11.05.2014 Views

redeboek - Open Universiteit Nederland

redeboek - Open Universiteit Nederland

redeboek - Open Universiteit Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

28e<br />

redes<br />

24 september 2012<br />

1dies natalis


Inhoud<br />

5 <strong>Open</strong>ingstoespraak<br />

Prof. mr. Anja Oskamp<br />

7 Diesrede ‘Leren hoe te veranderen’<br />

Prof. dr. Alexander H.G. Rinnooy Kan<br />

9 ‘Leren in tijden van verandering': het belang van duurzaam inzetbaarheidsbeleid<br />

als onderdeel van Strategisch HRM<br />

Prof. dr. Beatrice I.J.M. van der Heijden<br />

13 Een leven lang leren<br />

Mr. Jan Willem Dijckmeester<br />

17 Een schitterende toekomst vanuit blijvend kennis ontwikkelen<br />

Bert Verleysen<br />

3


<strong>Open</strong>ingstoespraak<br />

Prof. mr. Anja Oskamp<br />

Rector magnificus<br />

Dames en heren,<br />

Van harte welkom bij de viering van de 28 e dies natalis van de <strong>Open</strong><br />

<strong>Universiteit</strong>.<br />

Net zoals velen van u las ik op de middelbare school het boek Karakter van<br />

Bordewijk. Verplichte kost, maar het maakte toen diepe indruk op mij. Waar<br />

doorzettingsvermogen, leergierigheid en zelfdiscipline toe kan leiden.<br />

Het verhaal speelt zich af aan het begin van de vorige eeuw. De hoofdpersoon,<br />

de jonge Jacob Katadreuffe, moet na de lagere school gaan werken.<br />

In het arbeidersmilieu waarin hij opgroeit, is doorleren, laat staan op academisch<br />

niveau studeren, niet gebruikelijk. Kinderen moeten snel aan het<br />

werk en bijdragen aan het gezinsinkomen. Katadreuffe was echter leergierig<br />

en zocht zijn eigen weg. Hij leerde ‘s avonds uit boeken die hij tweedehands kocht.<br />

(ik citeer) “Het liefst was hem daarbij een oud Duits lexicon waarvan de laatste delen ontbraken, wat<br />

hij niet verstond, sloeg hij op in een oude Duitse dictionaire, op den duur kon hij die taal redelijk wel<br />

begrijpen.” (einde citaat)<br />

Hij koopt zelfs een radio om vreemde talen te horen en deze zo te leren. Uiteindelijk rondt<br />

Katadreuffe de rechtenstudie af en wordt hij advocaat. Als zeventienjarige vond ik hem een held, en<br />

eigenlijk nu nog.<br />

Katadreuffe is een rasechte tweedekanser. 28 jaar geleden toen de OU werd opgericht waren er nog<br />

talrijke mensen zoals hij: vroeg van school gegaan, nooit de kans gehad door te leren. Hoe zou het<br />

Katadreuffe in de huidige tijd vergaan? Waarschijnlijk zou hij na de basisschool door zijn hoge CITOscore<br />

naar havo of vwo gaan. Hij is immers tot zijn achttiende leerplichtig. Met zijn wilskracht en<br />

zelfdiscipline zou hij wellicht aansluitend naar de universiteit gaan. Hij is ook niet meer de enige uit<br />

zijn milieu die doorstudeert, hoewel het nog lang niet gewoon is. Waarschijnlijk zou hij wel daarvoor<br />

moeten lenen of daarnaast geld verdienen. Kan zelfs de gedreven Katadreuffe dan nominaal studeren?<br />

Maar misschien maakt hij de middelbare school niet af: na zijn 16 e is de leerplicht gedeeltelijk en zijn<br />

moeder vindt immers dat hij geld moet gaan verdienen. In zijn milieu is het nog steeds niet vanzelfsprekend<br />

om te gaan studeren, zeker niet wanneer daarvoor geld geleend moet worden. Alles wat<br />

hij wil weten, zal hij op internet opzoeken. De basis van vreemde talen heeft hij op de middelbare<br />

school gehad. En ook zonder vooropleiding kan hij bij de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> studeren. Rechten, in het<br />

geval van Katadreuffe. Wellicht volgt hij nog een tweede studie aan de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>, voor<br />

verdere professionalisering of om zich te onderscheiden van anderen, en een derde...<br />

Laten we ons goed realiseren hoe groot de veranderingen in de samenleving en daarmee in het<br />

onderwijs zijn, vooral in de laatste paar decennia. De verdubbeling van het aantal studenten sinds de<br />

jaren ‘80, de snelle technologische ontwikkelingen en de nieuwe onderwijskundige inzichten kunnen<br />

niet anders dan gevolgen hebben voor zowel de organisatie als de inhoud van het hoger onderwijs.<br />

Die gevolgen zijn er dan ook. Prestatieafspraken dwingen de universiteiten en hogescholen om hun<br />

organisatie op alle aspecten onder de loep te nemen: onderwijs, onderzoek en alle ondersteuning.<br />

5


Dies natalis 2012<br />

Alles moet efficiënter en beter. Studenten moeten sneller afstuderen, uitval moet beperkt worden,<br />

excellentie moet meer aandacht krijgen. Er wordt dus geselecteerd en gestuurd op efficiënt en snel<br />

studeren. De eisen die aan studenten worden gesteld zijn hoog; men moet bij voorkeur nominaal<br />

studeren en dat betekent veelal voltijds met de studie bezig zijn. Hoe legitiem het ook is om studenten<br />

te dwingen de studie serieus te nemen en niet te zien als iets vrijblijvends, deze druk om voltijds<br />

en nominaal te studeren gaat ook leiden tot uitval om oneigenlijke redenen. De toegankelijkheid<br />

van het hoger onderwijs komt daarmee onder druk te staan, maar wel op een heel andere manier<br />

dan in de tijd van Katadreuffe.<br />

Ook de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> ziet zich voor de uitdagingen van een veranderende omgeving gesteld.<br />

Het open onderwijs, toegankelijk voor iedereen, onafhankelijk van tijd en plaats en de modulaire<br />

opzet zijn grote assets, maar laten zich moeilijk dwingen in de kaders van het traditionele onderwijs.<br />

