Nederland in Afrika: Een militaire traditie van humanitaire operaties
Nederland in Afrika: Een militaire traditie van humanitaire operaties
Nederland in Afrika: Een militaire traditie van humanitaire operaties
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Nederland</strong> <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong><br />
<strong>Een</strong> <strong>militaire</strong> <strong>traditie</strong> <strong>van</strong> <strong>humanitaire</strong> <strong>operaties</strong><br />
Sicco de Ruijsscher<br />
<strong>Een</strong> mogelijke <strong>in</strong>zet <strong>van</strong> <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong> hoeft geen bevreemd<strong>in</strong>g te<br />
wekken, gezien de vele <strong>militaire</strong> <strong>operaties</strong> die de <strong>Nederland</strong>se krijgsmacht <strong>in</strong> de<br />
afgelopen vijftig jaar reeds op dit cont<strong>in</strong>ent heeft uitgevoerd. S<strong>in</strong>ds 1960 hebben<br />
<strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n bijgedragen aan zeven VN-waarnem<strong>in</strong>gs- en bijstandmissies,<br />
en aan vijf VN-vredesmachten <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong>. De getalsmatig grootste bijdrage leverde ons<br />
land echter met vijftien <strong>humanitaire</strong> missies, waarbij zelfstandig optredende<br />
detachementen hulp verleenden aan de noodlijdende <strong>Afrika</strong>anse bevolk<strong>in</strong>g na natuurof<br />
conflictgerelateerde rampen. Vanuit deze <strong>traditie</strong> bezien, is het niet vreemd dat de<br />
Verenigde Naties <strong>Nederland</strong> heeft verzocht een veldhospitaal, verzorgd door een<br />
cont<strong>in</strong>gent <strong>van</strong> ongeveer honderd man, naar de Soedanese regio Darfoer te sturen. 1<br />
De geschiedenis <strong>van</strong> het <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong> optreden <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong> leert dat <strong>humanitaire</strong><br />
<strong>operaties</strong> krijgsmachtbreed worden gedragen en dat een eventuele nieuwe missie niet<br />
als een ‘Fremdkörper’ <strong>in</strong> het huidige beleid hoeft te worden gezien.<br />
Aardbev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Agadir<br />
De eerste <strong>Nederland</strong>se <strong>humanitaire</strong> operatie <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong> na de Tweede Wereldoorlog was een<br />
hulpactie <strong>in</strong> de Marokkaanse havenstad Agadir. Op 29 februari 1960 werd de stad op de<br />
derde avond <strong>van</strong> de Ramadan getroffen door een aardbev<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 5,9 op de schaal <strong>van</strong><br />
Richter. B<strong>in</strong>nen luttele seconden scheurde de aardkorst <strong>in</strong> tweeën, waarbij bijna 15.000<br />
mensen het leven lieten en ongeveer 90 procent <strong>van</strong> de gebouwen <strong>in</strong> de stad werd<br />
vernietigd. De eens zo bloeiende toeristenstad aan de Atlantische Oceaan was <strong>in</strong> één klap<br />
verleden tijd. In de daaropvolgende dagen werden spontane hulpacties op touw gezet.<br />
Vooral Franse, Amerikaanse en <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n waren snel ter plekke om de<br />
hoogstnodige hulp te verlenen.<br />
Het <strong>Nederland</strong>se vlootverband Smaldeel 1 bevond zich op het moment <strong>van</strong> de aardschok <strong>in</strong><br />
de Middellandse Zee voor een vlootoefen<strong>in</strong>g bij Gibraltar. In opdracht <strong>van</strong> de m<strong>in</strong>ister <strong>van</strong><br />
Defensie, S.H. Visser, en de bevelhebber der Zeestrijdkrachten, vice-admiraal L. Brouwer,<br />
werden de bemann<strong>in</strong>gsleden <strong>van</strong> de kruiser Hr.Ms. De Ruyter (het vlaggenschip), de<br />
onderzeebootjagers Hr.Ms. Gelderland, Hr.Ms. Drenthe en Hr.Ms. Limburg en het fregat<br />
