Taalontwikkeling - KU Leuven
Taalontwikkeling - KU Leuven
Taalontwikkeling - KU Leuven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Taalontwikkeling</strong><br />
Jeugdgezondheidszorg<br />
2007 – ’08
<strong>Taalontwikkeling</strong><br />
Terminologie<br />
Normale taalverwerving<br />
Taalproblemen
Een woordje vooraf…<br />
Taalvorm ------- fonologie<br />
------- syntaxis<br />
------- morfologie<br />
Taalinhoud -------<br />
Taalgebruik -------<br />
semantiek<br />
pragmatiek
De normale taalverwerving<br />
Prelinguale periode<br />
- van 0 tot ongeveer 1 jaar<br />
- huilen / schreien<br />
- vocaliseren<br />
- vocaal spel<br />
- brabbelen
De normale taalverwerving<br />
Vroeglinguale periode<br />
- van 1 tot 2;6 jaar<br />
- de éénwoordfase<br />
- de twee- en meerwoordfase
De normale taalverwerving<br />
Differentiatiefase<br />
- van 2;6 tot 5 jaar<br />
- fonologische ontwikkeling<br />
- semantiek en woordenschat<br />
- syntaxis en morfologie<br />
- pragmatische aspecten
De normale taalverwerving<br />
Voltooiingsfase<br />
- van 5 tot 9 jaar
0 – 2 maanden<br />
Gericht op geluiden<br />
Herkennen stem<br />
‘pre-communicatieve talenten’<br />
vb. imitatie: tuiten van de lippen,<br />
tong uitsteken<br />
Nog geen communicatieve intentie
8 maanden<br />
Doelbewust beurt nemen door het kind<br />
Geluiden in de beurten krijgen meer<br />
betekenis<br />
Soepele beurtwisseling<br />
Gedifferentieerd brabbelen<br />
- verschillende klanken<br />
- verschillende intonaties (vraag,<br />
mededeling…)<br />
Reik- en wijsgedrag
12 – 18 maanden<br />
Stap van brabbelen naar eerste woordjes -<br />
“namen – honger”<br />
Spelen met woorden en klanken<br />
Melodie, ritme, toonhoogte lijkt steeds meer<br />
op taal.<br />
Benoemen van dieren, personen, voorwerpen<br />
en acties uit dagelijkse leven<br />
…/…
12 – 18 maanden<br />
Grote verschillen in verschijnen eerste<br />
woorden:<br />
- langzaam verminderen brabbelen – stilaan<br />
meer verstaanbare woorden<br />
- brabbelen stopt – pauze – verschijnen<br />
eerste woorden<br />
- beperkte actieve woordenschat, mooie<br />
uitspraak<br />
- snelle toename woordenschat, articulatie<br />
zwakker
18 – 24 maanden<br />
Enorme toename van woordenschat<br />
Zinsvorming komt op gang<br />
Vragen om aandacht<br />
Opmerkingen maken<br />
Vragen om handeling of voorwerp<br />
Echolalie - herhaald imiteren
+ 24 maanden<br />
Zinsvorming<br />
Communicatie wordt gerichter<br />
Taalgebruik nog beperkt tot hier en nu<br />
Niet – talige grapjes<br />
overdreven gebaren<br />
nonsens-zinnetjes of klankgroepjes<br />
Gesprekjes als onderdeel van sociaal<br />
functioneren
Differentiatiefase (2;6 – 5 jaar)<br />
Grote drang tot communiceren<br />
Meer en meer benadering volwassen model<br />
Uitbreiding woordenschat<br />
Morfologische ontwikkeling<br />
Syntactische ontwikkeling<br />
Fonologische ontwikkeling
Differentiatiefase (2;6 – 5 jaar)<br />
Grote creativiteit<br />
‘eigen woorden’ maken, neologismen<br />
kronkelbrood = croissant<br />
parelboom = vuurwerk<br />
touwspuit = tuinslang<br />
Soms periode van ‘aarzelend spreken’<br />
- vaak in emotionele situaties<br />
- teveel ineens willen vertellen
Voltooïngsfase (5 jaar en ouder)<br />
Steeds moeilijker te onderscheiden van<br />
volwassen taalgebruik<br />
Fonologie: geen systematische fouten<br />
Vlottere zinsconstructie<br />
