15.03.2015 Views

Toelichting bij de Verordening op het binnenwater 2010 ... - Waternet

Toelichting bij de Verordening op het binnenwater 2010 ... - Waternet

Toelichting bij de Verordening op het binnenwater 2010 ... - Waternet

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Toelichting</strong> <strong>bij</strong> <strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong> <strong>2010</strong> (zoals die in oktober 2013 is gewijzigd<br />

en vastgesteld)<br />

PLAATSBEPALING VAN DE VERORDENING OP HET BINNENWATER<br />

In dit hoofdstuk beschrijven we <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong> Veror<strong>de</strong>ning <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong>, (hierna: VOB),<br />

alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> relatie van <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning tot aanverwante regelgeving <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van verkeer, milieu<br />

en ruimtelijke or<strong>de</strong>ning.<br />

Reikwijdte van <strong>de</strong> VOB<br />

Water en Amsterdam zijn onlosmakelijk met elkaar verbon<strong>de</strong>n: <strong>het</strong> ‘blauwe goud’ is een kenmerken<strong>de</strong><br />

en waar<strong>de</strong>volle kwaliteit van <strong>de</strong> stad. In <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor dit water is <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> drie<strong>de</strong>ling te maken.<br />

Water als transportsysteem (nautisch vaarwegbeheer):<br />

De scheepvaart over <strong>de</strong> vaarwegen vraagt om een nautische (verkeerstechnische) or<strong>de</strong>ning<br />

(vaarrichting, afmeerverbod, etcetera). In grote lijnen is <strong>de</strong> stad ver<strong>de</strong>eld over twee (gemeentelijke)<br />

nautische beheer<strong>de</strong>rs, te weten <strong>het</strong> Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied over <strong>de</strong> haven<br />

en <strong>Waternet</strong> over <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong>. De VOB vormt een (gemeentelijke) aanvulling <strong>op</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke<br />

wet- en regelgeving die <strong>de</strong> nautische beheer<strong>de</strong>rs tot hun beschikking hebben voor <strong>het</strong> toezicht <strong>op</strong> een<br />

vlot en veilig verlo<strong>op</strong> van <strong>het</strong> scheepvaartverkeer.<br />

Water als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte:<br />

Water maakt on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte. Stads<strong>de</strong>len zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong><br />

inrichting en <strong>het</strong> beheer van <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte. Op basis van <strong>de</strong> VOB zijn stads<strong>de</strong>len bevoegd om<br />

vergunningen af te geven voor <strong>het</strong> afmeren van woonboten, bedrijfsvaartuigen, objecten en <strong>het</strong><br />

aanleggen van steigers. Natuurlijk moeten hier<strong>bij</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> waterbeheer<strong>de</strong>r (<strong>de</strong> Keur)<br />

en <strong>de</strong> nautisch vaarwegbeheer<strong>de</strong>r (bv. doorvaartprofielen) in acht wor<strong>de</strong>n genomen.<br />

Water als ‘fysiek systeem’ (waterbeheer):<br />

Waterbeheer<strong>de</strong>rs beheren <strong>de</strong> kwantiteit en kwaliteit van <strong>het</strong> watersysteem. Het Rijk en <strong>de</strong> provincie<br />

zijn hier bevoegd gezag, waar<strong>bij</strong> taken <strong>op</strong>- of overgedragen zijn aan respectievelijk Rijkswaterstaat of<br />

aan waterschappen. Het waterbeheer valt buiten <strong>de</strong> gemeentelijke bevoegdhe<strong>de</strong>n - en dus buiten <strong>de</strong><br />

VOB.<br />

Verhouding tot aanverwante regelgeving - verkeersregulering<br />

Voor <strong>het</strong> gebruik van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>binnenwater</strong>en bestaat regelgeving <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> niveaus.<br />

Belangrijk is <strong>de</strong> Scheepvaartverkeerswet (SVW - 1988) die <strong>het</strong> wettelijke ka<strong>de</strong>r biedt voor <strong>de</strong><br />

waterverkeers<strong>de</strong>elnemers <strong>op</strong> zee en <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>binnenwater</strong>en. Ingevolge <strong>de</strong>ze wet is een algemene<br />

maatregel van bestuur uitgevaardigd: <strong>het</strong> Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Dit reglement houdt<br />

verkeersregels ter voorkoming van aanvaring of aandrijving, waar<strong>bij</strong> <strong>het</strong> concreet gaat om zaken als<br />

gedragsregels, <strong>het</strong> voeren van lichten, <strong>het</strong> gebruik van <strong>de</strong> marifoon, <strong>het</strong> afmeren, enz.<br />

Artikel 121 van <strong>de</strong> Gemeentewet laat <strong>het</strong> gemeentebestuur <strong>de</strong> bevoegdheid om lokale veror<strong>de</strong>ningen<br />

te maken ten aanzien van on<strong>de</strong>rwerpen waarin ook hogere regelgeving voorziet, mits <strong>de</strong>ze<br />

veror<strong>de</strong>ning niet strijdig is met <strong>de</strong> hogere regelgeving. Of een veror<strong>de</strong>ning en een hogere regeling<br />

<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp regelen, wordt bepaald aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> motieftheorie. Indien een hogere en<br />

een lagere regeling <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gedragingen reguleren met <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> motief, wordt er gesproken van<br />

<strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp.<br />

Voor <strong>de</strong> VOB betekent dit dat zolang <strong>het</strong> gemeentebestuur niet <strong>op</strong> grond van verkeersmotieven<br />

tekens plaatst, dit naar eigen inzicht kan gebeuren. Een voorbeeld hiervan is <strong>het</strong> instellen van een<br />

afmeerverbod voor <strong>de</strong> ambtswoning van <strong>de</strong> Burgemeester: dit wordt niet ingesteld met een motief tot<br />

verkeersregulering, maar veeleer met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> <strong>de</strong> veiligheid. Een <strong>de</strong>rgelijk besluit wordt gebaseerd<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> VOB. Indien <strong>het</strong> verkeersmotief wel een rol speelt, dienen <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> SVW en <strong>het</strong> BPR<br />

gevolgd te wor<strong>de</strong>n.<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

1/13 Concept01


Verhouding tot aanverwante regelgeving - inrichting <strong>op</strong>enbare ruimte<br />

De VOB bevat geen inhou<strong>de</strong>lijke bepalingen die betrekking hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke inrichting,<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld óf een woonboot ergens permanent mag wor<strong>de</strong>n afgemeerd. Hiertoe zijn veeleer <strong>de</strong> Wet<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning en <strong>het</strong> bestemmingsplan <strong>de</strong> aangewezen juridische instrumenten. Bij<br />

afgifte van een ligplaatsvergunning toetst <strong>het</strong> bestuursorgaan vervolgens - on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>op</strong> basis van<br />

<strong>het</strong> bestemmingsplan - of dit vanuit <strong>de</strong> <strong>op</strong>tiek van <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning is toegestaan. In <strong>de</strong> notitie<br />

“woonboten <strong>op</strong>nemen in bestemmingsplannen” wordt uitgebreid ingegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> complexe relatie<br />

tussen bestemmingsplan en wonen <strong>op</strong> woonboten (zie www.dro.amsterdam.nl).<br />

De Woningwet is niet van toepassing <strong>op</strong> woonboten en daarmee ook niet <strong>het</strong> hiermee<br />

samenhangen<strong>de</strong> regime van <strong>bij</strong>voorbeeld bouwvergunningen. Een an<strong>de</strong>r gevolg is dat hin<strong>de</strong>r-,<br />

geluids- en an<strong>de</strong>re milieuzones formeel niet gel<strong>de</strong>n voor ligplaatsvergunningen. In <strong>de</strong> praktijk wordt<br />

per geval beoor<strong>de</strong>eld in hoeverre <strong>de</strong> wettelijke ruimte wordt benut.<br />

De VOB stelt wel een vergunningplicht voor verbouw en vervanging van een woonboot. Voor <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>rgelijke vergunningsaanvragen kunnen stads<strong>de</strong>len welstandsbeleid voor<br />

woonboten vaststellen. Vanuit <strong>het</strong> project Wonen <strong>op</strong> water is een ‘gereedschapkist’ voor<br />

welstandsbeleid vastgesteld; dit instrumentarium staat stads<strong>de</strong>len ten dienste <strong>bij</strong> <strong>de</strong> formulering van<br />

hun welstandsbeleid.<br />

Verhouding tot aanverwante regelgeving – zorg voor <strong>het</strong> milieu<br />

Tot <strong>de</strong> taken van <strong>het</strong> gemeentebestuur behoort een veilig en milieuverantwoord beheer.<br />

De VOB stelt in aanvulling <strong>op</strong> <strong>de</strong> Wet milieubeheer (Wm) en <strong>de</strong> Wet vervoer gevaarlijke stoffen<br />

(Wvgs) regels zodat een veilige en milieuverantwoor<strong>de</strong> afwikkeling in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r van een verantwoord<br />

waterbeheer gewaarborgd blijft.<br />

De regels <strong>bij</strong> of krachtens <strong>de</strong> Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) zijn ter bevor<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

<strong>op</strong>enbare veiligheid <strong>bij</strong> <strong>het</strong> vervoer van gevaarlijke stoffen. De regels zijn van toepassing <strong>op</strong> <strong>de</strong> gehele<br />

vervoersketen van gevaarlijke stoffen. Maar ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen gerelateerd aan <strong>het</strong> vervoer, zoals<br />

<strong>het</strong> la<strong>de</strong>n en lossen of <strong>het</strong> laten staan of liggen van <strong>de</strong> vervoermid<strong>de</strong>len waarin of waar<strong>op</strong> zich<br />

gevaarlijke stoffen, of resten daarvan, bevin<strong>de</strong>n.<br />

Ook kortstondige <strong>op</strong>slag van gevaarlijke stoffen tij<strong>de</strong>ns <strong>het</strong> vervoer valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Wvgs. De Wvgs<br />

beperkt zich tot <strong>de</strong> gevaarlijke stoffen. Aanvullend, via <strong>de</strong> VOB, is <strong>het</strong> daarom nodig om voor<br />

milieuscha<strong>de</strong>lijke stoffen, die niet vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> categorie gevaarlijke stoffen, na<strong>de</strong>re regels te<br />

stellen.<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

2/13 Concept01


Hoofdstuk 1. Algemene begripsomschrijvingen en procedurebepalingen<br />

Paragraaf 1.1 Algemene begripsomschrijvingen<br />

Artikel 1.1.1 Begripsbepalingen<br />

a. Binnenschip.<br />

De binnenscheepvaart maakt een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> Amsterdamse (haven)activiteiten.<br />

