12 <strong>Ratelaar</strong>
BOS door: Hans Bos foto: Erwin Suvaal Altijd verder Sinds 5 december vorig jaar ligt het boek ‘ Altijd Verder’ van Dolf Jansen op mijn nachtkastje. Het boek is voor mij een feest van herkenning. Stukje voor stukje neem ik het tot me, om er langzaam van te genieten. Dolf is twee jaar jonger dan ik, maar begon ruim tien jaar eerder dan ik met hetzelfde fanatisme te hardlopen (als ik nu nog steeds doe). Het boek getuigt daar in alle opzichten van. Het is een (onvoltooid) levensverhaal over lopen en nog eens lopen, altijd maar weer, altijd verder dus. Want lopers zijn winnaars, ook al zien ze er, zoals Dolf uiteindelijk ook zich zelf typeert, uit als levende lijken. Hoewel Dolf al snel realiseert dat de echte top niet haalbaar is, weet hij tot op de dag van vandaag van geen ophouden. Zelfs met ca. 200 optredens per jaar weet hij nog bijna dagelijks tijd te vinden om zijn training, op diverse plaatsen in binnen- en buitenland, af te werken. Wat natuurlijk ook onvermijdelijk leidt tot periodes van chronische vermoeidheid en blessures. De meest bizarre prestatie is waarschijnlijk de 30 km wedstrijd die hij in februari 1999 op uitnodiging van Jos Hermens, samen met Greg van Hest in Japan loopt. In een drukke week met voorstellingen, vliegt hij hiervoor ‘even’ heen en weer, totale vliegtijd 38 uur. Na ca. 40 uur zonder slaap, een inloopje met Greg en een korte nacht in het hotel, loopt hij de volgende ochtend in ijzige kou nog de respectabele tijd van 1u.48. Om vervolgens de dag daarna, na een vermoedelijke comaslaap tijdens de terugreis, al weer op de planken te staan. No pain, no gain. Dolf weet hierover mee te praten. Alleen constateert hij, net als ik, dat er veel verschillende pijntjes bestaan, die soms voor een loper moeilijk te doorgronden zijn. Pijntjes komen en gaan, maar het blijft moeilijk, ook voor de ervaren loper, om in te schatten hoeveel belasting nog verantwoord is als er ergens iets zeurt aan je lichaam. Anders gezegd: hoeveel ‘ actieve rust’ is nog goed voor doordravers als Dolf en ik? De lezer heeft het antwoord al geraden. Dus ben ik nu al ruim twee jaar aan het sukkelen met blessures die als een soort kettingreacties elkaar lijken op te volgen. En als loper op leeftijd kun je je natuurlijk geen ‘ jonge honden gedrag’ meer veroorloven. Toch heb ik geen spijt van al die uitspattingen, want ik ben nu eenmaal geen loper van ‘rustig aan, dan breekt het lijntje niet’. Al die keren dat ik tot het gaatje ben gegaan, leverden immers evenzovele memorabele momenten van gelukzalig afzien op. Een typische hardlopersparadox, ik geef het toe. Met de kanttekening, ook door Dolf gemaakt, dat tijdens het afzien het natuurlijk alleen maar afzien is, en het vooral gaat om het overwinningsgevoel daarna. Een beetje masochistisch is het natuurlijk wel. En het laat ook littekens na, zeker de marathons. De negentiende keer in <strong>Rotterdam</strong> staat al weer op de agenda. Maar het lichaam prostesteert nu al. Waarmee ik beland ben in de staat die volgens Dolf voor vele doordravers zo kenmerkend is: tussen hoop en vrees. <strong>Ratelaar</strong> 13