Taal wordt steeds verder verfijnd
Taalproblemen en taalpathologie:<br />
verschillende soorten<br />
Spraakstoornissen<br />
- stemstoornis<br />
- articulatiestoornis<br />
- stotteren<br />
Taalstoornissen<br />
- specifieke versus niet-specifieke<br />
- vertraagde vs gestoorde taalontwikkeling
Beïnvloedende factoren<br />
Gehoor<br />
Motoriek<br />
Intelligentie<br />
Emotionele ontwikkeling<br />
Taalinput, stimulatie<br />
Gezondheid<br />
Organische afwijkingen
Risicogroepen<br />
Zieke kinderen / langdurige hospitalisatie<br />
Buitenlandse adoptiekinderen/ pleegkinderen<br />
Twee – en meerlingen<br />
Herhaaldelijke tijdelijke gehoordalingen<br />
Emotionele gebeurtenissen (vb. overlijden)<br />
Ernstige visuele problemen<br />
Twee- of meertaligheid; dialect
Vertraagde en/of gestoorde<br />
ontwikkeling ?<br />
Vertraagde ontwikkeling:<br />
het taalsysteem van het kind vertoont de<br />
meeste kenmerken van een jonger kind
Vertraagde en/of gestoorde<br />
ontwikkeling ?<br />
Gestoorde ontwikkeling:<br />
taalgebruik van het kind vertoont specifieke<br />
kenmerken die men vaak niet in een<br />
bepaalde fase van het taalverwervingsproces<br />
terug vindt<br />
Combinatie van beiden: jonger niveau van<br />
taal met bizarre, opvallende elementen
Belang van vroegtijdige onderkenning<br />
Relatie sociaal-emotionele ontwikkeling -<br />
taalontwikkeling<br />
Gedragsproblemen<br />
Gestoorde communicatieve interactie met de<br />
omgeving<br />
Kritische of gevoelige periode voor<br />
taalverwerving ?<br />
Meer kans op leerproblemen<br />
Spraak-taalontwikkeling centrale plaats in<br />
totale ontwikkelingsproces
Signaleren, screenen<br />
Signalerings – screeningsinstrumenten<br />
vb. Groninger Minimum Spreeknormen<br />
vb. Van Wiechenonderzoek<br />
vb. N-CDI’s
Groninger minimum spreeknormen<br />
1 jaar : veel en gevarieerd brabbelen<br />
1;6 jaar : tenminste vijf woordjes (papa, mama<br />
en nog drie andere)<br />
woordopbouw nog onvolledig<br />
2 jaar : zinnen van 2 woorden<br />
woordopbouw nog onvolledig<br />
ongeveer 50 % verstaanbaar
Groninger minimum spreeknormen<br />
3 jaar : zinnen van drie tot vijf woorden<br />
zinsopbouw nog niet correct<br />
geen opvallende nasaliteit meer<br />
ongeveer 75 % verstaanbaar<br />
4 jaar : eenvoudige, korte zinnen<br />
problemen met meervoudsvorming en<br />
werkwoordvervoeging<br />
ruim 75 % verstaanbaar
Groninger minimum spreeknormen<br />
5 jaar : goed gevormde, ook lange zinnen<br />
concreet taalgebruik<br />
90 % of meer is verstaanbaar
Groninger minimum spreeknormen<br />
Vragen uitdrukkelijk naar taalproductie<br />
Objectieve info ouders (97 % ouders correcte<br />
informatie)<br />
Taalbegrip: slechts 26 % ouders geeft<br />
correcte informatie<br />
Communicatieve ontwikkeling: 40 % ouders<br />
geeft correcte informatie
Kind en Gezin –<br />
Van Wiechenonderzoek<br />
Longitudinaal onderzoeksinstrument, dat<br />
werkt zoals groeicurven. Het is geen<br />
screeningsinstrument.<br />
Het is genormeerd op een vergelijkbare<br />
populatie.<br />
Er is een uniforme uitvoeringswijze,<br />
beoordeling en notatie.
Kind en Gezin –<br />
Van Wiechenonderzoek<br />
Er wordt gebruik gemaakt van<br />
gestandaardiseerd materiaal.<br />
Het houdt rekening met de beperkte<br />
onderzoekstijd.<br />
Het geeft aanleiding tot het bespreken van<br />
de ontwikkeling met de ouders.