OU-studenten zijn nu eenmaal anders. Ze hebben andere doelen en er zijn verschillende groepen:<br />

studenten met de wens een bachelor of master te halen, studenten die willen bijspijkeren, of die dat<br />

van hun werkgever moeten, studenten die al een studie hebben afgerond maar deze willen aanvullen<br />

of die zich willen voorbereiden op een totaal andere werkomgeving.<br />

Al deze studenten zijn ambitieus. Studeren aan de OU is altijd een bewuste keus, wat de motivatie<br />

ook mag zijn. Daarin verschilt de OU van andere universiteiten. Weinig studenten komen met<br />

een onverschillige houding naar de OU. Zij zijn werkelijk gemotiveerd. En hun ambitie uit zich doordat<br />

zij studeren in een vaak eenzame setting en in spaarzame tijd, naast andere prioriteiten. Toch<br />

stranden velen en maken niet af waaraan ze zijn begonnen. In haar 28-jarig bestaan heeft de <strong>Open</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> geleerd dat de vrijheid van tijd en plaats naast een groot goed ook een valkuil is. Niet<br />

iedereen is als Katadreuffe.<br />

Leren hoe te veranderen<br />

Prof. dr. Alexander H.G. Rinnooy Kan<br />

<strong>Universiteit</strong>shoogleraar economie en bedrijfskunde aan de<br />

<strong>Universiteit</strong> van Amsterdam<br />

Eredoctor aan de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Nevenfuncties<br />

Onder meer Voorzitter van de raad van commissarissen van De <strong>Nederland</strong>sche<br />

Bank (DNB), Voorzitter van de raad van commissarissen van Het<br />

Concertgebouw en Voorzitter Raad van Toezicht AMC<br />

De rede van Alexander Rinnooy Kan is niet in uitgeschreven vorm beschikbaar.<br />

De rede van Alexander Rinnooy Kan is niet in uitgeschreven vorm<br />

beschikbaar. Wel kunt u de video-opname van zijn rede bekijken.<br />

De <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> heeft ook geleerd dat volledige universitaire opleidingen maar voor een<br />

beperkte groep studenten aantrekkelijk en nodig zijn. Juist omdat de OU als universiteit onderwijs<br />

en onderzoek verbindt en zij goede opleidingen in deeltijd aanbiedt, heeft zij ook de hoger opgeleiden<br />

die op universitair niveau hun kennis willen vermeerderen of actualiseren veel te bieden. Deze<br />

studenten willen geen volledige opleiding, doch slechts de delen die zij missen, of die zij moeten<br />

vernieuwen. Maar wel op hoog niveau, en op tijden die hen passen, soms in deeltijd, maar soms ook<br />

door het vergaren van veel kennis in korte tijd.<br />

Het thema van deze diesviering is leren in tijden van verandering. Dat is ook de titel van ons instellingsplan<br />

dat deze maand is afgerond. In deze tijd vol verandering, waarin we langer moeten doorwerken,<br />

waarin jongeren zeer goed moeten weten aan welke studie ze beginnen, en zich in korte<br />

tijd op academisch niveau moeten scholen, waarin het hebben van de juiste hoogwaardige kennis<br />

cruciaal is, maar waarin die kennis ook voortdurend vernieuwd moet worden, in deze tijd laat de<br />

<strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> zien dat ook zij verandert. Ook bij de OU wordt, voor hen die dat willen, de studie<br />

minder vrijblijvend en de verbinding met studenten groter. Ons afstandsonderwijs wordt verbonden<br />

met de sterke aspecten van contactonderwijs, maar wel met moderne middelen en op een moderne<br />

wijze. In samenspraak met bedrijfsleven en beroepsorganisaties en met onze zusterinstellingen<br />

worden hoogwaardige korte programma’s voor verbreding en vernieuwing van kennis samengesteld.<br />

De verbinding tussen onderwijs en onderzoek wordt versterkt, zowel bij ons onderzoek naar<br />

leren en onderwijzen, als in het disciplinair onderzoek. De ondersteuning van het onderwijs en<br />

onderzoek wordt effectief en efficiënt. De OU zal op een moderne manier tonen waarvoor zij 28 jaar<br />

geleden is opgericht; een universiteit voor hen die om welke reden dan ook niet bij een traditionele<br />

universiteit terecht kunnen. Een universiteit voor mensen die anders willen studeren, niet in het<br />

keurslijf van een traditionele universiteit. Een universiteit voor mensen die langzamer willen studeren,<br />

of die juist flink de versnelling in willen gaan. Vanzelfsprekend stellen we ons onderzoek in dienst<br />

van het onderwijs, op verschillende manieren. En we werken samen met zusterinstellingen, om op<br />

verschillende manieren niet-traditioneel onderwijs verder vorm te geven. Juist in deze tijden van<br />

verandering, waarin de toegankelijkheid van het hoger onderwijs onder druk staat is de OU belangrijker<br />

dan ooit.<br />

6<br />

7


Dies natalis 2012<br />

‘Leren in tijden van verandering':<br />

het belang van duurzaam inzetbaarheidsbeleid<br />

als onderdeel van<br />

Strategisch HRM<br />

Prof. dr. Beatrice I.J.M. van der Heijden<br />

Hoogleraar Strategisch HRM, Vakgroepvoorzitter en Directeur Onderzoeksprogramma<br />

Responsible Organization bij de Radboud <strong>Universiteit</strong> Nijmegen,<br />

Institute for Management Research<br />

Nevenfuncties<br />

Hoogleraar Strategisch HRM bij de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Hoogleraar Strategisch HRM aan de <strong>Universiteit</strong> Twente<br />

Associate Editor European Journal of Work and Organizational Psychology<br />

Voorzitter Toetsingscommissies CMI (Career Management Institute Netherlands)<br />

Mevrouw de Rector Magnificus, Leden van het College van Bestuur, Zeer gewaardeerde<br />

Collega’s en Relaties van de Universitaire Gemeenschap,<br />

De tijden dat loopbanen bestonden uit louter opwaartse bewegingen binnen een raamwerk<br />

van lange-termijn, stabiele arbeidsrelaties zijn voorbij (Arthur & Rousseau, 1996; Briscoe, Hall,<br />

& Frautschy DeMuth, 2006). De hedendaagse economische omgeving, gekenmerkt door een<br />

steeds grotere marktdruk, plattere organisaties, meer transactionele psychologische contracten<br />

