05.04.2014 Views

Onverwacht bezoek: onaangekondigd toezicht vergeleken ... - Vide

Onverwacht bezoek: onaangekondigd toezicht vergeleken ... - Vide

Onverwacht bezoek: onaangekondigd toezicht vergeleken ... - Vide

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong><br />

<strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

C.A.J. Ketelaars, Y.M. Grul, M.C.J.L. Klerks, V.P. Pelgrom & P.B.M. Robben<br />

1. Inleiding<br />

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder genoemd de Inspectie) kondigt<br />

haar <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en bij de verpleeg- en verzorgingshuizen meestal van te voren<br />

aan.<br />

Het aankondigen van inspectie<strong>bezoek</strong>en heeft te maken met de relatie tussen de<br />

inspecteur en de inspectee. Deze relatie is gebaseerd op overleg, samenwerking en<br />

het vertrouwen van de Inspectie in de inspanningen van de zorgaanbieder om<br />

goede kwaliteit van zorg te leveren. Onaangekondigde <strong>bezoek</strong>en lijken op het eerste<br />

gezicht niet goed te passen bij dit vertrouwen. Deze vorm van <strong>toezicht</strong> roept<br />

eerder het beeld op van een inspectie die de zorgaanbieder wantrouwt en die erop<br />

gericht is om de zorgaanbieder te betrappen op nalevingtekorten.<br />

De laatste jaren is er toenemende maatschappelijke, politieke en interne druk om<br />

onverwacht <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en te brengen. 1,2,3 In het onlangs vastgestelde Regeeren<br />

gedoogakkoord van het Kabinet-Rutte komt nadrukkelijk naar voren wat de<br />

regering van de inspectie verwacht:<br />

‘De Inspectie voor de Volksgezondheid zal minder papieren verantwoording<br />

vragen en meer inspectie op de werkvloer uitvoeren […]. De inspectie zal<br />

inspecteren op de werkvloer, ook via <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>en waarbij bijvoorbeeld<br />

mystery guests ingezet kunnen worden.’ 4<br />

Van de Inspectie wordt gevraagd minder te vertrouwen wat op papier staat en zelf<br />

op zoek te gaan naar misstanden of risico’s in de zorg. Verwacht wordt dat de<br />

Inspectie bij <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> informatie verzamelt over wat zich bij een<br />

zorginstelling werkelijk in de praktijk afspeelt. Het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>, zo<br />

is de gedachte, komt voor de zorgaanbieder als verrassing en dit vergroot de kans<br />

op het verkrijgen van de juiste informatie.<br />

Verondersteld wordt dat de Inspectie tijdens een aangekondigd <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong><br />

geen reëel beeld krijgt van de kwaliteit van zorg, omdat de zorginstelling de tijdsperiode<br />

tussen de aankondiging van het inspectie<strong>bezoek</strong> en het daadwerkelijke<br />

<strong>bezoek</strong> gebruikt om zich beter voor te doen dan in werkelijkheid het geval is. Bij<br />

1 VWS, Brief aan Tweede Kamer 10 januari 2010, kenmerk DLZ-K-U-2979571.<br />

2 VWS, Brief aan Tweede Kamer 12 maart 2010, kenmerk MC-U-2988620.<br />

3 Tweede Kamer, Mw. Agema, IGZ gaat eindelijk <strong>onaangekondigd</strong> controleren, Documentnummer<br />

Z24806, 9-12-2009.<br />

4 Rijksoverheid, Regeer- en Gedoogakkoord. Vrijheid en Verantwoordelijkheid, Den Haag 2010.<br />

42 Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1


<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> <strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

<strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> is er geen gelegenheid de zaak op orde te brengen. 5 Een<br />

andere veronderstelling is dat de Inspectie tijdens een <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong><br />

meer kijkt naar de praktijk van de zorg en minder naar procedures en protocollen.<br />

