor herbezetting<br />

naar de Zijlweg zijn gegaan, rukken uit met een<br />

derde tankautospuit naar de Kloppersingel. Vlak daarna vertrekken<br />

een busje en dompelpomp. Ben en Renz gaan ook mee.<br />

Bij de Koningkerk is de binnenaanval inmiddels beëindigd.<br />

De brand wordt nu alleen van buitenaf bestreden. Het vuur<br />

wordt ook zichtbaar door de glas-in-loodramen. Er wordt nog<br />

geprobeerd de brand via deze ramen te blussen, wat niet lukt.<br />

Tijdens de inzet wordt de rookontwikkeling heel hevig zodat<br />

een tankautospuit en ladder verplaatst moeten worden. Vlak<br />

daarna komt de brand door het dak naar buiten. De toren<br />

staat binnen de kortste keren ook in de brand en stort zo’n 10<br />

minuten later in. Inmiddels wordt de dompelpomp gereed<br />

gemaakt om ingezet te worden. Dit wordt bemoeilijkt door<br />

de hoeveelheid slangen van andere voertuigen die overal over<br />

de weg liggen en de doorgang versperren. De grote (150 mm)<br />

slangen van de dompelpomp worden handmatig geplaatst en<br />

waar nodig, verlegd.<br />

De muur valt<br />

Tijdens deze werkzaamheden wordt de situatie ernstiger. Het<br />

gevaar van het instorten van één of meerdere muren ontstaat.<br />

Dit wordt ook regelmatig geroepen naar en onder elkaar. De<br />

uitslaande brand veroorzaakt ook veel vliegvuur. Hierdoor<br />

ontstaan nevenbranden bij huizen en schuren in de directe<br />

omgeving. Op het moment dat de situatie verslechtert, zijn


Ben, Renz en Douwe bezig met de slangen van de dompelpomp.<br />

Dan valt een muur van de Koningkerk. De muur komt<br />

in één klap naar beneden en binnen een aantal seconden is de<br />

grond bezaaid met brandende brokstukken.<br />

Één van de brandweerlieden heeft gezien dat er twee collega’s<br />

liepen op de plek waar de brokstukken terechtgekomen zijn.<br />

Er wordt ook geroepen ‘er liggen mensen onder’. De twijfels<br />

en vraagtekens komen op. Hoe kon dit nou gebeuren? Het<br />

gebied was toch afgezet? De eerste constatering: ‘we zijn er<br />

twee kwijt’. ‘Nee’ klinkt het stellig ‘het gaat om drie personen’.<br />

De verwarring is groot.<br />

Vrees wordt waarheid<br />

De ploeg gaat zoeken tussen de brokstukken. Als eerste<br />

wordt Douwe gevonden. Douwe wordt herkend aan de rode<br />

band op zijn helm. Een teken van zijn bevelvoerdersfunctie.<br />

Een collega roept ‘Douwe….’. Het blijft vervolgens stil. De<br />

ploegleden beseffen dat zij niets meer voor Douwe kunnen<br />

doen en gaan op zoek naar hun tweede collega. Er leeft nog<br />

hoop… misschien dat zij op tijd zijn.<br />

Na tien minuten zoeken, roept iemand van de ploeg ‘ik zie<br />

een gele jas’. De ploeg neemt aan dat het tweede slachtoffer<br />

Ben is omdat hij al vermist werd.<br />

Één collega blijft volhouden dat een derde persoon vermist<br />

wordt. Het zoeken begint opnieuw en als de ploegleden<br />

geteld worden, ontstaat er onduidelijkheid over Renz. Was hij<br />

wel of niet gesignaleerd bij de dompelpomp? Collega’s van<br />

andere korpsen zetten de zoektocht voort. Minuten zijn voor<br />

het gevoel uren. Er is ook geen zicht op waar een derde<br />

slachtoffer kan liggen. Na lang wachten wordt het derde<br />

slachtoffer gevonden door collega’s van een ander korps.<br />

Zodra dit bekend wordt bij de Haarlemse collega’s gaan ze<br />

naar de plek toe. Door herkenningstekens en het zien van<br />

bepaalde kledingstukken wordt het duidelijk dat het echt om<br />

Ben en Renz gaat.<br />

Waarom?<br />

Brandweer Haarlem is drie collega’s kwijtgeraakt. De verslagenheid<br />

is tastbaar. Vragen spelen door de hoofden van de<br />

ploegleden. Waarom? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Drie<br />

ervaren brandweermannen. Het had ons ook kunnen overkomen……<br />

Een tweede muur valt en er raakt wat materieel bedolven.<br />

Gelukkig geen slachtoffers. Opluchting daarover wordt weer<br />

opgevolgd door een machteloos gevoel en steeds weer de<br />

vraag ‘hoe heeft het kunnen gebeuren?’. Op bepaalde vragen<br />

zullen we nooit een antwoord krijgen.<br />

Uitgerukt om 22.00 uur met de 586. In<br />

Haarlem was het een complete chaos.<br />

Afleggen Kloppersingel en water verzorgen<br />

bij het kosterhuis in de Zöcherstraat.<br />

Onmogelijk door ramptoerisme. Melding<br />

gehoord over vermissing personeel, het kippenvel<br />

zat dik op onze armen. Gebeld naar<br />

huis. Als er twee auto’s van een begrafenisonderneming<br />

voorbij komen, staan wij bij<br />

elkaar. Wat een afschuwelijke nacht.<br />

Tijdens de verdere werkzaamheden is de<br />

broederschap tussen alle korpsen enorm.<br />

Toch ben ik blij dat wij rond half 5.30 uur<br />

weer terug zijn op de kazerne. Thuisgekomen<br />

bij mijn nog slapende kinderen<br />

breek ik. Dankbaar dat ik veilig thuis ben.<br />

Deze nacht zal ik nooit meer vergeten.<br />

Irma Schoolmeester<br />

Brandweer Beverwijk<br />

Foto: Theo Kelderman<br />

5


6<br />

Telkens weer<br />

Zondagavond 23 maart 2003, mijn eerste<br />

week als Regionaal Hoofdofficier van<br />

Dienst zit er bijna op. Groot alarm in<br />

Haarlem, een kerkgebouw staat in brand.<br />

Aanrijdend via het Spaarne; een hevig vuur,<br />

je slikt een keer, m’n hart slaat een keer<br />

over.<br />

In de commandocontainer de eerste ontmoeting<br />

met brandweercollega’s. Het is<br />

stil, ze kijken zo anders, wezenloos,<br />

vreemd. "Eigen personeel bij betrokken<br />

………..", wordt geantwoord.<br />

Drie maanden verder en drie keer ingezet<br />

waarbij:<br />

● je toch telkens weer terugdenkt aan die<br />

eerste keer, 23 maart 2003;<br />

● je telkens weer ter plaatse dezelfde<br />

collega’s tegenkomt;<br />

● je telkens weer een herkenning van<br />

hun stemmen ervaart;<br />

● je telkens weer de herinneringen krijgt;<br />

● je telkens weer realiseert dat Douwe,<br />

Renz en Ben onuitwisbaar in je geheugen<br />

staan.<br />

Martin Rensen, juni 2003<br />

Brandweer Beverwijk<br />

De ploegleden bellen naar huis. Verdrietig door het verlies<br />

maar blij dat ze hun familie kunnen laten weten dat ze van<br />

ze houden. Gezamenlijk gaat de ploeg op zoek naar antwoorden<br />

voor wat er gebeurd is. Het verdriet delen met elkaar, je<br />

begrijpt wat je ploeggenoten doormaken, maar ook met andere<br />

collega’s. Brandweer Haarlem vindt een gemeenschappelijke<br />

deler. Het verdriet dat er heerst en de verbondenheid die<br />

hierdoor ontstaat. Collega’s hebben aan één woord genoeg en<br />

er is begrip en saamhorigheid.<br />

En weer verder<br />

Enkele weken later reageert de ploeg op een melding: automatische<br />

brandmelder bij de Grote Kerk. Het gevoel van ‘het<br />

zal toch niet’ bekruipt een aantal ploegleden. Het is niet zo<br />

moeilijk om het beeld van de omvallende muur weer voor je<br />

te zien. Toch maakt het de ploegleden scherper en sterker. Ze<br />

weten waar ze voor staan. Desondanks blijft de Kloppersingel<br />

altijd door het hoofd spoken, op de meest gekke momenten.<br />

Één ding is zeker: dit wordt nooit vergeten!<br />

Ben, Douwe en Renz, er zijn geen woorden die het gevoel<br />

kunnen beschrijven. Misschien dat wij ons kunnen vasthouden<br />

aan de woorden in de krant die op treffende wijze het<br />

gevoel aangeven: ‘Hier past slechts diep respect’. We moeten<br />

weer verder maar zullen jullie nooit vergeten!<br />

Foto: United Photos de Boer


"We said goodbye to dear old friends<br />

the moon fell over our heads<br />

feeling sad<br />

it’s the only way…."<br />

( Phil Collins-1985)<br />

Woorden schieten te kort<br />

Er valt niets te zeggen<br />

Iedereen weet waar het over gaat<br />

Ze zijn er niet meer<br />

Het is niet eerlijk……<br />

Een zwarte dag voor de brandweer<br />

De dag begon zo mooi met het vieren van de verjaardag<br />

van mijn schoondochter in Heerenveen.<br />

Bijtijds weggegaan om niet te laat thuis te zijn.<br />

Ongeveer 22.20 uur alarm voor bijstand Haarlem.<br />

Uitgerukt naar Haarlem waarbij veel last werd<br />

ondervonden van het publiek op het Staten Bolwerk.<br />

In de vaste overtuiging dat het ging om het blussen<br />

van een brand kregen wij bij aankomst een andere<br />

opdracht van de Officier van Dienst, namelijk zoeken<br />

naar collega’s. Onvoorstelbaar, wat een zware<br />

klus! Een dag die ons altijd bij zal blijven. De omgekomen<br />

collega’s zullen dan ook altijd in mijn<br />

gedachten blijven.<br />

J.N.Turenhout<br />

Brandmeester<br />

Brandweer Bloemendaal<br />

Waarom?<br />

Alleen omdat ze hun best wilden doen<br />

Voor de samenleving, voor anderen<br />

Niet eens voor hen zelf<br />

Het is niet eerlijk…..<br />

Ik ken ze van gezicht<br />

Gezichten die je nooit meer zult vergeten<br />

Ik kan ze niet meer ontmoeten<br />

Alleen nog in gedachten zijn ze bij me<br />

Het is niet eerlijk…..<br />

Ze krijgen de aandacht waar ze recht<br />

op hebben<br />

Collega’s van het eerste uur<br />

Vrienden zullen het blijven<br />

Tot in lengte van jaren<br />

Dat is eerlijk<br />

7


DE VRIJWILLIGER EN HET BRANDWEERVAK<br />

DE KEERZIJDE VAN EEN GEVAARLIJK BEROEP<br />

Er zijn mensen die stevige uitdagingen nodig hebben om een evenwichtig leven te kunnen leiden. Zij hebben<br />

niet genoeg aan een goed boek, een postzegelverzameling of een borduurwerkje. Het zijn deze mensen die<br />

wereldreizen maken, diepzeeduiken, parachutespringen etc. Een bijzondere categorie binnen deze uitdaging<br />

zoekende mensen vormen de vrijwillige brandweerlieden. Behalve spanning en uitdaging in hun hobby,<br />

vervullen zij ook een belangrijke maatschappelijke functie. Een ander, bijzonder kenmerk van de vrijwillige<br />

brandweerlieden is dat zij werken in teams en dat de onderlinge verbondenheid zeer groot is. Is het werken bij<br />

de vrijwillige brandweer gevaarlijk?<br />

Ja en nee denk ik. De brandweerman/vrouw werkt onder gevaarlijke omstandigheden en in situaties die<br />

mensen normaal gesproken zullen vermijden. Vakbekwame brandweerlieden die aan een groot aantal randvoorwaarden<br />

voldoen, kennen de gevaren en gaan daar zo verantwoord als mogelijk mee om. Zij zijn medisch<br />

goedgekeurd, goed opgeleid, goed geoefend, ervaren en hebben de juiste uitrusting en veiligheidsmiddelen.<br />

Onder die voorwaarden is het risico acceptabel. Ingecalculeerd heet het. Maar dat risico, hoe klein ook, kan<br />

zich dus ook voordoen. En dan blijkt het achteraf ineens niet meer zo acceptabel te zijn!<br />

8<br />

Zondagavond 23 maart 2003. Mijn semafoon gaat voor de tweede maal af. Hoewel ik geen dienst heb toch<br />

maar even bellen met de meldkamer. Een grote brand aan de Kloppersingel in Haarlem. De centralist meldt<br />

een omgevallen muur, verder geen gegevens, maar wellicht is er personeel bij betrokken. Eenmaal aangekomen<br />

bij de Kloppersingel wordt mij duidelijk dat er een afschuwelijk ongeluk is gebeurd waarbij brandweerlieden<br />

zijn betrokken. Pas laat op de avond wordt duidelijk dat het om drie, vermoedelijk vrijwillige, collega’s gaat.<br />

Nog later wordt duidelijk wie het betreft. Douwe van Kooten, Renz Knipper en Ben Hannenberg zijn bedolven<br />

onder een omgevallen muur, en om het leven gekomen. Het is niet te bevatten, Ongelooflijk!<br />

Die nacht gaat voorbij in een mengeling van uiteenlopende emoties: verdriet, wanhoop, boosheid, afgewisseld<br />

met het regelen van de dingen die moeten gebeuren. De week die volgt, staat in het teken van de begrafenissen<br />

van Douwe, Renz en Ben op vrijdag 28 en zaterdag 29 maart. Na overleg met de nabestaanden wordt besloten<br />

dat het drie begrafenissen met korpseer worden. Indrukwekkend was hoe alle collega’s zich hebben ingezet om<br />

van deze begrafenissen een waardig afscheid te maken.


