WELKOM-2014

WELKOM-2014 WELKOM-2014

22.01.2015 Views

[FISCAAL] WETTEN EN REGELS “Redelijkheid is cruciaal. Onevenwichtige wetgeving ondermijnt de belastingmoraal” EDWIN HEITHUIS nieuwe wetgeving al gauw niet meer.” Heithuis maakt zich er merkbaar boos over. “Het blijken in de praktijk draken van regelingen te zijn, met een mate van gedetailleerdheid die aan het ongelooflijke grenst. Dat wordt nog verergerd door het feit dat inspecteurs de regels – met name in de inkomstenbelasting – verschillend uitleggen, waardoor gelijke gevallen ongelijk worden behandeld. En het gaat om grote belangen: wie onder de BOF valt bespaart in totaal zo’n veertig procent belasting.” Gevolg is dat iedereen probeert te voldoen aan de eisen die de regeling stelt. “Dan krijg je bedrijfsopvolgingen waarvan je je kunt afvragen of het wel echte bedrijfsopvolgingen zijn. Maar het fiscale voordeel is nu eenmaal te groot om te laten lopen. De belastingplichtige en zijn adviseur kun je dat niet verwijten; Financiën had het gewoon niet zo ver moeten laten komen. Eigenlijk is dit soort wetgeving een vorm van uitlokking.” In hetzelfde schuitje Van Gijlswijk: “We brengen onze praktijkervaringen onder de aandacht van de fiscus. Hoe meer cases van klanten we hebben, hoe beter. We schrijven er ook over in de vakpers, in de krant en we leggen zaken uit op radio en televisie. Zo hopen we de wetgever op andere gedachten te brengen. Of dat werkelijk gebeurt, moeten we altijd afwachten. En het is ook echt niet alleen kommer en kwel. Het punt is namelijk dat de fiscus in hetzelfde schuitje zit: die heeft ook te maken met de effecten die wetten in de praktijk hebben. Daar doen we ons voordeel mee.” Hij noemt de deelnemingsvrijstelling als voorbeeld. “Die is voor een kleine economie als de Nederlandse cruciaal. Je moet de buitenlandse winsten van bedrijven onbelast laten. Een paar jaar geleden moest de deelnemingsvrijstelling zo nodig worden aangepast om vermeend misbruik tegen te gaan. Het werd één grote ellende, want de nieuwe regeling bleek in de praktijk onwerkbaar. In alle bescheidenheid: dat hadden wij vanuit de adviessector precies voorspeld. Aanvankelijk wilde Financiën niet luisteren, maar na verloop van tijd konden ze niet anders dan de regels opnieuw aanpassen. Waarom zo’n starre opstelling Nu was er drie jaar onzekerheid, met onvermijdelijk negatieve gevolgen voor onze reputatie als fiscaal aantrekkelijk vestigingsland.” Strenge inspecteur Heithuis noemt nog een ander probleem: het verschil tussen het wetgevings- en uitvoeringstraject. “In de parlementaire behandeling zie je vaak dat de staatssecretaris kleine en ook wel wat grotere concessies aan de Kamer doet, om de simpele reden dat hij het wetsvoorstel door het parlement wil krijgen. Die ruimhartigheid krijgt daarna echter geen vervolg in de uitvoering. Integendeel: niet zelden trekt de inspecteur de teugels strak aan – vaak veel strakker dan nodig en redelijk is.” Hij vindt de thincapregeling een mooie illustratie. “Die was bedoeld voor het bestrijden van internationale renteaftrekconstructies – en die zijn in de nationale mkb-praktijk niet