In de <strong>toezicht</strong>praktijk heeft het voordelen om een instelling vooraf te informeren<br />

over het inspectie<strong>bezoek</strong>. Dossiers zijn verzameld en registraties liggen klaar,<br />

medewerkers houden tijd vrij voor een gesprek en afdelingen zijn klaar voor een<br />

inspectieronde. Hier staat tegenover dat de instelling ook alle tijd en mogelijkheid<br />

heeft om zaken beter voor te doen dan ze feitelijk zijn. Men kan ervoor zorgen dat<br />

de zorgdossiers volledig zijn ingevuld en dat het personeel is geïnstrueerd hoe te<br />

antwoorden op vragen van de Inspectie. Een ander nadeel is dat aangekondigd<br />

<strong>toezicht</strong> in de media en politiek het beeld kan oproepen dat de Inspectie zich<br />

gemakkelijk dingen op de mouw laat spelden, of niet verder kijkt dan de neus lang<br />

is.<br />

In de literatuur is een scala aan neveneffecten van <strong>toezicht</strong> beschreven zoals<br />

window dressing, misleiding van de Inspectie, strategisch gedrag, bureaucratisme<br />

en de performance paradox. 6 Met de performance paradox wordt bedoeld dat de<br />

instelling er voor zorgt dat op papier alles in orde is en dat men de juiste dingen<br />

laat zien aan de inspecteur om een goed inspectierapport te krijgen. De instelling<br />

voldoet zo aan de verwachting van de Inspectie zonder de zorg daadwerkelijk te<br />

verbeteren.<br />

Ook nu al brengt de Inspectie <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en, bijvoorbeeld<br />

na een calamiteit of als onderdeel van een thematisch onderzoek. Het <strong>toezicht</strong> bij<br />

de verpleeg- en verzorgingshuizen bestaat echter voor een substantieel deel uit<br />

aangekondigde <strong>bezoek</strong>en in het kader van Gefaseerd Toezicht. 7 Bij andere rijksinspecties<br />

is het onderwerp <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> ook actueel. Nederlandse<br />

publicaties over effecten van <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> zijn niet beschikbaar. Dit<br />

was de aanleiding voor de Inspectie om in 2010 onderzoek uit te voeren en antwoord<br />

te vinden op de vraag óf en op welke gronden <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> in<br />

het gefaseerde <strong>toezicht</strong> toegevoegd kan worden aan het handhavingrepertoire<br />

van de Inspectie. Doel van het onderzoek is een scherper zicht te krijgen op de<br />

condities waaronder <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> effectief is en wat de neveneffecten<br />

van <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> en de werkzame mechanismen van dit type <strong>toezicht</strong><br />

zijn. De juridische aspecten van <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> zijn niet onderzocht.<br />

Het onderzoek maakt deel uit van het programma ‘Effecten van <strong>toezicht</strong>’ van de<br />

Inspectieraad. 8<br />

5 J. Perryman, Inspection and the fabrication of professional and performative processes, Journal<br />

of Education Policy 2009, 24, 5, p. 611-631.<br />

6 I. De Wolf en F.J.G. Janssens, Effects and side effects of inspections and accountability in education:<br />

an overview of empirical studies, Oxford Review of Education 2007, 00, 0, p. 1-18.<br />

7 Gefaseerd <strong>toezicht</strong> is een risicogestuurde werkwijze in drie fasen. In fase 1 verzamelt en analyseert<br />

de Inspectie kwaliteitsinformatie over zorgaanbieders. Op basis hiervan brengt ze in fase 2<br />

inspectie<strong>bezoek</strong>en bij de meest risicovolle instellingen. In deze fase wordt een oordeel gevormd<br />

en worden zo nodig maatregelen opgelegd. In fase 3 vindt sanctionering plaats in de vorm van<br />

bestuurlijke boete, aanwijzing/bevel of indienen van tuchtklacht.<br />

8 Inspectieraad, Meerjarenprogramma effecten van <strong>toezicht</strong>, Den Haag 2008.<br />

Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1 43


C.A.J. Ketelaars, Y.M. Grul, M.C.J.L. Klerks, V.P. Pelgrom & P.B.M. Robben<br />

De onderzoeksvragen zijn:<br />

1. Signaleert de inspecteur 9 vergelijkbare risico’s tijdens een <strong>onaangekondigd</strong> en<br />

een aangekondigd <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>, als deze <strong>bezoek</strong>en gebracht zijn bij<br />

dezelfde instelling?<br />

2. Hoe denken inspecteurs en locatiemanagers 10 over het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong><br />

in vergelijking met het aangekondigde <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>?<br />

