Download het complete script De pdf wordt naar ... - You are History
Download het complete script De pdf wordt naar ... - You are History
Download het complete script De pdf wordt naar ... - You are History
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Afscheidsmusical<br />
groep 8<br />
‘In <strong>het</strong> verleden ligt <strong>het</strong> heden,<br />
in <strong>het</strong> nu wat worden zal’<br />
Willem Bilderdijk (1756–1831)<br />
Voor alle basisscholen in Gelderland<br />
Tekst: Niek de Kruif & Gerard van Midden<br />
Muziek: Gijs Holtmans
Korte inhoud -<br />
<strong>You</strong> <strong>are</strong> <strong>History</strong>!<br />
<strong>You</strong> <strong>are</strong> <strong>History</strong>! is een afscheidsmusical voor groep<br />
8 met een historische inhoud. Met behulp van een<br />
tijdmachine en de rappende Broer Tijd vliegen de<br />
hoofdrolspelers - Tom en Katja - in zeven scènes<br />
door vijf verschillende historische periodes in de<br />
provincie Gelderland: Romeinse Tijd, Middeleeuwen,<br />
Tachtigjarige Oorlog, 19e eeuw en Tweede Wereldoorlog.<br />
<strong>De</strong> tijd speelt een cruciale rol in de musical<br />
en vormt de rode, spannende draad door de verschillende<br />
scènes.<br />
Broer Tijd rapt alles aan elkaar en na elke scène<br />
komen we terug bij <strong>het</strong> onderdeel: ‘ondertussen bij<br />
groep 8’ met grappige monologen.<br />
<strong>De</strong> musical is geschreven als opmaat voor de landelijke<br />
manifestatie Gelegerd in Gelderland [zie<br />
www.gelegerdingelderland.nl] en werd mede<br />
georganiseerd door Gelders Erfgoed. <strong>De</strong> provincie<br />
Gelderland steunt de productie met raad en daad<br />
en maakt <strong>het</strong> mogelijk dat alle scholen in Gelderland<br />
de musical gratis kunnen downloaden op<br />
www.musicalyou<strong>are</strong>history.nl. Scholen uit andere<br />
provincies zijn natuurlijk ook hartelijk uitgenodigd<br />
om de musical te spelen.<br />
Rolverdeling<br />
<strong>De</strong> musical <strong>You</strong> <strong>are</strong> <strong>History</strong>! kan met minimaal elf<br />
leerlingen worden opgevoerd. <strong>De</strong>ze elf leerlingen<br />
hebben dan in iedere scène een andere rol. Alleen<br />
in scène 7 moeten – bij elf spelers – een tweetal<br />
leerlingenrollen worden samengevoegd. Een maximum<br />
aantal is er niet; dat <strong>wordt</strong> mede bepaald door<br />
de grootte van de groep en de oppervlakte van<br />
<strong>het</strong> toneel. Een optimale bezetting ligt rond de 25<br />
leerlingen. <strong>De</strong> rollen van Katja, Tom en Broer Tijd zijn<br />
de drie grote dragende rollen. Indien er drie prima<br />
acteurs-in-spé aanwezig zijn is dat prachtig. Eventueel<br />
kunnen deze drie rollen per scène (of meerdere<br />
scènes) ook worden gespeeld door verschillende<br />
leerlingen. Met <strong>het</strong> gebruik van steeds dezelfde kleding<br />
is dat voor <strong>het</strong> publiek goed te volgen. <strong>De</strong> vier<br />
monologen (scène 2, 3, 5 en 6) kunnen ook door één<br />
prima voorlezer m/v worden gebracht, in verschillende<br />
outfits. Bijna alle rollen voor jongens kunnen ook<br />
door meisjes gespeeld worden. Dit vraagt wel om<br />
enige aanpassingen en creativiteit. Voor alle leerlingen<br />
is er een rol te vinden. Door te werken met een<br />
ensemble kunnen ook de leerlingen van een groep 7<br />
in een combinatiegroep 7/8 goed meespelen.<br />
<strong>De</strong> rollen<br />
In alle scènes: Broer Tijd, rapper<br />
Katja<br />
Tom<br />
Leerkracht en leerlingen groep 8:<br />
Meester Freek<br />
Diederik<br />
Ellen<br />
Gerrit<br />
Johan<br />
Luuk<br />
Marthijn<br />
Monique<br />
Ria<br />
Thérèse<br />
Scène 2: Alexandrus<br />
Centurion Meulenbekius<br />
Gaius<br />
Max, de kok<br />
Scène 3: Dirc<br />
Erik<br />
Hulpje van de kapitein (geen tekst)<br />
Kapitein (geen tekst)<br />
Kasteelvrouwe (geen tekst)<br />
Marga<br />
Korte inhoud - <strong>You</strong> <strong>are</strong> <strong>History</strong>!
