23.01.2015 Views

Bijzondere bouwput - Studievereniging ConcepT - Universiteit Twente

Bijzondere bouwput - Studievereniging ConcepT - Universiteit Twente

Bijzondere bouwput - Studievereniging ConcepT - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EEN UITGAVE VAN STUDIEVERENIGING CONCEPT<br />

CONCEPTUEEL<br />

<strong>Bijzondere</strong> <strong>bouwput</strong><br />

oktober 2009<br />

Jaargang 18 / nr:<br />

4<br />

6<br />

achter de ‘schermen’<br />

Too<br />

16<br />

transportleidingen<br />

24<br />

<strong>Bijzondere</strong><br />

<strong>bouwput</strong><br />

36<br />

Improving<br />

materials


Samen houden wij<br />

Nederland droog<br />

Jana Steenbergen-Kajabová, Grontmij ‘er sinds 1998: ‘Water is een super inspirerende<br />

materie. Creatieve en innovatieve ideeën duiken vanzelf op.’ Wil je meer informatie<br />

www.werkenbijgrontmij.nl/Jana Op deze website staan ook onze vacatures vermeld.


Inhoud<br />

Algemeen<br />

2<br />

2<br />

3<br />

5<br />

Redactioneel<br />

Column: KRitieke Waarde<br />

Nieuws<br />

Column: Adriaan Ruijmschoot<br />

Praktijk<br />

6 Op weg naar een betere luchtkwaliteit<br />

16<br />

24<br />

32<br />

Het aanleggen van transportleidingen<br />

in Nederland<br />

Management van een <strong>Bijzondere</strong><br />

<strong>bouwput</strong><br />

oeververbinding Beneluxtunnel<br />

Onderzoek<br />

10<br />

35<br />

Assesment of trafic impact on future<br />

cooperative driving systems<br />

Improving materials management<br />

at a residential project<br />

Vereniging<br />

19 Van het bestuur<br />

20<br />

28<br />

Excursie Noord-zuid lijn<br />

Excursie Hanzelijn<br />

Redactie<br />

Ingmar van Aartsen<br />

Marc van den Berg<br />

Bas Bredewold<br />

Jasper Hoving<br />

Rob Loohuizen<br />

Pieterjan Nijhuis<br />

Peter Schoonderbeek<br />

Layout<br />

Jurjen Hendriks<br />

Hildemar Houtenbos<br />

Jasper Hoving<br />

Drukker<br />

Printec Offset<br />

Oplage: 850<br />

Redactieadres<br />

<strong>ConcepT</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> <strong>Twente</strong><br />

Kelder Horsttoren<br />

Postbus 217<br />

7500 AE ENSCHEDE<br />

Tel: 053 - 489 3884<br />

www.<strong>ConcepT</strong>.utwente.nl<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel@concept.utwente.nl<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel juli 2009<br />

Jaargang 18 editie 4<br />

Een uitgave van:<br />

17<br />

© 2009 studievereniging <strong>ConcepT</strong>


Algemeen<br />

Redactioneel<br />

Marc van den Berg<br />

Voor u ligt alweer editie 18-3 van de <strong>ConcepT</strong>ueel. Zo net voor de<br />

welverdiende zomervakantie, doen we nog een keer beroep op uw<br />

civieltechnische interesse. Vanzelfsprekend neemt deze interesse<br />

nooit een “break”. Het civiele hart blijft altijd kloppen bij de lezers van<br />

de <strong>ConcepT</strong>ueel. Ook in deze editie zijn weer interessante artikelen<br />

te lezen. Hieronder zijn enkele artikelen uitgelicht om een indruk te<br />

krijgen wat u te wachten staat.<br />

Op weg naar een beter luchtkwaliteit<br />

Ballast Nedam heeft de mogelijkheden<br />

bekeken om langs snelwegen<br />

vervuiling uit de lucht te verwijderen.<br />

Het bedrijf is daarom<br />

bezig met de ontwikkeling van<br />

een Smart Screen. Dit bestaat uit<br />

een traditioneel geluidscherm<br />

waar een poreus luchtzuiverend<br />

scherm voor geplaatst wordt. Op<br />

pagina 6 kunt u lezen hoe deze<br />

vinding precies werkt en wat de<br />

kansen en mogelijkheden van het<br />

scherm zijn.<br />

Management van materialen in<br />

een ontwikkelingsland<br />

Voor zijn bacheloropdracht in<br />

Honduras heeft Marco ten Klooster<br />

onderzoek gedaan naar de mogelijkheden<br />

om het management<br />

van bouwmaterialen van een<br />

lokaal bedrijf te verbeteren. Hij<br />

kwam erachter dat er een centraal<br />

systeem ontbrak waarin de voorraden<br />

van bouwmaterialen op een<br />

uniforme wijze konden worden<br />

bijgehouden. Op pagina 36 kunt<br />

u lezen wat hij het bedrijf adviseerde.<br />

02 - <strong>ConcepT</strong>ueel jul. 2009<br />

De Hanzelijn: spoorverbinding<br />

tussen Zwolle en Lelystad<br />

Naar aanleiding van een excursie<br />

georganiseerd door studievereniging<br />

<strong>ConcepT</strong>, schrijven redactielid<br />

Rob Loohuizen en ex-redatielid<br />

Björn Meijer over de nieuwe<br />

spoorverbinding die tussen Zwolle<br />

en Lelystad wordt aangelegd.<br />

Zij geven een overzicht van dit<br />

project door onder andere de opdracht,<br />

wijze van aanbesteding en<br />

de planning te bespreken. Hiervoor<br />

verwijs ik u naar pagina 28.<br />

Eigen initiatief 2.0<br />

Gerard Bijleveld en Roel Scholten<br />

van NedMobiel schrijven op<br />

pagina over het plan om een oeververbinding<br />

ten westen van de<br />

Beneluxtunnel aan te leggen. Deze<br />

verbinding is volgens hen niet gericht<br />

op het oplossen van problemen,<br />

maar op het benutten van<br />

kansen. Hoe dat precies zit, kunt<br />

u lezen op pagina 32.<br />

Het aanleggen van transportleidingen<br />

in Nederland<br />

Freddy Weessies bespreekt tot<br />

slot het ontwerp en de aanleg van<br />

transportleidingen in Nederland.<br />

Hij legt uit dat er een veelvoud<br />

aan onderwerpen is waar rekening<br />

mee moet worden gehouden<br />

met het ontwerp en de aanleg van<br />

transportleidingen. Dit artikel<br />

kunt u lezen op pagina 36.<br />

KRITIEKE WAARDE<br />

Je snapt het niet<br />

he<br />

‘Natas en Ed staan samen in de rij voor de<br />

supermarkt. Het is kwart over drie, normale<br />

mensen zitten lekker op hun werk.<br />

Natas – pak hem beet 15 pakken suiker<br />

te dik, tevergeefs verhuld met een fleece<br />

trui – is duidelijk verwikkeld in een intern<br />

conflict met zichzelf. Al drie minuten doet<br />

ze, terwijl ze wacht tot ze aan de beurt is<br />

in de rij bij de Appie, over een aankoopbesluit<br />

van een Mars. Na 5 keer het snoepgoed<br />

te hebben verplaatst van het rekje<br />

naar de band en terug, wordt de strijd beslecht<br />

in het voordeel van de supermarktketen.<br />

Haar levensmaatje en volkszanger<br />

Ed (Edje), straalt een en al negativiteit uit,<br />

stemt “Weeldurs” (“omdat een of andere<br />

kutmarrokaan zijn fiets heeft gejat”, natuurlijk)<br />

en slaat en schreeuwt, nog steeds<br />

midden in de super, tegen zijn kind om<br />

hem op te voeden. Het interne conflict<br />

van Natas slaat om in een tweestrijd als<br />

ze ziet wat Ed in het supermarktwagentje<br />

gelegd heeft. “Waarom neem je nou<br />

weer dat dure wasmiddel!”. Edje reageert<br />

nonchalant en geeft Henkie, het zoontje,<br />

nog een tik. Wat maakt het tenslotte uit.<br />

“En die kuipjes melk, dat is toch helemaal<br />

niet handig.” Ed kijkt verbaasd op, hij was<br />

immers in de veronderstelling dat de<br />

kuipjes een goed idee waren. De meesten<br />

drinken de koffie zwart, en zo’n groot pak<br />

verrot alleen maar. Ook bij het legen van<br />

het supermarktkarretje sluiten de twee<br />

niet helemaal aan. Ed bouwt een, volgens<br />

hem, logische rij op het transportbandje.<br />

Natas stopt alle spulletjes demonstratief<br />

weer in het karretje en begint de boel te<br />

herschikken…<br />

COLUMN<br />

Heb je ook wel eens dat gevoel Het idee<br />

dat jij de enige bent die het allemaal een<br />

beetje doorheeft Dat de mensen in je nabijheid<br />

jou die onweerstaanbare neiging<br />

geven om te zeggen dat ze het toch echt<br />

niet helemaal goed hebben begrepen<br />

Waarschijnlijk niet… KRitieke waarde zou<br />

KRitieke waarde niet zijn als wij dat niet<br />

zouden hebben.<br />

Je zag ze zeker wel voor je, Natas en Ed.<br />

En je vond het zeker ook wel vermakelijk<br />

Dan is de kans groot dat je zelf een apathische<br />

shownieuwskijker bent die geniet<br />

van het leedvermaak dat programma’s als<br />

Idols maken over de rug van de ongetalenteerde<br />

medemens. Je snapt het niet,<br />


Nieuws<br />

Wegdek vangt fijn<br />

stof op<br />

ROTTERDAM - De gemeente Rotterdam<br />

gaat water door het wegdek<br />

van zeer open asfaltbeton (zoab)<br />

van de Westzeedijk pompen. Het<br />

gaat om een proef in samenwerking<br />

met Rijkswaterstaat. Doel is<br />

de gezondheid van de inwoners<br />

van Rotterdam te verbeteren.<br />

De banden van de over het wegdek<br />

rijdende auto’s zuigen het water<br />

omhoog. Het water vernevelt en<br />

neemt fijn stof uit de uitlaten van<br />

de auto’s op. Het water keert vervolgens<br />

met het stof terug in het<br />

zeer open wegdek, loopt door het<br />

wegdek naar de goot en verdwijnt<br />

in het riool. Op die manier verwacht<br />

de gemeente de concentratie<br />

fijn stof in de lucht te kunnen<br />

verminderen met zo’n 8 procent op<br />

10 meter afstand van de rand van<br />

de weg. Het innovatieve systeem<br />

gebruikt hemelwater van de daken<br />

van panden in de omgeving van de<br />

Westzeedijk. Dit water wordt eerst<br />

in een reservoir opgeslagen. Komt<br />

de concentratie fijn stof in de lucht<br />

boven een bepaald niveau, dan<br />

wordt het water aan de hoge kant<br />

in het wegdek gepompt. Het water<br />

loopt vanzelf naar de lage kant en<br />

stroomt naar het riool. Het systeem<br />

wordt ‘de wassende weg’ genoemd<br />

en is gepatenteerd door de Van<br />

Gelder Groep, aannemer van infrastructurele<br />

projecten. Het doel<br />

is de luchtkwaliteit in Rotterdam<br />

te verbeteren. Als de proef slaagt<br />

wil Rotterdam de techniek ook bij<br />

andere asfaltwegen toepassen.<br />

© Cobouw - Frans van Velden<br />

6 september 2009<br />

Miljoenen bedreigd door inzakken<br />

rivierdelta’s<br />

BOULDER - De meeste grote rivierdelta’s<br />

in de wereld zakken in,<br />

waardoor honderden miljoenen<br />

mensen het risico lopen te worden<br />

overspoeld. Het gaat onder meer<br />

om de Egyptische rivier de Nijl, de<br />

Franse Rhône, de Chinese Yangtze<br />

en de Amerikaanse Coloradorivier,<br />

berichtte de BBC maandag.<br />

Het plaatsen van dammen en het<br />

omleggen van waterstromen betekent<br />

dat veel minder sediment<br />

de deltagebieden bereikt. Daarnaast<br />

zakt land in deltagebieden<br />

langzaam weg door gasboringen<br />

en extractie van grondwater. Ongeveer<br />

een half miljard mensen<br />

woont in de betreffende gebieden,<br />

aldus wetenschappers aan de<br />

Amerikaanse universiteit van Colorado<br />

in Boulder. Onderzoekers<br />

berekenden dat 85 procent van<br />

de grote rivierdelta’s afgelopen<br />

jaren te maken heeft gehad met<br />

ernstige overstromingen. “Laagliggende<br />

rivierdelta’s lopen steeds<br />

meer risico op overstroming door<br />

de eigen rivieren of door stormen<br />

vanaf de oceanen’’, aldus een van<br />

de onderzoekers.<br />

© Cobouw - ANP<br />

21 september 2009<br />

Dam ontvouwt<br />

zich automatisch<br />

bij overstroming<br />

DUIVEN - Een uitrolbare dam van<br />

zeildoek is snel en makkelijk op te<br />

werpen zonder extra hulpmiddelen.<br />

De constructie van textiel is<br />

zo ontworpen dat de dam zich bij<br />

wassend water vanzelf ontvouwt.<br />

De flexibele dam van doek is een<br />

gezamenlijke ontwikkeling van<br />

het in doekconstructies gespecialiseerde<br />

Buitink Technology en<br />

Hytrans in Lemmer, producent<br />

van overstromingspompen. Volgens<br />

Rienk de Vries van Buitink<br />

leent de toepassing zich voor<br />

overstromingen. Daarnaast kan<br />

de flexibele dam dienst doen als<br />

hulpmiddel voor de brandweer.<br />

Bijvoorbeeld wanneer de diepte<br />

van een beek niet toereikend is<br />

voor een waterpomp.<br />

© Cobouw - Rola Johannes<br />

08 september 2009<br />

Hybride woningen<br />

DEN HAAG - In de Ypenburgse<br />

woonwijk De Caaien is Dura Vermeer<br />

Bouw Leidschendam bezig<br />

met de bouw van de PCS Hybridewoningen.<br />

Alle 365 eengezinswoningen en<br />

appartementen zijn uitgerust met<br />

een warmtepompinstallatie en<br />

een CO2-gestuurd ventilatiesysteem.<br />

Door in de zomer te koelen<br />

met koud water uit de grond, en in<br />

de winter te verwarmen met relatief<br />

warm bodemwater, wordt een<br />

laag energieverbruik verwacht en<br />

ligt de uitstoot per woning waarschijnlijk<br />

40 procent lager. Een<br />

modern klimaatsysteem met sensors<br />

in het plafond zal de ventilatoren<br />

aansturen zodat alle kamers<br />

altijd even fris zullen zijn.<br />

© Cobouw<br />

25 september 2009<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt 2009 - 3