(Rousseau, 1995), en ‘boundaryless careers’, heeft arbeidsorganisaties ertoe gedwongen om meer<br />

flexibel te worden teneinde competitief te blijven (Greenhaus, Callanan, & DiRenzo, 2008; Lazarova<br />

& Taylor, 2009).<br />

Naast de veranderingen in de economische omgeving, hebben we, gezien in het licht van de demografische<br />

ontwikkelingen, te maken met verreikende veranderingen in de samenstelling van de<br />

beroepsbevolking (Shultz & Adams, 2007). Hoewel we betrouwbare voorspellingen kunnen maken<br />

over het aantal potentiële arbeidskrachten in de toekomst, is het veel moeilijker om te voorspellen<br />

wie er in staat zijn om te blijven werken, en wie ook bereid zijn om langer door te werken.<br />

Met het afkondigen van een hogere AOW-leeftijd is het nog geen vanzelfsprekendheid dat meer<br />

mensen ook daadwerkelijk langer zullen doorwerken. Ik ben van mening dat de toegenomen<br />

aandacht voor de oudere werknemer, en het beleid ten aanzien van het bevorderen van diens inzetbaarheid,<br />

nu nog vooral voortkomen uit fatalisme: ‘We hebben ze nodig om de enorme tekorten<br />

op te vullen, en we moeten ze proberen aan het werk te houden’ in plaats van: ‘We kunnen ze goed<br />

gebruiken en hebben hun wijsheid, en hun in de loop der jaren opgebouwde expertise hard nodig.’<br />

Samen met een van mijn promovendi, Claudia van der Heijde, operationaliseerde ik het concept<br />

employability (of inzetbaarheid of loopbaanpotentieel) in een multi-dimensioneel meetinstrument.<br />

Een niet onbelangrijke doelstelling van ons onderzoek was om het concept employability uit de<br />

sfeer van containerbegrippen te krijgen, en vooral om arbeidsorganisaties te kunnen voorzien<br />

van een psychometrisch gevalideerd instrument als vervanging van alle niet-gevalideerde ‘scans’<br />

en ‘checklists’ die in de praktijk van het bedrijfsleven helaas veelvuldig toepassing vinden. En dit<br />

terwijl de uitkomsten van dergelijke instrumenten belangrijke salariële en loopbaanconsequenties<br />

8<br />

9


Dies natalis 2012<br />

‘Leren in tijden van verandering': het belang van duurzaam inzetbaarheidsbeleid als onderdeel van Strategisch HRM<br />

hebben voor het personeel. Over ethisch leiderschap gesproken...<br />

Onze definitie van employability omvat het vermogen om de huidige functie uit te oefenen, een<br />

nieuwe functie te verwerven, of werk te creëren door optimaal gebruik te maken van aanwezige<br />

competenties (Van der Heijde & Van der Heijden, 2006, p. 453). Leeftijdsgerelateerde stereotyperingen<br />

ten aanzien van de employability van oudere werknemers maken het voor velen van hen erg<br />

moeilijk om tot hun pensioengerechtigde leeftijd en/of daarna op een plezierige en waardevolle<br />

manier door te kunnen werken. De zelfvervullende profetie, zich uitend in minder aandacht voor<br />

duurzame inzetbaarheid en minder loopbaanmogelijkheden, en vervolgens een geringere motivatie<br />

om daadwerkelijk te participeren in ontwikkelingsactiviteiten, als gevolg van de negatieve<br />

attitude van hun direct leidinggevenden en andere leden van het managementteam, maakt deze<br />

mensen zeer gefrustreerd, hetgeen hoogstwaarschijnlijk vervolgens weer resulteert in een nog<br />

negatievere attitude ten aanzien van hun inzetbaarheid.<br />

Veel leidinggevenden argumenteren dat investeren in het leren van oudere werknemers niet de<br />

moeite waard is omdat de terugverdientijd te kort is. Echter, gegeven het feit dat de resulterende<br />

‘verwaarlozing’ van de loopbaanontwikkeling reeds waarneembaar is bij mensen van veertig jaar,<br />

terwijl ze dan nog minstens 27 jaar inzetbaar moeten zijn, kunnen we ons afvragen of de rekenvaardigheden<br />

van de meeste leidinggevenden wel voldoende ontwikkeld zijn.<br />

Overigens geldt dit ook voor uitgevers van bladen welke een zeer stimulerende rol zouden kunnen<br />

spelen bij ‘het leren in tijden van verandering’.<br />

Laat ik eens een concrete ervaring met u delen die ik zelf aan den lijve ondervonden heb. Op 13 (!)<br />

januari 2011 ontving ik namens het tijdschrift Intermediair een e-mail waarin werd aangekondigd<br />

dat mijn gratis abonnement zou eindigen omdat ik dat jaar 45 jaar zou worden. Een paar minuten<br />

later kwam er gelukkig een tweede mail waarin werd geschreven dat er een vergissing was<br />

gemaakt. Ik blij natuurlijk omdat ik dacht dat het blad gehoor had gegeven aan een van de stellingen<br />

uit mijn proefschrift (Van der Heijden, 1998), en ik citeer: ‘Het beëindigen van het gratis abonnement<br />

op het blad Intermediair bij het bereiken van de leeftijd van 45 jaar is een extreem voorbeeld<br />

van leeftijdsstereotypering van oudere werknemers. Bovendien bevordert deze maatregel de<br />

blijvende emplooieerbaarheid van ouderen niet.’ Maar nee, het tweede bericht wees uit dat ik het<br />

blad nog een jaar gratis mocht ontvangen omdat ik pas eergisteren 45 jaar ben geworden.<br />

Bent u het met me eens dat uitgevers van bladen, zoals Intermediair, in het kader van duurzaam<br />

inzetbaarheidsbeleid, het gratis abonnement veel langer door moeten laten lopen, desnoods door<br />

middel van subsidies van overheidsinstellingen en/of de bedrijven die arbeidskrachten nodig hebben?<br />

Gelukkig biedt de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> wel volop mogelijkheden om in onze behoeftes aan kennis<br />

en vaardigheden te voorzien, en te blijven leren gedurende de gehele loopbaan. Ik kijk met veel<br />

plezier terug op de scriptiebegeleidingstrajecten die ik bij de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> mocht invullen.<br />