aan de orde. De realiteit was echter dat de grote ondernemingen zich er vaak aan konden onttrekken en dat juist het mkb de rekening kreeg gepresenteerd in de vorm van een dubbele heffing. Ik denk dat de inspecteur de ruimte had om de maatregel in zuiver Nederlandse situaties buiten toepassing te laten. Gelukkig is de regeling – mede door de niet aflatende kritiek vanuit de adviessector en de wetenschap – per 1 januari 2013 afgeschaft.” Drs. Michael van Gijlswijk (1974) is hoofd van de fiscale sectie van het Bureau Vaktechniek van BDO, en in die hoedanigheid een van de fiscale gewetens van BDO. michael.van.gijlswijk@bdo.nl In de omgeving van het Torentje vinden de kennis én de rekenvoorbeelden van goed ingevoerde fiscalisten gretig gehoor. Onbekwame inspecteur Over inspecteurs gesproken: hier voelen beiden zich geroepen een veel voorkomend misverstand weg te nemen. Van Gijlswijk: “Dat is de gedachte dat een adviseur gebaat is bij een inspecteur die z’n vak niet kent. Nee, helemaal niet. Een onbekwame inspecteur is het ergste wat een adviseur kan overkomen. Want zo’n inspecteur durft en kan niets zelf beslissen. Gevolg: alles stagneert.” Heithuis: “Het punt is dat door de vergrijzing veel vakbekwame inspecteurs op afzienbare termijn de Belastingdienst zullen verlaten. Gevreesd wordt voor een kaalslag. Omdat de fiscus vele jaren geen nieuwe mensen heeft aangenomen staan de opvolgers niet klaar. Maar als adviseurs hebben we graag te maken met een inspecteur die qua vaktechniek van hetzelfde niveau is. Daar kunnen we zaken mee doen. Een staat die bespaart op vakbekwame inspecteurs kan ik niet anders dan dom noemen. Want elke inspecteur verdient zichzelf honderd of meer keer terug.” Horizontaal én verticaal toezicht Dat brengt ons bij het fiscale fenomeen bij uitstek van de afgelopen acht jaar: horizontaal toezicht. Belastingplichtigen en de Belastingdienst beloven dat ze in vertrouwen en openheid met elkaar zullen omgaan. Van Gijlswijk: “Dat is op zich een goede zaak. Maar eigenlijk vinden we het onnodig om dat allemaal vast te leggen in een convenant. We vinden deze omgangs- en fatsoensnormen heel gewoon. Als we zekerheid willen, leggen we de casus van een klant toch al in een zo vroeg mogelijk stadium aan de inspecteur voor. Onze ervaring is dat horizontaal toezicht niet erg leeft in het mkb. En voor de grote ondernemingen die we als klant hebben, is er weinig veranderd: die werkten altijd al in een open en doorzichtige verhouding met de fiscus.” Heithuis: “Wat je nu ziet gebeuren is dat ook binnen de Belastingdienst het besef begint door te breken dat naast horizontaal toezicht ook het klassieke verticale toezicht belangrijk is. Die verticale variant – de ouderwetse belastingcontrole – wint weer terrein. Als adviseurs zijn we daar eigenlijk niet ongelukkig mee. Want voor alles moet worden voorkomen dat bij belastingplichtigen het gevoel ontstaat dat alleen zij betalen, en dat slimmeriken die het niet zo nauw nemen met de regels daarmee wegkomen. Dat is funest voor de belastingmoraal. Eén van de taken van de Belastingdienst is om dat te voorkomen.” • welkom 2014 21