2. Onderzoeksmethode<br />

Dit artikel beschrijft de resultaten van twee deelstudies. In de eerste deelstudie is<br />

nagegaan of inspecteurs tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong> vergelijkbare<br />

risico’s in de zorg signaleren als bij het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Negentien<br />

inspecteurs hebben hiervoor in achttien verpleeg- en verzorgingshuizen een<br />

<strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> afgelegd en enkele weken later een aangekondigd <strong>bezoek</strong>.<br />

Bij beide <strong>bezoek</strong>en hebben de inspecteurs hetzelfde risicoscore-instrument<br />

gebruikt. Bij diverse onderwerpen, zoals de hoeveelheid en deskundigheid van het<br />

personeel, zorgplannen en zorginhoudelijke veiligheid, is onderzocht of er risico’s<br />

zijn in de zorg. Op het risicoscoreformulier staat bij ieder onderwerp een aantal<br />

risicoaspecten. Bij het <strong>onaangekondigd</strong>e en het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> gaf de<br />

inspecteur per risicoaspect aan of een risico al dan niet aanwezig was, óf dat hij<br />

onvoldoende informatie beschikbaar had om het betreffende aspect te kunnen<br />

beoordelen. Voorbeelden van risicoaspecten zijn: onvoldoende deskundigheidsbevordering<br />

bij het personeel, onvolledige zorgplannen en onvoldoende preventie<br />

ten aanzien van decubitus, valincidenten, medicatiefouten.<br />

In de tweede deelstudie is bij inspecteurs en locatiemanagers nagegaan wat hun<br />

opvattingen zijn over en hun ervaringen met het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>.<br />

Aan de hand van een semigestructureerd vraaggesprek zijn veertien<br />

inspecteurs en negen locatiemanagers geïnterviewd. In de interviews hebben de<br />

respondenten hun ervaringen en opvattingen over het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong><br />

naar voren gebracht, waarbij ook aandacht is besteed aan de vraag of inspecteurs<br />

tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> een ander beeld van de zorginstellingen krijgen<br />

dan tijdens het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. De gespreksverslagen zijn geanalyseerd<br />

met het softwareprogramma MAXQDA10.<br />

Bij de opzet van de studies was het uitgangspunt dat het onderzoek moest passen<br />

binnen de werkwijze van de Inspectie en zo min mogelijk het gangbare inspectieproces<br />

zou verstoren. Hierdoor is de steekproef van de instellingen niet aselect en<br />

is geen gebruik gemaakt van een controlegroep. Er was niet meer tijd beschikbaar<br />

om bij meer dan bij 19 instellingen twee <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en af te leggen. Mogelijk<br />

9 Inspecteurs en <strong>toezicht</strong>medewerkers brengen ieder <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en; zij worden allen aangeduid<br />

als ’inspecteur’.<br />

10 Als locatiemanager zijn aangeduid personen die de dagelijkse leiding hebben over de instelling. In<br />

de praktijk zijn dit: locatiemanagers, regiomanagers, clustermanagers, zorgmanagers, zorgcoördinators,<br />

of hoofden zorg.<br />

44 Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1


<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> <strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

zijn er verschillen opgetreden in de uitvoering van het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>,<br />

omdat er sprake was van verschillende inspecteurs.<br />

Een tweede beperking betreft het onderzoeksdesign. In het design is gekozen om<br />

bij een instelling eerst een <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> te brengen en daarna een aangekondigd<br />

<strong>bezoek</strong>. Dit kan de resultaten van het aangekondigde <strong>bezoek</strong> beïnvloeden.<br />