Scène 4:<br />
Scène 5:<br />
Scène 6:<br />
Taxus<br />
Wilhelm<br />
Irene<br />
‘Het huis’<br />
Sven, marskramer<br />
Woordvoerder<br />
Boer Manus<br />
Boerin Trien<br />
Axel<br />
Herbergier<br />
Mitt<br />
Staf<br />
Liesbeth<br />
Theodora<br />
‘Ondertussen bij groep 8’<br />
Agent Stukjes<br />
Directeur PO<br />
Journalist Peter Paul Pen<br />
Judith, secret<strong>are</strong>sse inspectie<br />
Moeder van Katja<br />
Vader van Katja<br />
Moeder van Tom<br />
Vader van Tom<br />
Rekwisieten en<br />
decor<br />
Tom, Katja en Broer Tijd reizen met een Tijdmachine.<br />
Daar kunt u iets groots van maken, maar iets simpels<br />
voldoet ook. Gebruik bij voorkeur aan de buitenkant<br />
de kleuren van de Bandritzer 561 [donkergroen/<br />
lichtgroen; zie www.gelegerdingelderland.nl].<br />
Omdat <strong>het</strong> een historische musical is kan een school<br />
besluiten er een groot project van te maken met<br />
veel en grote decors. Nadeel is dat de changementen<br />
dan meer tijd kosten. Simpele, snel verplaatsb<strong>are</strong><br />
zetstukken verdienen dan de voorkeur. Met licht en<br />
geluid valt altijd meer te doen dan met grote decors.<br />
Per scène:<br />
Scène 1:<br />
Scène 2:<br />
Scène 3:<br />
Scène 4:<br />
Scène 5:<br />
Scène 6:<br />
Scène 7:<br />
Een aantal krukjes en een (smart)<br />
bord. Papiertje van Broer Tijd. Een<br />
aantal mobiele telefoons. Katja heeft<br />
haar eigen mobieltje.<br />
Eén ‘Romeinse tent’ voldoet, maar<br />
hier kan de school natuurlijk creatief<br />
uitpakken. Verder een pan met ‘iets’<br />
en wat stokbrood. Grote zakdoek.<br />
Een drietal zetstukken met ‘Middeleeuwse<br />
muren’. Met doeken werken<br />
gaat natuurlijk ook prima. Een tafel.<br />
Tafel en de bijbehorende stoelen<br />
‘bekleden’ met grand foulards. Op<br />
de tafel mag (nep)fruit, wijn, enz.<br />
Een groot zwijn van papier-maché is<br />
natuurlijk een eye catcher. Een ‘looptelefoon’.<br />
Een grote ‘zakdoek’.<br />
Zetstuk voor ‘Het Pesthuis’. Twee<br />
rieken en vier stokken. Een tvmicrofoon.<br />
Flesjes en dergelijke<br />
voor Sven, de marskramer. Een<br />
‘nieuwsblaadje’.<br />
<strong>De</strong> ‘Muren van kasteel Loevestein’<br />
kunnen aan elkaar geschoven<br />
worden tot één muur achterop<br />
<strong>het</strong> toneel. Bij de scène spelen<br />
de leerlingen richting zaal. Op de<br />
muur hangt (los) de tekst: ‘Koloniaal<br />
Werfdepot’ (groot). Voor de muur<br />
staat een aantal ‘beklede’ tafeltjes en<br />
stoelen. We suggereren een ‘café’.<br />
Simpele ‘huiskamer’ zetstukken.<br />
Twee ‘deuren’ in of op de muur. Twee<br />
‘beklede’ stoelen en een al dan niet<br />
gesuggereerde ‘radio’.<br />
Attributen uit onze tijd laten zien<br />
dat we weer in <strong>het</strong> heden zijn.<br />
Voor <strong>het</strong> slotlied zijn attributen/<br />
kledingstukken nodig die horen bij<br />
de presentatie van de beroepen/<br />
situaties.<br />
Rekwisieten en decor
Kleding<br />
Scène 1: Simpel. <strong>De</strong> kleding die de kinderen<br />
‘normaal’ ook <strong>naar</strong> school aandoen.<br />
Broer Tijd is een hippe rapper en<br />
draagt een groot kleed met daarop<br />
allerlei tekeningen die te maken<br />
hebben met <strong>het</strong> begrip ‘tijd’. Om<br />
z’n nek draagt hij een enorme klok.<br />
<strong>De</strong> voorwerpen die in iedere scène<br />
worden verzameld, maakt hij aan<br />
zijn kleed vast, behalve de riek die<br />
bij de Tachtigjarige Oorlog <strong>wordt</strong><br />
meegenomen. Die draagt hij de<br />
musical uit.<br />
Scène 2: Als school kunt u hier ‘uitpakken’<br />
met Romeinse kostuums. Bij <strong>het</strong><br />
exerceren kan worden gekozen<br />
voor witte lakens die als ‘ondergoed’<br />
voldoen voor de oefeningen. Een<br />
grote (koperen) pan voor de kok en<br />
een lange pollepel zijn belangrijk.<br />
