CURSUS SOMMELIER / WIJNPROEVER - Ondernemersschool

THUISSTUDIE
PROEFHOOFDSTUK
SOMMELIER
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be

Beste student,
Bedankt voor je interesse in onze opleiding sommelier!
Op de volgende pagina bieden we je graag een gratis proefles aan van de thuisstudie
sommelier. Je vindt hierin de volledige inhoudstafel, één hoofdstuk van de cursus en een
vragenreeks terug. Ook lees je er de manieren waarop je je professionele docent
persoonlijk kan contacteren wanneer je vragen hebt. Door deze gratis proefles kan je
alvorens je in te schrijven al eens rustig bekijken op welke manier en uit welke delen de
cursus is opgebouwd. Daarnaast kom je ook meer te weten over het reilen en zeilen van de
school, de manier waarop je je taken inlevert bij je docent, stage loopt,… Dankzij deze
proefles weet je kortom waar je je aan kan verwachten!
Zou je graag de volledige cursus inkijken alvorens je in te schrijven? Kom dan eens langs in
één van onze vestigingen in Antwerpen, Gent of Hasselt. Onze medewerkers zullen je graag
verder helpen en je inzage geven in een exemplaar van de cursus die je graag wil volgen!
Onze secretariaten zijn gevestigd op volgend adres:
Secretariaat Antwerpen: Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen
Secretariaat Gent: Elfjulistraat 39a, 9000 Gent
Secretariaat Hasselt: Simpernelstraat 27, 3511 Kuringen
Op de volgende pagina’s geven we je een voorproefje van de cursus. Hierin vind je:
- De volledige inhoudstafel van de cursus
- Een gratis hoofdstuk uit de cursus
- Een representatieve vragenreeks voor het examen
- Een inschrijvingsformulier
- Informatie over de opleiding en de school
2

INHOUDSOPGAVE
1 Wat is wijn
2 Hoe maak ik wijn?
2.1 Rode wijn
2.2 Witte wijn
2.3 Rosé wijn
2.4 Mousserende wijn
2.5 Zoete wijn
2.6 Meerkeuze vragen
3 De druif en zijn groei
3.1 Welk type druif is geschikt om wijn van te maken?
3.2 Enten
3.3 Het kruisen van druivenrassen
3.4 Snoeien en methodes
3.5 Gevaarlijke ziekten voor druivenstok en druif
3.6 De groei van knop tot rijpe druif
3.7 Meerkeuze vragen
4 Druivensoorten en kenmerken
4.1 Bekendste witte druivensoorten
4.2 Minder bekende witte druivensoorten
4.3 Bekendste rode druivensoorten
4.4 Minder bekende rode druivensoorten
4.5 Meerkeuze vragen
5 Terroir
6 Wijnlanden en streken
6.1 Oude wereld
6.1.1 Frankrijk
6.1.2 Italië
6.1.3 Spanje
3

6.1.4 Portugal
6.1.5 Oostenrijk
6.1.6 Zwitserland
6.1.7 Luxemburg
6.1.8 Duitsland
6.1.9 Open vragen
6.2 Midden- en Oost-Europa
6.3 Midden Oosten en Noord Afrika
6.4 Nieuwe Wereld
6.4.1 Argentinië
6.4.2 Chili
6.4.3 Uruguay, Brazilië en Bolivia
6.4.4 Zuid Afrika
6.4.5 Australië
6.4.6 Nieuw Zeeland
6.4.7 Amerika
6.4.8 Canada
6.4.9 Open vragen
7 Wijnwetgeving en kwalificaties
7.1 Oude wereld
7.2 Nieuwe Wereld
7.3 Meerkeuze vragen
8 Etiket lezen
8.1 Verplichte informatie
8.2 Optionele informatie
8.3 Oefening
9 Rijping van wijn
10 Biologische wijn
11 Gebreken aan wijn
11.1 Kurk
4

