23.03.2014 Views

Reglement Jachthondenproeven

Reglement Jachthondenproeven

Reglement Jachthondenproeven

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Reglement</strong> ‘10<br />

2. De B-proeven, B1 tot en met B6, worden elk gekeurd door één keurmeester;<br />

de A-proeven, A1 en A2, worden elk gekeurd door twee keurmeesters.<br />

Inrichting en beoordeling van de proeven<br />

Art. B.7 Inrichting van de B-proeven, B1 tot en met B6<br />

1. Elke proef bestaat uit twee apporten. De moeilijkheidsgraad van de<br />

afzonderlijke opdrachten en apporten mag die van de gestandaardiseerde<br />

proeven A t/m H van de KNJV-proef slechts in geringe mate te boven gaan.<br />

2. De proeven dienen zodanig te worden ingericht, dat<br />

––<br />

tenminste twee van deze proeven een waterelement bevatten,<br />

––<br />

tenminste bij twee van deze proeven een schot wordt gelost,<br />

––<br />

tenminste bij één van de proeven de steadiness beoordeeld kan worden<br />

(onder meer inhoudende, dat bij deze proef gebruik wordt gemaakt van<br />

een hagelgeweer, als omschreven in art. VII.12) en<br />

––<br />

de proeven redelijkerwijze binnen vijf minuten door voorjager en hond<br />

uitgevoerd kunnen worden.<br />

3. Vier van de zes B-proeven (B1, B2, B4 en B5) worden door de A-honden afgelegd.<br />

Tenminste één van deze vier proeven moet een waterelement bevatten,<br />

bij tenminste één van deze proeven moet een schot worden gelost en<br />

bij tenminste één van deze proeven moet de steadiness beoordeeld kunnen<br />

worden.<br />

Art. B.8 Inrichting van de A-proeven, A1 en A2<br />

1. Elke proef bestaat uit twee apporten. De moeilijkheidsgraad van de afzonderlijke<br />

opdrachten en apporten mag die van de gestandaardiseerde proeven<br />

A tot en met J van de KNJV-proef slechts in geringe mate te boven gaan.<br />

2. De proeven dienen zodanig te worden ingericht, dat<br />

––<br />

tenminste één van deze proeven een waterelement bevat,<br />

––<br />

tenminste één dirigeerapport en één apport van een verre loper onderdeel<br />

zijn en<br />

––<br />

de proeven redelijkerwijze binnen acht minuten door voorjager en hond<br />

uitgevoerd kunnen worden.<br />

Art. B.9 Te gebruiken diersoorten<br />

1. De bejaagbare wildsoorten: haas, fazant, wilde eend, konijn, houtduif, mits<br />

ze legaal zijn verkregen.<br />

2. Overige diersoorten die legaal verkregen zijn en gebruikt mogen worden.<br />

De C.J.P. gaat in dat geval op voorhand akkoord met kraai, nijlgans en<br />

meerkoet. Het gebruik van de vos, de muskusrat, beverrat en overige ratten<br />

is niet toegestaan.<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!