Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof - Jette

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 117, 119, 133 en
135 §2;
Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en lijkbezorging en zijn
wijzigingen;
Overwegende dat de gemeenteraad het tarief en de voorwaarden voor het
verlenen van concessies vaststelt;
Overwegende dat de gemeenteraad concessies kan verlenen;
Besluit :
Art . 1 - Gemeentelijk kerkhof
Hoofdstuk I – Algemene bepalingen
Het gemeentelijk kerkhof van Jette is gelegen te Jette, Secrétinlaan 2, het heeft een
oppervlakte van 3 ha, 36 a, 94 ca en is ingeschreven in het kadastraal register onder nummer
3 de afdeling, sectie D, perceel 263 E2.
Art . 2 – Bestemming
Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
a) Overeenkomstig het desbetreffend huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof en
het reglement op de belastingen en retributies van het kerkhof die voor de verschillende
soorten van begraving bestemd zijn, is het kerkhof bestemd voor :
‐ de teraardebestelling van personen en foetussen;
‐ de teraardebestelling van asurnen, het bijzetten in het columbarium van asurnen en de
uitstrooiing van as van verbrande lijken;
b) Zonder enige uitzondering gebeurt elke teraardebestelling, bijzetten in columbarium,
uitstrooien van as en andere door de wet toegelaten vormen van begraving
overeenkomstig de wet van 21 juli 1971 op de lijkbezorging en de begraafplaatsen;
c) De vergunningen voor begraving worden enkel toegestaan op de plaatsen daartoe
aangewezen op de begraafplaatsen;
d) In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de
begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op een vergoeding. Hij
heeft het recht op het kosteloos bekomen van een grafruimte of een nis van dezelfde
grootte op de nieuwe begraafplaats en dit voor de resterende periode van de initiële
concessie.
De kosten voor het overbrengen van de lichamen zijn ten laste van het gemeentebestuur. De
kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten evenals de kosten van de
vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.
A.- Begravingen
Hoofdstuk II – Begravingen & Opgravingen
Art. 3 - Pleegvormen die de begravingen voorafgaan
Elk overlijden of het ontdekken van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente
1

wordt zonder verwijl aan de ambtenaar van de burgerlijke stand aangegeven.
Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten
vroegste 24 uur na het overlijden en ten laatste 14 dagen na het overlijden, de begraving of
de crematie plaats.
Deze periode kan door een beslissing van de burgemeester ingekort worden indien om
hygiënische redenen het lijk sneller moet begraven worden en verlengd worden indien het
Parket van de procureur des Konings de toelating tot begraven moet afleveren.
Diegene die voor de begraving instaat regelt de formaliteiten voor de begrafenis met het
gemeentebestuur, en beslist in overleg over de dag en het uur van de begraving. Bij
ontstentenis daarvan wordt het nodige gedaan door het gemeentebestuur.
Art . 4 - Tot kisting mag slechts overgegaan worden nadat het overlijden door de ambtenaar van
de burgerlijke stand werd vastgesteld na voorlegging van het nodige doktersattest.
De kisting van het te cremeren of naar het buitenland te vervoeren stoffelijk overschot heeft
plaats in het bijzijn van de burgemeester of zijn afgevaardigde die de toepassing van de
wettelijke en reglementaire bepalingen nagaat.
Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer
geopend worden.
Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en methoden, die de
natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden.
Art . 5 - Een balseming voorafgegaan aan de kisting, kan in de door de Koning bepaalde
gevallen toegelaten worden.
B.- Opgravingen
Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
Art. 6 - Behoudens de door de rechterlijke of administratief bevolen opgravingen mag geen
opgraving worden verricht dan met de schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn
afgevaardigde.
De aanvraag tot opgraving dient door de nabestaande schriftelijk te worden aangevraagd en
gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating
bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten volgende beschikkingen steeds worden
nageleefd :
‐ De dag en het uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de dienst
der begravingen vastgelegd;
‐ Het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het
graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot de
opgraving wordt overgegaan;
‐ Het openleggen van het graf, het openen van de grafkelder, het lichten van de kist uit het
graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de gemeente alsook het
openen van de nis, het uitnemen van de urne uit de nis en het sluiten van de nis.
De kosten worden berekend overeenkomstig het desbetreffende gemeentelijk belasting- en
retributiereglement .
Art . 7 - De opgraving gebeurt in het bijzijn van een gemachtigde, aangesteld door de
burgemeester die er verslag van opmaakt. De burgemeester of zijn gemachtigde kan het
gebruik van een nieuwe kist voorschrijven indien hij zulks nodig acht en elke andere maatregel
nemen van aard om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen, zulks op
kosten van de aanvrager(s).
2

Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
Art . 8 – Indien het op te graven lijk of een uit te nemen urne het kerkhof verlaat om naar een
andere plaats overgebracht te worden, al dan niet gelegen op het grondgebied van de
gemeente, is het verplicht de kist of de urne in een hermetisch gesloten metalen omhulsel te
plaatsen alvorens zij mag vervoerd worden, zulks op kosten van de aanvrager(s).
Art . 9 - Behalve bij rechterlijk bevel worden op zaterdagen, zondagen en feestdagen geen
opgravingen verricht.
Hoofdstuk III – Percelen
Art . 10 - Percelen bestemd voor begravingen hebben de volgende oppervlakte en afmetingen
Concessies van 5 en 15 jaar in volle grond : 1,53 m² - 0,84 m x 1,80 m
Concessies van 50 jaar grafkelder : 2,50 m² ( 1,00 m x 2,50 m )
Concessies van 50 jaar in volle grond : 2,00 m² ( 1,00 m x 2,00 m )
Kinderen en urnen in volle grond : 0,40 m² - 0,50 m x 0,80 m ( 1,00 m x 2,00 m )
Hoofdstuk IV – Grafstenen & gedenktekens
Art . 11 – Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten er zich tegen verzetten,
heeft eenieder het recht om op het graf van zijn verwante of vriend een grafsteen of een
gedenkteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de
concessiehouder .
Art . 12 - Regeling betreffende het plaatsen van grafstenen en gedenktekens
a) Het is verboden grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm,
afmetingen, hun opschriften of aard van de materialen, de reinheid, de gezondheid, de
veiligheid, de doorgang en de rust op de begraafplaats, kunnen verstoren.
De grafstenen en gedenktekens moeten zodanig geplaatst en onderhouden worden dat
zij geen schade kunnen berokkenen aan de naburige graven, ze moeten zich in het
midden van elk perceel bevinden en mogen niet afwijken van de rooilijn geplaatst door
de verantwoordelijke van de begraafplaats.
Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden, kniel- en
bidbanken zijn niet toegelaten.
Alvorens op de begraafplaatsen te worden toegelaten, moeten de voor de grafstenen
en gedenktekens bestemde materialen volledig afgewerkt, gekapt en gereed zijn om
onmiddellijk geplaatst te worden. Geen enkel hulpmateriaal, resterend materiaal mag
binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. De materialen worden
aangevoerd naarmate de behoeften. Op bevel van de burgemeester en na een zonder
gevolg gebleven ingebrekestelling wordt overgegaan tot de wegneming van de
materialen op kosten van de overtreder.
b) Concessies van 5 jaar
Mits inachtneming van een wachtperiode van drie maanden na de begraving mag de
concessiehouder of diens nabestaande een grafsteen of gedenkteken plaatsen; wel
dient op elk graf binnen de 5 dagen na de begraving een kenteken geplaatst te worden
waarop duidelijk de naam, de voornaam en de overlijdensdatum van de gestorvene
vermeld staat.
3

Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
c) Concessies van 15 jaar (volle grond) en 50 jaar (volle grond en kelder)
Concessies van 15 jaar zijn individueel en lijken of urnen die de as van de overleden
persoon bevatten worden er in volle grond begraven.
Concessies van 50 jaar kunnen meerdere lijken of urnen die de as van de overleden
persoon bevatten en worden begraven of in volle grond of in kelder.
Nieuw aan te maken grafkelders moeten binnen de 60 dagen volledig afgewerkt en
beschikbaar zijn om het lijk erin op te bergen; bestaande kelders moeten onmiddellijk
klaar en beschikbaar zijn om het lijk erin op te bergen.
Mits inachtneming van een wachtperiode van drie maanden en binnen een tijdspanne
van 12 maanden vanaf de teraardebestelling van een eerste lichaam is de
concessiehouder of diens nabestaande verplicht een grafsteen te plaatsen.
De grafsteen moet in natuur- of kunststeen vervaardigd zijn.
Aan de voet van de grafsteen zal aan de linker- of rechterzijde vooraan het volgnummer
aangebracht worden waarvan de maximum afmetingen 0,05 m x 0,12 m zijn.
d) Columbarium
De urne met de as van de gecremeerde kan op verzoek worden bijgezet in een gesloten
nis van het columbarium, de urne heeft een maximum hoogte van 0,27 m. Nadat de
urne in de nis is geplaatst, wordt deze laatste door de zorgen van de aangestelde van
de gemeente verzegeld. De familie of enig belanghebbende kan er nadien een
naamplaat op laten bevestigen, verplicht uit jasberggraniet vervaardigd.
Art. 13 - Afmetingen van grafstenen en gedenktekens
a) Concessies van 5 en 15 jaar in volle grond :
maximum hoogte : 1,50 m
breedte : 0,80 m
dikte : minimum 0,08 m – maximum 0,20 m
lengte : 1,80 m
Voor elke grafsteen moet een volle plint van 0,84 m breed en 0,08 m dik geplaatst
worden , boven de grond moet ze gelijk met de grafsteen lopen en op een diepte van 25
cm tot 30 cm in de grond steken .
b) Concessies van 50 jaar in volle grond :
maximum hoogte : 1,50 m
breedte : 0,99 m
dikte : minimum 0,08 m – maximum 0,20 m
lengte : 2,00 m
Voor elke grafsteen zal een volle plint van 0,99 m breed en 0,08 m dik geplaatst worden
, boven de grond moet ze gelijk met de grafsteen lopen en op een diepte van 25 cm tot
30 cm in de grond steken .
c) Concessies van 50 jaar ( grafkelders ) :
maximum hoogte : 1,50 m
breedte : 0,99 m
dikte : minimum 0,08 m – maximum 0,20 m
lengte : 2,50 m
d) Kindergraven en urnen in volle grond :
maximum hoogte : 0,60 m
breedte : 0,50 m
4

dikte : minimum 0,08 – maximum 0,20 m
lengte : 0,80 m
e) Concessies in columbarium :
afmetingen : 0,39 m x 0,39 m
dikte : 0,02 m .
Art . 14 - Het mortuarium is bestemd voor
Hoofdstuk V – Mortuarium
‐ het bewaren van de gevonden lijken die nog dienen geïdentificeerd te worden in
afwachting van de begraving;
‐ het ontvangen van lijken die op de plaats van het overlijden of in de woonplaats niet
kunnen bewaard worden;
‐ het opnemen van lijken waarop ingevolge een rechterlijke beslissing een lijkschouwing
moet verricht worden;
‐ het bewaren van lijken voor vrijwaring van de openbare gezondheid;
‐ het bewaren van lijken waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of, bij
ontstentenis, door elke belanghebbende, na toelating van het gemeentebestuur.
Onderhoud van de graven
Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
Hoofdstuk VI – Bouw- en beplantingswerken
Art . 15 – Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra zij niet meer fris
zijn. Bloemen en planten aangebracht op de graven moeten goed onderhouden worden en
weggenomen worden wanneer ze afgestorven zijn.
Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of
gedeeltelijk uit breekbaar glas
Er mogen geen hoogstammige bomen gepland worden. Ook zullen er geen andere
boomsoorten of planten achter de graven, noch in de plantenbak mogen gepland worden
zonder voorafgaandelijke toestemming van de Burgemeester.
Hoofdstuk VII – Politie
Art . 16 – Behoudens afwijking toegestaan door de Burgemeester is de gemeentelijke
begraafplaats voor het publiek toegankelijk :
‐ van 8 uur tot 17 uur vanaf 1 juni tot 30 september;
‐ van 9 uur tot 17 uur vanaf 1 oktober tot 31 mei.
Art . 17 – Op zaterdagen, zon- en feestdagen mogen geen werkzaamheden uitgevoerd worden
op het kerkhof, noch grafstenen of –tekens geplaatst, afgenomen, afgehaald en/of aangebracht
worden.
Art . 18 – Van 30 oktober tot 2 november inbegrepen is het verboden om nog grafstenen of
5