Er wordt veelvuldig in <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning gesproken over een schip of een schipper. Een schip omvat<br />

tevens een binnenschip; <strong>het</strong> begrip schipper heeft hier betrekking <strong>op</strong> een binnenschip. Voorts biedt <strong>de</strong><br />

veror<strong>de</strong>ning in artikel 2.3.5, vier<strong>de</strong> lid, <strong>de</strong> basis voor een door burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs vast te<br />

stellen regeling voor zoge<strong>het</strong>en oud-schippers: voormalige schippers die meestal gepensioneerd zijn.<br />

b. Binnenwater<br />

Het <strong>binnenwater</strong> omvat hier <strong>het</strong> gebied buiten <strong>de</strong> haven. De <strong>op</strong>telsom van <strong>de</strong> haven en <strong>het</strong><br />

<strong>binnenwater</strong> levert <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water <strong>op</strong>. Het on<strong>de</strong>rscheid is gemaakt voor <strong>de</strong> bepalingen waarin <strong>de</strong><br />

reikwijdte zich alleen uitstrekt tot <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong>.<br />

e. Haven<br />

De <strong>de</strong>finitie is overgenomen uit <strong>de</strong> in 2012 vernieuw<strong>de</strong> Regionale Havenveror<strong>de</strong>ning<br />

Noordzeekanaalgebied (RHN); <strong>het</strong> eer<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> versies van <strong>de</strong> VOB gemaakte<br />

on<strong>de</strong>rscheid tussen haven en havengebied is hiermee komen te vervallen.<br />

f. en k. Kapitein/schipper<br />

De omschrijving van <strong>de</strong> begrippen kapitein en schipper is ruimer dan hieron<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> praktijk wordt<br />

verstaan. Als <strong>de</strong> formele kapitein of schipper verstek laat gaan, is er volgens <strong>de</strong>ze omschrijving altijd<br />

iemand die als zodanig functioneert.<br />

g. Openbaar water<br />

Het begrip "<strong>op</strong>enbaar" heeft hier geen <strong>bij</strong>zon<strong>de</strong>re juridische betekenis, zoals dat wel voor <strong>op</strong>enbare<br />

wegen geldt. Openbaar water wordt hier in feitelijke zin gebruikt en omvat al <strong>het</strong> water dat voor <strong>het</strong><br />

publiek toegankelijk is of voor enig gebruik <strong>op</strong>en staat voor vervoer over water. Water dat aan een<br />

an<strong>de</strong>re eigenaar dan <strong>de</strong> gemeente behoort of is verhuurd, maar dat feitelijk wel door <strong>de</strong> scheepvaart<br />

wordt gebruikt, blijft <strong>op</strong>enbaar. De <strong>op</strong>enbaarheid kan wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>geheven of beperkt indien <strong>de</strong> eigenaar<br />

<strong>de</strong> toegankelijkheid door feitelijke maatregelen verhin<strong>de</strong>rt of beperkt.<br />

Artikel 1.1.2 Toepassingsbereik<br />

Ingevolge dit artikel zijn <strong>de</strong> paragrafen 2 tot en met 5 van hoofdstuk 1 tevens van toepassing in <strong>de</strong><br />

haven als bedoeld in artikel 1.1.1, aanhef, on<strong>de</strong>r e. van <strong>de</strong> VOB.<br />

De VOB en <strong>de</strong> RHN hebben ie<strong>de</strong>r een eigen toepassingsgebied. Via <strong>de</strong>ze schakelbepaling wordt voor<br />

<strong>de</strong> paragrafen 2 tot en met 5 <strong>het</strong> werkingsgebied van <strong>de</strong> VOB uitgebreid naar <strong>de</strong> haven. Deze<br />

schakelbepaling is <strong>op</strong>genomen <strong>bij</strong> <strong>de</strong> voorschriften waarvan <strong>de</strong> werking moet wor<strong>de</strong>n uitgebreid.<br />

Lid 2 is in 2012 hier toegevoegd. Deze tekst stond in <strong>het</strong> in 2012 vervallen “artikel 2.2.4 (Haven)” in<br />

paragraaf 2 over algemene bepalingen ligplaatsen; dat was een <strong>bij</strong> na<strong>de</strong>r inzien verkeer<strong>de</strong> plaatsing<br />

Bovendien is <strong>het</strong> voor <strong>de</strong> overzichtelijkheid beter om alle bepalingen over <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong><br />

veror<strong>de</strong>ning <strong>bij</strong> elkaar te plaatsen.<br />

Paragraaf 1.2 Procedurebepalingen<br />

Artikel 1.2.4 <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid: lex silencio positivo<br />

De lex silencio positivo houdt in dat wanneer niet binnen <strong>de</strong> wettelijke termijn een beslissing <strong>op</strong> een<br />

aanvraag om een vergunning is <strong>op</strong>genomen, <strong>de</strong> vergunning van rechtswege wordt geacht te zijn<br />

verleend. De van rechtswege verleen<strong>de</strong> beschikking wordt in paragraaf 4.1.3.3 van <strong>de</strong> Algemene wet<br />

bestuursrecht geregeld.<br />

Vanaf 2012 geldt <strong>de</strong> lex silencio positivo voor vergunningstelsels die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Dienstenrichtlijn vallen<br />

van rechtswege, tenzij <strong>de</strong> lex silencio positivo voor <strong>de</strong>ze vergunningstelsels expliciet wordt uitgesloten<br />

<strong>op</strong> grond van een dwingen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n van algemeen belang. Dat is voor <strong>de</strong> ligplaatsvergunning (artikel<br />

2.4.1) en <strong>de</strong> exploitatievergunning (artikel 2.4.5) voor bedrijfsvaartuigen gebeurd.<br />

Artikel 1.2.5 Schriftelijke of mon<strong>de</strong>ling vergunning of ontheffing<br />

In <strong>het</strong> geval er sprake is van een mon<strong>de</strong>ling besluit (artikel 1.2.5, twee<strong>de</strong> lid) zal dit ten behoeve van<br />

<strong>de</strong> rechtsbescherming van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n zo spoedig mogelijk achteraf schriftelijk wor<strong>de</strong>n bevestigd. Het lid is<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

3/13 Concept01


zo geredigeerd dat <strong>het</strong> mogelijk is om <strong>de</strong>ze schriftelijke bevestiging achterwege te laten als<br />

re<strong>de</strong>lijkerwijs aangenomen mag wor<strong>de</strong>n dat niemand hieraan behoefte heeft. Dit voorkomt onnodige<br />

juridisering.<br />

Artikel 1.2.6 Duur van <strong>de</strong> vergunning of ontheffing, voorschriften en beperkingen<br />

De tekst van <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid maakt <strong>het</strong> <strong>op</strong>nemen van dit voorschrift in <strong>de</strong> vergunning of ontheffing zelf<br />

niet langer noodzakelijk.<br />

Artikel 1.2.7. Verlening<br />

Dat vergunningen of ontheffingen alleen aan eigenaar(s) van vaartuigen, woonboten of objecten<br />

wor<strong>de</strong>n verleend, stond voorheen her en <strong>de</strong>r in <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning verspreid. Er is ervoor gekozen dit<br />

soort bepalingen zoveel mogelijk te centraliseren.<br />

Artikel 1.2.9 Aanwijzingen<br />

De veror<strong>de</strong>ning omvat een groot aantal verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong>erationele han<strong>de</strong>lingen, waar<strong>bij</strong> <strong>het</strong> van<br />

belang is dat van gemeentewege concrete aanwijzingen kunnen wor<strong>de</strong>n gegeven. Deze bepaling<br />

schept daartoe <strong>de</strong> mogelijkheid; via (sub)mandaat zullen <strong>de</strong> beheer<strong>de</strong>r <strong>binnenwater</strong> of <strong>de</strong> haven<br />

hieraan vorm kunnen geven. Uitgangspunt is <strong>de</strong> mogelijkheid om bevoegdhe<strong>de</strong>n met een <strong>op</strong>erationeel<br />

karakter te mandateren. Dit behoeft ver<strong>de</strong>r geen wettelijke regeling, aangezien <strong>het</strong> systeem van <strong>de</strong><br />

Gemeentewet met zich brengt dat mandaat aan een ambtenaar vrijwel altijd geoorloofd is.<br />

Het twee<strong>de</strong> lid van dit artikel regelt dat, daar waar mogelijk, schippers gebruik móeten maken van <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> wal geplaatste nutsvoorzieningen, zoals elektriciteitskasten in plaats van <strong>de</strong> eigen generatoren met<br />

<strong>het</strong> oog <strong>op</strong> <strong>de</strong> veiligheid, <strong>het</strong> tegengaan van geluidsoverlast of onnodig ruimtebeslag e.d, <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

ter voorkoming van een wirwar aan kabels en <strong>de</strong>rgelijke<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

4/13 Concept01


Hoofdstuk 2. Bepalingen met betrekking tot <strong>het</strong> gebruik en beheer van <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water<br />

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen<br />

Artikel 2.1.1 Tekens<br />

Verkeerstekens die een verbod of een gebod bevatten, kunnen <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> BPR wor<strong>de</strong>n<br />

afgekondigd als dat in <strong>het</strong> belang is van <strong>het</strong> gestel<strong>de</strong> in artikel 3 van <strong>de</strong> Scheepvaartverkeerswet. Er<br />

kan evenwel behoefte zijn aan or<strong>de</strong>ning om an<strong>de</strong>re dan verkeerstechnische motieven.<br />

Het gebruik van tekens <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning is dan ook niet gebaseerd <strong>op</strong> <strong>het</strong> in goe<strong>de</strong><br />

banen lei<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> verkeer <strong>op</strong> <strong>het</strong> water, maar <strong>op</strong> an<strong>de</strong>re motieven, te weten: or<strong>de</strong>ning te water,<br />

<strong>op</strong>enbare or<strong>de</strong>, veiligheid en milieu. De term verkeerstekens wordt in <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning daarom ook niet<br />

gebruikt. Er wordt, ter on<strong>de</strong>rscheiding, gesproken van "tekens".<br />

De on<strong>de</strong>rhavige bepaling vormt <strong>de</strong> basis waar<strong>op</strong> on<strong>de</strong>r meer <strong>het</strong> ligplaatsbeleid gestalte kan wor<strong>de</strong>n<br />

gegeven door <strong>het</strong>, conform <strong>het</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> planologisch ka<strong>de</strong>r, plaatsen van tekens of <strong>het</strong> afkondigen<br />

van voorschriften inzake <strong>de</strong> ligplaatsver<strong>de</strong>ling.<br />