Hr.Ms. De Bitter <strong>van</strong> 2 tot 5 maart <strong>in</strong>gezet ter lenig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de ergste nood <strong>in</strong> de allerarmste<br />
wijk Founti. De <strong>Nederland</strong>se hulpverleners troffen onder het pu<strong>in</strong> we<strong>in</strong>ig overlevenden aan<br />
en konden zich slechts nuttig maken met het bergen <strong>van</strong> lijken. Alle stoffelijke overschotten<br />
werden naar een verzamelplaats op de boulevard gebracht en voor zover mogelijk<br />
geïdentificeerd en <strong>in</strong> dekens gewikkeld. Zo ontstond er <strong>in</strong> één dag tijd een kilometers lange<br />
rij met opgestapelde lijken. 2<br />
In samenspraak met de Fransen en Amerikanen werd al na twee dagen besloten de<br />
hulpverlen<strong>in</strong>g af te breken omdat het als heilloos werd gezien stoffelijk overschotten op te<br />
graven en deze weer ergens anders te begraven <strong>in</strong> een stad die zelf één groot massagraf<br />
was geworden. Nadat de overlevenden waren geëvacueerd, droeg het Amerikaanse leger op<br />
5 maart zorg voor de ‘begrafenis <strong>van</strong> Agadir’. Het getroffen gebied werd met een dikke laag<br />
ongeblust kalk bedekt. Op die manier werden de meeste slachtoffers blijvend onder het pu<strong>in</strong><br />
begraven. Diezelfde dag brachten nog wel twee Dakota’s <strong>van</strong> de luchtmacht bloedplasma en<br />
dekens naar het evacuatiekamp voor de overlevenden nabij de stad.<br />
1
De operatie <strong>in</strong> Agadir was tot nu toe de enige noodhulpactie naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een<br />
aardbev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong>, maar is niet de enige <strong>in</strong>zet op dit cont<strong>in</strong>ent geweest waarbij de<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Mar<strong>in</strong>e assisteerde. Op 7 juni 1998 nam het M-fregat Hr.Ms. Abraham Verhulst te<br />
Mitsiwa (Eritrea) 132 evacués <strong>van</strong> verschillende nationaliteiten aan boord nadat de<br />
spann<strong>in</strong>gen tussen Ethiopië en Eritrea hoog waren opgelopen. Niet veel later brak tussen de<br />
buurlanden een loopgravenoorlog uit, die pas <strong>in</strong> 2000 werd beë<strong>in</strong>digd. Naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong><br />
dit conflict stuurde <strong>Nederland</strong> <strong>in</strong> het kader <strong>van</strong> United Nations Mission <strong>in</strong> Ethiopia and Eritrea<br />
(UNMEE) tussen 28 juli 2000 en 7 februari 2003 <strong>in</strong> totaal 1.630 <strong>militaire</strong>n naar de regio om<br />
toezicht te houden op het staakt-het-vuren, alsmede op de terugtrekk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de Ethiopische<br />
strijdkrachten.<br />
Veldhospitaal naar Congo<br />
Mocht de <strong>Nederland</strong>se reger<strong>in</strong>g dit najaar op het eerder gememoreerde verzoek <strong>van</strong> de VN<br />
<strong>in</strong>gaan, dan zal het niet de eerste keer zijn dat <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n verantwoordelijkheid<br />
dragen voor een veldhospitaal <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong>. Zo traden <strong>in</strong> 1960 enkele geneeskundige <strong>militaire</strong>n<br />
op <strong>in</strong> Congo.<br />
Op 30 juni 1960 verleende België, naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ernstige ongeregeldheden <strong>in</strong> Congo,<br />
zijn <strong>Afrika</strong>anse kolonie overhaast onafhankelijkheid. Onmiddellijk na de<br />
soevere<strong>in</strong>iteitsoverdracht eisten Congolese <strong>militaire</strong>n betere promotiekansen. Dit werd hun<br />
ontzegd door de Belgische commandant <strong>van</strong> de Force Publique. De muiterij die hierop<br />
volgde, mondde uit <strong>in</strong> aanslagen op Europeanen, die daarop het land ontvluchtten. Op 12 juli<br />
stuurde de Belgische reger<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>terventiemacht om haar staatsburgers te beschermen<br />