[FISCAAL] WETTEN EN REGELS<br />

“Redelijkheid is cruciaal.<br />

Onevenwichtige wetgeving<br />

ondermijnt de<br />

belastingmoraal”<br />

EDWIN HEITHUIS<br />

nieuwe wetgeving al gauw niet meer.” Heithuis<br />

maakt zich er merkbaar boos over. “Het blijken<br />

in de praktijk draken van regelingen te zijn, met<br />

een mate van gedetailleerdheid die aan het ongelooflijke<br />

grenst. Dat wordt nog verergerd door<br />

het feit dat inspecteurs de regels – met name<br />

in de inkomstenbelasting – verschillend uitleggen,<br />

waardoor gelijke gevallen ongelijk worden<br />

behandeld. En het gaat om grote belangen: wie<br />

onder de BOF valt bespaart in totaal zo’n veertig<br />

procent belasting.”<br />

Gevolg is dat iedereen probeert te voldoen aan<br />

de eisen die de regeling stelt. “Dan krijg je bedrijfsopvolgingen<br />

waarvan je je kunt afvragen of<br />

het wel echte bedrijfsopvolgingen zijn. Maar het<br />

fiscale voordeel is nu eenmaal te groot om te laten<br />

lopen. De belastingplichtige en zijn adviseur<br />

kun je dat niet verwijten; Financiën had het gewoon<br />

niet zo ver moeten laten komen. Eigenlijk<br />

is dit soort wetgeving een vorm van uitlokking.”<br />

In hetzelfde schuitje<br />

Van Gijlswijk: “We brengen onze praktijkervaringen<br />

onder de aandacht van de fiscus. Hoe meer<br />

cases van klanten we hebben, hoe beter. We<br />

schrijven er ook over in de vakpers, in de krant<br />

en we leggen zaken uit op radio en televisie. Zo<br />

hopen we de wetgever op andere gedachten te<br />

brengen. Of dat werkelijk gebeurt, moeten we<br />

altijd afwachten. En het is ook echt niet alleen<br />

kommer en kwel. Het punt is namelijk dat de<br />

fiscus in hetzelfde schuitje zit: die heeft ook te<br />

maken met de effecten die wetten in de praktijk<br />

hebben. Daar doen we ons voordeel mee.”<br />

Hij noemt de deelnemingsvrijstelling als<br />

voorbeeld. “Die is voor een kleine economie als<br />

de Nederlandse cruciaal. Je moet de buitenlandse<br />

winsten van bedrijven onbelast laten. Een paar<br />

jaar geleden moest de deelnemingsvrijstelling<br />

zo nodig worden aangepast om vermeend<br />

misbruik tegen te gaan. Het werd één grote<br />

ellende, want de nieuwe regeling bleek in de<br />

praktijk onwerkbaar. In alle bescheidenheid:<br />

dat hadden wij vanuit de adviessector precies<br />

voorspeld. Aanvankelijk wilde Financiën niet<br />

luisteren, maar na verloop van tijd konden ze<br />

niet anders dan de regels opnieuw aanpassen.<br />

Waarom zo’n starre opstelling Nu was er drie<br />

jaar onzekerheid, met onvermijdelijk negatieve<br />

gevolgen voor onze reputatie als fiscaal<br />

aantrekkelijk vestigingsland.”<br />

Strenge inspecteur<br />

Heithuis noemt nog een ander probleem: het<br />

verschil tussen het wetgevings- en uitvoeringstraject.<br />

“In de parlementaire behandeling zie je<br />

vaak dat de staatssecretaris kleine en ook wel<br />

wat grotere concessies aan de Kamer doet, om<br />

de simpele reden dat hij het wetsvoorstel door<br />

het parlement wil krijgen. Die ruimhartigheid<br />

krijgt daarna echter geen vervolg in de uitvoering.<br />

Integendeel: niet zelden trekt de inspecteur<br />

de teugels strak aan – vaak veel strakker dan<br />

nodig en redelijk is.”<br />

Hij vindt de thincapregeling een mooie illustratie.<br />

“Die was bedoeld voor het bestrijden van<br />

internationale renteaftrekconstructies – en die<br />

zijn in de nationale mkb-praktijk niet aan de<br />

orde. De realiteit was echter dat de grote ondernemingen<br />