De week na de Kloppersingel was iedereen in rep en roer. Hartverwarmend was de hulp die wij allen aangeboden<br />

hebben gekregen. Er werd veel meer hulp aangeboden dan kon worden ingezet. Het Begrafenis Bijstands Team,<br />

dat wordt gevormd door collega’s die elders helaas al ervaring opdeden met het organiseren van begrafenissen<br />

met korpseer, heeft een onmisbare bijdrage geleverd. De Haarlemmers hadden dit zelf, onder deze omstandigheden,<br />

nooit alleen gekund. Fantastisch ook de hulp uit onze regio, maar ook van de Amsterdamse en Zaanse<br />

collega’s die voor ons dagenlang de uitruk overnamen. Het is onbegonnen werk om iedereen te noemen die ons<br />

heeft ondersteund.<br />

Dan de dagen van de begrafenissen. Drie indrukwekkende (herdenkings)diensten, gevolgd door drie even<br />

indrukwekkende begrafenissen. Waardigheid en respect, stijl en perfectie. Langs de routes van de begrafenisstoeten<br />

stonden vele mensen opgesteld. Voor de brandweerkazerne aan de Zijlweg en onderweg collegabrandweerlieden,<br />

ambulance -en politiecollega’s in de houding. En ook vele burgers, duidelijk aangedaan, de<br />

laatste eer bewijzend aan hun omgekomen vrijwillige brandweerlieden.<br />

Zoals allen hadden ook Douwe, Renz en Ben vele belangrijke rollen in hun<br />

leven. Echtgenoot, vader, kind, collega, verenigingslid, buurman etc.<br />

En dus ook brandweerman, met dat bekende maar ook zo ongekende risico.<br />

Voor allen die hen kenden in welke rol dan ook, is het verlies enorm en<br />

onacceptabel. Wat blijft zijn de herinneringen aan hoe het was, aan Douwe,<br />

Renz en Ben, maar ook leegte.<br />

Echtgenotes die rouwen en niet zullen vergeten.<br />

Kinderen die rouwen en niet zullen vergeten.<br />

Ouders die rouwen en niet zullen vergeten.<br />

Collega’s die rouwen en niet zullen vergeten.<br />

9<br />

Zij verdienen ons respect, veel respect.<br />

Rob de Bruin<br />

Commandant Brandweer Haarlem


HET GEVOEL ALS MENS EN ALS<br />

COMMANDANT DRAGERS<br />

Op zondagavond om 23.00 uur ging bij ons thuis de telefoon. Ik kreeg de vervangend teamleider van de C-ploeg,<br />

Eric Christjans, aan de lijn. Hij vertelde mij van de grote brand in de Koningkerk, het instorten van de muur en<br />

de drie vermisten. Totaal verslagen hebben we het gesprek beeindigd.<br />

Er bekroop mij een gevoel van hevige onrust en ik heb om 23.30 uur teruggebeld om te vragen of er al iets meer<br />

bekend was. Inmiddels waren de namen van de omgekomen collega’s zo goed als zeker bekend. Ik ben naar de<br />