en de orde te herstellen. Dit was echter <strong>in</strong> strijd met het vriendschapsverdrag dat beide<br />
landen kort voor de soevere<strong>in</strong>iteitsoverdracht hadden gesloten. Op verzoek <strong>van</strong> de<br />
Congolese reger<strong>in</strong>g stuurden de VN een vredesmacht. De United Nations Operation <strong>in</strong> the<br />
Congo (UNOC) moest <strong>in</strong> het <strong>Afrika</strong>anse land <strong>militaire</strong> bijstand verlenen en de terugtrekk<strong>in</strong>g<br />
<strong>van</strong> de Belgische <strong>in</strong>terventiemacht bewerkstelligen. Op aanvraag <strong>van</strong> de VN droeg<br />
<strong>Nederland</strong> tussen 10 augustus 1960 en 26 juni 1963 met een kle<strong>in</strong> aantal <strong>militaire</strong>n aan de<br />
vredesmacht bij. De chief medical officer en een vijftal onderofficieren, met de functie <strong>van</strong><br />
hygiënist, waren belast met steunverlen<strong>in</strong>g op het gebied <strong>van</strong> persoonlijke hygiëne <strong>van</strong> de<br />
UNOC-<strong>militaire</strong>n en de lokale bevolk<strong>in</strong>g. Tevens leverde Defensie, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met het<br />
Rode Kruis, een veldhospitaal voor K<strong>in</strong>shasa dat door een <strong>Nederland</strong>s hospitaalteam werd<br />
bemand.<br />
Soedan<br />
Indien <strong>Nederland</strong> daadwerkelijk een veldhospitaal naar Darfoer stuurt, zal het evenm<strong>in</strong> de<br />
eerste keer zijn dat <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n naar Soedan en <strong>in</strong> het bijzonder naar Darfoer<br />
worden uitgezonden.<br />
Hulp voor vluchtel<strong>in</strong>gen<br />
S<strong>in</strong>ds de onafhankelijkheid <strong>van</strong> Soedan <strong>in</strong> 1956 verkeerde het land <strong>in</strong> een burgeroorlog<br />
tussen het politiek dom<strong>in</strong>ante, islamitische Noord-Soedan en het gemarg<strong>in</strong>aliseerde<br />
christelijk-animistische Zuid-Soedan. In de zestien jaar durende ‘eerste fase’ <strong>van</strong> dit conflict<br />
vluchtten 180.000 mensen de grenzen over en werden er 500.000 <strong>van</strong> huis en haard<br />
verdreven. 3 Uite<strong>in</strong>delijk kwamen de strijdende partijen op 28 februari 1972 <strong>in</strong> de Ethiopische<br />
hoofdstad Addis Abeba voor de eerste keer tot een vredesakkoord. Doordat er nu een<br />
relatieve rust <strong>in</strong> Soedan heerste, kon de <strong>in</strong>ternationale gemeenschap haar aandacht richten<br />
op het vluchtel<strong>in</strong>genprobleem en de 500.000 Internally Displaced Persons <strong>in</strong> dit gebied. Door<br />
de jarenlange oorlog kampte een groot gedeelte <strong>van</strong> de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Zuid-Soedan met een<br />
chronisch gebrek aan eten, dr<strong>in</strong>ken, medicijnen en dekens. De United Nations High<br />
Commissioner for Refugees (UNHCR) vroeg de lidstaten <strong>van</strong> de Verenigde Naties<br />
2
hulpgoederen en transportmiddelen te leveren tene<strong>in</strong>de de <strong>humanitaire</strong> ramp <strong>in</strong> Zuid-Soedan<br />
te beë<strong>in</strong>digen. Vanwege eerdere positieve ervar<strong>in</strong>gen met een <strong>Nederland</strong>s Troopship,<br />
verzocht de UNHCR de <strong>Nederland</strong>se reger<strong>in</strong>g een transporttoestel plus vliegend personeel<br />
te leveren om de hulpgoederen <strong>van</strong>uit de hoofdstad Khartoem naar Zuid-Soedan te<br />
brengen. 4 De <strong>Nederland</strong>se reger<strong>in</strong>g stemde met dit verzoek <strong>in</strong>. Tussen 24 oktober en 24<br />
december 1972 bracht een detachement <strong>van</strong> vliegend en technisch personeel <strong>van</strong> de<br />
Kon<strong>in</strong>klijke Luchtmacht (334 squadron) met een F-27 Troopship dekens, medicijnen en<br />
voedselpakketten <strong>van</strong> de Soedanese hoofdstad naar de zuidelijke steden Malakal, Juba en<br />
Wau.<br />
