Blauwdruk Mentale Zorglijn Politie - Impact - Arq
Blauwdruk Mentale Zorglijn Politie - Impact - Arq
Blauwdruk Mentale Zorglijn Politie - Impact - Arq
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Blauwdruk</strong> <strong>Mentale</strong> <strong>Zorglijn</strong> <strong>Politie</strong><br />
Het bedrijfsmaatschappelijk werk lijkt in verschillende korpsen een sleutelrol te vervullen bij het leggen van de verbinding<br />
tussen organisatie, medewerker, gespecialiseerde zorg en soms ook het thuisfront. In de verbinding met de organisatie gaat<br />
het bijvoorbeeld om een mediërende rol tussen de leidinggevende en de politiemedewerker, maar ook tussen de politiemedewerker<br />
en de P&O-afdeling. Veel respondenten wijzen op mogelijke belangentegenstellingen tussen de politiemedewerker<br />
met psychische problemen en de organisatie. De organisatie wil bijvoorbeeld dat de politiemedewerker bepaalde diensten<br />
draait of na uitval snel weer aan het werk gaat, terwijl de medewerker denkt dat hij dat nog niet aankan. Ook zijn er voorbeelden<br />
genoemd waarin het bedrijfsmaatschappelijk werk een doorslaggevende rol speelt bij het doorverwijzen bij PTSS of<br />
burn-out en het aanmerken van de psychische klachten als werkgebonden. Het is voor de betrokkenen niet altijd duidelijk<br />
welke positie het bedrijfsmaatschappelijk werk inneemt. <strong>Politie</strong>mensen met psychische problemen zijn daarom volgens onze<br />
respondenten soms terughoudend om informatie te geven aan het bedrijfsmaatschappelijk werk. Wie weet of deze informatie<br />
gedeeld wordt met de leidinggevende en welke gevolgen dat kan hebben?<br />
Slechts enkele respondenten spreken expliciet een waardeoordeel uit over de kwaliteit van dienstverlening door het bedrijfsmaatschappelijk<br />
werk. Die waardering lijkt overwegend positief, al vinden enkele respondenten de kennis over psychische<br />
klachten te beperkt. Opvallend is dat sommige respondenten stellen dat het bedrijfsmaatschappelijk werk weinig of geen<br />
invloed heeft op de lijn binnen het korps, terwijl anderen juist benadrukken dat dit wel het geval is. Waarschijnlijk bestaan er<br />
aanzienlijke verschillen tussen korpsen qua taakdefinitie en vooral inbedding van het bedrijfsmaatschappelijk werk binnen het<br />
korps. Dit maakt het moeilijk om een overkoepelende indruk te geven van het functioneren van het bedrijfsmaatschappelijk<br />
werk binnen de zorgketen.<br />
37<br />
Bedrijfsarts<br />
Het is lang niet alle respondenten duidelijk welke taken en rollen de bedrijfsarts heeft. 86 Respondenten die kennis van en/<br />
of ervaring met een bedrijfsarts hebben, beschrijven de volgende taken: met de politiemedewerker in gesprek gaan om te<br />
achterhalen wat het probleem is; de zorgen van anderen, zoals de leidinggevende, kenbaar maken bij de politiemedewerker;<br />
zo mogelijk een diagnose stellen; doorverwijzen 87 ; advies geven aan de politiemedewerker en aan de politieorganisatie<br />
(bijvoorbeeld de leidinggevende) over hoe het beste met eventuele beperkingen kan worden omgegaan.<br />
Tot op zekere hoogte beschrijven respondenten de rol van de bedrijfsarts en het bedrijfsmaatschappelijk werk op dezelfde<br />
manier. Beide hebben in sommige korpsen een sleutelrol in het leggen van de verbinding tussen politieorganisatie, de<br />
medewerker en de gespecialiseerde GGZ. Het zou kunnen dat juist in de korpsen waar bedrijfsartsen deze rol niet op zich<br />
nemen, het bedrijfsmaatschappelijk werk in de bres springt en vice versa. Idealiter is de bedrijfsarts volgens de verschillende<br />
respondenten een echte netwerker 88 : hij legt verbindingen, zorgt voor overzicht en coördineert. Daarbij hoort hij de medische<br />
vertrouwelijkheid te waarborgen.<br />
Meningen van respondenten over het handelen van bedrijfsartsen lopen uiteen. Meerdere respondenten zeggen dat zij<br />
grote verschillen zien tussen bedrijfsartsen, variërend van ‘uitermate betrokken’ tot ‘totaal onverschillig’. Op basis van de<br />
uitspraken van onze respondenten kan niet gezegd worden of het totaalbeeld overwegend positief of negatief is. Wel kan<br />
iets gezegd worden over factoren die het beeld beïnvloeden. In positieve zin zijn betrokkenheid, beschikbare tijd, begrip,<br />
deskundigheid en daadkracht genoemd. De kritiek op bedrijfsartsen richt zich op een aantal punten. Ten eerste een beperkte<br />
betrokkenheid, in samenhang met weinig kennis van de politieorganisatie en het politievak. Dit maakt aansluiting en begrip<br />
tussen bedrijfsarts en politiemedewerker moeilijk. Bedrijfsartsen kennen de politieorganisatie en het politievak vaak niet goed<br />
omdat ze regelmatig van werkplek veranderen. In het bijzonder bij de bedrijfsartsen die extern worden ingehuurd, lijkt sprake<br />
te zijn van meer roulatie en minder kennis van de politie dan bij interne bedrijfsartsen. Een tweede kritiekpunt is dat er geen<br />
maatwerk zou worden geleverd door bedrijfsartsen. Ze kijken niet of onvoldoende naar de individuele cliënt en diens situatie<br />
en behoeften. Het verkorten van de consulttijd werkt dit nog verder in de hand. Vertrouwelijkheid is een derde punt:<br />
‘Ik heb in de door mij genoemde situaties een paar maal ontevreden reacties over bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk<br />
werk te horen gekregen. Daarbij speelt het gebrek aan privacy: “het” wordt besproken binnen de<br />
organisatie en kan tegen je werken. De bedrijfsarts wordt dan vaak beschreven als “meer voor de werkgever dan<br />
voor de werknemer”.’<br />
Tot slot worden er vraagtekens geplaatst bij de positie van de bedrijfsarts binnen de organisatie en in de zorgketen. Een respondent<br />
geeft het voorbeeld van een bedrijfsarts wiens advies wordt overruled door een leidinggevende: ‘Een arts schrijft iets<br />
voor, maar de districtchef ketst het af.’ Het is niet duidelijk wat je aan een bedrijfsarts hebt. Ook zou de bedrijfsarts dermate<br />
86 <br />
Dit is een opvallend gegeven, aangezien de respondenten bijna allemaal directe ervaring hebben met de zorgketen.<br />
87 <br />
Voor (praktische) hulpvragen verwijst de bedrijfsarts door naar het bedrijfsmaatschappelijk werk en de geestelijk verzorger, aldus verschillende respondenten.<br />
Wanneer sprake is van (ernstige) psychische aandoeningen verwijst de bedrijfsarts door naar de gespecialiseerde GGZ.<br />
88 <br />
Personen met wie de bedrijfsarts volgens de respondenten vooral contact heeft, zijn de politiemedewerker/cliënt, diens direct leidinggevende en de huisarts.<br />
Daarnaast worden onder meer de arbeidsdeskundige, het bedrijfsmaatschappelijk werk en de re-integratieadviseur genoemd.