kazerne gegaan om te zien of ik ergens mee kon helpen.<br />

10<br />

Op de kazerne heerste grote verslagenheid na deze<br />

verschikkelijke gebeurtenis. Het ging om Renz,<br />

Douwe en Ben. Jongens die je al jaren kent en waarmee<br />

je hebt samengewerkt, waren er nu niet meer.<br />

Het is niet te bevatten dat dit is gebeurd, het is<br />

niet waar, het moet een vergissing zijn. Het besef<br />

dat het toch waar is, doet veel pijn. Er worden<br />

gesprekken gevoerd en er moeten zaken geregeld<br />

worden. De families moeten op de hoogte gebracht<br />

worden van het grote, intens droevig verlies. De<br />

opvang van de collega’s in de kazerne moet geregeld<br />

worden en er zijn nog veel taken die verricht moeten<br />

worden.<br />

Om ongeveer 03.30 uur was ik, samen met Rien<br />

Verbiest (commandant Bloemendaal) weer terug in de<br />

kazerne na een zware taak te hebben vervuld; het<br />

zeer slechte nieuws brengen naar Petra, de vrouw van<br />

Douwe. Bij terugkomst bleken de meeste zaken voor<br />

deze nacht geregeld te zijn zodat ik besloot om huiswaarts<br />

te keren. Om 08.00 uur moest ik weer op de<br />

kazerne zijn omdat mijn eigen ploeg moest werken.<br />

De opvang van de eigen ploeg werd geregeld in de<br />

vorm van gesprekken; het samenzijn, het verdriet<br />

uiten en delen. Het was een zeer emotionele en verdrietige<br />

dag met ‘s avonds een bijeenkomst voor de<br />

familie en direct betrokkenen.<br />

In de kazerne werden op de maandag diverse ruimten<br />

ingericht als stiltecentrum en condoleanceruimte.<br />

De eerste bloemstukken en kaarten werden langsgebracht.<br />

Dinsdagavond werden de ploegen ingedeeld<br />

die een rol kregen bij de uitvaarten. Om de uitvaarten<br />

correct en waardig te laten verlopen, moest er veel<br />

geoefend worden. Dit heeft de week voor een groot<br />

deel in beslag genomen. We hebben De Grote of St.<br />

Bavo kerk bekeken om daar te bepalen hoe het beste,<br />

op een respectvolle manier, de kist naar binnen<br />

gebracht kon worden. Daarna is de begraafplaats<br />

bekeken, om ook daar op een waardige manier de kist<br />

op het graf te plaatsen.<br />

Vrijdag was de eerste begrafenis, van Renz, die ik als<br />

medelevende heb bijgewoond. Deze uitvaart heeft<br />

een diepe indruk op mij gemaakt. De muziek die<br />

gespeeld werd, de dragers die op een heel waardige<br />

manier de kist naar binnen brachten, de hoeveelheid<br />

bloemstukken, de sprekers die hun woorden van<br />

troost brachten en het aantal collega’s uit Haarlem,<br />

elders uit het land en Duitsland.<br />

Zaterdagochtend was de begrafenis van Douwe. Als<br />

commandant dragers werd mij verzocht om de kist<br />

met Douwe in ontvangst te nemen in het rouwcentrum.<br />

Na het plaatsen van de kist in de lijkwagen<br />

zijn wij samen langs het huis van Douwe gereden.<br />

Daar hebben wij een moment van stilte in acht<br />

genomen. Daarna zijn we naar de kazerne gereden<br />

en hebben daar ook een moment van stilte in acht<br />

genomen. Buiten stonden de collega’s van<br />

Zaanstreek-Waterland en Amsterdam opgesteld om<br />

Douwe de laatste eer te bewijzen. Daarna vertrok de<br />

rouwstoet naar de Grote kerk.<br />

Foto: United Photos de Boer


Foto: United Photos<br />

de Boer<br />

Nadat de familie in de kerk had plaatsgenomen werd<br />

een grote hoeveelheid aan bloemstukken naar binnen<br />

gebracht. Wij, als dragersploeg, stonden buiten opgesteld<br />

en hebben Douwe op een waardige manier naar<br />

binnen gebracht. Bij deze uitvaart was de belangstelling<br />

eveneens bijzonder groot onder vele collega’s, die<br />

overal vandaan kwamen. Ook hier hebben de muziek<br />

en sprekers, die woorden van troost brachten, veel<br />

indruk op mij gemaakt.<br />

Na afloop van de dienst zijn we via de Waarderpolder<br />

en langs de werkplek van Douwe naar de Algemene<br />

Begraafplaats in Haarlem-Noord gereden. Daar heeft<br />

de dragersploeg voor, naast en achter de wagen plaatsgenomen<br />

om Douwe tot aan de aula te begeleiden. Bij<br />

de aula hebben wij de kist weer op de schouders genomen<br />

en gevolgd door familie en belangstellenden<br />

Douwe naar zijn laatste rustplaats gebracht. Na het<br />

plaatsen van de kist op het graf zijn wij als grafwacht<br />

om Douwe heen gaan staan. De<br />

familie nam plaats op stoelen<br />

en de stoet collega’s kon<br />

afscheid nemen, zo’n 2000<br />

Douwe<br />

Renz<br />

belangstellenden. Daarna hebben<br />

wij gezamenlijk met de<br />

Ben<br />

familie de kist laten afdalen,<br />

hetgeen zeer emotioneel was.<br />

Rust in Vrede<br />

Toen de familie afscheid had<br />

genomen, bleven wij als dragersploeg<br />

achter om ons moment van afscheid nemen te<br />

delen. De ontlading van verdriet en spanning mocht<br />

de vrije loop hebben.<br />

Ik wil mijn dragersploeg nogmaals bedanken voor<br />

hun grote inzet, waardoor het mogelijk was deze uitvaart<br />

zo waardig te laten verlopen (uiteraard zonder<br />

de andere dragersploegen te kort te doen).<br />

Ik hoop dat de families hier enige steun uit kunnen<br />

putten.<br />

Omdat wij bij de uitvaart van Douwe dragers waren,<br />

hebben wij de kerkdienst van Ben moeten missen. De<br />

begraafplaatsen bevinden zich tegenover elkaar zodat<br />

wij wel de teraardebestelling van Ben meemaakten.<br />

Ook hier heeft de dragersploeg een grote indruk<br />

gemaakt. De hoeveelheid aan bloemstukken, de grote<br />

belangstelling uit binnen- en buitenland was<br />

indrukwekkend.<br />

Hierbij wil ik de families van<br />

Douwe, Renz, Ben heel veel<br />

sterkte wensen om dit grote verlies<br />

te dragen.<br />

Rinus de Visser<br />

Brandweer Haarlem<br />

Repressieve Dienst<br />

11


THE DAY AFTER<br />

12<br />

Verlies, verdriet, verslagenheid, woede, droefheid,<br />

teneergeslagenheid…..<br />

Dat zijn een paar van de emoties die mij momenteel<br />

bezighouden. Het is nu maandagochtend 24 maart en<br />

ik zit thuis met vragen. Waarom, waarom, waarom?<br />

Als je het weet mag je het zeggen.<br />

Ik word gebeld door familie, vrienden, kennissen en<br />

doe keer op keer mijn verhaal, waarbij ik mijn emoties<br />

soms niet kan beheersen. Vooral als ik mensen<br />

aan de lijn heb waarvan ik houd. Ze zijn blij voor mij<br />

dat mij niks is overkomen. Blij???…. Ik ben helemaal<br />

niet blij, misschien opgelucht dat ik nog leef, maar<br />

mag ik wel opgelucht zijn? Ik weet het niet. Er zijn<br />

teveel emoties tegelijk. Ik ben zelf lid van het BOTteam,<br />

maar als je zelf zoiets ergs meemaakt dan is<br />

rationeel denken een vrijwel onmogelijke opgave. Ik<br />

wil het niet maar ik zie het beeld van de collega’s<br />

voor me, tussen het puin bedolven. Weer die vragen<br />

waarom zij en niet ik? Waarom drie? Waarom Ben?<br />

Waarom Renz? Waarom Douwe? Ik weet het niet.<br />

Het is inmiddels maandagmiddag en om de haverklap<br />

lopen de tranen over mijn wangen. Mijn kinderen<br />

zouden ‘s middags thuis komen eten terwijl mijn<br />

vrouw als overblijfmoeder op school zou blijven. Ik<br />

zeg tegen mijn vrouw ‘laat de jongens ook maar overblijven,<br />

want ik kan dat nog niet aan’. Ik wil ze wel<br />

even zien en loop mee naar school. Mijn oudste zoon<br />

(zeven jaar) halen we even uit de klas en ik probeer<br />

hem te vertellen dat er iets verschrikkelijks is<br />

gebeurd. ‘Papa, waarom moet u huilen?’ vraagt hij. Ik<br />

probeer het uit te leggen maar kan alleen maar zeggen<br />

dat ik van hem houd en knuffel hem zowat fijn.<br />

Bij de jongste zeg ik alleen maar dat ik van hem houd<br />

en hij huppelt weer de klas in, onwetend en blij dat<br />

hij mag overblijven. Terwijl ik huilend terugloop naar<br />

huis kan ik alleen maar denken aan drie vaders, hun<br />

vrouwen en hun kinderen.<br />

Hoe is het met mijn collega’s? We hadden het allemaal<br />

moeilijk. Hoe is het met hen? Moet ik ze bellen<br />

of niet? Nog steeds heb ik vragen, kan ik mijn<br />

gedachten niet ordenen. Ik weet ook niet wat er verder<br />

gaat gebeuren. Waarom, waarom, is de vraag die<br />

steeds weer bovenkomt. Ik hoor de Officier van<br />

Dienst nog na de instorting over portofoon zeggen<br />

‘100 voor de 120……. Douwe van Kooten kom eens<br />

uit…… Douwe van Kooten’. En daarna de serene rust<br />

over het portofoonkanaal. Niemand sprak meer via<br />

de portofoon. Vreemd. Onwezenlijk.<br />

Vanavond 20.00 uur gaan wij weer praten met elkaar.<br />

De hele groep die daar aanwezig was tijdens de<br />

instorting. Het vervolg op de gesprekken met het<br />

BOT-team van vannacht. Ik voel mij niet echt lekker<br />

en heb maar één uur geslapen. Ik denk aan de families<br />

van Ben, Renz en Douwe. Alledrie getrouwd en<br />

vader, net als ik. Waarom, waarom, waarom????<br />

Life ain’t fair!<br />

Rob van Kesteren<br />

Brandweer Haarlem<br />

Repressieve Dienst<br />

Er zijn zoveel soorten van verdriet<br />

Ik noem ze niet.<br />

Alleen maar een, het afstand doen<br />

en scheiden.<br />

En niet het snijden doet zo’n pijn,<br />

Maar het afgesneden zijn.<br />

Gedicht van Vasalis<br />

Voorgelezen door<br />

Rob de Bruin tijdens<br />

herdenkingsdienst<br />

van Douwe


SAAMHORIGHEID<br />

Saamhorigheid het klinkt zo ouderwets, maar toch is<br />

het een gevoel dat bij mij op komt de laatste tijd. Wij<br />

zijn er tenslotte samen voor om mensen veiligheid te<br />

bieden.<br />

Zowel in Oost als in West, op de Westergracht of de<br />

Zijlweg. Voor het aannemen van de telefoon of het<br />

nemen van beslissingen onder zware omstandigheden.<br />

Elke stap is een onmisbare schakel in het geheel.<br />

Door de brand waarbij Renz, Ben en Douwe zijn overleden,<br />

werd het 'WIJ-SAMEN'-gevoel enorm zichtbaar<br />

en versterkt. Samen het verdriet delen, of je nu<br />

net een week in dienst bent of je beste maatje verliest,<br />

iedereen had een zware tijd. Het verlies en het<br />

verdriet moeten een plaats gaan krijgen bij iedereen,<br />

daar zijn geen vaste patronen voor. De één zal weer<br />

zijn overgegaan tot de orde van de dag terwijl de<br />

ander nog dagelijks het gemis ervaart en nog geen<br />

nieuw ritme heeft gevonden. Ook op deze momenten<br />

moeten we saamhorig zijn, ons realiseren dat een<br />

ander het op zijn manier verwerkt en dit van elkaar<br />

respecteren.<br />

Zo kunnen we ondanks de ellende van de<br />

Kloppersingel een stuk rijker worden en klinkt<br />

Saamhorigheid niet meer zo ouderwets.<br />

Gijs Rurup<br />

Leeg…….<br />

Leeg zijn de dagen<br />

Vol zijn de gedachten<br />

Buiten schijnt de zon<br />

Maar van binnen<br />

is het donker<br />

Een lach<br />

Maar van binnen wordt<br />

er gehuild<br />

De dagen vliegen voorbij<br />

Maar elke dag ben je in<br />

onze gedachten<br />

Je harde lach<br />

De stevige knuffel<br />

De wijze raad<br />

Het zweetrandje<br />

boven je lip<br />

tijdens het lekkere eten<br />

Het gezellig met zijn<br />

allen eten<br />

De leuke vakanties die<br />

we samen hebben gehad<br />

En nog heel veel meer<br />

maken de dagen leeg<br />

Maar onze gedachten<br />

zijn vol van jou<br />

Dat is de reden waarom<br />

ik je nooit vergeten<br />

zou…..<br />

13<br />

Sabine Jonker<br />

Dochter van vrienden van Renz


ERVARINGEN VAN HET<br />

BEGRAFENIS BIJSTANDS TEAM (BBT)<br />

14<br />

Over het tragisch ongeval in Haarlem, waarbij drie<br />

collega's om het leven kwamen, is al veel geschreven.<br />

Niet alleen in de media, maar ook in artikelen in<br />

diverse bladen. Hierbij werd verslag gedaan van de<br />

gebeurtenissen, wat er georganiseerd werd en wat<br />

iedereen deed. Gevraagd naar mijn ervaringen vanuit<br />

het BBT wil ik graag nog eens deze gedenkwaardige<br />

week doorlopen.<br />

Midden in de hectiek<br />

Het BBT kwam maandagmorgen 24 maart bij elkaar<br />

in Haarlem. We hebben de laatste ontwikkelingen<br />

doorgenomen. Samen met de voorlichter van Brandweer<br />

Haarlem, Lisa Dempsey (die ik al kende) ben ik<br />

aan de slag gegaan. Wij kregen hierbij ook assistentie<br />

van twee gemeentevoorlichters van de Publieksdienst,<br />

Jesseke van Buuren en Tanja van der Linde en<br />

Hans Vos, een oude ‘politiemaat’ van mij en dus een<br />

goede bekende. Ik koos er voor om een werkruimte in<br />

de buurt van Lisa te hebben en dankzij Erik Groot<br />

was dat snel geregeld.<br />

De pers uit het hele land belde constant. De telefoons<br />

stonden niet stil. We hebben zo snel mogelijk ruimte<br />

gemaakt voor onderling overleg. Belangrijk is welke<br />

boodschap je naar buiten brengt op zo'n moment.<br />

Wat zeg je wel en wat niet. De eerste uren waren zeer<br />

hectisch. Het BBT kreeg een ruimte bij de kantine,<br />

maar ik heb ervoor gekozen om mijn werkplek bij<br />

voorlichting te behouden. Dan maar heen en weer<br />

pendelen.<br />

Coördinatie en organisatie<br />

Het BBT ging aan de slag. Voorzitter Frans Schippers<br />

en zijn vervanger Rob Schouten gaven aan wat er<br />

moest gebeuren. Taken werden verdeeld. Siep<br />

Paauwe was binnen het team contactpersoon namens<br />

Haarlem. Voor de nabestaanden werden vaste contactpersonen<br />

benoemd. Er moest van alles geregeld<br />

worden. Duidelijk werd gesteld dat wij dit voor de<br />

familie deden van de omgekomen collega's.<br />

Op maandagavond werd een bijeenkomst georganiseerd<br />

voor alle personeel, waarbij het BBT werd voorgesteld.<br />

Vervolgens werd alles rondom de begrafenissen<br />

geregeld. Het oefenen met het dragen van de kist,<br />

hoe zit het protocol in elkaar, hoe ‘staan we er bij’ en<br />

‘hoe zien we er uit’ werd besproken. Dat alles strak<br />

