21.09.2014 Views

Het geheugen van Westerstein

Westerstein memory project. Book accompanying a monumental design work for a senior residential complex

Westerstein memory project. Book accompanying a monumental design work for a senior residential complex

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wonen in<br />

toekomende tijd<br />

Peter Hoogvliet


Wie Hoogvliet binnenrijdt proeft de sfeer <strong>van</strong> de jaren ‘50 en ‘60. Overal staan<br />

portiek- en galerijwoningen, vaak nog beschilderd in kleuren die jaren geleden in<br />

de mode waren. <strong>Het</strong> straatbeeld is rustig, vooral door de ruime stedenbouwkundige<br />

opzet en het vele groen. Op straat zie je een dwarsdoorsnede <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

bevolking: iemand laat zijn hondje uit, kinderen fietsen naar school. En ’s avonds na<br />

half 11 zijn de straten uitgestorven. Je hebt het gevoel dat je op een willekeurige plek<br />

in Nederland zou kunnen zijn. Hoogvliet is eigenlijk heel gewoon.<br />

Wie echter een langere tijd in Hoogvliet doorbrengt ontdekt dat er meer is. Naast de<br />

oorspronkelijke Hoogvlietse inwoners hebben zich in de loop der tijd andere bevolkingsgroepen<br />

gevestigd, vaak afgekomen op de betaalbare en snel beschikbare<br />

huurwoningen. Een zeer gevarieerde en gelaagde sociale bevolkingsstructuur is<br />

hier<strong>van</strong> het resultaat. Dit betekent voor Vestia, als grote woningverhuurder in Hoogvliet,<br />

dat zij een grote verantwoordelijkheid heeft om het woonklimaat en de sociale<br />

samenhang op orde te houden. Geld alleen is daarbij niet het belangrijkste, het stimuleren<br />

<strong>van</strong> onderlinge contacten en het bevorderen <strong>van</strong> de communicatie onder de<br />

bewoners zijn minstens even belangrijk. Verder blijkt er in dat zo ogenschijnlijk gewone<br />

Hoogvliet een grote verbouwing aan de gang te zijn. Diezelfde rustige straat is<br />

bijna onbewoond. Ongeveer een derde <strong>van</strong> de woningvoorraad in Hoogvliet wordt in<br />

de komende tien jaar gesloopt. Daarvoor in de plaats wordt in sneltreinvaart gewerkt<br />

aan een nieuw woonmilieu en verrijzen er nieuwbouwwoningen <strong>van</strong> een bijzondere<br />

kwaliteit. De oppervlakte neemt toe, het energiegebruik is gunstig en men beschikt<br />

over een eigen parkeerplaats. In die zin is Hoogvliet heel bijzonder.<br />

Voor mij is de serviceflat <strong>Westerstein</strong> een afspiegeling <strong>van</strong> Hoogvliet in het klein.<br />

Enerzijds heel gewoon, anderzijds bijzonder. Op het eerste gezicht is <strong>Westerstein</strong> één<br />

<strong>van</strong> de vele serviceflats die begin jaren ‘70 in Nederland zijn gebouwd om huisvesting<br />

te bieden aan ouderen. Wie verder kijkt, ziet én voelt dat de bewoners <strong>van</strong>


<strong>Westerstein</strong> het oude Hoogvliet representeren. Met een gemiddelde leeftijd <strong>van</strong><br />

boven de 80 jaar dragen zij één voor één een persoonlijke geschiedenis met zich mee.<br />

In dat schijnbare oude gebouw blijkt het bovendien te bruisen en borrelen <strong>van</strong> activiteiten.<br />

<strong>Het</strong> beheerteam en de bewonerscommissie ontplooien allerlei initiatieven<br />

en een groot deel <strong>van</strong> alle bewoners is op één of andere manier actief als vrijwilliger.<br />

Daarin ligt de grote kracht <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>: je hoeft niets, maar als je het leuk vindt<br />

is er <strong>van</strong> alles te doen. In een maatschappij waarin steeds meer mensen vereenzamen,<br />

is dat een groot goed. Net als de algemene woningvoorraad in Hoogvliet krijgt<br />

<strong>Westerstein</strong> ook in de nabije toekomst te maken met een grondige renovatie. In<br />

bouwtechnisch opzicht bevindt het gebouw zich nog in een redelijke staat maar in<br />

het gebruik voldoet het niet langer meer aan de eisen <strong>van</strong> de huidige tijd. <strong>Het</strong> dient<br />

daarom aangepast te worden. Voor Vestia is de manier waarop zij met de renovatie<br />

<strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> omgaat illustrerend voor de strategie die zij volgt bij de herstructurering<br />

<strong>van</strong> Hoogvliet in het algemeen: het goede behouden en alleen dat wat nodig is<br />

verbeteren.<br />

Hoe gaan we die vernieuwing <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> concreet vorm geven? Niets is simpeler<br />

dan naar de sloophamer te grijpen. Daar kiest Vestia in dit geval niet voor omdat we<br />

vinden dat we de bewoners dat niet aan kunnen doen. Een verhuizing zal voor veel<br />

<strong>van</strong> hen te veel gevraagd zijn. Daarom kiezen we voor een combinatie <strong>van</strong> verbouwing<br />

en nieuwbouw. Niet alleen worden de woningen aangepast aan de levensstijl <strong>van</strong> de<br />

ouderen, er worden ook twee etages voor verpleging ingericht die geëxploiteerd zullen<br />

worden door de Zorggroep Rijnmond. En natuurlijk worden de algemene ruimte<br />

en de grote zaal extra geschikt gemaakt voor sociale activiteiten. Daarnaast behoren<br />

ook de bibliotheek, de wasserette, de hobbyruimtes en het supermarktje tot het kapitaal<br />

<strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>. De nieuwbouw <strong>van</strong> 30 ruime bereikbare huurappartementen<br />

levert tenslotte extra mogelijkheden op voor een nieuwe groep bewoners. Uiteraard<br />

vormen de wensen en eisen <strong>van</strong> de bewoners het uitgangspunt voor de uitvoering <strong>van</strong>


de plannen. Vooral <strong>van</strong>uit de bewonerscommissie krijgen we veel voeding. Uit die<br />

gesprekken merken we ook dat bewoners gewend zijn aan hun huidige situatie en<br />

zich moeilijk kunnen voorstellen dat het beter kan. Dat is begrijpelijk. Voor ons is het<br />

belangrijk dat het gebouw nog lang mee kan gaan en door deze aanpak kunnen we<br />

iedereen de kans bieden om op een kwalitatief hoogwaardige manier oud te worden.<br />

Om de renovatie <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> onder de aandacht <strong>van</strong> het publiek te brengen is<br />

Vestia een samenwerking aangegaan met WiMBY! en ontwerper Gerard Hadders. <strong>Het</strong><br />

resultaat <strong>van</strong> deze samenwerking is een bijzondere gevelapplicatie die gedurende de<br />

renovatie <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> te zien zal zijn. Meer dan levensgrote portretten <strong>van</strong> dierbaren<br />

<strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> moeten laten zien dat er ook een menselijke<br />

kant aan de renovatie ten grondslag ligt. Dit boekje illustreert deze gedachte nog<br />

eens. Ik wil daarom iedereen die aan het kunstwerk en het boekje heeft meegewerkt<br />

hartelijk danken voor hun inzet en betrokkenheid. De bewoners voorop, de ontwerper<br />

Gerard Hadders maar ook Elien <strong>van</strong> Helden, die namens WiMBY! gesprekken voerde<br />

met de bewoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>. Ik ben er<strong>van</strong> overtuigd dat we met dit project een<br />

subtiele bijdrage hebben geleverd aan het vernieuwde <strong>Westerstein</strong> <strong>van</strong> de toekomende<br />

tijd.<br />

Peter Hoogvliet<br />

Bedrijfsdirecteur Vestia Rotterdam-Hoogvliet


<strong>Westerstein</strong><br />

Onderste Boven<br />

Simone Rots


Als een grijze landmark presenteert de serviceflat <strong>Westerstein</strong> zich langs de Aveling<br />

en de metrolijn die <strong>van</strong> Hoogvliet naar Spijkenisse leidt. <strong>Het</strong> 12 verdiepingen tellende<br />

jaren ‘70 gebouw vormt een kleine, redelijk besloten gemeenschap voor ouderen in<br />

de Hoogvlietse wijk Meeuwenplaat. Van dit type flats zijn er velen gebouwd in Nederland<br />

en ze lijken bijna altijd een plek te zijn waar ouderen voorgoed worden ‘opgeborgen’<br />

en niet meer <strong>van</strong> hun stoel of bed komen. De schijn bedriegt, want <strong>Westerstein</strong><br />

blijkt anders te zijn. Achter de gevels <strong>van</strong> de flat vinden talloze activiteiten plaats<br />

die zorgen voor een levendige sfeer onder haar inwoners. Daarnaast maken zowel het<br />

gevoel <strong>van</strong> veiligheid die de flat biedt in het volgens velen onveilige Hoogvliet, als de<br />

goede zorgen <strong>van</strong> het beheerteam <strong>Westerstein</strong> tot een populaire plek voor ouderen<br />

om te wonen. Na jaren staat <strong>van</strong> dienst is de flat echter verouderd en is een grondige<br />

renovatie noodzakelijk gebleken; een forse ingreep die niet alleen een grote impact<br />

heeft op de bewoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> maar ook op de omgeving <strong>van</strong> de flat. Door de<br />

bouwactiviteiten en alles wat daarbij komt kijken verandert de woonsituatie drastisch.<br />

<strong>Het</strong> betekent dat het leven daar voor een lange periode onderste boven wordt<br />

gekeerd. Woningcorporatie Vestia en tevens eigenaar <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> besefte zich dit<br />

terdege en sprak de wens uit om de renovatie <strong>van</strong> de serviceflat in een breder kader<br />

te plaatsen en als onderdeel <strong>van</strong> het hele proces <strong>van</strong> herstructurering in Hoogvliet<br />

presenteren. Dit is precies het moment waarop WiMBY! in Hoogvliet ten tonele verschijnt.<br />

WiMBY! werkt als een onafhankelijke organisatie mee aan de grootschalige herstructurering<br />

in Hoogvliet, met het doel deze op een hoger peil te brengen. In de<br />

toekomst zal daar een derde <strong>van</strong> de bestaande woningvoorraad op de schop gaan;<br />

een langdurige ingreep die héél Hoogvliet onderste boven keert. De projecten die<br />

WiMBY! initieert en organiseert spelen specifiek in op de processen die ontstaan door<br />

deze herstructurering. Vooral de maatschappelijke en fysieke veranderingen die door<br />

sloop en ingrijpende renovaties zullen plaatsvinden bieden vele mogelijkheden voor


ijzondere toepassingen. WiMBY! grijpt de marges in de tijd aan om een positieve<br />

wending te geven aan de doorgaans negatieve aspecten die met herstructurering gepaard<br />

gaan; een event of een toepassing die aan de orde stelt wat er gebeurt als <strong>van</strong><br />

buitenaf ingegrepen wordt en wat dat betekent voor de bewoners en hun omgeving.<br />

<strong>Het</strong> motto Welcome into My Backyard! reflecteert deze werkwijze.<br />

De identiteit die Hoogvliet in de loop der tijd heeft opgebouwd staat centraal binnen<br />

de werkzaamheden <strong>van</strong> WiMBY!. Deze identiteit wordt niet alleen bepaald door<br />

de ruimtelijke karakteristieken <strong>van</strong> de satellietstad maar ook door de bewoners.<br />

WiMBY! heeft zichzelf de taak gesteld om de bewoners en hun wensen als leidraad te<br />

nemen voor haar programma en daardoor datgene wat Hoogvliet bijzonder maakt<br />

te behouden. Door het stellen <strong>van</strong> vragen als: wie en wat schuilt er achter de saaie,<br />

eentonige gevels <strong>van</strong> de Hoogvlietse wederopbouwarchitectuur en wat betekent de<br />

realisatie <strong>van</strong> plannen <strong>van</strong> de herstructureringspartners voor Hoogvliet, komt WiMBY!<br />

tot projecten die aan de ene kant de sociaal maatschappelijke consequenties <strong>van</strong> de<br />

herstructurering aan de orde stellen, en tegelijkertijd inspelen op de mogelijkheden<br />