Voor wapens kan worden gekozen<br />
voor speren (bezemstelen met<br />
‘koperen’ punt van goudkarton)<br />
en/of zwaarden (hout en/of<br />
goudkarton).<br />
Scène 3: Keus maken voor ‘uitpakken’ of basic<br />
aankleding. Het lied <strong>wordt</strong> leuker<br />
als alle vrouwen gekleed zijn als<br />
middeleeuwse vrouwen met veel<br />
stof en punthoedjes. <strong>De</strong> ‘Heer’ uit<br />
<strong>het</strong> lied vraagt om wapens. Een<br />
eenvoudige aankleding is wederom<br />
een flinke lap stof met een leren<br />
riem. <strong>De</strong> nar vraagt natuurlijk om<br />
een speciaal kostuum. Is er nog iets<br />
over van carnaval op school? Zelf iets<br />
maken is <strong>het</strong> meest aansprekend.<br />
Met belletjes en een narrenkap. Er<br />
zijn veel voorbeelden te vinden via<br />
google.<br />
Scène 4:<br />
Scène 5:<br />
Scène 6:<br />
Scène 7:<br />
Boerenkleding. ‘Houten’ rugzak voor<br />
de marskramer. Met muts. In de muts<br />
steekt een lepel.<br />
Een bonte verzameling ‘militaire’<br />
kleding, vermengd met<br />
burgerkleding. Voor <strong>het</strong> effect<br />
aanpassen aan de verschillende<br />
landslieden.<br />
<strong>De</strong> vrouwen dragen kleren uit<br />
die tijd. Dus rok of jurk en geen<br />
spijkerbroek.<br />
Terug <strong>naar</strong> de kleding van deze tijd.<br />
<strong>De</strong> voorwerpen<br />
Scène 2: Buidel met ‘sestertiën’; muntjes dus.<br />
Scène 3: Een (kanten) zakdoek van een<br />
kasteelvrouwe.<br />
Scène 4: Een riek.<br />
Scène 5: Een brief.<br />
Scène 6: Een illegaal krantje.<br />
NB: Bij scène 1 en 7 <strong>wordt</strong> geen voorwerp<br />
meegenomen.<br />
Regieaanwijzingen<br />
Een afscheidsmusical valt of staat met de verstaanbaarheid<br />
van de kinderen. Overdreven articuleren<br />
en een rem op de snelheid van spreken doen wonderen.<br />
Leer de kinderen om, waar mogelijk, <strong>naar</strong> de<br />
zaal te spreken. Doe stemoefeningen en laat de kinderen<br />
ook oefenen op <strong>het</strong> stemvolume. Stembereikbaarheid<br />
is cruciaal. Microfoons zijn prima, maar ook<br />
daarvoor geldt dat er stevig moet worden geoefend.<br />
Niet synchroon zingen betekent dat de tekst niet<br />
<strong>wordt</strong> verstaan. Stel <strong>het</strong> publiek voor de aanvang<br />
van de musical de liedteksten ter beschikking.<br />
Bij dit teken (…) in <strong>het</strong> tekstboekje een duidelijke<br />
pauze inlassen.<br />
Kleding
SCÈNE 1: GESCHIEDENISLES<br />
Het doek gaat open. Een (flink) aantal kinderen van groep 8 op met krukje (optie: leerlingensetjes). Zij volgen de<br />
geschiedenisles van meester Freek. Hij staat helemaal links of rechts op <strong>het</strong> toneel. We zien de kinderen en profil, dus<br />
vanaf de zijkant. Aanzwellend klinkt de intro van <strong>het</strong> openingslied (track @). Zodra Broer Tijd begint te rappen, fade<br />
out muziek. Broer Tijd (nu nog onzichtbaar achter de coulissen) spreekt na een paar seconden, eventueel ondersteund<br />
door de rap-beat (track @).<br />
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Thérèse<br />
Freek<br />
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Broer Tijd<br />
Allen<br />
Thérèse<br />
Freek<br />
Yo!<br />
Hey crowd! <strong>You</strong> ’re <strong>History</strong>, <strong>het</strong> afscheid van groep 8.<br />
Ik ben Broer Tijd, mijn klokje tikt voor mensen dag en nacht!<br />
We blijven nu in Gelderland, we gaan niet over grenzen.<br />
Zet op die bril, <strong>het</strong> is nu chill, maar <strong>het</strong> mag ook met lenzen.<br />
’t Is <strong>History</strong>, ge-schie-de-nis, dat is best leuk te maken.<br />
Er valt ook veel te lachen, dus ontspannen maar die kaken.<br />
Uit die mobielen, ringtones af, we luisteren <strong>naar</strong> Freek.<br />
Die man scoort nooit de eretitel: ‘meester van de week’.<br />