Het is fantastisch om met mensen uit verschillende leeftijdscategorieën en loopbaanstadia samen<br />

te mogen werken en te zien hoe zij door middel van hun opleiding hun arbeidsmarktkansen daadwerkelijk<br />

vergroten, en dat bovendien in hun behoeftes aan persoonlijke groei wordt<br />

voorzien. Ook werk ik in het kader van het Netherlands Laboratory for Lifelong Learning van de<br />

<strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> met veel plezier samen met collega’s aan interfacultair en interdisciplinair onderzoek<br />

naar life-long learning. In dit onderzoek proberen wij, onder andere, aan te tonen dat investeren<br />

in HR-activiteiten daadwerkelijk loont en dat een continue aandacht voor loopbaanontwikkeling<br />

noodzakelijk is om leren in tijden van verandering te stimuleren en vroegtijdig vertrek (vóór de<br />

pensioengerechtigde leeftijd) te voorkomen.<br />

Het is duidelijk dat leren en groei slechts mogelijk zijn indien er regelmatig sprake is van een<br />

dialoog tussen werkgever en werknemer waarin de loopbaanwensen, -mogelijkheden en<br />

-beperkingen expliciet aan de orde worden gesteld. Gezien de enorme diversiteit in percepties die<br />

mensen hebben ten aanzien van levens- en loopbaansucces, moet hierbij echter een niet-normatief<br />

raamwerk worden gehanteerd. Niemand is in staat om voor anderen te beslissen wat successen in<br />

het leven en in het werk inhouden, en hoe en wanneer – dat wil zeggen, op welke leeftijd – die<br />

successen bereikt zouden moeten zijn. Structureel beleid waarin ruimte wordt gemaakt voor een<br />

constructieve, open dialoog over leeftijd en werk is nodig. Deze dialoog moet niet alleen gaan over<br />

de relatie tussen de kalenderleeftijd van de medewerker en zijn of haar employability. Gebaseerd<br />

op eerder werk onderscheidden Nauta, De Lange en Görtz (2010), naast kalenderleeftijd, de<br />

volgende operationalisaties van leeftijd:<br />

(1) leeftijd van de professionaliteit (vakmanschap, jaren dienstverlening); (2) leeftijd van de privésituatie<br />

(thuis- en economische situatie); (3) psychosociale beleving van leeftijd (beeldvorming<br />

oudere werknemer, subjectief tijdsperspectief); en (4) leeftijd van de gezondheid.<br />

Laten we eens dieper ingaan op de derde categorie; psychosociale beleving van leeftijd. Recent<br />

onderzoek, van onze hand, naar dominante doeloriëntaties van een ‘unieke’ groep van 172<br />

<strong>Nederland</strong>se oudere werknemers, die doorwerkten na hun pensioengerechtigde leeftijd (tussen<br />

de 62 en 79 jaar), wees uit dat deze zogenaamde doorwerkers met ontwikkelingsdoelen (langetermijndoelen)<br />

erg gemotiveerd waren om langer inzetbaar te blijven (De Lange, Van Yperen, Van<br />

der Heijden, & Bal, 2010). Deze ouderen bleken succesvol te zijn in het verruimen van hun eigen<br />

tijdsperspectief, en kunnen hiermee een belangrijke voorbeeldfunctie vormen voor andere ouderen.<br />

Bovendien bleek uit ons onderzoek dat deze werknemers een hogere mate van werkbevlogenheid<br />

ervaren, meer persoonlijke betekenis aan hun werk geven, en meer positieve percepties hebben<br />

ten aanzien van de prestaties die ze leveren.<br />

Deze uitkomsten zijn zeer hoopvol omdat in dergelijke situaties de kans groot is dat, ingeval van<br />

een goede gezondheid, de medewerkers nog lang een actieve rol op de arbeidsmarkt willen<br />

spelen.<br />

Ook blijkt uit ons onderzoek tijdsperspectief een toegevoegde waarde te hebben, bovenop kalenderleeftijd,<br />

voor het voorspellen van intrinsieke en extrinsieke werkmotivatie van medewerkers, en<br />

voor hun motivatie om langer door te werken. Het is daarom voor organisaties van groot belang<br />

om het tijdsperspectief van werknemers in de gewenste richting te beïnvloeden en om het ontwikkelingsbeleid<br />

dat veelal gekoppeld is aan kalenderleeftijd (zoals bijvoorbeeld prepensioenplanning,<br />

additioneel verlof, en verminderde werklast), veel meer te koppelen aan de mogelijkheden<br />

die mensen hebben, aan hun tijdsperspectief, en aan hun individuele wensen en motieven.<br />

Organisaties zouden gezonde en succesvolle oudere rolmodellen kunnen promoten, ze kunnen<br />

tijdsperspectiefverruimende trainingen of workshops implementeren, en ze kunnen de oudere<br />

werknemer bewustmaken van de langetermijndimensies in aangeboden taken (door bijvoorbeeld<br />

aan te geven dat een training volgend jaar direct toegepast kan worden in het werk). Het lijkt mij<br />

ook zeer nuttig om intergenerationele workshops en trainingen te organiseren, gericht op het<br />

uitwisselen van kennis en vaardigheden. Bovendien zijn deze intergenerationele bijeenkomsten<br />

een krachtig hulpmiddel voor het bestrijden van leeftijdsstereotypering.<br />

Persoonlijk denk ik dat deeltijdpensioen een van de sleutels is om langer doorwerken een wenkend<br />

perspectief te laten zijn. Het geeft de werknemer de kans om op een meer natuurlijke manier te<br />

wennen aan deze voor velen zeer ingrijpende levensgebeurtenis. In de laatste periode van werknemerschap<br />

zou dan de nadruk moeten liggen op kennisoverdracht aan jongere werknemers,<br />

hetgeen ook bij uitstek een manier is om de kracht van senioriteit voor het voetlicht te brengen, in<br />

plaats van het benadrukken van aftakeling en verlies.<br />

Ik heb gezegd.<br />

10<br />

11


Dies natalis 2012<br />

Referenties<br />

Arthur, M.B., & Rousseau, D.M. (1996). Introduction: The boundaryless career as a new employment<br />

principle. In M.B. Arthur & D.M. Rousseau (Eds.), The boundaryless career (pp. 3-20). New York, NY:<br />

