(35 cpm) www.delamar.nl dinsdag 6 maart ... - Den Haag Centraal
(35 cpm) www.delamar.nl dinsdag 6 maart ... - Den Haag Centraal
(35 cpm) www.delamar.nl dinsdag 6 maart ... - Den Haag Centraal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Vrijdag 2 <strong>maart</strong> 2012 > <strong>Den</strong> <strong>Haag</strong> <strong>Centraal</strong><br />
Pieter Hugo: Monumentale<br />
Door Babeth Knol<br />
Een landschap waaruit alle kleur is verdwenen,<br />
waar smeulende resten plastic<br />
en zwarte rookwolken een al even<br />
troosteloze nederzetting aan het zicht<br />
onttrekken. Het doet denken aan een<br />
apocalyptische film, maar het is de dagelijkse<br />
omgeving van mensen die wonen<br />
op een locatie in Ghana waar digitaal<br />
afval wordt gedumpt. Pieter Hugo laat<br />
met zijn serie ‘Permanent Error’ de achterkant<br />
van onze informatiemaatschappij<br />
zien. In het fotomuseum <strong>Den</strong> <strong>Haag</strong> is<br />
een overzicht van zijn werk van 2003 tot<br />
nu te zien, de eerste grote overzichtstentoonstelling<br />
van deze Zuid-Afrikaanse<br />
fotograaf in Nederland.<br />
Voor zijn meest recente serie bracht<br />
Pieter Hugo geruime tijd door in het Ghanese<br />
Agbogbloshie, waar de inwoners<br />
overleven door de metalen die worden<br />
gebruikt in computers en andere apparatuur<br />
uit hun plastic omhulling te<br />
branden. Een broodwinst die zorgt voor<br />
een verontreinigde leefomgeving en een<br />
sterk verminderde levensverwachting.<br />
In de foto’s van Hugo zijn de mensen<br />
te zien die hier werken, wonen, slapen,<br />
en de toeschouwer strak aankijken. Zij<br />
laten zien dat die omgeving hun realiteit<br />
is. Hugo brengt het gegeven dat van de<br />
50 miljoen ton digitaal afval die jaarlijks<br />
wordt geproduceerd een zeer groot deel –<br />
slechts 25 procent wordt gerecycled – terecht<br />
komt op plaatsen als deze, krachtig<br />
in beeld.<br />
Hugo, die zijn carrière begon als fotojournalist,<br />
maakte de overstap naar de<br />
kunstsector omdat die beter past bij zijn<br />
benadering van fotografie. Het werken<br />
zonder strakke deadlines geeft hem tijd<br />
om een idee tot in de puntjes uit te werken.<br />
De series, die vaak beginnen met<br />
dingen als een plaatje in de krant (‘The<br />
hyena & other men’) of een artikel in<br />
‘The Economist’ (‘Rwanda 2004: Vestiges<br />
of a genocide’), zijn stuk voor stuk<br />
het resultaat van grondige en langdurige<br />
verdieping in een onderwerp.<br />
Hyena’s<br />
Voor zijn serie over de ‘hyena men’,<br />
waarvoor hij in 2008 de Paul Huf Award<br />
ontving, sloot hij zich in Nigeria aan bij<br />
een groep mannen die door het land reist<br />
met afgerichte hyena’s. Zijn belangstelling<br />
werd gewekt door een klein plaatje<br />
over dit ‘fenomeen’ dat hij in een Zuid-<br />
Afrikaanse krant zag staan. Via een Nigeriaanse<br />
journalist kwam hij met hen in<br />
contact. Acht dagen trok hij het land door<br />
met de groep die bestond uit mannen,<br />
een klein meisje, drie hyena’s, vier apen<br />
en een python. Onderweg verdienen zij<br />
geld door op te treden met hun dieren.<br />
Eenmaal thuis groeide Hugo’s belangstelling<br />
voor de relatie tussen deze mannen<br />
en hun hyena’s. Wilde dieren waarbij, al<br />
zijn ze getemd, hun wilde natuur toch<br />
altijd zichtbaar aanwezig blijft. Twee jaar<br />
later bezocht hij de groep opnieuw. Het<br />
leverde krachtige portretten waardoor<br />
hij dicht bij de mannen en hun dieren<br />
kon komen.<br />
De intensieve werkwijze van Hugo is<br />
misschien noodgedwongen. Doordat<br />
hij zich voor zijn series vaak begeeft in<br />