Bouw grote bruggen kan 20<br />

tot 25 procent goedkoper<br />

Nog 200 miljoen<br />

kuub te gaan<br />

UTRECHT - Aandacht voor onderhoud<br />

en beheer kan de kosten<br />

van grote bruggen met 20 tot 25<br />

procent terugdringen. Bij kleinere<br />

projecten liggen zelfs nog grotere<br />

prijsdalingen in het verschiet.<br />

Sander den Blanken van ingenieursbureau<br />

Arup voorziet bij<br />

de grote bruggenbouw een verschuiving<br />

in de contractvormen.<br />

Van ontwerpen en bouwen naar<br />

contracten inclusief onderhoud,<br />

beheer en eventueel financiering.<br />

“Design & construct plus maintenance.<br />

Daar moeten we naar toe.<br />

Het goed omgaan met maintenance<br />

zal tijd kosten. We verkeren in<br />

een leerproces. Uiteindelijk zijn<br />

ten opzichte van de huidige budgetten<br />

verlagingen van de kosten<br />

van 20 tot 25 procent haalbaar.<br />

Door de processen te integreren<br />

kan bovendien de bouwtijd met<br />

zes maanden omlaag.” Tijdens<br />

de presentatie in Utrecht van de<br />

boekenserie Bruggen in Nederland,<br />

1940-2000, een uitgave van<br />

de Nederlandse Bruggen Stichting<br />

en Walburg Pers, schetste Den<br />

Blanken een zonnige toekomst<br />

voor de bruggenbouwers. Op tal<br />

van plaatsen is om de capaciteit te<br />

vergroten verbreding aan de orde.<br />

Ook neemt de vraag toe om stadsdelen<br />

met elkaar te verbinden.<br />

Bovendien hunkeren talrijke verouderde<br />

bruggen naar onderzoek<br />

en renovatie. Voor materialen die<br />

weinig onderhoud vergen komt<br />

steeds meer belangstelling.<br />

26-09-2009 - Theo Leoné<br />

© Cobouw - Edo Beerda<br />

30 mei 2009<br />

ROTTERDAM - Nog voor het<br />

stormseizoen hoopt combinatie<br />

PUMA de zachte zeewering voor<br />

de Maasvlakte II op het vasteland<br />

aan te sluiten. Vorige week legde<br />

de combinatie van Boskalis en<br />

Van Oord de 50 miljoenste kuub<br />

op zijn plek.<br />

Een bescheiden mijlpaal, beseft<br />

projectdirecteur Peter Klip<br />

van Puma. Want er is nog altijd<br />

een kleine 200 miljoen kuub te<br />

gaan. “Niettemin is het sneller<br />

opgebracht dan we dachten bij de<br />

start van het werk een jaar terug.<br />

Na goede sonderingsresultaten is<br />

zelfs al de eerste grond overgedragen<br />

aan onderaannemer BAVO-<br />

MV2 een combinatie van BAM en<br />

Volker Wessels. Die kunnen voorbereidingen<br />

treffen voor de eerste<br />

diepwanden voor de kademuren<br />

voor het nieuwe stuk haven.”<br />

24 sept. 2009 Ad Tissink<br />

Glazen kap A73-A74 onwaarschijnlijk<br />

VENLO - Naar alle waarschijnlijkheid<br />

komt er geen glazen overkapping<br />

van de aansluiting van de A73<br />

op de A74 in Venlo.<br />

In plaats daarvan wordt de snelweg<br />

verdiept aangelegd en komen<br />

er negen meter hoge geluidsschermen<br />

en langere en bredere uitvoegstroken<br />

bij de Zuiderbrug in<br />

Venlo. Dat werd duidelijk tijdens<br />

een besloten informatiebijeenkomst<br />

van Rijkswaterstaat voor de<br />

gemeenteraad van Venlo en Provinciale<br />

Staten. Venlo blijft voorstander<br />

van de duurdere overkapping,<br />

maar de techniek hiervan is<br />

nog niet bewezen. De Limburgse<br />

gedeputeerde Ger Driessen vreest<br />

dat een studie naar die techniek de<br />

aanleg van de A74 te lang ophoudt,<br />

zo zei hij voor de regionale omroep<br />

L1. Daarmee is Venlo volgens hem<br />

niet gediend. Uiteindelijk hakt verkeersminister<br />

Eurlings de knoop<br />

door. In de tweede helft van 2010<br />

start de aanleg van de A74, die het<br />

Duitse snelwegennet verbindt met<br />

de A73. Nog voor de Floriade in<br />

2012 moet de weg klaar zijn.<br />

© Cobouw - ANP<br />

06 okt. 2009<br />

4 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Minder betonrot<br />

door zuur, vliegas<br />

en microsilica<br />

WEIMAR - Vliegas en microsilica verminderen<br />

de kans op de alkali silica-reactie (asr) in<br />

beton. Hetzelfde geldt voor een relatief hoog<br />

gehalte aan kiezelzuur in het beton.<br />

Bij een calciumgehalte van minder dan 5<br />

of meer dan 30 procent ontstaat weliswaar<br />

alkali silica-gel, maar de gel zwelt dan niet.<br />

Het natrium- en kaliumgehalte van het beton<br />

maken voor het zwelgedrag geen verschil.<br />

Dat zijn de resultaten van een promotie-onderzoek<br />

van Thomas Mansfeld aan de <strong>Universiteit</strong><br />

Weimar in Duitsland. De alkali silica-reactie<br />

wordt gevreesd, vanwege de druk<br />

die ontstaat door het uitzetten van de gel in<br />

de poriën van het beton. In eerste instantie<br />

krijgt een constructie een hogere druksterkte,<br />

maar als de zwelling doorzet, wordt het<br />

beton uit elkaar gedrukt. Dan ontstaat een<br />

karakteristiek scheurpatroon en roest de wapening<br />

door het binnendringen van vocht in<br />

de constructie. Het proces is niet te stoppen.<br />

In het ergste geval oefent de gel een druk uit<br />

tot 10 N/mm2. Slopen is dan de enige oplossing.<br />

Het promotieonderzoek toont aan, dat<br />

de alkali silica-reactie door een juiste materiaalkeuze<br />

voorkomen kan worden. Bovendien<br />

hoeft de reactie niet onder alle omstandigheden<br />

te leiden tot schade.<br />

© Cobouw - Frans van Velden<br />

25 september 2009<br />

Toch weer een exotische<br />

verjaardag ...<br />

Column door: Adriaan Ruijmschoot<br />

Als je eind juli geboren bent en je ouders gaan graag op<br />

vakantie, vier je als kind je verjaardag meestal op willekeurige<br />

spannende plekken. Zo lang als ik mij kan herinneren,<br />

heb ik mijn verjaardagen gevierd in de tent, op het<br />

strand, in de zeilboot en toen ik zes werd zelfs een keer in<br />

een Deense stoomtrein.<br />

Dit jaar viel mijn verjaardag op een maandag en had ik<br />

van te voren gedacht een normale werkdag te hebben, op<br />

het uitdelen van taart na dan. Ik was echter net begonnen<br />

met een project waarbij we een waterleiding gingen<br />

ontwerpen in Zuid-Limburg en het zou een hoop inzicht<br />

schelen als ik eens op het tracé ging kijken. GMB had een<br />

eerste deeltraject van deze leiding bij een eerdere aanbesteding<br />

gewonnen en was al bezig met de uitvoering:<br />

voor mij dus twee vliegen in één klap. Eén minpuntje:<br />

het is twee uur rijden en we zouden beginnen om zeven<br />

uur, dat betekende voor mij om 04:00 op.<br />

Nou is dat natuurlijk ook weer niet zo’n groot punt als<br />

het niet dagelijks hoeft, maar ik besloot mijn oude verjaardagstraditie<br />

in ere te houden en dichtbij de uitvoeringslocatie<br />

te gaan kamperen. Een camping bij de Maasplassen<br />

bood naast een prachtige zonsondergang ook<br />

uitkomst om de bewustwording dat ik alweer een jaartje<br />

ouder was geworden uit te stellen tot zes uur.<br />

De dag zelf was superinteressant. Na een korte vergadering<br />

in de keet ging iedereen aan de slag. Het ene team<br />

knalde een leiding van 600 mm doorsnede de grond in:<br />

grote leidingdelen van 12 m per stuk die precies pas in<br />

een sleuf gelegd moesten worden. Voor het juist mikken<br />

van de hoogte kwam er zelfs een laser aan te pas. Het<br />

andere team was druk met het waterdicht afsluiten van<br />

een reeds voltooid leidinguiteinde, die voor de testfase<br />

16 bar moest kunnen weerstaan.<br />

COLUMN<br />

Tussendoor was er genoeg tijd om het toekomstige tracé<br />

te bekijken en een lekkere Limburgse vlaai te kopen als<br />

lunchtraktatie. Toen ik ’s middags vroeg of ik nog wat<br />

kon doen werd er zonder aarzeling gewezen naar de trilplaat:<br />

een soort stuiterende mini-wals waarmee je de teruggeplaatste<br />

aarde kan verdichten in de sleuf. Het deed<br />

me wel een beetje denken aan een losgeslagen rodeo-stier<br />

waar ik met grote moeite de controle over kon behouden.<br />

Daar kon die stoomtrein van vroeger niet tegenop:<br />

de spierpijn heb ik nog een week kunnen voelen!<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 -5


PRAKTIJK<br />

Op weg naar een betere luchtkwaliteit<br />

Een kijkje achter de ‘schermen’ bij de ontwikkeling van het<br />

Smart Screen<br />

Drs. ing. W.L.C. Snippe & Ir. J.C.C. Theelen<br />

Luchtkwaliteit en mobiliteit: vriend en vijand<br />

De behoefte aan mobiliteit in Nederland wordt steeds groter. Een tendens<br />

die gepaard gaat met maatschappelijke problemen zoals files,<br />

luchtverontreiniging en problemen met de volksgezondheid. Plannen<br />

om de fileproblemen op te lossen botsen daarbij regelmatig met doelstellingen<br />

op het gebied van luchtkwaliteit en dus volksgezondheid.<br />

Gevolg is uitstel of afstel van projecten en een toename van de fileproblematiek.<br />

De vraag welk probleem – luchtkwaliteit of file – als eerste<br />

aan de orde was, doet eigenlijk niet meer terzake.<br />

Wanneer gesproken wordt over<br />

luchtkwaliteit in relatie tot verkeer,<br />

dan worden voornamelijk<br />

problemen ten aanzien van fijn<br />

stof en stikstofoxiden genoemd.<br />

Wanneer ook chronische effecten<br />

worden meegewogen, sterven<br />

naar schatting jaarlijks 10.000 tot<br />

15.000 mensen in ons land alleen<br />

al door fijn stof. De behoefte aan<br />

oplossingen is groot.<br />

Het aanpakken danwel bestrijden<br />

van deze stoffen moet zo dicht<br />

mogelijk bij de bron gebeuren.<br />

Immers, de effectiviteit van bronmaatregelen<br />

is het grootst. Bronnen<br />

van bijvoorbeeld fijn stof zijn<br />

onder meer uitlaatgassen, maar<br />

ook slijtage van remvoeringen,<br />

banden en asfalt zorgt voor uitstoot.<br />

Een aanpak die beperkt blijft<br />

tot bronmaatregelen, bijvoorbeeld<br />

door het plaatsen van roetfilters, is<br />

daarom niet voldoende. Een aanpak<br />

die de bron zo dicht mogelijk<br />

benadert, direct langs de snelweg,<br />

lijkt vooralsnog het meest effectief.<br />

Het Smart Screen<br />

Ballast Nedam Infra heeft daarom<br />

de mogelijkheden bekeken om<br />

vervuiling uit de lucht te kunnen<br />

verwijderen. Naast het verwijderen<br />

van vervuiling uit de lucht zijn<br />

er nog meer functies van belang<br />

om een optimaal product te kunnen<br />

realiseren. De locaties waar<br />

de problemen met luchtkwaliteit<br />

het grootst zijn, in en rond de steden,<br />

hebben namelijk te maken<br />

met geluidsoverlast van verkeer<br />

en een beperkte ruimte tussen<br />

snelweg en eerste bebouwing. Op<br />

deze locaties staan vaak bestaande<br />

geluidschermen. Het gebruik van<br />

geluidschermen biedt daarmee<br />

kansen.<br />

Een standaard geluidscherm beschikt<br />

echter niet over de mogelijkheid<br />

om vervuiling uit de lucht<br />

te verwijderen. De eigenschappen<br />

van beplanting kunnen hier uitkomst<br />

in bieden. Uit diverse onderzoeken<br />

is gebleken dat de porositeit<br />

en het grote bladoppervlak<br />

van beplanting, in combinatie met<br />

de vochthuishouding, zorgt voor<br />

het effectief afvangen van fijn stof.<br />

Nadeel van beplanting is echter<br />

dat het relatief veel ruimte in<br />

neemt en geen optimale bescherming<br />

biedt tegen geluidsoverlast.<br />

Het Ballast Nedam Smart Screen<br />

is zo ontworpen dat het de unieke<br />

eigenschappen van vegetatie<br />

biedt, zonder teveel ruimte in beslag<br />

te nemen. Daarnaast wordt<br />

een optimale bescherming tegen<br />

geluidsoverlast geboden. Verder<br />

kan het Smart Screen ook op bestaande<br />

geluidschermen toegepast<br />

worden waardoor het scherm kostenefficiënt<br />

ingezet kan worden.<br />

Het Smart Screen bestaat uit een<br />

traditioneel geluidscherm (bij-<br />

Afbeelding 1. 3D impressie Ballast Nedam Smart Screen.jpg<br />

6 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


voorbeeld het modulaire geluidsscherm)<br />

waar een poreus luchtzuiverend<br />

scherm voor geplaatst<br />

wordt. Het traditionele geluidsscherm<br />

zorgt voor voldoende geluidsreductie.<br />

Het poreuze voorzetscherm,<br />

dat bestaat uit een<br />

aantal kunststof structuurmatten,<br />

heeft een groot effectief contactoppervlak<br />

en zorgt, eventueel in<br />

combinatie met water, voor het<br />

afvangen van fijn stof. Een coating<br />

van titaandioxide zorgt onder invloed<br />

van UV-licht voor het omzetten<br />

van stikstofoxiden in onschadelijke<br />

zouten.<br />

Innovatieprogramma Luchtkwaliteit<br />

De ontwikkeling van het Smart<br />

Screen vindt plaats binnen het<br />

programma ‘Schermen voor een<br />

betere luchtkwaliteit’, een onderdeel<br />

van het Innovatieprogramma<br />

Luchtkwaliteit van de ministeries<br />

van Verkeer en Waterstaat en<br />

VROM. Om de ontwikkeling optimaal<br />

te laten verlopen heeft Ballast<br />

Nedam de expertise ingeschakeld<br />

van adviesbureau DGMR en het<br />

Centre for Expertise in Life Sciences<br />

(CEL), een samenwerkingsverband<br />

van de Hogeschool Zuyd, de<br />

GGD’s Zuid- en Midden-Limburg<br />

en de provincie Limburg. De ontwikkeling<br />

van het Smart Screen<br />

vindt stapsgewijs plaats:<br />

1. Ontwikkelfase: de potentie<br />

van het Smart Screen is onderzocht<br />

op basis van een bureaustu-<br />

Afbeelding 2. Prijsuitreiking winnaars<br />

IPL door minister Eurlings<br />

Afbeelding 3. Boven: windsnelheden het rond scherm met gesloten structuur.<br />

Onder: Windsnelheden rond het scherm met open structuur<br />

die in combinatie met een analyse<br />

van de luchtstromen.<br />

2. Testfase: de luchtzuiverende<br />

werking van het voorzetscherm<br />

is getoetst voor zowel fijn<br />

stof als NOX.<br />

Invoegen foto uitreiking prijs IPL<br />

door minister Eurlings<br />

Ontwikkelfase: theorie<br />

In de eerste fase van het ontwik-<br />

kelingsproces is gekeken naar de<br />

werking van het scherm, zoals<br />

deze in theorie verwacht mocht<br />

worden. Om de werking te kunnen<br />

berekenen, zijn twee studies<br />

uitgevoerd.<br />

Als eerste is een bureauonderzoek<br />

uitgevoerd om de afvangende<br />

werking van het scherm te bepalen.<br />

Hiertoe zijn de luchtreinigende<br />

eigenschappen van beplanting<br />

en titaandioxide als uitgangspunt<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 7


genomen. De werking van het<br />

Smart Screen is immers gebaseerd<br />

op de eigenschappen van<br />

beplanting, bovendien is er over<br />

de werking van beplanting veel<br />

geschreven en gepubliceerd. Hierdoor<br />

ontstaat een kwalitatief goed<br />

beeld van de reinigende werking<br />

van het scherm. Uit de bureaustudie<br />

komt naar voren dat in een<br />

gemiddelde situatie ongeveer 30%<br />

van het fijn stof kan worden afge-<br />

Testfase: de praktijk<br />

In de tweede fase zijn diverse laboratoriumproeven<br />

gedaan om te<br />

kijken in welke mate de theoretische<br />

benadering overeenkomt met<br />

de praktijk. Aangezien de luchtvangen<br />

(beperkte resuspentie en<br />

100% van de lucht komt in aanraking<br />

met het scherm).<br />

Aangezien niet alle lucht die afkomstig<br />

is van de weg in aanraking<br />

komt met het scherm, is het<br />

noodzakelijk om zicht te hebben<br />

op de luchtstromen rond het<br />

scherm. Hierbij speelt het volgende<br />

dilemma. De mate van poreusiteit<br />

van het voorzetscherm is van<br />

invloed op de hoeveelheid lucht<br />

die door het scherm stroomt; hoe<br />

poreuser het scherm, hoe kleiner<br />

het effectieve contactoppervlak,<br />

maar hoe groter de hoeveelheid<br />

lucht die door het scherm stroomt.<br />

Andersom geldt uiteraard dat een<br />

dicht voorzetscherm weinig lucht<br />

doorlaat en dus weinig lucht in<br />

contact komt met het scherm.<br />

Om het meest effectieve ontwerp<br />

te kunnen maken, is gebruik gemaakt<br />

van CFD- (Computational<br />

Fluid Dynamics)berekeningen. In<br />

het CFD-model is gekeken naar<br />

de luchtstromen rond het scherm<br />

bij verschillende windsnelheden<br />

en bij verschillende poreusiteiten<br />

(mate van weerstand) van<br />

het voorzetscherm. Bij de berekeningen<br />

is een standaard geluidsscherm<br />

met een hoogte van vier<br />

meter als uitgangspunt genomen,<br />

waarbij het voorzetscherm op een<br />

meter voor het geluidsscherm<br />

hangt.<br />

De koppeling van de berekende<br />

theoretische werking en de resultaten<br />

van het onderzoek naar<br />

de luchtstromen rond het scherm<br />

geeft vervolgens een beeld van de<br />

vervuilingsconcentraties die rond<br />

het geluidsscherm aanwezig zijn<br />

bij verschillende porositeiten van<br />

het voorzetscherm.<br />

Het optimaliseren en combineren<br />

van de data uit de bureaustudie<br />

en de CFD-berekeningen geeft inzicht<br />

in de theoretische werking<br />

van het scherm. Uit de berekening<br />

komt naar voren dat met het Smart<br />

Screen achter het geluidsscherm<br />

reducties mogelijk zijn tot 17%<br />

voor fijn stof en 23% voor NOX.<br />

Afbeelding 4. Boven:Concentraties rond het scherm met gesloten structuur.<br />

Onder: Concentraties rond het scherm met open structuur<br />

8 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Ondernemend in de Bouw<br />

Je bent jong, ondernemend en zit vol met ambitie. Met een frisse kijk op<br />

alles wat er om je heen gebeurt, zie je kansen en mogelijkheden om een<br />

bijdrage te leveren aan de samenleving. Jaarlijks krijgen ongeveer 15<br />

jonge medewerkers van Ballast Nedam Infra, waaronder alle management<br />

trainees, de opdracht om een businessplan te schrijven voor een<br />

product met toegevoegde waarde voor de samenleving. Beperkingen<br />

worden op voorhand niet gegeven. Je presenteert je plan aan een aantal<br />

directeuren en leden van de Raad van Bestuur. Slaat het plan aan, dan<br />

kun je starten met de uitvoering. “Ondernemend in de Bouw” noemen<br />

we dat bij Ballast Nedam. Pas dus op met het roepen van een goed idee.<br />

Je zou het zomaar moeten kunnen waarmaken. Het Ballast Nedam<br />

Smart Screen is een van de aansprekende voorbeelden.<br />

stromen rond het Smart Screen in<br />

het CFD-model kwalitatief goed<br />

te benaderen zijn, lag de focus in<br />

de testfase op het onderzoeken<br />

van de afvangende werking van<br />

het Smart Screen. Hiertoe is een<br />

testopstelling gebouwd bij de Hogeschool<br />

Zuyd te Heerlen, waarbij<br />

lucht met (diesel)uitlaatgassen<br />

door de testopstelling is geleid. In<br />

het midden van de testopstelling<br />

bevinden zich de kunststof structuurmatten<br />

(het voorzetscherm).<br />

Zowel voor als na dit voorzetscherm<br />

zijn metingen verricht naar<br />

de concentraties fijn stof en NOX.<br />

Voor de metingen rond NOX zijn<br />

in de kokers schuin boven de testopstelling<br />

twee UV-lampen geplaatst.<br />

Om de luchtstroom zo min<br />

mogelijk te beïnvloeden, maar de<br />

werking van het UV-licht te garanderen,<br />

is tussen de lichtbron en<br />

de koker waar de lucht doorheen<br />

stroomt kwartsglas geplaatst.<br />

Om een optimaal beeld te krijgen<br />

van de werking van het Smart<br />

Screen is op meerdere plaatsen in<br />

de doorsnede van de testopstelling<br />

gemeten. Bovendien zijn metingen<br />

gedaan met verschillende<br />

diktes (porositeiten) van het voorzetscherm.<br />

Tenslotte is gekeken in<br />

hoeverre het toevoegen van water<br />

de effectiviteit beïnvloedt.<br />

De analyse van de resultaten bevindt<br />

zich momenteel in een afrondende<br />

fase. De meetresultaten<br />

van de laboratoriumproeven worden<br />

geanalyseerd en aansluitend<br />

ingevoerd in het CFD-model om<br />

de praktijkeffecten te kunnen berekenen.<br />

De eerste, maar nog niet<br />

definitieve, resultaten laten achter<br />

het geluidscherm reducties van<br />

ongeveer 10% zien voor fijn stof.<br />

De metingen voor stikstofoxiden<br />

zijn minder uitgesproken. De reden<br />

hiervan is dat door de sterkte<br />

van het UV licht in de testopstelling<br />

ontstaat er waarschijnlijk<br />

ozon dat vervolgens weer met<br />

de nitraten reageert tot stikstofoxiden.<br />

In de praktijk is dit effect<br />

waarschijnlijk niet of nauwelijks<br />

aanwezig. De sterkte van het UVlicht<br />

buiten is namelijk veel lager<br />

dan de sterkte van het UV licht in<br />

de testopstelling.<br />

Het vervolg<br />

Zodra de resultaten verder zijn<br />

geanalyseerd en vragen die uit<br />

de tests zijn voortgekomen, zijn<br />

beantwoord, zal het Smart Screen<br />

in de praktijk worden beproefd.<br />

Vragen die in een laboratoriumsituatie<br />

niet goed beantwoord kunnen<br />

worden, kunnen aan de hand<br />

van praktijkproeven worden behandeld,<br />

waarna het Smart Screen<br />

verder geoptimaliseerd kan worden.<br />

Het scherm wordt daarmee<br />

klaargemaakt voor daadwerkelijke<br />

productie. Met de ontwikkeling<br />

van het Smart Screen gaan we dan<br />

ook daadwerkelijk op weg naar<br />

een betere luchtkwaliteit.<br />

Afbeelding 5. Testopstelling Smart Screen bij de Hogeschool Zuyd<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 9


