Privatieve ingebruikname = elke blijvende of tijdelijke ingebruikneming, hetzij door het plaatsen van om het even welke voorwerpen of inrichtingen op de openbare weg, hetzij door die voorwerpen aan de gevels of afsluitingen op te hangen of te bevestigen zodat zij op de openbare weg uitspringen. Privatieve ingebruikname door bouwwerken = het (laten) plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, toestellen die niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden, zoals hoogtewerker, bouwliften, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, al of niet afgebakend door een afsluiting of schutting (niet-limitatieve opsomming). (zie ook ‘Bouwwerken’) Rijbaan = het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is ingericht, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. Risicomanifestatie = manifestatie die een verhoogd risico inhoudt voor de openbare orde en waarvoor coördinatievergaderingen worden georganiseerd op het vlak van politiële en civiele veiligheid. Septische put = sanitaire voorziening. Sluikstorten = het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze of tijdstip dat niet overeenstemt met deze politieverordening en andere wettelijke bepalingen. Standwerker = de persoon van wie de activiteit uitsluitend bestaat in de verkoop, op verschillende markten, van producten of diensten waarvan hij de kwaliteit aanprijst en/of het gebruik uitlegt, door middel van argumenten en/of demonstraties gericht op een betere bekendheid bij het publiek en zodoende de verkoop ervan te promoten. Stoffelijk overschot = lijk of asresten. Terras = elke wegneembare constructie die het openbaar domein inneemt ten bate van een horeca-uitbating, waar eetwaar en/of drank voor consumptie ter plaatse te koop wordt aangeboden, die bestaat uit vaste en/of losse elementen, zoals windschermen, meubilair allerhande, parasols en andere, zonder dat deze opsomming als beperkend mag aanzien worden. Textielafval = alle kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen, en dergelijke, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Tuinafval = organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazonmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, desgevallend door een vergelijkbare bedrijfsactiviteit. Onder snoeihout worden enkel takken met een diameter van minder dan 10 cm verstaan. 110
Verantwoordelijke = de exploitant (uitbater en/of iedere door hem aangeduide persoon) van een inrichting of een activiteit, de organisator van een manifestatie of van een bepaalde activiteit. Verpakkingsglas = hol glas betreft alle flessen en bokalen. Vertoningen = betreft ondermeer film- en theatervoorstellingen in openbare lokalen. Vlammen = hiermee wordt ondermeer bedoeld brandende fakkels, kaarsen, houtvuren, houtkribben. Vreugdesalvo’s = vuurwerk dat gebruikt wordt ter viering van een nakend huwelijk. Vuurwerk = één of meer voorwerpen gevuld met ontploffende, brandbare en lichtgevende mengsels. Meestal gebruikt bij visueel en klankspektakel waardoor gekleurde en luidruchtige effecten ontstaan. Waterwinpunten = zowel hydranten van het openbaar waterleidingsnet als open watervoorraden. 111