kleine, gesloten gemeenschappen, en<br />
door zijn blanke uiterlijk, valt hij op in<br />
de omgevingen die hij fotografeert. Hij<br />
is geen ‘vlieg op de muur’. Misschien is<br />
de tijd die hij steekt in het leren kennen<br />
van zijn onderwerp een gevolg van<br />
nieuwsgierigheid. In ieder geval levert de<br />
zorgvuldige benadering beelden op die<br />
niet alleen registreren, maar een groter<br />
verhaal vertellen. Hij weet die verdieping<br />
ook in de foto te vangen, en de beelden<br />
lijken zonder vooringenomen blik van de<br />
fotograaf tot stand te zijn gekomen.<br />
Hugo, zelf van Zuid-Afrikaanse afkomst<br />
en opgegroeid tijdens de laatste jaren<br />
van de apartheid, geeft in zijn foto’s blijk<br />
van een brede belangstelling. Naast de<br />
series uit Ghana en Nigeria en de Nollywood<br />
portretten zijn er werken te zien<br />
die de overblijfselen van de genocide in<br />
Rwanda laten zien. Verloren schoenen<br />
en kwetsbaar aan de camera blootgestelde<br />
botten laten zien hoe aanwezig die<br />
burgeroorlog jaren later nog is. Ook uit<br />
de serie over het plaatsje Musina vlakbij<br />
de grens van Zuid-Afrika met Zimbabwe<br />
zijn een aantal foto’s te zien. Foto’s van<br />
interieurs en intieme familieportretten<br />
geven een blik op het leven van inwoners<br />
van deze grensstad. De monumentale<br />
foto’s van Hugo zorgen in al hun<br />
diversiteit voor nieuwe beelden van hedendaags<br />
Afrika.<br />
‘Nollywoord’<br />
Zoals in de serie ‘Nollywood’. Tijdens<br />
zijn reizen door West Afrika kwam Hugo<br />
veelvuldig in aanraking met de producten<br />
van de Nigeriaanse filmindustrie, na<br />
Hollywood en Bollywood de derde grote<br />
filmindustrie in de wereld. ‘Nollywood’<br />
films, waarin naast romantiek en comedy<br />
ook vaak onderwerpen als hekserij,<br />
magie en geweld voorkomen, danken<br />
een groot deel van hun populariteit aan<br />
de vaak smeuïge onderwerpen en dito<br />
vertelstijl. Ze zijn bijna zonder uitzondering<br />
Groots en Meeslepend, met veel<br />
drama. Gefascineerd door de uitgesproken<br />
stijl van de films probeerde Hugo die<br />
vast te leggen in een serie portretten van<br />
Nollywood acteurs, in zelfgekozen kleding<br />
en pose. Dat resulteerde in bizarre<br />
beelden.<br />
Een drietal spierwitte kinderen met<br />
zwartomrande ogen en monden hangen<br />
rond in een grasveld en staren indringend<br />
in de camera. Een van top tot teen<br />
in verband gewikkelde man staat wat<br />
plompverloren midden voor een berg<br />
rommelig opgestapelde stoelen. Een<br />
vrouw zit wat onderuitgezakt op een<br />
bed, haar bove<strong>nl</strong>ijf ontbloot boven de<br />
dekens, en kijkt recht in de camera. Haar<br />
haast verveelde blik is wat lastig te combineren<br />
met het grote mes dat dwars<br />
door haar borstkas steekt. De scènes zijn<br />
geplaatst in een dagelijkse omgeving<br />
maar laten zich herkennen als ‘nep’. Tegelijk<br />
zou het heel goed een ‘echte’ filmset<br />
kunnen zijn. De portretten van deze<br />
in het westen nog onderbelichte filmindustrie<br />
laten tegelijkertijd iets van de creativiteit<br />
en inzet van de mensen erachter<br />
zien. Verstilde beelden waarin meerdere<br />
kanten van een bruisende industrie zijn<br />
gevangen.<br />
Zelf schuwt Hugo het experiment ook<br />
niet, dit keer met bewegend beeld. Samen<br />
met cineast Michael Cleary maakte<br />
hij een videoclip, waarvoor ze samenwerkten<br />
met een groep jonge dansers in<br />
een township bij Kaapstad. In een film<br />
van drieëneenhalve minuut laten ze flar-<br />
uitagendaZie ook pagina 7.