ONDERZOEK<br />

Challenges and Considerations<br />

Assessment of Traffic Impact on<br />

Future Cooperative Driving Systems<br />

Fei Liu, Rattaphol Pueboobpaphan,<br />

and Bart van Arem<br />

With the increased traffic density on Dutch highways year by year,<br />

latest technologies are imported to traffic control to enhance the traffic<br />

capacity and safety. Connect & Drive is a start-up project to develop<br />

a cooperative driving system and improve the traffic performance<br />

on Dutch highways. It consists of two interactive subsystems: cooperative<br />

adaptive cruise control (CACC) and connected cruise control<br />

(CCC). To assess the traffic performance, a traffic simulation model will<br />

be established for large-scale evaluaation and providing feedbacks to<br />

system designs. This article studies the factors determining the traffic<br />

performance and discusses challenges and difficulties to establish<br />

such a traffic simulation model.<br />

I. INTRODUCTION<br />

In the Netherlands, traffic density<br />

increases every year. According<br />

to Dutch Ministry of Transport,<br />

Public works and Water management,<br />

from 2000 till 2020, passenger<br />

traffic will have an expected<br />

growth of 15 to 40%, and freight<br />

traffic will grow between 15 to<br />

80%, depending on economic developments.<br />

Figure 1 shows the<br />

traffic jams during the peak hours.<br />

This leads to higher traffic density<br />

and busier roads. Traffic congestions<br />

and safety become two very<br />

important concerns of Dutch motorways.<br />

Some actions are taken<br />

to improve the situation: enhancing<br />

safety policies and roadside<br />

infrastructure, popularizing traffic<br />

safety knowledge, etc. Meanwhile<br />

scientists are applying the latest<br />

technologies on traffic control to<br />

solve the problems. Various components<br />

can be equipped in vehicles<br />

and road side units to improve<br />

vehicle safety and comfort, traffic<br />

safety and efficiency, such as communication<br />

systems, controllers,<br />

sensors, navigation systems. We<br />

name such systems as advanced<br />

driver assistance systems (ADA).<br />

II. COOPERATIVE DRI-<br />

VING SYSTEMS<br />

ADA systems control and manage<br />

the speed and lane change of vehicles.<br />

Some of them also provide<br />

extra information, such as the<br />

distance to the preceding vehicle,<br />

traffic sign recognition, blind spot<br />

detection, etc., to avoid traffic collisions<br />

and accidents.<br />

One of the important research<br />

directions within ADA is cruise<br />

control, which can automatically<br />

control the speed of a vehicle. The<br />

advanced version of cruise control<br />

is adaptive cruise control (ACC).<br />

An ACC vehicle is generally equipped<br />

with a radar or laser to detect<br />

speed information from the preceding<br />

vehicle. The vehicle adjusts<br />

its speed accordingly based on the<br />

detection information.<br />

Based on ACC, a further improved<br />

version, cooperative adaptive<br />

cruise control (CACC), is propo-<br />

10 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

Figure 1: Traffic jam on a Dutch highway<br />

Figure 2 Stability concepts. A platoon of vehicles follows the blue leader<br />

in (a) and (b). The platoon in (a) is considered as platoon stable<br />

while in (b) as platoon unstable.


sed. In such a system, vehicles can<br />

not only sense the information<br />

from the preceding vehicle, but<br />

also communicate with other vehicles<br />

(V2V) and infrastructure (V2I)<br />

within communication range. After<br />

coordinating all information,<br />

vehicles make decisions of acceleration,<br />

deceleration, or keeping the<br />

current speed. The reviewed literatures<br />

show that CACC systems<br />

have positive impact on the traffic<br />

throughput. The researches show<br />

that CACC can potentially double<br />

the capacity of a highway with a<br />

high CACC market penetration.<br />

However, CACC algorithms are<br />

still under development. There<br />

exists no standard design yet. In<br />

general, a vehicle can gain a better<br />

overview of the traffic environment<br />

around, if more information<br />

about traffic can be obtained from<br />

other vehicles or infrastructures.<br />

The better overview of surrounding<br />

traffic situation, the better<br />

decision a vehicle can make. Moreover,<br />

the current traffic simulation<br />

models of CACC do not<br />

take into account communication<br />

factors, such as delay, packet loss,<br />

signal fading, etc. Further, current<br />

studies focus on longitudinal control<br />

and highway merge.<br />

Other than fully automatic controlled<br />

system CACC, there is<br />

another advisory advanced cruise<br />

control system called connected<br />

cruise control (CCC). In CCC systems,<br />

vehicles are also equipped<br />

with wireless communication facilities<br />

and have information processing<br />

and coordination abilities.<br />

However, vehicles do not have the<br />

responsibilities of taking actions,<br />

while drivers do. Advices of cooperative<br />

driving are given to the<br />

drivers via human-machine interface<br />

(HMI). Drivers have the freedom<br />

to take or not the required<br />

cooperative action.<br />

III. D R I V E R / V E H I C L E<br />

CHARACTERISTICS AND PLA-<br />

TOON/TRAFFIC FLOW STABI-<br />

LITY<br />

The fundamental purpose of any<br />

ADA system is to enhance the<br />

traffic condition. What is a “good”<br />

traffic flow In general, a well performed<br />

traffic flow should first be<br />

smooth and stable. A stable dynamical<br />

system is the one that, when<br />

perturbed from an equilibrium<br />

state, tends to return to that equilibrium<br />

state. In traffic engineering,<br />

the term platoon stability is<br />

concerned with a propagation of<br />

the disturbance from one vehicle<br />

to other vehicles in the same platoon.<br />

If the magnitude of the disturbance<br />

grows as it propagates<br />

to the vehicles in the upstream,<br />

the platoon is said to be unstable.<br />

When consider at the traffic<br />

stream level (which may consist of<br />

several platoons), the term traffic<br />

flow stability is used. Traffic flow<br />

stability can be determined by the<br />

stability of the platoons as well as<br />

the distribution of platoon sizes<br />

and the distribution of the interplatoon<br />

gaps [1]. Example illustration<br />

of stable and unstable platoon<br />

is shown in Figure 2(a) and 2(b),<br />

respectively.<br />

Traffic flow stability has a crucial<br />

role on the overall performance<br />

of the traffic stream. Empirical<br />

results have shown that manual<br />

traffic is generally unstable [2-4]<br />

and could lead to spontaneous<br />

congestion, even in an absence of<br />

a bottleneck [5]. A recent experiment<br />

from Japan on a circular<br />

track has confirmed this phenomenon<br />

and emphasized the role of<br />

instability in traffic congestion [6].<br />

It appears that individual driving<br />

behavior and vehicle characteristics<br />

are key determinant factors<br />

that determine the stability of the<br />

platoon and traffic flow [1, 7]. The<br />

relation could be summarized as<br />

shown in Figure 3.<br />

From Figure 3, platoon stability<br />

is dependent on driver behavior,<br />

vehicle characteristics, and the<br />

disturbance. Driver/vehicle characteristics<br />

that could affect the<br />

stability are, for example, driver<br />

reaction time, driver anticipation,<br />

desired spacing or time headway,<br />

vehicle relaxation time, acceleration<br />

capability. The amplitude of<br />

the disturbance was also found to<br />

have an effect on the stability of<br />

the platoon. Traffic flow stability<br />

could be viewed as a more generalized<br />

one that takes both platoon<br />

stability and traffic stream characteristics<br />

into consideration. In this<br />

case traffic stream characteristics<br />

refer to the distribution of the platoon<br />

length, the inter-platoon gap,<br />

and the exact order of (de)stabilizing<br />

vehicles. After all, traffic flow<br />

stability could translate into the<br />

Figure 3. Relation between driver/vehicle characteristics, platoon/traffic flow<br />

stability, and traffic flow performance<br />

performance of traffic flow as one<br />

would expect that the more stable<br />

the traffic flow, the smoother and<br />

better traffic flow performance. As<br />

a result, it is expected that if we<br />

could influence driver and vehicle<br />

characteristics in a suitable way,<br />

the stability of traffic flow and the<br />

overall traffic performance could<br />

be improved. The reader is referred<br />

to Pueboobpaphan and Van<br />

Arem [8] for more information<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 11


about this subject and its implication<br />

for the design of Cooperative<br />

Adaptive Cruise Control.<br />

IV. CONNECT & DRIVE<br />

Connect & Drive (C&D) is an ADA<br />

system research project starting<br />

from January 2009. It is funded<br />

by High Tech Automotive System<br />

(HTAS) in the Netherlands. This<br />

project aims to design and develop<br />

new generation vehicles equipped<br />

with ADA systems in order<br />

to improve the current traffic congestions,<br />

the road capacity, and<br />

safety in the Netherlands. Study<br />

shows that conventional ACC systems<br />

have limited impacts on the<br />

traffic flow. We believe with more<br />

and better information gathered<br />

through wireless communication<br />

from other vehicles and RSUs,<br />

more precise advices or actions<br />

can be taken to smooth the traffic<br />

jams. Drivers can gain longer anticipation<br />

time. Vehicles can better<br />

coordinate and cooperate with<br />

each other. Therefore, C&D project<br />

focuses on CACC and CCC<br />

systems to improve the road condition.<br />

Three basic traffic situations<br />

of platoons attract our special<br />

interests:<br />

• Increase the size of a platoon,<br />

especially when vehicles<br />

cut into a platoon, for example, at<br />

merging junctions, lane drop, and<br />

etc.<br />

• Decrease the size of a platoon,<br />

especially when vehicles cut<br />

out from a platoon, for example, at<br />

existing splits, lane widening, and<br />

etc.<br />

• Sudden changes in a platoon,<br />

especially when one or more<br />

vehicles brake, accelerate, decelerate,<br />

and incidents.<br />

A prototype of vehicles equipped<br />

with CACC and CCC systems will<br />

be set up for real field testing. However,<br />

real-field vehicles test can<br />

only be implemented small-scale<br />

due to the cost and safety reasons.<br />

The test is not sufficient to demonstrate<br />

all the possible situations in<br />

highways. Further, in some cases,<br />

it is not enough to observe the<br />

impacts, such as shockwave mitigation,<br />

on the entire traffic with<br />

small-scale tests. On the other<br />

hand, traffic simulations can support<br />

system designs by giving<br />

feedbacks of simulation results.<br />

The simulation results can be used<br />

as a guideline of adjusting the current<br />

system design. Finally, the<br />

simulation model will be used to<br />

evaluate the real field test results<br />

and the final design of our C(A)<br />

CC system. Therefore, traffic simulation<br />

will be used to analyze<br />

the traffic performance from macroscopic<br />

perspective.<br />

V. THE TRAFFIC SIMULA-<br />

TION AND ITS CHALLENGES<br />

The traffic simulation defines the<br />

individual behaviors of each vehicle<br />

based on proposed C(A)CC<br />

algorithms and analyzes the traffic<br />

flow performance with large-scale<br />

scenarios. It needs to consider the<br />

following research objectives:<br />

• To establish a C(A)CC<br />

traffic simulation model with an<br />

abstract analytical V2V and V2I<br />

communication model and an<br />

analytical human-in-the-loop control<br />

model.<br />

• To study the impact of<br />

C(A)CC on traffic flow performance.<br />

• To provide design requirements<br />

for C(A)CC based on traffic<br />

flow consideration.<br />

Figure 4. Merging in the highway<br />

• To generate detailed testing<br />

scenarios based on C&D project<br />

scopes.<br />

To simulate such a system in a<br />

traffic simulator and evaluate it,<br />

we face quite few challenges as<br />

follows.<br />

• To choose right simulation<br />

tool. To accomplish all the<br />

research objectives mentioned<br />

above, we need a simulation tool<br />

which can support simulations<br />

in microscopic detail. We need to<br />

model each vehicle as a unique entity<br />

with its own goals and behavior<br />

characteristics. We also need to<br />

have insights of how original traffic<br />

behaviors have been defined in<br />

the simulator to provide us enough<br />

knowledge for assessment. For<br />

instance, we have set up the following<br />

simple merging example in<br />

Paramics v5.2.<br />

Example: the map consists of two<br />

lanes: one single-lane major motorway<br />

and one single-lane minor<br />

motorway joining the major way<br />

with a 250-meter long ramp, as<br />

shown in Figure 4.<br />

In Paramics v5.2, with the default<br />

settings for merging in a ramp as<br />

shown in Figure 4, the decision<br />

for a vehicle to merge into a main<br />

lane does not only depend on the<br />

aggressiveness and time headway<br />

of vehicles, but also depends on<br />

the speed differences between the<br />

vehicles in the main lane and the<br />

merging lane. If the speed difference<br />

is too high, the vehicles in<br />

the main lanes will not slow down<br />

12 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


and create a space for the merging<br />

vehicle. Merging vehicles have to<br />

wait till the end of the main lane<br />

platoon to join the highway. The<br />

queue for merging vehicles gets<br />

longer and longer once one merging<br />

vehicle has to stop when main<br />

lane traffic is busy. Of course, this<br />

is not a realistic and desired merging<br />

reference case. The standard<br />

way to define an on-ramp merge<br />

does not work as we expected in<br />

Paramics v5.2. Different approaches<br />

have to be taken here. One<br />

simple working alternative is to<br />

code the acceleration lane as part<br />

of the main link instead of a ramp.<br />

The section of highway with the<br />

merging area will have one more<br />

lane for the merging vehicle to travel<br />

in. Further, the merging lane<br />

should be coded with restrictions<br />

of turning to make sure the merging<br />

vehicles should start merging<br />

along the entire link, instead of the<br />

end of the lane.<br />

Because we lack of insight knowledge<br />

about the fundamental theories<br />

used to accomplish merging<br />

in Paramicsv5.2, we choose ITS<br />

modeler as our simulation tool,<br />

which is developed by our cooperative<br />

institute TNO. With ITS<br />

modeler, we have all freedom to<br />

define microscopic level of details.<br />

Extended functions of ITS modeler<br />

will be defined and implemented<br />

to fulfill the requirements of<br />

our C(A)CC algorithms and communication<br />

system.<br />

• To model the communication<br />

system. One direct solution<br />

to model the communication systems<br />

into our traffic simulation is<br />

to build a platform to let two systems<br />

interact with each other real<br />

time. OMNET++ is the simulator<br />

chosen for communication simulations<br />

in this project. ITS modeler is<br />

a chosen tool for traffic simulation.<br />

There is no ready direct platform<br />

to interact between OMNET++<br />

and ITS modeler. Those two simulators,<br />

OMNET++ and ITS mode-<br />

assessment. For the C&D project,<br />

we are lack of existing trajectories.<br />

It is crucial to build a reference<br />

scenario with realistic demands,<br />

density, and trajectories. Within<br />

the concept of C&D project, we<br />

would like to compare our C(A)<br />

CC system with manual driving<br />

systems, which means there is no<br />

cruise control or communication<br />

ability available in vehicles.<br />

• To define indicators for<br />

assessment of traffic performance.<br />

As we mentioned before, according<br />

to our study, traffic flow<br />

stability has a direct influence to<br />

traffic performance. A stable traffic<br />

flow can provide much better<br />

performance than an unstable one.<br />

Moreover, traffic flow stability<br />

can be evaluated with the average<br />

speed, the number of shockwaves,<br />

etc.<br />

• To define proper test scenarios.<br />

Among the factors in determining<br />

stability of traffic flows,<br />

drivers and vehicles characteristics<br />

can be controlled some how. However,<br />

there are still some out-ofcontrolled<br />

key factors like market<br />

penetration rate of ADA-facilitated<br />

vehicles in a mixed traffic and<br />

the positions of ADA-facilitated<br />

vehicles in a platoon. Depending<br />

on the different settings of trafler,<br />

are working in the different<br />

time step levels. To build such a<br />

platform to translate simulation<br />

results real-time between two simulators<br />

is very time consuming.<br />

Due to the limited time of the project,<br />

we will abstract the wireless<br />

communication system into analytical<br />

formulas and insert it to our<br />

traffic simulation model. The traffic<br />

simulation model will help to<br />

assess the communication design<br />

and provide feedbacks. However,<br />

the abstract models might not provide<br />

accurate results. We still need<br />

to investigate the accuracy of such<br />

a simulation model.<br />

• To model the human reaction<br />

factor. Human reaction factor<br />

is one parameter that we could<br />

not have direct influence on in the<br />

entire control loop. Drivers’ reaction<br />

towards system suggestions<br />

might differ a lot depends on drivers’<br />

age, gender, characteristics,<br />

personal situation, weather, and<br />

so on. One of the work packages<br />

in C&D project will study these<br />

impacts. Similar to the interface<br />

with communication systems, we<br />

will embed abstract analytical studies<br />

of human factor impact into<br />

our traffic simulation.<br />

• To build a good reasonable<br />

performed reference scenario for<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 13


fic scenarios, those factors might<br />

have both positive and negative<br />

effects on the traffic flow stability.<br />

That raises another research question:<br />

how to define proper test<br />

scenarios to evaluate our system<br />

In this case, systematic studies of<br />

different combinations of those<br />

factors are necessary. Traffic flows<br />

are composed randomly in reality.<br />

The system behavior needs to be<br />

inspected under all different situations.<br />

VI. CONCLUSIONS<br />

Connect & Drive is going to design<br />

and implement a fully intelligent<br />

traffic system with set of<br />

interactive subsystems like cooperative<br />

adaptive cruise control<br />

(CACC) and human-in-the-loop<br />

connected cruise control systems<br />

(CCC). Vehicles or the drivers of<br />

vehicles make cooperative driving<br />

decisions based on communication<br />

information from other vehicles<br />

(V2V) and infrastructures<br />

(V2I). We believe such a system<br />

can cope with many challenges<br />

and problems in nowadays traffic<br />

flow. It is expected to enhance the<br />

traffic capacity and improve the<br />

road safety and comfort.<br />

Prototypes in a small-scale scope<br />

will be implanted at the end of<br />

the project. Although prototypes<br />

can provide us the performance of<br />

our system in the real world, we<br />

still need assessment in large-scale<br />

field. Therefore, we will build a<br />

traffic simulation model to evaluate<br />

traffic performance in macroscopic<br />

criteria, to provide feedbacks<br />

to system designers, and at the<br />

end to enhance the entire system.<br />

Based on our study, we reveal that<br />

traffic flow stability have direct<br />

influence on traffic flow performance.<br />

Moreover, it depends on<br />

various factors, such as driver/<br />

vehicle characteristics, and traffic<br />

stream characteristics. Further, we<br />

need to cope with the challenges<br />

and difficulties while building up<br />

the traffic simulation model for<br />

C&D project, such as traffic simulation<br />

model with communication<br />

systems and human reaction factor,<br />

build up realistic reference<br />

cases, define right performance<br />

indicators, and so on. In the coming<br />

future, we will solve the discussed<br />

problems, build the traffic<br />

simulation model, and accomplish<br />

the performance evaluation of our<br />

C(A)CC system.<br />

REFERENCES<br />

[1] Tampere, C., Human-kinetic multiclass traffic flow theory and modeling:<br />

with application to advanced driver assistance systems in congestion,<br />

Doctoral dissertation, Delft University of Technology, the Netherlands,<br />

2004.<br />

[2] Treiterer, J., J.A. Myers, The hysteresis phenomenon in traffic flow,<br />

Proceedings of the 6th International symposium on transportation and traffic<br />

theory, pp. 13-38, 1974.<br />

[3] Ranjitkar, P., T. Nakatsuji, Y. Azuta, G.S. Gurusinghe, Stability<br />

analysis based on instantaneous driving behavior using car following data,<br />

Transportation Research Record: Journal of the Transportation Research<br />

Board, Vol. 1852, pp. 140-151, 2003.<br />

[4] Ranjitkar, P., T. Nakatsuji, A. Kawamura, Experimental analysis of<br />

car-following dynamics and traffic stability, Transportation Research Record:<br />