geregeld moet worden, was voor sommigen even<br />

wennen. Binnen het korps kwamen dan ook snel de<br />

vragen: ‘Wat mogen wij doen en wat doet het BBT’.<br />

Dit was in het begin wat onduidelijk maar gelukkig<br />

werd alles snel uitgesproken en dat gaf helderheid.<br />

Het team hield dagelijks vele malen overleg. In korte<br />

tijd werd een beeld gegeven van de voortgang, waar<br />

liepen we tegenaan, wat moest er nog geregeld worden<br />

etc. Via een interne nieuwsbrief werd iedereen op<br />

de hoogte gebracht. We maakten lange dagen, 's morgens<br />

rond 8.30 uur aanwezig en niet voor 22.00 uur<br />

de deur uit en dat moest ook. Wat voor iedereen voorop<br />

stond was dat de (herdenkings)diensten en begrafenissen<br />

zo goed mogelijk moesten verlopen.<br />

Foto: United Photos de Boer<br />

Uit brandweerland was veel medeleven en belangstelling<br />

om de begrafenissen bij te wonen. Daarom<br />

hebben we het land ‘in drieën geknipt’ om een goede<br />

verdeling te maken. De mediabelangstelling bleef<br />

aanhouden. Het verschoof wel van landelijk naar<br />

plaatselijk. Met name het Haarlems Dagblad besteedde<br />

veel aandacht aan de brand en de gevolgen. Ze hebben<br />

dit op een uitstekende manier gedaan.<br />

De dagen van de begrafenissen naderden. Per kerk en<br />

per begraafplaats werd een officier aangewezen voor<br />

de coördinatie. Voor de communicatie kwam voor de<br />

vrijdag en zaterdag ondersteuning van de gemeente<br />

en de politie. De dragers van de kist oefenden niet


alleen in het dragen maar ook op welke manier zij de<br />

wacht naast de kist moesten houden.<br />

Positieve ervaring<br />

Ik ben van mening dat alles op de dagen van de begrafenissen<br />

goedgegaan is en dat onze collega's op een<br />

waardige manier met korpseer zijn begraven.<br />

Uiteraard heeft het BBT alles geëvalueerd en zo hoort<br />

dat ook. Natuurlijk zijn er verbeter- en veranderpunten<br />

naar voren gekomen. Eén van deze punten is dat<br />

wij, zodra wij een brandweerkorps binnenkomen,<br />

meteen de rol en taken van het team duidelijk moeten<br />

communiceren naar de gehele organisatie. Wij<br />

hebben het weliswaar gecommuniceerd maar het<br />

moet blijkbaar nog duidelijker. Voor sommigen<br />

binnen het Haarlemse brandweerkorps waren wij een<br />

soort A-team, snel naar binnen en na een week weer<br />

weg. Ook daar hebben wij het over gehad en die rol<br />

moet helder gemaakt worden.<br />

Over de samenwerking met de collega's in het<br />

Haarlemse korps ben ik positief. Ondanks de tragische<br />

aanleiding heb ik met iedereen goed samengewerkt<br />

en heb ik binnen hele korte tijd mijn draai<br />

gevonden en wist ik wie ik waarvoor kon aanspreken.<br />

In de eerste plaats wil ik Lisa bedanken voor de<br />

goede samenwerking, maar ook alle andere collega's<br />

van de Haarlemse brandweer!<br />

Kees Jongh<br />

Lid BBT en Hoofd Communicatie<br />

Brandweer Amsterdam<br />

Wij kunnen en willen<br />

niet geloven<br />

dat zijn leven vergeefs voorbij<br />

is gegaan,<br />

en dat wat hij voor<br />

mensen heeft betekend<br />

nu verloren is.<br />

Wij zijn dankbaar<br />

voor alle vriendschap die van<br />

hem is uitgegaan<br />

en voor de vrede die hij heeft<br />

gebracht;<br />

en dat hij zo vergankelijk als<br />

hij was,<br />

een mens geworden is<br />

om van te houden.<br />

Wij wensen<br />

dat wij, die met hem waren<br />

verbonden,<br />

nu ook, omwille van<br />

zijn dood,<br />

Dieper met elkaar verbonden<br />

mogen zijn.<br />

Dan is zijn dood niet<br />

tevergeefs geweest.<br />

15<br />

Regels uit het gedicht van de dichter<br />

Huub Oosterhuis<br />

Voorgelezen door Rob de Bruin tijdens de<br />

kerkdienst van Ben


Lieve Renz,<br />

Momenten<br />

Wat voel ik me alleen zonder jou.<br />

Je humor, je lach, je geplaag, je onzin<br />

16<br />

Momenten die zijn er elk uur, elke dag,<br />

Een moment met een traan, een moment<br />

met een lach.<br />

Een moment van verrukking, door bomen<br />

die bloeien,<br />

Door vlinders, die samen in het zonnetje stoeien.<br />

Een moment, als een kind zegt: ‘ik vind je zo lief",<br />

met stralende oogjes, spontaan naïef.<br />

Momenten van liefde, tederheid, trouw,<br />

Momenten van afscheid, verdriet en van rouw.<br />

Momenten, zo zwaar, bijna niet door te komen,<br />

Waardoor je voor altijd zou willen wegdromen.<br />

Dan wordt er een hand op je schouder gelegd,<br />

Dat is een moment, waarbij niets wordt gezegd.<br />

maar ook mijn geborgenheid die ik bij<br />

jou had. Je steun in alles, met de<br />

kinderen, het stoeien met Richard en<br />

Lianne en het dollen met Abbey (Abse<br />

zoals je de hond noemde).<br />

Wij konden altijd met alles bij je aankomen.<br />

Jij hield zoveel rekening met<br />

ons, je gezin was je alles.<br />

Wij hielden zoveel van elkaar en<br />

bespraken alles.<br />

Er was voor alles een oplossing.<br />

De autoritjes die we maakten en dat ik<br />

zo heerlijk naast je zat te genieten.<br />

Jij zei altijd: "zit je lekker, Netje?".<br />

Nu moeten we met zijn drieën verder<br />

(maar met nog vele anderen om ons<br />

heen). Maar ik voel me sterk, door jou<br />

meegekregen. Wij gaan zoveel mogelijk<br />

op dezelfde voet verder, het zal niet<br />

altijd gemakkelijk gaan. Ik weet dat jij<br />

vreselijk trots op ons zal zijn, net zo<br />

trots als wij op jou zijn.<br />

Je krijgt weer kracht om verder te gaan,<br />

Gesteund en gelouterd, in dit woelige bestaan.<br />

Dag mijn allerliefste schat, ik blijf<br />

altijd ontzettend veel van je houden.<br />

Heel veel liefs, Jeannetje


TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENISSEN<br />

MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM<br />

Hier, in het hart van de stad, staan wij stil bij het drama dat ons zo diep trof in ons eigen hart.<br />

Het betekent veel voor de familie en de collega’s dat het afscheid met korpseer plaatsvindt, en dat wij hier samen<br />

zijn met vele honderden belangstellenden uit Haarlem en uit heel Nederland. Hieronder is de directeur<br />

Brandweer en Rampenbestrijding, de heer Van Strien, die de staatssecretaris van het ministerie van Binnenlandse<br />

Zaken en Koninkrijksrelaties vertegenwoordigt.<br />

Het noodlottig overlijden van Renz Knipper, Ben Hannenberg en Douwe van Kooten bij de brand in de<br />

Koningkerk heeft ons allen geraakt. En niet alleen ons. Er zijn inmiddels enkele duizenden reacties bij de brandweer,<br />

de gemeente en het Haarlems Dagblad binnengekomen. Een teken van het enorme medeleven in<br />

Nederland en ook van de grote waardering voor de brandweer in het algemeen.<br />

Het was een zwarte nacht, afgelopen<br />

zondag, aan de Kloppersingel. Ik was<br />

erbij toen die nacht langzaam de<br />

contouren van het drama duidelijk<br />

werden. Eerst de twijfel over de vermissing,<br />

over het aantal, toen zachtjes<br />

de eerste namen. De ontzetting<br />

was af te lezen op de gezichten.<br />

Verbijstering over de harde realiteit<br />

van het brandweervak, die zo meedogenloos<br />

in Haarlem had toegeslagen.<br />

Later die nacht schoof ik even<br />

aan toen de ploegen in de kazerne in<br />

verslagenheid bij elkaar zaten.<br />

Tranen, armen om schouders, woorden,<br />

woede, machteloosheid, stilte…….<br />

Foto: United Photos de Boer<br />

Na die zwarte nacht volgde een donkere week. Maandagavond was er een eerste bijeenkomst met de nabestaanden<br />

van Renz, Ben en Douwe, met het brandweerkorps en met de andere hulpverleners van die nacht. Ik heb daar<br />

gezegd dat ik nog nooit zoiets ergs had meegemaakt, en dat ik er (ondiplomatiek gezegd) gewoon kapot van was,<br />

binnen in mijn hart. En zo is het met ons allen. Maar in die donkere week begon er ook direct iets anders. Iets<br />

dat ook past bij de brandweer. Er ontstond een soort tegenbeweging in de vorm van gezamenlijk ontwikkelde<br />

steun en troost.<br />

Niét de gedachte dat het onnoemelijke menselijke leed hersteld kan worden. Maar wel met de opzet om dit leed<br />

te verzachten. In de eerste plaats voor de echtgenotes, de kinderen en de andere nabestaanden. En in de tweede<br />

plaats ook voor de ploeggenoten en de collega’s. Met hulp van velen, waarvoor ik dankbaar ben, is dit traject overtuigend<br />

ingezet. Het zal een lang traject zijn, en – ik herhaal – het verlies zal niet te herstellen zijn. Maar ik ben<br />

trots op de veerkracht van ons brandweerkorps, en de troost en de steun die daarmee geboden kunnen worden<br />

aan de nabestaanden.<br />

17<br />

De vreselijke gebeurtenis van de afgelopen zondag laat de grote kracht zien die de Haarlemse brandweer heeft.<br />

Een kracht die mede is opgebouwd door mannen als Renz, Douwe en Ben en die nu als het ware terugvloeit in<br />

de richting van de nabestaanden.


TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN<br />

RENZ KNIPPER OP 28 MAART 2003<br />

DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM<br />

18<br />

Renz kende ik vooral als de voorzitter van de personeelsvereniging ‘De Tien’. Op korpsavonden, diploma-uitreikingen<br />

en jubilea waren we beiden een soort vast nummer. Voordat het echt gezellig werd, moesten wij spreken<br />

(en de commandant natuurlijk). Dat kon Renz goed. En, als ik besefte wat te serieus te zijn, met onderwerpen<br />

als integrale meldkamer of veiligheidsregio`s, dan wist ik dat Renz daarna in zijn toespraak de luchtigheid wel<br />

zou inbrengen.<br />

Solidariteit, kameraadschap en onderling vertrouwen zijn noodzakelijk voor hun brandweerwerk. Ik hoef hier<br />

niet uit te leggen dat een personeelsvereniging bij de brandweer daarbij een zeer belangrijke rol vervult. Zo ook<br />

dus bij ons. Renz was als voorzitter een bindende factor in de personeelsvereniging en hij was een uitstekende<br />

voorzitter. Daarnaast was hij een bekwame en betrouwbare hoofdbrandwacht, waar we altijd op konden rekenen.<br />

Bij de UWV vervulde hij een verantwoordelijke functie. Dáár dachten ze dat dat zijn hoofdbaan was, terwijl wij bij<br />

de brandweer het idee hadden dat hij alleen voor de brandweer werkte. En in zijn gezin was hij geliefd en betrokken.<br />

Renz Knipper was op vele fronten een waardevolle en zeer gewaardeerde persoonlijkheid.<br />

Als er iéts waar is, dan is het wat zijn vrouw Jeannette op de kaart liet zetten: "Hij kan niet gemist worden".<br />

Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke werk dat hij voor ons deed. Niet alleen vandaag<br />

verdient hij korpseer, maar blijvend.<br />

Sterkte en kracht wensen en bieden wij aan Jeannette, Richard en Lianne en aan de andere nabestaanden.


TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN<br />

DOUWE VAN KOOTEN OP 29 MAART 2003<br />

DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM<br />

De kracht, die in het wezen van ons korps zit, is in de loop der jaren opgebouwd door brandweermannen als<br />

Douwe van Kooten.<br />

Wanneer je een voorbeeld van een vrijwillige brandweerman zou willen beschrijven, dan moet dat iemand zijn<br />

die uiteraard gek is van de brandweer, die vervolgens goed is opgeleid in het brandweervak, die een verantwoordelijke<br />

functie vervult in het korps, die joviaal is en vriendelijkheid uitstraalt. Zo’n ideaal type moet dan eigenlijk<br />

ook nog een stevige hoofdbaan hebben.<br />

Welnu, als u de invulling van zo’n voorbeeldfunctie zou uitdraaien, dan verschijnt daar het beeld van teamleider<br />

Vrijwilligers West, brandmeester Douwe van Kooten. Douwe was, ondanks zijn drukke baan als directeur van de<br />

apparatenfabriek Vanko in de Waarderpolder, een toegewijd en zeer gewaardeerd brandweerman. En hij was dat<br />

lange tijd. Ik was erbij toen hij in december vorig jaar zijn onderscheiding voor 25 jaar vrijwillige brandweerdienst<br />

kreeg.<br />

19<br />

Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke werk dat hij zo’n lange periode voor onze brandweer<br />

heeft gedaan. Niet alleen vandaag verdient hij korpseer, maar blijvend.<br />

Sterkte en kracht wensen en bieden wij aan Petra, aan Nick en Dave, aan Casper en Thomas en aan de overige<br />

nabestaanden.


TOESPRAAK BIJ DE BEGRAFENIS VAN<br />

BEN HANNENBERG OP 29 MAART 2003<br />

DOOR MR. J.J.H. POP, BURGEMEESTER VAN HAARLEM<br />

20<br />

De kracht, die bij ons korps hoort, is in de loop der jaren opgebouwd door brandweermannen als Ben Hannenberg.<br />

Het is mooi om te zien hoe die kracht nu als het ware weer terugvloeit in de vorm ondersteuning en troost<br />

naar de families van de omgekomen brandweermannen.<br />

Ben Hannenberg had eigenlijk twee banen waar van tijd tot tijd vuur aan te pas kwam. Zijn hoofdbaan bij Corus<br />

bracht hem als technicus soms in de nabijheid van de ovens van dat bedrijf. Bij de brandweer bestreed hij het<br />

vuur. Tenminste, als hij er als vrijwilliger aan toe kwam. Want hij vond wel eens dat er te weinig uitrukmogelijkheden<br />

waren voor vrijwilligers. En daarmee sneed hij een reëel probleem aan, waarvoor wij een oplossing aan<br />

het zoeken zijn. Het is droevig dat hij aan die oplossing niet meer mee kan doen.<br />

Ben was een buitengewoon plezierige collega, die er altijd was, zeer behulpzaam door zijn technische kennis en<br />

ook joviaal en vol humor. Een eigenschap die past bij vrijwillige brandweermensen. Hij had een lange staat van<br />

dienst als hoofdbrandwacht.<br />

Wij verliezen in Ben een uitstekende brandweerman. Wij zijn hem dankbaar voor het vele goede en belangrijke<br />

werk dat hij gedurende een lange periode voor onze brandweer heeft gedaan. Niet alleen vandaag verdient hij<br />

korpseer, maar blijvend.<br />

Wij wensen en bieden Marja, Martijn en Wendy alle sterkte en steun voor de komende tijd.