Artikel 2.1.2 Overlast<br />

De p<strong>op</strong>ulariteit van <strong>het</strong> varen <strong>op</strong> <strong>de</strong> grachten is groot. Deze medaille heeft ook een keerzij<strong>de</strong>. Op<br />

gezette tij<strong>de</strong>n kan er flink overlast ontstaan voor <strong>de</strong> bewoners aan en <strong>op</strong> <strong>de</strong> grachten. In <strong>op</strong>dracht van<br />

<strong>het</strong> college van burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs heeft <strong>Waternet</strong> (voorheen <strong>de</strong> dienst Binnenwaterbeheer)<br />

<strong>het</strong> project Overlast te water 2008- <strong>2010</strong> uitgevoerd. De evaluatie doet een aantal concrete voorstellen<br />

om zaken (ver<strong>de</strong>r) te verbeteren, en ingezette verbeteringen te borgen.<br />

Bewoners, rondvaartre<strong>de</strong>rs, politie en me<strong>de</strong>werkers van <strong>Waternet</strong> hebben gezamenlijk <strong>de</strong><br />

randvoorwaar<strong>de</strong>n ingevuld om tot vermin<strong>de</strong>ring van overlast te kunnen komen. Maar <strong>het</strong> is ook<br />

dui<strong>de</strong>lijk dat we er nog niet zijn. Er wordt door bewoners <strong>op</strong> en aan <strong>het</strong> water behoorlijk veel overlast<br />

ervaren. En <strong>het</strong> beeld is dat dit eer<strong>de</strong>r toe- dan afneemt.<br />

De afgel<strong>op</strong>en jaren is <strong>de</strong> geluidsoverlast <strong>op</strong> <strong>het</strong> water sterk toegenomen. Het wordt steeds<br />

p<strong>op</strong>ulair<strong>de</strong>r om met groepen in <strong>op</strong>en vaartuigen rond te varen, vaak met har<strong>de</strong> muziek aan boord.<br />

Hoewel <strong>het</strong> overlast-artikel in <strong>de</strong> VOB <strong>2010</strong> zo was geformuleerd dat <strong>de</strong>ze overlast <strong>op</strong> grond hiervan<br />

verbo<strong>de</strong>n was, bleek <strong>het</strong> in <strong>de</strong> praktijk moeilijk te handhaven. De huidige formulering maakte <strong>het</strong><br />

noodzakelijk aan te tonen dat voor omwonen<strong>de</strong>n hin<strong>de</strong>r ontstaat. Aangezien dat een subjectieve<br />

norm is, afhankelijk van <strong>de</strong> beleving door <strong>de</strong> omwonen<strong>de</strong>n, kan dit tot veel discussie lei<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

overlastveroorzakers.<br />

Eén van <strong>de</strong> aanbevelingen uit <strong>de</strong> evaluatie van <strong>het</strong> project “Overlast te water 2008-<strong>2010</strong>” is daarom<br />

om een objectieve norm te introduceren. Daar<strong>bij</strong> is gesproken over een “algeheel” verbod voor<br />

versterkte muziek <strong>op</strong> <strong>op</strong>en vaartuigen. Dit voorstel is door <strong>het</strong> vernieuw<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> lid overgenomen.<br />

Daarmee wordt een dui<strong>de</strong>lijk signaal afgegeven dat <strong>het</strong> veroorzaken van geluidsoverlast (ook) <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

water niet is toegestaan. Met een algeheel verbod kan er effectiever wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>getre<strong>de</strong>n tegen<br />

geluidsoverlast.<br />

Het spreekt voor zich dat <strong>de</strong> handhaving zich in <strong>de</strong> praktijk, net als nu, vooral zal gaan richten <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

aanpak van serieuze overlast veroorzakend geluid. Versterkte muziek <strong>op</strong> speciale (door <strong>het</strong> College<br />

aan te wijzen) dagen, zoals Koninginnedag, <strong>de</strong> Canal Para<strong>de</strong>, en <strong>bij</strong> vergun<strong>de</strong> evenementen, blijft<br />

mogelijk.<br />

Het artikel richt zich zoals gezegd <strong>op</strong> <strong>op</strong>en vaartuigen, een belangrijke groep veroorzakers van<br />

geluidsoverlast. Versterkte muziek die in <strong>de</strong> (afgesloten binnenruimte) van een gesloten vaartuig<br />

wordt afgespeeld valt dus niet on<strong>de</strong>r dit verbod.<br />

Naast <strong>het</strong> nieuwe verbod blijft <strong>het</strong> bestaan<strong>de</strong> overlast-artikel bestaan.<br />

In zijn algemeenheid blijven alle (an<strong>de</strong>re) overlast of hin<strong>de</strong>r veroorzaken<strong>de</strong> activiteiten dus ook<br />

verbo<strong>de</strong>n.<br />

Artikel 2.1.3 Gebruik van (verkeers)objecten<br />

Op grond van artikel 1.13 van <strong>het</strong> BPR mag men geen verkeerstekens gebruiken om daaraan<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld af te meren. De hier geformuleer<strong>de</strong> bepaling richt zich niet alleen tot <strong>de</strong> schipper, maar<br />

ook tot <strong>de</strong> zwemmer of surfer. Het twee<strong>de</strong> lid beoogt <strong>het</strong> oneigenlijk gebruik van afmeervoorzieningen<br />

tegen te gaan.<br />

Artikel 2.1.4 Gebruik sluizen en bruggen<br />

Deze bepaling beoogt <strong>het</strong> misbruiken van sluizen en bruggen tegen te gaan. Het artikel verbiedt een<br />

breed scala van activiteiten die <strong>op</strong> en vanaf bruggen en sluizen kunnen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen, zoals<br />

vissen, zwemmen of <strong>het</strong> <strong>op</strong>slaan van goe<strong>de</strong>ren.<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

5/13 Concept01


Artikel 2.1.5 Verwij<strong>de</strong>ren obstakels<br />

Het artikel beoogt te voorkomen dat onnodig bruggen moeten wor<strong>de</strong>n ge<strong>op</strong>end met <strong>het</strong> gevolg dat <strong>het</strong><br />

verkeer <strong>op</strong> <strong>het</strong> land wordt geblokkeerd. Hiervan is sprake als <strong>de</strong> betrokkene zelf vrij eenvoudig<br />

voorzieningen kan treffen waardoor <strong>de</strong> doorgang zon<strong>de</strong>r <strong>het</strong> <strong>op</strong>enen van een brug mogelijk is.<br />

Paragraaf 2.2 Algemene bepalingen woonboten, vaartuigen en objecten<br />

Artikel 2.2.1 Begripsomschrijvingen<br />

a. Woonboot<br />

In <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning is met betrekking tot <strong>de</strong>ze categorie voor een verzamelbegrip gekozen dat <strong>het</strong><br />

meest aansluit <strong>bij</strong> <strong>het</strong> gangbare taalgebruik, te weten: woonboot. Het gebruik als of <strong>het</strong> bestemd zijn<br />

tot wonen is bepalend, of een vaartuig of object <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water als zodanig moet wor<strong>de</strong>n<br />

aangemerkt. Het begrip bestemmen is geobjectiveerd en <strong>de</strong>rhalve niet afhankelijk van <strong>het</strong>geen een<br />

belanghebben<strong>de</strong> voor ogen heeft met <strong>het</strong> object.<br />

De beantwoording van <strong>de</strong> vraag, of een object als woonboot kan wor<strong>de</strong>n aangemerkt, dient te<br />

geschie<strong>de</strong>n naar spraakgebruik. De betrokken boot moet naar bouw of inrichting of uiterlijke<br />

kenmerken dui<strong>de</strong>lijk, naar objectieve maatstaven, als woonboot te herkennen zijn. Oorspronkelijke<br />

vrachtschepen of (grote) voormalige pleziervaartuigen zijn, als ze bewoond wor<strong>de</strong>n, ook als woonboot<br />

te herkennen.<br />

In <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie staat een afbakening richting <strong>de</strong> Woningwet. Op IJburg wor<strong>de</strong>n namelijk zgn.<br />

waterwoningen gerealiseerd. Een waterwoning is een volledig drijven<strong>de</strong> woning die nimmer bestemd<br />

is (geweest) om te varen en enkel horizontaal en vertikaal mee drijft met <strong>het</strong> waterpeil. Bepaald is dat<br />

<strong>de</strong>ze woningen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Woningwet vallen. Om dubbello<strong>op</strong> tussen <strong>de</strong> VOB en <strong>de</strong> Woningwet te<br />

vermij<strong>de</strong>n is in <strong>2010</strong> <strong>de</strong>ze afbakening aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie toegevoegd.<br />

b. Bedrijfsvaartuig<br />

On<strong>de</strong>r <strong>het</strong> begrip bedrijfsvaartuig is eveneens begrepen <strong>het</strong> bedrijfsvaartuig dat niet meer geschikt is<br />

om te varen. Binnenschepen zijn geen bedrijfsvaartuigen in <strong>de</strong> zin van <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning.<br />

Het woord “reëel” moet voorkomen dat er discussies kunnen ontstaan of een ligplaatsvergunning zou<br />

moeten wor<strong>de</strong>n verleend voor vaartuigen waar alleen of hoofdzakelijk hobbymatige activiteiten wor<strong>de</strong>n<br />

ontplooid. Het is niet <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> mogelijkheid bestaat dat voor <strong>de</strong>rgelijke vaartuigen<br />

ligplaatsvergunningen wor<strong>de</strong>n verleend. Of voldaan wordt aan <strong>het</strong> vereiste dat er sprake is van een<br />

reëel bedrijf is afhankelijk van <strong>het</strong> antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag of met <strong>het</strong> resultaat dat met <strong>het</strong> bedrijf wordt<br />

gegenereerd, voorzien kan wor<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> levenson<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemer. Als dat resultaat<br />

gelijk of nagenoeg gelijk is aan <strong>de</strong> <strong>bij</strong>standsnorm die geldt <strong>op</strong> <strong>het</strong> moment dat er besloten wordt over<br />

<strong>de</strong> ligplaatsvergunning, wordt aangenomen dat met <strong>het</strong> bedrijf in <strong>het</strong> levenson<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rnemer kan wor<strong>de</strong>n voorzien. In aanvulling hier<strong>op</strong> wordt <strong>op</strong>gemerkt dat wanneer er sprake is van<br />

tegenvallen<strong>de</strong> resultaten in een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>, dit niet zon<strong>de</strong>r meer betekent dat er alsdan geen<br />

sprake is van een reëel bedrijf. Evenzo kan niet zon<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat wanneer er<br />

sprake is van een <strong>op</strong>startend bedrijf (<strong>bij</strong>voorbeeld <strong>bij</strong> een bedrijfsovername of als er sprake is van een<br />

nieuwe on<strong>de</strong>rnemer) en <strong>het</strong> resultaat dat met <strong>het</strong> bedrijf wordt gegenereerd is lager dan <strong>de</strong><br />

