UniTech Vaatwas-doseersysteem ... - Knighteurope.eu

INSTALLATIE - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Bestudeer de aansluitschema's van de pagina's 20 - 22
nogmaals om vertrouwd te raken met de aansluitingen
van het UniTech model in uw bezit.
Belangrijke informatie voor voorbedrade units: Deze
modellen hebben draden met kleurcodes voor de
netvoeding, signalen en sonde. Verzeker u ervan dat u
de juiste draden gebruikt voor de volgende elektrische
aansluitingen. De transformatoraansluitingen van deze
modellen zijn standaard afgestemd op 230V (zoals
afgebeeld in de aansluitschema's). Dit moet vóór de
installatie voor 115V of 208V toepassingen in de unit
worden aangepast! Europese modellen zullen altijd
uitsluitend geschikt zijn voor 230V hoofdspanning!
Verzeker u ervan dat alle spanning van de vaatwasser
is afgesloten. Open de machine en zoek de geschikte
aansluitingen voor de waspomp- en spoelglanspompsignalen.
Voor systemen met een enkele transformator
(alle Europese modellen) is ook een hoofdspanningsbron
nodig. Raadpleeg het aansluitschema van de
vaatwasser, indien beschikbaar.
►
Enkele transformator: Sluit de elektrische bedrading
aan op de bron van het vaatwasmiddel signaal. Het
spanningsbereik van dit stuursignaal moet liggen
tussen de 14 - 240 VAC.
► Dubbele transformator: Sluit de elektrische
bedrading aan op de bron van het vaatwasmiddel
signaal. Dit moet 115, 208, of 230 VAC zijn
Spoelglans - signaal
Naast het aansturen van de spoelglanspomp, regelt het
spoelglans-signaal ook de start van de vaatwasmiddel
nadosering als de besturing op tijdbasis is ingesteld. Het
spoelglans-signaal zal tevens de eerste dosering starten
als de besturing is ingesteld op tijdbasis in combinatie
met een deurmachine.
Zoek in de vaatwasser een spanningsbron die alleen
tijdens het naspoelen is ingeschakeld, zoals de naspoelwaterklep
of het lampje van de naspoelcyclus.
Schakel de hoofdspanning van de vaatwasser uit.
• Enkele transformator: Sluit de bedrading aan op de
bron van het spoelglans-signaal. De spanning van het
signaal moet liggen tussen de 14 - 240 VAC.
• Dubbele transformator: Sluit de bedrading aan op de
bron van het spoelglans-signaal, De spanning van het
signaal moet 230 VAC zijn.
Installatie van de sonde (indien gewenst)
Netvoeding
Een netvoedingsaansluiting is alleen van toepassing op
enkele transformator systemen (alle Europese
modellen). Sla deze sectie over wanneer u een
doseerunit met 2 transformatoren heeft.
Sluit de elektrische bedrading aan op een 115,208 of
230 VAC spanningsbron die “aan” is wanneer de
vaatwasser op “aan” staat. Dit zal spanning leveren voor
zowel het vaatwasmiddel- als het naglans-circuit, maar
de UniTech zal slechts chemicaliën doseren wanneer er
een elektrisch stuursignaal wordt gegeven. Gebruik,
indien mogelijk, de AAN/UIT schakelaar van de
vaatwasser als bron voor de netspanning. Vermijd het
gebruik van de waspomp motor van de vaatwasser als
spanningsbron.
Vaatwasmiddel - signaal
Een vaatwasmiddel signaal is noodzakelijk voor
activering van de vaatwasmiddel-dosering, middels de
sonde of op tijdbasis (de eerste vulling). Een
vaatwasmiddel signaal is niet noodzakelijk bij gebruik in
de tijdbasis modus in bij een deurmachine. De lengte
van het spoelglans-signaal wordt dan gebruikt om de
eerste vulling te activeren.
Zoek in de vaatwasser een spanningsbron die alleen
tijdens de afwascyclus is ingeschakeld, zoals
bijvoorbeeld het relais voor de sturing van de
waspompmotor en controleer het voltage.
Ledig de vaatwasser volledig. Installeer de sonde als
volgt, of vervang een bestaande sonde indien deze
aanwezig is. Gebruik in beide gevallen nieuwe
bedrading voor de sonde.
(1) Installeer de sonde in de wastank onder het
waterniveau. Hij mag niet in de nabijheid zitten van
de waterinvoer, de inlaat van de circulatiepomp, en
min. ca. 10 cm. van de hoeken, verwarmingselementen
of de bodem van de tank. Wanneer u
geen bestaand montagegat kunt vinden moet u een
gat boren of stansen van 22 mm.
(2) Gebruik stroomdraad van ca. 1 mm² voor de
aansluiting van de sonde. In verband met eventuele
interferentie mag de sondedraad niet in de buurt
van de wisselstroomleidingen liggen. Leg de
sondedraden niet langs hetzelfde traject als de
spannings- en signaaldraden.
(3) Sluit de stroomdraad aan op de sonde. De
bijgeleverde ringstekkers worden aanbevolen. zorg
ervoor dat u ze met 2 “contra” moeren vastzet op
de aansluitpunten van de sonde om te voorkomen
dat de sondepennen uit het kunststof sondehuis
worden getrokken. De ringstekkers moeten worden
geborgd tussen de binnenste en buitenste moer.
DUMA_UNITECHWW060324-0900591 Rev A (07/04) P 5 / 24