Kom er maar in Freekie boy! Yo!<br />
(Overdreven nasaal, langzaam en sterk articulerend. Optie: Laat de rol van meester Freek spelen<br />
door één van de leerkrachten.) Ja, dat twaalfjarig bestand… (schrijft dat op <strong>het</strong> (smart)bord) Dat<br />
was me wat. Twaalf jaar pauze in tachtig jaar oorlog! Dat zie je niet meer tegenwoordig…<br />
Hahaha (lacht om zichzelf, maar kijkt niet om. In de klas zitten kinderen te lezen; vliegtuigjes te<br />
vouwen en met hun mobiel te spelen. Ze houden zich wel doodstil.) Maar in die pauze kwam<br />
een nieuwe strijd: een godsdienststrijd. Tussen de Remonstranten (schrijft dat op) en de<br />
Contr<strong>are</strong>monstranten… (schrijft dat weer op) Maurits kwam toen in een strijd om de macht met<br />
Johan van Oldenbarnevelt. En weten jullie nog wat er met hem in 1619 gebeurde? (hij draait zich<br />
langzaam om)<br />
Hij verloor z’n hoofd!<br />
Héél goed, Thérèse. Goed onthouden. (Freek begint weer te schrijven: 1619 Van Olden… Dan klinkt<br />
<strong>het</strong> enorme geluid van de tijdmachine (track @) die midden op <strong>het</strong> toneel op komt (<strong>naar</strong> voren <strong>wordt</strong><br />
geschoven; zie de aanwijzingen op pagina @). Broer Tijd stapt op <strong>het</strong> toneel.<br />
Yo!<br />
Hey dudes, dit is toch vette chips, ik val als Bro’ in slaap.<br />
Dit is geen les, dit is een straf, hier staat de tijd voor aap.<br />
Waar ben je nou mee bezig man, is dit ge-schie-de-nis?<br />
Is dit een leuke les van toen, dit is geen vlees, geen vis!<br />
Huh? En wie ben jij?<br />
Ik ben Broer Tijd en ik word gek: geschiedenis is leuk.<br />
Maar van dit werk word ik niet goed. Ik lig niet in een deuk.<br />
Hey dudes, do you like history, zoals de meester ’t doet?<br />
En zeg me nu eens eerlijk: vind jij die les zelf goed?<br />
Nee!<br />
Ik wel. Maar daar kan de meester niks aan doen… Ik vind geschiedenis nou eenmaal interessant.<br />
Nou ja zeg! (<strong>naar</strong> Broer Tijd) Weet jij <strong>het</strong> soms beter? Wanneer was de slag om Groenlo? Nou?<br />
SCÈNE 1: GESCHIEDENISLES
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Ellen<br />
Thérèse<br />
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Broer Tijd<br />
In zestien zevenentwintig, Freek, ik was erbij. Het ging er flink van jetje!<br />
Het was voor iedereen aanwezig toen van alles, maar geen pretje.<br />
Erbij? Jij? Ga weg! Dat kan niet! Kinderen, zeg iets!<br />
<strong>De</strong> meester heeft gelijk. Zo oud kun je niet zijn. Dan ben je, eh…<br />
… 385 jaar.<br />
Welnee, ik ben veel ouder man! Ik bén de tijd! Tijdloos!<br />
En wat ik meemaak maakt me soms verdrietig, vrolijk, boos.<br />
Mooi en aardig, maar ik wil verder met de geschiedenisles. Ik moet m’n uren maken anders komt<br />
daar ellende van. Waar w<strong>are</strong>n we gebleven?<br />
(overtuigend)<br />
Dit was echt geen ge-schie-de-nis, dit was een duffe les.<br />
Voor presentatie <strong>naar</strong> de groep krijgt u van mij een zes. MIN!<br />
En denk erom: als je dit laat gebeuren met een six. MINUS!<br />
Dan weten al die kiddo’s aan <strong>het</strong> einde bijna niks.<br />
Daar krijg je domme mensen van, die niks van toen meer weten.<br />
En zelfs dat kleine beetje stuff al snel weer gaan vergeten.<br />
Take it away boys and girls! Ik noem de namen, de rest doen we samen! (de klas verdeelt zich in<br />
twee groepen die <strong>naar</strong> elkaar toe zingen)<br />
Groep 1 en 2:<br />
Broer Tijd:<br />
Groep 1:<br />
Groep 2:<br />
Broer Tijd:<br />
Groep 1:<br />
Groep 2:<br />
Broer Tijd:<br />
Groep 1:<br />
Groep 2:<br />
Groep 1:<br />
Groep 1 en 2:<br />
Lied 1: Geschiedenisles<br />
<strong>History</strong> is boring<br />
en zo nutteloos en raar.<br />
Het kan me echt niks schelen<br />
wie, wanneer en wat en waar.<br />