‘Sahel-detachement’ naar Darfoer<br />
Twee jaar later vertrokken er wederom <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n naar Soedan. Tussen 1968 en<br />
1974 was er namelijk <strong>in</strong> dit land en de Sahellanden Niger, Mauritanië en Tsjaad nauwelijks<br />
regen gevallen, zelfs niet tijdens het regenseizoen. Doordat de oogsten mislukten, leed de<br />
bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de regio onder een ernstige hongersnood. Tijdens de lentemaanden <strong>van</strong> 1974<br />
kreeg <strong>Nederland</strong> <strong>van</strong> de Food & Agriculture Organisation (FAO) <strong>van</strong> de VN het verzoek<br />
<strong>militaire</strong>n naar de Sahel te sturen om de noodlijdende bevolk<strong>in</strong>g te helpen. Op verzoek <strong>van</strong><br />
m<strong>in</strong>ister J.P. Pronk <strong>van</strong> Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g liet m<strong>in</strong>ister H. Vredel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Defensie<br />
<strong>van</strong>uit de zogenoemde Rampenbrigade (een stand by-formatie voor noodhulp <strong>van</strong><br />
verschillende eenheden uit de krijgsmacht) een ongewapend <strong>Nederland</strong>s militair<br />
detachement formeren. Dit ‘Sahel-detachement’ was hoofdzakelijk samengesteld uit<br />
personeel <strong>van</strong> 108 Lichte Transportcompagnie <strong>van</strong> de landmacht. Nadat Mauritanië, Tsjaad<br />
en Niger de <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong> hulpverlen<strong>in</strong>g echter hadden geweigerd, wilde de FAO het<br />
detachement <strong>in</strong> Soedan <strong>in</strong>zetten. Den Haag g<strong>in</strong>g op dit verzoek <strong>in</strong> en stelde het toch al<br />
gereedstaande Sahel-detachement voor deze uitzend<strong>in</strong>g beschikbaar. Dit verklaart tevens<br />
de enigsz<strong>in</strong>s vreemd aandoende benam<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het detachement. Soedan vormt immers een<br />
steppegebied tussen de Sahara en de tropische regenwouden en behoort feitelijk niet tot de<br />
Sahel-regio.<br />
Tijdens de verkenn<strong>in</strong>gsmissie werd duidelijk dat het <strong>Nederland</strong>se transportdetachement <strong>in</strong> de<br />
afgelegen Darfoer-regio een nuttige taak kon verrichten. Dit gebied werd bewoond door<br />
ongeveer twee miljoen Soedanezen en 20.000 vluchtel<strong>in</strong>gen. Heel Soedan telde slechts 350<br />
kilometer geasfalteerde wegen, waar<strong>van</strong> niet één <strong>in</strong> Darfoer. De regio was dus nauwelijks<br />
ontsloten. In pr<strong>in</strong>cipe was de voedselvoorraad, mede door toedoen <strong>van</strong> de FAO, <strong>in</strong> Soedan<br />
nog redelijk afdoende. Het probleem was echter dat het voedsel niet <strong>in</strong> voldoende<br />
hoeveelheden naar de afgelegen gebieden kon worden vervoerd. Het was tussen 1<br />
september en 1 november 1974 aan de <strong>militaire</strong>n <strong>van</strong> de Aan- en Afvoertroepen (AAT) om<br />
via de nauwelijks begaanbare zandwegen de afgelegen dorpen <strong>in</strong> Noord-Darfoer <strong>van</strong><br />
voedsel te voorzien.<br />
Vanuit een basiskamp <strong>in</strong> El-Fasher brachten de <strong>Nederland</strong>ers met hun ‘witkarren’ het dura<br />
(soort graan) naar de afgelegen dorpen Umm, Kebkabya, Kutum, Keddada, Malha en Millit <strong>in</strong><br />
Noord-Darfoer. Twee keer per week reden de konvooien uit, waarbij elke truck met 3.000 kilo<br />
dura was beladen. De transporten verliepen niet onder ideale omstandigheden. De<br />
<strong>Nederland</strong>ers moesten de klus klaren <strong>in</strong> een verzengende hitte, op wegen die eigenlijk alleen<br />
met ezels of kamelen begaanbaar waren. Berucht waren de tochten over rulle zandsporen<br />
en de stenen ‘wegen’ - gekscherend werd dit ‘traplopen’ genoemd.<br />
De afstanden liepen soms op tot 200 kilometer. In de praktijk kwam dat neer op een<br />