<strong>bij</strong>standsnorm, dat er dan geen sprake is van een reëel bedrijf. Of er sprake is van een reëel bedrijf<br />

dient van geval tot geval beoor<strong>de</strong>eld te wor<strong>de</strong>n.<br />

c. Passagiersvaartuig<br />

Bedrijfsvaartuigen voor <strong>het</strong> bedrijfsmatig vervoeren van personen te water, alsme<strong>de</strong> vaartuigen die<br />

bedrijfsmatig ter beschikking wor<strong>de</strong>n gesteld aan personen om daarmee zelf recreatief te gaan varen,<br />

zijn in <strong>de</strong>ze categorie on<strong>de</strong>rgebracht. Passagiersvaartuigen zijn dus een species van<br />

bedrijfsvaartuigen. Ook <strong>bij</strong>voorbeeld waterfietsen, die bedrijfsmatig geëxploiteerd wor<strong>de</strong>n, vallen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie.<br />

d. Pleziervaartuig<br />

Het begrip varen<strong>de</strong> recreatie geeft on<strong>de</strong>r meer <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid aan tussen een pleziervaartuig en een<br />

(meestal duurzaam <strong>op</strong> een ligplaats afgemeer<strong>de</strong>) woonboot. Ook hier heeft <strong>het</strong> begrip bestemmen<br />

een objectieve betekenis. De beantwoording van <strong>de</strong> vraag, of een vaartuig als pleziervaartuig kan<br />

wor<strong>de</strong>n aangemerkt dient, evenals <strong>bij</strong> woonboten, te geschie<strong>de</strong>n naar spraakgebruik.<br />

Het vaartuig dient naar bouw, inrichting of uiterlijke kenmerken dui<strong>de</strong>lijk, naar objectieve maatstaven,<br />

als zodanig te herkennen zijn. Een belanghebben<strong>de</strong> die een buitenboordmotor hangt aan <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

een <strong>de</strong>kschuit, kan daarmee dus niet zijn object bestemmen tot pleziervaartuig. Als een<br />

pleziervaartuig <strong>bij</strong>voorbeeld dui<strong>de</strong>lijk waarneembaar bewoond wordt of als buitenruimte wordt gebruikt,<br />

is er geen sprake van een pleziervaartuig. Bijlage A bevat afbeeldingen van objecten die niet als<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

6/13 Concept01


pleziervaartuig wor<strong>de</strong>n aangemerkt.<br />

e. Object<br />

On<strong>de</strong>r <strong>het</strong> begrip object vallen voorwerpen en vaartuigen die niet on<strong>de</strong>r één van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

begripsomschrijvingen zijn te brengen. Tevens zijn hieron<strong>de</strong>r begrepen in aanbouw zijn<strong>de</strong> schepen,<br />

vaartuigen, casco's enz. Vanwege <strong>het</strong> in aanbouw zijn is <strong>het</strong> niet reëel <strong>de</strong> bepalingen voor <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> categorie in volbouw<strong>de</strong> staat van toepassing te verklaren.<br />

f. Watergebon<strong>de</strong>n activiteit<br />

Over <strong>de</strong> exacte duiding van <strong>het</strong> begrip ‘watergebon<strong>de</strong>n’ is <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en jaren discussie gevoerd. Door<br />

toevoeging van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>finitie verdui<strong>de</strong>lijkt <strong>de</strong> wetgever zijn intentie om paal en perk te kunnen stellen<br />

aan <strong>de</strong> groei van <strong>het</strong> aantal coffeesh<strong>op</strong>boten, hotelboten, etcetera. Deze activiteiten behoeven immers<br />

niet noodzakelijkerwijs <strong>op</strong> <strong>het</strong> water plaats te vin<strong>de</strong>n en hebben al zeker geen aanwijsbare en/of<br />

vanzelfspreken<strong>de</strong> binding met <strong>het</strong> water. An<strong>de</strong>rzijds maakt <strong>de</strong> omschrijving dui<strong>de</strong>lijk dat activiteiten als<br />

scheepsreparaties als watergebon<strong>de</strong>n activiteiten geduid moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

g. dienstvaartuig<br />

Aan <strong>de</strong> begrippenlijst is sinds 2012 toegevoegd “dienstvaartuig” Voor vaartuigen die wor<strong>de</strong>n ingezet in<br />

directe dienst van <strong>de</strong> gemeente was vóór <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning niets geregeld. Strikt genomen vielen<br />

<strong>de</strong>ze vaartuigen daarom on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van een bedrijfsvaartuig waarmee <strong>het</strong> verbo<strong>de</strong>n is ligplaats<br />

in te nemen tenzij daarvoor een ligplaatsvergunning is verleend. Ligplaatsvergunningen zijn niet<br />

verleend. Met <strong>de</strong> huidige regeling wordt <strong>het</strong> mogelijk gemaakt dat vaartuigen in directe dienst van <strong>de</strong><br />

gemeente ligplaats kunnen innemen zon<strong>de</strong>r dat daarvoor een ligplaatsvergunning nodig is. Het is van<br />

belang dat voor vaartuigen die wor<strong>de</strong>n ingezet in directe dienst van <strong>de</strong> gemeente geen<br />

ligplaatsvergunning hoeft te wor<strong>de</strong>n verleend. Een ligplaatsvergunning is immers plaatsgebon<strong>de</strong>n<br />

terwijl met <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> vaartuigen <strong>op</strong> diverse plaatsen ligplaats moet kunnen wor<strong>de</strong>n ingenomen,<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld vanwege <strong>het</strong> toezicht <strong>op</strong> <strong>de</strong> naleving van <strong>de</strong> bepalingen van <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning. In <strong>de</strong><br />

jurispru<strong>de</strong>ntie is reeds uitgemaakt dat ook <strong>het</strong> afmeren voor een korte duur (<strong>bij</strong>voorbeeld een half uur)<br />

gezien moet wor<strong>de</strong>n als ligplaats innemen waarvoor een ligplaatsvergunning nodig is. Een<br />

ligplaatsvergunning voor één bepaal<strong>de</strong> plek is daarom niet voldoen<strong>de</strong>. Daarnaast blijven <strong>de</strong><br />

stads<strong>de</strong>len <strong>de</strong> bevoegdheid uitoefenen om in bestemmingsplannen vaste ligplaatsen voor<br />

dienstvaartuigen <strong>op</strong> te nemen. Het innemen van een vaste ligplaats met een dienstvaartuig waarin<br />

een bestemmingsplan niet voorziet, is in strijd met dat bestemmingsplan. Ten slotte wordt <strong>op</strong>gemerkt<br />

dat <strong>de</strong> redactie van <strong>de</strong> bepaling aansluit <strong>op</strong> <strong>de</strong> bepaling van dienstvaartuig in <strong>de</strong><br />

Binnenhavengeldveror<strong>de</strong>ning.<br />

Artikel 2.2.2 Anti-h<strong>op</strong> bepaling<br />

Zon<strong>de</strong>r ligplaatsvergunning is <strong>het</strong> verbo<strong>de</strong>n om met een woonboot ligplaats in te nemen. Wanneer<br />

een woonboot toch zon<strong>de</strong>r ligplaatsvergunning wordt afgemeerd heeft een bestuursorgaan <strong>op</strong> haar<br />

territoir <strong>de</strong> mogelijkheid dwangmid<strong>de</strong>len zoals bestuursdwang toe te passen. De kans is reëel dat<br />

wanneer een woonboot ergens on<strong>de</strong>r dwang verdwijnt, <strong>de</strong>ze el<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> stad weer <strong>op</strong>duikt en zich als<br />

zodanig schuldig maakt aan ‘h<strong>op</strong>pen’. In <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ning is daarom <strong>de</strong> bevoegdheid om dwang toe<br />

te passen centraal gehou<strong>de</strong>n wanneer er steeds weer <strong>op</strong>nieuw in een an<strong>de</strong>r stads<strong>de</strong>el ligplaats wordt<br />

ingenomen terwijl <strong>het</strong> dui<strong>de</strong>lijk is dat <strong>de</strong> woonboot niet vergunbaar is. Door <strong>het</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> A-lijst plaatsen<br />

van dit artikel houdt ons college <strong>de</strong> bevoegdheid om <strong>de</strong> ‘h<strong>op</strong>pen<strong>de</strong>’ eigenaar aan te schrijven en zijn<br />

woonboot uit geheel Amsterdam te verwij<strong>de</strong>ren. Een en an<strong>de</strong>r behou<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mogelijkheid van<br />

legalisatie in een bepaald stads<strong>de</strong>el.<br />

Gemakshalve wordt er gesproken van woonboot. Hetzelf<strong>de</strong> geldt nochtans mutatis mutandis voor<br />

bedrijfsvaartuigen, pleziervaartuigen langer dan 12 meter en objecten.<br />

Paragraaf 2.3 Woonboten<br />

Het woonbotenbeleid is een aan <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len overgedragen bevoegdheid; <strong>bij</strong>na alle bepalingen over<br />

woonboten zijn dan ook <strong>de</strong>centraal toe te passen. Ie<strong>de</strong>r stads<strong>de</strong>el is daarmee zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor met name <strong>het</strong> beleid ten aanzien van woonboten en voor <strong>het</strong> eventueel stellen van regels met<br />

betrekking tot milieu, welstand en afmetingen binnen <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning.<br />

Artikel 2.3.1 Ligplaatsvergunning woonboot<br />

Het vergunningenstelsel heeft betrekking <strong>op</strong> al <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water in <strong>de</strong> stad. Een gebied waar<br />

volgens een gel<strong>de</strong>nd bestemmingsplan woonboten aanwezig mogen zijn, is niet <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> als een<br />

aangewezen officiële plaats of een ligplaats daarbuiten. Of in concreto met een woonboot ligplaats<br />

mag wor<strong>de</strong>n ingenomen, hangt ook af van <strong>het</strong> resultaat van <strong>de</strong> afweging van <strong>de</strong> in artikel 2.3.1<br />

genoem<strong>de</strong> belangen. Voor <strong>het</strong> verlenen van <strong>de</strong> vergunning dient primair vast te staan dat <strong>de</strong><br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