11.2 Te zuur
11.3 Zwavel
11.4 Oxidatie
11.5 Meerkeuze vragen
12 Het verschil tussen de Oude en de Nieuwe wereld
13 Wijn proeven
13.1 Wat is het ideale tijdstip?
13.2 Welke kleur heeft wijn?
13.3 Welke geur ruik je?
13.4 Wat proef je?
13.5 Wijn met eten combineren
14 De wijnkaart opmaken
14.1 Welke wijnen?
14.2 Waar koop ik mijn wijn?
14.3 Hoe deel je je wijnkaart in?
15 Wat is de ideale kamertemperatuur?
16 Hoe bewaar je wijn?
17 Hoelang kan je wijn bewaren?
18 Oplichting
19 Wijn van bij ons
19.1 België
19.2 Nederland
20 Termen om te onthouden
21 Meerkeuzevragen
22 Wijn en gezondheid
5

GRATIS PROEFHOOFDSTUK
Hieronder vind je een gratis onderdeel uit de cursus terug. Bepaalde termen of woorden
worden in eerdere hoofdstukken uitgelegd. Dit deel bouwt hierop verder. Heb je je
ingeschreven voor de volledige cursus en heb je toch nog vragen of wens je wat extra
voorbeelden? Dan kan je steeds terecht bij je professionele docent Robert Teunissen.
Tijdens deze opleiding heb je recht op één jaar gratis begeleiding van je docent via e-mail.
Hij antwoordt op al jouw vragen, zodat je de cursus volledig begrijpt!
HOOFDSTUK 13: WIJNPROEVEN
Als je wijn gaat kopen of verkopen moet je de kwaliteit van de wijn kunnen bepalen. Alleen
door de wijn te proeven kun je hem beoordelen op kwaliteit en dus ook de gebreken ervan
vaststellen. Waarom? Je weet meteen hoeveel geld je voor die bepaalde kwaliteit kunt
vragen, of de wijn lang houdbaar is en wat de klanten qua smaak kunnen verwachten!
Vaak denken mensen dat ervaren wijnkenners na een klein slokje al kunnen zeggen welke
wijn er in het glas zit, uit welke wijngaard hij komt, en in welk jaar hij werd gemaakt. Maar zo
eenvoudig is dat niet. Mensen die veel wijnen proeven zullen wel zorgvuldig gaan zoeken
naar herkenningspunten. Ze proeven veel dezelfde soort wijnen, wat het eenvoudiger
maakt om wijnen te vergelijken.
Mensen die veel proeven zullen altijd voorzichtig zijn in het geven van hun mening, omdat
zeer veel stijlen tegenwoordig door elkaar lopen. Druivenrassen worden overal aangeplant
en daarom is het niet eenvoudig meer om te zeggen waar een wijn juist vandaan komt.
13.1 Wat is het ideale tijdstip?
’s Ochtends, voordat je koffie gaat drinken, is het ideale tijdstip om wijn te proeven. Op
die moment is je smaak nog in de beste conditie. Maar ook je ogen en neus moeten
meewerken. Zorg ervoor dat de ruimte waarin je proeft goed verlicht is en er geen vreemde
geuren hangen. Rook niet in het proeflokaal, wees zuinig met parfum en zorg voor rust.
Hierdoor kun je je volledig concentreren op de wijn zelf.
6

Wijnen moet je in een bepaalde volgorde proeven:
- Van wit naar rood ( zoete wijnen niet meegerekend )
- Van droog naar zoet
- Van licht naar zwaar
- Van jong naar oud
Begin met 6 tot 8 wijnen als je een beginnende wijnproever bent en schenk maar een klein
beetje in de glazen ( 2 cm wijn ).
Wijn keuren doe je met je ogen, neus en mond!
Ogen-------------Zien------------------Kleur
Neus-------------Ruiken---------------Geur
Mond------------Proeven--------------Smaak
13.2 Welke kleur heeft wijn?
Alle wijnen hebben een bepaalde kleur. Aan de hand van de kleur van de wijn kun je al iets
meer over de wijn te weten komen.
Rode wijn
Paars: Vaak jonge rode wijnen.
Robijnrood: De wijn is al iets ouder, waardoor de paarse kleur verdwijnt.
Rood: De wijn begint op dronk te komen.
Roodbruin: De wijn heeft al een behoorlijke ontwikkeling op fles gehad.
De kleur kun je het beste bekijken door het glas schuin tegen een witte achtergrond te
houden. Kijk naar de buitenste rand van de wijn in het glas. Omdat de wijn daar het dunste
is, kun je daar ook de kleur het beste bekijken.
7