Oxford University Press.<br />

Een leven lang leren<br />

Mr. Jan Willem Dijckmeester<br />

Vice-president Human Resources, DSM <strong>Nederland</strong> BV<br />

Briscoe, J.P., Hall, D.T., & Frautschy DeMuth, R.L. (2006). Protean and boundaryless careers: An empirical<br />

exploration. Journal of Vocational Behavior, 69, 30-47.<br />

De Lange, A.H., Van Yperen, N.W., Van der Heijden, B.I.J.M., & Bal, P.M. (2010). Dominant achievement<br />

goals of older workers and their relations with motivation-related outcomes. Journal of<br />

Vocational Behavior, 77, 118-125.<br />

Greenhaus, J.H., Callanan, G.A., & DiRenzo, M. (2008). A boundaryless perspective on careers.<br />

In J. Barling, & C.L. Cooper (Eds.), The SAGE Handbook of Organizational Behavior (Vol. 1 Micro<br />

Approaches, pp. 277-299). London, United Kingdom: Sage Publications.<br />

Lazarova, M., & Taylor, S. (2009). Boundaryless careers, social capital, and knowledge management:<br />

Implications for organizational performance. Journal of Organizational Behavior, 30, 119-139.<br />

Nauta, A., De Lange, A., & Görtz, S. (2010). Lang zullen ze leven, werken en leren. Een schema voor<br />

het begrijpen en beïnvloeden van inzetbaarheid gedurende de levensloop. Gedrag & Organisatie,<br />

23 (2), 136-157.<br />

Rousseau, D.M. (1995). Psychological contracts in organizations: Understanding written and unwritten<br />

agreements. London, United Kingdom: Sage Publications.<br />

Shultz, K.S., & Adams, G.A. (Eds.). (2007). Aging and work in the 21st century. London, United<br />

Kingdom: Lawrence Erlbaum Associates.<br />

Van der Heijde, C.M., & Van der Heijden, B.I.J.M. (2006). A competence-based and multidimensional<br />

operationalization and measurement of employability. Human Resource Management, 45(3), 449-476.<br />

Van der Heijden, B.I.J.M. (1998). The measurement and development of professional expertise<br />

throughout the career. A retrospective study among higher level Dutch professionals. PhD-thesis.<br />

University of Twente, Enschede, the Netherlands: PrintPartners Ipskamp. Crowned with the NITPBprice<br />

1998 (Northern Institute for Applied Psychology and Organizational Psychology in the<br />

Netherlands).<br />

Dames en heren,<br />

U kent vast die anekdote van de man die ’s avonds in zijn auto op de radio<br />

hoort dat er een spookrijder is gesignaleerd… voor zich uit de weg op kijkt<br />

en denkt: goh, ik zie er wel een stuk of tien…<br />

Soms bekruipt me het gevoel dat we bij het thema 'Een leven lang leren'<br />

ook wat last hebben van dit fenomeen: hebben we de werkelijke ontwikkelingen<br />

voldoende scherp in het vizier? Weten we zeker dat we de beste<br />

koers te pakken hebben? Natuurlijk is een leven lang leren essentieel…<br />

voor mensen, voor bedrijven, voor de <strong>Nederland</strong> BV. Het tempo van maatschappelijke<br />

en technologische ontwikkelingen is in een ongelooflijke versnelling<br />

terecht gekomen. Kennis en vaardigheden zijn aan inflatie onderhevig,<br />

en de concurrentiedruk is enorm toegenomen. Laatst hoorde ik een futuroloog bekennen<br />

dat zijn lange-termijnvisie alleen nog geldig was tot komend weekend…<br />

We hadden het in <strong>Nederland</strong> in de jaren ’60 van de vorige eeuw al over een leven lang leren. Toen<br />

heette dat Education Permanente. Zou het, achteraf bekeken, kunnen zijn dat die roep om voortdurend<br />

bijleren en bijspijkeren te vroeg geklonken heeft? Of was het precies op tijd, omdat we<br />

met onze <strong>Nederland</strong>se overlegcultuur weten dat er tijd nodig is voor we daadwerkelijk aan de slag<br />

gaan? En wat hebben we nu in handen: oude wijn in nieuwe zakken? Persoonlijk denk ik van niet,<br />

want de urgentie is nu hoger dan 10 of 20 jaar geleden. Maar de vraag is of die Sense of Urgency<br />

wel goed doorgedrongen is.<br />

Hoe staat het in dit opzicht met de BV <strong>Nederland</strong>? Vorig jaar werd vergrijzing door ruim 50%<br />

van de <strong>Nederland</strong>se bedrijven als bedreiging ervaren. Tegelijk was zo’n 35% van de werkgevers<br />

concreet aan de slag met duurzame inzetbaarheid. Blijkbaar moest eind vorig jaar bijna 2 op elke<br />

3 werkgevers nog werk gaan maken van duurzame inzetbaarheid.<br />

Maar ik ben blij dat het tij toch echt aan het keren is. Eind vorig jaar bleek dat een kleine 70% van<br />

de <strong>Nederland</strong>se werkgevers zich met name zorgen maakte over het langer doorwerken van hun<br />

medewerkers. Hard nodig is dat zeker: bij DSM zal de komende 10 jaar ongeveer de helft van het<br />

huidige personeel uitstromen. Wat doe je dan? Je zoekt ‘nieuwe aanwas’ én je versterkt de duurzame<br />

inzetbaarheid - waar langer doorwerken ook bij hoort. Maar men begon in te zien dat het<br />

allemaal niet zo eenvoudig en vanzelfsprekend is. Er kwamen veel zorgelijke vragen naar boven.<br />

Wat zouden de effecten zijn op productiviteit, efficiency en ziekteverzuim? Hoe zit het met de<br />

motivatie van medewerkers op hogere leeftijd? En hebben medewerkers er eigenlijk wel echt zin<br />

in? Een leven lang leren kan een mooie levensvervulling zijn, maar in combinatie met een volle<br />

baan, een gezin, een sociaal leven en nog een of twee hobby’s erbij is de lol er misschien snel<br />

vanaf. En voor sommigen lokt het Zwitserleven-gevoel nog steeds.<br />

Ondertussen weten we meer. De effecten op productiviteit, efficiency en verzuim blijken beperkt.<br />