Journal of the Transportation Research Board, Vol. 1934, pp. 22-32,<br />

2005.<br />

[5] Kerner, B.S., Experimental features of self-organization in traffic<br />

flow, Physical review letters, vol. 81, no. 17, pp. 3797-3800, 1998.<br />

[6] Sugiyama, Y., M. Fukui, M. Kikuchi, K. Hasebe, A. Nakayama, K.<br />

Nishinari, S. Tadaki, S. Yukawa, Traffic jams without bottlenecks-experimental<br />

evidence for the physic al mechanism of the formation of a jam,<br />

New journal of physics, Vol. 10, No. 3, 2008.<br />

[7] Ossen, S. Longitudinal driving behavior: Theory and empirics,<br />

Doctoral dissertation, TRAIL Thesis series T2008/8, 2008.<br />

[8] Pueboobpaphan, R., Van Arem, B., Understanding the relation between<br />

driver/vehicle characteristics and platoon/traffic flow stability for<br />

the design and assessment of Cooperative Adaptive Cruise Control, submitted<br />

to the 89th Transportation Research Board (TRB) annual meeting,<br />

2010.<br />

14 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


fic scenarios, those factors might<br />

have both positive and negative<br />

effects on the traffic flow stability.<br />

That raises another research question:<br />

how to define proper test<br />

scenarios to evaluate our system<br />

In this case, systematic studies of<br />

different combinations of those<br />

factors are necessary. Traffic flows<br />

are composed randomly in reality.<br />

The system behavior needs to be<br />

inspected under all different situations.<br />

VI. CONCLUSIONS<br />

Connect & Drive is going to design<br />

and implement a fully intelligent<br />

traffic system with set of<br />

interactive subsystems like cooperative<br />

adaptive cruise control<br />

(CACC) and human-in-the-loop<br />

connected cruise control systems<br />

(CCC). Vehicles or the drivers of<br />

vehicles make cooperative driving<br />

decisions based on communication<br />

information from other vehicles<br />

(V2V) and infrastructures<br />

(V2I). We believe such a system<br />

can cope with many challenges<br />

and problems in nowadays traffic<br />

flow. It is expected to enhance the<br />

traffic capacity and improve the<br />

road safety and comfort.<br />

Prototypes in a small-scale scope<br />

will be implanted at the end of<br />

the project. Although prototypes<br />

can provide us the performance of<br />

our system in the real world, we<br />

still need assessment in large-scale<br />

field. Therefore, we will build a<br />

traffic simulation model to evaluate<br />

traffic performance in macroscopic<br />

criteria, to provide feedbacks<br />

to system designers, and at the<br />

end to enhance the entire system.<br />

Based on our study, we reveal that<br />

traffic flow stability have direct<br />

influence on traffic flow performance.<br />

Moreover, it depends on<br />

various factors, such as driver/<br />

vehicle characteristics, and traffic<br />

stream characteristics. Further, we<br />

need to cope with the challenges<br />

and difficulties while building up<br />

the traffic simulation model for<br />

C&D project, such as traffic simulation<br />

model with communication<br />

systems and human reaction factor,<br />

build up realistic reference<br />

cases, define right performance<br />

indicators, and so on. In the coming<br />

future, we will solve the discussed<br />

problems, build the traffic<br />

simulation model, and accomplish<br />

the performance evaluation of our<br />

C(A)CC system.<br />

REFERENCES<br />

[1] Tampere, C., Human-kinetic multiclass traffic flow theory and modeling:<br />

with application to advanced driver assistance systems in congestion,<br />

Doctoral dissertation, Delft University of Technology, the Netherlands,<br />

2004.<br />

[2] Treiterer, J., J.A. Myers, The hysteresis phenomenon in traffic flow,<br />

Proceedings of the 6th International symposium on transportation and traffic<br />

theory, pp. 13-38, 1974.<br />

[3] Ranjitkar, P., T. Nakatsuji, Y. Azuta, G.S. Gurusinghe, Stability<br />

analysis based on instantaneous driving behavior using car following data,<br />

Transportation Research Record: Journal of the Transportation Research<br />

Board, Vol. 1852, pp. 140-151, 2003.<br />

[4] Ranjitkar, P., T. Nakatsuji, A. Kawamura, Experimental analysis of<br />

car-following dynamics and traffic stability, Transportation Research Record:<br />

Journal of the Transportation Research Board, Vol. 1934, pp. 22-32,<br />

2005.<br />

[5] Kerner, B.S., Experimental features of self-organization in traffic<br />

flow, Physical review letters, vol. 81, no. 17, pp. 3797-3800, 1998.<br />

[6] Sugiyama, Y., M. Fukui, M. Kikuchi, K. Hasebe, A. Nakayama, K.<br />

Nishinari, S. Tadaki, S. Yukawa, Traffic jams without bottlenecks-experimental<br />

evidence for the physic al mechanism of the formation of a jam,<br />

New journal of physics, Vol. 10, No. 3, 2008.<br />

[7] Ossen, S. Longitudinal driving behavior: Theory and empirics,<br />

Doctoral dissertation, TRAIL Thesis series T2008/8, 2008.<br />

[8] Pueboobpaphan, R., Van Arem, B., Understanding the relation between<br />

driver/vehicle characteristics and platoon/traffic flow stability for<br />

the design and assessment of Cooperative Adaptive Cruise Control, submitted<br />

to the 89th Transportation Research Board (TRB) annual meeting,<br />

2010.<br />

14 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


praktijk<br />

Aanleggen van transportleidingen<br />

in Nederland<br />

Freddy Weessies<br />

Nederland is een van de dichtst bebouwde landen in de wereld. Dat<br />

wil zeggen: bovengronds. Ondergronds bouwen wordt steeds meer<br />

als een optie gezien, want daar is immers nog steeds de ruimte. Een<br />

van de meest in het oog springende (maar ongeziene) bouwwerken in<br />

de ondergrond zijn pijpleidingen. Het transport is schoon, stil, continu<br />

en efficiënt.<br />

Om een idee te geven van de omvang: in Nederland wordt er per jaar<br />

circa 100 miljoen m3 gas getransporteerd en circa 1200 miljoen ton<br />

water. Het binnenlandse watertransport alleen is al meer dan het totale<br />

binnenlandse goederenvervoer (circa 1150 miljoen ton). De totale<br />

lengte aan riool-, water-, product- en gasleidingen loopt in de vele tienduizenden<br />

kilometers.<br />

In dit artikel wordt vooral de aandacht gericht op het ontwerp en de<br />

aanleg van transportleidingen. Het zal snel duidelijk worden dat de<br />

onderwerpen waar rekening mee gehouden moet worden niet alleen<br />

groot zijn, maar ook zeer divers.<br />

Tracékeuze<br />

Het ontwerp van een transportleiding<br />

begint bij het vaststellen<br />

van het tracé. Het bepalen van een<br />

tracé is vooral een commerciële afweging,<br />

waarbij het gekozen tracé<br />

niet altijd de meest logische keuze<br />

lijkt op het eerste gezicht. Het uiteindelijke<br />

tracé is namelijk vaak<br />

niet de kortste route van A naar B,<br />

aangezien er rekening gehouden<br />

moet worden met knelpunten en<br />

obstakels die op de route liggen.<br />

Voorbeelden hiervan zijn woongebieden,<br />

natuurgebieden en de<br />

bestaande infrastructuur (dijken,<br />

spoorwegen, rivieren of wegen).<br />

Maar ook archeologische vindplaatsen<br />

kunnen maar beter vermeden<br />

worden. Uiteraard moet er<br />

rekening worden gehouden met<br />

de grondsoort waarin de transportleiding<br />

wordt gelegd en de<br />

procedures met betrekking tot de<br />

benodigde vergunningen kunnen<br />

van grote invloed zijn op de uiteindelijke<br />

keuze voor een bepaald<br />

tracé.<br />

WION<br />

Wanneer het tracé bepaald is,<br />

kan de transportleiding worden<br />

aangelegd. In Nederland worden<br />

transportleidingen ondergronds<br />

aangelegd, maar de bodem ligt<br />

vol met kabels en leidingen. Het is<br />

mogelijk dat die kabels en leidingen<br />

geraakt worden bij graafwerkzaamheden.<br />

Graafschades zijn een<br />

van de grootste oorzaken van falen<br />

van transportleidingen en veroorzaken<br />

gemakkelijk een calamiteit.<br />

Naast de persoonlijke tragedie,<br />

kan de economische schade van<br />

een graafschade enorm zijn. Immers,<br />

niet alleen de directe gevolgen<br />

(zoals het stopzetten van de<br />

productie) zijn van belang. Ook de<br />

leveringszekerheid van het bedrijf<br />

dat eigenaar is van de geraakte kabel<br />

of leiding, wordt ondermijnd.<br />

Om graafschade aan de kabels<br />

en leidingen te voorkomen en<br />

daarmee de veiligheid van de uitvoerder<br />

en de directe omgeving<br />

te bevorderen, heeft de overheid<br />

het initiatief genomen tot de Wet<br />

Informatie-uitwisseling Ondergrondse<br />

Netten (WION), ook wel<br />

de “Grondroerdersregeling” genoemd.<br />

De WION eist dat er een<br />

melding wordt gedaan van graafwerkzaamheden<br />

vóór uitvoering<br />

van het werk. Het Kadaster levert<br />

dan aan de grondroerder informatie<br />

over de ligging van kabels en<br />

leidingen in het tracé waar rekening<br />

mee gehouden moet worden.<br />

Dat dit geen overbodige luxe is<br />

maakt het volgende bericht dui-<br />

delijk:<br />

“Op 30 juli 2004 vond op het industriegebied<br />

van het Belgische<br />

plaatsje Gellingen een zware explosie<br />

plaats.<br />

Door de explosie en de zware<br />

brand die volgde, kwamen 24<br />

mensen om. De gasexplosie is<br />

waarschijnlijk veroorzaakt na beschadiging<br />

van de leiding tijdens<br />

graafwerkzaamheden enkele weken<br />

voor de ramp. Toen de operator<br />

de druk verhoogde in de<br />

pijpleiding, is die volledig opengebarsten.”<br />

Externe veiligheid<br />

Gezien de risico’s die het transport<br />

van (gevaarlijke) vloeistoffen en<br />

gassen met zich meebrengt, worden<br />

er eisen gesteld aan de veiligheid<br />

van de omgeving rondom<br />

een transportleiding door middel<br />

van het externe veiligheidsbeleid.<br />

Hiermee worden de risico’s beheerst<br />

voor de burgers, die verbonden<br />

zijn aan het gebruik en<br />

transport van gevaarlijke stoffen.<br />

De externe veiligheid van een<br />

transportleiding moet voldoen<br />

aan de eisen die gesteld zijn aan<br />

het externe risico, wat berekend<br />

kan worden met behulp van een<br />

QRA (Quantitative Risk Assessment).<br />

In de QRA wordt vastgelegd<br />

wat het plaatsgebonden risico<br />

is voor de omgeving, waarbij<br />

uitgegaan wordt van gekwantificeerde<br />

risico’s die maatschappelijk<br />

aanvaardbaar worden geacht.<br />

16 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Het plaatsgebonden risico is de<br />

kans per jaar dat een persoon die<br />

zich continu onbeschermd op een<br />

bepaalde plaats in een omgeving<br />

van een transportroute bevindt,<br />

overlijdt ten gevolge van een ongeval<br />

met het transport van gevaarlijke<br />

stoffen op die route. De<br />

eis aan het plaatsgebonden risico<br />

voor het vervoer van gevaarlijke<br />

stoffen ligt op een letaliteit van<br />

1•10-6 per jaar. Dit wordt ook wel<br />

de risicocontour genoemd. Factoren<br />

die van invloed zijn op de risicocontour<br />

zijn onder andere:<br />

• de gronddekking op de leiding;<br />

• de wanddikte van de leiding;<br />

• de kerftaaiheid van de leiding.<br />

Het mag duidelijk zijn dat door<br />

een diepere ligging in de grond, de<br />

kans op graafschade van buitenaf<br />

beperkt wordt en dat daarmee dus<br />

het risico op een calamiteit wordt<br />

verkleind. De wanddikte bepaalt<br />

mede de indringdiepte in geval<br />

van schade en is ook een belangrijke<br />

factor voor de sterkte van de<br />

leiding. De kerftaaiheid geeft een<br />

maat voor de eventuele scheurgroei<br />

na schade aan de leiding.<br />

Ontwerp van de transportleiding<br />

Voor het ontwerpen van de transportleiding<br />

moet bekend zijn wat<br />

de minimumeisen zijn uit de QRA<br />

en wat de eisen zijn van de vergunningsverleners.<br />

Verder moet<br />

bekend zijn hoe het maaiveldprofiel<br />

er uitziet en is informatie betreffende<br />

de aanwezige kabels en<br />

leidingen (en overige obstakels)<br />

benodigd. Bij het ontwerp wordt<br />

er dan vooral gezocht naar oplossingen<br />

om het tracé te volgen,<br />

maar de leiding voldoende bewegingsruimte<br />

te geven om de belastingen<br />

op te kunnen vangen.<br />

Bij de belastingen kan gedacht<br />

worden aan de bovenlast op de<br />

leiding (het gewicht van de grond<br />

bovenop de leiding, de verkeersbelasting<br />

die doorwerkt op de leiding),<br />

de druk in de leiding zelf en<br />

de thermische uitzetting (of krimp)<br />

van de leiding. De thermische expansie<br />

is over het algemeen het<br />

gevolg van het verschil tussen de<br />

aanlegtemperatuur van de transportleiding<br />

en de producttemperatuur.<br />

Ook zettingsverschillen<br />

kunnen aanzienlijke belastingen<br />

opleveren voor een transportleiding.<br />

Een goed voorbeeld hiervan<br />

is verlaging van de grondwaterstand<br />

nabij een (starre) aansluiting<br />

op een fabriek.<br />

Sterkteberekeningen<br />

Met behulp van sterkteberekeningen<br />

wordt vervolgens gecontroleerd<br />

of de transportleiding<br />

bestand is tegen de belastingen.<br />

Daarbij wordt gebruik gemaakt<br />

van een grondmechanisch rapport<br />

om de grondeigenschappen te<br />

vertalen naar grondmechanische<br />

parameters die de wisselwerking<br />

tussen de grond en de transportleiding<br />

beschrijven. Door de belastingen<br />

op de leiding te verhogen<br />

en de sterkte van de leiding te<br />

verlagen door middel van onzekerheidsfactoren,<br />

wordt een rekenmodel<br />

gecreëerd, waarbij er<br />

voldoende vertrouwen is dat de<br />

werkelijkheid binnen het rekenmodel<br />

past. De berekening wordt<br />

met de Eindige Elementen Methode<br />

uitgevoerd, waarbij gebruik<br />

gemaakt wordt van een speciaal<br />

daarvoor ontwikkeld softwarepakket.<br />

Aanleg van transportleidingen<br />

Nadat het ontwerp is afgerond en<br />

is goedgekeurd door de klant en<br />

de vergunningverlener en ook de<br />

aannemer geen bezwaren heeft,<br />

kan de transportleiding worden<br />

aangelegd. Het mag duidelijk zijn<br />

dat tijdens het ontwerp meerdere<br />

malen contact is met de klant en<br />

de aannemer.<br />

Bij de aanleg van de transportleiding<br />

wordt het grootste gedeelte<br />

van de leiding in open ontgraving<br />

gelegd. Bij het kruisen van bepaalde<br />

obstakels, is het niet altijd<br />

mogelijk om de aanleg in open<br />

ontgraving te doen, vanwege de<br />

hinder die dat met zich mee zou<br />

brengen. Het kruisen van bijvoorbeeld<br />

een snelweg vereist gewoonweg<br />

een andere uitvoeringsmethode.<br />

Hiervoor wordt gewoonlijk<br />

een sleufloze methode toegepast,<br />

zoals horizontaal gestuurd boren<br />

(Horizontal Directional Drilling).<br />

HDD<br />

Het uitvoeren van een HDD gaat<br />

in een drietal fasen:<br />

1) De pilotboring.<br />

2) Het ruimen van het boorgat.<br />

3) Het trekken van de productiepijp.<br />

1) De pilotboring<br />

Een holle boorbuis met voorop<br />

een boorkop wordt door de grond<br />

geduwd met behulp van een<br />

“rig”, waarbij de holle boorbuis<br />

gebruikt wordt om de boorkop te<br />

voeden met bentoniet. Bentoniet is<br />

een kleisoort waarvoor slechts een<br />

minimale kracht nodig is om het<br />

materiaal in beweging te krijgen.<br />

Hierdoor wordt bentoniet veel<br />

toegepast als boorvloeistof. Het<br />

bentoniet heeft een drietal functies<br />

in het proces: het houdt het<br />

boorgat open, voert de overtollige<br />

aarde af en drijft de boorkop aan.<br />

Boorrichting<br />

Achter de boorkop is een hoekstuk<br />

gemonteerd. Dit is een gebogen<br />

stuk buis met een gedefinieerde<br />

hoek (0,5° – 2,5°). Dit hoekstuk<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 17