Als bijvoorbeeld bij het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> onvolkomenheden zijn<br />

opgemerkt, dan heeft de instelling die kunnen corrigeren voor het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong>. Hierdoor kan het verschil in bevindingen tussen <strong>onaangekondigd</strong> en aangekondigd<br />

<strong>bezoek</strong> groter zijn dan het in werkelijkheid is.<br />

3 Resultaten<br />

3.1 Resultaten eerste deelstudie<br />

In figuur 1 zijn de resultaten van de eerste deelstudie samengevat weergegeven.<br />

Allereerst is per instelling het verschil berekend tussen het aantal risicoaspecten<br />

dat is gescoord tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> en het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong>. In figuur 1 staat per instelling het resultaat, genoemd ‘aantal risicoaspecten’,<br />

waarbij het percentage staat voor de omvang van het verschil in het aantal<br />

risicoaspecten tussen het <strong>onaangekondigd</strong>e en het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Een<br />

negatief percentage betekent dat in het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> minder risicoaspecten<br />

zijn beoordeeld dan in het aangekondigde <strong>bezoek</strong>.<br />

Opvallend is dat er twee instellingen zijn – 9 en 13 – waar inspecteurs in het<br />

<strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong> respectievelijk 29 en 24 procent minder risicoaspecten<br />

beoordeelden, dan in het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Bij vijf instellingen was<br />

in dit opzicht sprake van een klein verschil (≤ 5 procent). Gemiddeld genomen<br />

blijkt dat in het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> 12 procent minder risicoaspecten zijn<br />

beoordeeld dan bij het aangekondigde <strong>bezoek</strong> (p


C.A.J. Ketelaars, Y.M. Grul, M.C.J.L. Klerks, V.P. Pelgrom & P.B.M. Robben<br />

De derde stap in de eerste deelstudie betreft de berekening van het percentage<br />

risicoaspecten dat in het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> anders is beoordeeld dan in het<br />

aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Het percentage, in figuur 1 genoemd ‘beoordeling risico’,<br />

staat voor het verschil in beoordeling van de risicoaspecten tussen de <strong>bezoek</strong>en.<br />

Een lage score betekent dat er weinig verschil is tussen de gescoorde risico’s in de<br />

beide <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>en, een hoge score staat voor een groot verschil. Uit de resultaten<br />

blijkt dat gemiddeld 6 procent van de risicoaspecten in het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

<strong>bezoek</strong> anders zijn beoordeeld dan bij het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Het verschil<br />

is niet significant (std. 4 procent).<br />

Opvallend is dat inspecteurs bij instelling 6 tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong>,<br />

bij 19 procent risicoaspecten ‘risico aanwezig’ scoorden, die tijdens<br />

het aangekondigde <strong>bezoek</strong> afwezig bleken. Bij instelling 5 bleek dezelfde tendens<br />

aanwezig in 10 procent van de risicoaspecten. Bij de meeste instellingen bleek dat<br />

als inspecteurs tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> bij een risicoaspect ‘risico<br />

afwezig’ scoorden zij, in geringe mate tijdens het aangekondigde <strong>bezoek</strong> ‘risico<br />

aanwezig’ scoorden.<br />

Uit nadere analyses blijkt dat bij 91 procent van de risicoaspecten de score tijdens<br />

het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> vergelijkbaar was met de score van het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong>. Bij slechts 3 procent van de risicoaspecten is door de inspecteurs<br />

tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong> ‘risico afwezig’ gescoord, terwijl een<br />

risico aanwezig bleek te zijn bij het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Aan de andere kant<br />

scoorden inspecteurs tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> gemiddeld bij 6 procent<br />

van de risicoaspecten ‘risico aanwezig’, terwijl tijdens het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong> bij deze aspecten het risico afwezig bleek.<br />