Enkele voorbeelden<br />
Domein communicatie<br />
Leeftijdsgroep 0 – 12 maanden<br />
Volledige versie tot leeftijdsniveau 4 jaar
29 Lacht terug (M)<br />
Niet of verlaat optreden van de responsieve glimlach<br />
kan 1 ste teken zijn van pathologie bijv. mentale retardatie
30 Maakt geluiden terug (M)<br />
Kind in rugligging of op schoot<br />
Arts beweegt het gelaat in het gezichtsveld van het kind en<br />
praat en lacht tegen het kind<br />
Kind niet aanraken<br />
Observatie responsief vocaliseren in de spontane interactie<br />
ouder - kind mag uiteraard ook<br />
M: ”Maakt uw baby geluidjes wanneer u tegen hem praat?”
30 Maakt geluiden terug (M)<br />
Geen of onvoldoende reactie op geluid is<br />
op elke leeftijd alarmerend (Touwen)
31 Maakt gevarieerde geluiden (M)<br />
Observatie<br />
M: ”Maakt uw baby<br />
verschillende soorten<br />
geluidjes”, welke?
32 Reageert op roepen bij naam (M)<br />
Kind in ruglig<br />
Roep kind bij naam (evt. ouder laten roepen)<br />
Niet aanraken<br />
M: “Merkt u thuis dat uw baby reageert<br />
wanneer u hem roept ?<br />
Zo ja, wat doet uw baby in dat geval?”
32 Reageert op roepen bij naam (M)<br />
Denk aan gehoor- en<br />
contactstoornissen
33 Zegt “dada”,“baba”of “gaga” (M)<br />
<br />
Observatie<br />
reeksen a-klanken<br />
M: ”Maakt uw kind geluidjes<br />
zoals dadada, bababa,<br />
gagaga als hij bijvoorbeeld<br />
in de box of in bed ligt ?”
34 Brabbelt bij spel (M)<br />
<br />
Observatie van verschillende<br />
(onbegrijpbare) reeksen<br />
geluidjes<br />
M: “Als uw kind speelt<br />
of in bed ligt, maakt hij<br />
dan hele ‘verhalen’ met<br />
verschillende soorten geluiden?”<br />
Monotoon brabbelen kan wijzen op autisme of ernstige gehoorstoornis.
35 Reageert op mondeling verzoek (M)<br />
<br />
De onderzoeker vraagt naar<br />
voorwerpen of personen die<br />
aanwezig zijn en die het jonge<br />
kind kent<br />
Bijv.: “Waar is de bal? Waar is<br />
je pop?”<br />
(Niet wijzen of in de richting<br />
kijken)<br />
M: “Als u thuis vraagt waar<br />
een bekend<br />
persoon/voorwerp is, hoe<br />
reageert … dan?”<br />
Minder attent reageren kan te<br />
maken hebben met de kwaliteit van<br />
de hechting
36 Zwaait “dag-dag” (M)<br />
De onderzoeker<br />
spoort aan tot<br />
zwaaien door zelf te<br />
zwaaien<br />
M: “Zwaait uw kind weleens<br />
als er iemand binnenkomt of<br />
weggaat?”<br />
PS Ook een ander<br />
communicatief gebaar is<br />
mogelijk (zie handboek)<br />
Bij interpretatie rekening houden<br />
met taalaanbod, taalproductie<br />
en ouder-kind relatie
37 Zegt 2 “geluidswoorden” met begrip<br />
(M)<br />
Observatie van spontane onomatopeeën<br />
M: “Noemt uw kind voorwerpen bij het geluid dat zij<br />
maken?<br />
Voorbeelden?”
37 Zegt 2 “geluidswoorden” met begrip (M)<br />
Bij interpretatie rekening houden met taalaanbod,<br />
taalproductie en ouder-kind relatie
38 Begrijpt enkele dagelijks gebruikte<br />
zinnen (M)<br />
Geef korte opdracht zonder suggestieve gebaren<br />
Bijv. “pak de bal” of “geef je pop eens aan<br />
mama”<br />
Observatie of kind dit begrijpt<br />
M: “Hebt u de indruk als u tegen uw kind praat dat hij<br />
enkele zinnen begrijpt zonder dat u daarbij gebaren<br />
maakt? Voorbeelden?”