En dat oudere werknemers motivatieproblemen kunnen krijgen lijkt me, op een enkeling na, ook<br />

het punt niet. Nu en dan hoor ik ook voorspellingen dat de investeringen in opleiding of bijscholing<br />

van mensen boven de 45-50 de pan uit zullen gaan rijzen. Maar op grond van mijn eigen<br />

12<br />

13


Dies natalis 2012<br />

Een leven lang leren<br />

observaties eerder bij Shell en sinds een aantal jaren bij DSM kan ik dat niet bevestigen.<br />

Ik noem u nog een paar thema’s waar we het over moeten hebben als het over een leven lang leren<br />

gaat.<br />

Allereerst: Hebben wij wel goed door wat de impact van globalisering is op <strong>Nederland</strong> en iedereen<br />

die hier een boterham wil blijven verdienen? McKinsey heeft berekend dat de top 30 van<br />

’s werelds grootste bedrijven nu nog slechts 17% van hun omzet uit de hogegroei-economieën<br />

halen. Dat percentage gaat zonder twijfel hard omhoog. Bedenk ook eens dat dit jaar de helft méér<br />

<strong>Nederland</strong>ers dan vorig jaar naar het verre buitenland emigreert. Dat heeft niets met politiek maar<br />

alles met werk te maken. Voor een belangrijk deel gaat het om goed geschoolde arbeidsemigranten<br />

die vanwege de zwakke arbeidsmarkt hun heil zoeken in China, Indonesië en Zuid-Amerikaanse<br />

landen. Met andere woorden: we hebben ontzettend veel belang bij een gezonde economie en<br />

industrie in eigen land. Ik mag hopen dat de nieuwe regeringscoalitie – Rutte/Samsom? – daar een<br />

topprioriteit in zal zien.<br />

Ten tweede: Als industrie moeten we beslist ook de hand in eigen boezem steken. Ik kan me in elk<br />

geval niet helemaal aan de indruk onttrekken dat leren en opleiden enigszins ‘conjunctuurgevoelig’<br />

zijn. Als het economisch tij niet meezit, ontstaat er kramp en komen onder meer de opleidingsbudgetten<br />

als eerste onder druk te staan. Natuurlijk moet je als bedrijf de tering naar de nering zetten.<br />

Maar zijn we kritisch genoeg over de mate waarin? Aan de ene kant blijven we tegen elkaar zeggen<br />

dat het essentieel is om je innovatie-investeringen op peil te houden. Maar hoe vaak hoor je<br />

expliciet dat de leerbudgetten ook overeind blijven bij economische tegenwind?<br />

Naast deze externe initiatieven zijn wij ook intern bezig met een brede campagne rond Duurzame<br />

Inzetbaarheid. De kern daarvan is dat we onze medewerkers willen stimuleren om op basis van<br />

hun eigen verantwoordelijkheid meer inhoud te geven aan hun persoonlijke ontwikkeling en<br />

employability. De werkgever faciliteert daarbij. Bijvoorbeeld op gebieden zoals blijven leren, loopbaan-planning<br />

en vitaliteit. Elke DSM-werknemer krijgt binnenkort een voucher om hen te helpen<br />

concreet invulling te geven aan hun persoonlijke, duurzame inzetbaarheid.<br />

Dames en heren, als onderneming moet je je mensen wat te bieden hebben. Dan gaat het over<br />

meer dan salaris, vakantiedagen en een cursusje op de vrijdagmiddag. Het spreekt voor zich dat<br />

ook een partner als de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> daar een rol in kan vervullen. Een leven lang leren is<br />

een kwestie van welbegrepen eigenbelang voor individu, bedrijf en land, en ik zou ervoor willen<br />

pleiten dat we de agenda’s naast elkaar leggen. Zodat we scherp kunnen afstemmen wat de<br />

behoeftes zijn, en daarmee bepalen wie waarop kan inspringen.<br />

Misschien liepen we in de jaren ’60 met die beroemde Education Permanente een beetje voor de<br />

muziek uit. De tijden zijn echter zeer ingrijpend veranderd, en ik heb er groot vertrouwen in dat de<br />

bijbehorende Sense of Urgency ons tot adequate oplossingen zal brengen.<br />

Dank voor uw aandacht!<br />

Ten derde: Een onderwerp dat rechtstreeks aan het huis raakt waar we nu te gast zijn. Het is een<br />

open deur om te stellen dat ondernemingen en de wereld van het onderwijs – zeker ook het postinitieel<br />

onderwijs – wederzijds belang hebben bij een goede aansluiting. De geboden onderwijsinhoud<br />

moet in een duidelijke behoefte voorzien. Wat is die behoefte? Gerichtheid op de praktijk.<br />

Een scherp oog voor de oprukkende mondialisering. Zorgen voor een flexibel aanbod, ook op<br />

minder gebruikelijke momenten. En uiteraard aansluitend bij de moderne digitale tijd, dus een mix<br />

van conventioneel klassikaal, interactive e-learning en webinars. Blended learning dus, in modern<br />

<strong>Nederland</strong>s.<br />

Ik ben er voorstander van dat onderwijs, bedrijfsleven en overheid nog veel meer samen optrekken.<br />

En integraal, vanuit de gehele onderwijsketen naar de problematiek kijken. Er wordt in de<br />

huidige tijd niet graag over geld gepraat. Een beetje met de rug tegen de muur hebben we het<br />

liever over een ‘slimmere aanpak’. De overheid heeft versterkte samenwerking tussen bedrijfsleven<br />

en onderwijs hoog op de agenda, en er gebeurt ook veel.<br />

Zo is DSM actief betrokken bij vele initiatieven, wat mij betreft zijn dat Best Practices van samenwerkingen<br />

tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid. We hebben als DSM immers excellente<br />

mensen nodig als toonaangevend bedrijf in de wereld van hoogwaardige, duurzame materialen en<br />

ingrediënten voor voeding en medicijnen. DSM timmert al jaren aan de weg om goede aansluiting<br />

te krijgen met de volledige onderwijsketen – dus vanaf de basisschool tot en met de universiteit.<br />

Als je daar de in natura-inspanningen bij rekent, heb je het over ettelijke miljoenen per jaar. Met<br />

programma’s als sCOOLlab, JetNet, Jeugd & Techniek, Maak het in de Techniek, Procestechniek<br />