omlooptijd <strong>van</strong> ongeveer vijf dagen, mits de omstandigheden gunstig waren. Daarom moest<br />
ieder konvooi geheel zelfvoorzienend zijn. Ondanks enkele problemen leverde het<br />
<strong>Nederland</strong>se detachement nuttig werk. In totaal werd 500 ton voedsel getransporteerd en<br />
had iedere truck ongeveer 4.000 kilometer gereden. De Soedanese bevolk<strong>in</strong>g was erg<br />
gelukkig met de geboden hulp, en de m<strong>in</strong>isters Vredel<strong>in</strong>g en Pronk waren zeer tevreden over<br />
3
de uitgevoerde taken. Bij terugkeer <strong>van</strong> het detachement op Schiphol sprak laatstgenoemde<br />
m<strong>in</strong>ister: “Defensie en Ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g zullen doorgaan met gezamenlijke<br />
projecten. (…) Er zijn bij de uitzend<strong>in</strong>g fouten gemaakt en lessen geleerd. Door uw<br />
geweldige <strong>in</strong>zet kunnen wij volgende keren nog beter helpen dan nu het geval was”. 5<br />
Rwanda<br />
Geweld ontaardt <strong>in</strong> genocide<br />
Ongetwijfeld hebben de verschillende missies tussen 1994 en 1997 naar aanleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> de<br />
genocide <strong>in</strong> Rwanda het meest tot de verbeeld<strong>in</strong>g gesproken. Ook hier droeg <strong>Nederland</strong> met<br />
<strong>militaire</strong> middelen bij aan de <strong>humanitaire</strong> hulpverlen<strong>in</strong>g.<br />
S<strong>in</strong>ds de jaren zestig werd Rwanda herhaaldelijk opgeschrikt door geweldsuitbarst<strong>in</strong>gen<br />
tussen de dom<strong>in</strong>ante Hutu-bevolk<strong>in</strong>g en de Tutsi’s, waarbij met name de laatstgenoemde<br />
bevolk<strong>in</strong>gsgroep het moest ontgelden. De gevechten veroorzaakten een enorme<br />
vluchtel<strong>in</strong>genstroom naar de buurlanden. Beg<strong>in</strong> jaren negentig verenigden de Tutsi’s zich op<br />
Oegandees grondgebied <strong>in</strong> het Rwandese Patriotic Front (RPF). Met behulp <strong>van</strong> het<br />
Oegandese leger viel het RPF verschillende keren Rwanda b<strong>in</strong>nen, waarbij het een kle<strong>in</strong><br />
deel <strong>van</strong> Noordoost-Rwanda wist <strong>in</strong> te nemen. De kortstondige wapenstilstand die hierop<br />
volgde, kon het onderl<strong>in</strong>ge wantrouwen tussen de beide bevolk<strong>in</strong>gsgroepen niet wegnemen.<br />
De VN-Veiligheidsraad stuurde een waarnem<strong>in</strong>gsmissie, United Nations Observer Mission <strong>in</strong><br />
Uganda-Rwanda (UNOMUR), en later een vredesmacht, de United Nations Assistance<br />
Mission <strong>in</strong> Rwanda (UNAMIR), naar de regio, waaraan ook een kle<strong>in</strong> aantal <strong>Nederland</strong>se<br />
<strong>militaire</strong>n bijdroeg.<br />
UNAMIR was echter niet bij machte hernieuwde gevechtshandel<strong>in</strong>gen te voorkómen. Beg<strong>in</strong><br />
1994 g<strong>in</strong>gen de RPF-rebellen <strong>in</strong> het offensief en wisten zij een groot deel <strong>van</strong> Rwanda <strong>in</strong> te<br />
nemen. Hierop reageerden de Hutu’s met vergeld<strong>in</strong>gsacties tegen de burgerbevolk<strong>in</strong>g,<br />
waar<strong>van</strong> zowel Tutsi’s als gematigde Hutu’s het slachtoffer werden. In de maand april<br />
bereikten de reeds lang voorbereidde en systematisch uitgevoerde slachtpartijen een<br />
ongekend dieptepunt. Toen op 6 april boven Kigali het vliegtuig met aan boord de<br />
presidenten <strong>van</strong> Rwanda en Burundi (beiden Hutu’s) werd neergehaald, vergolden de Hutu’s<br />
dit massaal op de Tutsi-bevolk<strong>in</strong>g. De massaslacht<strong>in</strong>gen onder de Tutsi’s die hierop volgden,<br />
betekenden op dat moment de grootste genocide s<strong>in</strong>ds de Tweede Wereldoorlog, met<br />
geschatte slachtoffercijfers <strong>van</strong> 500.000 tot 800.000 doden <strong>in</strong> enkele weken tijd. 6<br />
<strong>Nederland</strong>se krijgsmacht ondersteunt bij evacuatie…<br />
