Koerier nr. 111 - Kovom
Koerier nr. 111 - Kovom
Koerier nr. 111 - Kovom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
11<br />
gebouwd rond de eeuwwisseling. Bij het<br />
uitbreken van de oorlog diende zij als<br />
Batterijschip IJmuiden ter bescherming van<br />
de havenmond. Op 14 mei 1940 besloot de<br />
bemanning onder leiding van commandant<br />
LTZ1 A.C.H. Kuyck het schip tot zinken te<br />
brengen om het uit handen te houden van de<br />
vijand. Op 16 juli 1940 werd het gelicht en op<br />
24 juli naar Amsterdam versleept. Daarna<br />
werd het in maart 1941 naar Kiel versleept<br />
om op de werf Howardwercke tussen april<br />
1942 en augustus 1943 ook te worden<br />
omgebouwd tot FLAK schip Undine. Vanaf<br />
september 1943 lag ze bij Peenemünde ter<br />
bescherming van het ons aller bekende V<br />
wapencentrum. In de herfst van 1944 werd<br />
ze versleept naar Pölitz, toen nog een Duitse<br />
kustplaats eveneens gelegen aan de Oostzee.<br />
Na de oorlog werd de Undine eveneens<br />
teruggevonden in Wilhelmshaven en weer<br />
door Nederland overgenomen. Bij de<br />
Rijkswerf in Den Helder werd ze omgebouwd<br />
tot logementschip. Aangezien er reeds een<br />
ander schip rondvoer bij de marine met de<br />
naam Jacob van Heemskerck kreeg zij niet<br />
haar oude naam terug maar sleet ze haar<br />
laatste jaren als Hr.Ms. Neptunus. In<br />
september 1974 werd ze uit dienst gesteld en<br />
op 11 mei 1975 verkocht om te worden<br />
gesloopt.<br />
FLAK schip Undine, met ook daar in het midden<br />
een Würzburg Riese radarinstallatie [6].<br />
Nachtjagdleitschiff Togo<br />
Dan komen we nu aan een ander door de<br />
Duitsers speciaal omgebouwd schip. Het<br />
radarschip Togo. Het motorschip liep in 1938<br />
van stapel als een Duits vrachtschip. Bij het<br />
uitbreken van de oorlog in september 1939<br />
lag het in de haven van Douala gelegen in<br />
Kameroen, toen een Franse kolonie. De<br />
kapitein Eugene Rousselet van geboorte Belg<br />
wist internering van zijn bemanning te<br />
vermijden door weg te glippen naar de nabij<br />
gelegen Belgisch Kongo havenstad Bomo. Op<br />
25 oktober vertrok ze uit deze veilige haven<br />
en wist succesvol de blokkades te omzeilen,<br />
en kwam veilig aan in Hamburg. Aldaar werd<br />
ze op 2 november 1940 gevorderd door de<br />
Kriegsmarine en nam als Werkstattschiff 14<br />
in april 1940 deel aan de invasie van<br />
Noorwegen. Op 21 april liep ze bij het<br />
Kattegat op een mijn neergelegd door de<br />
Britse duikzeeboot HMS Narwhal. In augustus<br />
1940 werd ze omgebouwd tot mijnenlegger<br />
en gestationeerd in de Franse haven<br />
Cherbourg om deel te nemen aan Operatie<br />
Seelöwe, de invasie van Groot Brittannië.<br />
Zoals we weten ging dit allemaal niet door<br />
dus werd ze in juni 1941 bij werven Wilton-<br />
Feijenoord in Rotterdam en Stettiner<br />
Oderwerke in Stettin omgebouwd tot<br />
Hilfkreuzer. Daar kreeg ze een bewapening<br />
van 4 stuks 15 cm kanonnen, zes FLAK 4.4<br />
cm en vier tweeloops 2 cm mitrailleurs. De<br />
Kriegsmarine nam haar in december 1942 in<br />
dienst en gaf haar het nummer HSK 10 of<br />
Schiff 14 Bij de Britse marine werd ze bekend<br />
onder de naam Raider k.<br />
De Togo voor de ingrijpende verbouwing. Op de<br />
foto zie ik ook geen zware bewapening zoals vier<br />
maal 15 cm kanons, dus ik denk dat het nog uit de<br />
Werkstattschiff-tijd is. Let vooral ook op de<br />
indrukwekkende camouflagekleuren [7].<br />
Ze kreeg als naam HSK Coronel, naar de Slag<br />
om Coronel waarin Admiraal Maximiliaan Von<br />
Spee in november 1914 voor de kust van<br />
Chili zegevierde tegen een kruiserflottielje<br />
van de Britse Marine. Onder het commando<br />
van Kapitän zur See<br />
Ernst-Ludwig<br />
Thienemann (foto) [8]<br />
probeerde ze op 31<br />
januari door het Engelse<br />
kanaal uit te breken naar<br />
de Atlantische Oceaan.<br />
Maar doordat de Britse<br />
marine toen al in staat<br />
was de gecodeerde berichten te ontcijferen,<br />
was haar poging bekend. Samen met een<br />
aantal patrouilleschepen en mijnenlegger<br />
ging ze op pad. Gehinderd door mijnenvelden<br />
en storm liep ze twee keer vast op een<br />
zandbank maar uiteindelijk kwam ze in Sylt<br />
terecht, een plaatsje bij de Duitse Wadden in<br />
Sleeswijk Holstein. Al havenhoppend van<br />
Duinkerken en daarna naar Calais ontweek ze<br />
op 10 februari succesvol de kustbatterijen bij<br />
Dover. Maar ze was nog niet veilig, ze werd<br />
meerdere keren aangevallen vanuit de lucht<br />
en moest uiteindelijke door averij uitwijken<br />
naar Boulogne. Daar kon ze<br />
echter niet gerepareerd<br />
worden waardoor ze terug<br />
moest naar Kiel waar ze op<br />
2 maart weer aankwam. Ze<br />
werd daarna ingezet als<br />
mijnenveger en uiteindelijk<br />
werd ze aan het eind van<br />
1943 omgebouwd tot<br />
Nachtjagdleitschiff<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>111</strong> AUGUSTUS 2012