–tekens te plaatsen of achter te laten op de begraafplaats.
De aangevoerde grafstenen of –tekens die nog niet geplaatst zijn op 29 oktober bij de sluiting
van de begraafplaats, moeten door toedoen van de familieleden daags nadien voor 12 uur ’s
morgens verwijderd zijn op risico dat deze en andere achtergelaten materialen of voorwerpen
ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de
gemeentediensten.
Ten laatste op 29 oktober bij sluiting van de begraafplaats moeten de kelders eveneens
afgewerkt of dichtgemaakt zijn.
Vanaf 30 oktober, 12 uur, tot 2 november inbegrepen, is het eenieder verboden om nog
schilder-, voeg-, metselwerken en schoonmaak (droog of met water) uit te voeren op de
begraafplaats.
Het onderhoud van de tuintjes is toegelaten op voorwaarde dat de wegen perfect schoon blijven
en niet beschadigd worden.
Art. 19 – De gemeente staat niet in voor de op de graven geplaatste voorwerpen en kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor de beschadigingen aan de graven of de diefstallen van de
aangebrachte gedenktekens, beplantingen, …
Art. 20 – Op de begraafplaats zijn alle handelingen verboden woordoor de orde of de aan de
doden verschuldigde eerbied verstoord wordt.
Behoudens toelating gegeven door de Burgemeester is het in de nabijheid van en op de
begraafplaats formeel verboden :
a) aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen bepaald
door de wet van 20 juli 1971 of bij politieverordening;
b) goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.
art. 21 – Het is verboden
Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
a) het kerkhof te betreden met voorwerpen die niet voor graven bestemd zijn, er
kinderen aan zichzelf over te laten en te roken;
b) de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te
betreden en/of te beschadigen;
c) opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan
de doden verschuldigde eerbied verstoren.
d) de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze dan ook te
beschadigen;
e) binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis of afval te
storten, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;
f) zich op de begraafplaats en aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet
6

Gemeentebestuur van Jette
Huishoudelijk en politiereglement op het kerkhof
overeenstemt met de ernst en de stilte van deze plaats en met de eerbied
verschuldigd aan de doden;
g) met voertuigen, fietsen en dergelijke de begraafplaats binnen te rijden, behoudens
dienstvoertuigen, voertuigen voor gehandicapte personen en voor diegenen waarvoor
uitzonderlijke toestemming door de Burgemeester wordt verleend;
h) vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel
gehandicapten of andere minder validen met hun geleidehond, politiediensten en
erkende bewakingsondernemingen in dienst met waak- en verdedigingshonden.
Hoofdstuk VIII – Strafbepalingen
art. 22 – De toegang op het kerkhof is verboden aan personen die in staat van dronkenschap
verkeren, aan bedelaars en aan niet vergezelde kinderen.
Art. 23 – Onverminderd de toepassing van de strafmaatregelen voorzien bij artikelen 315, 340,
453 & 526 van het wetboek van strafrecht in geval van overtreding met de wet van 20 juli 1971
op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals gewijzigd door de wet van 20 september 1998,
worden de overtreders van de bepalingen van dit reglement met politiestraffen beboet.
Hoofdstuk IX – Slotbepalingen
Art. 24 – Het College van Burgemeester en Schepenen beslecht de gevallen die niet in dit
reglement voorzien zijn en die een onmiddellijke oplossing vergen.
Art. 25 – Elke overtreding van de bepalingen van dit reglement en waarvoor de wet geen
specifieke sanctie zou voorzien zal bestraft worden overeenkomstig artikel 119bis van de
Nieuwe Gemeentewet met betrekking op de administratieve sancties, met een administratieve
boete van maximum 250 €.
Enkel de rechtbanken van het Gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bevoegd voor eventuele
geschillen.
Art. 26 – Elk voorgaand reglement betreffende hetzelfde onderwerp wordt ingetrokken, met
uitzondering van het in voege zijnde retributiereglement en de beslissing van de gemeenteraad
van 17 juli 1952 betreffende het reglement op de begraving op het Ereperk en de beslissing van
het College van Burgemeester en Schepenen van 26 september 1974 betreffende de
begrafenissen op zater- zon- en feestdagen.
Art. 27 – Het huidig reglement treedt in werking op 24 februari 2011.
7