Modulair 7 - Open Universiteit Nederland

14 www.ou.nl/emodulair 21 mei december 2008 2007
studentenraad
Jan van Knippenberg
Truus Meier
‘Onze Open Universiteit’
Het is natuurlijk een open deur intrappen als ik stel dat de Open Universiteit
een instelling is voor wetenschappelijk afstandsonderwijs. Het maakt
haar echter wel heel bijzonder. Bij reguliere universiteiten krioelt het van
de studenten. Op onze campus is geen student te zien is, behalve dan
degenen die er ook werken of er toevallig iets te doen hebben. Studenten
aan de Open Universiteit zijn gewoonlijk ook ouder dan studenten aan
andere universiteiten en ze hebben veel meer levenservaring. Wat dit laatste
betreft doen ze niet onder voor de docenten. Op het eerste gezicht is
het dan ook niet mogelijk studenten en docenten van elkaar te onderscheiden.
Integendeel, vaak zijn de studenten ouder dan de docenten.
Soorten en maten
Studenten zijn er in soorten en maten. Allemaal met eigen verwachtingen
en wensen. De ene student wil alleen maar studeren, bezoekt zo weinig
mogelijk een studiecentrum en wil zo min mogelijk contact met andere
studenten. De andere student wil niets liever dan zoveel mogelijk contact
met medestudenten, is lid van een studentenvereniging en snuffelt rond
in de boekenkast van het studiecentrum.‘De’ student bestaat dus niet. Ook
dit is een open deur. Zoveel studenten, zoveel zinnen. Desondanks is het
zaak dat de Open Universiteit ‘de’ student zodanig voor zich wint, dat deze
zich verbonden voelt met het instituut waar hij of zij studeert.
Verbondenheid met de universiteit hoort bij student zijn. Die verbondenheid
blijft nadat men is afgestudeerd.
Persoonlijk contact
Naarmate de tijd vordert en de elektronica een steeds grotere rol speelt,
dreigt de verbondenheid met de Open Universiteit echter minder te worden.
Virtuele studiebegeleiding en virtuele cursussen binden studenten
aan hun computer en isoleren hen van medestudenten. Een ontwikkeling
die niet tegen te houden is en die zeer zeker ook goede kanten heeft. Het
is efficiënt, spaart tijd en kosten, en functioneert zeker naar wens.
Werkboeken en proeftentamens zijn snel aan te passen, zodat men altijd
de laatste versie heeft. Het is echter ook een verschraling, want face-tofacecontact
met studiebegeleider en medestudenten is naar mijn mening
onmisbaar. Een gesprek met een medestudent die tegen hetzelfde probleem
aangelopen is, kan een sterke stimulans zijn om door te zetten. En
een goede tip is nooit weg. Een goed persoonlijk contact met je mentor is
eveneens waardevol. Het is prettig om te weten met wie je te maken hebt
als er zich moeilijkheden voordoen. Alleen via e-mail contact maken, is op
den duur immers wel erg onpersoonlijk.
Truus Meier
Het CORPI-model
De Studentenraad heeft in september 2007 een training gevolgd. Toen
hebben we ons functioneren tegen het licht gehouden en geplaatst in het
kader van het CORPI-model (Context, Objectief, Rollen, Procedures, Interactief
). Op korte termijn wilden we hiermee onze impact op de besluitvorming
verbeteren. Daarnaast heeft het ook geleid tot opstelling van een
kader waarbinnen de Studentenraad opereert en waarmee we op een
professionele manier invulling geven aan de medezeggenschap. In dit
artikel geef ik een korte samenvatting van dit kader.
Context
‘It takes two to tango’. Met andere woorden: de context kan niet eenzijdig,
door één partij gewijzigd worden. Voor de Studentenraad bestaat de
context onder andere uit de volgende elementen.
– Het juridisch kader waarin de raad opereert: welke bevoegdheden,
rechten en plichten hebben wij?
– De organisatie van de Open Universiteit, en haar organen, waaronder
het College van bestuur, de Raad van decanen, de Ondernemingsraad
en de Facultaire opleidingscommissies.
– Organisaties buiten de instelling, zoals het Interstedelijk Studenten
Overleg, de Studenten Advies Commissie van de VSNU, de Vlaamse
Vereniging van Studenten, de studentenbond OU, het Ministerie van
OCW en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
– Thematische onderwerpen die in de instelling aan de orde zijn.
Bijvoorbeeld: onze betrokkenheid bij het Instellingsbreed programma
onderwijs, ons advies over wijziging en vaststelling van de Onderwijsen
examenregeling en over de elektronische leeromgeving.
Objectief
Gelet op de bovengeschetste context, welke doel streeft de Studentenraad
na? Dat is natuurlijk de behartiging van de belangen van onze
studenten. Daartoe worden een aantal middelen ingezet. In de eerste
plaats vindt er periodiek overleg plaats met het CvB. Dan staan zaken op
de agenda die voor studenten relevant zijn. Daarnaast krijgen we informatie
uit contacten met de eerder genoemde organisaties en die informatie
brengen we in tijdens ons overleg met het CvB. In het grotere geheel is
een belangrijk doel: een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs,
en aan zaken die daarbij een rol spelen, zoals de studentenkaart, het
mailadres en de toegang tot digitale bibliotheekbestanden.
Rollen
In de Studentenraad bestaan drie formele functies: die van voorzitter,
vice-voorzitter en secretaris. Zij vormen ons dagelijks bestuur. Daarnaast