Witte wijn
Witte wijn heeft meestal niet zoveel kleur, van vrijwel kleurloos tot bleekgeel. Zoete witte
wijnen hebben vaak een amberachtige kleur.
Een wijn moet helder zijn. Oude wijnen die troebel zijn geworden door het bezinksel in de
fles moeten eerst een tijdje rechtop staan om alle vaste stoffen naar de bodem te laten
zakken.
13.3 Welke geur ruik je?
De geur die je ruikt in wijn heet het bouquet. Door de wijn zachtjes in het glas rond te
draaien komt een groter gedeelte van de wijn in contact met zuurstof. Het ronddraaien van
wijn in een glas noemt men walsen.
Breng je neus dicht bij de wijn in het glas en ruik aandachtig en geconcentreerd. Probeer
de geuren een naam te geven. Wat ruik je? Fruit? Noten? Karamel? Dat is best lastig in het
begin, omdat je nog geen referentie van andere geuren hebt. Maar door veel te herhalen en
te oefenen bouw je in je hoofd een nieuw geheugen van geuren op!
Enkele aandachtspunten:
- Wijnen moeten zuiver ruiken.
- Wijnen mogen niet naar zwavel, rotte eieren, kurk, azijn of zuurtjes ruiken.
8

- Iedere druivensoort heeft zijn eigen bouquet. Het trucje is om dat aroma op te sporen.
Als dat lukt, heb je al iets meer houvast. Dan kun je gaan denken aan waar de wijn
vandaan komt en van welk jaar hij is. Iedere wijn heeft dus zijn eigen geurintensiteit.
Er bestaan drie hoofdgroepen geuren of aroma’s:
1. Primaire aroma’s = Dit zijn de aroma’s van de druif zelf, vaak zijn dit frisse geuren.
2. Secundaire aroma’s = Geuren die ontstaan door gisting en houtlagering. Bv. amandelen,
toast, boter, melk en brood.
3. Tertiaire aroma’s = Geuren die ontstaan door lange rijping. Bv. stallucht, dierlijke geuren,
rubber, koffie, laurier en paddenstoel.
Verder zijn er nog een aantal kleinere geurgroepen:
- Branderig = geroosterd vlees, karamel, rook, sigarenkistje, enz.
- Chemisch = kunststoffen, medicijnlucht, nagellak, enz.
- Dierlijk = stalgeur, adellijk wild, zweet, enz.
- Etherisch = fruit, zuurtjes, bier, kaas, enz.
- Floraal = bloesem van fruitbomen, verse snijbloemen, enz.
- Fruitig = appel, peer, perzik, kiwi, kersen, vijgen, roodfruit, enz.
- Gekruid = verse kruiden zoals rozemarijn, kervel, salie, paddenstoelen, enz.
- Specerijen = kaneel, komijn, kruidnagel, enz.
- Houtachtig = cederhout, enz.
- Plantaardig = mos, ui, knoflook, gemaaid gras, weiland, enz.
13.4 Wat proef je?
Op je tong zitten smaakpapillen die zoet, zuur, zout en bitter waarnemen. Bij een slok wijn
laat je de wijn door je hele mond rollen en zuig je er wat lucht bij. Dat doe je door je lippen
te tuiten en er zo wat lucht bij te zuigen. Je zult merken dat je veel meer proeft dan wanneer
je er geen lucht bij zuigt.
9