Wat moet ik met die feiten<br />
over hol en hunebed?<br />
En als ik iets wil weten<br />
google ik op internet.<br />
Willem van Oranje.<br />
Willem van Oranje?!<br />
Speelt bij Vitesse! Of is ’t NEC?<br />
NEE!<br />
Piet Hein.<br />
Piet Hein?!<br />
<strong>De</strong> neef van Albert! Klinkt dat gek?<br />
DUH!<br />
Batavieren.<br />
Batavieren?!<br />
Is dat een nieuw, gezellig feest?<br />
FOUT!<br />
Het kan me ook niks schelen,<br />
want wat geweest is is geweest!<br />
Wat moet ik met ’t verleden,<br />
met die al vergane tijd?<br />
Ouwe helden, stoere krijgers,<br />
SCÈNE 1: GESCHIEDENISLES
Broer Tijd:<br />
Groep 2:<br />
Groep 1:<br />
Broer Tijd:<br />
Groep 2:<br />
Groep 1:<br />
Broer Tijd:<br />
Groep 2:<br />
Groep 1:<br />
Groep 2:<br />
Groep 1 en 2:<br />
duizend doden in de strijd.<br />
Rijke keizers, arme sloebers,<br />
stille vormen van protest.<br />
Admiraals, prinsessen, ridders<br />
en die onbekende rest.<br />
Hannibal.<br />
Hannibal?!<br />
Een lekk’re snack van Ad Patat?<br />
DOM!<br />
Napoleon.<br />
Een zacht tapijt voor bij <strong>het</strong> bad?<br />
BOE!<br />
K<strong>are</strong>l de Grote.<br />
K<strong>are</strong>l de Grote?!<br />
Een restaurant in ’t dorpje Beesd?<br />
MIS!<br />
Het kan me ook niks schelen,<br />
Want wat geweest is is geweest.<br />
<strong>History</strong> is boring<br />
en zo nutteloos en raar.<br />
Het kan me echt niks schelen<br />
wie, wanneer en wat en waar.<br />
Wat moet ik met die feiten<br />
over hol en hunebed?<br />
En als ik iets wil weten<br />
google ik op internet.<br />
Gerrit<br />
Freek<br />
Marthijn<br />
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Broer Tijd<br />
Dus om geschiedenis kun je ook lachen. Misschien heeft onze meester een geschiedenis-coach<br />
nodig?<br />
Zo kan ie wel weer, Gerrit! Ik heb al genoeg aan m’n hoofd.<br />
Dat kon Van Oldenbarnevelt niet meer zeggen! (groep 8 lacht)<br />
Yo! Ik heb een wave.<br />
Hey meester Freek, wat zou u er van zeggen<br />
als twee kids met me meegaan - zonder uit te leggen -<br />
voor een reisje door de tijd met mijn supervet machien<br />
om in die ouwe oudheid ook eens echt wat te gaan zien!<br />
We schieten door <strong>het</strong> boek, ja dat boek: ge-schie-de-nis.<br />
Een hoofdstukje of vijf, soms gaat <strong>het</strong> goed en anders mis!<br />
Een avontuur voor coole kids en echt niet iets voor watjes.<br />
Eens kijken of hier gasten zijn met lef en zonder spatjes!<br />
Van ieder avontuur nemen ze een voorwerp mee.<br />
Ze vertellen dan verhalen, zeg eens mees, is dat oké?<br />
Maar de ouders dan? Wat gaat mijn directeur daar van vinden? Werkt dat ding wel? Wanneer<br />
komen ze weer terug?<br />
(geeft meester Freek een briefje)<br />
SCÈNE 1: GESCHIEDENISLES
Katja<br />
Tom<br />
Broer Tijd<br />
Thérèse<br />
Freek<br />
Broer Tijd<br />
Freek<br />
Johan<br />
Marthijn<br />
Monique<br />
Diederik<br />
Freek<br />
Marthijn<br />
Freek<br />
Yo! Hier staat <strong>het</strong> allemaal op, meester history, mees Freek.<br />
Nou boys and girls, wie durft? Wie ziet vandaag <strong>het</strong> minste bleek?<br />
(springt op en schiet <strong>naar</strong> Broer Tijd) Ik! Ik ben Katja. (ze kijkt de klas rond) Durft er niemand?<br />
Jongens zijn toch altijd stoer? Nou?<br />
(loopt iets minder enthousiast <strong>naar</strong> Broer Tijd) Eh, nou eh… ik dan maar? Ik ben Tom.<br />
Oké, dat is pas lef, een applaus voor Kat en Tom.<br />
Duik in de machien en vraag niet verder <strong>naar</strong> ‘t waarom.<br />
(Katja en Tom verdwijnen in de tijdmachine; Broer Tijd <strong>naar</strong> de groep en de meester)<br />
Voor ik <strong>het</strong> vergeet… de machine heeft één kuur:<br />
hij werkt wel als een dolle, maar slechts vierentwintig uur…<br />
Dat is nog geen vijf uur per geschiedenisstukje!<br />
En als ze niet op tijd terug zijn?<br />
