NEDERLAND HANDELSLAND - Oapen
NEDERLAND HANDELSLAND - Oapen
NEDERLAND HANDELSLAND - Oapen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
nederland handelsland<br />
Europa in de wereldhandel ongeveer even sterk, zodat Nederland zijn handelspositie<br />
binnen Europa heeft weten te handhaven (zie de onderste helft van tabel 2.1).<br />
Binnen Europa verloren de voormalige communistische landen na 1989 sterk<br />
terrein. Verder zagen ook de Scandinavische landen en Italië hun aandeel dalen,<br />
terwijl het aandeel van Spanje, Portugal en vooral Ierland sterk groeide.<br />
Wereldwijd groeide het handelsaandeel van Noord-Amerika en van Azië (maar<br />
niet van Japan) en kromp het aandeel van Afrika en het Midden-Oosten.<br />
Dat Nederland zijn positie in de wereldhandel wist te handhaven is in zoverre niet<br />
zo bijzonder, dat de groei van de wereldhandel zich voor een belangrijk deel voltrok<br />
binnen de traditionele handelsblokken (zie hoofdstuk 6). In 1980 had 62 procent<br />
van de wereldhandel West-Europa, de Verenigde Staten of Japan als herkomst of<br />
bestemming; in 1999 was dit 64 procent. De dominantie van deze zogeheten<br />
Triade is per saldo dus nog toegenomen (al neemt het aandeel sinds 1990 wel af).<br />
Handhaving van de Nederlandse handelspositie binnen dit blok is dus voldoende<br />
om het aandeel van Nederland in de wereldhandel op peil te houden.<br />
38<br />
2.3 oriëntatie en samenstelling van de nederlandse<br />
handel<br />
2.3.1 de geografische oriëntatie van de buitenlandse<br />
handelsstromen<br />
Hoewel Nederland in de Gouden Eeuw een dominante positie verwierf in de<br />
handel met Azië en Amerika, was ook toen de buitenlandse handel in de eerste<br />
plaats op Europa gericht. Halverwege de zeventiende eeuw was niet meer dan 11<br />
procent van de invoer van buiten Europa afkomstig, terwijl slechts 4 procent van<br />
de uitvoer een niet-Europees land als bestemming had. Een eeuw later ging het<br />
om ongeveer een kwart van de invoer en 8 procent van de uitvoer (De Vries en<br />
Van der Woude 1995: 577). 4 In 1830 was 18 procent van de metrische inhoud van<br />
Nederlandse schepen die in een Nederlandse haven afmeerden, afkomstig van<br />
buiten Europa, terwijl 34 procent van de vertrekkende schepen een niet-Europees<br />
land als bestemming had (Horlings 1995: 395-396).<br />
De figuren 2.4 en 2.5 laten zien dat de Nederlandse handel ook in de twintigste<br />
eeuw zeer sterk op Europa was gericht. Zo was aan het begin van de jaren vijftig<br />
58 procent van de invoer afkomstig uit Europa en ging 66 procent van de export<br />
naar een Europees land. Deze gerichtheid op Europa is sindsdien verder toegenomen.<br />
Sinds begin jaren negentig loopt het aandeel van Europa in de invoer wel<br />
gestaag terug. In 2000 was 63 procent van de invoer afkomstig uit een Europees<br />
land en liefst 85 procent van de uitvoer had een Europees land als bestemming.<br />
Binnen Europa heeft zich vanaf de jaren zeventig een verschuiving voorgedaan<br />
van handel met de buurlanden Duitsland en België (44% van de Nederlandse<br />
invoer en 47% van de uitvoer in 1970 tegenover resp. 28% en 38% in 2000) ten<br />
gunste van andere eu-landen (19% van de invoer en 26% van de uitvoer in 1970<br />
tegenover resp. 28% en 39% in 2000).