<strong>van</strong> de fysieke veranderingen. Kortom, het onderste boven keren <strong>van</strong> Hoogvliet noopt<br />

WiMBY! om gebruik te maken <strong>van</strong> de specifieke identiteiten <strong>van</strong> Hoogvliet, maar ook<br />

om dingen te doen die anders nooit mogelijk waren geweest.<br />

Inmiddels is WiMBY! sinds 2001 aan het werk in Hoogvliet, continue op zoek naar<br />

openingen binnen het op het oog zeer dichtgetimmerde programma <strong>van</strong> de herstructurering.<br />

Openingen die kunnen leiden tot inspirerende, prikkelende projecten. Deze<br />

zoektocht is een proces waar<strong>van</strong> aan het begin niet vastgesteld kan worden wat de resultaten<br />

zullen zijn. Ook WiMBY! zelf blijkt in dit proces voortdurend een organisatie<br />

in ontwikkeling te zijn, een organisatie die inspeelt op de actuele situatie en daardoor<br />

zichzelf corrigeert en bijstelt.<br />

<strong>Het</strong> uitgebreide programma waaraan WiMBY! werkt laat voorbeelden zien <strong>van</strong> een<br />

uiteenlopende reeks onderwerpen als onderwijs, recreatie, architectuur, steden-


ouw en groen. <strong>Het</strong> ‘Geheugen <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>’ is een project dat de bewoners zelf<br />

in de schijnwerpers zet. Dit project staat niet op zichzelf en past binnen een reeks<br />

WiMBY! projecten die hetzelfde uitgangspunt hebben. Een vergelijkbaar voorbeeld<br />

is het project de ‘Heerlijkheid Hoogvliet’, waarvoor de eerste aanzet de wens <strong>van</strong> de<br />

bewoners was een plek te hebben waar men zelf een feest of bijeenkomst kan organiseren.<br />

WiMBY! heeft deze wens opgepakt en gecombineerd met andere lacunes op<br />

het gebied <strong>van</strong> vrije tijd en recreatie in Hoogvliet, om uiteindelijk te komen tot een<br />

bijzonder recreatie- en vrije tijdspark in de noordrand <strong>van</strong> Hoogvliet. Ook in de uitvoering<br />

<strong>van</strong> de Heerlijkheid staat Hoogvliet centraal: in de architectuur <strong>van</strong> de Villa<br />

(de feestzaal) en de andere objecten op en rond het park wordt letterlijk de woonomgeving<br />

<strong>van</strong> de inwoners <strong>van</strong> Hoogvliet vertaald. De fysieke karakteristieken, zoals het<br />

vele groen, de ligging aan de industriezone <strong>van</strong> de Shell en de architectuur komen<br />

terug in de vormgeving, die is ontwikkeld door het Londense architectenbureau FAT<br />

(Fashion Architecture Taste). De Hoogvlietse bewoners vormen opnieuw het uitgangspunt<br />

in een project rond het hergebruik <strong>van</strong> een aantal naoorlogse maisonnetteflats.<br />

Hierin worden mogelijkheden voor nieuwe woonvormen voor specifieke bewonersgroepen<br />

in Hoogvliet voorgesteld. Samen met de gelegenheidsformatie ADD Krill<br />

onderzoekt WiMBY! of het mogelijk is dat specifieke doelgroepen die vaak terecht<br />

komen in het zogenaamde ‘souterrain <strong>van</strong> de woningmarkt’, zoals alleenstaande<br />

ouders, jongeren maar ook ouderen, in een nieuwe vorm <strong>van</strong> collectiviteit kunnen<br />

wonen. <strong>Het</strong> project ‘Cohousing’ richt zich eveneens op collectieve woonvormen, maar<br />

dan op een Hoogvlietse locatie waar nieuwbouw zal gaan plaatsvinden. Tenslotte, het<br />

project ‘Binnenste Buiten’ dat tijdens de WiMBY! Week in 2002 in Hoogvliet werd gepresenteerd.<br />

In die week werden inwoners <strong>van</strong> Hoogvliet heel letterlijk als uitgangspunt<br />

genomen. In de vorm <strong>van</strong> reusachtige portretten werden zij met een speciale<br />

stippentechniek, ontwikkeld door Gerard Hadders, op de gevels <strong>van</strong> te slopen flats en<br />

in de openbare ruimte gepresenteerd. De rijke culturele diversiteit <strong>van</strong> de Hoogvlietse<br />

bewoners werd hiermee werkelijk <strong>van</strong> binnen naar buiten gehaald.


Door de bijzondere, kleurrijke toepassing aan de gevel ontstond tegelijkertijd een<br />

opwaardering <strong>van</strong> de woonomgeving in een periode <strong>van</strong> leegstand <strong>van</strong> de te slopen<br />

flats.<br />

De renovatie <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> bood de mogelijkheid een vervolg te maken op ‘Binnenste<br />

Buiten’. Wie wonen er in <strong>Westerstein</strong> en wat is hun verhaal? Nu zijn niet de<br />

bewoners zelf geportretteerd, maar is hen gevraagd om aan de hand <strong>van</strong> een foto <strong>van</strong><br />

een dierbare hun herinneringen en associaties te vertellen. Een grote groep bewoners<br />

heeft hieraan gehoor gegeven en in totaal zijn er maar liefst 28 foto’s beschikbaar<br />

gesteld. De foto’s zijn in diezelfde stippentechniek <strong>van</strong> Gerard Hadders op de<br />

gevel <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> gepresenteerd en vormen als geheel een portret <strong>van</strong> de gezamenlijke<br />

herinnering <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>. Zowel de foto’s en de bijbehorende verhalen<br />

zijn vastgelegd in deze publicatie. Herinneringen in woord en beeld die vertellen over<br />

moeilijke periodes en gelukkige momenten in levens die zich over de hele wereld<br />

hebben afgespeeld, en uiteindelijk samenkomen in Hoogvliet en het Geheugen <strong>van</strong><br />

<strong>Westerstein</strong> vormen.<br />

Simone Rots<br />

WiMBY!


Geheugenwerk,<br />

de andere kant <strong>van</strong> de<br />

gevel<br />

Gerard Hadders


Monumentaliteit<br />

Architectuur is traditioneel de drager <strong>van</strong> grafische uitingen. De Amerikaanse architect<br />

Robert Venturi heeft in de zestiger jaren aangetoond dat zelfs het modernisme<br />

hieraan niet kon ontkomen en heeft in zijn eigen herziening <strong>van</strong> het modernisme<br />

de ‘pratende gevel’ geherintroduceerd. Grote volgelingen <strong>van</strong> Venturi zoals Jean<br />

Nouvel en Rem Koolhaas interpreteerden dit in de tachtiger jaren door in hun plannen<br />

gebouwen te voorzien <strong>van</strong> zeer grote gevelvullende beeldschermen. Hierdoor<br />

ontstond een nieuw probleem, dat <strong>van</strong> de representatie <strong>van</strong> (mens)figuren binnen<br />

een monumentale context die veel verder ging dan in het verleden. <strong>Het</strong> waren niet<br />

langer beelden voor een gebouw. <strong>Het</strong> gebouw zelf werd verondersteld beeld te zijn.<br />

Echter alle beelden, behalve die welke in ‘de werkelijkheid’ door onze retina worden<br />

waargenomen, komen tot ons via een weergave of ‘representatie’. Deze weergave<br />

levert altijd een visuele structuur mee met het weer te geven beeld. Dat geldt niet<br />

alleen voor realistische schilderkunst maar ook voor fotografische beelden en video.<br />

Voor een goede integratie <strong>van</strong> beeld en architectuur is de visuele structuur <strong>van</strong> de<br />

weergave dus een ontwerpprobleem op zich.<br />

Techniek<br />

<strong>Het</strong> project ‘Geheugenwerk’ vindt zijn oorsprong in een reeks onderzoeken die ik<br />

<strong>van</strong>af 1997 verricht heb voor Koninklijke TPG-Post naar de mogelijkheid om generieke<br />

architectuur <strong>van</strong> een flexibele in de architectuur geïntegreerde grafische identiteit<br />

te voorzien. De eindvorm was <strong>van</strong> een bedrieglijke eenvoud; een matrix <strong>van</strong><br />

acht stippen gelijkelijk verdeeld over negen posities op een oppervlakte <strong>van</strong> 30 bij<br />

30 centimeter. In het midden <strong>van</strong> de matrix ontbrak een stip, en het was juist deze<br />

ontbrekende stip die structuur gaf aan de vertaalde grafische vorm. De op de gevels<br />

verwerkte logo’s <strong>van</strong> het postbedrijf, bekend door hun eindeloze herhaling in de<br />

media, bleven herkenbaar ondanks het feit dat zij sterk gefragmenteerd weergegeven<br />

werden. Dit betekent voor mij dat wat men ziet ondergeschikt is aan wat men weet.


<strong>Het</strong> is de herinnering die het oog stuurt. Bij verdere experimenten in toepassing <strong>van</strong><br />

de matrix bleken het vooral portretten en mensfiguren te zijn die een grote mate <strong>van</strong><br />

herkenbaarheid behielden. Althans, indien het <strong>geheugen</strong> ‘werkt’. Een neerslag <strong>van</strong><br />

dit onderzoek naar de weergave <strong>van</strong> beeld is gerealiseerd bij de LED lichtwand die ik<br />

in samenwerking met Rob Nolte ontwikkelde voor Dexia Bank Nederland in de periode<br />

2000-2002 en die aantoont dat met een actieve matrix <strong>van</strong> 80 bij 120 beeldpunten<br />

in staat is tot weergave <strong>van</strong> complexe visuele ‘informatie’.<br />

<strong>Het</strong> <strong>geheugen</strong> <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong><br />

Bij onderzoek naar de mate <strong>van</strong> herkenbaarheid <strong>van</strong> de tot matrix verwerkte portretten<br />

realiseerde ik mij hoever het aanvullend vermogen gaat bij het herkennen <strong>van</strong><br />

gelaatsvorm en -uitdrukking. Aan een ‘grofmazige’ weergave <strong>van</strong> portretten <strong>van</strong> totaal<br />

onbekende mensen voegt men visuele ‘ervaring’ toe, waardoor men denk te<br />

weten hoe ze in werkelijkheid uit hun ogen keken. Voor de inwoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong><br />

die een foto <strong>van</strong> een dierbare geleverd hebben moet dit ‘ervaren’ nog sterker zijn<br />

aangezien zij niet alleen de afgebeelde mens herkennen maar ook de afbeelding die<br />

hieraan ten grondslag ligt. Zodoende ontstaan er (minstens) twee manieren <strong>van</strong><br />

‘zien’. Achter elk beeld gaat een herinnering schuil voor diegene die de leverancier<br />

<strong>van</strong> het bronbeeld is. Niet alleen een herinnering aan de geselecteerde persoon maar<br />

ook aan de afbeelding of representatie die door de jaren heen zijn eigen betekenis<br />

ontwikkeld heeft. Voor de overige beschouwers, waaronder de andere inwoners<br />

<strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>, is er die andere herkenning: die <strong>van</strong> geslacht, leeftijd, menstype,<br />

eventueel het karakter, en zelfs de periode waarin het originele beeld ontstond.<br />

WiMBY! binnenste buiten<br />

In 2002 werd de Internationale Bouwtentoonstelling Rotterdam-Hoogvliet ofwel<br />

WiMBY! (Welcome Into My Back Yard) ten doop gehouden door middel <strong>van</strong> de manifestatie<br />

‘Binnenste Buiten’. Hierin stonden de bewoners <strong>van</strong> Hoogvliet centraal.