De overgebleven Tutsi’s vluchtten massaal de grens over naar toenmalig Zaïre en Tanzania.<br />
Het goed getra<strong>in</strong>de RPF-leger veroverde <strong>in</strong> de periode daarna bijna geheel Rwanda. Zowel<br />
de Hutu-<strong>militaire</strong>n als de Hutu-bevolk<strong>in</strong>g ontvluchtten, uit angst voor wraakacties, het land.<br />
Miljoenen Rwandezen belandden <strong>in</strong> de buurlanden <strong>in</strong> op<strong>van</strong>gkampen. De UNHCR deed een<br />
dr<strong>in</strong>gende oproep aan alle VN-lidstaten hulp te leveren en zodoende de <strong>humanitaire</strong> ramp te<br />
lenigen. Vanwege de uiterst <strong>in</strong>stabiele politieke situatie <strong>in</strong> Rwanda, besloten de meeste<br />
westerse staten hun burgers beg<strong>in</strong> april 1994 uit de regio te evacueren. België had zelfs al,<br />
na de aanslag op de Rwandese premier Uwill<strong>in</strong>giyimana en haar Belgische escorte, de<br />
troepenlever<strong>in</strong>g aan UNAMIR stopgezet en haalde zijn manschappen terug. Op verzoek <strong>van</strong><br />
de Belgische luchtmacht stelde de <strong>Nederland</strong>se reger<strong>in</strong>g de Ben Swagerman, het eerste<br />
<strong>Nederland</strong>se Hercules-transporttoestel, en bemann<strong>in</strong>gsleden <strong>van</strong> de Kon<strong>in</strong>klijke Luchtmacht<br />
beschikbaar voor de evacuatiemissie ‘Silver Back’. Tussen 9 en 28 april 1994 wisten de<br />
<strong>Nederland</strong>ers, onder Belgische leid<strong>in</strong>g, met een luchtbrug tussen Kigali en Nairobi 1.664<br />
westerse burgers, onder wie circa 120 <strong>Nederland</strong>ers, uit Rwanda te evacueren. Daarnaast<br />
werden er ook Belgische paratroepen, onder de codenaam operatie ‘Blue Safari’, naar<br />
Nairobi gebracht.<br />
4
…en verleent medische hulp<br />
E<strong>in</strong>d juli had de oorlog er <strong>in</strong>middels toe geleid dat <strong>van</strong> de oorspronkelijke Rwandese<br />
bevolk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 7,3 miljoen mensen 40 procent vermoord of gevlucht was. 7 De buurlanden <strong>van</strong><br />
Rwanda konden de onnoemelijke vluchtel<strong>in</strong>genstroom nauwelijks aan. In de Oost-Zaïrese<br />
stad Goma was de situatie het ergst. Ongeveer 1,7 miljoen Rwandezen waren naar Zaïre<br />
gevlucht, <strong>van</strong> wie alleen al meer dan een miljoen naar Goma, alwaar zij op enkele vierkante<br />
kilometers samengepakt zaten. De grootste bedreig<strong>in</strong>g voor de gezondheid vormde de<br />
erbarmelijke hygiënische situatie <strong>in</strong> de vluchtel<strong>in</strong>genkampen. Doordat er aan<strong>van</strong>kelijk niet<br />
voldoende betrouwbaar dr<strong>in</strong>kwater en sanitaire voorzien<strong>in</strong>gen beschikbaar waren,<br />
ontstonden weldra heftige cholera- en vervolgens dysenterie-epidemieën. De ziekten<br />
maakten grote aantallen slachtoffers onder de vluchtel<strong>in</strong>gen.<br />
De <strong>humanitaire</strong> tragedie deed Defensie besluiten een hulpverlen<strong>in</strong>gsdetachement <strong>van</strong> 29 juli<br />
tot en met 4 september naar Goma te sturen. Dit ‘Netherlands Detachment Provide Care’<br />
(NLDetPC) bestond uit een medisch team met personeel <strong>van</strong> de mar<strong>in</strong>e, de landmacht en de<br />
luchtmacht, een ‘paars’ transportelement alsmede een movement control unit (Movcon), een<br />
watertransporteenheid <strong>van</strong> de Kon<strong>in</strong>klijke Landmacht en een groep mar<strong>in</strong>iers ter bewak<strong>in</strong>g<br />
<strong>van</strong> de hulpgoederen. De geneeskundige eenheid <strong>van</strong> de drie krijgsmachtdelen werkte op<br />
verschillende plaatsen <strong>in</strong> het rampgebied.<br />
Het <strong>Nederland</strong>se personeel dat werkzaam was <strong>in</strong> de hulppost <strong>van</strong> een Israëlisch<br />
veldhospitaal hield zich voornamelijk bezig met medische nazorg: het <strong>in</strong>enten en verplegen<br />