Dan blijven ze mooi hangen in de tijd waar ze dán zijn…<br />
Da’s vette pech. Tot nooit meer ziens. Dat voelt misschien niet fijn.<br />
(hij stapt snel in de machine, draait zich nog één keer om)<br />
Maar voor ik <strong>het</strong> vergeet: dit ding werkt ook nog als een zender.<br />
<strong>De</strong> mobieltjes doen <strong>het</strong> dus altijd, zo lekker smooth and tender…<br />
Ciao!<br />
(<strong>De</strong> machine verdwijnt met een enorm geraas. Start hiervoor track @.)<br />
Hé, ho, dat kan niet! Kom terug! Hoe moet ik dit uitleggen aan de ouders? En aan mijn directeur?<br />
Dit <strong>wordt</strong> kicken! Meester Freek en de directeur… lachen!<br />
En we kennen allemaal de moeder van Katja. Dat <strong>wordt</strong> oorlog…<br />
Waarom zei Broer Tijd eigenlijk… ciao?<br />
Misschien gaan ze eerst <strong>naar</strong> Italië?<br />
(in zak en as en overdreven huilend) Ik ga dit niet uitgele-hehehehegd krijgen. Mijn hoofd loopt<br />
om!<br />
Dat hoofd…<br />
(opeens hard en boos) Geen grappen over Van Oldenbarnevelt!<br />
Doek<br />
Daar waar de scènes eindigen met ‘doek’ kan de overgang <strong>naar</strong> een volgende scène ook worden geaccentueerd met<br />
licht aan/uit of een combinatie van licht en doek. Er kan ook gekozen worden voor een muziekstukje of voor een<br />
leerling die met een bord ‘scène 2’ enz. over <strong>het</strong> toneel loopt. Laat de changementen hoe dan ook zo snel mogelijk<br />
uitvoeren.<br />
SCÈNE 1: GESCHIEDENISLES
SCÈNE 2: DE ROMEINEN<br />
Vooraf: In scène 2 komt een aantal ‘moeilijke’ woorden voor. Neem die woorden vooraf met de leerlingen door en leg<br />
uit dat je de scène er levensechter mee maakt.<br />
We horen achter <strong>het</strong> doek de tijdmachine met veel lawaai ‘landen’ (track @). Broer Tijd, Katja en Tom zien we nog niet.<br />
Het doek gaat open en we bevinden ons in een hoekje van een Romeinse castra bij Noviomagus (Nijmegen). Het is 69<br />
na Christus. Acht soldaten van de tent (een tenteenheid van acht soldaten heet Contubernia) zijn bezig met exercities.<br />
Tip: Iemand met kennis van choreografie kan hier iets bijzonders van maken. Gebruik een Italiaans muziekje om<br />
de choreografie te ondersteunen. Laat de acht soldaten eerst een aantal perfecte figuren maken, daarna begint de<br />
Centurion met tekst. Vanaf <strong>het</strong> moment dat hij zijn bevelen geeft gaat <strong>het</strong> (natuurlijk) mis.<br />
Centurion<br />
Gaius<br />
Centurion<br />
Kok Max<br />
Centurion<br />
Katja<br />
Centurion<br />
Tom<br />
Centurion<br />
Katja en Tom<br />
Kok Max<br />
Katja<br />
Kok Max<br />
Katja<br />
Kok Max<br />
Tom<br />
Katja<br />
Gaius! In de maat man! Eerst je rechterbeen! (vanaf dat moment heeft iedereen opeens moeite<br />
met rechts en links) Flavius! Rechtop lopen, je bent een Romein! (…) Egeltje, en snel! (Het egeltje:<br />
de soldaten maken een kring met de ruggen <strong>naar</strong> elkaar toe en de wapens <strong>naar</strong> buiten gericht) (…)<br />
Carré! Alle soldaten staan in een vierkant, met de gezichten <strong>naar</strong> de Centurion) (…) Triangel! (<strong>De</strong><br />
soldaten gaan in een driehoek staan. Alle gezichten <strong>naar</strong> elkaar toe. Gaius komt uit de driehoek met<br />
een triangel <strong>naar</strong> de Centurion en speelt daar wat op.)<br />
Uw triangel, Centurion Meulenbekius… (de andere zeven soldaten liggen dubbel van <strong>het</strong> lachen)<br />
(nu pas écht boos!) Humor hè? Dat rammen we er wel uit. Gaius! Drie keer rond de Keizer K<strong>are</strong>l<br />
appèlplaats en héél snel! <strong>De</strong> laatste die terugkomt heeft een maand latrinedienst. (<strong>De</strong> acht<br />
rennen, nog giechelend, weg. <strong>De</strong> kok, Max, komt uit de tent met een – liefst dampende – pan.<br />