Tot slot is per instelling het verschil berekend tussen het percentage risicoaspecten<br />

dat tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e en het aangekondigde <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong> niet<br />

beoordeeld kon worden wegens gebrek aan informatie. In figuur 1 staan per<br />

instelling de resultaten –onvoldoende informatie genoemd –, waarbij het percentage<br />

staat voor het verschil tussen de <strong>bezoek</strong>en. Een positief percentage betekent<br />

dat inspecteurs in het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> minder informatie beschikbaar<br />

hadden om de risicoaspecten te beoordelen dan in het aangekondigde <strong>bezoek</strong>.<br />

Opvallend is instelling 13. Bij deze instelling was een groot verschil (28 procent)<br />

tussen de informatie die de inspecteur beschikbaar had om de risicoaspecten te<br />

beoordelen tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e en aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Bij vier instellingen<br />

– 4, 7, 14 en 15 – hadden de inspecteurs zowel tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

en aangekondigde <strong>bezoek</strong> bij ongeveer evenveel risicoaspecten voldoende<br />

informatie om de risicoaspecten te kunnen beoordelen.<br />

Gemiddeld genomen scoorden inspecteurs tijdens de <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>en,<br />

<strong>vergeleken</strong> met de aangekondigde <strong>bezoek</strong>en, bij 12 procent meer van de risicoaspecten<br />

dat ze onvoldoende informatie hadden om een risicoaspect te beoordelen<br />

(p


<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> <strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

Figuur 1.<br />

Per instelling de verschilscores tussen het <strong>onaangekondigd</strong>e en het<br />

aangekondigde <strong>toezicht</strong><strong>bezoek</strong><br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

15%<br />

10%<br />

5%<br />

0%<br />

-5%<br />

-10%<br />

-15%<br />

-20%<br />

-25%<br />

-30%<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Gem<br />

Aantal risicoaspecten<br />

Risico aanwezig<br />

Beoordeling risico<br />

Onvoldoende informatie<br />

3.2 Resultaten tweede deelstudie<br />

• Ervaringen<br />

De ervaringen van inspecteurs met het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> lopen uiteen.<br />

Vijf inspecteurs vonden het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> spannender dan het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong>. Deze inspecteurs maakten zich zorgen of het <strong>bezoek</strong> wel gelegen<br />

kwam en of de medewerkers van de instelling bereid zouden zijn om medewerking<br />

te verlenen. Drie inspecteurs hebben zich tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

<strong>bezoek</strong> ongemakkelijk of opgejaagd gevoeld. Vijf inspecteurs vonden het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

<strong>bezoek</strong> juist uitdagender dan het aangekondigde <strong>bezoek</strong>.<br />

Het uitvoerende personeel van de instellingen reageerde overwegend positief op<br />

het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>, zoals blijkt uit het volgende citaat van een inspecteur:<br />

‘Iedereen die ik sprak zei: “Goed dat jullie dat doen, heel logisch ook, veel<br />

vaker doen. Jullie zijn elk moment welkom.” Dat komt misschien door de verhouding<br />

die ze met ons hebben. Maar ze zeggen ook “We moeten ons altijd<br />

toetsbaar opstellen”.’<br />

Acht van de negen locatiemanagers hebben het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> niet<br />

anders ervaren dan het aangekondigde <strong>bezoek</strong>. Eén locatiemanager gaf echter aan<br />

dat zowel het leidinggevende personeel als het uitvoerende personeel zich verrast<br />

en overvallen voelde. Het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> vonden de meeste locatiemanagers<br />

minder belastend, omdat ze geen voorbereidingen hoefden te treffen<br />

Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1 47


C.A.J. Ketelaars, Y.M. Grul, M.C.J.L. Klerks, V.P. Pelgrom & P.B.M. Robben<br />

zoals het klaarleggen van documentatie en protocollen en het vrijplannen van<br />

personeel.<br />

• Meerwaarde en beperkingen<br />

Zes inspecteurs vonden dat het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> een meerwaarde heeft,<br />

omdat het leidt tot een positief beeld van de Inspectie bij de politiek en maatschappij.<br />

Zij vinden dat het uitvoeren van meer <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>en het<br />

gezag van de Inspectie vergroot, vanwege de ‘dreigende werking’ die ervan uitgaat.<br />