Zeven maal om de aarde gaan,<br />

als het zou moeten op handen en voeten;<br />

zeven maal om die ene te groeten<br />

die daar lachend te wachten zou staan.<br />

Zeven maal om de aarde te gaan.<br />

Zeven maal over de zeeën te gaan,<br />

schraal in de kleren, wat zou het mij deren,<br />

kon uit de dood ik die ene doe keren.<br />

Zeven maal over de zeeën te gaan<br />

zeven maal, om met zijn tweeën te staan.<br />

(De Gestorvene)<br />

Voorgelezen door Rob de Bruin tijdens herdenkingsdienst van Renz<br />

Lieve Renz,<br />

Het is alweer zeven weken geleden dat ik dat telefoontje<br />

van ma kreeg om ongeveer 0.30 uur. Het<br />

bericht dat jij was omgekomen bij een brand in<br />

jouw geliefde stad; je ouders zijn hun oudste kind<br />

kwijt, je vrouw haar geliefde man en de kinderen<br />

voor de rest van het leven hun lieve vader. En ik<br />

mijn broer, mijn enige broer, je leven in een keer verscheurd.<br />

Voor ons is er een leven vóór 23 maart en<br />

na 23 maart. Alleen met het leven na 23 maart in<br />

balans komen, nog een weg zoeken, dat is een moeizaam<br />

proces dat lang zal duren. Jouw naam wordt<br />

veel genoemd en we proberen in jouw geest verder te<br />

leven. Het gat dat jij achterliet wordt steeds meer<br />

zichtbaar. Het gemis steeds duidelijker en tastbaarder.<br />

Zoveel mensen zijn er zowel direct als indirect<br />

bij jouw overlijden betrokken. Je kunt er gerust<br />

het Haarlem-stadion mee vullen. Allemaal mensen<br />

die jou gekend hebben vanuit je jeugd, je werk, je<br />

vriendschap, je familie en de brandweer. Dat heeft<br />

ons zo geraakt, de betrokkenheid van zoveel mensen,<br />

het verdriet dat je deelt, en de troost die je vindt<br />

bij elkaar. Wat veel mensen aangrijpt is dat je bij<br />

vrijwilligerswerk bent omgekomen. Zo sta je midden<br />

in het leven en zo is alles voorbij. Zo wordt voor<br />

iedereen de kwetsbaarheid van het leven zichtbaar.<br />

Veel mensen steunen Jeannette, Richard, Lianne,<br />

mijn ouders en de gehele familie. Ik zie nu goed dat<br />

wat jij, Renz, anderen gaf nu weer terugkomt naar<br />

de achterblijvers. Veel vragen zijn nog niet beantwoord:<br />

wat is er gebeurd op de avond van de brand?<br />

Hoe heeft dit kunnen gebeuren dat jij samen met<br />

Douwe en Ben zo noodlottig en onnodig bent verongelukt?<br />

Wij wachten nu op een rapport en hopelijk<br />

geeft dit duidelijkheid. Wij zijn naar jou, Douwe,<br />

Ben, de families en heel brandweer Nederland verplicht<br />

dit tot de bodem uit te zoeken. Zodat de opgedane<br />

ervaring bij de Koningkerk wellicht in de toekomst<br />

slachtoffers bij branden kan voorkomen.<br />

Niemand heeft dit gewild, het is duidelijk dat hier<br />

alleen maar slachtoffers zijn.<br />

Ik wil tevens het korps sterkte wensen in de toekomst<br />

en bedanken voor steun en troost. Blijf vooral<br />

de namen Renz, Douwe en Ben noemen, zodat zij<br />

deel van het korps blijven uitmaken.<br />

Ronald<br />

21


HULP BIEDEN WAAR MOGELIJK EN NODIG<br />

DE WERKZAAMHEDEN VAN HET BEDRIJFS OPVANG TEAM (BOT)<br />

23 maart ca. 22.00 uur. De pieper gaat. De 842 moet bijstand verlenen in Haarlem bij de grote brand in de<br />

Koningkerk. Aangekomen bij de Kloppersingel krijgen wij opdracht ademlucht omhangen en meekomen. We<br />

lopen de zijstraat in, over het puin. We passeren een vrijgemaakt lichaam dat met een laken is afgedekt. Even<br />

later zijn wij op de aangewezen locatie op onze knieën enorme brokken puin weg aan het halen. We graven als<br />

gekken en met gemak tillen wij de meest zware brokstukken op. Wij vinden een slachtoffer en maken de plaats<br />

helemaal vrij van brokstukken. Het slachtoffer wordt afgedekt.<br />

22<br />

Eerste inzet BOT<br />

Een collega komt naar mij toe en geeft namens de<br />

bevelvoerder aan mij door dat het BOT-team is opgeroepen<br />

en dat ik naar de kazerne in Haarlem moet. Ik<br />

meld mij af en vertrek vervolgens met spoed naar de<br />

Zijlweg. Daar aangekomen blijkt dat er al een aantal<br />

BOT’ers aanwezig is. Het is de bedoeling dat de collega’s<br />

van Haarlem, die op de Kloppersingel aan het<br />

werk zijn, zo snel mogelijk door collega’s uit de regio<br />

worden afgelost en terugkeren naar de kazerne. Daar<br />

zullen de leden van het BOT-team de diverse ploegen<br />

opvangen. Er is inmiddels ook een aantal ervaren<br />

BOT’ers uit Amsterdam opgeroepen en aangekomen.<br />

Zij waren opgeroepen door de commandant van<br />

Amstelveen, Frans Schippers, die leiding geeft aan<br />

het Begrafenis Bijstands Team.<br />

We krijgen door dat de ‘vrijwilligers centrum’ het<br />

eerst worden afgelost en wij zullen hen opvangen.<br />

Tijdens het wachten spelen er allerlei gedachten door<br />

je hoofd. Toen ik vorig jaar met een flink aantal collega’s<br />

uit de regio de BOT-cursus volgde, hebben wij<br />

het regelmatig over kleinschalige gebeurtenissen<br />

gehad. Wel zijn ook de grootschalige gebeurtenissen<br />

aan de orde geweest maar iedereen dacht hierbij aan<br />

een ‘ver van mijn bed show’. Niemand kon bevroeden<br />

dat dit zo kort na de cursus realiteit zou worden.<br />

Grote bijdrage<br />

Als ik terugkijk op de afgelopen periode dan kan ik<br />

met een gerust hart zeggen dat de BOT’ers een enorme<br />

prestatie hebben neergezet. Van het begin af aan<br />

200% inzet. Alle ploegen die van de Kloppersingel<br />

afkwamen zijn dezelfde nacht nog opgevangen in de<br />

kazerne van Haarlem. De eerste week na het incident<br />

zijn de BOT’ers van ’s morgens vroeg tot ‘s avonds<br />

laat (tot ca. 23.30 uur!!) aanwezig geweest om mensen<br />

en ploegen op te vangen; te praten, een luisterend<br />

oor te bieden en een schouder om op te huilen. De<br />

‘stamtafel’ en het ‘stiltecentrum’ waren veel bezochte<br />

plekken. Ook nadien.<br />

Gedurende de eerste week na het incident was er ook<br />

alle dagen om 18.00 uur BOT-vergadering. Daar werd<br />

de dag nabesproken met Saskia Uhlenbroek en Han<br />

van der Veen; beiden zijn traumapsychologen die<br />

toegevoegd waren aan het team. Er kwam snel structuur<br />

in het BOT-gebeuren. Daarnaast vergaderde het<br />

Begrafenis Bijstands Team drie keer per dag. Het was<br />

een strakke militaire operatie. Er moest ook zoveel<br />

geregeld worden. Het BOT participeerde ook hierin.<br />

Er zijn in een heel korte tijd enorm veel zaken rondom<br />

de begrafenissen geregeld.<br />

Foto: Arno de Kock


De dagen van de begrafenissen waren heel emotioneel.<br />

De BOT-leden hoefden die dagen niet als<br />

BOT’er aan te treden. Zij konden als korpslid de<br />

plechtigheden bijwonen. BOT-collega’s vanuit<br />

Amsterdam hebben de kazerne bemand om degenen<br />

die niet bij de begrafenis aanwezig konden zijn, op te<br />

vangen. Wat fijn dat brandweercollega’s uit andere<br />

regio’s voor je klaar staan!!<br />

BOT en de toekomst<br />

De weken daarna vonden wekelijks meerdere vergaderingen<br />

plaats, onder andere van het BOT- en het<br />

Nazorgteam. De BOT-leden waren immers nog<br />

steeds met de nazorg bezig. Als ik terugkijk zijn er in<br />

korte tijd enorm veel bijeenkomsten georganiseerd<br />

waarbij BOT’ers een rol hebben gespeeld: de eerste<br />

bijeenkomst kort na het incident, de bijeenkomsten<br />

van de verschillende ploegen, partnerbijeenkomsten<br />

etc. Zelfs zoveel dat we moesten waken dat er niet<br />

een soort ‘overkill’ zou komen. Toen hierover signalen<br />

kwamen, zijn gelijk de tijdslijnen aangepast. Het<br />

was voor ons ook de eerste keer en het gevaar bestaat<br />

dat je het ‘te goed’ wilt doen. Dat moet je dus zien te<br />

vermijden. Je moet als BOT’er ingaan op de behoefte<br />

die er is. Je moet het niet opdringen.<br />

De komende periode zullen er nog regelmatig bijeenkomsten<br />

plaatsvinden waarbij leden van het BOTteam<br />

aanwezig zullen zijn. Iedere keer als we bijeen<br />

zijn, voel je de momenten van emotie, rouw en van<br />

spanning als ‘de pieper’ gaat. Niet alleen bij de brandweercollega's<br />

maar ook bij de partners. Het gevoel<br />

gaat slijten en krijgt een ‘plekje’, maar vergeten doe je<br />

het nooit. Vaak nog denken we aan ‘De Kloppersingel’<br />

en hopen uit de grond van ons hart:<br />

‘Dat was eens maar nooit weer’.<br />

Renz,<br />

Een aantal weken zijn voorbij<br />

Ik heb verdriet want jij was<br />

bijzonder voor mij<br />

Jouw leven was kort maar<br />

heel intens<br />

Jij was voor mij een super mens<br />

Het gemis dat nooit zal wennen<br />

Een voorrecht jou te hebben<br />

mogen kennen<br />

Jij was een man met heel<br />

veel glans<br />

Voor jou dit gedicht van<br />

Toon Hermans<br />

Je zwager Co<br />

Sjoerd Joustra<br />

Coördinator BOT Kloppersingel<br />

"De leegte zonder jou<br />

is met geen pen te beschrijven<br />

De leegte zonder jou<br />

zal altijd bij ons blijven<br />

23<br />

Maar veel fijne herinneringen<br />

verzachten onze smart<br />

Voorgoed uit ons midden<br />

maar altijd in ons hart"


H.V.B.V. "DE TIEN" NEEMT AFSCHEID<br />

Op zondag 23 maart 2003 verloren wij onze collega’s Ben, Douwe en Renz. Geschokt, verbijsterd en verdrietig<br />

waren wij de dagen en weken daarna. En nu nog steeds. Renz was de voorzitter van de H.V.B.V. "De Tien" en de<br />

bestuursleden ervaren zijn verlies als een persoonlijk verlies. Renz was een uniek persoon en als voorzitter had<br />

hij een belangrijke rol in het bestuur en de vereniging. De leden van het bestuur waren (en zijn) door zijn overlijden<br />

en die van Ben en Douwe door verdriet overmand.<br />

In de eerste week hebben wij ons enkel en alleen gericht op het delen van het verdriet en zorgen dat de dingen<br />

die geregeld moesten worden, zoals de advertenties en bloemen, daadwerkelijk gebeurden. Omdat de drie collega’s<br />

met korpseer werden begraven, hebben wij Rob de Bruin gevraagd in zijn speech tijdens de begrafenissen<br />

vooral ook de deelneming van de H.V.B.V. "De Tien" te memoreren.<br />

Het uitkomen van deze speciale editie van De Sirene stelt ons in de gelegenheid om als bestuur en namens de<br />

leden van de personeelsvereniging onze gevoelens omtrent dit vreselijke verlies onder woorden te brengen. Niet<br />

dat dit ons zo gemakkelijk afgaat maar we hebben ons best gedaan.<br />

In een informeel samenzijn van de bestuursleden hebben we besloten om Ben, Douwe en Renz namens H.V.B.V.<br />

"De Tien" te eren. Daar waren we het snel over eens.<br />

24<br />

Het postuum eerbetoon heeft plaatsgevonden op de Algemene Leden Vergadering op dinsdagavond 20 mei 2003.<br />

Drie beeldjes van een ademluchtdrager met bijbehorende inscriptie werden overhandigd aan Jeannette, Marja en<br />

Petra. Het was een emotioneel moment toen Sip mooie woorden sprak om aan te geven dat wij Ben, Douwe en<br />