7/13 Concept01


woonboot ook daadwerkelijk voor woonverblijf mag wor<strong>de</strong>n gebruikt <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong> in artikel 2.3.2<br />

gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regels. Hiermee wordt bevor<strong>de</strong>rd dat <strong>de</strong> beschikbare ligplaatscapaciteit daadwerkelijk voor<br />

<strong>de</strong> in aanmerking komen<strong>de</strong> woonboten wordt aangewend.<br />

Bij <strong>het</strong> behan<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> aanvraag om een vergunning kunnen met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> <strong>de</strong> welstand<br />

overwegingen met betrekking tot <strong>het</strong> passen in <strong>de</strong> omgeving wor<strong>de</strong>n betrokken. De mogelijkheid<br />

bestaat dat <strong>op</strong> bepaal<strong>de</strong> locaties voor een bepaal<strong>de</strong> categorie woonboten geen, maar voor een<br />

an<strong>de</strong>re categorie wel een ligplaatsvergunning zal wor<strong>de</strong>n verleend.<br />

Daarnaast kunnen voorschriften wor<strong>de</strong>n gesteld in <strong>het</strong> belang van or<strong>de</strong>ning te water, veiligheid, <strong>het</strong><br />

milieu en <strong>de</strong> vlotte en veilige doorvaart. Bij <strong>het</strong> verlenen van <strong>de</strong> vergunning kan on<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n<br />

bepaald <strong>op</strong> welke concrete plaats <strong>de</strong> woonboot mag wor<strong>de</strong>n afgemeerd, wat <strong>de</strong> toegestane lengte,<br />

breedte, hoogte of diepgang van <strong>de</strong> boot is en welke afstand <strong>het</strong> ten <strong>op</strong>zichte van an<strong>de</strong>re vaartuigen<br />

dan wel <strong>de</strong> wal of een brug moet innemen. Ook kan <strong>de</strong> vergunning wor<strong>de</strong>n losgek<strong>op</strong>peld van<br />

specifieke eisen, maar waar<strong>bij</strong> <strong>de</strong> vergunninghou<strong>de</strong>rs wel zijn gebon<strong>de</strong>n aan na<strong>de</strong>re door <strong>het</strong> college<br />

te stellen regels, die betrekking hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> motieven.<br />

Met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n “overige vergunningen of ontheffingen” in <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid wordt gedoeld <strong>op</strong><br />

vergunningen die verstrekt wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> basis van <strong>bij</strong>voorbeeld <strong>de</strong> Keur AGV of <strong>de</strong> Waterwet. Het moet<br />

<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> burger ondui<strong>de</strong>lijke situatie voorkomen <strong>bij</strong>voorbeeld dat <strong>de</strong>ze van <strong>Waternet</strong> wel een<br />

ligplaatsvergunning krijgt, hoewel <strong>Waternet</strong> tevens een benodig<strong>de</strong> Keurvergunning weigert.<br />

Artikel 2.3.2 Na<strong>de</strong>re regels woonboten<br />

Het stellen van regels met betrekking tot registratie en (brand)veiligheid als in <strong>het</strong> eerste lid<br />

<strong>op</strong>genomen, is centraal gehou<strong>de</strong>n vanwege respectievelijk <strong>het</strong> belang van doelmatigheid van beheer<br />

en <strong>de</strong> meer algemene gelding van <strong>de</strong> hier bedoel<strong>de</strong> veiligheidsregels. Het <strong>op</strong>nemen van een bepaling<br />

voor <strong>het</strong> stellen van regels met betrekking tot (brand)veiligheid is nodig, omdat <strong>de</strong> Woningwet - en<br />

daarmee <strong>de</strong> Bouwveror<strong>de</strong>ning - niet van toepassing is <strong>op</strong> woonboten. De<br />

Brandbeveiligingsveror<strong>de</strong>ning 1995, waarin veiligheidsregels <strong>op</strong>genomen zijn, is van toepassing <strong>op</strong><br />

woonboten, maar niet <strong>op</strong> schepen die <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong> Binnenvaartwet over een Certificaat van<br />

On<strong>de</strong>rzoek beschikken. Woonboten die <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong> Binnenvaartwet over een Certificaat van<br />

On<strong>de</strong>rzoek beschikken, wor<strong>de</strong>n geacht te voldoen aan <strong>het</strong> gestel<strong>de</strong> in <strong>het</strong> eerste lid van dit artikel. Dit<br />

kan zich <strong>bij</strong>voorbeeld voordoen <strong>bij</strong> die woonboten waarmee tevens varen<strong>de</strong> activiteiten wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rnomen.<br />

De in <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> lid genoem<strong>de</strong> regels met betrekking tot afmetingen zullen vooral nauw<br />

samenhangen met <strong>de</strong> specifieke aard en omstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> locaties waar een ligplaats kan<br />

wor<strong>de</strong>n ingenomen en hebben <strong>de</strong>rhalve me<strong>de</strong> betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige inpassing.<br />

Dit artikel vormt <strong>de</strong> juridische basis voor <strong>het</strong> welstandsbeleid <strong>op</strong> <strong>het</strong> water. Zo kan <strong>het</strong> college met <strong>het</strong><br />

oog <strong>op</strong> welstand on<strong>de</strong>r meer regels stellen met betrekking tot <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige inpasbaarheid<br />

en <strong>de</strong> maximale lengte van <strong>de</strong> in te nemen ligplaats. Ook kan <strong>het</strong> college ten behoeve van dit beleid<br />

categorieën van woonboten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Artikel 2.3.3 Vervangen woonboot<br />

Het vervangen van een woonboot kan een grote impact hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> omgeving; daarom wordt <strong>het</strong><br />

aan regels on<strong>de</strong>rworpen die <strong>het</strong> college kan stellen. Daar<strong>bij</strong> wordt gedacht aan regels die <strong>op</strong>gesteld<br />

wor<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> or<strong>de</strong>ning <strong>op</strong> <strong>het</strong> water, welstand, <strong>op</strong>enbare or<strong>de</strong>, veiligheid en milieu.<br />

Artikel 2.3.4 Verbouwen woonboot<br />

Deze bepaling regelt <strong>de</strong> situatie van <strong>het</strong> wijzigen van <strong>de</strong> staat van een woonboot door <strong>op</strong>-, aan- of<br />

verbouw of vergroting of <strong>het</strong> schil<strong>de</strong>ren ervan. Het beoogt te voorkomen dat zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re afweging<br />

een groter of an<strong>de</strong>rszins ongewenst beslag <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare ruimte zou wor<strong>de</strong>n gelegd dan wel dat<br />

zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re afweging <strong>de</strong> uiterlijke staat zou wijzigen. Stads<strong>de</strong>len kunnen voor hun gebied<br />

beleidsregels vaststellen. Deze beleidsregels kunnen niet zien <strong>op</strong> <strong>de</strong> vergunningplicht. Ook voor<br />

kleine verbouwingen is een verbouwingsvergunning nodig als <strong>de</strong> afmetingen of <strong>de</strong> uiterlijke staat<br />

wijzigen. Wanneer <strong>de</strong> romp (of casco) van een woonboot vervangen of onherkenbaar veran<strong>de</strong>rd wordt<br />

is geen sprake van verbouwing maar van een nieuwe woonboot.<br />

Artikel 2.3.5 Woonverblijf an<strong>de</strong>rs dan <strong>op</strong> een woonboot<br />

Deze bepaling vormt een complement van artikel 2.3.1 en beoogt in <strong>het</strong> belang van een doelmatig<br />

ligplaatsenbeheer <strong>het</strong> ontstaan van een verkapte vorm van wonen te water te voorkomen dan wel<br />

tegen te gaan.<br />

Het verbod van <strong>het</strong> eerste lid is niet van toepassing <strong>op</strong> binnenschepen. Gelet <strong>op</strong> <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong>ze<br />

schepen doet zich hier niet <strong>de</strong> situatie voor van <strong>het</strong> ontstaan van een ongewenste vorm van wonen <strong>op</strong><br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

8/13 Concept01


<strong>het</strong> water. Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid schept <strong>de</strong> mogelijkheid ontheffing te verlenen. Dit is vooral bedoeld voor <strong>het</strong><br />

geval dat een vaartuig niet hoofdzakelijk een woonfunctie heeft en waarvan <strong>de</strong> <strong>bij</strong>komen<strong>de</strong><br />

woonfunctie niet <strong>op</strong> bezwaar stuit. Hier<strong>bij</strong> kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan een dienstwoning voor die situaties<br />

dat <strong>het</strong> voor <strong>de</strong> uitoefening van een bedrijf noodzakelijk is dat een betrokken bedrijfsvaartuig me<strong>de</strong><br />

wordt bewoond. Het wonen is dan afhankelijk van <strong>het</strong> bedrijf en legt in <strong>het</strong> algemeen geen beslag <strong>op</strong><br />

ligplaatscapaciteit.<br />

Op grond van <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> lid kan <strong>het</strong> college aan zoge<strong>het</strong>en oud-schippers toestaan woonverblijf <strong>op</strong><br />

een voormalig binnenschip te hebben. Dit betreft formalisering van een reeds zeer ou<strong>de</strong> praktijk. Het<br />

zal hier om een beperkt aantal gevallen gaan, waarin wordt toegestaan dat een bepaal<strong>de</strong> (vaak<br />

gepensioneer<strong>de</strong>) schipper voor een na<strong>de</strong>r vast te stellen termijn <strong>op</strong> zijn voormalig binnenschip<br />

woonverblijf mag hou<strong>de</strong>n. De regeling zal betrekking hebben <strong>op</strong> personen die een zodanig lange<br />

perio<strong>de</strong> actief zijn geweest in <strong>de</strong> bedrijfsmatige beroepsvaart en daardoor dat milieu als hun<br />

woonomgeving beschouwen, dat <strong>het</strong> vanuit sociaal oogpunt re<strong>de</strong>lijk is hen in (<strong>de</strong> na<strong>bij</strong>heid van) <strong>de</strong>ze<br />

omgeving woonverblijf te laten hou<strong>de</strong>n. Op basis van <strong>de</strong> beschikbare ligplaatscapaciteit en <strong>de</strong><br />

omstandighe<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> geval zal bepaald wor<strong>de</strong>n welke ligplaats mag wor<strong>de</strong>n ingenomen. De<br />

ontheffing is rechtstreeks gek<strong>op</strong>peld aan <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong> oud-schipper. De bevoegdheid is centraal<br />

gehou<strong>de</strong>n omdat <strong>de</strong> betrokken ligplaatsen uitsluitend in <strong>de</strong> haven zullen zijn gelegen. Haven<br />

