Reglement Jachthondenproeven
Reglement Jachthondenproeven
Reglement Jachthondenproeven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Reglement</strong> ‘10<br />
Art. C.10 Beoordeling<br />
1. De wijze van keuren moet praktijkgericht zijn. Het wild moet correct worden<br />
geapporteerd. Staand afgeven leidt niet tot puntenaftrek. De voorjager<br />
dient de hond zonder halsband, los voor te jagen en bij de uitvoering de<br />
weidelijkheidsnormen te respecteren.<br />
2. De hond moet in alle rust worden voorgejaagd. Inspringen, onrust op post,<br />
wild ruilen, luidruchtige commando’s, bij herhaling commando’s niet opvolgen<br />
leidt tot puntenaftrek.<br />
3. Uit de hand raken, wild niet binnenbrengen leidt tot een onvoldoende.<br />
4. Hinderlijk piepende, jankende en blaffende honden en honden die schotschuw<br />
zijn, wild aansnijden, begraven, verstoppen of beschadigen, worden<br />
gediskwalificeerd.<br />
Art. C.11 Bijzondere bepalingen<br />
1. Indien daarvoor redenen aanwezig zijn, zijn de keurmeesters bevoegd om in<br />
een individueel geval de tijd van de proef voor de deelnemer te verlengen.<br />
2. De keurmeesters zijn bevoegd om een proef te laten beëindigen wanneer<br />
er naar hun oordeel geen uitzicht op is, dat de proef voldoende wordt<br />
afgelegd.<br />
3. De proeven moeten worden afgelegd met het door de organisatie beschikbaar<br />
gestelde wild. Als een hond met ander wild terugkeert, wordt dat niet<br />
aangemerkt als het beoogde apport.<br />
4. Alhoewel bij de beoordeling van de proeven praktijkgericht wordt gekeurd<br />
en een volmaakte afwerking niet wordt vereist, leidt extreem slordig apport<br />
tot een onvoldoende.<br />
5. Als het gaat om fouten die tot puntenaftrek leiden, kan cumulatie van<br />
dergelijke fouten leiden tot een onvoldoende.<br />
6. Bij verdenking van hardheid in de bek, moet de keurmeester het geapporteerde<br />
wild onderzoeken op beschadigingen.<br />
7. Een gedelegeerde is bevoegd om honden die een ernstig agressief gedrag<br />
vertonen, te diskwalificeren.<br />
8. Een hond die gediskwalificeerd is, mag daarna geen proef meer afleggen.<br />
9. Een gedelegeerde is bevoegd om van de bepalingen in deze paragraaf af te<br />
wijken, indien en voor zover de omstandigheden zodanig zijn, dat aan de<br />
essentie van een proef anders geen recht kan worden gedaan.<br />
57