heeft als taak om de werkrichting<br />

van de boorkop te veranderen.<br />

Dit gebeurt door de boorbuis met<br />

kleine beetjes te draaien. Wanneer<br />

de boorbuis daarna verder de<br />

grond in geduwd wordt, wijzigt<br />

deze van richting. Om een rechte<br />

sectie te boren, moet de boorbuis<br />

constant geroteerd worden tijdens<br />

de pilotboring.<br />

2) Het ruimen van het boorgat<br />

Na de pilotboring wordt de boorkop<br />

verwijderd en vervangen door<br />

een ruimer. De boorbuis wordt teruggetrokken,<br />

waarbij de ruimer<br />

het boorgat vergroot. Een tweede<br />

boorbuis wordt mee teruggetrokken,<br />

zodat er boorvloeistof beschikbaar<br />

is om de boorgat open<br />

te houden. Het ruimen kan een<br />

aantal keren herhaald worden met<br />

een toenemende ruimerdiameter.<br />

3) Het trekken van de productiepijp<br />

Als het boorgat voldoende ruim is,<br />

wordt de transportleiding gekoppeld<br />

aan de boorbuis en door het<br />

boorgat getrokken. Daarbij wordt<br />

met een laatste ruimer het boorgat<br />

op de juiste diameter gehouden.<br />

Na aanleg van de leiding wordt<br />

deze op sterkte en dichtheid beproefd<br />

en daarna overgedragen<br />

aan de leidingeigenaar.<br />

ven van een sleuf, het leggen van<br />

de leiding en het aanvullen van<br />

de uitgegraven grond. Wanneer je<br />

het ontwerp en de aanleg op deze<br />

wijze benadert, dan sla je een hoop<br />

essentiële zaken over. Het realiseren<br />

van een operationele transportleiding<br />

vergt meer kennis<br />

en expertise. Het ontwerpen van<br />

transportleidingen is een complex<br />

proces met vele facetten, waarbij<br />

engineering en management een<br />

belangrijke rol spelen.<br />

De auteur<br />

In 2007 ben ik (Freddy Weessies)<br />

afgestudeerd aan de <strong>Universiteit</strong><br />

<strong>Twente</strong> bij de studie Werktuigbouwkunde.<br />

Sinds twee jaar werk<br />

ik als pijpleiding ingenieur bij Tebodin<br />

Netherlands B.V., vestiging<br />

Hengelo. Als pijpleiding ingenieur<br />

ben je verantwoordelijk voor<br />

je eigen projecten, waarbij je het<br />

contact met de klant, materiaalleveranciers<br />

en de aannemer onderhoudt<br />

en de planning bewaakt. In<br />

samenwerking met een ontwerper<br />

bepaal je het ontwerp van een leiding<br />

en door sterkteberekeningen<br />

uit te voeren controleer je of de<br />

berekende belastingen toelaatbaar<br />

zijn. Een goede kennis van<br />

de grond en grondmechanica is<br />

essentieel voor een goed ontwerp.<br />

Voor een civiel ingenieur is dit natuurlijk<br />

gesneden koek, maar als<br />

werktuigbouwkundige heb ik nog<br />

het een en ander over de grond<br />

moeten bijleren. Uiteindelijk zorg<br />

je voor een ontwerp waar men<br />

mee uit de voeten kan. Kortom,<br />

het ontwerpen van pijpleidingen<br />

naar tevredenheid van de klant is<br />

zeer uitdagend en het vergt veel<br />

kennis om in dit vakgebied werkzaam<br />

te zijn.<br />

Conclusie<br />

De aanleg van transportleidingen<br />

is kort samen te vatten als het gra-<br />

18 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Vereniging<br />

Frisse Start<br />

Jeroen van der Stee<br />

Nieuw collegejaar betekend een frisse start, ook voor ons als bestuur<br />

is het lekker om weer te beginnen na de vakantie. Het is wel gelijk<br />

een drukke periode met de Hav en alle nieuwe eerstejaars die aan<br />

een nieuwe periode van hun leven beginnen en opgevangen moeten<br />

worden.<br />

Na een week algemene introductie<br />

was het tijd voor de nieuwe<br />

eerstejaars om kennis te maken<br />

met <strong>ConcepT</strong>. Dit gebeurd tijdens<br />

het wel bekende introkamp. Na<br />

een kort praatje en een speurtocht<br />

van de opleiding mocht <strong>ConcepT</strong><br />

haar nieuwe leden meenemen op<br />

kamp. Dit waren twee geslaagde<br />

dagen vol sport en spel, kennismaking<br />

en Feest. Het kamp werd<br />

natuurlijk weer afgesloten met de<br />

traditionele cantus waar dit jaar<br />

de escalatie net iets te veel escaleerde.<br />

Twee weken na het kamp was<br />

de commissiemarkt waar vooral<br />

de eerstejaars zich konden aanmelden<br />

voor commissiewerk bij<br />

<strong>ConcepT</strong>. Uit de massale belangstelling<br />

bleek dat <strong>ConcepT</strong> een<br />

goede indruk had gemaakt en<br />

de inschrijflijsten voor sommige<br />

commissie waren dan ook goed<br />

gevuld. Wat betekend dat ons een<br />

moeilijke taak staat te wachten om<br />

iedereen in de juiste commissies te<br />

krijgen.<br />

Buiten de commissies voor eerstejaars<br />

zijn er meer commissies die<br />

gevuld moeten worden. Zo word<br />

binnen kort de nieuwe symposiumcommissie<br />

weer opgestart.<br />

Zodat er weer een prachtig Symposium<br />

neergezet kan worden op<br />

17 maart 2010. Ook is de nieuwe<br />

studiereis commissie ondertussen<br />

van start gegaan en zijn nu druk<br />

bezig met kiezen van een land.<br />

Naast alle commissies die gevuld<br />

dienen te worden is het ook weer<br />

tijd om naar een nieuw bestuur te<br />

zoeken.<br />

Op 24 september hebben we weer<br />

onze Halfjaarlijkse vergadering<br />

gehad. Omdat er niet over grote<br />

dingen gestemd werd. Was de<br />

vergadering vooral bedoeld om<br />

het gevoerde beleid te evalueren.<br />

Dit zowel op financieel als op algemeen<br />

vlak. Daarna was er de<br />

tijd om onder het genot van het<br />

nodige gerstenat de vergadering<br />

nog even na te bespreken.<br />

Naast alle serieuze dingen in de<br />

eerste maanden van het nieuwe<br />

college jaar, is het ook de tijd dat<br />

vele besturen wisselen. Wat betekent<br />

dat we ons weer moeten<br />

profileren op de vele constitutieborrels<br />

om zo te zorgen dat de<br />

nieuwe besturen precies weten<br />

wie we zijn. Naast het geven van<br />

een betonblok en het praatje dat<br />

je met iedereen maakt word er<br />

natuurlijk ook uit volle borst het<br />

<strong>ConcepT</strong>-lied gezongen.<br />

Nu we al ruim over de helft van<br />

onze bestuursperiode zijn wordt<br />

het tijd om alles af te ronden. Zo<br />

moet er binnen kort een start gemaakt<br />

met het implanteren van<br />

een aangepaste huisstijl. In eerste<br />

instantie word alleen de externe<br />

communicatie aangepakt en zijn<br />

we nog bezig met het ontwerpen<br />

van posters en dergelijke voor de<br />

interne communicatie. Ook kunnen<br />

we nu de evaluatie groepen<br />

opstarten, na in het vierde kwartiel<br />

van vorig jaar een geslaagde<br />

pilot te hebben gedraaid. Op het<br />

moment dat er een nieuw bestuur<br />

gevonden is, is het natuurlijk ook<br />

zaak om deze goed in te werken<br />

en daarnaast moeten we ondertussen<br />

ook aan de verslaglegging<br />

van het door ons gevoerde beleid<br />

te beginnen.<br />

Al met al staat ons een vrij drukke<br />

tijd te wachten met veel afwisseling.<br />

Maar we maken natuurlijk<br />

nog steeds even tijd om met onze<br />

leden te praten onder het genot<br />

van een kop koffie.<br />

Namens het 21e Bestuur van <strong>ConcepT</strong>,<br />

Jeroen van der Stee<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 19


VEREniging<br />

Metrostation Centraal Station<br />

Sluitsteen van het project Noord/Zuidlijn<br />

Erwin Vonk<br />

Het is op dit moment het meest complexe bouwproject in Nederland:<br />

de aanleg van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam. Het project is al veel<br />

negatief in het nieuws geweest vanwege grondverzakkingen en kostenoverschrijdingen.<br />

Toch wordt ondertussen ondergronds een waar<br />

meesterwerk uitgevoerd. Om de omgevingsoverlast minimaal te houden<br />

worden innovatieve technieken gebruikt als grondbevriezing met<br />

stikstof, ontgraven met verhoogde luchtdruk, tunnelboren in slappe<br />

ondergrond en verticale microtunneling. Sluitsteen van dit project is<br />

de aanleg van een nieuw metrostation onder het bestaande Amsterdam<br />

Centraal. Op 16 september ging een groep van 30 studenten met<br />

<strong>ConcepT</strong> op excursie en bracht een bezoek aan de bouwkuipen rond<br />

Amsterdam Centraal.<br />

Dwars door het centrum<br />

Sinds in 1977 de eerste metrolijn<br />

in Amsterdam geopend werd, is<br />

de hoeveelheid forensen enorm<br />

gegroeid. Om de bereikbaarheid<br />

op peil te houden is daarom door<br />

de jaren heen het aantal lijnen gegroeid<br />

tot vier. Deze verbindingen<br />

lopen echter allemaal met een<br />

grote bocht om het drukke centrum<br />

heen. Nu de afgelopen jaren<br />

met name Amsterdam-Noord en<br />

Amsterdam Zuidas volop in ontwikkeling<br />

zijn, is er een sterke behoefte<br />

om een directe verbinding<br />

tussen deze groeikernen te realiseren:<br />

de Noord/Zuidlijn. De enige<br />

rendabele oplossing is daarbij om<br />

het tracé dwars onder het centrum<br />

door te laten lopen. De lijn begint<br />

bovengronds bij station Buikslotermeerplein<br />

in Amsterdam-<br />

Noord en gaat vervolgens onder<br />

het IJ en het Centraal Station door.<br />

Daarna loopt het tracé via geboorde<br />

tunnels langs het damrak, het<br />

Rokin, de Vijzelgracht, de Ferdinant<br />

Bolstraat en de Scheldestraat.<br />

Uiteindelijk komt de lijn weer boven<br />

de grond in de middenberm<br />

van de Ringweg Zuid, om vervolgens<br />

weer aan te sluiten op het<br />

bestaande station Zuid/WTC. In<br />

totaal wordt het tracé 9,5 kilometer<br />

lang.<br />

met name af rond station Vijzelgracht.<br />

In 2008 deden zich hier een<br />

aantal grondverzakkingen voor<br />

die veroorzaakt werden door lekkende<br />

diepwanden. Als gevolg<br />

hiervan werden de bouwactiviteiten<br />

over het hele tracé stilgelegd.<br />

Na de publicatie van het rapport<br />

van de commissie Veerman over<br />

de toekomst van de Noord/Zuidlijn<br />

is in juli 2009 de bouw weer<br />

hervat. Belangrijkste aanbeveling<br />

in dit rapport is om de volgorde<br />

van het tunnelboorproces te wijzigen.<br />

Het nieuwe plan is nu om<br />

vanuit twee richtingen tunnels te<br />

boren met als middelpunt station<br />

Vijzelgracht. Hierdoor krijgen de<br />

bouwers van dit station meer tijd,<br />

wat een tijdwinst van één jaar oplevert.<br />

Opmerkelijke uitkomst van<br />

Problemen<br />

De grootste problemen rondom<br />

de Noord/Zuidlijn spelen zich<br />

Zie figuur 1: De Noord/Zuidlijn krijgt in de toekomst nummer 52<br />

20 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


het rapport is verder dat de totale<br />

kosten nu op 3,1 miljard euro geschat<br />

worden (oorspronkelijk € 1,4<br />

miljard). Problemen<br />

Centraal station<br />

Het hele tracé is opgesplitst in een<br />

groot aantal contractdelen, waaraan<br />

verschillende aannemers werken.<br />

Bepaalde delen zijn inmiddels<br />

al gereed; zo is station Johan<br />

van Hasseltweg in ruwbouw al<br />

klaar en ligt het grootste deel van<br />

de Noordlijn er ook al. De werk-<br />

zaamheden onder het centraal station<br />

zijn echter nog in volle gang<br />

en worden uitgevoerd door de<br />

aannemerscombinatie Strukton<br />

- Van Oord. In feite zijn de activiteiten<br />

hier geconcentreerd op<br />

drie locaties. Ten eerste wordt een<br />

tunnelbuis onder het bestaande<br />

stationsemplacement afgezonken.<br />

Deze sluit vervolgens onder het<br />

bestaande voorplein aan op het<br />

nieuw te bouwen metrostation.<br />

Verder wordt aan de IJzijde een<br />

nieuwe “kap”aan het station gebouwd.<br />

Onder deze overkapping<br />

worden in totaal vier bouwlagen<br />

gerealiseerd die respectievelijk<br />

een busstation, voetgangerspromenade,<br />

autotunnel en op het<br />

diepste niveau de metrotunnel<br />

huisvesten.<br />

Wanden-dakmethode<br />

De grootste uitdaging tijdens de<br />

bouw is dat het openbaar vervoer<br />

en het dagelijks leven op het stationsplein<br />

te allen tijde moet blijven<br />

functioneren. Daarom is ervoor<br />

gekozen om bij de aanleg van het<br />

metrostation onder het voorplein<br />

gebruik te maken van de zogenaamde<br />

wanden-dakmethode. Bij<br />

deze bouwtechniek worden eerst<br />

diepwanden gegraven. Op de<br />

toekomstige bodem van de bouwkuip<br />

wordt vervolgens een stempel<br />

aangebracht om te voorkomen<br />

dat de diepwanden bezwijken. Dit<br />

wordt gedaan door middel van<br />

jetgrouting: een techniek waarbij<br />

onder zeer hoge druk (100 tot 500<br />

bar) een groutmengsel in de grond<br />

wordt geïnjecteerd. Hiermee is een<br />

stempel te realiseren zonder dat<br />

de grond eerst afgegraven hoeft<br />

te worden. Wanneer dit voltooid<br />

is kan de dakconstructie worden<br />

gestort, waarna de kuip kan worden<br />

ontgraven. Aangezien het dagelijks<br />

verkeer weer over het dak<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 21


graaft zich een weg in de grond,<br />

waarbij met een kleine hijsinstallatie<br />

telkens stalen segmenten in<br />

het boorgat worden gehesen om<br />

de wanden te stabiliseren. Wanvan<br />

de bouwkuip kan rijden nadat<br />

deze gestort is, blijft de omgevingsoverlast<br />

beperkt. Hoewel de<br />

kosten behoorlijk hoog zijn, is het<br />

dus een zeer omgevingsvriendelijke<br />

bouwmethode. Op het moment<br />

van schrijven is men halverwege<br />

met het ontgraven en concentreren<br />

de werkzaamheden zich op<br />

het aanbrengen van een tweede<br />

stempel op -13 meter NAP, halverwege<br />

de uiteindelijke diepte.<br />

Microtunneling<br />

Tegelijkertijd wordt er druk gewerkt<br />

onder het centraal station<br />

zelf, waar de toekomstige tunnelbuis<br />

recht onder de bestaande reizigerstunnel<br />

wordt afgezonken.<br />

Aangezien het station volledig<br />

moet blijven functioneren tijdens<br />

de bouw is steeds tijdelijk een helft<br />

van de tunnel afgesloten. Verder<br />

mag onder geen beding schade<br />

aan het station worden veroor-<br />

zaakt, aangezien het een rijksmonument<br />

is. Dit betekent dus feitelijk<br />

werken in een wespennest,<br />

waarbij elke fout fataal kan zijn. In<br />

de beginfase zijn voorzichtig oude<br />

houten funderingspalen onder het<br />

station getrokken en vervangen<br />

door nieuwe palen. Deze palen<br />

konden niet met conventionele<br />

technieken gerealiseerd worden<br />

vanwege de beperkte hoogte in de<br />

reizigerstunnel en kans op grondverzakking.<br />

Om die reden was het<br />

ook niet mogelijk damwanden te<br />

slaan om de bouwkuip te realiseren.<br />

Strukton heeft daarom een<br />

nieuwe techniek gebruikt die inmiddels<br />

bekend staat als verticale<br />

microtunneling. Het principe hiervan<br />

is te vergelijken met het offshore<br />

boren naar olie. Een boorkop<br />

met een doorsnee van 1,80 meter<br />

neer het gat voltooid is, kan het<br />

afgestort worden met beton.<br />

Sandwichwanden<br />

Op deze manier worden twee rijen<br />

van elk 45 palen gerealiseerd.<br />

Hierop rust een nieuwe betonvloer<br />

waardoor de reizigerstunnel<br />

gedragen wordt. De ruimte<br />

tussen de palen wordt waterdicht<br />

gemaakt met in totaal 300 jetgroutkolommen,<br />

zodat een zogenaamde<br />

sandwichwand van 3 meter dik<br />

gevormd wordt. Uiteindelijk kan<br />

de hele ruimte onder de reizigerstunnel,<br />

de zinksleuf, ontgraven<br />

worden. Hierna wordt de kuip<br />

onder water gezet en kan vanaf<br />

het IJ een geprefabriceerd tunnelelement<br />

ingevaren worden. Dit<br />

element, met een lengte van 141<br />

meter, is inmiddels gereed en ligt<br />

op de bodem van het IJ te wachten<br />

tot de zinksleuf geheel ontgraven<br />

is.<br />

Toekomst<br />

Al met al is het een project die in<br />

vele opzichten haar gelijke niet<br />

kent. De beperkte ruimte en de<br />

vele risico’s dwingen de bouwers<br />

tot het gebruik van nieuwe funderingstechnieken<br />

die niet eerder op<br />

grote schaal beproefd zijn. Toch<br />

verlopen door geavanceerde monitoring<br />

en zorgvuldige planning<br />

de werkzaamheden op het centraal<br />

station redelijk voorspoedig.<br />

Volgens de jongste planningen<br />

wordt het hele project in 2017 opgeleverd.<br />

Na meer dan een decennium<br />

ondergronds klussen kan<br />

Amsterdam dan hopelijk opgelucht<br />

ademhalen en zullen dagelijks<br />

300.000 reizigers eindelijk snel<br />

van Noord naar Zuid kunnen.<br />

22 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


THE SHELL GOURAMI BUSINESS CHALLENGE<br />

06-12 JANUARY 2010 / EUROPE<br />

Whatever the future holds, we’ll need ambitious graduates to help us tackle the energy challenge.<br />

If you’re ready to test your potential in the international energy business, there’s no better place<br />

to start than Gourami. This fictional country is the setting for Shell’s Gourami Business Challenge –<br />

a six-day residential event that takes place in a variety of locations around the world.<br />

Working with an international team of students, you’ll develop and present a viable business<br />

plan for Shell in Gourami – facing realistic challenges and demanding timescales in everything<br />

from exploration and production to marketing. And if you show the qualities we’re looking for,<br />

we may offer you a full-time job to take up when you graduate.<br />

Think further. Visit www.shell.com/careers for full details and an online application form.<br />

The deadline for applications is 13 November 2009.<br />

Shell is an Equal Opportunity Employer.