38 Begrijpt enkele dagelijks gebruikte zinnen<br />
(M)<br />
Bij interpretatie rekening houden met taalaanbod,<br />
taalproductie en ouder-kind relatie
N-CDI: Lijsten voor communicatieve<br />
Ontwikkeling<br />
Oudervragenlijst<br />
Brede doelgroep van gebruikers<br />
Screening in functie van preventie en vroege<br />
detectie van communicatieve problemen
N-CDI: Lijsten voor communicatieve<br />
Ontwikkeling<br />
Aanvullende informatie bij<br />
onderzoeksgegevens<br />
Preverbaal en verbaal niveau<br />
Leeftijdsequivalenten/taalleeftijden<br />
Woorden en gebaren: 8 tot 16 m<br />
Woorden en zinnen: 16 tot 30 m
N-CDI Woorden en Gebaren<br />
Gebruik bij kinderen van 8 tot 16 maanden<br />
2 onderdelen:<br />
- vroege woordjes<br />
- acties en gebaren
N-CDI: Woorden en Gebaren<br />
Vroege woordjes:<br />
- eerste tekens van begrijpen<br />
- zinnen<br />
- eerste woordjes<br />
- woordenschatlijst
N-CDI Woorden en Gebaren<br />
Acties en Gebaren:<br />
- Eerste communicatieve gebaren<br />
- Spelletjes en routines<br />
- Acties met objecten<br />
- Volwassenen nadoen<br />
- Gefantaseerde voorwerpen
N-CDI Woorden en Zinnen<br />
kinderen van 16 tot 30 maanden<br />
Deel 1: Woorden die kinderen gebruiken<br />
- woordenschatlijst<br />
- manier waarop kinderen woorden<br />
gebruiken
N-CDI Woorden en Zinnen<br />
Deel 2: Zinnen en zinsbouw<br />
- woorduiteinden<br />
- woordvormen<br />
- voorbeeldzinnen
Multidisciplinaire diagnostiek<br />
Intake gesprek met ouders<br />
Medisch – kinderneurologisch onderzoek<br />
Psychopedagogisch onderzoek<br />
Motorisch onderzoek<br />
Logopedisch onderzoek<br />
Gehooronderzoek
Vaak gebruikte taaltests<br />
NNST – Nederlandstalige Nonspeech Test<br />
RTOS - Vernieuwde Reynell<br />
<strong>Taalontwikkeling</strong>sschalen<br />
TVK – Taaltests voor Kinderen
NNST – Nederlandstalige<br />
Nonspeech Test<br />
Leeftijdsbereik: 12 – 21 maanden<br />
Receptieve taal<br />
- voorlopers van taalbegrip<br />
auditief; visueel<br />
- taalbegrip<br />
uitvoeren van opdrachten
NNST – Nederlandstalige<br />
Nonspeech Test<br />
Expressieve taal<br />
- voorlopers van taalproductie<br />
vocaliseren, klankimitatie<br />
- taalproductie<br />
benoemen
RTOS – Vernieuwde Reynell<br />
<strong>Taalontwikkeling</strong>sschalen<br />
Leeftijdsbereik: 2;0 – 5;0 jaar<br />
Taalbegripsschaal<br />
Taalproductieschaal<br />
- woordenschat<br />
- taalinhoud<br />
- spontane taal
TVK (Taaltests voor Kinderen)<br />
Leeftijdsbereik: 4;0 – 10;0 jaar<br />
Taalbegrip<br />
- woordenschat<br />
- zinsbouw<br />
Taalproductie:<br />
- woordenschat<br />
- zinsvorming<br />
- morfologie<br />
Auditief
Taal leren tijdens dagelijkse bezigheden<br />
In eigen omgeving<br />
VAT- manier gebruiken om kind te stimuleren<br />
tot nemen van meer initiatief<br />
- Volgen<br />
- Aanpassen<br />
- Toevoegen
Literatuur<br />
S. Goorhuis – Brouwer, 1992. Kinderen en<br />
taal. De spraak- en taalontwikkelingvan<br />
baby’s, peuters en kleuters. Kosmos, Utrecht/<br />
Antwerpen<br />
S. Goorhuis – Brouwer, 1997. Het wonder<br />
van de taalverwerving. Basisboek voor<br />
opvoeders van jonge kinderen. De<br />
Tijdstroom, Utrecht.<br />
L. Verheyden & K. Van Ommeslaeghe, 1996.<br />
Kind en taal, kindertaal. Vlaamse vereniging<br />
voor Logopedisten, Herentals.