Amsterdam voert <strong>de</strong> regeling uit.<br />

Paragraaf 2.4 Bedrijfsvaartuigen<br />

2.4.1 ligplaatsvergunning bedrijfsvaartuig<br />

Om voor vergunning in aanmerking te komen moeten bedrijfsvaartuigen gericht zijn <strong>op</strong> <strong>het</strong> uitoefenen<br />

van watergebon<strong>de</strong>n activiteiten of <strong>de</strong> aan- of afvoer van materialen over water. Het regime is zoveel<br />

mogelijk <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> als dat voor woonboten. De mogelijkheid is <strong>op</strong>genomen dat <strong>het</strong> college voor een<br />

specifieke categorie een concrete locatie kan aanwijzen (lid 2), waar in afwijking van <strong>het</strong> gestel<strong>de</strong> in<br />

<strong>het</strong> eerste lid <strong>de</strong> eis van watergebon<strong>de</strong>nheid niet behoeft te gel<strong>de</strong>n en zon<strong>de</strong>r vergunning ligplaats kan<br />

wor<strong>de</strong>n ingenomen. In dat geval zal ook <strong>het</strong> verbod en vergunningenstelsel niet gel<strong>de</strong>n voor dat<br />

bepaal<strong>de</strong> watergebied of die bepaal<strong>de</strong> ligplaats. Hiermee kan elke gewenste economische activiteit<br />

die ook in <strong>de</strong> omgeving past, mogelijk wor<strong>de</strong>n gemaakt zon<strong>de</strong>r afhankelijk te zijn van <strong>het</strong> criterium<br />

"watergebon<strong>de</strong>n”. Wel zal een vaartuig in dat gebied aan <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> eisen die ook aan<br />

vergunninghou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n gesteld, moeten voldoen ingevolge artikel 2.4.2.<br />

Lid 7 vormt <strong>de</strong> juridische grondslag voor een regeling die <strong>het</strong> mogelijk maak reeds lang vooruit een<br />

ligplaats te reserveren.<br />

De <strong>op</strong>enbare ruimte is beperkt, ook <strong>op</strong> <strong>het</strong> water. In <strong>de</strong> praktijk is er vrijwel geen ruimte voor nieuwe<br />

bedrijfsvaartuigen, en daarom wordt <strong>de</strong>ze ruimte tot nu toe strikt beperkt tot watergebon<strong>de</strong>n<br />

activiteiten. Lid 8 maakt <strong>het</strong> mogelijk om van <strong>de</strong> eis van watergebon<strong>de</strong>nheid af te zien. Dit is een<br />

stads<strong>de</strong>elbevoegdheid. Alvorens van <strong>de</strong>ze bevoegdheid gebruik te willen maken dient advies te<br />

wor<strong>de</strong>n ingewonnen <strong>bij</strong> <strong>de</strong> nautisch vaarwegbeheer<strong>de</strong>r.<br />

2.4.5 Exploitatie bedrijfsvaartuigen voor vervoer van goe<strong>de</strong>ren dan wel passagiers<br />

Passagiersvaartuigen zijn een species van <strong>het</strong> begrip bedrijfsvaartuig. Met <strong>de</strong>ze soort<br />

bedrijfsvaartuigen wordt zowel ligplaatscapaciteit ingenomen als varend gebruik gemaakt van <strong>het</strong><br />

water. De toestemming voor <strong>de</strong> exploitatie van een passagiersvaartuig is in <strong>het</strong> belang van <strong>de</strong><br />

beschikbare ruimte <strong>op</strong> <strong>het</strong> water en een voorwaar<strong>de</strong> om in aanmerking te komen voor een<br />

ligplaatsvergunning.<br />

Voor <strong>het</strong> bedrijfsmatig vervoeren van passagiers is een vergunning vereist.<br />

Het handhaven <strong>op</strong> illegaal passagiersvervoer is lastig. Dat heeft ten <strong>de</strong>len te maken met <strong>de</strong> wijze<br />

waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> vergunningplicht in <strong>de</strong> VOB <strong>2010</strong> was vorm gegeven. Een handhaver die een vaartuig met<br />

betalen<strong>de</strong> passagiers aantrof, moest aantonen dat <strong>het</strong> vaartuig een bedrijfsvaartuig was, en dus dat<br />

<strong>het</strong> illegaal passagiersvervoer bedrijfsmatig plaatsvond, én dat dit <strong>de</strong> hoofdzakelijke activiteit van <strong>het</strong><br />

vaartuig was.<br />

Met <strong>de</strong> huidige tekst is al <strong>het</strong> vervoer van passagiers tegen betaling of an<strong>de</strong>re vergoeding, zon<strong>de</strong>r<br />

vergunning verbo<strong>de</strong>n. Het type vaartuig is niet meer van belang.<br />

Het verbod <strong>op</strong> vervoer van passagiers en goe<strong>de</strong>ren is niet van toepassing <strong>op</strong> <strong>de</strong> primaire vaarwegen.<br />

Het is echter niet <strong>de</strong> bedoeling dat door <strong>de</strong>ze uitzon<strong>de</strong>ring alsnog sprake kan zijn van goe<strong>de</strong>ren- en/of<br />

passagiersvervoer dat uitsluitend gericht is <strong>op</strong> Amsterdam. Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong><br />

vergunningplicht niet van toepassing indien sprake is van <strong>op</strong> Amsterdam gerichte activiteiten.<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

9/13 Concept01


Per 1 april 1991 geldt voor een groot aantal bedrijfsvaartuigen, bestemd voor personenvervoer te<br />

water, <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong> Binnenschepenwet (inmid<strong>de</strong>ls vervallen) en thans <strong>de</strong> Binnenvaartwet <strong>de</strong><br />

verplichting te beschikken over een geldig Certificaat van On<strong>de</strong>rzoek. De schippers moeten over een<br />

geldig vaarbewijs beschikken.<br />

De specifieke regels die gel<strong>de</strong>n voor rondvaartboten zullen zoveel mogelijk overeenkomstig wor<strong>de</strong>n<br />

toegepast <strong>op</strong> <strong>de</strong> kleine vaartuigen waarvoor <strong>de</strong> Binnenvaartwet geen regels stellen. Een klein vaartuig<br />

volgens die regelgeving is een vaartuig bestemd voor vervoer van 12 of min<strong>de</strong>r personen en kleiner<br />

dan 15 meter. Te <strong>de</strong>nken valt aan watertaxi's en an<strong>de</strong>re kleine schepen waarmee personen wor<strong>de</strong>n<br />

vervoerd. Voor <strong>de</strong>ze categorie is aanvullen<strong>de</strong> regeling noodzakelijk. Zo zal een klein vaarbewijs voor<br />

<strong>de</strong>ze categorie vaartuigen verplicht wor<strong>de</strong>n gesteld, tenzij <strong>de</strong> hogere regeling hierin zal voorzien.<br />

Aan <strong>de</strong> overige vaartuigen die niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Binnenvaartwet vallen, zoals waterfietsen, zou<strong>de</strong>n<br />

eveneens <strong>op</strong> grond van dit lid eisen kunnen wor<strong>de</strong>n gesteld. Het vier<strong>de</strong> lid maakt <strong>het</strong> ver<strong>de</strong>r mogelijk<br />

regels in <strong>het</strong> belang van <strong>het</strong> milieu te stellen. Door <strong>de</strong> intensivering van <strong>het</strong> vervoer te water is <strong>het</strong><br />

noodzakelijk, <strong>de</strong>ze mogelijkheid in <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning <strong>op</strong> te nemen.<br />

In 2013 is <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> lid gewijzigd en is <strong>de</strong> verwijzing naar art. 2.3.1.lid 3 verwij<strong>de</strong>rd. Deze verwijzing is<br />

overbodig gelet <strong>op</strong> <strong>het</strong> nieuwe lid 10 dat bepaalt dat een exploitatievergunning alleen wordt verleend<br />

indien men beschikt over een legale ligplaats voor dat bedrijfsvaartuig.<br />

In 2013 is <strong>het</strong> vijf<strong>de</strong> lid gewijzigd. Deze wijziging is noodzakelijk gebleken omdat <strong>de</strong> VOB <strong>2010</strong> van<br />

oudhers <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> belangen beschermt: welstand, milieu, or<strong>de</strong>ning, en veiligheid <strong>op</strong> <strong>het</strong> water, met<br />

als gevolg dat vergunningen kunnen wor<strong>de</strong>n geweigerd met verwijzing naar <strong>de</strong>ze belangen (zie<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld art 2.3.1. lid 2 VOB). De VOB (en <strong>de</strong> RPA) kon<strong>de</strong>n dus niet ingezet wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong><br />

diversiteit in <strong>het</strong> passagiersvervoer te waarborgen of te vergroten. De wijziging maakt dit thans wél<br />

mogelijk. Een verbod om overlast te veroorzaken was al wel in <strong>de</strong> VOB <strong>op</strong>genomen, maar om ook <strong>de</strong><br />

k<strong>op</strong>peling naar vergunningverlening expliciet maken is bescherming tegen overlast ook hier<br />

toegevoegd.<br />

Het zes<strong>de</strong> lid biedt tevens uitdrukkelijk <strong>de</strong> mogelijkheid, zo nodig, een volumebeleid te voeren,<br />

gek<strong>op</strong>peld aan on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wateren. De bepaling betreft een centrale bevoegdheid vanwege <strong>het</strong> in<br />

<strong>het</strong> algemeen grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> karakter van <strong>het</strong> personenvervoer te water. Voor zover er<br />

personenvervoer te water plaatsheeft <strong>op</strong> afgesloten watergebie<strong>de</strong>n in stads<strong>de</strong>len, is er evenwel geen<br />

bezwaar tegen overdracht van <strong>de</strong> bevoegdheid van <strong>het</strong> eerste lid. Hier<strong>bij</strong> kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>r IJ Plas, <strong>de</strong> Gaasperplas, <strong>het</strong> Kinselmeer en <strong>de</strong> Groote Braak.<br />

De tekst van <strong>het</strong> <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> lid maakte <strong>het</strong> mogelijk om bedrijfsvaartuigen of bepaal<strong>de</strong><br />

categorieën bedrijfsvaartuigen die hun activiteiten uitvoeren in <strong>de</strong> haven vrij te stellen van<br />

vergunningsplicht. De haven heeft an<strong>de</strong>re karakteristieken dan <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong> (havenbekkens<br />

versus grachten) en <strong>de</strong> noodzaak tot <strong>het</strong> invoeren van een vergunningenstelsel is niet aangetoond. De<br />

in <strong>de</strong> haven gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regelgeving, on<strong>de</strong>r meer een reserveringssysteem voor ligplaatsen en een<br />

invaarverbod voor havenbekkens, biedt reeds voldoen<strong>de</strong> ruimte voor een a<strong>de</strong>quaat beheer.<br />