Spuug de wijn uit en tel het aantal seconden dat je de wijn nog via je mond en neus proeft.
Dit noemt men de afdronk. Hoe langer je de wijn dan nog proeft, hoe langer de afdronk.
De volgende termen worden veel gebruikt bij het combineren van wijn en eten.
- Strakke smaak = Dit is een wijn met een hoog zuurgehalte, waardoor je veel
speeksel in je mond krijgt. Denk aan het druivenras Sauvignon Blanc.
- Filmende smaak = Bij deze wijn is het speeksel dikker. Denk aan de het druivenras
Chardonnay.
- Tannine = Dit is een stof die je mond droog en stroef maakt. Het ene druivenras heeft
veel tannine (Cabernet Sauvignon) en het andere weinig (Gamay).
- Frisse smaaktonen = Denk aan groene appel, rauwe ui en tomaat.
- Rijpe smaaktonen = Banaan, knoflook, meloen, paddenstoelen.
Maak tijdens het wijnproeven notities en bewaar die. Zo kun je altijd terugvinden hoe goed
een bepaalde wijn was.
13.5 Wijn met eten combineren
Om te weten welke wijn bij welk gerecht past moet je zowel de wijn als het gerecht proeven.
Probeer bovenstaande smaken te herkennen in het gerecht.
Zoete wijnen
Zoete wijnen passen vaak bij zoete gerechten, maar je moet wel opletten dat de zoete
smaak in de wijn ongeveer hetzelfde is als in een gerecht. Ook blauwe schimmelkazen,
zoals gorgonzola, passen goed bij zoete wijnen (Het zoete heft het zoute van de
schimmelkaas op. Je proeft de wijn en de kaas dus goed).
Zure wijnen
Wijnen met een frisse zuurheid passen heel goed bij licht frisse gerechten zoals salades
met een dressing van azijn en olie. De zuren in de salade mogen wel niet te sterk zijn,
anders wordt alles zuur. Een frisse witte wijn past bijvoorbeeld goed bij geitenkaas. Als je
zure wijnen hebt en die gaat combineren met gerechten die heel weinig of geen zuren
hebben, ontstaat er een scherpe metalige smaak die zeer onprettig is in je mond.
10

Proef maar eens een wijn van de Chardonnay druif met een stukje rauwe tomaat. Je zal wel
begrijpen wat ik bedoel.
Wijnen met een filmende smaak
Veel wijnen van de Chardonnay druif hebben een wat vollere ronde smaak, of minder zuren.
Ook witte wijnen die een houtlagering hebben gehad, hebben minder zuren dan wijnen die
geen houtlagering hebben gehad. Die soort wijn past heel goed bij gerechten die ook geen
of weinig zuren hebben, zoals gerookte vissoorten, witvleesgerechten zoals kip, konijn, kalf,
parelhoen en paddenstoelen.
Wijnen met tannine
Wijnen die veel tannine hebben passen goed bij roodvlees dat gegrild of gebakken is, maar
ook bij pikante gerechten. Wijnen met bijna geen tannine passen goed bij visgerechten.
14 De wijnkaart opmaken
14.1 Welke wijnen?
Tegenwoordig is het aanbod aan wijn erg ruim. Het is dus niet zo eenvoudig om te bepalen
welke wijn je op de kaart wilt plaatsen. Daarom stel je jezelf drie vragen:
- Hoeveel wijn wil ik op de kaart?
- Wat is de formule van het restaurant of van de wijnwinkel?
- Hoe ziet onze huidige menukaart er uit?
11

Belangrijk is dat je let op de inkoopprijs, want die bepaalt de verkoopprijs. Je moet een
wijnkaart maken met goedkope, middenklasse en duurdere wijnen. Een variatie in het
aanbod qua landen is ook aan te raden. Bied dus niet alleen Franse wijnen aan! Zorg voor
een mix van verschillende druivensoorten, en niet alleen Chardonnay en Merlot. Probeer
wijnen te krijgen die gemaakt zijn van onbekende druivenrassen, waarmee je je gasten kunt
verrassen. Enkele mousserende wijnen en dessert wijnen misstaan zeker niet op een
wijnkaart. Ten slotte bied je best ook verschillende smaakstijlen aan, van licht naar zwaar.
Zorg ervoor dat je niet te veel wijnen inkoopt, want je moet de wijnen voor een bepaalde tijd
opslaan. En wijn die in de kelder ligt kost alleen maar geld. Daarom moet er een goede
doorstroming zijn. Het belangrijkste is dat je weet welke gerechten er op de menukaart
staan. Daar pas je de wijninkoop op aan.
14.2 Waar koop ik mijn wijn?
Je kunt alles bij een grote wijnimporteur of handelaar kopen die een breed
assortiment heeft. Het voordeel is dat de prijzen goedkoper zijn, omdat je korting
kunt vragen en geen transportkosten hoeft te betalen.
Je kunt ook je wijnen bij gespecialiseerde wijnhandelaren kopen, bv. bij iemand die
uitsluitend één bepaald land inkoopt. Voordeel hiervan is dat je vaak de betere wijnen
koopt. Bovendien is de wijnhandelaar meestal iemand met veel kennis over die
landen. Het nadeel is dat je dan iets kleinere hoeveelheden koopt. De prijs zal dus
iets hoger liggen en, omdat je minder bestelt, zal je ook vaak transportkosten
moeten betalen.
Ten slotte kun je ook zelf je wijn in de wijnlanden gaan inkopen. Het voordeel hiervan
is dat je de wijnboer leert kennen, en je kunt de wijn lokaal al proeven. Dit is
bevorderend voor de verkoop, omdat je de gasten in het restaurant vaak meer over de
wijn en de wijnboer kunt vertellen. Vergeet wel niet dat dit kosten met zich meebrengt
die je door moet berekenen in je verkoop. Kosten zoals accijns en transport komen
voor je eigen rekening en nemen ook nogal wat tijd in beslag. Toch zijn er ook
wijnimporteurs die dat voor jou willen doen, omdat zij vaak heel precies weten hoe dat
gaat.
12