Limburg, Chill (Civec) en vele andere, met name op jongeren en techniek gerichte initiatieven.<br />

Dat doen we niet omdat dat wel ‘leuk’ is, maar eenvoudig omdat dat hard nodig is. Om antwoord<br />

te vinden op bijvoorbeeld de vraag hoe de <strong>Nederland</strong>se industrie het over minder dan twee jaar<br />

dreigende tekort van 5000 procesoperators op kan vangen.<br />

14<br />

15


Dies natalis 2012<br />

Een schitterende toekomst vanuit<br />

blijvend kennis ontwikkelen<br />

Bert Verleysen<br />

Student Psychologie aan de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Geachte toehoorders, dames en heren,<br />

Enkele maanden terug werd de Studentenraad gevraagd mee te denken<br />

rond het thema van deze diesviering: Leren in tijden van verandering.<br />

Deze uitnodiging om samen na te denken waardeerden wij vanuit de<br />

Studentenraad enorm, vooral omdat in het verhaal over leren in tijden van<br />

verandering de student toch een belangrijke gesprekspartner is.<br />

Na al de vorige sprekers vind ikzelf als vertegenwoordiger van meer dan<br />

17.000 studenten, het een hele eer om enkele gedachten te brengen rond<br />

het thema. Overigens, geeft mijn persoonlijke verschijning misschien het<br />

idee dat de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> er is voor de ‘wat oudere’ student, die ooit een studiekans gemist<br />

heeft of, zoals ikzelf, niet gebruikt heeft. Fout, niets is minder waar. De <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> is er<br />

vooral voor mensen, los van leeftijd of vooropleiding, die binnen het huidige onderwijsaanbod een<br />

“open” kans willen benutten om het werken te laten versterken door het leren, en het leren te laten<br />

versterken door het werken.<br />

In een vroegere periode werd nogal eens gesproken over “Leven Lang Leren”. Het is nog steeds<br />

een one-liner om werknemers te motiveren voortdurend bij te scholen. Leven Lang Leren roept<br />

bij mij echter iets op van “Dat is lang, enorm lang!” en dan nog iets van “Het is van moeten …”<br />

In Vlaanderen heeft men dan ook de gewoonte om te spreken over “levenslang leren”! Zou dit<br />

misschien de achterliggende reden zijn om als nieuwe locatie voor het studiecentrum van <strong>Open</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> Hasselt te kiezen voor de gebouwen van de oude gevangenis van Hasselt?<br />

Vandaar dat ik persoonlijk liever spreek over “Blijvend Kennis Ontwikkelen”, afgekort kunnen we<br />

misschien verwijzen van het wel gekende BKO, de beroepskwalificatie voor onderwijs … een<br />

belangrijke professionele erkenning voor onze docenten … “beroepskwalificatie” … en dan<br />

“blijven kennis ontwikkelen”.<br />

Ik wil met deze lezing een stuk mijn persoonlijk verhaal met jullie delen. Ik besef ook dat er heel wat<br />

andere studenten vanuit een andere motivatie een leertraject aan de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> opstarten.<br />

Binnen de razendsnelle digitale en andere veranderingen in de hedendaagse maatschappij is het<br />

belangrijk dat iedereen op elk moment van zijn of haar leven de kans krijgt om zich te ontwikkelen<br />

zoals hij of zij ervaart dat het meer kansen geeft op een volwaardiger bestaan.<br />

Momenteel sta ik op een keerpunt in mijn leven. Binnen enkele maanden kan ik hopelijk de letters<br />

MSc achter mijn naam schrijven, maar dan tegelijkertijd ben ik vanaf 1 oktober op pensioen, met<br />

een zee van tijd voor andere dingen, op naar een volgende fase in mijn studeertraject, of beter<br />

gezegd mijn kennisontwikkelingstraject. En dan komt bij heel wat mensen de vraag op: "Waarom<br />

dit diploma dan nog? Wat voor zin heeft die investering aan tijd en geld gehad?"<br />

In de aanloop van deze lezing heb ik via diverse sociale media aan medestudenten gevraagd: “Wat<br />

betekent Leven Lang Leren voor jou?” Hierop kreeg ik een mooie rijkdom aan antwoorden, te lezen<br />

16<br />

17


Dies natalis 2012<br />

Een schitterende toekomst vanuit blijvend kennis ontwikkelen<br />

in de virtuele kroeg van het studienet van de <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong>. Deze ene van een medestudent<br />

wil ik hier meegeven, misschien een antwoord op de vraag: Waarom nog leren op een leeftijd als<br />

anderen hun loopbaan gaan afsluiten?<br />

Blijven leren is voor mij ook altijd open blijven staan voor de mening van anderen, andere<br />

perspectieven zoeken, niet opgeven, nieuwsgierig blijven, niet te snel oordelen omdat je nooit<br />

alles weet, een nuttige tijdbesteding en je komt mensen tegen met dezelfde "leerinteresse"!<br />

Voor mij betekent mijn studie een reflectie op wat ik de afgelopen jaren heb gedaan, een reflectie<br />

over hoe ik met de dingen die op mij afkwamen ben omgegaan. Maar meer nog dan een persoonlijke<br />

reflectie, betekent mijn studie een manier om mijn ervaringen te delen en zo weer te verrijken.<br />

Zo kunnen we dan samen zoeken hoe we op een slimme manier verder kunnen. Ik veronderstel dat<br />

dit blijvend kennis ontwikkelen wil beduiden.<br />

Een belangrijke ervaring is zo dat men op elk ogenblik deel uitmaakt van een gemeenschap, of<br />

zoals een spreker op de diesviering van 2007, de heer Wenger, het benoemt: “community of<br />

practice”. Het gaat om een groep mensen die samen een bekommernis of passie delen en samen<br />

leren om dag na dag slimmer met die bekommernis of passie om te gaan. Gedurende mijn loopbaan<br />

heb ik wel een aantal communities of practice doorleefd en zelf meegebouwd. Het is dan<br />

boeiend om na te gaan welke schatten ik uit de reis doorheen deze communities of practice heb<br />

meegebracht. Schatten, niet om ergens veilig op te bergen, maar om in mijn koffer mee te nemen<br />

om in een andere community of practice te delen.<br />

Een heel ingrijpende ervaring die ik heel bewust in mijn koffer meedraag, is een ervaring uit een<br />

vorige werkomgeving. Als adjunct-manager van een transportbedrijf heb ik ondervonden dat men<br />

in een werkomgeving, en uiteindelijk in elke community of practice, bouwt aan partnerships. Als ik<br />

indertijd op prospectie ging bij potentiële klanten om meer transport binnen te halen, was ik uiteindelijk<br />

afhankelijk van mijn chauffeur om die opdracht goed uit te voeren, maar eveneens van de<br />

leverancier van bijvoorbeeld brandstof, en nog tal van andere mensen... Ik voelde me met een hele<br />

keten van personen verbonden rond die ene opdracht om dat éne pakje te brengen van A naar<br />

