Interview Anne Leendertse - UMC Utrecht
Interview Anne Leendertse - UMC Utrecht
Interview Anne Leendertse - UMC Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dat is toch heel zorgelijk: dat je als patiënt twintig jaar lang een<br />
middel kunt slikken zonder dat eigenlijk nog iemand weet waarom?<br />
“Ja. We kwamen dat in het vervolgonderzoek vaak tegen: dat we niet meer konden<br />
achterhalen waarom mensen bepaalde geneesmiddelen kregen. Of ze zagen dat er wel<br />
een reden was geweest, maar dat die er jaren later eigenlijk helemaal niet meer was. Ik<br />
had gedacht dat dit alleen maar excessen waren, maar het was eigenlijk wel een hoop<br />
ellende.”<br />
Dat vervolgonderzoek, het zogeheten PHARM-onderzoek (Preventing Hospital<br />
Admissions by Reviewing Medication), was erop gericht patiënten met een<br />
verhoogd risico beter te begeleiden en te onderzoeken of hierdoor het aantal<br />
geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames inderdaad kon worden teruggedrongen.<br />
De interventie bestond uit drie stappen. Eerst ging de apotheker praten met de patiënt.<br />
Vervolgens bespraken apotheker en huisarts samen wat er aan de hand was en stelden<br />
ze een behandelplan op. Daarna werd met de patiënt besproken wat er zou worden<br />
gedaan en door wie; hierbij speelde soms ook de praktijkondersteuner een rol. Het<br />
effect van deze extra begeleiding werd afgezet tegen een controlegroep van patiënten<br />
die de gebruikelijke zorg kregen.<br />
De patiënten in het onderzoek moesten voldoen aan vier criteria: ze moesten ouder zijn<br />
dan 65, vijf of meer geneesmiddelen gebruiken, dat dienden geneesmiddelen te zijn die<br />
op het bloed of op het metabolisme werken, en de patiënten moesten meer of minder<br />
medicijnen verbruiken dan door hun arts was voorgeschreven. In een gemiddelde<br />
apotheek voldoet 6,5 procent van de cliënten aan deze vier criteria – een behoorlijk<br />
grote groep dus.<br />
Hoewel er binnen en buiten de medische sector veel aandacht is voor het eerste<br />
onderzoek en collega’s enthousiast reageerden, bleek de animo om mee te werken aan<br />
het vervolgonderzoek uiteindelijk veel minder groot dan gedacht. Van de 200 apotheken<br />
die zouden meedoen, bleven er slechts 42 apotheken over, met in totaal bijna 700<br />
patiënten die meewerkten. Een forse tegenvaller voor <strong>Anne</strong>, die ruim 14.000 patiënten<br />
had willen betrekken in het onderzoek.<br />
Ze heeft er wel een paar verklaringen voor. “De eerste reden die<br />
men noemde, was: geen tijd. Huisartsen en apothekers hebben<br />
een heel drukke baan en zoiets moet er dan wel even bij. Zeker<br />
in de eerstelijnszorg zijn we bovendien niet gewend dingen proactief<br />
te doen; het past niet in het werkproces. Men gaat wat<br />
doen als de patiënt met een probleem of een recept komt. Om<br />
dan naast die drukte vooraf al te gaan bekijken wat er nou met<br />
een patiënt aan de hand is en dat dossier compleet te krijgen, is<br />
een flinke extra investering, zeker als je niet gewend bent op die