14.2 Hoe deel je je wijnkaart in?
Je kunt zelf kiezen hoe je de wijnkaart indeelt. Je begint altijd met de mousserende wijnen.
Je eindigt met de dessert wijnen. Daar tussenin ben je relatief vrij. Enkele mogelijke
indelingen:
- Op kleur: eerst alle witte wijnen bij elkaar, dan alle rode wijnen bij elkaar.
- Op land: alle wijnen uit Frankrijk, Italië, Australië, enzovoort bij elkaar.
- Op druivensoort: bv. Chardonnay of Sauvignon Blanc voor de witte wijnen.
- Op smaak: eerst de lichte, dan de vollere en als laatste de zware wijnen.
Je kunt bij alle wijnen ook een kleine omschrijving geven, maar hou dat wel kort. Zorg
ervoor dat je de huiswijnen ook op de wijnkaart vermeld. Zorg ervoor dat je alle namen juist
schrijft en dat er geen spelfouten in de wijnkaart staan. Vermeld de producent of wijnboer
op de kaart. Let erop dat wijnen niet te oud worden.
Ook kun je besluiten om een aantal wijnen per glas te verkopen. Zeer veel gasten hebben
dat liever. Dan hoeven ze geen hele fles te bestellen, maar kunnen ze bij elke gang een
andere wijn kiezen. Zorg er dan wel voor dat de open flessen zo snel mogelijk worden
verkocht. Laat ze dus zeker geen hele week open staan, want anders wordt het een wel heel
kostelijke hobby. Als dat toch blijft gebeuren, dan stop je gewoon met het aanbieden per
glas. Op het einde van de rit moet er geld verdiend worden!
Zorg ervoor dat je alle wijnen die je op jouw wijnkaart wilt zien staan, zelf geproefd
hebt!
Sommige wijnhandelaren zullen voor proeflessen kosten in rekening brengen en andere
niet. Als een wijnhandelaar kosten in rekening brengt, kun je vragen om proefkorting. Vaak
is een wijnhandelaar daar wel toe geneigd. Hij kan ook besluiten om vooraf geen korting te
geven, maar achteraf de proefflessen te vergoeden. Dat gebeurt wel alleen als je besloten
hebt om die wijnen te bestellen en op je kaart te zetten. Als je helemaal geen korting krijgt
moet je jezelf afvragen of je wel met die wijnhandelaar zaken wilt doen. Er is immers keuze
genoeg!
13

15 Wat is de ideale kamertemperatuur?
Er wordt veel gesproken over kamertemperatuur, maar die is tegenwoordig veel te hoog. De
temperatuur is door centrale verwarming in veel huizen vaak 20 à 21 graden.
- Stevige rode wijnen, zoals Bordeaux, komen het beste tot hun recht bij een
temperatuur tussen de 16 en 18 graden.
- Jonge fruitige wijnen kun je het beste serveren op een temperatuur tussen de 14 en
16 graden.
- Witte wijnen worden koel geserveerd. Zorg er wel voor dat de wijnen niet te koud
zijn, anders verdwijnt de geur en de smaak.
- Stevige witte wijnen, zoals Bourgogne, kunnen het best geserveerd worden op een
temperatuur tussen de 10 en 12 graden.
- Frisse witte wijnen met een redelijk zuurgehalte, zoals Sauvignon Blanc, kun je
beter serveren tussen de 8 en de 10 graden.
- Mousserende wijnen en zoete wijnen kun je het best serveren op een temperatuur
tussen de 6 en 10 graden.
- Rosé wijnen smaken het best als je ze koel serveert tussen de 8 en 10 graden.
Je kunt zowel witte als rode wijn beter iets te koel serveren dan te warm. Als de wijn in het
glas zit wordt die redelijk snel warm. Te warm is niet lekker. Rode wijn wordt te bitter, witte
wijn wordt log omdat je de zuren minder proeft.
14