<strong>van</strong> zieken en gewonden. Het was de meest gea<strong>van</strong>ceerde medische voorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de verre<br />
omtrek, met afdel<strong>in</strong>gen voor onder meer k<strong>in</strong>dergeneeskunde, chirurgische handel<strong>in</strong>gen en<br />
röntgenopnamen. Voorts was het geneeskundig personeel <strong>van</strong> Defensie werkzaam <strong>in</strong> de<br />
vluchtel<strong>in</strong>genkampen Mugunga en Katale. In het laatstgenoemde kamp behandelde een<br />
groep medici <strong>van</strong> Artsen zonder Grenzen (AzG) samen met de <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n<br />
cholerapatiënten <strong>in</strong> een groot zorgcentrum. Later werd dit hospitaal opgesplitst <strong>in</strong> twee<br />
behandelcentra, Katale-I en Katale-II, met uitgebreidere voorzien<strong>in</strong>gen voor onder meer<br />
kl<strong>in</strong>ische patiënten. Tevens werd de hulporganisatie Memisa – die <strong>in</strong> Mugunga aanwezig<br />
was met een kle<strong>in</strong> hospitaal – door het <strong>Nederland</strong>se defensiepersoneel ondersteund.<br />
Ook de transporteenheid had verschillende taken. In de eerste dagen werden vooral veel<br />
goederen op het vliegveld <strong>van</strong> Goma gelost en door <strong>Nederland</strong>se vrachtwagens<br />
overgebracht naar de compounds <strong>van</strong> de Belgische en <strong>Nederland</strong>se afdel<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> AzG en<br />
een enkele keer naar kampen bij de steden Uvira en Bukavu. <strong>Een</strong> ter plaatse geformeerde<br />
transportgroep-gewondenhulp richtte zich daarna op het overbrengen <strong>van</strong> gewonden uit de<br />
vluchtel<strong>in</strong>genkampen naar (meestal) het Israëlische noodhospitaal. Het g<strong>in</strong>g hier vooral om<br />
mensen die acute of <strong>in</strong>tensieve hulp nodig hadden. “Bij aankomst <strong>in</strong> het Israëlisch hospitaal<br />
bleek soms wel 90 procent <strong>van</strong> de gewonden tijdens het transport te zijn overleden”, aldus<br />
korporaal 1 J. Pronk. 8 Zeer belangrijk <strong>in</strong> het rampgebied was de watervoorzien<strong>in</strong>g. Schoon<br />
dr<strong>in</strong>kwater is immers <strong>van</strong> levensbelang <strong>in</strong> de strijd tegen epidemische ziekten. De<br />
watertransporteenheid <strong>van</strong> de Kon<strong>in</strong>klijke Landmacht vervoerde <strong>in</strong> totaal ruim 4.500 kubieke<br />
meter schoon water met enkele uit <strong>Nederland</strong> overgevlogen waterwagens en door Amerika<br />
beschikbaar gestelde achttien-tons watertrucks. Tenslotte speelde de transportgroep een rol<br />
bij het vervoer <strong>van</strong> medicijnen, voed<strong>in</strong>g, sheet<strong>in</strong>gs en allerhande goederen naar de kampen.<br />
De Movcon-unit had toezicht op de coörd<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> het personeel- en goederenverkeer dat<br />
op de luchthaven aankwam. Aan<strong>van</strong>kelijk zouden de Movconners alleen voor AzG werken,<br />
maar op verzoek <strong>van</strong> de UNHCR werden ze belast met het coörd<strong>in</strong>eren <strong>van</strong> alle <strong>humanitaire</strong><br />
vluchten. Gemiddeld verwerkten zij 25 vliegtuigen, 40 personen en ongeveer 400 ton<br />
goederen per dag. Dat de Movconners goed werk afleverden, bleek wel uit het feit dat de<br />
UNHCR hen e<strong>in</strong>d augustus vroeg <strong>in</strong> Goma te blijven, ook al liep hun missietijd af. 9 Vijf<br />
5
landmacht<strong>militaire</strong>n <strong>van</strong> het Movcon-detachement g<strong>in</strong>gen op dit verzoek <strong>in</strong> en verbleven tot<br />
12 november 1994 <strong>in</strong> Goma. 10<br />
<strong>Afrika</strong>: belangrijk werkveld voor Defensie<br />
Alle hulpverlen<strong>in</strong>g ten spijt bleef de situatie <strong>in</strong> Midden-<strong>Afrika</strong> ook nadien precair en <strong>in</strong>stabiel.<br />