Desondanks zijn <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n “voor zover <strong>de</strong> activiteiten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd in <strong>de</strong> haven” geschrapt om<br />

voor B&W <strong>de</strong> bevoegdheid te creëren vrijstelling ook <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong> mogelijk te maken.<br />

In 2013 is aan dit artikel lid 9 toegevoegd waarmee <strong>het</strong> verbo<strong>de</strong>n wordt passagiersvaartochten aan te<br />

bie<strong>de</strong>n indien men niet beschikt over een exploitatievergunning. Met dit verbod wordt <strong>het</strong> eenvoudiger<br />

<strong>op</strong> te kunnen <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>rs van illegale passagiervaart.<br />

In 2013 is voorts toegevoegd lid 10. De achtergrond van <strong>de</strong>ze toevoeging luidt als volgt.<br />

Bij <strong>de</strong> uitgifteron<strong>de</strong> in 2006 moest er voor <strong>het</strong> verkrijgen van een exploitatievergunning concreet zicht<br />

zijn <strong>op</strong> een legale ligplaats voor <strong>het</strong> vaartuig. Dit wordt aangescherpt; voortaan dient <strong>het</strong> vaartuig<br />

reeds te beschikken over een (legale) ligplaats voordat een exploitatievergunning kan wor<strong>de</strong>n verloot<br />

of verstrekt. Het college beschouwt hier<strong>bij</strong> een aangetoon<strong>de</strong> plek in een jachthaven, een plek buiten<br />

Amsterdam of een <strong>op</strong>lossing waar<strong>bij</strong> <strong>het</strong> vaartuig <strong>op</strong> <strong>de</strong> wal wordt gestald als <strong>het</strong> niet wordt gebruikt<br />

voortaan óók als ligplaats.<br />

Paragraaf 2.5 Overige vaartuigen<br />

Artikel 2.5.1 Pleziervaartuigen<br />

Voor pleziervaartuigen die in Amsterdams <strong>op</strong>enbaar water ligplaats innemen, moet men aangifte doen<br />

in <strong>het</strong> ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Binnenhavengeldveror<strong>de</strong>ning Pleziervaart. Wanneer dat gebeurt, krijgt <strong>de</strong><br />

aangever een vignet (sticker) dat ingevolge <strong>het</strong> eerste lid van dit artikel zichtbaar moet wor<strong>de</strong>n<br />

aangebracht <strong>op</strong> <strong>het</strong> vaartuig.<br />

In 2013 is <strong>de</strong> bepaling heringevoerd dat men over een geldig vignet dient te beschikken ook als men<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

10/13 Concept01


niet ligt afgemeerd. Deze wijziging is ingegeven door <strong>het</strong> standpunt dat elke gebruiker van <strong>het</strong><br />

Amsterdamse <strong>binnenwater</strong> dient mee te betalen aan <strong>het</strong> <strong>op</strong> peil hou<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> Amsterdamse<br />

grachtensysteem, <strong>bij</strong>voorbeeld door aanschaf van een dagvignet.<br />

In principe kan van oudsher overal in Amsterdam (waar geen lokaal afmeerverbod geldt) vrij wor<strong>de</strong>n<br />

afgemeerd met een pleziervaartuig. De hier <strong>op</strong>genomen regeling sluit aan <strong>bij</strong> dit regime. Alleen voor<br />

grote pleziervaartuigen geldt een afmeerverbod. Ontheffing kan evenwel wor<strong>de</strong>n verleend,<br />

<strong>bij</strong>voorbeeld <strong>op</strong> basis van <strong>de</strong> historische waar<strong>de</strong> van <strong>het</strong> pleziervaartuig. Ook kunnen speciale plekken<br />

voor grote pleziervaartuigen wor<strong>de</strong>n aangewezen. In 2013 is <strong>de</strong> maximale lengte terugebracht van 12<br />

naar 10 meter. Bij <strong>het</strong> bepalen van <strong>de</strong>ze lengte is aangesloten <strong>bij</strong> <strong>de</strong> ervaring in <strong>de</strong> praktijk: <strong>de</strong> meeste<br />

(echte) pleziervaartuigen zijn niet langer dan 10 meter. De re<strong>de</strong>n voor <strong>het</strong> verbod voor grote<br />

pleziervaartuigen was aanvankelijk, dat er steeds meer grote vaartuigen wer<strong>de</strong>n afgemeerd die<br />

eigenlijk geen pleziervaartuig zijn, maar in toenemen<strong>de</strong> mate illegaal wer<strong>de</strong>n bewoond. Tenein<strong>de</strong> grip<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkeling te krijgen werd <strong>het</strong> afmeren van grote pleziervaartuigen gebon<strong>de</strong>n aan een<br />

verbod-met-ontheffingenstelsel. Inmid<strong>de</strong>ls is <strong>de</strong> schaarste aan ka<strong>de</strong>ruimte een minstens even<br />

belangrijk argument hiervoor. Voorts horen grotere pleziervaartuigen zeker voor wat betreft <strong>het</strong><br />

afmeren eer<strong>de</strong>r thuis in een jachthaven dan in <strong>de</strong> relatief smalle en drukke grachten. De maximale<br />

lengtemaat van 10 meter gaat gel<strong>de</strong>n per 1 januari 2015.<br />

Lid 4 maakt invoering van ligplaatsvergunningen voor pleziervaartuigen technisch mogelijk. De<br />

bevoegdheid om hiertoe al dan niet over te gaan berust <strong>bij</strong> <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>len. Stads<strong>de</strong>len die hiertoe<br />

daadwerkelijk beleid gaan ontwikkelen zullen hiervoor hun eigen besluitvormingstraject moeten<br />

volgen, waar<strong>op</strong> <strong>op</strong> dat moment <strong>de</strong> daarvoor bestaan<strong>de</strong> inspraakregels van toepassing zullen zijn. In<br />

stads<strong>de</strong>len die hierover niets besluiten, blijft <strong>het</strong> huidige systeem gewoon gel<strong>de</strong>n. Dat betekent dat je<br />

met een pleziervaartuig (mits voorzien van geldige Binnenhavengeld-vignet) overal kunt afmeren<br />

waar dit niet verbo<strong>de</strong>n is. Alvorens van <strong>de</strong>ze bevoegdheid gebruik te willen maken dient advies te<br />

wor<strong>de</strong>n ingewonnen <strong>bij</strong> <strong>de</strong> nautisch vaarwegbeheer<strong>de</strong>r.<br />

In 2013 is lid 5 toegevoegd. Hiermee krijgt <strong>het</strong> college een mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> drukte aan <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>s in <strong>het</strong><br />

centrumgebied terug te dringen. Daartoe wordt <strong>het</strong> verkrijgen van een BHG-vignet gebon<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong><br />

postco<strong>de</strong>gebied waarin een vaartuigeigenaar woont in Amsterdam. De gebiedsin<strong>de</strong>ling is<br />

overeenkomstig <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling voor <strong>de</strong> passagiersvaart (hele stad of hele stad exclusief centrum-zone).<br />

De toevoeging geeft <strong>het</strong> college <strong>de</strong> bevoegdheid <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n in te stellen.<br />

Artikel 2.5.2 Objecten<br />

In <strong>het</strong> belang van een doelmatig gebruik van <strong>de</strong> ligplaatscapaciteit geldt voor <strong>de</strong>ze categorie<br />

eveneens een verbod. Het verbod om <strong>op</strong> enigerlei wijze <strong>het</strong> water te misbruiken is vergelijkbaar met<br />

artikel 8.1 van <strong>de</strong> APV waarin een soortgelijk verbod voor <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare weg is <strong>op</strong>genomen. Evenals<br />

ten aanzien van <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbare weg is <strong>het</strong> voor <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water noodzakelijk maatregelen te kunnen<br />

nemen waarmee <strong>het</strong> naar eigen inzichten "inrichten" van <strong>het</strong> water kan wor<strong>de</strong>n tegengegaan.<br />

Het college kan objecten aanwijzen waarvoor <strong>het</strong> verbod niet geldt en kan van <strong>het</strong> verbod tevens een<br />

ontheffing verlenen. Ter on<strong>de</strong>rscheid of iets een object dan wel een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> woonboot is, is in <strong>de</strong><br />

toelichting <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rscheid van aard en nagelvast <strong>op</strong>genomen. Als iets alleen met scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong><br />

woonboot verwij<strong>de</strong>rd kan wor<strong>de</strong>n (dan zit iets dus aard en nagelvast aan <strong>de</strong> woonboot vast) dan is <strong>het</strong><br />

geen object, maar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> woonboot en moet iets via <strong>de</strong> verbouwingsregels afgehan<strong>de</strong>ld<br />

wor<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs geldt <strong>het</strong> regiem van objecten (dus: mag niet, tenzij een ontheffing, of tenzij een<br />

goedgekeurd object).<br />

Het artikel biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om specifieke categorieën aan te wijzen waar<strong>op</strong> <strong>het</strong> verbod om<br />

voorwerpen in, <strong>op</strong> of boven <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water te plaatsen en te hou<strong>de</strong>n, niet van toepassing is. Dit<br />

biedt <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>bij</strong>voorbeeld noodzakelijke toegangssteigers toe te laten als categorie.<br />

Ten aanzien van in aanbouw zijn<strong>de</strong> schepen, an<strong>de</strong>re vaartuigen of casco's is <strong>het</strong> uitgangspunt dat<br />

<strong>de</strong>rgelijke activiteiten in principe <strong>op</strong> een scheepswerf thuishoren en niet in <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water. In<br />

artikel 3.3.1 wordt dit on<strong>de</strong>rwerp geregeld. Tevens dient te wor<strong>de</strong>n voorkomen dat met <strong>het</strong> uitoefenen<br />

van <strong>de</strong>rgelijke activiteiten ruimtebeslag wordt gelegd <strong>op</strong> <strong>op</strong>enbaar water.<br />

Hoofdstuk 3. Bepalingen in <strong>het</strong> belang van or<strong>de</strong>ning, veiligheid en milieu, samenhangend met<br />

<strong>het</strong> toelatings- en meerregime<br />

Paragraaf 3.2 Bepalingen in <strong>het</strong> belang van or<strong>de</strong>ning en veiligheid<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

11/13 Concept01


Artikel 3.2.4 Verhalen an<strong>de</strong>rs dan <strong>op</strong> eigen aanvraag<br />