16 Hoe bewaar je wijn?
Het beste is om wijnen in een kelder te bewaren, maar dan moet je wel een kelder hebben.
- Bewaar wijnen met kurk liggend, zodat de kurk niet uitdroogt.
- Let erop dat de temperatuur tussen de 8 en 12 graden is. Koeler mag ook, warmer
niet, omdat de wijn dan sneller rijpt. Belangrijk is dat er een constante temperatuur is
en dat er geen grote verschillen in temperatuur optreden.
- Flessen wijn niet op de tocht leggen.
- Probeer ze in het donker weg te leggen. Je kunt ze ook in de doos of kist laten zitten,
dan komt er geen daglicht bij.
- Probeer de flessen niet te veel te bewegen maar laat ze met rust.
- Bewaar de flessen op een plaats waar geen vreemde geuren zoals verf, uien en
kaas liggen. Wijn neemt namelijk snel andere geuren op.
17 Hoelang kan je wijn bewaren?
Tegenwoordig wordt 70% van alle wijn wereldwijd gemaakt om snel te drinken. Rode wijn is
meestal na vijf jaar drinkbaar, witte wijn na drie jaar.
Er zijn een aantal richtlijnen die je kunnen helpen:
- Frisse witte wijnen, wijnen zonder houtrijping: 1 tot 3 jaar (denk aan Sancerre,
Italiaanse witte, Spaanse witte en Bordeaux)
- Volle witte wijnen met houtrijping: 5 tot 15 jaar (denk aan witte bourgogne en witte
uit Pessac Leognan)
- Lichte rode wijnen zonder houtrijping: tot 5 jaar (denk aan Beaujolais)
- Volle krachtige rode wijnen: 5 tot 20 jaar (denk aan Bordeaux, Barolo, Brunello en
Bourgogne)
- Eenvoudige zoete wijnen: tot 5 jaar (denk aan Beaumes de Venise)
15

- Complexe zoete wijnen: tot 20 of 30 jaar (denk aan Sauternes, zoet uit de Loire en
Duitsland)
- Champagne zonder jaartal: 2 tot 4 jaar
- Champagne met jaartal: 5 tot 15 jaar
Bedenk dat dit richtlijnen zijn. Alles blijft nog steeds afhankelijk van de kwaliteit van de
oogst. Ga dus niet zomaar van deze bewaartijden uit. Je kunt dat nooit precies zeggen. Het
is wel zo dat wijnen onder de 10 euro vaak geen bewaarwijnen zijn. Wijnen uit Amerika zijn
ook vaak sneller op dronk dan wijnen uit Europa.
Duitse witte wijnen, meestal zonder houtrijping, van goede wijnhuizen kunnen soms wel 20
tot 50 jaar bewaard worden! Maar aan die wijnen hangt natuurlijk wel een prijskaartje. De
omgeving waarin wijnen bewaard worden speelt uiteraard ook een belangrijke rol.
Ten slotte zijn wijnen uit, bijvoorbeeld Bordeaux en Bourgogne, uit de zogenaamde slechte
jaren (oogst) vaak eerder op dronk zijn. Vaak zijn die wijnen wel goedkoper en dus goed
geschikt voor verkoop in de horeca en wijnhandel.
16

Vragenreeks
Op het einde van elk hoofdstuk (of na enkele hoofdstukken) vind je oefeningen die je thuis
kan maken. Je kan deze gedurende één jaar (via e-mail) naar jouw persoonlijke docent
Robert Teunissen sturen. Hij zal deze oefeningen dan verbeteren en je vervolgens
feedback bezorgen. Door het maken van deze oefeningen ben je beter voorbereid op de
vragen van het examen!
1. Probeer eens twee flessen witte wijn van dezelfde soort op verschillende
temperaturen te proeven. Bijvoorbeeld eentje uit de koeling en eentje niet uit de
koeling. Omschrijf de verschillen.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. Wat is het beste moment om wijn te proeven? Waarom?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3. Beschrijf de leeftijd van een paarse en een roodbruine wijn.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4. Wat doe je met oude wijnen die troebel zijn geworden? Leg uit waarom.
5. Hoe noemt de geur van wijn nog?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
17