Daarom ondernam de luchtmacht tussen 1995 en 1997 nog diverse <strong>humanitaire</strong><br />
hulpverlen<strong>in</strong>gsvluchten naar Centraal-<strong>Afrika</strong>. Ook <strong>in</strong> de afgelopen tien jaar zond <strong>Nederland</strong><br />
meerdere keren <strong>militaire</strong>n naar <strong>Afrika</strong> uit, al dan niet uit <strong>humanitaire</strong> overweg<strong>in</strong>gen. Zo stond<br />
de Kon<strong>in</strong>klijke Landmacht met 105 Brugcompagnie tussen 5 en 30 maart 2000 na een<br />
watersnoodramp <strong>in</strong> Mozambique de bevolk<strong>in</strong>g bij, en evacueerde de Kon<strong>in</strong>klijke Luchtmacht<br />
op 11 november 2004 uit Abidjan (Ivoorkust) honderd westerse burgers. Daarnaast hebben<br />
<strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n bijgedragen aan de al eerder genoemde UNMEE-missie, tussen 18<br />
november 2003 en 19 februari 2004 aan de United Nations Mission <strong>in</strong> Liberia (UNMIL) en<br />
<strong>van</strong> 7 januari 2005 tot 17 februari 2007 aan de United Nations Organization Mission <strong>in</strong> the<br />
Democratic Republic of the Congo (MONUC).<br />
Conclusie<br />
Aan de hand <strong>van</strong> het bovenstaande overzicht mag worden geconcludeerd dat de<br />
<strong>Nederland</strong>se krijgsmacht de afgelopen vijftig jaar een <strong>traditie</strong> <strong>van</strong> <strong>militaire</strong> hulpverlen<strong>in</strong>g en<br />
crisisbeheers<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Afrika</strong> heeft opgebouwd. Zeker een derde <strong>van</strong> alle <strong>humanitaire</strong> <strong>operaties</strong>,<br />
uitgevoerd door <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n buiten het kon<strong>in</strong>krijk, vonden plaats op het <strong>Afrika</strong>anse<br />
cont<strong>in</strong>ent. In dit licht mag het VN-verzoek <strong>in</strong>zake een veldhospitaal voor Darfoer dan ook<br />
geen verbaz<strong>in</strong>g wekken. Men hoeft niet vreemd op te kijken wanneer er wederom<br />
<strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n naar Soedan of elders op het <strong>Afrika</strong>anse cont<strong>in</strong>ent worden<br />
uitgezonden.<br />
Drs. S. de Ruijsscher doet namens het <strong>Nederland</strong>s Instituut voor Militaire Historie onderzoek<br />
naar alle door <strong>Nederland</strong>se <strong>militaire</strong>n uitgevoerde <strong>humanitaire</strong> <strong>operaties</strong> buiten het kon<strong>in</strong>krijk,<br />
en is medeverantwoordelijk voor de opzet en <strong>in</strong>houd <strong>van</strong> de Militair-Historische Leeswijzer<br />
<strong>Afrika</strong>.<br />
1. ‘Wellicht <strong>Nederland</strong>s hospitaal <strong>in</strong> Darfur’, Defensie knipselnieuws nr. 201, 8 oktober 2007.<br />
2. Televisieprogramma ‘Andere Tijden’, VPRO, 18 oktober 2005.<br />
3. L. Franco, UNHCR’s Operational Experience with Internally Displaced Persons, Genève 1994,<br />
p. 4.<br />
4. ‘Luchtmachtteam wacht vredestaak <strong>in</strong> Soedan’, De Telegraaf, 24 oktober 1972.<br />
5. ‘Terug uit Soedan’, Legerkoerant nr. 44, Den Haag, 7 november 1974.<br />
6. N.J. Wheeler, Sav<strong>in</strong>g Strangers. Humanitarian Intervention <strong>in</strong> International Society, Oxford,<br />
2002, p. 208; M.E. Brown (e.a.), Nationalism and Ethnic Conflict, Londen 2001, p. 114.<br />
7. Directie Operatiën KL, afdel<strong>in</strong>g Inlicht<strong>in</strong>gen en Veiligheid, sectie Inlicht<strong>in</strong>gen. Infomap Kigali,<br />
nr. 297614/4/100894, p. 9 (<strong>in</strong> collectie NIMH).<br />
8. In <strong>in</strong>terview met auteur, 11 september 2006.<br />
9. E. Chapman aan de <strong>Nederland</strong>se VN-afgevaardigde J.F. Boddens-Hosang te Genève, 31<br />
augustus 1994, p. 3 (<strong>in</strong> collectie NIMH).<br />
10. In totaal handelden de mannen <strong>van</strong> Movcon 1.283 vliegtuigen, 4.696 passagiers en 8.059 ton<br />
vracht af.<br />
6