Een onderdeel vormde de vele tot matrix verwerkte mensbeelden <strong>van</strong> Hoogvlieters<br />

die op monumentale wijze in het straatbeeld verschenen. Hoewel de matrix toegepast<br />

werd om tot een min of meer universeel beeld te komen verhinderde deze techniek<br />

niet dat de afgebeelde mensen tot archetypes werden. <strong>Het</strong> <strong>geheugen</strong>werk <strong>Westerstein</strong><br />

is de eerste voortzetting <strong>van</strong> het principe <strong>van</strong> ‘Binnenste Buiten’. <strong>Het</strong> vormt<br />

een verdere toespitsing naar één plaats en één bewonersgroep. <strong>Westerstein</strong> is een<br />

fors modernistisch gebouw <strong>van</strong> 12 verdiepingen met twee semi blinde gevels met<br />

daarin uitsparingen om licht toe te laten tot de binnengalerij. De 28 portretten zijn<br />

aan weerszijden <strong>van</strong> de uitsparingen gegroepeerd in willekeurige volgorde. Gekozen<br />

is voor de zuidgevel omdat zich daar de hoofdingang bevindt aan een soort plein.<br />

Hierdoor zal het werk zowel op afstand als <strong>van</strong> dichtbij gezien worden. De individuele<br />

portretten meten zo’n vier bij vijf meter en bestaan in de breedte uit iets meer dan<br />

30 beeldpunten wat ze <strong>van</strong> nabij volstrekt abstract maakt. Aangezien slecht weinig<br />

mensen ruggelings bewegen zal het waarnemingsproces zich doorgaans afspelen <strong>van</strong><br />

herkenning naar abstractie. Tijdens het benaderen of verwijderen zal het <strong>geheugen</strong><br />

zich ‘vormen’ of ‘ontbinden’ maar in ieder geval ‘werken’.<br />

Gerard Hadders


<strong>Westerstein</strong> Binnenste<br />

Buiten<br />

Wouter Vanstiphout


Een <strong>van</strong> de meest voorkomende clichés die op dit moment wordt gebruikt door<br />

bouwers, ontwerpers en bestuurders is dat men het ‘voor de mensen doet’. Wat men<br />

er niet bij vertelt, of kan vertellen, is dat het daarbij helaas niet gaat om de mensen<br />

die op dat moment in het desbetreffende gebouw of de desbetreffende wijk wonen,<br />

maar om nieuwe mensen die nog moeten komen. De zittende mensen zijn echter<br />

degenen waar men gedurende het bestuurlijke proces mee te maken heeft. Van dichtbij<br />

beschouwd hebben deze mensen simpelweg andere belangen dan de eigenaars<br />

<strong>van</strong> het gebouw waarin zij wonen en dan de nog onbekende mensen die hen zullen<br />

ver<strong>van</strong>gen. Zelfs bij een uitermate subtiel project als de renovatie <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong><br />

komt dit naar boven. Vele <strong>van</strong> de bewoners geven aan dat zolang zij nog in leven zijn,<br />

een renovatie het beste achterwege kan blijven omdat zij een verhuizing misschien<br />

niet eens zouden overleven. Hoe dramatisch het ook klinkt, de eigenaar kan zich vaak<br />

niet veroorloven zich te houden aan de wensen <strong>van</strong> zijn bewoners. Daarmee zou hij<br />

namelijk ingaan tegen het belang <strong>van</strong> de toekomstige bewoners, die het recht hebben<br />

in een moderne en goed onderhouden flat te wonen. Hij zal moeten renoveren en<br />

daarbij dikwijls ingaan tegen de directe belangen <strong>van</strong> juist de oudste zittende bewoners.<br />

Maar als we nu uitzoomen, zien we dat dit geen uniek of nieuw dilemma is. <strong>Het</strong> is altijd<br />

een centraal onderdeel geweest <strong>van</strong> de geplande of ongeplande transformatie <strong>van</strong><br />

stad, dorp en land. De wereld <strong>van</strong> de vorige generatie verdwijnt langzamer of sneller<br />

maar onvermijdelijk ten gunste <strong>van</strong> de nieuwe generaties. Deze gelaagde verdwijning<br />

brengt niet alleen veel pijn, angst en verdriet met zich mee maar ook de gelaagde<br />

beleving <strong>van</strong> een stad die al wat heeft meegemaakt. <strong>Het</strong> laatste houten huis temidden<br />

<strong>van</strong> de glazen wolkenkrabbers, het enige gebouw dat het bombardement heeft<br />

overleefd, de klokkentoren <strong>van</strong> een verdwenen kerk etcetera. Soms verwijzen alleen<br />

nog straatnamen naar een vorige gedaante <strong>van</strong> de stad of wijk. Dit zijn de aspecten


die een menselijke nederzetting haar bestaansrecht geven, die het mogelijk maken er<br />

te leven: de zichtbare sporen <strong>van</strong> onze voorgangers.<br />

In de beeldvorming <strong>van</strong> de vernieuwing <strong>van</strong> naoorlogse wijken is dit aspect echter<br />

zo goed als afwezig. Juist de nieuwheid en de frisheid en de hedendaagsheid <strong>van</strong> de<br />

nieuwe projecten worden naar buiten gebracht, niet het feit dat men nieuwe mensen<br />

naar oude wijken wil lokken. <strong>Het</strong> is alsof men mensen lokt met hun eigen ideale<br />

spiegelbeeld, in plaats <strong>van</strong> met de onverwachte karakteristieken <strong>van</strong> de naoorlogse<br />

wijk, zo men al <strong>van</strong> plan is daar ook maar iets <strong>van</strong> over te laten. Wat we missen bij de<br />

naoorlogse wijken is de visuele romantiek die we wel hebben voor de middeleeuwse<br />

en de 19e eeuwse stad. Een oudere naoorlogse wijk is nog steeds alleen maar droevig<br />

en oud. Toch bieden deze wijken een unieke vorm <strong>van</strong> nostalgie en herinnering: de<br />

allereerste bewoners leven dikwijls nog. De herinneringen zijn oud maar vers; de nostalgie<br />

zit dicht op de huid, is intiem en persoonlijk. Deze steden zijn gebouwd door<br />

mijn opa en oma; niet door een tijdgenoot <strong>van</strong> Floris of Charles Dickens. Deze wijken<br />

en de gebouwen die erin staan maken op dit moment voor het eerst een grondige<br />

renovatie door; en de slachtoffers zijn geen anonieme arbeiders of horigen, maar<br />

onze eigen familie, onze moeders, zussen, neven, nichten vrienden en vriendinnen,<br />

opa’s en oma’s. Zo <strong>van</strong> dichtbij beschouwd valt het niet mee: het eeuwige en onvermijdelijke<br />

proces <strong>van</strong> stedelijke vernieuwing.<br />

Toch heeft WiMBY! samen met Gerard Hadders aan de bewoners <strong>van</strong> Hoogvliet<br />

aangeboden dit emotionele proces open en eerlijk, met veel gevoel voor dramatiek<br />

en rituelen, te beleven. In 2002 keerden we voor het eerst Hoogvliet binnenste buiten.<br />

De laatste bewoners <strong>van</strong> een drietal flats aan de Saffraanstraat die gesloopt zouden<br />

worden stonden toe dat de leegstaande appartementen waar zij tussen woonden<br />

tijdelijke tentoonstellingsruimtes zouden worden en dat hun gevels behangen


werden met monumentale foto’s <strong>van</strong> Hoogvlieters. Wekenlang werden zijzelf deel<br />

<strong>van</strong> een openluchttentoonstelling over de wenkende toekomstperspectieven en de<br />

bitterzoete herinneringen die gepaard gaan met de herstructurering <strong>van</strong> Hoogvliet.<br />

Maandenlang stonden grote foto’s <strong>van</strong> Hoogvlieters langs de wegen en plantsoenen<br />

terwijl daarachter de huizen werden gesloopt en bouwborden verrezen met fotomontages<br />

<strong>van</strong> huizen en bewoners waar<strong>van</strong> het onmogelijk was voor te stellen dat ze ooit<br />

maar één rimpel op hun gezicht of één lek in hun dakgoot zouden krijgen. Van de Saffraanstraat<br />

waar dit gebeurde is niets meer over; alleen de veldbloemen verraden het<br />

puin dat nog in de grond ligt en de scheefhangende lantarenpalen laten gissen waar<br />

ooit de straat liep.<br />

In <strong>Westerstein</strong> zijn WiMBY! en Gerard Hadders samen met woningcorporatie Vestia<br />

een stap verder gegaan. In 2002 keerden we Hoogvliet binnenste buiten door de<br />

bewoners op de gevels te plaatsen. In <strong>Westerstein</strong> keren we als het ware de bewoners<br />

zelf binnenste buiten en laten we hun herinneringen in de vorm <strong>van</strong> reusachtige<br />

portretten aan de gevel <strong>van</strong> het gebouw verschijnen. De foto’s <strong>van</strong> zussen, broers,<br />

zoons, vriendinnen en vrienden, vaders en moeders laten de herinneringen en de<br />

binnenwerelden zien <strong>van</strong> de bewoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> en tonen daarmee iets <strong>van</strong><br />

de rijkdom <strong>van</strong> de herinneringen <strong>van</strong> de generatie die Hoogvliet heeft ‘gesticht’ en<br />

bewoonbaar heeft gemaakt voor de huidige generaties, maar die nu in zeker opzicht<br />

het slachtoffer is <strong>van</strong> de vernieuwing. <strong>Het</strong> ‘Geheugen <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>’ is zeker niet de<br />

laatste aflevering in het ‘Geheugenwerk’ <strong>van</strong> WiMBY! en Gerard Hadders. De architectuur<br />

en stedenbouw <strong>van</strong> Hoogvliet is nog te veel bezig met het scheppen <strong>van</strong> een<br />

suburbaan gevoel <strong>van</strong> veiligheid, frisheid en opgeruimdheid om de menselijke menagerie<br />

echt op waarde te schatten. Maar ook dat is een bijna onvermijdelijk gevolg<br />

<strong>van</strong> de relatieve jeugd <strong>van</strong> deze generatie woonwijken. Ondertussen voeren wij met<br />

‘Binnenste Buiten’ een parallelproject uit dat verschijnt en verdwijnt met de


ulldozers <strong>van</strong> de herstructurering, maar zich ooit hopelijk duurzamer zal verweven<br />

met de gebouwen, straten en pleinen <strong>van</strong> Hoogvliet. Dit project heeft tot doel om<br />

dwars tegen de stortvloed <strong>van</strong> antiseptische beelden <strong>van</strong> vernieuwing in, de rommeligheid<br />

en de emotionaliteit <strong>van</strong> de menselijke bijenkorf die Hoogvliet heet een<br />

monumentale uitdrukking te geven.<br />

Wouter Vanstiphout<br />

WiMBY!


28<br />

herinneringen<br />

<strong>van</strong> bewoners<br />

<strong>van</strong><br />

<strong>Westerstein</strong>


Meneer <strong>van</strong> Asch,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> Asch


Meneer en mevrouw <strong>van</strong> Asch<br />

op hun 40-jarig<br />

huwelijksfeest,<br />

rechtsachter hun zoon Jan


Meneer en mevrouw <strong>van</strong> Asch vierden hun 40-jarige trouwdag in een<br />

feestelijk zaaltje op het Afrikaanderplein in Rotterdam. <strong>Het</strong> stel leerde<br />

elkaar per toeval kennen toen mevrouw <strong>van</strong> Asch als jong meisje over de<br />

Sint Andriesstraat naar de Groene Hilledijk wandelde. Daar stond Kees<br />

met wie ze een praatje maakte, en ‘zo is het angekommen en zo is het<br />

angebleven’. Haar mooiste herinneringen bewaart ze dan ook aan haar<br />

inmiddels overleden echtgenoot. Hij was een goede vader en een harde<br />

werker. Minimaal vijf dagen in de week werkte hij in een Rotterdamse<br />

graandrogerij en daardoor wist hij zijn gezin, dat maar liefst uit 14 kinderen<br />

bestond aardig te onderhouden. Daarnaast was hij door zijn grote<br />

hulpvaardigheid een gerespecteerd man in zijn omgeving. Dat kwam<br />

vooral naar voren tijdens de verwoestende watersnoodramp <strong>van</strong> 1953 toen<br />

hij onder andere de graandrogerij hielp beschermen en talloze mensen uit<br />

de straat met een bootje overbracht. Na zijn overlijden voelde mevrouw<br />

<strong>van</strong> Asch zich niet langer meer op haar gemak in hun Hoogvlietse woning.<br />

Ze durfde het hekje niet langer open te laten staan en ’s avonds deed<br />

ze uit angst voor indringers de lichten uit en de gordijnen dicht. Dat hield<br />

ze niet lang vol en besloot daarom te verhuizen naar een veilige woning<br />

in <strong>Westerstein</strong>. Daar woont ze nu al een lange tijd met veel plezier. Als<br />

gevolg <strong>van</strong> een heupoperatie is ze echter niet meer zo goed ter been als<br />

vroeger, waardoor goed en regelmatig contact met haar medebewoners<br />

moeilijk is.