6. Geef de drie hoofdgroepen geuren met voor elke hoofdgroep twee voorbeelden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7. Wat voor soort gerecht past bij een zoete wijn en bij een wijn met veel tannine?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
8. Geef twee voorbeelden waar je wijn kan kopen, vul aan met voor beide één vooren
één nadeel.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
9. Op basis van welke criteria kun je wijnen op de wijnkaart allemaal indelen?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
10. Wat is het risico van wijn per glas aan te bieden?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11. Wat is de juiste temperatuur om stevige witte wijnen en rosé wijnen te serveren?
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
18

Handleiding bij de opleiding
Hoe kan ik huistaken inzenden?
Bij elk hoofdstuk in de cursus zal je oefeningen en huistaken vinden. De oplossingen zijn
vaak terug te vinden op de studentenpagina. Je kan deze taken ook steeds doorsturen naar
je persoonlijke docent via e-mail of met de post. Deze zal je taken dan verbeteren en je er
feedback op geven. Uiteraard kan je je docent ook steeds via e-mail contacteren als je
vragen hebt in verband met de cursus!
Hieronder vind je de mogelijkheden om je huistaken naar je docent te sturen:
A. Huistaken versturen via e-mail:
1. Zodra je één of meerdere huistaken hebt afgewerkt, kan je deze via e-mail doorsturen
naar het e-mailadres van je docent.
2. Vermeld duidelijk je naam, voornaam en studentennummer.
B. Huistaken versturen via de post:
1. Zodra je één of meerdere huistaken hebt afgewerkt, kan je deze ook opsturen via de post.
2. Je stuurt best een kopie van je werk op, zodat je het origineel zelf kan bewaren.
3. Stuur altijd een lege retourenveloppe mee met je huistaken. Voorzie deze enveloppe van
voldoende postzegels en schrijf je adres erop. Zorg ervoor dat je je enveloppe voldoende
gefrankeerd hebt, zodat je docent je taken gemakkelijk naar jou kan terugsturen.
4. Stuur je huistaken naar: Ondernemersschool, Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen
19

Hoe kan ik inloggen op mijn persoonlijke studentenpagina?
Inloggen op de studentenpagina is heel eenvoudig. Je surft naar www.studentenpagina.be
in de titelbalk bovenaan. Je komt terecht op volgende pagina:
JOUW LOGIN:
studentxx
JOUW PASWOORD:
xxxxxxx
Vervolgens wordt er een login en een paswoord gevraagd. Bij login typ je studentxx’ in. Het
paswoord is xxxxxx’. Let er wel op dat je enkel kleine letters gebruikt en dat je alles aan
elkaar typt. Klik vervolgens op het vakje ‘enter’.
Opgelet: deze informatie wordt regelmatig geüpdatet. Je kan dus best regelmatig een kijkje
nemen op deze studentenpagina.
Hoe kan ik mijn examen afleggen?
Als je heel de cursus hebt doorgenomen en alle huistaken hebt doorgestuurd, kan je examen
afleggen. Alle inschrijvingsdocumenten kan je verkrijgen via de school. Je kan telefonisch
een afspraak maken op het nummer 03/292.33.30.
Hoe kan ik stage doen?
Om de praktijk onder de knie te krijgen, kan je stage doen bij jou in de buurt. Deze stage is
volledig vrijblijvend, maar wordt wel sterk aangeraden. Het is een goede referentie om later
professioneel aan de slag te gaan en praktijkervaring op te doen. Dit stagecontract vraag je
aan bij het centrale secretariaat in Antwerpen.
20