Vaartuigen of objecten kunnen in <strong>de</strong> weg liggen als <strong>bij</strong>voorbeeld een calamiteit <strong>op</strong> <strong>het</strong> land of <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

water moet wor<strong>de</strong>n bestre<strong>de</strong>n. Tevens kunnen schepen zelf door een calamiteit gevaar l<strong>op</strong>en.<br />

Daarnaast zijn er <strong>op</strong>enbare or<strong>de</strong>- en an<strong>de</strong>re motieven <strong>de</strong>nkbaar die <strong>het</strong> noodzakelijk maken dat een<br />

vaartuig of object (tij<strong>de</strong>lijk) moet wor<strong>de</strong>n verhaald. Voor Sail <strong>bij</strong>voorbeeld dienen <strong>de</strong> woonboten die<br />

hier gelegen zijn voor <strong>de</strong> duur van <strong>het</strong> evenement verhaald te wor<strong>de</strong>n.<br />

De verhaalsmogelijkheid voor werkzaamhe<strong>de</strong>n aan gemeente-eigendommen spreekt voor zich.<br />

De bevoegdheid tot en <strong>de</strong> regeling van <strong>het</strong> toepassen van bestuursdwang is <strong>op</strong>genomen in <strong>de</strong><br />

Gemeentewet en in <strong>de</strong> Algemene wet bestuursrecht. Daar<strong>bij</strong> geldt - spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> gevallen<br />

uitgezon<strong>de</strong>rd - dat <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r eerst zelf in <strong>de</strong> gelegenheid moet wor<strong>de</strong>n gesteld om een ein<strong>de</strong> te<br />

maken aan <strong>de</strong> overtreding. Geeft <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r geen gevolg aan <strong>de</strong> aanzegging, dan kan <strong>op</strong> kosten<br />

van <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r tot verhalen wor<strong>de</strong>n overgegaan.<br />

In <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> lid wordt <strong>de</strong> mogelijkheid gebo<strong>de</strong>n om te verhalen zon<strong>de</strong>r dat hier een aanzegging aan<br />

<strong>de</strong> betrokkene aan vooraf gaat. Mocht <strong>de</strong>ze situatie zich voordoen, dan is er geen sprake van een<br />

overtreding en <strong>de</strong>rhalve geen grondslag voor <strong>het</strong> uitoefenen van bestuursdwang. De kosten van <strong>het</strong><br />

verhalen zullen daarom niet wor<strong>de</strong>n verhaald.<br />

De situatie dat <strong>de</strong> kapitein of schipper of rechthebben<strong>de</strong> onbekend is, zal zich voordoen in <strong>het</strong> geval<br />

dat zij in re<strong>de</strong>lijkheid niet kunnen wor<strong>de</strong>n achterhaald. Vanwege <strong>het</strong> spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> karakter zal <strong>de</strong> in<br />

<strong>het</strong> twee<strong>de</strong> lid <strong>op</strong>genomen bevoegdheid van <strong>het</strong> college aan <strong>de</strong> havenmeester respectievelijk <strong>de</strong><br />

beheer<strong>de</strong>r <strong>binnenwater</strong> wor<strong>de</strong>n gemandateerd.<br />

Paragraaf 3.3 Bescherming <strong>op</strong>enbaar water en milieu<br />

Artikel 3.3.1 Verbouwings-, herstel- of slo<strong>op</strong>werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

Op nieuwbouw-, verbouwings-, herstel- of slo<strong>op</strong>werkzaamhe<strong>de</strong>n die zich voordoen in dan wel<br />

uitstrekken tot <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water, <strong>de</strong> haven en <strong>het</strong> <strong>binnenwater</strong>, is <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige bepaling van<br />

toepassing. Daar <strong>de</strong> veiligheid en <strong>het</strong> milieu <strong>bij</strong> <strong>de</strong>ze werkzaamhe<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> geding zijn, zijn al <strong>de</strong>ze<br />

activiteiten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verbodsbepaling gebracht. De hoofdlijn is dat <strong>de</strong>rgelijke werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een<br />

werf wor<strong>de</strong>n uitgevoerd waar <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n <strong>op</strong> grond van een vergunning krachtens <strong>de</strong> Wet<br />

milieubeheer en Waterwet mogen wor<strong>de</strong>n verricht.<br />

Op werkzaamhe<strong>de</strong>n waarvan geen gevaar, scha<strong>de</strong> of hin<strong>de</strong>r valt te verwachten is <strong>het</strong> verbod niet van<br />

toepassing; zie hiervoor <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid, waar<strong>bij</strong> tevens wordt gewezen <strong>op</strong> <strong>het</strong> bestaan van artikel 4.17<br />

van <strong>de</strong> APV.<br />

Veelal zullen verbouwingen van <strong>bij</strong>voorbeeld woonboten niet on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> verbod vallen. Of men krijgt<br />

ontheffing ingevolge <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> lid, omdat <strong>bij</strong> woonboten vaak geen sprake is van een grote impact <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> omgeving.<br />

Artikel 3.3.2 Vrijkomen van stoffen en <strong>de</strong>rgelijke<br />

Dit artikel is van belang in verband met <strong>de</strong> overlast die ten gevolge van stof-, rook- en roetvorming e.d.<br />

kan <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> meeste gevallen zullen <strong>de</strong> <strong>bij</strong>zon<strong>de</strong>re wetten geen uitkomst bie<strong>de</strong>n als <strong>bij</strong> <strong>de</strong><br />

uitstoot van stoffen, gassen en dampen e.d. effecten waarneembaar zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> omgeving. De Wet<br />

inzake <strong>de</strong> luchtverontreiniging ziet toe <strong>op</strong> <strong>het</strong> verontreinigen van <strong>de</strong> lucht, maar biedt <strong>bij</strong> <strong>het</strong> in<br />

inci<strong>de</strong>ntele gevallen vrijkomen van stof, rook, roet et cetera onvoldoen<strong>de</strong> houvast voor <strong>het</strong> nemen van<br />

maatregelen ter voorkoming van overlast of hin<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> havengebruikers.<br />

Milieu- en veiligheidswetten hebben betrekking <strong>op</strong> een inrichting en bie<strong>de</strong>n geen grondslag om in<br />

gevallen als hier bedoeld <strong>op</strong> te tre<strong>de</strong>n; zodoen<strong>de</strong> geeft <strong>de</strong>ze bepaling een aanvullen<strong>de</strong> regeling<br />

Artikel 3.3.3 Stoffen of voorwerpen in <strong>het</strong> <strong>op</strong>enbaar water<br />

Met dit artikel wordt beoogd zo snel mogelijk maatregelen te kunnen treffen wanneer een <strong>de</strong>rgelijke<br />

calamiteit zich voordoet. De <strong>op</strong>geleg<strong>de</strong> alertheid van <strong>de</strong> vervuiler en van <strong>de</strong>gene die van een <strong>de</strong>rgelijk<br />

voorval weet heeft moeten hieraan <strong>bij</strong>dragen. Tevens is uitdrukking gegeven aan <strong>de</strong> gedachte dat <strong>de</strong><br />

vervuiler verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> gevolgen van zijn da<strong>de</strong>n. Uiteraard zal dit artikel eerst zijn dienst<br />

bewijzen als <strong>de</strong> milieuwetgeving geen a<strong>de</strong>quaat antwoord biedt voor <strong>de</strong> ontstane problemen. Met<br />

name moet hier wor<strong>de</strong>n gedacht aan <strong>de</strong> Waterwet en <strong>de</strong> Wet milieubeheer. Regels <strong>bij</strong> of krachtens<br />

<strong>de</strong>ze wetten leggen veelal verplichtingen <strong>op</strong> aan <strong>de</strong>gene die een inrichting drijft of aan <strong>de</strong><br />

vergunninghou<strong>de</strong>r om onvoorziene lozingen te mel<strong>de</strong>n en om maatregelen te treffen. Dit artikel heeft<br />

<strong>de</strong>rhalve een aanvullend karakter.<br />

Artikel 3.3.4 Overslag van gevaarlijke of scha<strong>de</strong>lijke stoffen<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

12/13 Concept01


Uit milieuoverwegingen is <strong>het</strong> gewenst dat bepaal<strong>de</strong> onverpakte niet scha<strong>de</strong>lijke of gevaarlijke<br />

vloeibare stoffen, zoals melasse, niet in <strong>het</strong> water terecht komen. Het artikel heeft zowel betrekking <strong>op</strong><br />

overslag tussen zeetankschepen en binnentankschepen als <strong>op</strong> overslag tussen zeetankschepen en<br />

binnentankschepen on<strong>de</strong>rling.<br />

Artikel 3.3.7 Bunkeren en sl<strong>op</strong>afgifte<br />

On<strong>de</strong>r sl<strong>op</strong>s zijn te verstaan vloeibare afvalstoffen die vrijkomen als gevolg van <strong>de</strong> normale<br />

bedrijfsvoering <strong>op</strong> een schip. Hieron<strong>de</strong>r dienen ook <strong>de</strong> water- en/of olieresten uit een machinekamer te<br />

wor<strong>de</strong>n gerekend; <strong>het</strong> zogenaam<strong>de</strong> bilgewater in binnenvaarttermen.<br />

Artikel 3.3.8 La<strong>de</strong>n en lossen aan afmeerboeien<br />

Jurispru<strong>de</strong>ntie heeft uitgewezen dat laad- en losactiviteiten van droge bulkgoe<strong>de</strong>ren uit schepen <strong>op</strong> of<br />

aan afmeerboeien niet als een inrichting ingevolge <strong>de</strong> Wet milieubeheer kunnen wor<strong>de</strong>n gezien. Aan<br />

<strong>de</strong>ze han<strong>de</strong>lingen dienen echter nautische en milieutechnische eisen te wor<strong>de</strong>n gesteld. Na overleg<br />

met <strong>de</strong> Dienst Milieu en Water van <strong>de</strong> Provincie Noord-Holland en <strong>het</strong> Havenoverleg on<strong>de</strong>r leiding van<br />

<strong>de</strong> Officier van Justitie is een aantal voorschriften geformuleerd.<br />

Deze voorschriften wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> in <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> lid bedoel<strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels <strong>bij</strong> besluit van <strong>het</strong> college<br />

vastgesteld.<br />

De genoem<strong>de</strong> ontheffing is in <strong>het</strong> algemeen van toepassing <strong>op</strong> alle <strong>op</strong>enbare wachtboeien.<br />

Tekst toelichting VOB<strong>2010</strong> <strong>bij</strong><br />

wijziging 2013<br />

13/13 Concept01

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!