Het domeinspecifieke referentiekader Muziek - Vlhora
Het domeinspecifieke referentiekader Muziek - Vlhora
Het domeinspecifieke referentiekader Muziek - Vlhora
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- zelfstandig een eigen effectieve methode voor zijn onderzoek- uitvoeringsproject te kiezen of te ontwikkelen<br />
en toe te passen;<br />
- zich steeds diepgaander als onderzoekend musicus te ontplooien;<br />
- communicatieve vaardigheden aan te wenden die hem toelaten optimaal te functioneren als onderzoekend<br />
uitvoerend musicus, hun project te realiseren en dit kenbaar te maken naar hun werkveld toe of erdoor hun<br />
werkveld te verruimen;<br />
- een wezenlijke artistieke bijdrage te leveren aan een muzikale groepsproces.<br />
Master-na-Masteropleiding in de Voortgezette studies <strong>Muziek</strong><br />
Voor deze opleiding gelden in eerste instantie ook de competenties zoals hierboven geformuleerd voor de<br />
Academisch gerichte masteropleiding in de <strong>Muziek</strong> met afstudeerrichtingen: Uitvoerende muziek,<br />
Instrument/zang, Jazz/lichte muziek, Scheppende muziek, <strong>Muziek</strong>theorie/schriftuur, Compositie, Directie en<br />
Instrumentenbouw (zonder de afstudeerrichting <strong>Muziek</strong>pedagogie).<br />
De afgestudeerde<br />
- beschikt op een overtuigende manier over de algemene en de specifieke competenties verbonden aan een<br />
opleiding master in de muziek.<br />
- kan een bewuste en relevante keuze maken in zijn specialisatie: conventioneel concertrepertoire,<br />
hedendaags repertoire, compositie, directie, muziekagogiek voor een specifieke doelgroep, muziektherapie,<br />
...<br />
- beschikt over een virtuositeit binnen het eigen specifiek domein.<br />
- beschikt over een opvallende artisticiteit binnen het eigen specifiek domein.<br />
- heeft een kwalitatief en kwantitatief repertoire uitgebouwd waarmee hij zich kan bewijzen op<br />
nationale/internationale podia of fora.<br />
- integreert het eigen onderzoek volledig in de artistieke of artistiek-agogische praktijk.<br />
1.3 besluit<br />
De commissie heeft vastgesteld dat alle vier de opleidingen in hun zelfevaluatierapporten verwijzen naar het<br />
competentiemodel dat ontwikkeld werd op internationaal niveau, binnen het netwerk “Polifonia” van de European<br />
Association of Conservatories (de AEC) en onder de vleugels van het project “Tuning Educationel Structures in<br />
Europe”. Bij de ontwikkeling van deze <strong>domeinspecifieke</strong> competenties werd niet enkel uitgegaan van de context<br />
van muziekopleidingen in het hoger onderwijs, maar tevens van de “Dublin-descriptoren” die in het<br />
Bolognaproces door de Europese ministers van onderwijs werden geadopteerd en sindsdien ook werden<br />
geïncorporeerd in het European Qualifacations Framework. De brede internationale basis en bekendheid van het<br />
competentiemodel hebben de commissie ertoe aangezet om dit over te nemen als <strong>referentiekader</strong>. Ze vraagt dan<br />
ook dat de opleidingen tijdens het visitatiebezoek aangeven hoe ze zich tot dit model verhouden.<br />
De algemene competenties in het voorliggend model sluiten nauw aan bij de competenties die werden<br />
geformuleerd in het Structuurdecreet. De commissie heeft deze competenties niettemin behouden gezien ze<br />
inherent deel uitmaken van het Polifonia model. Een hertaling naar het Nederlands werd onderzocht maar<br />
uiteindelijk niet wenselijk geacht gezien hierdoor verschillen in nuances zouden ontstaan die de verhoudingen<br />
tussen de verschillende competenties in het model zouden wijzigen en derhalve het model zelf zou worden<br />
aangetast.<br />
Ook voor de afstudeerrichting instrumentenbouw vraagt de commissie dat ze de opleiding (van de Hogeschool<br />
Gent) zou aangeven hoe ze zich verhoudt tot het kader van de AEC. Instrumentenbouw is immers als een<br />
afstudeerrichting en niet als een volledig andere opleiding geconcipieerd.