Onaangekondigde <strong>bezoek</strong>en kunnen een motiverende impuls geven aan<br />

instellingen om zaken op een structurele manier op orde te maken. Twee inspecteurs<br />

vonden het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> flexibeler. De instelling hoefde niet<br />

betrokken te worden bij het plannen van het <strong>bezoek</strong> en dat leverde tijdwinst op<br />

voor inspecteur en instelling.<br />

Hier staat tegenover dat tijdens een aangekondigd <strong>bezoek</strong> een inspecteur spreekt<br />

met de cliëntenraad en functionarissen uit verschillende niveaus van de organisatie.<br />

De inspecteur krijgt hierdoor vanuit steeds andere perspectieven zicht op een<br />

onderwerp en heeft de mogelijkheid in deze gesprekken de informatie uit de antwoorden<br />

te verifiëren. Tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong> is dat volgens<br />

inspecteurs niet goed mogelijk, waardoor de beoordeling van de risico’s niet goed<br />

onderbouwd kon worden. Twaalf inspecteurs vonden dit een beperking van het<br />

<strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>.<br />

Vier inspecteurs vonden dat het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> de dagelijkse gang van<br />

zaken bij de zorginstelling verstoorde, omdat een dergelijk <strong>bezoek</strong> veel tijd vraagt<br />

van het personeel, zonder dat de instelling hierop is voorbereid. Eén inspecteur<br />

verwoordde dit als volgt:<br />

‘Ik vind het zelf eigenlijk niet terecht om te vragen dat mensen twee uur lang<br />

de tijd voor jou nemen om allerlei dingen te doen. Ik voel me dan ongemakkelijk.<br />

Als ze zoveel tijd hebben om aan mij te besteden, dan moet er<br />

iemand (de cliënt) onder lijden. Terwijl dat niet de inzet is.’<br />

De helft van de inspecteurs vond de extra informatie, verzameld tijdens het<br />

<strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>, een meerwaarde voor de beeldvorming over de instelling<br />

of voor het beoordelen van de risicoaspecten. De andere inspecteurs deelden<br />

deze mening niet. Zij stelden dat bij waarnemingen tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

<strong>bezoek</strong> de context niet altijd helder is en dat dit momentopnames zijn. Zij vonden<br />

ook dat de ‘echte’ risico’s voor verantwoorde zorg beter zichtbaar zijn in de organisatie,<br />

structuren of randvoorwaarden voor goede zorg, dan in de zorgpraktijk.<br />

En juist de structuur van een organisatie is door middel van een <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>bezoek</strong> niet goed te onderzoeken. Een inspecteur zei hierover het volgende:<br />

‘Je ziet iets in de praktijk maar iets wat je ziet is niet altijd wat je denkt (…).<br />

Stel dat je ziet dat iets niet goed gaat. Is dat nou toevallig omdat jij er bent? Is<br />

het een n=1 waarneming, of gebeurt dat vaker? Zit er een cultuur achter? Zit<br />

het ingebed in de organisatie? Daar kom je bij een <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong><br />

48 Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1


<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> <strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

niet achter. Wil je iets goed kunnen duiden, dan wil je iets altijd in een<br />

bepaalde context kunnen plaatsen.’<br />

Zeven locatiemanagers vonden juist dat inspecteurs een beter zicht kregen op de<br />

dagelijkse zorgpraktijk door het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>. Zij verwachtten niet<br />

dat het inspectieteam een ander beeld van hun instelling kreeg tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e<br />

<strong>bezoek</strong>, dan bij het aangekondigde <strong>bezoek</strong>.<br />