Magdalena,<br />

zuster <strong>van</strong> mevrouw Bastinck


Magdalena en haar man Gijs<br />

op hun huwelijksdag


Mevrouw Bastincks zuster Magdalena ontmoette haar eerste<br />

liefde al toen ze 14 was en hij 15. Na een verloving <strong>van</strong> vijf jaar<br />

trouwden ze in het stadhuis: de bloemen waren niet echt, de<br />

hoed was geleend. Zelf is mevrouw Bastinck helaas na 32 jaar<br />

huwelijk gescheiden <strong>van</strong> haar man. <strong>Het</strong> ging niet langer, hij<br />

kwam soms nachtenlang niet thuis en ze vertrouwde hem niet<br />

meer. Na de scheiding bleef ze in lange tijd in hun huis in Oud<br />

Mathenesse wonen omdat ze ‘niet tegen veranderen kan’. Haar<br />

dochter wees haar uiteindelijk op <strong>Westerstein</strong>. Haar eerste reactie<br />

was verre <strong>van</strong> positief: “Ik? Naar Zuid? Op die Zalmplaat?!<br />

Nooit <strong>van</strong> z’n leven!”<br />

Uiteindelijk nam ze, ondanks haar eerdere verzet, intrek in<br />

een woning op de 11e etage. <strong>Het</strong> duizelde haar toen ze op het<br />

balkon stond, de auto’s waren zo klein! Maar ze heeft het toch<br />

gedaan en nooit spijt gehad. Ze woont er nu al 21 jaar en maakt<br />

samen met vriendinnen deel uit <strong>van</strong> een koffieclubje. Zij verzorgt<br />

tijdens deze bijeenkomsten de gehaktballetjes.<br />

Van mevrouw Bastinck hoeft de verbouwing <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong><br />

overigens niet zo nodig. Ze blijft het liefst waar ze nu is.


Hoofdzuster<br />

<strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> de Bos


Mevrouw <strong>van</strong> de Bos te midden <strong>van</strong> de ‘heren doctoren’ in het ziekenhuis,<br />

achter haar de hoofdzuster


De <strong>van</strong> oorsprong uit Duitsland afkomstige mevrouw <strong>van</strong> de Bos<br />

werkte onder andere als verpleegster in Katwijk in het zeehospitium<br />

en later in het Academisch Ziekenhuis <strong>van</strong> Leiden. Mevrouw <strong>van</strong> de<br />

Bos verlangt vaak terug naar die tijd <strong>van</strong> orde, regelmaat en discipline<br />

in de verpleging. In het Leidse ziekenhuis ontwikkelde ze wel<br />

een fikse dwangneurose. Ze was voortdurend aan het poetsen, ‘honderd<br />

keer het aanrecht, tien keer de douche’. <strong>Het</strong> prettigst werkte ze<br />

dan ook in de operatiekamer, waar alles steriel en schoon was.<br />

Samen met haar tweede man, een kappersbediende uit Rotterdam,<br />

woonde ze in het begin <strong>van</strong> hun huwelijk in Kralingen maar de moderne<br />

huizen in Hoogvliet trokken hen uiteindelijk naar de Viskorfstraat.<br />

Daar knipte haar echtgenoot in zijn vrije tijd de bewoners <strong>van</strong><br />

<strong>Westerstein</strong> en hierdoor leerden ze zowel de flat als de mensen goed<br />

kennen. Vooral de geborgenheid <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> trok hen aan en<br />

deed hen ertoe besluiten er te gaan wonen. Daar kwam haar ervaring<br />

in de verpleging <strong>van</strong> pas. Ze deelde er medicijnen uit, druppelde<br />

ogen en organiseerde reizen en uitstapjes. Inmiddels is ze gestopt<br />

met haar taken binnen de flat, maar ze kan maar moeilijk stilzitten.<br />

Om zich bezig te houden doet ze aan ‘marathonkaarten’ <strong>van</strong> ’s morgens<br />

tien tot ’s avonds tien en springt ze bij in de kantine. Ook helpt<br />

ze regelmatig met de rommelmarkt en bij de bloemenman.


Wilma Brinkman,<br />

dochter <strong>van</strong> meneer en mevrouw<br />

Brinkman


Wilma spelend in het zwembad


Wil en Freek Brinkman hebben twee kinderen, een dochter en een<br />

zoon, die beiden opgroeiden in Hoogvliet. Aan die tijd denkt Wil<br />

Brinkman met weemoed terug: “Je kon je kinderen als ze zomervakantie<br />

hadden er een hele dag op uit sturen met een fietsje, een<br />

hengel, wat aardappeltjes en meel. <strong>Het</strong> was veilig, je wist dat ze<br />

’s avonds weer terugkwamen zonder dat ze iets mankeerden.” Er is<br />

volgens het echtpaar veel veranderd sinds die tijd. Vroeger maakten<br />

ze vaak een wandeling door de buurt om even bij te kletsen met de<br />

buren maar tegenwoordig nemen ze de auto als ze er ’s avonds nog<br />

op uit gaan. De sterke sociale contacten die toen zo <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

waren, zijn verbroken door de grootschalige nieuwbouw die<br />

in Hoogvliet werd gepleegd. De eens zo hechte buurten waar de<br />

buren elkaar uit de brand hielpen, vielen hierdoor uit elkaar. “Ze<br />

hebben Hoogvliet het hart uitgerukt”. Bovendien voelden ze zich<br />

niet langer meer veilig in huis en daardoor sliep mevrouw Brinkman<br />

een lange tijd met een mes onder haar kussen. Omdat ze beiden per<br />

sé in Hoogvliet wilden blijven was <strong>Westerstein</strong> de ideale plek om te<br />

wonen. <strong>Het</strong> is er vrij, rustig en veilig, en ‘dat komt het lichaam en<br />

geest ten goede’. Eigenlijk is het echtpaar te jong voor <strong>Westerstein</strong><br />

maar dat is voor hen geen probleem. Ze zien <strong>Westerstein</strong> als een<br />

grote flat met buren. <strong>Het</strong> enige verschil is dat de bewoners op leeftijd<br />

zijn, maar dat hebben ze liever dan ‘die nozems’.


Meneer Cijntje,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw Cijntje


Uiterst rechts zit mijnheer<br />

Cijntje met aan zijn zijde een<br />

aantal collega’s en vrienden


Mevrouw Cijntje leerde haar man leren kennen op het eerste heilige communiefeest<br />

<strong>van</strong> een familielid. Hij haalde een grapje met haar uit en dat wekte<br />

onmiddellijk haar interesse. Mevrouw Cijntje volgde hem na het huwelijk naar<br />

Curaçao, waar hij <strong>van</strong>daan kwam en werkte voor het petrochemische bedrijf<br />

Shell. Maar tijdens de jaarlijkse driemaandelijkse vakantie gingen ze vaak terug<br />

naar Colombia, waar zij zelf <strong>van</strong>daan kwam. Toen haar man met pensioen ging<br />

zijn ze naar Costa Rica vertrokken, waar ze een eigen huis bouwden. <strong>Het</strong> was<br />

er erg onrustig en onveilig, “Ons huis is drie keer stukgemaakt om te stelen,<br />

en de laatste keer lagen we te slapen. In Costa Rica is iedereen corrupt, zelfs de<br />

politie!” Na de derde inbraak was de maat voorgoed vol en stelden haar zoons<br />

voor dat zij naar Nederland zouden verhuizen. <strong>Het</strong> echtpaar Cijntje was het er<br />

mee eens en ze besloten Costa Rica na 11 jaar te verlaten voor een huurwoning<br />

in Rozenburg, de woonplaats <strong>van</strong> hun oudste zoon. Meneer Cijntje kon zich<br />

in het begin maar met moeite aanpassen aan het klimaat en aan de mentaliteit<br />

<strong>van</strong> de Nederlanders. Mevrouw Cijntje had hier in tegenstelling tot haar echtgenoot<br />

geen enkel probleem mee. Vanwege haar huidskleur begroeten sommige<br />

mensen haar niet, maar ook daar kan ze zich niet echt aan storen.<br />

Negen jaar geleden overleed haar echtgenoot plotseling en bleef mevrouw<br />

Cijntje alleen achter in hun woning. Vijf jaar na zijn dood vroeg mevrouw Cijntje<br />

een woning aan in <strong>Westerstein</strong>, waar ze nu met veel plezier woont. En soms,<br />

wanneer ze zich alleen of ongelukkig voelt gaat ze naar de recreatieruimte ‘om<br />

met de oudjes te praten’.


Mevrouw Hobé,<br />

moeder <strong>van</strong> mevrouw Dorchain-Hobé


In het midden de ouders <strong>van</strong> mevrouw Dorchain-Hobé


Mevrouw Dorchain-Hobé groeide op in een geslaagd middenstandsgezin.<br />

Haar vader had drie slagerijen en haar moeder zorgde voor de elf<br />

kinderen; zes jongens en vijf meisjes. Haar meest dierbare jeugdherinneringen<br />

bewaart mevrouw Dorchain-Hobé aan haar moeder. Zij was de<br />

liefste moeder die ze zich kon wensen. Andere minder prettige herinneringen<br />

brengen haar terug naar de Tweede Wereldoorlog. Tot tweemaal<br />

toe stond mevrouw Dorchain- Hobé oog in oog met de dood. Zo overleefde<br />

ze het bombardement op de binnenstad <strong>van</strong> Rotterdam waarbij<br />

zij en haar man al hun bezittingen verloren. In Duitsland ontsnapte het<br />

echtpaar bovendien opnieuw aan een bominslag. Er vloog een onheilspellende<br />

reeks bommenwerpers over en net voordat het stel de bunker<br />

bereikte werd deze geraakt door een voltreffer. Ze zag mensen en puin<br />

de lucht in vliegen. <strong>Het</strong> was een vreselijk gezicht en ze denkt er dan ook<br />

liever niet meer aan. Liever denkt zij aan haar kinderen en kleinkinderen.<br />

Tijdens haar huwelijk kreeg ze vier kinderen en tegenwoordig bestaat<br />

haar familiekring uit acht kleinkinderen en twee achterkleinkinderen.<br />

Daar beleeft ze veel plezier aan.<br />

Helaas wordt haar leven in <strong>Westerstein</strong> overschaduwd door velerlei<br />

klachten aan haar lichaam. Ze heeft kort geleden een nieuwe heup gekregen,<br />

haar knieën zijn versleten en haar ogen tranen voortdurend. Daardoor<br />

is ze slecht ter been en niet meer in staat om te lezen of tv te kijken.<br />

Maar ze is niet <strong>van</strong> plan om op te geven, want misschien wordt ze wel 96.


Hans <strong>van</strong> de Have,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> de Have


Huwelijksfoto <strong>van</strong> het<br />

echtpaar <strong>van</strong> de Have


Mevrouw <strong>van</strong> de Have leerde haar man kennen op een jubileumfeest <strong>van</strong> haar<br />

ouders. <strong>Het</strong> duurde echter nog lang voordat het stel in het huwelijksbootje kon<br />

stappen, omdat het erg moeilijk was om een goed huis te vinden waar ze samen<br />

zouden kunnen intrekken. Ze verhuisden uiteindelijk naar een woning in<br />

Blijdorp, maar na zeven jaar vertrokken ze naar de Alsemstraat in Hoogvliet.<br />

Meneer <strong>van</strong> de Have werkte zijn hele leven in de bouw, in eerste instantie voor<br />

haar vader en later voor zichzelf. <strong>Het</strong> gezin had het in die tijd niet erg breed, ze<br />

moesten rond komen <strong>van</strong> 72 gulden in de week. In de strenge winter <strong>van</strong> 1962<br />

ging de zaak <strong>van</strong> meneer <strong>van</strong> de Have tenslotte over de kop. Gelukkig vond hij<br />

werk bij een bedrijf die de tanks <strong>van</strong> Shell ‘rechttrok als die waren scheefgezakt’.<br />

Die tanks stonden over de hele wereld verspreid waardoor hij aardig<br />

wat <strong>van</strong> de wereld heeft gezien.<br />

Haar man leeft inmiddels niet meer. Hij is 80 jaar geworden en overleden toen<br />

ze samen in een vrijstaand huis woonden in Spijkenisse. Omdat mevrouw <strong>van</strong><br />

de Have het onprettig vond om alleen in een groot huis te wonen is ze naar<br />

<strong>Westerstein</strong> verhuisd. Ondanks haar slechte fysieke toestand, een zuurstoftank<br />

helpt haar om voldoende zuurstof op te nemen, is mevrouw <strong>van</strong> de Have tevreden<br />

met haar leven in <strong>Westerstein</strong>. “Ik vind het hier prachtig. Van mij hoeft het<br />

niet veranderd te worden. Alleen, ik zou wel een raampje in de keuken willen,<br />

want als mijn deur dicht is voel ik me zo opgesloten.” Ook zou mevrouw <strong>van</strong> de<br />

Have graag meer contact hebben met de andere bewoners. In een lift staan waar<br />

niks gezegd wordt vindt ze verschrikkelijk.