Renz zullen missen als collega’s, vrienden en leden van "De Tien".<br />

Ben en Douwe waren bij verschillende evenementen aanwezig. Ben, Marja en kinderen waren steevast deelnemers<br />

aan de fietspuzzeltocht op Hemelvaartsdag. Douwe en Petra waren op de feestavond op de boot in 2002 hun<br />

danslessen aan het showen. Beelden die op het netvlies staan gegrift. Wij hebben geen woorden voor dit verlies<br />

van deze drie mannen. Maar wij zullen Ben, Douwe en Renz nooit vergeten.<br />

Foto: Arno de Kock


NOOIT MEER VERGETEN ...<br />

Het is zondag 30 maart en ik heb dienst. Ik hang mijn<br />

uitrukkleding op de juiste plek en loop naar boven.<br />

We hebben net de zwaarste en slechtste week uit de<br />

geschiedenis van Brandweer Haarlem achter de rug.<br />

Een week van veel verdriet maar ook van hard werken,<br />

inzet en oefenen.<br />

Gisteren was ik één van de dragers van de kist van<br />

Ben Hannenberg en ondanks de moeheid en verslagenheid<br />

ben ik blij dat ik een drager mocht zijn. Een<br />

gevoel van ‘ik wil erbij zijn’, meehelpen, samen delen<br />

maar ook een waardig afscheid van onze collega’s en<br />

steun aan de familieleden geven. Het geeft mij een<br />

goed gevoel en de mogelijkheid om dit te verwerken.<br />

Het is net een week geleden en Frank van de Toorren<br />

heeft een idee om ’s avonds een kaars te laten branden<br />

en een minuut stilte te houden. Iedereen is het<br />

daarmee eens en we besluiten dit ’s avonds met onze<br />

ploeg bij de Koningkerk te doen, ook Post Oost en<br />

wat vrijwilligers zijn aanwezig.<br />

Zondag 11 mei en ik heb dienst. Er wordt deze dag<br />

gewoon gerommeld, net zoals anders; auto’s wassen,<br />

uitzuigen en er wordt nog wat gesport. Het leven gaat<br />

toch verder en dat is goed. Toch loop ik ’s middags<br />

nog even langs de foto’s van Ben, Douwe en Renz. Op<br />

de steen ligt een briefje met een tekst van Eric<br />

Clapton, opgeschreven door Arie. Ik lees het wel<br />

twee keer, het is een mooie tekst vind ik en ik kijk<br />

naar de foto’s die op het tafeltje staan. Voor de foto’s<br />

staat een kaarsje en ik steek het aan. ‘Zo zijn jullie<br />

toch nog hier’ mompel ik. Het is nu zeven weken<br />

geleden.<br />

Er is ook gelegenheid om de videobanden te kijken.<br />

Het geeft mij een goed gevoel om mezelf en ons<br />

ploegje dragers bezig te zien; een bevestiging dat het<br />

er inderdaad mooi en soepel uitzag voor de nabestaanden.<br />

Daar hebben we tenslotte zo hard voor<br />

geoefend. Bij het zien van de film komen toch ook de<br />

emoties weer boven. Het dragen van de kist, het zien<br />

van de films, foto’s en krantenknipsels. Het hoort<br />

allemaal bij de verwerking en ook het schrijven van<br />

deze tekst hoort daarbij. In gedachten ben ik bij de<br />

vrouwen en kinderen voor wie het leven zo ingrijpend<br />

veranderd is.<br />

Verwerken, verwerken maar nooit meer vergeten<br />

Lieve Renz,<br />

Onbegrijpelijk, wat jou is overkomen en wat<br />

een verdriet dit heeft veroorzaakt. Ook voor<br />

jou, te weten dat je je Jeannetje, Richard,<br />

Lianne en Abbey moest achterlaten terwijl er<br />

nog zo’n lang leven voor je lag. Het is niet te<br />

bevatten dat je er niet en nooit meer zal zijn,<br />

een leeg gevoel blijft achter bij je familie en<br />

vrienden.<br />

Als je wist (en je weet het) hoe Jeannette,<br />

Richard, Lianne en Abbey worden gesteund<br />

door iedereen die jou dierbaar waren, zou je<br />

daar heel blij mee zijn geweest.<br />

Ik hoop dat je daarboven alles kunt volgen<br />

wat hier beneden gebeurt en dat je ziet, hoe<br />

wij met elkaar ons best doen om de draad<br />

weer op te pakken.<br />

Wij zijn heel blij dat je eerst mijn vriend was<br />

en later onze geweldige lieve zwager. Zo lang<br />

als we leven zullen wij je nooit vergeten en<br />

altijd van je blijven houden en je Jeannetje en<br />

de kinderen steunen.<br />

Veel liefs Anneke en Alle<br />

25<br />

Rob Thijssen<br />

Brandweer Haarlem<br />

Repressieve Dienst


In memoriam<br />

Renz Knipper<br />

Bestuurslid van H.V.B.V. "De Tien" 1995 – 1999<br />

Voorzitter van H.V.B.V. "De Tien"<br />

1999 – 23 maart 2003<br />

Nooit meer een bestuursvergadering H.V.B.V. "De Tien" met jou<br />

Nooit meer je bulderende lach, schouderklop of zoen<br />

Nooit meer een baco, nooit meer Kaapse Draai<br />

Nooit meer eten van Gembira, wat kon je hiervan smullen<br />

26<br />

Nooit meer zal een feestavond, fietstocht of evenement nog hetzelfde zijn<br />

Alles nooit meer maar …..<br />

Nooit zullen we je vergeten<br />

Het bestuur van de H.V.B.V. "De Tien"<br />

Mijn herinnering<br />

Een lege plek, een groot gemis,<br />

een fijne herinnering is al wat er nog is.<br />

Waar ben je nu, vraag ik me af,<br />

ik voel nog de liefde die jij me gaf.<br />

Jou te kennen vond ik fijn,<br />

je los te laten dat doet pijn.<br />

Ik zal je missen in dit leven<br />

en altijd om je blijven geven.<br />

Gedicht van Dave, de zoon van Douwe<br />

Voorgelezen tijdens de herdenkingsdienst


Verlies<br />

Te veel pijn,<br />

te weinig woorden<br />

Of juist teveel?<br />

Een hand, een gebaar,<br />

betere keuze,<br />

of niet?<br />

Wat te zeggen,<br />

wat te doen?<br />

Verdriet<br />

Doe ik het goed?<br />

Help ik wel?<br />

Ik weet het niet<br />

Hoe te reageren,<br />

Wat te zeggen?<br />

Verdriet<br />

Dingen die je<br />

niet wil leren,<br />

Maar wel moet,<br />

want wegrennen<br />

helpt niks<br />

Er te zijn,<br />

te proberen, te doen,<br />

wat je kan<br />

Verdriet<br />

’t doet zo’n pijn<br />

Daar zat hij altijd<br />

Dat heeft hij gemaakt<br />

Ik mis hem<br />

Verdriet<br />

Woorden zo leeg,<br />

Ze klinken,<br />

je hoort ze<br />

Ze zijn er niet<br />

Verdriet<br />

Onze lieve oudste zoon Renz,<br />

Foto: United Photos de Boer<br />

Wij waren zo blij dat wij de ouders van<br />

Renz mochten zijn. Wij vinden het verschrikkelijk<br />

wat hem is overkomen. Een<br />

kind verliezen is het ergste wat je kan<br />

gebeuren. Renz was een bijzonder mens<br />

en uniek. Hij was altijd met mensen<br />

bezig. Wij moeten nu verder zonder<br />

hem. Het zal heel moeilijk zijn. Wij willen<br />

van de gelegenheid gebruik maken<br />

iedereen te bedanken (in het bijzonder<br />

de Brandweer Haarlem) voor de steun in<br />

deze moeilijke tijd. Renz, wij zullen<br />

altijd van je blijven houden.<br />

Veel liefs en een dikke kus van je ouders<br />

Fam. R. Knipper<br />

27<br />

Gedicht van Martijn, de zoon van Ben<br />

en zijn vriend,<br />

voorgelezen tijdens de kerkdienst.


EEN BIJZONDERE BIJSTAND<br />

Op zondag 23 maart bereikte ons, de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland, het trieste bericht dat er drie<br />

collega’s van de brandweer Haarlem bij de bestrijding van een grote uitslaande brand in een kerk waren omgekomen.<br />

Als een dergelijk bericht tot je komt ga je denken ‘kan dat bij ons ook gebeuren?’. Ja, dat kan, maar wat<br />

komt er allemaal op je af als korps. De volgende dag spreek je erover met je collega’s. Dan komt er naar voren<br />

‘kunnen we wat betekenen voor de brandweercollega’s in Haarlem?’<br />

28<br />

Een telefoontje naar de collega’s in Amsterdam was<br />

genoeg om gezamenlijk de brandweer Haarlem hulp<br />

te bieden. In de loop van de dag zijn we met collega’s<br />

van Amsterdam naar de hoofdkazerne in Haarlem<br />

gegaan om door te spreken wat we konden betekenen.<br />

Vervolgens werd voor drie dagen de kazerne<br />

Schalkwijk door Amsterdam bezet met een autoladder<br />

en een tankautospuit en werd de hoofdpost bezet<br />

door collega’s van Zaanstreek-Waterland. De hoofdkazerne<br />

werd met een autoladder, een hulpverleningsvoertuig,<br />

een tankautospuit en een Officier van<br />

Dienst-voertuig bezet. Enkele specialistische voertuigen<br />

werden vervolgens door collega’s uit Wognum<br />

bezet. Voorts werd de ademluchtvoorziening geregeld<br />

door medewerkers van de technische dienst. Een stuk<br />

samenwerking van de bovenste plank. Je ziet dan ook<br />

dat in dergelijke gevallen heel veel kan.<br />

In de kazerne doe je veel indrukken op. Familie en<br />

bevolking komen naar de kazerne om het condoleanceregister<br />

te tekenen in het ingerichte stiltecentrum.<br />

Mensen spreken met elkaar en geven elkaar steun.<br />

Indrukken die je nooit meer vergeet.<br />

De ervaring als kazernecommandant<br />

Door het Begrafenis Bijstands Team (BBT) werd mij<br />

gevraagd om de functie van kazernecommandant op<br />

mij te nemen op de dagen van de uitvaartplechtigheden<br />

van de collega’s. De leden van het BBT brachten<br />

mij op de hoogte van de werkwijze van dit bijstandsteam.<br />

Ik heb die dagen doorgebracht op de hoofdkazerne<br />

van Haarlem en heb op zeer prettige wijze<br />

samengewerkt met collega’s uit verschillende geledingen<br />

van de brandweer.<br />

Een speciaal woord van dank wil ik overbrengen naar<br />

de collega’s van de gemeentelijke organisatie, die<br />

allerlei hand en spandiensten voor mij verzorgden tijdens<br />

deze dagen. Logistiek is in dit soort gevallen een<br />

heel belangrijke factor waarin de gemeentelijke diensten<br />

een grote rol kunnen vervullen.<br />

Ook heb ik kunnen ervaren dat een brandweerkorps<br />

in een zeer trieste situatie als deze goed ondersteund<br />

kan worden door het BBT. Er dienen zoveel zaken<br />

geregeld te worden in een heel korte periode dat hulp<br />

van buitenaf noodzakelijk is. Het is hartverwarmend<br />

om te zien dat verschillende diensten elkaar bij dergelijke<br />

zaken heel hard nodig hebben. Samenwerking<br />

is noodzaak.<br />

Ik wens het brandweerkorps van Haarlem heel veel<br />

sterkte toe met het verwerken van het verlies van drie<br />

brandweercollega’s.<br />

Nico Moes<br />

Sectorhoofd Repressie<br />

Regionale Brandweer<br />

Zaanstreek-Waterland<br />

Foto: United Photos de Boer


Kippenvel<br />

Met een alles doordringende dreun, zo snel, in één seconde, er viel een relatieve stilte, als in een bankschroef,<br />

zo beklemmend. Er liggen mensen onder, zeker twee en misschien wel drie. Ongeloof, niet te bevatten, doorgaan,<br />

zoeken. We trekken ze er onder uit want de vrees voor het allerergste, dat kan toch niet!!! Dat stukje<br />

puzzel, die gedachte, dat past niet, bijna verlammend. In je hoofd de realiteit weer proberen op te pakken.<br />