• Vervangbaar<br />

Dertien inspecteurs waren van opvatting dat in het gefaseerde <strong>toezicht</strong> het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong> niet geheel vervangen kan worden door een <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>bezoek</strong>. Zij vonden dat bij een aangekondigd <strong>bezoek</strong> de gesignaleerde risico’s<br />

beter onderbouwd konden worden.<br />

Zeven inspecteurs vonden <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> geschikt als vooraf een afgebakend<br />

onderzoeksdoel is vastgesteld en het <strong>bezoek</strong> zich richt op de uitvoering van<br />

zorg. Ook stelden zij andere manieren voor om <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> in te<br />

zetten bijvoorbeeld het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> gebruiken als opvolging van het<br />

aangekondigde <strong>bezoek</strong>, meer <strong>onaangekondigd</strong>e elementen integreren in het aangekondigde<br />

<strong>toezicht</strong>, of aankondigen dat de Inspectie mogelijk <strong>onaangekondigd</strong><br />

op <strong>bezoek</strong> komt.<br />

4. Dilemma’s bij <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong><br />

Bij de vraag of de Inspectie aangekondigd of <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> uitvoert,<br />

moeten ook neveneffecten worden meegewogen. Onaangekondigd <strong>toezicht</strong> stelt<br />

de Inspectie voor een aantal dilemma’s. 11<br />

– Gaat de Inspectie uit van vertrouwen of wantrouwen in zorgprofessionals en instellingen?<br />

De Inspectie moet kunnen vertrouwen op de intrinsieke motivatie van<br />

hulpverleners om optimale zorg te leveren. Hiervoor is nodig dat de instelling<br />

zich verantwoordt met betrouwbare informatie. Maar de Inspectie kan hierop<br />

niet blind vertrouwen; verificatie of soms zelfs nadrukkelijke controle is<br />

nodig. Er zal altijd spanning zijn tussen autonomie (vrijheid/ruimte) en verantwoording.<br />

Ook bij het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong> dient de Inspectie te zoeken<br />

naar een balans tussen vertrouwen en verificatie.<br />

– Wil de Inspectie dat zorginstellingen leren of wil zij ze controleren? De Inspectie<br />

heeft verschillende rollen als handhaver. Handhaven kan door advies, stimuleren,<br />

drang en dwang. Deze rollen vragen om een weloverwogen toepassing.<br />

De politiek en maatschappij verwachten dat de Inspectie door <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>toezicht</strong> een controlerende rol hanteert. Dit kan leiden tot demotivering<br />

en risicomijdend gedrag van zorgaanbieders. In de zorgverlening hebben we<br />

vaak te maken met open normen en is een stijl van continu leren en verbeteren<br />

meer voor de hand liggend om verbeteringen te bewerkstelligen.<br />

11 P.B.M. Robben, Toezicht in een glazen huis, Oratie IBMG, Rotterdam 2010.<br />

Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1 49


C.A.J. Ketelaars, Y.M. Grul, M.C.J.L. Klerks, V.P. Pelgrom & P.B.M. Robben<br />

In dit onderzoek hebben we geen aanwijzingen gevonden dat deze dilemma’s bij<br />

<strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> een andere invulling krijgen dan bij aangekondigd <strong>toezicht</strong>.<br />

Het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong> leidde niet tot wantrouwen bij locatiemanagers<br />

en uitvoerend personeel. Het is opvallend dat inspecteurs meer bezwaren<br />

hebben tegen <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> dan de medewerkers van instellingen.<br />

Mogelijk leggen inspecteurs te snel de verbinding tussen wantrouwen en <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>toezicht</strong>.<br />

5. Conclusie<br />

Een belangrijke conclusie van deze studie is dat als de Inspectie het aangekondigde<br />

<strong>bezoek</strong> in het gefaseerd <strong>toezicht</strong> vervangt door een <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>bezoek</strong>, zij niet veel meer of heel andere risico’s in de zorg zal aantreffen. Het<br />

onderzoek heeft deze verwachting van media en politiek dus niet kunnen bevestigen.<br />