Praktijk<br />

Management van een <strong>Bijzondere</strong><br />

<strong>bouwput</strong><br />

Rotterdam: Museumpark parkeergarage en ondergrondse<br />

waterberging<br />

Strukton<br />

In Rotterdam is sinds 2005 de bouw van een ondergrondse parkeergarage<br />

in combinatie met een ondergrondse waterberging aan de gang.<br />

De realisatie hiervan ligt in handen van een alliantie van Gemeentewerken<br />

Rotterdam met Strukton Civiel Projecten b.v. Waarom deze<br />

manier van samenwerken gekozen is en hoe de partijen hier na bijna<br />

twee jaar samenwerking tegen aan kijken, komt onder andere in dit<br />

artikel in grote lijnen aan de orde.<br />

De bouw van de garage en de berging<br />

vindt plaats in een deel van<br />

het Museumpark dat ligt tussen<br />

het museum Booijmans van Beuningen,<br />

het Nationaal Architectuur<br />

Instituut (NAi) en het Erasmus<br />

Medisch Centrum. De garage<br />

is goed voor 1150 parkeerplaatsen,<br />

verdeeld over drie parkeerlagen<br />

en een waterberging van 10.000<br />

m3 onder de toerit. Dit wordt gerealiseerd<br />

in een <strong>bouwput</strong> van<br />

100 x 125 meter, met een <strong>bouwput</strong><br />

voor de toerit en de ondergrondse<br />

waterberging daarnaast van 30 x<br />

60 meter.<br />

De geschiedenis van de uitvoering:<br />

eerst zijn de 2000 stuks vibro-combipalen<br />

en de damwand<br />

geslagen, en vervolgens startte het<br />

graafwerk. Vervolgens bleek het<br />

naastgelegen ziekenhuis voor Kinder-<br />

en jeugdpsychiatrie dusdanig<br />

te verplaatsen, dat het werk stilgelegd<br />

moest worden. Het onderzoek<br />

dat daarna uitgevoerd werd<br />

naar de technische oorzaken en<br />

de organisatorische achtergrond<br />

daarvan, maakte duidelijk dat de<br />

oplossing niet alleen in de techniek<br />

gevonden moest worden.<br />

Naast technische maatregelen als<br />

het opspannen van het stempelraam<br />

en het aanbrengen van groutankers<br />

bleek het noodzakelijk de<br />

kennis en ervaring van beide partijen<br />

te bundelen. Dit vergde een<br />

andere samenwerkingsvorm: een<br />

alliantie.<br />

Kenmerk van een alliantie is dat<br />

de partners elkaar op basis van<br />

gelijkwaardigheid bejegenen, elk<br />

vanuit zijn eigen kennis, vaardigheid<br />

en verantwoordelijkheid.<br />

Voordat het zo ver was, stonden<br />

partijen traditioneel tegenover<br />

elkaar en was de sfeer niet altijd<br />

even goed. Toen echter het idee<br />

postvatte dat een oplossing gevonden<br />

moest worden in een samenwerkingsvorm,<br />

zijn van beide<br />

kanten van de onderhandelingstafel<br />

mensen bij elkaar gaan zitten<br />

die deze visie met elkaar deelden.<br />

De mensen die het hart van<br />

deze gesprekken vormden zijn<br />

Ton Knipping en Ruud Hendriks<br />

van Gemeentewerken Rotterdam<br />

en Strukton Civiel Projecten bv.<br />

Naast hen zijn op de bouwplaats<br />

Edwin Doedijns, realisatiemanager<br />

van Gemeentewerken Rotterdam<br />

en Leon van Noordenne, projectmanager<br />

van Strukton Civiel<br />

projecten bv. actief. Met hen is een<br />

korte vragenronde gehouden om<br />

helder te krijgen wat het verschil<br />

is tussen het onder RAW-bestek<br />

werken en de huidige samenwerkingsvorm.<br />

24 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

Het alliantiecontract in de praktijk<br />

‘Normaal’ is dat een opdrachtgever<br />

het bestek verstrekt en de aannemer<br />

aan de slag gaat. Dat gaat<br />

heel vaak goed. Totdat er onverwachte<br />

risico’s aan het licht komen<br />

en de complicaties zich gaan opstapelen.<br />

In dat soort projecten blijkt<br />

een traditioneel contract vaak niet<br />

de beste optie. Zoals in het geval<br />

van de Museumpark parkeergarage<br />

en ondergrondse waterberging:<br />

een technisch zeer complex project<br />

waarin onvoorziene factoren een<br />

rol gingen spelen. Dat leidde tot<br />

een patstelling tussen opdrachtgever<br />

en aannemer en veel politieke<br />

discussies. Dat alles motiveerde


Strukton Civiel Projecten en de<br />

opdrachtgever Gemeentewerken<br />

Rotterdam om een nieuwe vorm<br />

van samenwerking aan te gaan:<br />

de alliantie. In een alliantie wordt<br />

afgeweken van de traditionele rol<br />

tussen opdrachtgever en aannemer.<br />

In plaats van ‘opponenten’<br />

met tegengestelde belangen, worden<br />

de partijen bondgenoten’ met<br />

één gezamenlijk belang. Daarin<br />

wordt gezocht naar de optimale<br />

manier om het werk tot stand te<br />

brengen en worden de risico’s gedeeld.<br />

En dat alles op een open,<br />

constructieve manier.<br />

Een alliantie, betekent dat niet<br />

meer overleg en dus tragere besluiten<br />

Ruud: Integendeel, de opdracht-<br />

gever is direct bij het werk betrokken,<br />

dus het gaat er veel minder<br />

formeel aan toe. Belangrijke beslissingen<br />

bereiden we voor binnen<br />

het alliantieteam en worden aan<br />

één tafel door de alliantiedirectie<br />

besloten.<br />

Edwin: In de praktijk zijn dingen<br />

ook sneller geregeld. Ik ken de<br />

weg in het gemeentelijk apparaat<br />

en bel direct de juiste persoon om<br />

iets voor elkaar te krijgen. De risico’s<br />

van het project zijn er natuurlijk<br />

niet minder om geworden.<br />

Leon: Het is nog steeds een zeer<br />

uitdagend project. Verschil met<br />

een traditioneel contract is dat we<br />

nu gezamenlijk de projectrisico’s<br />

beheersen. Voor onverwachte tegenslagen<br />

is een risicopot gereserveerd.<br />

Het streven is natuurlijk<br />

om, door het gezamenlijke toepassen<br />

van risicomanagement, die<br />

niet hoeven aan te spreken.<br />

Edwin: De voortgang van het<br />

werk is gegarandeerd met deze<br />

opzet, wat er ook zal gebeuren.<br />

Ton: We hebben een gemeenschappelijk<br />

belang en focussen<br />

nog maar op één ding: de oplossing,<br />

dus niet langer op de problemen.<br />

De traditionele discussie<br />

“Wie zal dat betalen” zijn we helemaal<br />

kwijt.<br />

Leon: Als we eens van mening verschillen,<br />

gaat die alleen nog maar<br />

over technische kwesties. Er is veel<br />

aandacht besteed aan het alliantieplan<br />

met daarin de processen,<br />

rollen en verantwoordelijkheden,<br />

hierdoor kon het contract beperkt<br />

blijven.<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 25


Is dat de basis voor een geslaagde<br />

alliantie<br />

Ruud: De focus is een goede samenwerking<br />

zodat het contract in<br />

de kast kan blijven.<br />

Ton: Volgens mij begint het met<br />

vertrouwen. En met de mentaliteit<br />

om echt te willen samenwerken.<br />

Het klinkt misschien vreemd,<br />

maar er moet een zekere passie<br />

zijn voor de alliantie.<br />

Ruud: Ook de bepalende onderaannemers<br />

moet geloven in een<br />

alliantiewerking.<br />

Ton: Klopt. Ook die moeten vaak<br />

nog even wennen aan de nieuwe<br />

manier van werken. Maar ze worden<br />

er wel op geselecteerd!<br />

Zo te horen is iedereen positief.<br />

Maar er zijn vast en zeker ook nadelen...<br />

Ruud: Nadelen.....<br />

Leon: Ach, er zijn natuurlijk wel<br />

wat cultuurverschillen. Omdat je<br />

opeens collega’s wordt in plaats<br />

van klant/opdrachtgever, moet je<br />

elkaar in het begin wel even aftasten.<br />

Edwin: En ik zit namens de gemeente<br />

aan tafel bij de inkoopgesprekken<br />

met de leveranciers en<br />

de onderaannemers.<br />

Leon: Dat was ook wel even wennen,<br />

ja....<br />

In het kort: wat is tot nu toe het<br />

allergrootste voordeel van een alliantie<br />

gebleken<br />

Ruud: De projectrisico’s worden<br />

op basis van gelijkwaardigheid<br />

beheerst en we kunnen hierdoor<br />

snel en adequaat inspelen op onvoorziene<br />

situaties.<br />

Edwin: Valt het tegen, dan kent<br />

een alliantie geen verliezer. De<br />

bouw gaat door en de financiële<br />

risico’s zijn gespreid.<br />

Leon: We leren veel van de mensen<br />

van de gemeente en zij van ons. We<br />

zetten kennis van beide partijen in<br />

en vullen elkaar hiermee aan, wat<br />

heel waardevol is. We hebben veel<br />

respect voor elkaar gekregen. Dat<br />

zal in toekomstige projecten zeker<br />

blijven meespelen. We zoeken<br />

samen naar oplossingen in plaats<br />

van iedere partij voor zijn eigen<br />

probleem.<br />

Ton: Ik vind daarnaast de transparantie<br />

een heel belangrijk punt.<br />

Als er iets speelt, ben ik de eerste<br />

die het weet. Je ziet de dingen veel<br />

eerder aankomen als gemeente; je<br />

wordt er nooit meer mee ‘overvallen’.<br />

Zo houdt het gemeentebestuur<br />

veel meer grip op de situatie<br />

en is de wethouder volledig geïnformeerd.<br />

En de communicatie<br />

naar de burger kan veel beter worden<br />

gestuurd.<br />

Ruud: Voor mij is het belangrijk<br />

dat de projectmedewerkers met<br />

plezier en voldoening aan dit project<br />

werken. In plaats van strijd is<br />

er veel positieve energie.<br />

26 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Publiciteit<br />

Nu het project al weer enige tijd in<br />

deze nieuwe manier van samenwerken<br />

onderweg is, komt nog<br />

een ander effect naar voren: doordat<br />

er bij de partijen veel tevredenheid<br />

is over deze samenwerking<br />

wordt deze uitstraling via de<br />

van-mond-tot-mond-reclame bij<br />

allerlei partijen onder de aandacht<br />

gebracht. Ook is er veel aandacht<br />

in de pers geweest toen het wat<br />

minder ging, en nu blijkt er ook<br />

veel ‘andere’ publieke aandacht<br />

te zijn voor dit project nu het zo<br />

veel beter gaat. De bouwplaats ligt<br />

midden tussen allerlei musea, aan<br />

het eind van een drukke uitgaansstraat,<br />

de Witte de Withstraat en<br />

de vroegere functie van het gebied<br />

moet op het dak van de garage<br />

weer terugkomen: een festivalterrein.<br />

Zo kan het gebeuren dat, nadat<br />

in 2008 een low profile voor de<br />

publiciteit aangehouden werd, er<br />

in 2009 veel meer de publiciteit<br />

gezocht werd, aansluitend aan<br />

de belangrijkste mijlpaal in het<br />

bouwproces: het droogpompen<br />

van de bouwkuip.<br />

Er zijn inmiddels enige tientallen<br />

excursieverzoeken gehonoreerd<br />

van groepen die voor het project<br />

of de projectpartners van belang<br />

zijn, de ‘free publicity’ (Zoals dit<br />

artikel) en ten slotte: meewerken<br />

aan een aantal festivals: Motel<br />

Mozaique, inclusief opnames<br />

voor het programma van VPRO’s<br />

3 voor 12, de parade en het Witte<br />

de Withfestival. Tijdens deze festivals<br />

komt het publiek (achter<br />

hekken of onder begeleiding) op<br />

het bouwterrein, krijgt informatie<br />

over de werkzaamheden, kan<br />

vragen stellen aan medewerkers<br />

van het project en komt over het<br />

algemeen met een voldaan gevoel<br />

terug.<br />

Het hoogtepunt was de Museumnacht:<br />

de bezoekersstroom die<br />

van museum naar museum liep,<br />

werd ook over het bouwterrein geleid,<br />

en daar bleek Jeantette Baljeu,<br />

de op dat moment verantwoordelijke<br />

wethouder, bereid om op<br />

haar eigen, zeer enthousiaste manier,<br />

vragen te willen beantwoorden<br />

en toelichting te willen geven<br />

aan iedereen die daarom vroeg.<br />

Ondergrondse waterberging<br />

Een ander neveneffect van dit pro-<br />

ject is veroorzaakt door de aanleg<br />

van de ondergrondse waterberging.<br />

Deze berging moet voorkomen<br />

dat er tijdens piekbuien<br />

(buien waarin te veel neerslag<br />

komt om te bergen in het rioolstelsel)<br />

overstorten op de singels en<br />

vijvers plaatsvinden en er straten<br />

blank komen te staan. De berging<br />

is een betonnen kelder waarin<br />

10.000 m3 water gestort kan worden<br />

wanneer het maximum van<br />

de berging in het rioolstelsel bereikt<br />

is (20.000 m3).<br />

De integratie van deze berging in<br />

de parkeergarage, onder de toerit<br />

van de garage, is uniek in Nederland<br />

(en daarbuiten) en trekt daardoor<br />

veel bezoekers. Tot nog toe is<br />

daarin het hoogtepunt het bezoek<br />

van twee adviescommissies van<br />

de staatssecretaris van Verkeer en<br />

Waterstaat die zich met watermanagement<br />

bezig houden (waarvan<br />

één onder het voorzitterschap van<br />

ZKH de Prins der Nederlanden),<br />

die ook nog een keer terugkomen<br />

met alle dijkgraven uit Nederland.<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 27