Tegelijkertijd komen Katja en Tom op. <strong>De</strong> vier ontmoeten elkaar voor de tent van kok Max.)<br />
Hé, bezoek. Hebben jullie soms trek in iets? Gefrituurde pauwentongetjes? (<strong>naar</strong> Tom) Je ziet<br />
wat witjes man. <strong>De</strong> hoogste tijd dus voor <strong>het</strong> prandium. Ik heb ook nog wat epityra van gisteren,<br />
maar dat is nog best te doen. (Katja zoekt intussen de moeilijke woorden op haar mobiele telefoon.)<br />
(op commandotoon) Van welke stam zijn jullie nou weer? (kijkt ze vorsend aan) Die kleren ken ik<br />
nog niet. Nou? Welke stam?<br />
Wij zijn van de Gelre-stam.<br />
Ken ik niet! Bataafs zeker?<br />
Tom, ja, van de Batavussen. Van thuis.<br />
Dacht ik al. (rekt zich uit) Tijd voor m’n middagslaapje. Avé.<br />
Avé ook.<br />
En nu lekker eten?<br />
(leest van haar mobiel) Epityra is een olijvenpasta, maar die was van gisteren. Prandium is<br />
gewoon middageten. Doe ons maar prandium kok eh…<br />
Max.<br />
Weet je misschien in welk jaar we leven?<br />
In 69 na Christus. (Katja leest weer van haar mobiel. Tom leest mee.)<br />
Dat ziet er niet best uit! Dat <strong>wordt</strong> knokken hier. Eh, Max, er <strong>wordt</strong> hier binnenkort gevochten<br />
tussen jullie en de… (kijkt veelbetekenend <strong>naar</strong> Katja) En jullie gaan verliezen! (Max kijkt vooral<br />
<strong>naar</strong> z’n kookpot)<br />
(kijkt Tom vuil aan) Tom maakt maar een grapje. Daar zijn wij ‘Batavussen’ heel goed in. (sist<br />
<strong>naar</strong> Tom) Je kunt de geschiedenis niet gaan veranderen Tom. Je hebt ‘Back to the future’ toch<br />
gezien?<br />
SCÈNE 2: DE ROMEINEN
Tom<br />
Kok Max<br />
Oh ja. Maar dat is wel moeilijk.<br />
(dromerig) Moeilijk? Welnee. (denkt even na) Moeilijk is dat je niet meer thuis bent. (Er schuiven<br />
intussen drie soldaten aan. Ze eten wat (stok)brood.) Moeilijk is dat we onze mamma missen…<br />
Mamma Roma! (<strong>naar</strong> de soldaten) Jullie missen haar toch ook hè? Onze mamma? (<strong>De</strong> soldaten<br />
knikken. Eéntje trekt een buitensporig grote zakdoek uit z’n kostuum en trompettert omstandig z’n<br />
neus.) Zie je, ik ben wel hier. Maar mijn hart, mijn hart ligt in Rome!<br />
(Start track @. Bij lied 2 begint <strong>het</strong> eerste refrein met vier soldaten en de solist. Bij ieder volgend refrein schuiven daar vier<br />
soldaten bij aan. Het laatste refrein <strong>wordt</strong> dus met minimaal 16 soldaten voluit gezongen. Tip: Begin met de beste zangers.)<br />
Lied 2: Mijn hart is nog in Rome!<br />
solo kok Mijn hart is nog in Rome maar mijn lichaam dat is hier.<br />
Zie hoe ver ik ben gekomen in dit land van gerstebier.<br />
Lag ik nog maar in de thermen, een ragazza aan mijn zij.<br />
Hier zul je van koude kermen, nee, dit land maakt mij niet blij.<br />
(Na de solo ontfermt Katja zich over kok Max. Ze slaat een arm en/of een deken om hem heen. Max laat <strong>het</strong> zich<br />
lekker aanleunen.)<br />
solo soldaat Dan <strong>het</strong> eten, niet te vreten, <strong>het</strong> is kool of tarwebrood.<br />
Hier geen pasta of spag<strong>het</strong>ti, van die spruitjes ga je dood.<br />
Bietjes, haring, soms een paling en op zondag eens een schaap.<br />
Geef mij tegen bijbetaling liever nog een broodje aap.<br />
refrein<br />
Mijn hart is nog in Rome, bij <strong>het</strong> Forum, Capitool.<br />
<strong>De</strong> Colossus en de tempels, alles is daar zo frivool.<br />
Op de Palatijnse heuvels overzie je heel de stad<br />
en op de Romeinse straten zie je altijd wel weer wat.<br />
Centurion<br />
Colosseum, de theaters, Rome biedt altijd vertier.<br />
En de paarden rennen rondjes, in <strong>het</strong> Circus, maar niet hier.<br />
Hier is niks te vinden, nada, en al zeker geen cultuur.<br />
Daarom gaat de tijd zo langzaam en duurt ieder uur een uur.<br />
Solo<br />