Z. Dit leverde op een bepaald ogenblik de input voor de nieuwe baseline van het bedrijf "Jacobs<br />

Transport: je partner op de weg".<br />

Ik heb dit idee van partnership ook meegenomen naar mijn volgende werkomgeving, een totaal<br />

andere context: manager van een hotel in de Eifel, 30 kamers, zwembad, sauna, de betere keuken,<br />

noem maar op, alles erop en eraan. Ook hier voelde ik me als manager vooral partner met mijn<br />

medewerkers, met mijn leveranciers, met de buren, en zeker een partner van de gasten om samen<br />

met hun een geslaagde vakantie te maken. Als je vanuit partnership over je opdracht nadenkt, en<br />

vanuit een partnership anderen uitnodigt om te werken aan de gezamenlijke opdracht, ontstaat er<br />

een totaal andere dimensie.<br />

bekommernis en reflectie helpen kristalliseren? Het zal geen lineair eenduidige causaliteit zijn, het<br />

zal zijn zoals het leven: een mengeling van beide.<br />

In de wisselwerking tussen twee belangrijke communities of practice, mijn werk en mijn studie<br />

aan de OU, heb ik die zoektocht om met goesting te bouwen aan partnerships kunnen beleven en<br />

bestuderen. Een voorlopig hoogtepunt in deze zoektocht was een boeiende ontmoeting enkele<br />

maanden terug met een van mijn grote inspirators, voor zowel mijn werk als mijn studie: Gervase<br />

Bushe. Hij spreekt mij aan als “fellow-traveller in the journey of high quality relationships”.<br />

Toen ik eind augustus een paar dagen in Luxemburg was, en tussendoor wat schreef aan deze<br />

lezing, moest ik spontaan denken, dat is bouwen aan relaties, mekaars sterktes op een hoger<br />

niveau tillen. Voor mij betekent studeren aan de OU ook bouwen aan partnerships: elkaars sterktes<br />

op een hoger niveau tillen. Het is vanuit een gedeelde passie en bekommernis samen aan de slag<br />

gaan. Het is samen zoeken naar de goudmijn in de ander, het potentieel in de ander dat aangewakkerd<br />

moet worden, samen kennis ontwikkelen, dag na dag, module na module. En dan ervaar je,<br />

om het met de woorden van mijn vriend, prof. Em. René Bouwen aan KU Leuven te zeggen: "kennis<br />

en wijsheid zit niet tussen de oren, maar tussen de neuzen". Kennis is niet iets wat iemand heeft en<br />

moet overgebracht worden op een ander. Kennis wordt ontwikkeld tussen mensen, als men maar<br />

oog heeft voor de goudmijn in de ander, en men deze goudmijn wil ontginnen!<br />

Als fellow-traveller van Gervase Bushe ga ik in mijn scriptie voor mijn master Psychologie op zoek<br />

naar die kwaliteitsvolle relaties en gebruik zijn woorden: tracking, het zoeken naar dat beginnend<br />

vuurtje, en dan fanning, dat beginnend vuurtje aanwakkeren. Is het dat misschien wat wij als<br />

studenten verwachten van een docent: laat ons samen de sterktes opzoeken en geef wat zuurstof<br />

om die sterktes te ontplooien.<br />

Ik maak een enorm boeiende tijd door bij de OU. Boeiend vanuit mijn bezig zijn met de studentenraad<br />

en de verschillende clubjes daarrond, boeiend om vanuit een tracking & fanning met een<br />

medestudent en met mijn docent te werken aan de scriptie, boeiend ook om mensen te mogen<br />

ontmoeten die ons inspireren naar een toekomst … Boeiend omdat voor de OU, onze community<br />

of practice, een pracht van een toekomst open ligt in het verder ontwikkelen van kennis vanuit<br />

kwaliteitsvolle relaties met iedereen die betrokken is bij onze <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong> en niet in het minste<br />

met medestudenten die om uiteenlopende redenen kiezen om de kans te grijpen om in tijden van<br />

verandering via het afstandsonderwijs hun leven een andere wending te geven…<br />

Thank you, fellow-travellers.<br />

Een andere belangrijke die ik uit bijna al mijn werkervaringen meeneem, is het belang om, ja met<br />

het Vlaamse woord, met goesting naar je werk te gaan en 's avonds naar huis te keren met de<br />

goesting om morgen terug aan de slag te gaan. Werken moet leuk blijven! De meeste uren van ons<br />

bewust leven brengen we door op de werkvloer, laten we er dan als partners voor zorgen dat het<br />

fijn en leuk is om op die werkvloer te zijn.<br />

Je zou mijn werk- en leerervaring misschien wel kunnen samenvatten als "met goesting bouwen<br />

aan partnerships". Is dat misschien de diepere zin van "toekomst bouwen vanuit blijvend kennis<br />

ontwikkelen?” Heeft de bekommernis en reflectie voor deze ervaringen in mijn werksituatie me tot<br />

de studie van Arbeids- en organisatiepsychologie gebracht, of heeft mijn studie aan de OU deze<br />

Literatuurlijst<br />

Bouwen, R. (2008). De scheppende kracht Van AI. In R. Masselink & R. van den Nieuwenhof (Eds.),<br />

Waarderend Organiseren. Nieuwerkerk aan den Ijssel: Gelling Publishing.<br />

Bushe, G. R. (2010). Clear Leadership: Sustaining Real Collaboration and Partnership at Work. Boston:<br />

Davies-Black.<br />

Wenger, E. (2000). Communities of Practice and Social Learning Systems. Organization, 7 (2), 225-246.<br />

18<br />

19


Dies natalis 2012<br />

5112199<br />

5612199<br />

20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!