VERENIGING<br />

De Hanzelijn<br />

Spoorverbinding tussen Lelystad en Zwolle<br />

Rob Loohuizen<br />

Begin 2013 is het zover. Reizen van het noorden en noordoosten van<br />

Nederland naar het westen zal een stuk minder tijd in beslag nemen.<br />

Er wordt een rechtstreekse spoorverbinding tussen Lelystad en Zwolle<br />

gecreëerd waar de hele regio van profiteert. Tevens zullen de Gooilijn<br />

(Amsterdam-Hilversum-Amersfoort) en de Veluwelijn (Amersfoort-<br />

Zwolle) worden ontlast. Dit wordt mogelijk gemaakt dankzij de aanleg<br />

van de Hanzelijn.<br />

Deelopdracht Nieuweland<br />

Aan de Hanzelijn Nieuweland<br />

wordt sinds 2007 gewerkt in opdracht<br />

van ProRail. De onderbouw<br />

van de Hanzelijn bestaat<br />

uit 5 deelcontracten. De opdracht<br />

voor het ontwerp en de realisatie<br />

van de Hanzelijn Nieuweland omvat<br />

de volgende punten:<br />

• Nieuwe land, 25 km<br />

• Kunstwerken voor de N23<br />

• Kunstwerken voor Dronten<br />

Aanbesteding<br />

Bij het project is er geen gebruik<br />

gemaakt van een klassieke aanbestedingsvorm.<br />

Het werk is namelijk<br />

aanbesteed als een ‘Design<br />

& Construct-contract’. Dit houdt<br />

in dat de ontwerpende partij ook<br />

de uitvoerende partij is. Het spanningsveld<br />

dat voorheen tussen<br />

uitvoerder en ontwerper aanwezig<br />

was, wordt op deze manier<br />

volledig weggehaald en dit zorgt<br />

ervoor dat de aannemer<br />

en Van Oord zich verenigd in de<br />

Combinatie Hanzelijn NL.<br />

Procesbeschrijving<br />

Tijdens het ontwerpproces is gebruik<br />

gemaakt van verschillende<br />

vernieuwende ontwerpmethoden.<br />

Een van die methoden is System<br />

Engineering. Hierbij is sprake van<br />

een kader waarbinnen ontworpen<br />

kan worden. Binnen dit kader<br />

wordt het project vanuit het totale<br />

systeem bekeken. De Hanzelijn is<br />

een vrij complex project met veel<br />

kunstwerken waarbij een multidisciplinaire<br />

aanpak vereist is.<br />

Deze multidisciplinaire aanpak<br />

wordt gestimuleerd door de System<br />

Engineering methode.<br />

Ook is bij dit project is Value Engineering<br />

toegepast. Deze methode<br />

is systematisch van opzet en bevordert<br />

het creatief denken. Een<br />

multidisciplinair ontwerpteam<br />

kan met behulp van herkenbare<br />

technieken functies identificeren<br />

met als doel de waarde van het<br />

product verbeteren.<br />

Tracé Hanzelijn<br />

• Aanpassen van de Houtribweg,<br />

de A6 en andere wegen<br />

Hanzelijn Nieuweland wordt uitgevoerd<br />

door BAM-Infra en Van<br />

Oord. De werkzaamheden bestaan<br />

uit het opstellen van een voorlopig<br />

ontwerp, gevolgd door het opstellen<br />

van een definitief ontwerp en<br />

de aanvraag van vergunningen.<br />

Daarna volgt het opstellen van een<br />

detailontwerp en uitvoeren van<br />

het werk. Tot de opdracht behoort<br />

ook het ontwerpen en begeleiden<br />

van verleggingen van kabels en<br />

leidingen.<br />

28 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

optimaal gebruik kan maken van<br />

zijn expertises. De aannemer heeft<br />

dankzij het dit type contract veel<br />

meer vrijheden verworven. Er kan<br />

ook gezegd worden dat de opdrachtgever<br />

meer zekerheid en de<br />

aannemer meer speelruimte heeft<br />

gekregen.<br />

Voor de meeste bedrijven is het<br />

onmogelijk om zo’n omvangrijk<br />

project als de Hanzelijn volledig<br />

zelfstandig te ontwerpen en vervolgens<br />

ook uit te voeren. Ze hebben<br />

simpelweg onvoldoende kennis<br />

en mogelijkheden. Om deze<br />

reden en om risico’s te spreiden<br />

hebben de bedrijven BAM-Infra<br />

Om de plannen uit te kunnen<br />

voeren dienden er ongeveer 250<br />

vergunningen te worden aangevraagd<br />

waaraan allerlei procedures<br />

zaten verbonden. Het ontwerpen<br />

van de verlegging van circa<br />

150 kabels en leidingen in combinatie<br />

met de vele vergunningen<br />

nam ongeveer 1,5 jaar extra tijd in<br />

beslag dan waar vooraf rekening<br />

mee was gehouden. Desondanks<br />

heeft dit geen effect op de geplande<br />

oplevering van de Hanzelijn.<br />

Eén van de kunstwerken die nodig<br />

is voor de realisatie van de Hanzelijn<br />

is in de nabijheid van een zonneobservatorium<br />

gesitueerd. Het<br />

kunstwerk bestond onder andere<br />

uit een verhoogd talud waardoor<br />

de inkomende zonnestralen gehinderd<br />

zouden worden. Na veel<br />

discussiëren is er uiteindelijk be-


Zandwinning IJsselmeer<br />

sloten om een tunnel te realiseren<br />

in plaats van een brug, zodat de<br />

zonnestralen ongehinderd kunnen<br />

worden waargenomen door<br />

het zonneobservatorium.<br />

Voor de bouw van de Hanzelijn<br />

Nieuweland is 3,5 miljoen m3<br />

zand benodigd. Dit zand wordt uit<br />

het IJsselmeer gewonnen en door<br />

middel van een grote pijpleiding<br />

aangevoerd naar de Flevopolder.<br />

Kunstwerken<br />

Langs het tracé van de Hanzelijn<br />

zullen verschillende soorten<br />

kunstwerken waar te nemen zijn.<br />

De meest in het oog springende<br />

zullen kort worden toegelicht.<br />

Station Lelystad Centrum<br />

Het station Lelystad Centrum<br />

dient in de toekomst ongeveer<br />

14.000 reizigers per dag te verwerken.<br />

Om dit aantal te kunnen<br />

verwerken zal het station worden<br />

uitgebreid van 2 naar 4 perrons<br />

door de aanleg van een extra middenperron.<br />

Station Dronten<br />

De Hanzelijn maakt het voor inwoners<br />

van Dronten mogelijk om<br />

voortaan in hun eigen plaats op<br />

de trein te stappen. Er is al enkele<br />

decennia rekening gehouden met<br />

de komst van een station en dat<br />

maakt dat er voldoende ruimte<br />

is voor BAM-Infra en Van Oord<br />

om de ruwbouw te verzorgen. Er<br />

wordt een reizigersaantal van circa<br />

3.300 reizigers per dag verwacht.<br />

Het nieuwe station bestaat uit 4<br />

sporen zodat stoppende treinen<br />

gemakkelijk gepasseerd kunnen<br />

worden door doorgaande treinen.<br />

Station Lelystad Centrum<br />

Tunnel Drontermeer<br />

Integratie van de tunnel onder<br />

het Drotnermeer in de omgeving<br />

is een belangrijk aandachtspunt<br />

bij het ontwerp van het tracé. Het<br />

landschap speelt een grote rol bij<br />

het ontwerpen van de Hanzelijn.<br />

Er is gekozen voor een vorm die<br />

goed aansluit op het karakater<br />

van de omgeving. Ook de kleurencombinatie<br />

is afgestemd op de<br />

omgeving. Gekozen is voor een<br />

roodbruine tint van de tunnelgebouwen<br />

omdat deze goed aansluit<br />

bij de natuurlijke en rustige uitstraling<br />

van de omgeving.<br />

Om Flevoland met Overijssel te<br />

verbinden, wordt er een 790 meter<br />

lange tunnel onder het Drontermeer<br />

gebouwd. Het diepste<br />

punt van deze tunnel ligt op 4,20<br />

meter onder de vaargeul van het<br />

Drontermeer. De dijk die het land<br />

moet beschermen, is 600 meter<br />

landinwaarts doorgetrokken en<br />

om de spoorlijn heen gelegd. Dieren<br />

moet de mogelijkheid worden<br />

geboden om zich van de ene zijde<br />

naar de andere zijde van het Revenbos<br />

te kunnen bewegen. Hieraan<br />

wordt voldaan middels een<br />

faunapassage, die gesitueerd is<br />

op het tunneldak. De combinatie<br />

Ballast Nedam & GTI is verantwoordelijk<br />

voor het ontwerpen en<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 29


Station Dronten<br />

uitvoeren van de tunnel.<br />

Veiligheid is een zeer belangrijk<br />

aspect van de tunnel. Om aan alle<br />

Tunnel Drontermeer<br />

veiligheidseisen te voldoen, heeft<br />

de tunnel twee gescheiden tunnelbuizen<br />

met verbindingsdeuren,<br />

waarbij de één fungeert als vluchtroute<br />

voor de ander.<br />

Brug over de IJssel<br />

Een nieuwe spoorbrug over de<br />

IJssel tussen Hattem en Zwolle<br />

vervangt de bestaande brug uit<br />

1936. De nieuwe spoorbrug heeft<br />

een overspanning van ongeveer<br />

1 kilometer. Dit kunstwerk van<br />

staal komt op 18 betonnen pijlers,<br />

die vrijwel geen invloed zullen<br />

hebben op de doorstroming van<br />

de IJssel. Op het hoogste punt zal<br />

de brug op 30 meter boven N.A.P.<br />

uitkomen waarbij de treinen op 15<br />

meter boven N.A.P. zullen rijden.<br />

Voor de scheepvaart vormt deze<br />

brug geen belemmering, want er<br />

wordt een doorvaarhoogte van 9<br />

meter gerealiseerd. Tevens komt er<br />

een fietspad die aan de zijkant van<br />

de brug zal worden gemonteerd.<br />

De spoorbrug wordt ontworpen<br />

en uitgevoerd door de combinatie<br />

Welling-Züblin.<br />

Omdat de pijlers en het brugdek<br />

uitgevoerd zullen worden in beton,<br />

zal er sprake zijn van geluidsen<br />

trillingsreductie ten opzichte<br />

van de oude brug. Daarnaast worden<br />

er geluidsschermen geplaatst<br />

om het geluid zoveel mogelijk te<br />

Nieuwe IJsselbrug<br />

reduceren. Ook bij het ontwerp<br />

van de brug is rekening gehouden<br />

met de omgeving, die vanwege<br />

haar vorm en uitstraling goed<br />

aansluit bij het weidse rivierlandschap.<br />

Er is, net als bij de tunnel<br />

onder het Drontermeer, gekozen<br />

voor een roodbruine tint.<br />

Planning<br />

Als alles volgens planning verloopt,<br />

is de Hanzelijn in december<br />

2012 gereed voor gebruik. De<br />

werkzaamheden van BAM-Infra<br />

en Van Oord zijn overigens al rond<br />

2010 afgelopen; andere aannemers<br />

moeten dan de opgeleverde aardebaan<br />

van een spoorweg voorzien.<br />

De planning is strak, daarom zijn<br />

er ook 50 mensen van ProRail aan<br />

het werk gezet om de coördinatie<br />

tussen de verschillende aannemers<br />

te verzorgen.<br />

Tot die tijd wordt er hard doorgewerkt<br />

aan de realisatie van de<br />

Hanzelijn.<br />

Dit artikel kwam tot stand met de<br />

vriendelijke medewerking van Erwin<br />

Jansen, projectmanager CHN<br />

(CHN = samenwerking tussen BAM<br />

Civiel B.V., Van Oord Nederland<br />

B.V. en BAM Wegen B.V.).<br />

30 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


DISTINCTIVE SOLUTIONS FOR INNOVATIVE MOBILITY<br />

TOL EN BEPRIJZEN<br />

FINANCIERING & PROJECTBEHEERSING<br />

NedMobiel<br />

NedMobiel is gesprekspartner en adviseur van overheden,<br />

bedrijven en belangenverenigingen die zich<br />

bezighouden met infrastructuur en mobiliteit. Naast<br />

advies en projectmanagement voor dergelijke partijen<br />

richt NedMobiel zich op het daadwerkelijk realiseren<br />

van ontworpen oplossingen. Nedmobiel brengt met<br />

enige regelmaat eigen initiatieven en unsollited<br />

proposals op de markt.<br />

ASSET MANAGEMENT & MAINTENANCE<br />

VEILIGHEID & OPERATIONS<br />

Advies en Realisatie<br />

NedMobiel wil een verantwoordelijke rol spelen in de<br />

projecten waarin zij participeert en afgerekend worden<br />

op behaalde resultaten, niet enkel op gewerkte uren.<br />

Relevante ervaring en relaties van NedMobiel op het<br />

gebied van mobiliteit, publiek-private samenwerking,<br />

beprijzing, projectmanagement en het beheer van infrastructuur<br />

zorgen ervoor dat NedMobiel niet alleen<br />

interessante business concepten bedénkt maar ze, in<br />

samenwerking met haar partners, ook kan realiseren.<br />

Kijk voor meer informatie op onze website:<br />

www.nedmobiel.com<br />

NEDMOBIEL ZOEKT: PROFESSIONALS DIE INVULLING KUNNEN GEVEN AAN PPS PROJECTEN<br />

Vanwege een grote vraag naar onze dienstverlening<br />

zijn wij op zoek naar mensen die<br />

ons team kunnen versterken. Op dit moment<br />

zijn wij met name op zoek naar adviseurs met<br />

interesse voor PPS projecten. U wordt ingezet in<br />

één van onze projectteams, voert analyses uit<br />

en begeleidt (deel)projecten die zich afspelen<br />

in het brede veld van innovatieve ontwikkeling<br />

van infra structuur en energie.<br />

NedMobiel medewerkers onderscheiden zich door<br />

ondernemerschap, creativiteit, visie, intelligentie,<br />

goede sociale vaardigheden en een gedegen<br />

kennis van zaken. Met name kennis en ervaring<br />

op de volgende vakgebieden is welkom:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Wij bieden uitstekende arbeidsvoorwaarden en<br />

geven volop ruimte voor ontplooiing en ondernemerschap.<br />

Voor meer informatie kunt u terecht op onze<br />

website www.nedmobiel.com of u kunt contact<br />

opnemen via: info@nedmobiel.com


Praktijk<br />

Eigen initiatief 2.0<br />

een privaat initiatief voor een oeververbinding ten westen<br />

van de Beneluxtunnel.<br />

Gerard Bijleveld en Roel Scholten<br />

In 2006 en 2007 is door het georganiseerde bedrijfsleven (onder andere<br />

de Kamer van Koophandel Rotterdam, Deltalinqs, het Havenbedrijf<br />

Rotterdam, de Greenport en NedMobiel) een project opgezet om<br />

de haalbaarheid van een (deels) privaat gefinancierde oeververbinding<br />

ten westen van de Beneluxtunnel (Nieuwe Westelijke Oeververbinding<br />

NWO) te onderzoeken.<br />

De aanleiding voor dit initiatief<br />

lag in het feit dat in de regio<br />

Rotterdam diverse projecten op<br />

de politieke agenda stonden (A4<br />

Delft Schiedam, A13/A16 boog,<br />

A4 Zuid, etc), maar dat de NWO<br />

op geen enkel lijstje voor kwam.<br />

Dit komt omdat de politieke prioritering<br />

van projecten plaatsvindt<br />

op basis van de mate waarin deze<br />

projecten verkeerskundige knelpunten<br />

oplossen. De NWO is niet<br />

gericht op het oplossen van problemen<br />

maar op het benutten van<br />

kansen:<br />

buuster te maken zodat het<br />

verkeer kan blijven rijden bij<br />

ongevallen.<br />

vier varianten: de Blankenburgtunnel<br />

(het dichtst bij Rotterdam),<br />

de Maasvlaktetunnel en de Oranjetunnel<br />

of Oranjebrug (ten westen<br />

van Maassluis).<br />

Het eigen initiatief is in 2007 aangeboden<br />

aan Minister Eurlings<br />

en leidde tot politieke steun en<br />

de plaatsing van de NWO op<br />

verschillende politieke agenda’s.<br />

Conclusie: doel behaald.<br />

Doel behaald, maar het project is<br />

er nog lang niet<br />

Een project op de politieke agenda<br />

krijgen betekent nog niet dat het al<br />

bijna gerealiseerd is. Een extreem<br />

voorbeeld hiervan is de ontbrekende<br />

schakel van de A4 tussen<br />

Delft en Schiedam die al bijna een<br />

halve eeuw op de politieke agenda<br />

staat. Het havenbedrijf stevent<br />

af op een grootse uitbreiding met<br />

Maasvlakte 2 en wil de verbetering<br />

van de weginfrastructuur<br />

daar het liefst gelijke tred mee laten<br />

houden. Maasvlakte 2 levert<br />

vanaf ongeveer 2015 een toename<br />

op van logistieke bewegingen.<br />

Vanaf dat moment is er extra druk<br />

op het wegennet en de NWO moet<br />

het wegennet ontlasten en de bereikbaarheid<br />

van haven en regio<br />

helpen garanderen. Tijd voor eigen<br />

initiatief 2.0.<br />

• De kans om de toekomstige<br />

groei van logistieke bewegingen<br />

door Maasvlakte 2 te faciliteren;<br />

• De kans om de een grotere<br />

economische relatie (werknemers,<br />

toeleveranciers, etc)<br />

tussen het havenbedrijf en de<br />

regio Haaglanden te creëren;<br />

• De kans om een extra uigang<br />

uit het havengebied te ontwikkelen<br />

voor een effectieve<br />

evacuatie bij rampen en calamiteiten;<br />

• De kans om het wegennetwerk<br />

rondom Rotterdam ro-<br />

32 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

Doelstelling van het project was<br />

om het project weer op de politieke<br />

agenda te krijgen. Hiervoor is<br />

onderzoek gedaan naar de maatschappelijke<br />

effecten (voordelen)<br />

van de NWO en naar de mogelijkheden<br />

om de NWO privaat te<br />

financieren door het heffen van<br />

tol. NedMobiel was hierbij verantwoordelijk<br />

voor het projectmanagement<br />

van het gehele project<br />

en voor de uitvoering van enkele<br />

deelanalyses (o.a. de financiering).<br />

Voordelen zijn aangetoond aangaande<br />

de bereikbaarheid (reistijdverbetering<br />

en meer betrouwbare<br />

reistijden), in ontsluiting<br />

van bestaande bebouwing, toegenomen<br />

arbeidspotentieel voor<br />

het havengebied en in verbeterde<br />

evacuatietijden bij calamiteiten.<br />

Ook een verbetering van de luchtkwaliteit<br />

en leefbaarheid is in deze<br />

studie aangetoond. De genoemde<br />

voordelen zijn uitgewerkt voor<br />

Waar de oude doelstelling het bereiken<br />

van politiek (en maatschappelijk)<br />

draagvlak voor de NWO<br />

was, staat nu (het versnellen van)<br />

de daadwerkelijke realisatie voorop.<br />

Hierbij is het van belang om te<br />

praten met voor- en tegenstanders<br />

van het project om op die manier<br />

te werken aan een gedragen oplossing.<br />

Het politieke draagvlak moet<br />

blijven en uitgebreid worden naar<br />

overige overheden en het ambtelijk<br />

apparaat. Hiervoor wordt<br />

afstemming gezocht met lokale<br />

gemeenten (die de noodzaak benadrukken<br />

in de vorm van een bestuurlijk<br />

appèl oeververbinding)


Die rol kan ingevuld worden door<br />

capaciteit (tijd en kennis) in te zetten<br />

voor bijvoorbeeld het leveren<br />

van een tracé-MER team of directievoerders.<br />

Deze capaciteit is gedeeltelijk<br />

al aanwezig bij het HbR<br />

door de zaken die voor Maasvlakte<br />

2 intern zijn uitgevoerd. Deze<br />

keuze zou slechts onderdelen van<br />

de publieke organisatie overnemen,<br />

maar nog steeds kunnen<br />

leiden tot traditionele uitvoering.<br />

Het havenbedrijf Rotterdam zou<br />

naast het leveren van capaciteit<br />

wellicht ook een rol kunnen speen<br />

is aangesloten bij politieke ontwikkelingen<br />

binnen Rotterdam<br />

Vooruit en het Randstad Urgent<br />

programma.<br />

Ervaringscijfers van de commissie<br />

Elverding toegepast op de NWO<br />

geven een voorspelling van de realisatie<br />

in het jaar 2025. Gezien het<br />

feit dat Maasvlakte 2 al vanaf 2015<br />

extra logistieke bewegingen gaat<br />

opleveren is het in het belang van<br />

het Havenbedrijf Rotterdam om<br />

zo snel mogelijk de verkennings-<br />

de initiatiefnemers van de NWO.<br />

Dit zegt alleen nog niets over de<br />

rol die ze in het vervolg willen en<br />

kunnen spelen. De ene initiatiefnemer<br />

geeft het initiatief graag zo<br />

snel mogelijk over, terwijl de andere<br />

initiatiefnemer het initiatief<br />

tot realisatie zal trekken. De vraag<br />

is of bij traditionele publieke organisatie<br />

door RWS de NWO tussen<br />

het geweld van alle overige infrastructurele<br />

belangen in de regio<br />

overeind zal blijven. Wellicht is<br />

hier een rol weggelegd voor het<br />

HbR.<br />

len als medefinancier of beheerder<br />

van de gerealiseerde infrastructuur<br />

en daarmee een actievere en<br />

meer risicodragende rol naar zich<br />

toe kunnen trekken. Een maximaal<br />

private invulling kan gedaan worden<br />

in geval van een gedelegeerd<br />

opdrachtgeverschap van RWS<br />

naar HbR om daarmee de taken<br />

van de traditionele opdrachtgever<br />

over te nemen. Deze invulling zou<br />

het project onafhankelijker kunnen<br />

maken van de overige infrastructurele<br />

ontwikkelingen in de<br />

regio en daarmee realisatie kunnen<br />

versnellen. Uiteraard staan bij het<br />

gedelegeerd opdrachtgeverschap<br />

de contractvormen en organisatievormen<br />

met ontwerpers, bouwers,<br />

financiers en maintenance bedrijven<br />

nog steeds allemaal open.<br />

planstudie- en realisatiefase te<br />

doorlopen. Daarmee kan de nieuwe<br />

westelijke oeververbinding op<br />

z’n vroegst in 2017 operationeel<br />

zijn. Een vernieuwende aanpak<br />

kan hierbij helpen. NedMobiel<br />

denkt op dit moment na over alternatieve<br />

organisatievormen die<br />

de realisatie van de NWO dichterbij<br />

brengen (zowel in tijd als in<br />

kansrijkheid).<br />

Publiek versus privaat organiseren<br />

Tot nu toe heeft het Havenbedrijf<br />

zich gepositioneerd als één van<br />

1. Rotterdam vooruit levert eind 2009 een Masterplan op, met oog voor duurzaamheid<br />

en ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Op basis van dit Masterplan<br />

kunnen bestuurders van de betrokken overheden de beste oplossingen<br />

en maatregelen vaststellen. Na de besluitvorming hierover kan dan direct worden<br />

gestart met de voorbereidende procedures om de gekozen maatregelen en projecten<br />

uit te voeren. Deze maatregelen en projecten zullen worden opgenomen<br />

in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van het<br />

Rijk.<br />

Projectfinanciering<br />

Private financiering van het project<br />

zou bij kunnen dragen aan een<br />

versnelde uitvoering ervan. Private<br />

financiering wordt meestal als<br />

een projectfinanciering gestructureerd.<br />

Voor een goed begrip van<br />

projectfinanciering is het van belang<br />

onderscheid te maken tussen<br />

bekostiging en financiering van<br />

een project. Dit verschil wordt aan<br />

de hand van onderstaande figuur<br />

duidelijk gemaakt.<br />

• Uitgangspunt in de figuur is<br />

de benodigde investering voor<br />

de realisatie van de nieuwe infrastructuur;<br />

• Deze totale benodigde investering<br />

wordt opgebracht door<br />

een combinatie van publieke<br />

(public financial resources) en<br />

private middelen, waarbij de<br />

laatste onderverdeeld worden<br />

in vreemd vermogen (lening/<br />

debt) en eigen vermogen (investering/equity).<br />

• Eigen en vreemd vermogen<br />

brengen jaarlijkse kosten met<br />

zich mee, vreemd vermogen in<br />

de vorm van rente en aflossin-<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 33