Kwaad, boos, woedend, als het allerergste bewaarheid wordt. Maak me wakker, sleur me uit deze nachtmerrie<br />

maar hoe ik mezelf figuurlijk ook knijp, wakker schrikken doe ik niet. Want de realiteit is maar al te waar.<br />

Een wacht, een dag die begon als zovele. Een brandje dat ook begon als zovele maar wel één die een onuitwisbaar<br />

litteken in onze zielen heeft achtergelaten. Wanhoop, machteloosheid, boosheid, ongeloof, verdriet,<br />

ongrijpbaarheid, onrecht, zomaar een paar surrealistische gevoelens die zich op 23 maart van ons meester<br />

hebben gemaakt en waaraan je niet kunt ontkomen, hoe hard je ook rent. Ik zou willen dat ik ze bij een ieder<br />

kon wegnemen, niets is minder waar.<br />

Twee of drie weken later loop ik door de kazerne en ben eigenlijk op weg naar huis. Ik heb best wel haast want<br />

ik moet een hoop dingen doen. Beneden bij een voertuig kom ik een collega tegen die me vraagt ‘gaat ie een<br />

beetje?’. Is zijn welgemeende vraag. Vervolgens zijn we leunend op de spoelbak ruim anderhalf uur verder als<br />

ik weer mijn verhaal vertel, alsof ik zo belangrijk ben. Aandachtig luistert Rinus naar me en op een gegeven<br />

moment zegt hij ‘Freek, ik ben er niet bij geweest maar ik krijg het er koud van’ terwijl hij mij zijn onderarmen<br />

toont waarvan de haartjes recht overeind staan.<br />

We schudden elkaar de hand en zeggen gedag. Ik loop naar mijn auto, stap in en zucht heel, heel diep, start de<br />

motor en rijd weg. Goh, het verkeerslicht springt nog steeds op rood als je haast hebt!<br />

Freek Kersten<br />

Brandweer Haarlem<br />

Repressieve Dienst<br />

29


HET AANTAL REACTIES WAS OVERWELDIGEND<br />

PASSAGES UIT EEN AANTAL BRIEVEN<br />

Regionale Brandweer en Hulpverleningsdienst Noord-Kennemerland<br />

30<br />

Echtgenote van omgekomen brandweerman uit Enschede<br />

Brandweer Apeldoorn<br />

Brandweer Groesbeek<br />

Feuerwehr Osnabrück<br />

Via deze weg wil ik mijn medeleven betuigen met het overlijden van drie van jullie collega’s. Ik ben bewoner van de<br />

Zocherstraat. Ik heb vanmorgen gezien hoe een aantal mensen van jullie naar de plek kwam waar het gebeurd is. Wat<br />

goed van jullie om dat te doen! Ik hoop dat alle bloemen die er lagen en alle vlaggen die halfstok hangen, jullie een<br />

heel klein beetje kunnen troosten.<br />

Jullie zijn niet alleen met je verdriet. Ondanks het feit dat wij jullie collega’s niet gekend hebben, zijn wij ook vreselijk<br />

verdrietig. Voor mij persoonlijk geldt ook nog eens dat je wel erg met je neus op de feiten gedrukt wordt. Wat ik<br />

daarmee wil zeggen is dat alles zo onbelangrijk wordt, leuk dat mijn huis er nog staat, jammer van de kerk, maar het<br />

zijn maar spullen, het zijn maar stenen, dat is vervangbaar (meestal), maar dat zijn jullie collega’s niet! Alles is zo<br />

relatief.<br />

Ik wens jullie alle sterkte toe om dit verlies te dragen. Ik kan me voorstellen dat er onder jullie mensen zijn die misschien<br />

nu overwegen het bijltje er bij neer te gooien. Ik heb daar alle begrip voor, maar mensen als jullie hebben we<br />

als maatschappij zo hard nodig.<br />

Ik kan me ook indenken dat jullie vrouwen, mannen, kinderen, ouders nu de angst om het hart slaat. Ik wens ook<br />

hen heel veel sterkte.


Het vuur,<br />

Warme vriend en verwoestende vijand…<br />

Een huis, een kerk<br />

Een veilig thuis en een beschermende haven..<br />

De brandweerlieden troffen deze bewuste zondagavond echter geen<br />

warme vriend, doch een alles verwoestende vijand. Ook de bescherming<br />

en veilige haven van ‘thuis’ of een kerk, bleek geen stand te<br />

kunnen houden.<br />

Arie<br />

De verslagenheid even na het omklappen van de gevel is groot.<br />

Ik zal de tranen en het intense verdriet van één van de vrouwelijke<br />

brandweerlieden nooit vergeten en begreep dat het echt behoorlijk<br />

fout zat. Diep geraakt door dit beeld hoorde ik even later dat haar<br />

collega’s onder het puin bedolven waren geraakt. Op dat moment<br />

stond de tijd even stil.<br />

‘Waarom?’ vraag je jezelf af en tegelijkertijd weet je dat niets of<br />

niemand deze vraag zinnig kan beantwoorden.<br />

Niets of niemand kan de pijn van dit verlies wegnemen. Toch hoop<br />

ik dat collega’s, familie, vrienden en bekenden van deze helden op<br />

enige manier troost kunnen vinden in de vele steunbetuigingen.<br />

Wij denken aan jullie,<br />

Dierenbescherming Haarlem e.o.<br />

Dierenambulance Haarlem e.o.<br />

Kennemer Dierentehuis Zandvoort<br />

Brandweer Lochem<br />

Brandweer Meerssen<br />

Brandweer Steenwijkerland<br />

31<br />

Brandweer Purmerend


‘MOOIE’ GROTE BRAND<br />

DE BRAND DIE EEN DRAMATISCHE WENDING KRIJGT<br />

Het is zondagavond, kwart over tien als ik tijdens mijn wekelijkse avondje uit op de Raamsingel hoor dat er in<br />

Haarlem-Noord een grote brand gaande is. Vanaf het pand aan de Raamsingel is in de verte een grote vuurzee en<br />

dito rookpluim zichtbaar. Men weet ook al te vertellen dat het om een kerk gaat. Ik denk mooi een lekkere grote<br />

fik zonder dat er meteen mensen het slachtoffer zijn en eindelijk een ‘grote brand’, leuk voor de brandweer.<br />