Mevrouw Rönicke,<br />

de stiefmoeder <strong>van</strong><br />

mevrouw <strong>van</strong> der Horst


Mevrouw <strong>van</strong> der Horst samen<br />

met haar geliefde stiefmoeder


Mevrouw <strong>van</strong> der Horst is afkomstig uit Maagdenburg in Duitsland. Haar herinneringen<br />

aan haar vroege jeugd in Duitsland zijn niet echt vrolijk. Haar biologische<br />

moeder stierf toen mevrouw <strong>van</strong> der Horst geboren werd. De lieve vrouw<br />

met wie haar vader hertrouwde zorgde tien jaar lang als een moeder voor haar.<br />

Lange tijd wist mevrouw <strong>van</strong> der Horst niet dat zij haar echte moeder niet was<br />

en de schok was groot toen zij daarachter kwam. Tijdens de oorlog trouwde<br />

mevrouw <strong>van</strong> der Horst met een Nederlander die zij leerde kennen bij het Duitse<br />

bedrijf Brabach, Braunkolen en Benzin. Een huwelijk tussen twee nationaliteiten<br />

was niet gangbaar in die tijd maar gelukkig maakten beiden families er<br />

geen probleem <strong>van</strong>. Vooral in de beginjaren <strong>van</strong> hun huwelijk maakten ze een<br />

angstige tijd mee. Voortdurend bestond er de dreiging <strong>van</strong> luchtaanvallen en<br />

vele malen moest het stel met de kinderen op de arm bescherming zoeken in de<br />

schuilkelders. De opluchting was dan ook groot toen de oorlog was afgelopen<br />

en ze naar Nederland konden vertrekken. Vanaf dat moment werd het leven een<br />

stuk eenvoudiger en aangenamer.<br />

Na het overlijden <strong>van</strong> haar man is ze hals over kop naar <strong>Westerstein</strong> verhuisd.<br />

Soms spijt het haar dat ze zo snel is vertrokken, omdat haar woonruimte in<br />

<strong>Westerstein</strong> vrij klein is en ze daardoor niet zo goed met haar meubels kan<br />

schuiven. Desalniettemin woont mevrouw <strong>van</strong> der Horst met plezier in de flat,<br />

ze heeft goed contact met de overbuurvrouw, en tegenwoordig schrijft ze verder<br />

in het dagboek dat zij <strong>van</strong> haar vader heeft gekregen.


Mevrouw <strong>van</strong> de Houten,<br />

echtgenote <strong>van</strong> meneer <strong>van</strong> de Houten


Meneer en mevrouw <strong>van</strong> de Houten


De Pinkstergemeente heeft een bepalende rol gespeeld in het<br />

leven <strong>van</strong> meneer <strong>van</strong> de Houten. Na zijn scheiding kwam hij<br />

daar zijn tweede vrouw tegen met wie hij erg gelukkig was. Zijn<br />

vrouw is zes jaar geleden gestorven aan kanker, net na hun 12,5<br />

jarige huwelijk. Hij hield veel <strong>van</strong> haar en mist haar nog altijd.<br />

Tijdens haar ziekbed en het proces <strong>van</strong> afscheid nemen heeft<br />

de Pinkstergemeente opnieuw een grote rol gespeeld. De leden<br />

begeleidden haar intensief tot aan haar dood. Maar nu is het<br />

een beetje stil geworden <strong>van</strong> hun zijde. Meneer <strong>van</strong> de Houten<br />

vermoedt dat ze zich na haar dood geen houding meer weten te<br />

geven. Zijn geloof is altijd erg belangrijk voor hem geweest omdat<br />

hij er veel kracht uit haalt. Bijvoorbeeld door elke dag een<br />

stukje uit de bijbel te lezen en door met broeders <strong>van</strong> de kerk<br />

bijbelstudie te volgen. Toch staat hij op sommige momenten<br />

met gebalde vuisten tegenover God en denkt hij, ‘haal mij hier<br />

dan ook maar weg!’. Maar dan beseft hij dat hij nog een taak te<br />

volbrengen heeft hier op aarde en neemt hij nog even genoegen<br />

met de bovenste verdieping <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>, dicht bij de hemel<br />

waar zijn vrouw is. Bovendien kan hij <strong>van</strong>af de 12e verdieping<br />

zowel de Brienenoordbrug als de Erasmusbrug zien.


Kees Jacobs,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw Jacobs


Kees Jacobs en zijn zoontje Jos op de motor


Mevrouw Jacobs kende haar man al <strong>van</strong> de lagere school. Hij was<br />

niet haar eerste keus, maar uiteindelijk heeft ze nooit spijt gehad. In<br />

liefde op het eerste gezicht gelooft ze niet. “Je moet dat soort dingen<br />

de tijd geven. Ik heb nog nooit iemand gehoord die door de bliksem<br />

getroffen werd wanneer die iemand zag.” Toch is Kees Jacobs diegene<br />

aan wie ze de beste herinneringen bewaart. Hij ging er graag<br />

op uit met de motor en kwam vaak laat thuis. Hij werkte doordeweeks,<br />

zondag was voor het gezin en de zaterdag was voor hem zelf.<br />

Vaak reed hij ’s avonds op de motor met een slok op omdat men het<br />

vroeger niet zo nauw nam met het gebruik <strong>van</strong> alcohol in het verkeer.<br />

Gelukkig liep het vrijwel altijd goed af. Behalve die keer dat hij<br />

onderuit ging op de Rotterdamse Maasboulevard. Hun zoontje en<br />

een vriendje hebben de motor naar huis moeten brengen, omdat het<br />

niet meer verantwoord was om nog verder te rijden. Mevrouw Jacobs<br />

moest haar roekeloze man nogal eens herinneren aan de verplichtingen<br />

die hij had ten opzichte <strong>van</strong> zijn gezin. Maar ze bewaart<br />

vooral positieve herinneringen aan hem, omdat hij een echte levensgenieter<br />

was. Mevrouw Jacobs woont nu al weer tien jaar in <strong>Westerstein</strong><br />

en heeft haar weg daar goed gevonden. Hoogvliet is niet heilig<br />

voor mevrouw Jacobs, haar hart ligt in Rotterdam waar ze haar jeugd<br />

doorbracht. Eigenlijk maakt het haar niet uit waar ze woont als het<br />

huis maar goed is.


Mevrouw Hameetman,<br />

moeder <strong>van</strong> mevrouw Kleingeld


De kleine Annie Kleingeld, links haar moeder mevrouw Hameetman


Mevrouw Kleingeld bewaart goede herinneringen aan haar moeder. Van<br />

haar leerde ze altijd hulpvaardig naar mensen toe te zijn. Ook in <strong>Westerstein</strong>,<br />

waar het echtpaar Kleingeld al weer een tijdje woont, zijn ze nooit<br />

te beroerd hun buren uit de brand te helpen. “Een kopje koffie drinken<br />

en even praten, kost niks.” Oorspronkelijk woonden meneer en mevrouw<br />

Kleingeld in Pendrecht, een wijk in Rotterdam Zuid. Na het pensioen<br />

<strong>van</strong> meneer Kleingeld, hij werkte vroeger als boekhouder, begon het<br />

stel langzamerhand aan de toekomst te denken en zich af te vragen hoe<br />

het nu zou moeten wanneer ze minder goed ter been zouden zijn. Ze<br />

besloten, na 40 jaar op Zuid, hun oude dag in <strong>Westerstein</strong> te slijten. De<br />

overgang <strong>van</strong> Zuid naar Hoogvliet beviel hen goed. <strong>Het</strong> onderhoud <strong>van</strong> de<br />

wijk Meeuwenplaat was prachtig, veel beter dan ze in Pendrecht gewend<br />

waren.<br />

Meneer en mevrouw Kleingeld hebben het goed samen in <strong>Westerstein</strong>.<br />

Wel zijn ze erg op zichzelf. Echte vrienden hebben ze niet meer, die hebben<br />

ze door de jaren heen verloren. Vooral tijdens de oorlog, maar ook<br />

door verschillenden ziektes. Nu beginnen ze er ook niet meer aan. Er is<br />

bovendien genoeg te doen met zijn tweeën. Hierdoor is het stel nauwelijks<br />

in de recreatiezaal <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> te vinden. “Ze hebben beneden<br />

een ronde tafel waar ze iedere morgen koffie drinken met elkaar. En als<br />

je alleen bent dan doe je dat. Wij doen alles nog samen. Waar moet je het<br />

bovendien altijd over hebben?”


Paul den Ouden,<br />

broer <strong>van</strong> mevrouw Korporaal


Paul den Ouden houdt samen met zijn kinderen lachend het haar <strong>van</strong> zijn zus<br />

omhoog


Mevrouw Korporaal vertelt dat haar broer Paul zonder het te weten een belangrijke<br />

rol heeft gespeeld in de romance tussen haar en haar man. Hun liefde<br />

bloeide op in de tijd dat mevrouw Korporaal nog een jong meisje was en regelmatig<br />

op de kinderen <strong>van</strong> haar broer paste. Haar broer woonde in hetzelfde<br />

gebouw als meneer Korporaal en zo kwamen ze elkaar daar wel eens tegen.<br />

Meneer en mevrouw Korporaal woonden een lange tijd in Hoogvliet, in de<br />

Meeuwenplaatwijk. De sociale situatie in die buurt was niet altijd even prettig.<br />

De brievenbussen werden regelmatig in de brand gestoken, waarop Korporaal<br />

tegen zijn vrouw zei dat hij niet <strong>van</strong> plan was als ‘een sateetje’ te eindigen. Ze<br />

besloten daarom een tijdje in hun tuinhuisje te gaan wonen. Uiteraard delen<br />

ze niet alleen maar slechte herinneringen aan de 27 jaar die zij in Hoogvliet<br />

doorbrachten, maar wanneer ze af en toe langs hun voormalige woning lopen,<br />

vragen ze zich toch af hoe ze het daar zo lang hebben kunnen volhouden. Uiteindelijk<br />

is het stel in <strong>Westerstein</strong> terechtgekomen, daar wonen ze veilig. Meneer<br />

Korporaal is erg actief binnen <strong>Westerstein</strong>. Hij is voorzitter <strong>van</strong> de bewonerscommissie<br />

<strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> en heeft zich recentelijk sterk ingezet voor het<br />

zogenaamde ‘sociaal plan’. Dit is een afspraak waarin een aantal zekerheden<br />

zijn vastgelegd voor de bewoners <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> die door zowel de bewonerscommissie<br />

en als woningcorporatie Vestia is ondertekend. Meneer Korporaal<br />

staat sceptisch tegenover de herstructureringsplannen <strong>van</strong> de gemeente. Maar<br />

eigenlijk is het niet zo heel belangrijk wat er zich buiten <strong>Westerstein</strong> afspeelt.<br />

“Als je hier woont heb je je handen vol en kennissen zat!”


