14.11.2014 Views

Voortgangsrapport Mestbank 2002 - Vlaamse Landmaatschappij

Voortgangsrapport Mestbank 2002 - Vlaamse Landmaatschappij

Voortgangsrapport Mestbank 2002 - Vlaamse Landmaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Indien Vlaanderen volledig kwetsbaar zou worden, dan is de plaatsingsruimte 48 miljoen kg P 2 O 5 en<br />

109 miljoen kg N, rekening houdende met de mestsamenstellingen.<br />

Volgens dit scenario zou er in 2003 met een afbakening van 46% kwetsbaar gebied een overschot zijn<br />

van 14 miljoen kg P 2 O 5 (69-55) en 30 miljoen kg N (152-122).<br />

4.5.3 Rekening houdend met de acceptatiegraden van de gebruiker<br />

Een heel belangrijk element om het Vlaams mestoverschot te berekenen is de acceptatiegraad van<br />

dierlijke mest. Dit is steeds een moeilijke oefening gebleken omdat er geen sluitend systeem bestaat<br />

voor het opvolgen van de bemesting op perceelsniveau. De vragen die hierbij optreden zijn :<br />

− Op hoeveel percelen komt er geen of weinig dierlijke mest ?<br />

− Op welke teelten komt er geen of weinig dierlijke mest ?<br />

− Wat is de invloed van het weer (te nat) bij de uitrijpiek van dierlijke mest in het voorjaar ?<br />

− Wat is de invloed van bepaalde bodemtypes zoals poldergronden waar er in het voorjaar<br />

moeilijk, tenzij op geploegde percelen, dierlijke mest kan worden gevoerd ?<br />

Algemeen kan men stellen dat er bij gewassen met een lage N-behoefte er nagenoeg geen dierlijke<br />

mest zal worden gebruikt. Het homogeen spreiden van kleine hoeveelheden dierlijke mest per ha is<br />

immers geen sinecure. Toch worden voor bepaalde teelten (vb stamfruit) systemen uitgewerkt waarbij<br />

men dosissen van 10 ton/ ha drijfmest emissiearm kan toepassen.<br />

Het bemesten van wintergranen (in 2000 nog goed voor ongeveer 90.000 ha of ruim 13 % van alle<br />

teelten) in het voorjaar met dierlijke mest vindt moeilijk ingang. De gangbare praktijk is nog steeds dat<br />

na het oogsten van granen, deze teelt nog bemest wordt met dierlijke mest. Dit is landbouwkundig en<br />

milieukundig een goede praktijk, indien er een volggewas wordt geteeld zoals een groenbemester. Dit<br />

wordt gestimuleerd door de ALT via een premie op de inzaai van groenbemesters. Bij het inploegen<br />

van stro kan men ook nog dierlijke mest opbrengen, maar 50 kg N/ha is het maximum om<br />

oordeelkundig te bemesten. Mogelijk kunnen resteffluenten van de mestverwerking, met veel water<br />

en weinig N, hier mogelijkheden bieden.<br />

Een andere benadering van de acceptatiegraad ligt in het feit dat er in 2001 een potentiële<br />

plaatsingsruimte was van 81 miljoen kg P 2 O 5 en 176 kg N (zie Tabel 14). Het aanbod van dierlijke<br />

mest in Vlaanderen om op cultuurgronden te brengen was in 2001 ongeveer 66 miljoen kg P 2 O 5 en<br />

142 kg N (productie – 15% emissie voor N –export van mest + import naar gronden). In 2001 werd<br />

het spanningsveld tussen de productie en afzet van dierlijke mest toch al zo groot dat men ervan kan<br />

uitgaan dat elke gebruiker die dierlijke mest wilde gebruiken dit reeds deed. Zo kan men volgens dit<br />

scenario een acceptatiegraad afleiden van :<br />

− 81 miljoen kg P 2 O 5 maximaal te plaatsen<br />

− tegenover een acceptatie van 66 miljoen kg P 2 O 5<br />

Dit is een acceptatiegraad van ruim 80 % in 2001. De vraag is hoe deze theoretisch bepaalde<br />

acceptatiegraad van 80% kan evolueren bij gewijzigde omstandigheden in 2003 (meer kwetsbare<br />

gebieden, lagere algemene bemestingsnormen, meer toepassen van verhoogde bemesting, het<br />

eventueel toepassen van derogaties op de bemestingsnormen, het moeilijk gebruik van dierlijke mest<br />

op wintergranen, …).<br />

<strong>Voortgangsrapport</strong> <strong>Mestbank</strong> <strong>2002</strong> 36/128

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!