terechtgekomen. Er zouden doden zijn gevallen. We<br />

besluiten naar de Zijlweg te gaan voor het opvangen<br />

van onze ambulancemensen. In de uitrukhal horen<br />

we van de brandweermensen meteen al de namen<br />

van de vermisten. Er heerst grote verslagenheid en<br />

iedereen wacht op de definitieve namen van de<br />

slachtoffers. Wat aanvankelijk lijkt op een mooie grote<br />

brand verandert in een drama.<br />

32<br />

Het is inmiddels rond middernacht als de namen<br />

definitief bekend worden gemaakt van de overledenen.<br />

De koffieruimte puilt uit van alle medewerkers<br />

die inmiddels van huis zijn gekomen. Ook de ‘parate’<br />

ploeg is binnen en kan maar nauwelijks bevatten wat<br />

er is gebeurd. Ook bij de ambulancedienst heerst verslagenheid<br />

en is werken even op de tweede plaats<br />

gekomen. Direct betrokken ambulancemedewerkers<br />

gaan uit de parate dienst, dit grijpt hen ook zeer<br />

zwaar aan. Waren we tot dan toe twee aparte diensten<br />

in een gebouw, nu heeft het meer iets van een grote<br />

familie en treft het ons ook. De meesten van onze<br />

medewerkers kennen de slachtoffers ook goed.<br />

Chaos op straat<br />

Op weg naar huis in Haarlem-Noord is het een drukte<br />

van jewelste, overal auto’s, fietsers en voetgangers<br />

die duidelijk op weg zijn naar die mooie brand. Het<br />

Bolwerk is inmiddels niet meer toegankelijk vanwege<br />

alle dubbel geparkeerde auto’s. Ik hoor ook veel<br />

ambulances rijden en besluit toch maar even te gaan<br />

kijken of mijn hulp daar gewenst is. Ik kom duidelijk<br />

op het verkeerde moment want voordat ik het weet<br />

heb ik bijna een politiehond aan mijn benen hangen.<br />

De politie heeft op dat moment veel moeite om alle<br />

ramptoeristen de weg te wijzen. Het is chaos. Er gaat<br />

onder het publiek het verhaal de ronde dat er een<br />

brandweerman gewond is geraakt of zelfs zou zijn<br />

overleden. Ach, het is maar een verhaal van toeschouwers<br />

denk ik nog. Als ik uiteindelijk alleen<br />

vanuit de verte de brand heb gezien, besluit ik naar<br />

huis te gaan.<br />

Tijdens het bergen van de slachtoffers en ook tijdens<br />

het nablussen blijft er een ambulance de hele nacht<br />

stand-by staan voor eventuele calamiteiten. Ook<br />

voor de doorgewinterde ambulancemedewerkers is<br />

dit een nare klus. Op de Zijlweg vliegt de nacht voorbij.<br />

Af en toe komen we even in actie omdat er mensen<br />

niet lekker zijn en het gewone werk gaat voor ons<br />

ook gewoon door. We organiseren wat veldbedden<br />

voor mensen die niet meer naar huis kunnen of willen<br />

en richten hiermee een slaapruimte in de sport-<br />

Een drama<br />

Thuis aangekomen gaat de telefoon en Machteld<br />

vraagt of ik al iets weet van een brand in de<br />

Koningkerk omdat zij gehoord heeft dat er meerdere<br />

brandweerlieden onder een vallende muur zijn


zaal in. Er wordt hiervan amper gebruik gemaakt, er<br />

is niemand die rustig kan gaan slapen op dit moment.<br />

Zwarte linten<br />

Als op maandagochtend de eerste collega’s binnenkomen,<br />

weten sommigen nog niet wat zich de vorige<br />

avond heeft afgespeeld en komt de informatie als een<br />

donderslag bij heldere hemel. De hele kazerne is een<br />

week lang in rouw gehuld en het slaat op je neer als<br />

je het gebouw betreedt. Al het repressieve brandweerwerk<br />

wordt overgenomen door korpsen uit andere<br />

regio’s en de mensen op kantoor zijn er wel maar<br />

duidelijk van slag. Voor de ambulancemedewerkers is<br />

het een rare week. Eigenlijk zou je ook een moment<br />

van rust willen inlassen maar ons werk gaat gewoon<br />

door. Om aan te geven dat bij ons ook een gevoel van<br />

rouw heerst besluiten wij om aan de antennes van de<br />

ambulances zwarte linten te bevestigen. Een week<br />

lang staat alles in het teken van voorbereidingen voor<br />

de begrafenissen. Aangezien niet iedereen tegelijkertijd<br />

weg kan bij de ambulancedienst moeten er keuzes<br />

worden gemaakt wie waarheen gaat. Ook ambulancedienst<br />

Kennemerland wordt in onze regio ingezet<br />

om zoveel mogelijk medewerkers de<br />

mogelijkheid te geven om de begrafenissen bij te<br />

wonen. Ook gaan er ambulancemedewerkers van<br />

ambulancedienst Kennemerland mee naar de begrafenissen.<br />

Het is inmiddels eind augustus en alles heeft min of<br />

meer weer zijn normale gang gekregen. In de gang<br />

staat een tafeltje met foto’s die herinneren aan drie<br />

leuke brandweercollega’s die naar een grote mooie<br />

brand werden gestuurd maar nooit meer thuiskwamen.<br />

Ik hoop dit nooit meer mee te maken<br />

René Moolenaar<br />

Ambulance Hulpverlening<br />

Haarlem<br />

SAINT FLORIAN<br />

DE BETEKENIS<br />

Florian was in de derde eeuw een officier in het<br />

Romeins leger. Het verhaal van Florian is dat hij<br />

voorkwam dat een dorp afbrandde door<br />

een enkele emmer water op de brand te<br />

gooien. Sindsdien wordt hij gezien als de<br />

beschermheilige van brandweerlieden.<br />

Florian staat voor brandpreventie en<br />

beschermt tegen brand. St. Florian<br />

wordt herdacht op 4 mei.<br />

Brandweer Haarlem beschikt over een aantal<br />

St. Florianmunten, zoals afgebeeld op de omslag,<br />

die te verkrijgen zijn tegen een kleine vergoeding.<br />

De munten liggen bij de receptiebalie op de<br />

Zijlweg 200 in Haarlem.<br />

Herinneringen<br />

Als je afscheid moet nemen van de Brandweer<br />

Haarlem aangezien je de F.L.O.-leeftijd hebt<br />

bereikt, zoals dat iedere brandweerman/vrouw zou<br />

moeten overkomen, dan neem je veel goede en<br />

soms ook minder goede herinneringen mee als<br />

bagage behorend bij een afscheid. De minder goede<br />

herinneringen verdwijnen snel, zo selectief werkt<br />

ons geheugen nu eenmaal, slechts het goede resteert<br />

uiteindelijk. Zo zal het voor mij en velen die de<br />

actieve dienst hebben verlaten echter niet mogen<br />

zijn. Voor altijd zal die zwarte zondag in maart in<br />

ons geheugen gegrift blijven en alle andere herinneringen<br />

verdringen.<br />

Ik denk terug aan de bedachtzame vastbeslotenheid<br />

waarmee Ben zich in ploeggesprekken manifesteerde<br />

en ook denk ik terug aan de onstuitbare<br />

inzet van Douwe voor ‘zijn’ kring West. Renz heeft<br />

op mij diepe indruk gemaakt door zijn persoonlijkheid<br />

en als voorzitter van onze H.V.B.V. “De Tien”.<br />

Ik denk terug aan betere tijden en de gelegenheden<br />

waarin we elkaar zagen samen met Jeannette,<br />

Petra, Marja en de opgroeiende kinderen.<br />

33<br />

Ik denk aan het onvoorstelbare verdriet van<br />

Jeannette, Petra, Marja, de kinderen, de ouders,<br />

familieleden en vrienden en hoop dat we in staat<br />

zullen zijn een deel van het verdriet te dragen.<br />

Rinus van der Peijl<br />

Voormalig hoofd vrijwilligers Brandweer Haarlem


POLITIE STAAT SCHOUDER AAN SCHOUDER<br />

MET DE BRANDWEER OP DE KLOPPERSINGEL<br />

WIJ BESEFFEN DAT HET ONS OOK HAD KUNNEN OVERKOMEN<br />

34<br />

De kerk en de brand<br />

Zondagavond 23 maart wordt rond 21.00 uur gemeld<br />

dat er brand is in de Koningkerk aan de Kloppersingel<br />

in Haarlem Noord. Verschillende politiemensen spoeden<br />

zich ter plaatse. Zij zien daar de brand in de kerk<br />

snel uitgroeien zeer grote uitslaande brand die het<br />

hele gebouw verwoest. Als blijkt dat er geen doden of<br />

gewonden zijn, dat er geen brandstichter kan worden<br />

aangehouden en nadat omwonenden geen gevaar<br />

meer lopen, beperken de politiemensen zich tot het<br />

op afstand houden van het talrijke publiek. Geen eenvoudige<br />

klus maar wel de dagelijkse routine bij de grote<br />

en kleine incidenten waar de politie bij wordt ingezet.<br />

De muur en de dreun<br />

De brandweer doet haar werk. Tientallen brandweerlieden<br />

zijn druk bezig met het blussen van de vlammen<br />

en alle dingen die daarbij komen kijken. Zij hebben<br />

hun eigen commandocentrum en sturen de hele<br />

brandbestrijding en het toezicht door de politie aan.<br />

Dan valt plotseling een hoge zijmuur van de kerk om.<br />

Met geweldige dreun storten tonnen aan oude stenen<br />

in de straat naast de kerk. Na de dreun is het even stil<br />

maar al snel wordt duidelijk dat er mensen in de<br />

straat liepen, mensen van de brandweer. Er is wat verwarring<br />

maar dan blijkt wat er aan de hand is, dat er<br />

drie collega’s van de vrijwillige brandweer het slachtoffer<br />

zijn geworden van de brand en de omvallende<br />

muur. Drie collega hulpverleners die hun leven in de<br />

waagschaal hebben gesteld en nu hebben verloren.<br />

De dood<br />

Er worden nog meer politiemensen ingezet om te helpen<br />

bij de afzetting van wat nu een rampplek is<br />

geworden. De plaats waar drie slachtoffers zijn gevallen.<br />

Die extra handen zijn nodig want het toezicht en<br />

de hulpverlening worden ernstig bemoeilijkt door<br />

opdringerig en zeer vervelend publiek. Er worden drie<br />

Haarlemse mannen aangehouden, één van hen nadat<br />

hij een agent een kopstoot heeft gegeven. Nota bene<br />

terwijl die agent bezig is met de reanimatie van een<br />

onwel geworden man. Deze man overlijdt ondanks de<br />

inspanningen van de betrokken agenten in een ziekenhuis<br />

en is uiteindelijk het vierde slachtoffer van<br />

de brand.<br />

De verslagenheid en de verwerking<br />

Na de brand is de verslagenheid binnen het brandweerkorps<br />

over de dood van de drie spuitgasten zeer<br />

groot. Ook bij de politie komt de klap hard aan. Maar<br />

al te vaak staan dienders en spuitgasten schouder aan<br />

schouder. Hun verlies is ook ons verlies klinkt het<br />

onder de agenten. Ook is er het besef dat het net zo<br />

goed drie agenten hadden kunnen zijn, bezig met hun<br />

deel van het werk rond zo’n brand. Tal van politiemensen<br />

bezoeken de bijeenkomsten die worden georganiseerd<br />

en waar hulpverleners en ook buurtbewoners<br />

welkom zijn om samen het grote verlies te verwerken.<br />

Het onderzoek en de rouw<br />

De dagen na de brand start de politie een groot onderzoek<br />

op naar de oorzaak van de brand. Specialisten<br />

van de technische recherche zijn dagen bezig met een<br />

minutieus onderzoek op het brandterrein. Daarnaast<br />

wordt samen met de brandweerinspectie en de<br />

arbeidsinspectie onderzocht hoe het kon gebeuren dat<br />

de brandweerlieden nog bij de muur in de buurt stonden.<br />

Die dagen komen op de rampplek steeds weer<br />

mensen samen. Brandweermensen, familieleden,<br />

politiemensen en buurtbewoners. Er worden bloemen<br />

neergelegd en er wordt gerouwd. De onderzoekers van<br />

de technische recherche zien dagelijks hoe dit allemaal<br />

verloopt, hoe mensen ook hier hun verdriet proberen<br />

te verwerken.<br />

Het afscheid<br />

De slachtoffers worden op vrijdag 28 en zaterdag 29<br />

maart begraven. Voor de slachtoffers worden herdenkingsdiensten<br />

gehouden in de Grote Kerk op de Grote<br />

Markt en de Adelbertuskerk in Haarlem-Noord.<br />

Draaiboeken worden geschreven om het geheel voor<br />

te bereiden en in goede banen te leiden. Tientallen<br />

politiemensen zijn betrokken bij de begeleiding van<br />

de drie begrafenisstoeten en het toezicht rond herdenkingen<br />

en de begrafenissen. Er zijn duizenden belangstellenden<br />

uit het hele land. Dit alles zorgt voor een<br />

indrukwekkend en passend afscheid.<br />

Foto: Theo Kelderman


De herinnering<br />

Het politieonderzoek naar de oorzaak van de brand<br />

wijst uit dat er vrijwel zeker geen sprake is geweest<br />

van brandstichting. De brand heeft hoogstwaarschijnlijk<br />

een technische oorzaak. Het onderzoek<br />

naar het werk van de brandweer rondom de brand is<br />

niet voor de politie, dat is voor de brandweer zelf en<br />

voor de brandweerinspectie. Het leven en het werk<br />

van de politiemensen gaat door. Met een gemene kerf<br />

in het geheugen, de scherpe herinnering aan een grote<br />

brand in een kerk waarbij drie collega’s omkwamen.<br />

Collega’s van de brandweer die we regelmatig<br />

tegenkwamen maar nu nooit meer zullen zien.<br />

Dick van Egmond<br />

Politie Kennemerland<br />

Bij de bloemen voor en de foto’s van de omgekomen brandweerlieden<br />

op de plek des onheils rouwt de 13-jarige René. Hij is lid van<br />

de Haarlemse jeugdbrandweer en kende de mannen goed.<br />

Foto: Dick van Egmond<br />

EEN KERK<br />

Maandagochtend hoor ik van de brand. Althans: van een brand. Eerst nog even mopperig: waarom zijn we nou<br />

niet gealarmeerd om te evacueren. Dan komt het hele verhaal en rest slechts stille verbijstering. Ik bel Rob de<br />

Bruin meteen. Dan barst de activiteit los. Onze rampentaken moeten vervuld worden: vaststelling van de schades,<br />

registratie geëevacueerden (is iedereen er, en waar dan wel) opvang geëvacueerden, regeling onderdak daklozen,<br />

eventueel voorzien in eerste levensbehoeften. In no time staan we op de plek van wat eens een kerk was.<br />

Dwars door de verslagenheid heen gaan de werkprocessen draaien. We regelen de communicatie ter plaatse en<br />

sturen twee adviseurs naar de kazerne om daar de woordvoerder te ondersteunen bij alle media-aandacht.<br />

Het is wat vreemd, al die burgerpakken tussen de uniformen. Je hoort er niet zo bij, op het eerste gezicht. Maar<br />

de praktische samenwerking komt al gauw vanzelf op gang, de gemeentelijke taken doen wij, in aanvulling op<br />

de hulpdiensten. Hoe tragisch ook, het loopt prima.<br />

Ineens dringt ook het besef die middag door van het<br />

overlijden van drie collega’s: we praten over drie<br />

collega’s en niet alleen brandweerlieden. Het eilandjesdenken<br />

smelt weg. Ik merk het ook in onze organisatie:<br />

iedereen is betrokken. Vrijdagmiddag staat<br />

een grote groep medewerkers voor het gebouw als de<br />

stoet langskomt. Niet georganiseerd, zomaar: onze<br />

collega’s.<br />

De maandagavond na de brand organiseren we een<br />

voorlichtingsavond voor de buurtbewoners. Emotioneel.<br />

Het leiden van een grote bijeenkomst is voor mij niet<br />

bijzonder. Maar deze wel. Soms moet ik toch even<br />

slikken. Het raakt. Ook hier weer een voortreffelijke<br />

samenwerking van alle betrokkenen, hulpdiensten,<br />

bouwtoezicht, slachtofferhulp, de loco-burgemeester.<br />

Dat is het gekke, zo’n gebeurtenis schept meteen een<br />

band, alles kan en loopt gesmeerd. We hebben weer<br />

eens ervaren dat de informatie richting deze burger<br />

noodzakelijk is. Aandacht, openheid en duidelijkheid<br />

over het hoe en waarom wordt enorm op prijs gesteld.<br />

Later zijn we nog een poosje centraal adres voor<br />

bewonersvragen, gaandeweg dragen we die over aan<br />

andere collega’s en instellingen.<br />

De hele week zijn we af en aan nog bezig. De vraag is<br />

niet of je het hoort te doen, maar of het moet gebeuren.<br />

Dan doen we het. We hebben er veel van geleerd,<br />

dat ook, in technisch opzicht. De noodzaak om vooral<br />

veel contact te hebben met brandweer en politie,<br />

bijvoorbeeld, zodat je elkaar snel kan vinden als het<br />

moet, taken af te stemmen maar ook praktisch blijven.<br />

Die samenwerking groeit gestaag en dat is goed.<br />

We staan voor de burger in deze stad, allemaal. De<br />

een zichtbaarder dan de ander, maar met elkaar.<br />

Die zaterdag rijd ik alleen naar Blokzijl, waar de familie<br />

wacht. Het is prachtig Hollands weer. Een beetje<br />

aangeslagen van de week passeer ik steeds maar bussen<br />

en brandweervoertuigen. Op de terugweg naar<br />

alle delen van het land. Het is wat vreemd zo’n burgerauto<br />

tussen die dienstvoertuigen. Net of je er een<br />

beetje bijhoort. Maar ja, weten zij veel, zo’n burgerpak..<br />

Uit de radio klinkt mijn ex-stadsgenoot Lee Towers.<br />

Leen de kraandrijver. ” Walk on, walk on ....You’ll<br />

never walk alone”. Even wordt het mistig.<br />

Zo is het maar net, denk ik, als je dat maar weet.<br />

Jan de Kramer<br />

Directeur Publieksdienst<br />

Gemeente Haarlem<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!