Albert <strong>van</strong> der Meer,<br />

vader <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> der Meer


Albert <strong>van</strong> der Meer in<br />

marinekostuum


Oorspronkelijk komt mevrouw <strong>van</strong> der Meer uit het voormalige<br />

Indië, ze is geboren in Soerabaya. Daar werd ze al op jonge leeftijd<br />

geconfronteerd met de gruwelijkheden <strong>van</strong> de oorlog. Ze was pas<br />

12 toen ze in haar eerste kamp terecht kwam en daar maakte ze<br />

afschuwelijke dingen mee. Haar moeder stierf daar, slechts drie<br />

weken voor de bevrijding. Haar vader, die met het aan<strong>van</strong>gen <strong>van</strong><br />

de oorlog als krijgsge<strong>van</strong>gene werd ingelijfd overleefde de oorlog<br />

wel. Na de oorlog vertrok ze dan ook naar Nederland en vond ze<br />

een nieuw thuis bij haar vader en zijn nieuwe vrouw. Mevrouw <strong>van</strong><br />

der Meer herinnert zich vooral zijn vrolijke karakter. In Nederland<br />

haalde mevrouw <strong>van</strong> der Meer alles in dat ze door de oorlog gemist<br />

had. Toch hebben de kampjaren haar latere leven ernstig getekend,<br />

zowel in psychisch als lichamelijk opzicht. Jarenlang werd ze behandeld<br />

voor verschillende tropische ziekten die ze tijdens de oorlog<br />

opliep en haar voeten zijn bovendien blijvend vergroeid.<br />

Nu woont mevrouw <strong>van</strong> der Meer sinds haar scheiding al weer<br />

vijf jaar in <strong>Westerstein</strong>, op aanraden <strong>van</strong> de toenmalige directrice<br />

mevrouw <strong>van</strong> de Werff. Op een dag heeft ze de flat <strong>van</strong> boven naar<br />

beneden doorgelopen en alles eens rustig bekeken en tenslotte<br />

besloten het te doen. Ze heeft geen spijt. Ze leeft een actief leven, ze<br />

is lid <strong>van</strong> het koor en vrijwilligster voor de rommelmarkt.


Toon Vermelis,<br />

broer <strong>van</strong> mevrouw Nefs


Toon Vermelis staat op de<br />

achterste rij, links zijn broer Jan


Vroeger had mevrouw Nefs vier broers, maar er zijn er al drie overleden. Haar<br />

laatste broer Toon <strong>van</strong> 81 woont ook in <strong>Westerstein</strong> en heeft nog een auto.<br />

Samen met hem gaat ze altijd boodschappen doen bij de supermarkt Bas <strong>van</strong><br />

der Heijden. Alleen als ze echt omhoog zit gaat ze naar het winkeltje in <strong>Westerstein</strong>.<br />

Dit doet ze liever niet omdat ze die ‘ongelukkigen’, zoals ze de verstandelijk-gehandicapten<br />

noemt die in het winkeltje werken, zo eng vindt,<br />

‘vooral als ze gaan gillen’.<br />

Samen met haar man is mevrouw Nefs 15 jaar geleden naar <strong>Westerstein</strong> verhuisd.<br />

Voor die tijd woonden ze in een typische volksbuurt in Rotterdam Zuid,<br />

maar <strong>van</strong>wege herhaaldelijke overlast in de wijk zochten ze naar een nieuwe<br />

woonplek. Zelf zou mevrouw Nefs nooit aan Hoogvliet gedacht hebben om zich<br />

te vestigen. Uit de verhalen <strong>van</strong> haar omgeving begreep ze dat het daar vreselijk<br />

was om te wonen <strong>van</strong>wege alle fabrieken. Ondanks deze waarschuwingen zijn<br />

ze er uiteindelijk toch heen vertrokken. De verhuizing was niet gemakkelijk, in<br />

het begin heeft mevrouw Nefs nog flink gehuild om de verhuizing, Hoogvliet<br />

leek volgens haar net een ge<strong>van</strong>genis, maar nu zou ze er niet meer weg willen.<br />

Ze heeft het er goed naar haar zin. Als ze niet meedoet aan de gemeenschappelijke<br />

activiteiten besteedt ze in haar woning veel tijd aan haar hobby, namelijk<br />

het breien en haken <strong>van</strong> barbiejurkjes en hoedjes voor op de closetrol. Van haar<br />

hoeft er niets veranderd te worden in de flat. Toch ziet ze niet echt op tegen de<br />

verbouwing <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>, omdat ze niet zeker weet of ze die nog wel zal<br />

meemaken.


Cor Tilenius Kruithof,<br />

vriend <strong>van</strong> meneer <strong>van</strong> Rosenberg


Voetbalteam waar<strong>van</strong> meneer <strong>van</strong> Rosenberg (tweede, linksonder) en zijn<br />

vriend Cor deel uit maakten


Meneer <strong>van</strong> Rosenberg heeft veel <strong>van</strong> de wereld gezien. Vroeger voer<br />

hij als zeeman de hele wereld over en meerde hij onder andere aan<br />

in landen als Indonesië, de Filippijnen, Afrika, Amerika, Finland en<br />

India. In de havens werden onder het personeel <strong>van</strong> de verschillende<br />

aangemeerde boten vaak voetbaltoernooien georganiseerd. Meneer<br />

<strong>van</strong> Rosenberg maakte samen met Cor Tilenius Kruithof deel uit <strong>van</strong><br />

één <strong>van</strong> de teams. Cor was lange tijd zijn beste vriend. Samen<br />

gingen ze tijdens hun tochten de wal op en bezochten zeemanshuizen<br />

om te dansen. Meneer <strong>van</strong> Rosenberg besloot het varen voorgoed<br />

de rug toe te keren nadat zijn eerste kind werd geboren. Jaren<br />

later is zijn huwelijk kapot gegaan omdat zijn vrouw een nieuwe<br />

vriend vond. Meneer <strong>van</strong> Rosenberg werd min of meer het huis uitgewerkt<br />

en leefde samen met zijn hond zelfs een tijdje in de schuur.<br />

Dat was een nare periode.<br />

Nu woont meneer <strong>van</strong> Rosenberg sinds drie jaar in <strong>Westerstein</strong> en<br />

heeft het er erg naar zijn zin. Hij is vaak beneden in de recreatiezaal<br />

te vinden om te kaarten en te biljarten. Lange tijd was het niet voor<br />

te stellen dat hij het er zo lang zou uithouden. Vijf jaar geleden kreeg<br />

hij het bericht dat hij ernstig ziek was en waarschijnlijk nog maar<br />

een jaar te leven zou hebben. Ondanks zijn ziekte gaat het nu relatief<br />

goed met hem. Met de wetenschap dat het zomaar ineens over kan<br />

zijn, leeft hij tegenwoordig <strong>van</strong> dag tot dag.


Majoor Bosveld,<br />

voormalige baas <strong>van</strong> meneer en<br />

mevrouw Schoots


Majoor Bosveld, directeur <strong>van</strong> het maatschappelijk centrum in Den Haag met<br />

het pasgetrouwde stel, meneer en mevrouw Schoots


Zowel meneer als mevrouw Schoots zijn altijd erg begaan geweest met<br />

het lot <strong>van</strong> hun medemens. Ze werkten beiden bij het Leger des Heils<br />

en na hun trouwen bestierde het stel een huis voor thuislozen in de<br />

Schoonderloostraat in Rotterdam. Meneer Schoots werkte daar met de<br />

thuislozen aan de verwerking <strong>van</strong> oud papier en mevrouw Schoots was<br />

hoofd <strong>van</strong> de huishouding en gaf leiding aan ongeveer tien mensen. <strong>Het</strong><br />

werk was niet zozeer lichamelijk zwaar, maar eerder geestelijk. “Een stoel<br />

kan je laten staan, maar een mens niet, dát maakt het zwaar!” Ze kwamen<br />

ze uiteindelijk in Spijkenisse terecht <strong>van</strong>wege de zwakke gezondheid<br />

<strong>van</strong> mevrouw Schoots’ vader die in Hoogvliet woonde. Mevrouw Schoots<br />

heeft haar vader verzorgd tot aan het moment dat hij overleed. Dat was<br />

behoorlijk zware taak, vooral toen hij erg hulpbehoevend werd. Voortdurend<br />

reisde ze op-en-neer tussen Hoogvliet en Spijkenisse. Daarom<br />

verlieten ze hun ruime vijfkamerwoning met grote tuin in Spijkenisse<br />

voor een krappe tweekamerflat in <strong>Westerstein</strong>. Dat was een behoorlijke<br />

omslag want meer dan de helft <strong>van</strong> de meubels moest weggedaan worden.<br />

Nog altijd zit het sociale werk hen in het bloed. Ze denken er over<br />

om hun activiteiten in <strong>Westerstein</strong> voort te zetten. <strong>Het</strong> echtpaar merkt<br />

dat de eenzaamheid onder de medebewoners groot is omdat voor veel<br />

mensen de drempel om aan activiteiten deel te nemen vaak te hoog is.<br />

Zelf hebben ze het er erg naar hun zin en zouden er nooit meer weg willen<br />

want ‘zo’n uitzicht krijg je <strong>van</strong> je leven niet meer’.


Kor Straayer,<br />

zoon <strong>van</strong> meneer Straayer


Meneer Straayer samen met zijn vrouw Riekje en hun zoontje Kor aan boord <strong>van</strong><br />

het schip


Meneer Straayer bracht een groot deel <strong>van</strong> zijn leven op het water<br />

door, onder andere als kok op de Rijnvaart. Varen was altijd zijn<br />

grootste wens, het liet hem nooit los. Ooit vroeg zijn verkering<br />

Riekje hem te stoppen met varen omdat hij voortdurend lang <strong>van</strong><br />

huis was, maar daar wilde meneer Straayer niets <strong>van</strong> weten. Eenmaal<br />

getrouwd met Riekje ging ze overstag en voer zij samen met hun<br />

zoontje Kor lange tijd met hem mee. Door de ziekte <strong>van</strong> kleine Kor,<br />

hij leed aan TBC, werden ze in 1963 gedwongen hun nomadische<br />

leven op te geven en voorgoed voet aan vaste wal te zetten. Deze<br />

moeilijke beslissing betekende het begin <strong>van</strong> hun nieuwe geschiedenis<br />

in Hoogvliet. Straayer vond daar een vaste baan in de haven, in<br />

eerste instantie als kraanmeester en later als controleur in de havens<br />

<strong>van</strong> Muller Progress.<br />

Na zijn pensioen bleef het gezin wonen in Hoogvliet maar door<br />

herhaaldelijke overlast verhuisden ze wel een aantal keer. Riekje is<br />

inmiddels overleden en meneer Straayer mist haar nog steeds hevig.<br />

Hij woont al weer vier en een half jaar in de <strong>Westerstein</strong>flat en heeft<br />

het er goed naar zijn zin. Regelmatig legt hij nog een biljartje voor<br />

de gezelligheid.


Meneer <strong>van</strong> de Swet,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> de Swet


Rechts meneer <strong>van</strong> de<br />

Swet in zijn jeugdjaren


De echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> de Swet stierf in 1981 aan een ziekte die<br />

hij opliep tijdens zijn werk als meubelmaker. Op de werkplaats werkte<br />

hij lange tijd met giftige chemicaliën waar<strong>van</strong> hij op zijn 55e ernstig ziek<br />

werd. Na zijn overlijden bleef mevrouw <strong>van</strong> de Swet alleen in hun huis in<br />

de Hoogvlietse wijk Oudeland wonen. <strong>Het</strong> was een mooi en prettig huis.<br />

Negen jaar geleden is ze uiteindelijk naar de vijfde verdieping <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong><br />

verhuisd en daar woont ze erg prettig. Ze doet vaak mee aan de<br />

activiteiten die worden georganiseerd. Sinds haar komst naar <strong>Westerstein</strong><br />

in 1995 is de sfeer in de loop der tijd wel veranderd. De oude bewoners<br />

waren gewend elkaar altijd te begroeten, dat gebeurt nu lang niet altijd<br />

meer onder de ‘nieuwen’. Daarnaast is het een beetje een dooie boel geworden<br />

in de flat. Op haar verdieping staan zeven woningen leeg. Als er<br />

meer mensen zouden wonen zou ze waarschijnlijk ook beter contact met<br />

haar medebewoners hebben.<br />

Mevrouw <strong>van</strong> de Swet ziet op tegen de toekomstige verbouwing <strong>van</strong><br />

<strong>Westerstein</strong>. Ze is tevreden met haar woning, die is groot zat. Ze staat<br />

sceptisch tegenover de geplande renovatie. “Ze denken natuurlijk niet aan<br />

ons, nee ze moeten geld verdienen. Ik ben oud en ouderwets, maar<br />

jongere mensen willen hier natuurlijk niet gaan zitten. Dus als ze niet<br />

gaan verbouwen, wil niemand hier wonen. Maar ja, ik zal het wel leuk<br />

krijgen na de verbouwing, als ze me maar helpen met verhuizen, want ik<br />

zie het niet meer zitten om de boel zelf helemaal in te pakken.”