gen en eigen vermogen in de<br />

vorm van vereist rendement.<br />

Daarnaast zullen operationele<br />

kosten gemaakt worden voor<br />

exploitatie en instandhouding<br />

van de infrastructuur en de<br />

organisatie die daarbij hoort.<br />

• De jaarlijkse kosten die gepaard<br />

gaan met de financiering<br />

moeten worden gedekt<br />

door de jaarlijkse opbrengsten<br />

(door tol en/of een beschikbaarheidsvergoeding).<br />

Dit is<br />

de bekostiging van het project.<br />

Zowel financiering als bekostiging<br />

kan zowel publiek als privaat uitgevoerd<br />

worden (benodigde middelen<br />

worden door een publieke<br />

of private organisatie beschikbaar<br />

gesteld tegen de eigen voorwaarden).<br />

Omdat projecten die middels<br />

projectfinanciering ontwikkeld<br />

worden in de regel een lange<br />

doorlooptijd hebben, is het van<br />

groot belang om de ontwikkeling<br />

van kosten, inkomsten en de<br />

waarde van eigendommen goed<br />

te voorspellen.<br />

De essentie van projectfinanciering<br />

is dat de garantstellingen<br />

voor de beschikbaar gestelde<br />

middelen voor de financiering<br />

(en dan met name de lening/het<br />

vreemd vermogen, welke op kan<br />

lopen tot 90% van de totale financiering),<br />

uitsluitend voortkomen<br />

uit de kasstromen van het betreffende<br />

project. Dit wordt een nonrecourse<br />

financiering genoemd en<br />

deze is fundamenteel anders dan<br />

een bedrijfslening, waarbij het bedrijf<br />

dat de lening aangaat garant<br />

staat met al haar bezittingen en<br />

alle inkomsten uit alle activiteiten<br />

van het bedrijf.<br />

Het succes van een projectfinanciering<br />

hangt –omdat sprake is<br />

van een non-recourse financiering-<br />

nauw samen met de voorspelbaarheid<br />

van de genoemde<br />

kasstromen en hierdoor met een<br />

34 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

goede allocatie van de risico’s die<br />

binnen de projectomgeving optreden.<br />

Om deze risicoallocatie vast<br />

te leggen is een projectstructuur<br />

en een bijbehorend DBFM contract<br />

ontwikkeld.<br />

Het DBFM contract is een afkorting<br />

van Design, Built, Finance en<br />

Maintenance contract en met een<br />

dergelijk contract wordt het gehele<br />

project, inclusief risico’s en taken<br />

die gepaard gaan met het ontwerp,<br />

de bouw, de financiering en<br />

het onderhoud, uitbesteed aan een<br />

(verzameling) private partij(en).<br />

Om ervoor te zorgen dat de garantstelling<br />

voor de leningen die<br />

onderdeel uitmaken van de financiering<br />

uitsluitend teruggrijpen<br />

op de kasstromen van het project<br />

zelf, wordt door de aannemende<br />

partij(en) een nieuw bedrijf opgericht;<br />

de SPC (Special Purpose<br />

Company) welke uitsluitend de<br />

taak heeft het project te (doen)<br />

bouwen en exploiteren.<br />

Met het oog op inperking van<br />

het bouwrisico (op tijd en binnen<br />

budget opleveren van de nieuwbouw)<br />

zal het consortium dit risico<br />

middels een EPC contract<br />

(Engineering, Procurement and<br />

Construction) ‘wegzetten’ naar<br />

een onderliggend consortium.<br />

Hetzelfde wordt gedaan met de<br />

risico’s die gepaard gaan met de<br />

onderhoudsfase (beschikbaarheid,<br />

onderhoudskosten). Hiertoe<br />

wordt een M&R (Maintenance &<br />

Repair) contract gesloten met een<br />

onderliggend consortium. Op deze<br />

manier worden de belangrijkste<br />

risico’s neergelegd bij de partijen<br />

die ze het beste kunnen managen,<br />

en hierdoor het beste kunnen beprijzen.<br />

De kasstromen op het niveau<br />

van de financiering (de SPC)<br />

worden hiermee zo voorspelbaar<br />

als mogelijk gemaakt, waardoor<br />

de kosten van financiering laag<br />

kunnen blijven.<br />

NedMobiel is benieuwd naar<br />

jouw inzichten<br />

NedMobiel wil in de toekomst<br />

steeds meer private initiatieven<br />

opzetten en ondersteunen. Daar<br />

kan jouw inzicht aan bijdragen.<br />

Wij komen graag met je in contact!<br />

Of het nu gaat om een onderzoeksvoorstel,<br />

afstudeerscriptie, een<br />

sollicitatie of gewoon een gezonde<br />

discussie over onze activiteiten en<br />

werkwijze; we zien jouw initiatief<br />

graag tegemoet.


Niet het makkelijkste werkterrein...<br />

(Management) Trainees<br />

Een project als de Tunnel Drontermeer is een project waar we bijzonder trots op zijn. Want een project als dit realiseer<br />

je niet zomaar. Het vraagt om ondernemerschap, creativiteit en doorzettingsvermogen. Kortom, het vraagt om<br />

mensen met bijzondere kwaliteiten. En die mensen zoeken we bij Ballast Nedam doorlopend.<br />

Als Trainee bij Ballast Nedam krijg je de kans om je loopbaan vorm te geven. Zo krijg je de mogelijkheid om te<br />

werken aan spraakmakende projecten en wordt er een uitgebreid ontwikkelprogramma voor je opgesteld.<br />

We staan open voor jouw visie en geven je unieke kansen om je ideeën daadwerkelijk te ontwikkelen.<br />

Voor meer informatie over een traineeship binnen Ballast Nedam, kijk je op onze website of neem je contact op met<br />

Angelie Gajadin. Telefoonnummer (030) 285 31 58 of per e-mail: a.gajadin@ballast-nedam.nl<br />

www.ballast-nedam.nl


ONDERZOEK<br />

Improving materials management<br />

at a residential project<br />

Bachelor Thesis , San Pedro Sula, Honduras<br />

Marco ten Klooster<br />

Universities and scientists published about materials management<br />

already since the second half of the 20th century. This theory has developed<br />

through the time and is currently applied within almost every<br />

European company. But how to deal with this theory in a low income<br />

country where it is not common to use the computer to manage the<br />

material flows<br />

There is now one of the projects in<br />

construction. This project is a high<br />

value residential area in San Pedro<br />

Sula containing 345 lots (houses)<br />

with a total area of 107.982 m2. I<br />

used this project as a case study in<br />

my research.<br />

MY RESEARCH<br />

The main goal of my research was<br />

to asses and improve the materials<br />

management of the company<br />

so that failure costs could be reduced.<br />

With the knowledge about<br />

the theory of materials management<br />

and codification, I designed<br />

a program based on theoretical inputs.<br />

By using this program in the<br />

pilot project I wanted to put the<br />

theory into practice and examine<br />

if this theory is applicable into the<br />

organization of the company. Besides<br />

the theoretical input I analyzed<br />

the organization to generate<br />

practical input. I generated this<br />

input by following the production<br />

process of the ‘product’.<br />

THE COMPANY<br />

As part of my Bachelor Thesis I<br />

developed a research to improve<br />

materials management at a residential<br />

project in Honduras, Central<br />

America. I did my research in<br />

the industrial city, San Pedro Sula<br />

at a construction company. This<br />

construction and real-estate company<br />

can be characterized as a developing<br />

company which is being<br />

involved from the design stage<br />

until the completion of construction<br />

of residential and commercial<br />

projects. Around 50 people work<br />

daily to run all different aspects of<br />

the business process at the headoffice<br />

in San Pedro Sula. Design,<br />

marketing, construction and sale<br />

36 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

are the main components of their<br />

business process. Maintenance<br />

of the projects is not a part of the<br />

company’s business process and<br />

project financing service takes<br />

place limitedly within the process.<br />

In the case of residential projects,<br />

the construction of the individual<br />

houses is financed by the clients,<br />

who take out a loan at banks with<br />

whom the company has a close<br />

business relationship. From the<br />

moment that the project is completed,<br />

the company actually transfer<br />

the infrastructure ownership to<br />

the government. This means that<br />

the government is responsible for<br />

the maintenance of the infrastructure<br />

of the project.<br />

So I started my work at the department<br />

of Design. This department<br />

is responsible for the designs of<br />

the total project but also for the<br />

detailed designs of the buildings.<br />

For the project in which I was involved<br />

only two types of buildings<br />

will be constructed. Once the designs<br />

are finished, the engineer<br />

will translate these designs into a<br />

list of necessary materials for the<br />

construction. This list will be checked<br />

and specified by department<br />

of budget and send to the purchasing<br />

department. This department<br />

purchases the correct materials<br />

per stage and also sends them per<br />

stage to storehouses on site. The<br />

construction process of the company<br />

is divided into four stages of<br />

construction. When a construction


Figure 1. Central storagehouse<br />

stage is completed a quality check<br />

by a representative of the bank<br />

follows. An approval will result in<br />

the finance of the next stage and<br />

the cycle starts again at the department<br />

of Purchase until stage four<br />

is finished.<br />

One of the major problems of the<br />

company is controlling the project<br />

costs affected by the materials<br />

management. All the different<br />

houses use the same materials in<br />

construction because of the predesigned<br />

house types. But an efficient<br />

catalogue of all the different<br />

types of materials used is largely<br />

absent, what results in putting<br />

out orders for the wrong materials<br />

or the wrong amount of materials.<br />

As mentioned before the<br />

company is divided in different<br />

departments working on the same<br />

end product. Because of the missing<br />

catalogue of all the materials,<br />

combined with codification, a lot<br />

of materials have different names<br />

in the organization.<br />

Besides the missing catalogue, the<br />

The problems mentioned above<br />

are resulting in extra costs for the<br />

company but also for the clients of<br />

the company who have to pay a<br />

longer period of interest on loans.<br />

These costs are part of the failure<br />

costs of a project and the problems<br />

are part of the materials manageoverview<br />

on materials on site is<br />

improvable area. The incoming<br />

materials will be stored in the central<br />

warehouse or a warehouse on<br />

site. These stored materials will be<br />

used in construction. These flows<br />

are presenting the logical in and<br />

out streams of a storehouse and are<br />

noted at a so called Cardex. This<br />

Cardex is a hardcopy document<br />

Figure 2. A ‘Throw over the wall’ culture<br />

per material which represents the<br />

inventory of that specific material.<br />

This means that every storehouse<br />

has a huge amount of Cardexes to<br />

represent the inventory. This is the<br />

first project where a computer and<br />

a very basic program are used. But<br />

the mishandling of this program<br />

resulted in a lot of organizational<br />

problems. Engineers, architects<br />

and the purchase department<br />

were counting on the correctness<br />

of the inventory so adapted their<br />

work on it. Imagine what happens<br />

if this inventory is incorrect.<br />

This means that a coupling program<br />

between the total usage of<br />

materials with the inflow and outflow<br />

of the materials is missing.<br />

Because this missing coupling<br />

program there’s no overview<br />

about the inventory and it is not<br />

clear what materials are delivered<br />

and used.<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 37


ment. Because materials management<br />

includes materials identification<br />

and materials tracking I think<br />

that the materials management<br />

on site is the foundation of these<br />

costs. So improving the materials<br />

management should result in an<br />

improvement in cost control.<br />

THE SOLUTION<br />

Based on the theory about codification<br />

I recommended a new system<br />

of codification for the materials<br />

used in the organization. This<br />

system is optimized by an adaptation<br />

on basis of the generated<br />

practical inputs. In the future a list<br />

of all materials should be codified<br />

using this system. This list should<br />

become the central list of materials<br />

of the company and its codifications<br />

should be used in all the departments.<br />

This list is furthermore<br />

the basis of a program for materials<br />

management. Using a central<br />

Figure 3. The Inventory program<br />

code for every material in the organization<br />

results in a well organized<br />

situation with one material<br />

name, one unity per material and<br />

specification for every material.<br />

38 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009<br />

To implement something like a<br />

central list of materials sounds<br />

pretty easy but in reality it takes<br />

a lot of adaptability of the organization.<br />

In the current situation<br />

every department is using its own<br />

method/program to achieve their<br />

goals. My proposal resulted in discussions<br />

about the implementa-<br />

tion because of these differences.<br />

The engineer, for example, works<br />

out what materials are needed and<br />

calculates the quantity of these materials<br />

per building. His question<br />

at my address was: ‘Why should<br />

I use these codes That is not my<br />

work and I do not need it!”<br />

The organization is well organized<br />

concerning material flows<br />

but between departments not the<br />

same “language” is spoken. And<br />

the management tools are used on<br />

an incorrect and inefficient manner,<br />

what implies a throw over the<br />

wall culture. A good implementation<br />

of materials management will<br />

take away these walls.<br />

I was not able to develop this list<br />

of materials with codification before<br />

designing a program because<br />

of the complexity and extent of<br />

this problem combined with the<br />

limitations of my research. For the<br />

design of my program I used the<br />

current codification system of the<br />

central storehouse.<br />

The design of my program is presented<br />

in figure 3


The block ‘Identity’ is the list of<br />

all codified materials. These codes<br />

are coupled to three calculation<br />

blocks; the specific project with<br />

the quantity of buildings and its<br />

different construction types. These<br />

types are presented with the materials<br />

needed per construction. For<br />

the project I was concerned with<br />

roughly 150 types of materials are<br />

on the list per building type in my<br />

period around 15 buildings were<br />

in construction. The second block<br />

processes all the inflows and outflows<br />

of materials from the storehouse<br />

of that project. The last<br />

block processes the total need of<br />

materials for that project with all<br />

the materials ordered.<br />

To work with the program all the<br />

different departments can enter<br />

their final data easily into the different<br />

blocks (designed per department).<br />

The<br />

program calculates<br />

automatically<br />

the total inventory<br />

and also calculates<br />

the materials<br />

needed to order.<br />

This program also<br />

has some side opportunities<br />

like<br />

tracking materials<br />

and errors, and a<br />

wrong inventory<br />

alarm.<br />

The implementation<br />

of this program<br />

has a lot of consequences<br />

for the organization.<br />

All the<br />

departments are<br />

working with the<br />

same program so<br />

they are ‘speaking<br />

the same langu-<br />

age’. Speaking the same language<br />

will take away a lot of misunderstandings<br />

and therefore result in<br />

less wrong orders. By using the<br />

program, architects and engineers<br />

can use the surplus inventory in<br />

the designs. This will prevent situations<br />

like the current situation<br />

where a huge amount of materials,<br />

with a value of $85.000, is unused<br />

and not dedicated to a project.<br />

For the purchasing department<br />

the use of the program will result<br />

in more overview of materials and<br />

the possibility of tracking the materials.<br />

Besides this, it is one program<br />

which could be used for all<br />

the projects so this will prevent<br />

different programs and codes between<br />

projects.<br />

For the auditory department it is a<br />

lot easier to find errors and control<br />

the inventory with the program<br />

instead of the hardcopy ‘Cardex’.<br />

And onsite at the storehouses the<br />

different flows of materials will be<br />

matched with each other by the<br />

computer instead of writing work.<br />

And with the up to date overview<br />

of the inventory the program<br />

makes it possible adapt the inventory<br />

to the construction process<br />

so that construction never will be<br />

interrupted because of insufficient<br />

materials.<br />

<strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009 - 39


For the company the program will<br />

have positive results for the failure<br />

costs because it will be a more controlled<br />

process. This also means<br />

that it makes it possible to find the<br />

errors in the process so that people<br />

needs to be more responsible for<br />

their job/goal.<br />

CONCLUSION<br />

The main goal of my research was<br />

to asses and improve the materials<br />

management of the company so<br />

that failure costs could be reduced.<br />

This by designing a pilot program<br />

for materials management<br />

and put the theory into practice<br />

and examining if this theory is applicable<br />

into the organization of<br />

the company.<br />

Analyzing the organization by<br />

following the production process<br />

made it possible for me to present<br />

the problems to the concerned<br />

people of the company. To resolve<br />

half of these problems I presented<br />

two solutions: Codification and<br />

my Materials Management Program.<br />

This program developed<br />

into a bigger program than just a<br />

pilot program and was ready to<br />

use in projects. The company was<br />

very interested in the two proposals.<br />

The program was taken<br />

in use at two big starting projects<br />

and the responsible person of the<br />

storehouses agreed with the needed<br />

improvement in codification.<br />

At the moment of writing I am<br />

waiting on the feedback at the<br />

program and working on the definitive<br />

form of codification.<br />

But maybe more interesting is the<br />

recognition of the problems by all<br />

the departments. By knowing and<br />

recognizing the problems the following<br />

step is to get together and<br />

find a solution together. Hopefully<br />

my presentation was the first<br />

step of the process considering the<br />

amount of discussions during and<br />

after the presentation.<br />

It was great to work at the company.<br />

There are a lot of (reasonable)<br />

areas of improvement to optimize<br />

the organization and that makes<br />

it very interesting. The company<br />

was open to listen to my proposals<br />

and think alike; learning in<br />

two ways. I learned a lot from this<br />

experience of working in the company<br />

and living in the country as<br />

well. So let’s hope they learned as<br />

much as I did.<br />

Thanks to msc J.E. Avendano Castillo<br />

40 - <strong>ConcepT</strong>ueel okt. 2009


Koninklijke BAM Groep nv behoort met een jaaromzet van<br />

circa € 9 miljard tot de grootste bouwondernemingen van<br />

Europa. Ons concern is marktleider in Nederland en onze<br />

werkmaatschappijen hebben sterke marktposities verworven<br />

in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, België en Duitsland.<br />

De werkmaatschappijen van Koninklijke BAM Groep zijn actief<br />

in zes sectoren: Bouw, Vastgoed, Infra, Publiekprivate<br />

samenwerking, Techniek en Consultancy en engineering.<br />

Tevens heeft de Groep een belang in een wereldwijd<br />

opererende baggeronderneming. BAM initieert, ontwikkelt,<br />

bouwt en onderhoudt projecten om te wonen, te werken en<br />

te recreëren, alsook op het gebied van verkeer, vervoer en<br />

industrie.<br />

Koninklijke BAM Groep is een veelzijdig concern, waar<br />

ongeveer 30.000 medewerkers – verspreid over vele landen<br />

en disciplines – zich inzetten voor onze opdrachtgevers.<br />

Voor enthousiaste en talentvolle afgestudeerden van<br />

universiteiten en hogescholen hebben wij een tweejarig<br />

traineeprogramma ontwikkeld. Dit programma biedt een<br />

breed inzicht in onze Groep en een brede blik op bouwen.<br />

Geïnteresseerd Kijk dan op www.bam.nl<br />

Koninklijke BAM Groep nv<br />

Postbus 20<br />

3980 CA Bunnik<br />

Telefoon (030) 659 83 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!