Ben je overtuigd van de professionele kwaliteit van onze cursus? Dan kan je je
inschrijven via onderstaand inschrijvingsformulier.
INSCHRIJVINGSFORMULIER SOMMELIER
Firmanaam en BTW-nummer
Naam
Voornaam
Straat + huisnummer
Postcode + gemeente / stad
Telefoon
GSM
E-mailadres 1
Geboortedatum
Heeft u reeds les bij ons gevolgd?
Wenst u een factuur?
JA / NEE – CURSUS:
JA / NEE
Handtekening
Gelieve het cursusgeld te storten op rekeningnummer 001-5806085-32 van CVA, Frankrijklei 127 te
2000 Antwerpen met vermelding van je naam + naam thuisstudie + je adres. Je inschrijving is pas
definitief geldig nadat je het inschrijvingsgeld met de juiste vermeldingen hebt overgeschreven. Bij
annulatie of stopzetting van de opleiding wordt het inschrijvingsgeld niet terugbetaald. Meer
inlichtingen kan je verkrijgen via e-mail op info@centrumvoorafstandsonderwijs.be, op de website
www.centrumvoorafstandsonderwijs.be of op het nummer 03/292.33.30. Bij ondertekening van het
inschrijvingsformulier verklaar je akkoord te gaan met onze algemene voorwaarden.
21

Waarom kiezen voor Centrum Voor Afstandsonderwijs (CVA)?
CVA is een erkende opleidingsverstrekker
• CVA is erkend opleidingsverstrekker van de overheid. Zo ben je zeker van de
kwaliteit en kan je van subsidies genieten.
• CVA heeft het ISO 9001-2000 certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel
dat na een grondige audit aan onze school werd toegekend. Zowel ons
cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen een positieve
beoordeling. Regelmatige controles garanderen de kwaliteit volgens de laatste
normen.
• CVA is erkend door een groot aantal beroepsfederaties.
CVA staat voor professionalisme en kwaliteit
• Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door
zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring.
• Wij garanderen een maximaal contact tussen studenten en docenten.
• CVA wil jouw carrière zo ver mogelijk op weg helpen. Daarom bieden wij onze
thuisstudenten ook de mogelijkheid om privélessen of workshops te volgen.
CVA staat voor klantvriendelijkheid en flexibiliteit
• Je bepaalt zelf wanneer je aan je nieuwe toekomst werkt. Je kan onze opleiding
starten en de cursus instuderen wanneer het voor jou het beste uitkomt.
• Je kan een gratis hoofdstuk op onze website downloaden. Op deze manier krijg
je een beter beeld van de specifieke opleiding. Deze eerste hoofdstukken helpen
je bij het maken van de juiste studiekeuze.
• Bovendien kan je de cursus die je interesse wekt voor aanvang van de thuisstudie
eens rustig komen inkijken op één van onze secretariaten.
• Indien je twijfels of vragen hebt, ben je ook steeds welkom op ons secretariaat
voor een vrijblijvend, adviserend gesprek.
22

CVA houdt de financiële drempel zo laag mogelijk
• Voor het examen worden geen extra kosten aangerekend. Bovendien krijg je
een onbeperkt aantal herkansingen indien je de eerste keer niet slaagt. Ook
voor deze herkansingen moet je niet extra betalen.
• CVA zorgt ervoor dat de thuiscursussen zo voordelig mogelijk zijn voor de student
door ze op een economische manier te laten drukken zonder dat ze iets van hun
kwaliteit en duidelijke structuur verliezen.
CVA heeft een sterke reputatie
• Binnen de branche van afstandsleren heeft onze school een sterke reputatie
uitgebouwd. Onze diploma’s zijn hierdoor een mooi visitekaartje, waarmee je bij
je cliënten of toekomstige werkgever meteen een positieve indruk maakt.
• Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak door
het volgen van een thuiscursus bij ons. Kijk eens rond in je omgeving en je kent
vast en zeker wel iemand die bij ons een opleiding heeft gevolgd!
23

Deze cursus wordt uitgegeven door:
Centrum Voor Afstandsonderwijs, onderdeel van de Ondernemersschool
Frankrijklei 127 – 2000 Antwerpen
Telefoon: 03.292.33.30
Mail: info@thuisstudie.be
Ondernemingsnummer: 0811.009.080
Erkenningsnummer: DV.0107588
Copyright
© Centrum Voor Afstandsonderwijs, Frankrijklei 127, 2000 Antwerpen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere
manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Ondanks al de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan noch de auteur, noch de
uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien
uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
24