Thea Tjassing,<br />

dochter <strong>van</strong> mevrouw Tjassing


De kinderen <strong>van</strong> mevrouw Tjassing: dochter Thea in het midden, rechtsboven<br />

Jan, links Gellie en het kleine meisje is Marrie


Mevrouw Tjassing was 35 jaar toen ze met haar man en drie kinderen <strong>van</strong>uit<br />

uit de Drentse provincie vertrok naar de grote stad Rotterdam. Daar waren de<br />

kansen op de arbeidsmarkt veel beter dan in het noorden <strong>van</strong> Nederland. Met<br />

name bij de gemeentelijke diensten en de Shell was de roep om nieuwe arbeiders<br />

groot en werd er personeel geworven in alle uithoeken <strong>van</strong> het land. Van<br />

cultuurshock was geen sprake, ze voelde zich er gelijk goed thuis. Vooral de<br />

flats maakten een grote indruk op haar, ook al waren ze maar vier hoog. Omdat<br />

het toch wel erg krap werd met inmiddels vier kinderen en er problemen waren<br />

met de onderburen werd hen een woning in Hoogvliet aangeboden. In het<br />

begin voelden ze zich echte pioniers omdat de stad nog deels in aanbouw was<br />

en er nog nauwelijks voorzieningen waren. <strong>Het</strong> was er prettig wonen, het huis<br />

had aan beide zijden een tuin waardoor er voldoende ruimte was voor de kinderen<br />

om buiten te spelen. Helaas werd mevrouw Tjassing al op jonge leeftijd<br />

weduwe. Haar man overleed plotseling op 43-jarige leeftijd aan een hartaanval,<br />

tijdens het spelen <strong>van</strong> een voetbalwedstrijd.<br />

Mevrouw Tjassing is nadat haar echtgenoot overleed en haar kinderen het huis<br />

uitgingen steeds kleiner gaan wonen en uiteindelijk in een tweekamerappartement<br />

in de <strong>Westerstein</strong>flat terecht gekomen. Ondanks deze gebeurtenissen is<br />

mevrouw Tjassing erg gelukkig in haar huidige woonomgeving in <strong>Westerstein</strong>.<br />

Ze heeft een nieuwe heup en een nieuwe hartklep en vooral de liefde en steun<br />

<strong>van</strong> haar kinderen houden haar op de been.


Meneer Veenman,<br />

tweede echtgenoot <strong>van</strong><br />

mevrouw Veenman


Meneer Veenman op de bruiloft <strong>van</strong> zijn stiefzoon Marten in 1968. Hij staat<br />

lachend in het midden, zijn zuster loopt voor hem, en daarvoor loopt een neef


Mevrouw Veenman trouwde met de zoon <strong>van</strong> haar voormalige werkgeefster.<br />

Hij was niet haar eerste liefde. Haar eerste man overleed toen hun<br />

jongste zoon nog een baby was. In die tijd was het niet eenvoudig om als<br />

alleenstaande moeder rond te komen. <strong>Het</strong> duurde lang voordat ze aan een<br />

nieuwe liefde wilde denken, ook al had ze inmiddels al vijf huwelijksaanzoeken<br />

gehad. Haar oudste zoon overtuigde haar uiteindelijk om de grote<br />

stap te nemen. “Als je nou es wat <strong>van</strong> plan bent moet je ook eens aan mijn<br />

jongste broertje denken, hoor moe, want hij heeft nooit een vader gehad”,<br />

zei hij realistisch tegen haar. Ze was gelukkig met haar beslissing,<br />

vooral omdat haar jongste zoon Henk hem zag als de vader die hij nooit<br />

gekend had.<br />

Nu woont mevrouw Veenman al weer een tijd in <strong>Westerstein</strong>. Ze was daar<br />

nooit komen wonen, ware het niet dat haar vrijstaande huis in tuindorp<br />

Vreewijk gerenoveerd moest worden en er voor haar geen andere optie<br />

overbleef dan een ouderenflat. De beginperiode in <strong>Westerstein</strong> was erg<br />

moeilijk want niet lang voor haar komst naar <strong>Westerstein</strong> verloor zij<br />

ook haar tweede echtgenoot. In die moeilijke tijd vond ze veel steun bij<br />

haar medebewoners en zocht ze afleiding bij het zangkoor. Nu ze er wat<br />

langer woont geniet ze <strong>van</strong> de rust en het uitzicht <strong>van</strong>uit haar woning.<br />

Maar door haar lichamelijke gebreken kan ze niet langer naar het koor,<br />

en ook de kaartavonden zijn niet langer meer voor haar weggelegd. Daardoor<br />

is ze een beetje geïsoleerd geraakt.


Piet <strong>van</strong> Boxtel,<br />

patiënt <strong>van</strong> mevrouw Verbrugge


Mevrouw Verbrugge met Piet op de kamer <strong>van</strong> haar zoon


Mevrouw Verbrugge heeft lange tijd als paviljoenbediende gewerkt<br />

in het Delta Psychiatrisch Ziekenhuis in Poortugaal. Dit was een<br />

zware baan maar ze hield het vol, ondanks het herhaaldelijke aandringen<br />

<strong>van</strong> haar man om er mee te stoppen. Vooral de zichtbare<br />

positieve invloed <strong>van</strong> haar inspanningen op de patiënten bleef haar<br />

stimuleren om het vol te houden. Eén patiënt Piet was erg aan haar<br />

gehecht en kwam regelmatig langs om bloemen te brengen. Die<br />

plukte hij dan in de berm en zaten daardoor vaak onder de modder.<br />

Haar man grapte wel eens over de aandacht <strong>van</strong> haar patiënt<br />

maar daar trok ze zich niets <strong>van</strong> aan. In december 1987 is ze na 17<br />

jaar trouwe dienst met pensioen gegaan en een jaar later konden zij<br />

en haar man in <strong>Westerstein</strong> terecht. Dit was een zegen voor beiden<br />

omdat vooral haar man erg slecht liep. Hij was 12 jaar ouder en had<br />

veel moeite met het traplopen. <strong>Westerstein</strong> was <strong>van</strong>wege de vele<br />

voorzieningen een uitstekende oplossing. Er deden zich later nog<br />

wel problemen voor omdat hij in een rolstoel terecht kwam. De<br />

meisjes <strong>van</strong> de thuiszorg konden hem maar lastig manoeuvreren,<br />

een probleem dat bij meerdere bewoners <strong>van</strong> de flat bekend is. Een<br />

paar jaar geleden is haar man overleden en sindsdien woont mevrouw<br />

Verbrugge alleen in haar woning. Ze verbaast zich soms over<br />

de mentaliteit <strong>van</strong> haar medebewoners, die altijd maar over anderen<br />

praten. “Je moet toch iedereen in z’n waarde laten!”


Tante Cor,<br />

vriendin <strong>van</strong> meneer Vermaas


Ome Joop en tante Cor op hun<br />

60-jarig huwelijk


<strong>Het</strong> echtpaar Vermaas bracht de eerste jaren <strong>van</strong> hun huwelijk op een schip door dat<br />

bouwmaterialen als kolen, erts en hout vervoerde naar België, Frankrijk en Zwitserland.<br />

Die herinneringen brengen hen vaak terug naar de oorlogsjaren. <strong>Het</strong> schip<br />

waarop het echtpaar Vermaas voer werd ooit in Maasbracht door de Duitsers tot zinken<br />

gebracht. Op bevel <strong>van</strong> de Duitsers moest de bemanning het schip verlaten. <strong>Het</strong> gezin<br />

Vermaas vond toen onderdak in de kroeg <strong>van</strong> ome Joop en tante Cor. Daar sliepen ze<br />

een tijd met hun dochtertje <strong>van</strong> twee en zoontje <strong>van</strong> twee maanden onder de biljarttafel.<br />

Na de oorlog is het gezin Vermaas uiteindelijk volkomen berooid met een bevriende<br />

schipper meegevaren naar Pernis. Na 35 jaar varen is het gezin voorgoed in Hoogvliet<br />

aan wal gegaan en liet meneer Vermaas het varen voortaan over aan zijn zoon. <strong>Het</strong> was<br />

een fikse overgang <strong>van</strong> het water naar het vasteland.<br />

<strong>Het</strong> echtpaar moest hun Hoogvlietse woning uiteindelijk noodgedwongen verlaten<br />

omdat de woning op de slooplijst kwam te staan. In <strong>Westerstein</strong> ging hun voorkeur uit<br />

naar de vijfde of zesde etage maar ze kwamen uiteindelijk veel hoger uit op de twaalfde<br />

verdieping. Dat is hen niet slecht bevallen omdat vooral het uitzicht geweldig is. Vanaf<br />

deze hoogte kunnen ze de zon onder zien gaan achter het buizen- en pijpenlandschap<br />

<strong>van</strong> de Shell en vooral als het weer helder is levert dit een waar spektakel op. Omdat<br />

zijn echtgenote dementerende is bestaan de huidige taken <strong>van</strong> meneer Vermaas uit het<br />

bijhouden <strong>van</strong> het huishouden en de zorg voor zijn vrouw. Door haar toestand komt ze<br />

niet veel meer buiten de deur maar soms parkeren ze de auto langs het water in Pernis.<br />

Daar genieten ze <strong>van</strong> de boten die voorbij varen, en denken ze terug aan het leven dat ze<br />

leidden op zee.


Jannie Vogel,<br />

echtgenote <strong>van</strong> meneer Vogel


Jannie Vogel in de tijd <strong>van</strong> de<br />

rock ‘n roll


Meneer en mevrouw Vogel ontmoetten elkaar in Rotterdam<br />

toen meneer Vogel daar als schipper was aangemeerd. Mevrouw<br />

Vogel liep met een vriendin over de kade toen ze aan de<br />

overkant twee marinemannen zagen. Ze zwaaiden naar elkaar<br />

en raakten aan de praat en maakten een afspraak voor de volgende<br />

dag. Dat was het begin <strong>van</strong> hun liefde. Meneer Vogel<br />

geeft toe dat hun relatie in de eerste plaats een hormonenkwestie<br />

was, hij viel voor haar lichaamsvormen. “Maar dat het<br />

zo zou lopen dat je 47 jaar bij elkaar bent, dat kon je niet bevroeden<br />

toen. In tweede instantie bleek ze aardig goed bij me te<br />

passen, in bepaalde dingen ben ik echt moeilijk, ik wil mijn zin<br />

nogal eens doordrammen.” Hij zou dan ook niks willen veranderen.<br />

Met Hoogvliet heeft het stel weinig. Meneer Vogel kwam<br />

via zijn werk bij de Nederlandse Spoorwegen in Hoogvliet te<br />

wonen. Wat hem betreft is Hoogvliet een saaie slaapstad die<br />

niet gebouwd had hoeven te worden. Mopperen doet hij echter<br />

ook niet meer. Zolang hij maar regelmatig naar Nijmegen kan<br />

gaan, waar hij oorspronkelijk <strong>van</strong>daan komt. Die stad heeft in<br />

tegenstelling tot Hoogvliet een bruisend stadsleven en gezellige<br />

terrassen. Toch blijven ze <strong>van</strong>wege de kinderen en de kleinkinderen<br />

in Hoogvliet wonen.


