27.11.2014 Views

Constructiestaalsoorten met hoge sterkte.pdf - Induteq

Constructiestaalsoorten met hoge sterkte.pdf - Induteq

Constructiestaalsoorten met hoge sterkte.pdf - Induteq

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

25<br />

steunpunten <strong>met</strong> doorsnedenklasse 3 of 4 geldt bijvoorbeeld:<br />

M = 1 8 ql 2 ≤ M = W ⋅ f<br />

δ =<br />

5<br />

384<br />

4<br />

ql<br />

EI<br />

p p y<br />

Het kiezen van een sterkere staalsoort geeft bij gelijke profielaf<strong>met</strong>ingen<br />

een grotere waarde voor de gelijkmatig verdeelde<br />

belasting q, maar tevens een grotere doorbuiging.<br />

Dat betekent dat bij toepassen van staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong> <strong>sterkte</strong><br />

de doorbuiging eerder maatgevend zal zijn voor het ontwerp<br />

dan bij lagere <strong>sterkte</strong> staal. Daaraan kan tegemoet<br />

worden gekomen door een andere constructieve vormgeving,<br />

bijvoorbeeld door in plaats van een Ι-profiel een<br />

vakwerkconstructie te kiezen (zie § 4.3.4).<br />

Het is de uitdaging en de taak van de constructeur zodanig<br />

te ontwerpen, dat door een juiste vormgeving en<br />

materiaalkeuze aan de gestelde constructieve eisen van<br />

<strong>sterkte</strong>, stijfheid en vervormingscapaciteit, enz. wordt<br />

voldaan en daarnaast ook zo optimaal mogelijk wordt<br />

voldaan aan de “niet constructieve eisen”.<br />

Een van de in de praktijk toegepaste mogelijkheden tot<br />

optimaliseren is het kiezen van staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong> <strong>sterkte</strong><br />

voor de flenzen en (goedkoper) lagere <strong>sterkte</strong> staal voor<br />

het lijf (zie figuur 4.2). Daardoor zal het lijf dikwandiger<br />

worden en daarmee minder gevoelig voor plooien.<br />

In de praktijk blijkt dat toepassen van staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong><br />

<strong>sterkte</strong> vooral voordelen oplevert, als er sprake is van relatief<br />

zwaar belaste constructies. Dat zijn constructies die<br />

zwaar worden belast (grote waarde van de belastingen<br />

ten opzichte van de overspanning l). Om het buigend moment<br />

op te nemen zijn dan liggers nodig die ten opzichte<br />

van de overspanning l relatief hoog zijn. Omdat het traagheidsmoment<br />

Ι meer dan kwadratisch afhankelijk is van<br />

de hoogte, heeft dat een gunstige invloed op de doorbuiging.<br />

De <strong>sterkte</strong> kan dan goed worden uitgebuit.<br />

4.3.2 Kolommen en drukstaven<br />

De belangrijkste factoren die bij op druk belaste staven<br />

het gedrag bepalen zijn:<br />

de slankheid λ;<br />

de rekgrens;<br />

de geo<strong>met</strong>rische afwijkingen zoals initiële kromming en<br />

maatafwijkingen van de doorsnede;<br />

de aanwezigheid van restspanningen;<br />

de mate waarin sprake is van een proportionaliteitsgrens;<br />

de mate waarin plooien van flenzen en dergelijke optreedt,<br />

alvorens de staaf uitknikt.<br />

In figuur 4.3 is de knikspanning gegeven volgens kromme<br />

b van Eurocode 3 als functie van de slankheid λ voor<br />

staalsoorten <strong>met</strong> f y =235, 355, 460 en 690 N/mm 2 .<br />

Voor λ geldt:<br />

λ = l k<br />

I<br />

en i =<br />

i<br />

A<br />

Hierin is i de traagheidsstraal, Ι het traagheidsmoment,<br />

A de doorsnede van de kolom en l k de kniklengte. Bij een<br />

kolom <strong>met</strong> scharnierende einden is l k de lengte van de<br />

kolom. Uit figuur 4.3 blijkt dat toepassen van <strong>hoge</strong> <strong>sterkte</strong><br />

staalsoorten in drukstaven alleen zinvol is bij relatief kleine<br />

λ, dus bij gedrongen kolommen. Voor gebouwen waarbij<br />

de kolommen 2,5~3,5 <strong>met</strong>er lang zijn, betekent dit<br />

dat toepassing alleen zinvol is bij zware kolommen (grote<br />

waarde van Ι en i). Dergelijke kolommen impliceren grote<br />

drukkrachten. Bij gebouwen komen die bijvoorbeeld voor<br />

in hoogbouw.<br />

figuur 4.3<br />

Knikkrommen voor staalsoorten <strong>met</strong> verschillende<br />

rekgrens (illustratie). Voor de werkelijke<br />

waarden wordt verwezen naar de voorschriften,<br />

zoals Eurocode 3 [6, 9]<br />

figuur 4.2<br />

Doorsnede Ι-profiel<br />

Voor gebouwen betekent dit grote en <strong>hoge</strong> gebouwen <strong>met</strong><br />

zware vloerbelastingen. Bij bruggen is staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong><br />

<strong>sterkte</strong> vooral zinvol bij grotere overspanningen. Naarmate<br />

de overspanning groter is, zal het aandeel eigen gewicht<br />

ten opzichte van de belasting door voertuigen groter<br />

zijn. Besparing op eigen gewicht door het toepassen<br />

van staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong> <strong>sterkte</strong> heeft daarmee een dubbel effect.<br />

In dergelijke situaties kunnen de kolommen in de bovenste<br />

verdiepingen worden uitgevoerd in conventioneel constructiestaal,<br />

terwijl voor de kolommen in de onderste<br />

verdiepingen staal <strong>met</strong> <strong>hoge</strong> <strong>sterkte</strong> kan worden toegepast.<br />

Hierdoor kan het ontwerp zo worden gemaakt, dat<br />

de doorsnede van alle kolommen dezelfde is. Dit heeft<br />

voordelen voor de afbouwconstructies.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!