zich er vaak aan konden onttrekken<br />

en dat juist het mkb de rekening kreeg gepresenteerd<br />

in de vorm van een dubbele heffing.<br />

Ik denk dat de inspecteur de ruimte had om de<br />

maatregel in zuiver Nederlandse situaties buiten<br />

toepassing te laten. Gelukkig is de regeling<br />

– mede door de niet aflatende kritiek vanuit de<br />

adviessector en de wetenschap – per 1 januari<br />

2013 afgeschaft.”<br />

Drs. Michael van Gijlswijk (1974) is hoofd van de fiscale sectie van het<br />

Bureau Vaktechniek van BDO, en in die hoedanigheid een van de fiscale<br />

gewetens van BDO. michael.van.gijlswijk@bdo.nl<br />

In de omgeving van<br />

het Torentje vinden<br />

de kennis én de<br />

rekenvoorbeelden<br />

van goed ingevoerde<br />

fiscalisten gretig<br />

gehoor.<br />

Onbekwame inspecteur<br />

Over inspecteurs gesproken: hier voelen beiden<br />

zich geroepen een veel voorkomend misverstand<br />

weg te nemen. Van Gijlswijk: “Dat is<br />

de gedachte dat een adviseur gebaat is bij een<br />

inspecteur die z’n vak niet kent. Nee, helemaal<br />

niet. Een onbekwame inspecteur is het ergste<br />

wat een adviseur kan overkomen. Want zo’n<br />

inspecteur durft en kan niets zelf beslissen. Gevolg:<br />

alles stagneert.”<br />

Heithuis: “Het punt is dat door de vergrijzing<br />

veel vakbekwame inspecteurs op afzienbare<br />

termijn de Belastingdienst zullen verlaten. Gevreesd<br />

wordt voor een kaalslag. Omdat de fiscus<br />

vele jaren geen nieuwe mensen heeft aangenomen<br />

staan de opvolgers niet klaar. Maar als<br />

adviseurs hebben we graag te maken met een<br />

inspecteur die qua vaktechniek van hetzelfde<br />

niveau is. Daar kunnen we zaken mee doen. Een<br />

staat die bespaart op vakbekwame inspecteurs<br />

kan ik niet anders dan dom noemen. Want elke<br />

inspecteur verdient zichzelf honderd of meer<br />

keer terug.”<br />

Horizontaal én verticaal toezicht<br />

Dat brengt ons bij het fiscale fenomeen bij uitstek<br />

van de afgelopen acht jaar: horizontaal toezicht.<br />

Belastingplichtigen en de Belastingdienst<br />

beloven dat ze in vertrouwen en openheid met<br />

elkaar zullen omgaan. Van Gijlswijk: “Dat is op<br />

zich een goede zaak. Maar eigenlijk vinden we<br />

het onnodig om dat allemaal vast te leggen in<br />

een convenant. We vinden deze omgangs- en<br />

fatsoensnormen heel gewoon. Als we zekerheid<br />

willen, leggen we de casus van een klant toch<br />

al in een zo vroeg mogelijk stadium aan de inspecteur<br />

voor. Onze ervaring is dat horizontaal<br />

toezicht niet erg leeft in het mkb. En voor de<br />

grote ondernemingen die we als klant hebben, is<br />

er weinig veranderd: die werkten altijd al in een<br />

open en doorzichtige verhouding met de fiscus.”<br />

Heithuis: “Wat je nu ziet gebeuren is dat ook<br />

binnen de Belastingdienst het besef begint door<br />

te breken dat naast horizontaal toezicht ook het<br />

klassieke verticale toezicht belangrijk is. Die verticale<br />

variant – de ouderwetse belastingcontrole<br />

– wint weer terrein. Als adviseurs zijn we daar<br />

eigenlijk niet ongelukkig mee. Want voor alles<br />

moet worden voorkomen dat bij belastingplichtigen<br />

het gevoel ontstaat dat alleen zij betalen,<br />

en dat slimmeriken die het niet zo nauw nemen<br />

met de regels daarmee wegkomen. Dat is funest<br />

voor de belastingmoraal. Eén van de taken van<br />

de Belastingdienst is om dat te voorkomen.” •<br />

welkom <strong>2014</strong><br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!