Gerrit Voogd,<br />

echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw Voogd


Gerrit Voogd samen met zijn<br />

vrouw en hun tweeling, Willie<br />

en Gerrie


De laatste tijd denkt mevrouw Voogd veel terug aan de oorlog,<br />

vooral als ze in de trein naar Overijssel zit. Tijdens de oorlog<br />

legde ze dezelfde route onder barre omstandigheden af samen<br />

met haar moeder, haar broer en haar toekomstige echtgenoot.<br />

Na de oorlog was ze vastbesloten om alle nare herinneringen zo<br />

snel mogelijk te vergeten en het gewone leven weer op te pakken.<br />

Zowel mevrouw Voogd als haar man wilden altijd graag<br />

kinderen. Die gedachte hield hen tijdens de oorlog op de been.<br />

Ze fantaseerden dan samen over kinderen en een huis met een<br />

tuin en een wip-wap. Na twee miskramen kwam hun wens<br />

eindelijk uit. Ze beviel <strong>van</strong> een gezonde tweeling, een jongen<br />

en een meisje. De blik op het gezicht <strong>van</strong> haar man toen hij de<br />

kinderen zag, zal ze nooit meer vergeten.<br />

Helaas overleed haar man plotseling aan een hersenbloeding,<br />

slechts zes weken voor het huwelijk <strong>van</strong> zijn kleindochter. Zelf<br />

kreeg mevrouw Voogd te maken met acute leukemie. Mevrouw<br />

Voogd is er <strong>van</strong> overtuigd dat positief denken ‘een weldaad’ is.<br />

Zonder dat zou ze het niet gered hebben na de dood <strong>van</strong> haar<br />

man. “Als je ouder wordt is het altijd afscheid nemen, dat hoort<br />

erbij.” Ze geniet nu volop <strong>van</strong> het leven in <strong>Westerstein</strong> en <strong>van</strong> de<br />

vrije tijd die ze heeft, ze gaat elke week zwemmen en jaarlijks op<br />

vakantie met haar kinderen.


René Mezer,<br />

vriend <strong>van</strong> meneer Waagenaar


René aan boord <strong>van</strong> één <strong>van</strong> de schepen <strong>van</strong> de Holland-Amerika lijn


Meneer Waagenaar voer na de oorlog lange tijd op de Holland-<br />

Amerika lijn, onder andere met schepen als de Nieuwe Amsterdam,<br />

de Maasdam, de Rijndam en het Zuiderkruis. Hij werkte<br />

daar bij de civiele dienst die bestond uit de wasserij, de keuken,<br />

de bedienden en de schoonmaak. Tijdens zijn tochten met de<br />

Nieuwe Amsterdam trok hij veel op met zijn beste<br />

vriend René Mezer, ze gingen samen de wal op en kochten souvenirs<br />

in Chicago en New York. Op zijn 34e hield hij het echter<br />

voor gezien en zocht hij een baan aan wal. Hij kwam in het<br />

Dijkzigt ziekenhuis terecht, waar hij in de apotheek ging werken.<br />

Daar ontmoette hij zijn vrouw die daar als schoonmaakster<br />

werkzaam was. Samen wonen ze inmiddels met veel plezier<br />

in <strong>Westerstein</strong>. Meneer Waagenaar ziet <strong>Westerstein</strong> ‘als een<br />

dorp, maar dan omhoog gebouwd’. Ze genieten <strong>van</strong> hun woning<br />

die <strong>van</strong> grote hoogte uitzicht biedt op het vuurwerk tijdens de<br />

jaarwisseling, de brandweerwagens en de passerende boten.<br />

Meneer Waagenaar is bovendien nog altijd lid <strong>van</strong> de vereniging<br />

Holland-Amerika lijn. Hij maakt regelmatig busreizen met de<br />

oudgedienden, klaverjast met ze en elk jaar is er een nieuwjaarsreceptie.<br />

Meneer Waagenaar is inmiddels 71 maar nog altijd<br />

‘een druk baasje’ en volgens zijn vrouw staat hij graag in het<br />

middelpunt <strong>van</strong> de aandacht.


Dick <strong>van</strong> Diggelen,<br />

vriend <strong>van</strong> meneer Werkman


Dick <strong>van</strong> Diggelen was de<br />

beste vriend <strong>van</strong> meneer<br />

Werkman.


Meneer Werkmans beste herinneringen stammen uit de vooroorlogse<br />

periode, toen hij vaak uit kamperen ging met zijn<br />

beste vriend Dick. Hij fietste dan helemaal <strong>van</strong>uit Amsterdam<br />

naar Rotterdam, waar Dick werkte op de Hoogstraat. Van daaruit<br />

vertrokken ze naar Oostvoorne waar hij een vaste tent had.<br />

Dick en hij waren echte kameraden, ze begrepen elkaar zonder<br />

woorden. Helaas verloren zij elkaar uit het oog toen de oorlog<br />

aanbrak maar vonden elkaar na een lange tijd weer terug in<br />

Hoogvliet. Zijn vriend was daar een tijdje stationschef in het<br />

oude tramhuisje.<br />

Twee jaar lang woont meneer Werkman nu al in <strong>Westerstein</strong><br />

en heeft het er prima naar zijn zin. Zijn komst naar <strong>Westerstein</strong><br />

was echter niet geheel uit vrije wil. Enkele jaren geleden werd<br />

hij, na er 38 jaar gewoond te hebben, uit zijn huis gezet omdat<br />

het gesloopt zou worden. Wanneer hij aan die tijd terug denkt<br />

heeft hij het moeilijk. Zijn oude huis is ondanks zijn vertrek nog<br />

steeds niet gesloopt en hij heeft bovendien zijn beloofde premie<br />

nooit ont<strong>van</strong>gen. Gelukkig bevalt <strong>Westerstein</strong> hem goed, hij<br />

heeft leuk contact met zijn overbuurman die net als hij vroeger<br />

ook schipper was. Zijn devies is: ‘Je moet je eigen geven’, waarmee<br />

hij bedoelt dat een mens zich open moet durven te stellen.


Jannie <strong>van</strong> Wingerden,<br />

dochter <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> Wingerden


De schoolklas <strong>van</strong> Marja, de jongste dochter <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> Wingerden.<br />

Marja (in minirok) staat linksonder. Mevrouw <strong>van</strong> Wingerden staat op de achterste<br />

rij (tweede <strong>van</strong> links), rechts <strong>van</strong> haar staat Jannie <strong>van</strong> Wingerden


Kinderen zijn altijd de grootste levensvreugde <strong>van</strong> mevrouw <strong>van</strong> Wingerden geweest.<br />

Toen haar kinderen nog klein waren was ze altijd erg actief was op hun<br />

school. Mevrouw <strong>van</strong> Wingerden maakte zelf deel uit <strong>van</strong> een gezin <strong>van</strong> acht<br />

meisjes en ook toen nam ze al de zorg voor haar kleine zusjes op zich. Mevrouw<br />

<strong>van</strong> Wingerden groeide op in Rotterdam en maakte in 1940 bewust mee dat zij,<br />

net als vele andere gezinnen, hun huis en bezittingen verloren als gevolg <strong>van</strong><br />

het verwoestende bombardement op Rotterdam. Ze woonden ten tijde <strong>van</strong> het<br />

bombardement in de Teilingerstraat, in het centrum <strong>van</strong> Rotterdam. De beelden<br />

<strong>van</strong> de vuurwerkramp in Enschede enkele jaren geleden deden haar terugdenken<br />

aan deze gruwelijke periode, toen de familie moest vluchten voor het geweld<br />

<strong>van</strong> de bommen.<br />

Pas na haar huwelijk verhuisde mevrouw <strong>van</strong> Wingerden <strong>van</strong> Rotterdam naar<br />

Hoogvliet. Nog altijd voelt ze zich daar prima op haar gemak, hoewel ze in de<br />

loop der jaren wat minder mobiel is geworden. Dit was vooral de reden dat ze<br />

negen jaar geleden op doktersadvies naar <strong>Westerstein</strong> vertrok. Daar leidt ze<br />

al weer een tijd een tevreden leven. Ze maakt deel uit <strong>van</strong> de wekservice en op<br />

zaterdag drinkt ze koffie met haar medebewoners in de recreatiezaal. Mevrouw<br />

<strong>van</strong> Wingerden is niet bang voor de jeugd die onder aan de <strong>Westerstein</strong>flat<br />

rondhangt met hun brommers, hoewel ze enkele jaren geleden nog voor veel<br />

overlast zorgden. Heldhaftig sprak zij hen aan op hun gedrag en sindsdien is de<br />

overlast aanzienlijk verminderd.


Peter IJzendoorn,<br />

zoon <strong>van</strong> mevrouw IJzendoorn


Peter in 1972, hij is hier zes jaar oud


Mevrouw IJzendoorn ontmoette haar echtgenoot, toen hij als perser en kostuummaker<br />

werkte bij het bedrijf waar zij ook werkzaam was. Ze lieten er geen<br />

gras over groeien want al na acht maanden trouwden ze. Na tien jaar huwelijk<br />

werd hun eerste zoon René geboren en een paar jaar later ook hun tweede,<br />

Peter. “Peter was een eigenwijs kereltje, hij wilde door niemand geholpen<br />

worden, en wanneer hij iets niet snapte smeet hij alles door de klas heen.” In<br />

1990 verliet haar oudste zoon het ouderlijke huis voor een woning in Brabant,<br />

en haar jongste zoon volgde een jaar later. Haar man was een paar jaar voor hun<br />

vertrek uit het ouderlijke huis overleden aan een herseninfarct waardoor ze alleen<br />

achterbleef in de woning. Zoon Peter woont inmiddels in Tussenwater, een<br />

nieuwbouwwijk in het zuidoosten <strong>van</strong> Hoogvliet. Hij maakte zich voortdurend<br />

zorgen over haar toestand. Dat was ook de reden dat ze Rotterdam Zuid uiteindelijk<br />

verruilde voor Hoogvliet. Ze had veel moeite om Rotterdam te verlaten<br />

maar heeft achteraf nooit spijt gekend. Ze houdt <strong>van</strong> het vele groen in Hoogvliet<br />

en <strong>Westerstein</strong> is bovendien een prettige woonomgeving. Mevrouw IJzendoorn<br />

omschrijft het als een plek waar je nergens last <strong>van</strong> hebt. <strong>Het</strong> is wat haar betreft<br />

te vergelijken met ‘een huis in een huis’. Momenteel werkt mevrouw IJzendoorn<br />

twee keer per week in de bibliotheek <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> en dat doet ze met veel<br />

plezier. Haar buren zitten vaak beneden in de recreatiezaal maar dat trekt haar<br />

niet zo. Ze had zich erg verheugd op een driekamerflat die na de renovatie <strong>van</strong><br />

<strong>Westerstein</strong> beschikbaar zou zijn voor haar. Nu die plannen aangepast zijn gaat<br />

ze misschien wel op zoek naar een ander huis, buiten <strong>Westerstein</strong>.


Colofon<br />

‘<strong>Het</strong> Geheugen <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong>, 28 herinneringen aan de vooravond <strong>van</strong> een renovatie’ is een project <strong>van</strong> Gerard Hadders,<br />

Vestia Rottterdam-Hoogvliet en WiMBY! Internationale Bouwtentoonstelling Hoogvliet. <strong>Het</strong> project bestaat uit<br />

een kunstwerk op de gevel <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> en een publicatie.<br />

Interviews en tekst:<br />

Auteurs:<br />

Redactie:<br />

Kunstwerk en ontwerp publicatie:<br />

Productie:<br />

Uitvoering publicatie:<br />

Uitvoering kunstwerk:<br />

Elien <strong>van</strong> Helden m.m.v. Hind Belhirch<br />

Gerard Hadders, Peter Hoogvliet, Simone Rots en Wouter Vanstiphout<br />

Annuska Pronkhorst<br />

Gerard Hadders<br />

Simone Rots<br />

Veenman Drukkers, Rotterdam<br />

Dereumaux XL-prints, Eindhoven<br />

<strong>Het</strong> Geheugen <strong>van</strong> <strong>Westerstein</strong> is mede tot stand gekomen dankzij de financiële ondersteuning <strong>van</strong> Stichting Bevordering<br />

<strong>van</strong> Volkskracht, Rabobank Rotterdam en Stichting Elise Mathilde fonds.<br />

Met dank aan alle geïnterviewde bewoners, Laura <strong>van</strong> der Weel, dhr. K.F. <strong>van</strong> Eyck en mevrouw Voogt.<br />

De gebruikte foto’s zijn door de bewoners beschikbaar gesteld.<br />

<strong>Westerstein</strong><br />

Puistraat 101<br />

3192 SH Hoogvliet<br />

Vestia Rotterdam Hoogvliet<br />

Aveling 500<br />

Postbus 610<br />

3190 AN Hoogvliet<br />

WiMBY!<br />

Groene Kruisweg 819<br />

3191 VC Hoogvliet

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!