gevaarlijke - Erfgoedcel Antwerpen
gevaarlijke - Erfgoedcel Antwerpen
gevaarlijke - Erfgoedcel Antwerpen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het Nationaal Scheepvaartmuseum 20<br />
Het Nationaal Scheepvaartmuseum in <strong>Antwerpen</strong> staat zowel bekend om zijn gebouw (het Steen), zijn enorm<br />
rijke collectie (ca. 100.000 objecten) en het maritiem park met zijn schepen op het droge. Een daarvan is een<br />
ex-mijnenveger. Het museum vertelt het verhaal van de zee, de mensen die haar bevoeren en van Havenstad<br />
aan de Stroom <strong>Antwerpen</strong>. Het museum zal over enkele jaren deel uitmaken van het nieuwe Museum aan de<br />
Stroom.<br />
Lichtgevende tentoonstelling<br />
Van 4 juni tot 30 oktober 2005 loopt in het Nationaal Scheepvaartmuseum de tentoonstelling ‘Een baken in<br />
de duisternis. De geschiedenis van lichtschepen en vuurtorens in België’, een internationaal project van een<br />
achttal musea aan de Noordzeekust. Het verhaal begint met de eerste vuurtoren (Nieuwpoort, 1284) en gaat<br />
tot de opruststelling van het laatste Belgische lichtschip, West-Hinder III, in 1994. Een lichtschip, een soort<br />
vuurtoren in het water, lag op een vaste plaats, was bemand en straalde licht uit. Het deed dienst als baken<br />
om schepen te waarschuwen, bijvoorbeeld voor een zandbank. De West-Hinder III ligt in het Bonapartedok en<br />
behoort tot de collectie van het Museum aan de Stroom/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum. In 1994<br />
werd hij vervangen door een volautomatisch en onbemand lichtplatform.<br />
Op Erfgoeddag is het lichtschip de West-Hinder III niet te bezoeken, tijdens de tentoonstelling ‘Een baken in<br />
de duisternis’ wel. Het schip krijgt momenteel een onderhoudsbeurt in de droogdokken met het oog op de<br />
tentoonstelling.<br />
Een thema uit de collectie: beschermheiligen, bijgeloof en ex-voto’s<br />
In de voormalige huiskapel van het Steen staan geloof en bijgeloof centraal.<br />
Een populaire heilige die al van in de 6de eeuw door zeelui werd aangeroepen om hen bij te staan, was<br />
kindervriend Nicolaas van Myra. Maar ook Maria, de patroonheilige van de stad <strong>Antwerpen</strong>, is geliefd bij zeelui<br />
als ze om bescherming en een veilige vaart bidden.<br />
Bijgeloof tiert (tierde) welig op schepen: zout meenemen op reis bracht geluk, door een muntstukje<br />
overboord te gooien ‘kocht’ je wind en fluiten aan boord maakte dat de wind ging liggen. Heel lang werd<br />
aangenomen dat er in zee ook allerlei monsterachtige creaturen en fantasiewezens huisden: monsters,<br />
zeemeerminnen en –mannen. Een bekend fabelwezen was de eenhoorn. Zijn hoorn, te zien in niet weinig<br />
scheepvaart- en volkskundemusea, was in werkelijkheid van een narwal. Hij hielp zogezegd tegen aanvallen<br />
van walvissen.<br />
Om een behouden vaart af te smeken – of om te danken voor een goed verlopen reis – konden schippers<br />
en hun familie in een kerk of kapel een ‘geschenk’ of ex-voto aanbieden aan God of een beschermheilige,<br />
bijvoorbeeld in de vorm van een scheepsmodel.<br />
Een ex-voto in de vorm van een scheepsmodel<br />
© Museum aan de Stroom/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
Het lichtschip de West-Hinder III<br />
© Museum aan de Stroom/collectie Nationaal Scheepvaartmuseum<br />
24