Als de Inspectie in haar <strong>toezicht</strong> vooral let op de organisatie en randvoorwaarden<br />

voor goede zorg, kan zij dit het beste toetsen door een aangekondigd<br />

<strong>bezoek</strong>. De instelling en de inspecteur kunnen zich dan goed voorbereiden en de<br />

benodigde medewerkers en informatie zijn dan beschikbaar.<br />

De tweede conclusie is dat het huidige <strong>toezicht</strong>instrument voor gefaseerd <strong>toezicht</strong><br />

niet geschikt is voor het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong>. Met dit instrument krijgen<br />

inspecteurs, in vergelijking met het aangekondigde <strong>bezoek</strong>, tijdens een <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>bezoek</strong> een minder volledig beeld van een instelling. Daarnaast kunnen<br />

inspecteurs hun oordeel over de risico’s in de zorg minder goed onderbouwen,<br />

terwijl een goede staving van een oordeel belangrijk is om draagvlak te creëren<br />

voor verbeteracties van instellingen. Bovendien voelde een aantal inspecteurs<br />

zich ongemakkelijk of opgejaagd tijdens het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>. Dit kan<br />

van invloed geweest zijn bij het verzamelen van informatie over de risicoaspecten<br />

bij een instelling. Een passend instrument en een goede instructie kunnen inspecteurs<br />

beter toerusten voor het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong>.<br />

De derde conclusie is dat het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>toezicht</strong> ook zeker een meerwaarde<br />

heeft. Bijna alle locatiemanagers verwachten dat inspecteurs tijdens het<br />

<strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> beter zicht krijgen op de uitvoering van de zorg. Ook<br />

vinden ze het <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong> minder belastend, omdat ze minder voorbereidingen<br />

hoeven te treffen. Inspecteurs merkten dat het uitvoerende personeel<br />

de <strong>onaangekondigd</strong>e <strong>bezoek</strong>en erg waardert. Ze verwachten dat meer <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>bezoek</strong> een motiverende impuls geeft aan instellingen om zaken op<br />

een structurele manier op orde te maken. Inspecteurs lijken soms meer moeite te<br />

hebben met <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> dan het personeel en de locatiemanagers.<br />

Samenvattend kan worden gesteld dat voor een beoordeling van de organisatie en<br />

de randvoorwaarden voor goede zorg, een aangekondigd <strong>bezoek</strong> het meest<br />

geschikt is. Wil de Inspectie echter een oordeel geven over de uitvoering van de<br />

zorg, dan lijkt <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong>, met een hiervoor ontworpen instrument,<br />

de meest geëigende methode. Beide vormen van <strong>toezicht</strong> leveren een eigen<br />

en complementair beeld op van de zorgverlening in verpleeg- en verzorgingshuizen.<br />

Onaangekondigd <strong>toezicht</strong> heeft als meerwaarde dat de inspecteur een<br />

50 Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1


<strong>Onverwacht</strong> <strong>bezoek</strong>: <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> <strong>vergeleken</strong> met aangekondigd <strong>toezicht</strong><br />

beter beeld krijgt van de praktijk en dat het bijdraagt aan het vertrouwen in de<br />

Inspectie. Beleidsmatig lijkt een combinatie van <strong>onaangekondigd</strong> en aangekondigd<br />

<strong>toezicht</strong> binnen de Inspectie wenselijk.<br />

Om een goede balans te vinden bij de inzet van beide typen inspectie<strong>bezoek</strong> is<br />

meer onderzoek nodig naar <strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> onder andere condities. In<br />

dit verkennend onderzoek hebben we geen aanwijzingen gevonden voor het<br />

optreden van ongewenste neveneffecten van <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong> zoals de<br />

performance paradox. De Inspectie is in samenwerking met het Rijks Instituut voor<br />

de Volksgezondheid onlangs gestart met uitgebreider onderzoek naar <strong>onaangekondigd</strong><br />

<strong>toezicht</strong> bij farmaceutische bedrijven. Ook onderzoek bij andere <strong>toezicht</strong>houders<br />

kan een bijdrage leveren aan een beter zicht op de condities waaronder<br />

<strong>onaangekondigd</strong> <strong>bezoek</strong> effectief is, de neveneffecten van <strong>onaangekondigd</strong> <strong>toezicht</strong><br />

en de werkzame mechanismen.<br />

Tijdschrift voor Toezicht 2011 (2) 1 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!