Scheepsgolven
Scheepsgolven
Scheepsgolven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Scheepsgolven</strong><br />
Oscar van den Bosch (#3118185)<br />
Tom van Koppen (#3144070)<br />
Golven & Optica (NS-104B)<br />
6 juli 2007<br />
Samenvatting<br />
Een varend voorwerp op het water veroorzaakt een golfverschijnsel<br />
genaamd “scheepsgolven”. Deze golven vormen achter het voorwerp een<br />
V-vorm. De hoek waaronder die golven ontstaan is interessant om te<br />
bekijken.<br />
Het blijkt dat het verschil tussen fasesnelheid en groepssnelheid erg van<br />
belang is. Bij ondiep water blijkt de groepssnelheid afhankelijk te zijn van<br />
de diepte van het water. Uit de dispersierelatie volgt dat bij diep water de<br />
groepssnelheid de helft is van de fasesnelheid, en met deze benadering is<br />
te bewijzen dat de hoek waaronder de golven zich ontwikkelen, bij relatief<br />
diep water, altijd gelijk is aan arcsin( 1 3 ), benaderd 38,94◦ .<br />
1
1 Inleiding<br />
Op het water doen zich veel golfverschijnselen voor. De zwaartekracht heeft veel<br />
invloed op het water, bijvoorbeeld door getijdewerking. Nog interessanter wordt<br />
het als we zelf het water beïnvloeden, een goed voorbeeld hiervan is met behulp<br />
van scheepvaart. Een schip veroorzaakt een bepaald golfpatroon vanwege de<br />
verstoring van de oppervlakte van water, dat transport van energie tot gevolg<br />
heeft.<br />
Al begin 19 e eeuw realiseerde men zich dat dit patroon heel regelmatig was.<br />
Lord Kelvin deed hier uitgebreid onderzoek naar, ook al zijn deze resultaten<br />
nooit gepubliceerd. In diep water vertoonde zich altijd een soort “V” met een<br />
karakteristieke hoek. Deze hoek bleek ongeveer hetzelfde te zijn, of het nou een<br />
zwaar schip op zee betrof of een eend in een vijver.<br />
Figuur 1: Een eend veroorzaakt ook “scheepsgolven”<br />
Het is belangrijk in te zien dat deze golven zich anders gedragen dan geluidsgolven.<br />
Een groot verschil is dat bij scheepsgolven de golfsnelheid afhankelijk is<br />
van de golflengte. Dit heeft onder andere tot gevolg dat de de groepssnelheid<br />
anders dan de fasesnelheid.<br />
2 Snelheid van de golf<br />
Bij eenvoudigere golven zijn golfgetal en hoekfrequentie onafhankelijk van elkaar.<br />
Men kan dus ook stellen dat de (fase)snelheid van een eenvoudige golf gegeven<br />
wordt door:<br />
v f = ω k<br />
(1)<br />
Als de golfsnelheid afhankelijk is van de golflengte echter, wordt het ingewikkelder.<br />
Het is belangrijk te onthouden dat deze fasesnelheid nog steeds bestaat, ook<br />
bij afhankelijkheid tussen golfsnelheid en golflengte. Het betreft dan enkel de<br />
fasesnelheid van één enkel deeltje dat deelneemt aan de golf.<br />
2
Echter, wanneer we wat willen zeggen over de golf als geheel, dus hoe de<br />
golf van vorm verandert in de tijd, maken we gebruik van de groepssnelheid,<br />
gegeven door:<br />
v g ≡ ∂ω<br />
∂k<br />
(2)<br />
3 Diepte van het water<br />
Voor situaties waar de diepte h eindig is geldt de volgende dispersierelatie 1 :<br />
ω = √ gk tanh(kh) (3)<br />
Met ω de hoeksnelheid, g de zwaarteversnelling en k het golfgetal. Als we<br />
dan kijken naar de fasesnelheid, dan wordt deze:<br />
De groepssnelheid wordt dan:<br />
v f = ω √ g<br />
k = tanh(kh) (4)<br />
k<br />
v g = dω<br />
dk = 0.5v 2kh<br />
f(1 +<br />
sinh(2kh) ) (5)<br />
Te zien is dat de fasesnelheid en de groepssnelheid allebei van diepte h afhankelijk<br />
zijn. We kunnen nu de naar de situaties kijken voor diep en ondiep<br />
water door randvoorwaarden daarvoor te stellen.<br />
4 In ondiep water<br />
Voor deze situatie geldt: h>>λ, dus kh>>1.<br />
Uit de dispersierelatie volgt nu:<br />
ω = k √ gh (6)<br />
dus de fasesnelheid respectievelijk de groepssnelheid wordt nu:<br />
v f,ondiep = √ gh (7)<br />
v g,ondiep = v f,ondiep (8)<br />
Te zien is dat voor ondiep water de fasesnelheid en de groepssnelheid alleen<br />
afhankelijk zijn van diepte h.<br />
5 In diep water<br />
Voor deze situatie geldt: h>>λ, dus kh>>1. Uit deze randvoorwaarden volgt<br />
voor de dispersierelatie in diep water:<br />
1 L. Ellerbroek, In het kielzog van Kelvin, UvA, 2006<br />
ω = √ gk (9)<br />
3
In diep water hangt de voortplantingssnelheid dus af van de golflengte. Voor<br />
de fase- en groepssnelheid geldt nu:<br />
√ g<br />
v f,diep =<br />
k<br />
(10)<br />
v g,diep = 1 2 v f,diep (11)<br />
We kunnen nu kijken naar de hoek van de kielzog veroorzaakt door een boot<br />
varende op diep water. Nu kunnen we een kwalitatieve tekening maken van de<br />
situatie.<br />
Figuur 2: Boot met kielzog, geometrische schets<br />
Op punt Q zal de golf veroorzaakt door de boot zich voortplanten met een<br />
snelheid v g = 1 2 v f. Na een tijd t = t 0 zal de boot zich op het punt O bevinden.<br />
De hoek tussen de verplaatsingsrichting van het schip en de rand van het golffront<br />
veroorzaakt bij punt Q noemen we θ. Te zien in de bovenstaande figuur<br />
is dat:<br />
sin(θ) = 1 3<br />
(12)<br />
Ofwel,<br />
arcsin(1/3) = θ ≈ 19.47 ◦ (13)<br />
De booghoek achter een schip zal dus altijd 38.94 graden zijn, onafhankelijk<br />
van de snelheid van de boot.<br />
4
6 Conclusie<br />
Het blijkt dat de groepssnelheid dus een cruciale rol speelt in de vorming van<br />
scheepsgolven. Als men aanneemt dat de diepte van het water veel groter is dan<br />
de golflengte die door het schip geproduceerd wordt, blijkt dat de groepssnelheid<br />
de helft is van de fasesnelheid. In zo’n geval is op geometrische gronden te<br />
bepalen dat de hoek waaronder de scheepsgolven ontstaan altijd gelijk is aan<br />
arcsin 1 3 , benaderd 38,56◦ .<br />
Een eend produceert een kleinere golflengte dan een schip, en hoeft daarom<br />
in minder diep water te zwemmen. Hierdoor zal die hoek dus niet tot nauwelijks<br />
afwijken van de hoek van een groot schip, iets wat je intuïtief misschien niet had<br />
verwacht.<br />
5