Aquaducten, bruggen, bogen, en de drukte van de stad.<br />
Nee, <strong>het</strong> is echt niet gelogen, Rome is de grootste schat.<br />
Ik verlang zo <strong>naar</strong> je Roma, <strong>naar</strong> je knoflook en die lucht.<br />
Naar de vaten met olijven en een verse citrusvrucht.<br />
‘Bataven’<br />
Maar bij Bataven is <strong>het</strong> hossen<br />
in de bossen, op de heide.<br />
Dollen op de zachte mossen<br />
met de kerels, met de meiden!<br />
Want wij Bataven leven ’t leven,<br />
al is <strong>het</strong> even, ’t is nu en hier!<br />
<strong>De</strong> Romein zal nog eens beven,<br />
maar geef me eerst een potje bier!<br />
SCÈNE 2: DE ROMEINEN
Centurion<br />
Tom<br />
Centurion<br />
Alexandrus<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Centurion<br />
Tom<br />
Centurion<br />
Katja<br />
Centurion<br />
Die Bataven toch, altijd weer anders dan wij… (…) Maar ja, die Romeinse straten… (ziet<br />
Alexandrus aan komen lopen)<br />
Hé, Alexandrus, loopt de latrine weer door? (<strong>naar</strong> Katja en Tom) Dat is Alexandrus, onze<br />
hydraularius…<br />
Hydrau-wat?<br />
Hydraularius. Die zorgt voor onze watervoorziening, hè Alexandrus?<br />
Jawel, centurion Meulenbekius. Ik ben de waterman. Alles stroomt weer lekker door. Tapje aan<br />
<strong>het</strong> aquaduct en huppekee.<br />
(<strong>naar</strong> Tom) Een aquaduct is een soort waterleiding boven de grond. En een tapje een kraan.<br />
Ik word gek van al die woorden. (neemt Katja mee <strong>naar</strong> de rand van <strong>het</strong> podium en fluistert<br />
vertrouwelijk) Moeten we niet eens gaan? Enne, heb jij al een voorwerp voor Broer Tijd?<br />
Tuurlijk!<br />
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?<br />
Waarom denk je dat ik net met Max heb zitten… nou ja, eh… je weet wel…<br />
Jij? Met Max? Wat moet je met een Romein? Dat kan niks worden. We moeten weg!<br />
Zeg, ben je jaloers of zo? Ik had alleen maar iets van Max nodig. Kijk, hier: Romeins geld! (laat<br />
een buideltje met muntstukjes zien) Hij zegt dat ik hem aan z’n dochter doe denken. Leuk hè? Dit<br />
geld kun je overal in alle landen gebruiken.<br />
Hebben ze de euro dan al?<br />
Eigenlijk wel… <strong>het</strong> heet alleen anders: sestertiën. En de Romeinen zijn de baas in bijna heel<br />
Europa. Europa is dus eigenlijk al een soort van klaar toen…<br />
Ik ben er ook even klaar mee. We gaan!<br />
Hé, wat is dat voor geheimzinnig gedoe daar? (tegen Tom) Hoe oud ben je?<br />
Twaalf.<br />
Jammer, te jong! Maar je mag niet weglopen. Je moet nog 25 jaar in ons leger straks. Dat weet je<br />
toch? Alle Bataven dienen 25 jaar! Ik kan jou wel gebruiken later. Mannen, grijp hem! Carré! (de<br />
soldaten maken snel een opstelling; een van hen sleept Tom mee <strong>het</strong> ‘vierkant’ in. Katja is net op tijd<br />
opzij gesprongen.)<br />
(gilt) Broer Tijd! Red ons!<br />
Te laat. Triangel (soldaten maken nieuwe opstelling, maar <strong>het</strong> <strong>wordt</strong> een puinhoop) Ik zei: Egeltje?<br />
Of zei ik Cirkel? Of toch Triangel? (Het <strong>wordt</strong> steeds meer een chaos. Op dat moment komt Broer<br />
Tijd uit de tijdmachine. Hij zet de tijd letterlijk stil. Iedereen ‘bevriest’ behalve Tom en Katja. Tom kan<br />
ontsnappen en springt samen met Katja en Broer Tijd in de tijdmachine. Met veel geraas verdwijnt<br />
<strong>het</strong> apparaat; track @.)<br />
Doek<br />
Ondertussen bij groep 8. <strong>De</strong> directeur van de basisschool komt al telefonerend op (voor <strong>het</strong> doek).<br />
SCÈNE 2: DE ROMEINEN
Directeur<br />
(Heeft <strong>het</strong> papiertje van Broer Tijd in zijn hand. Daar staat eventueel ook onderstaande tekst op.)<br />
Nee, mevrouw, ik snap heel best dat u boos bent. (…) Wat zegt u? Ik ben verantwoordelijk?<br />
Natuurlijk mevrouw. (…) Nee mevrouw. (…) Ja mevrouw. (…) Nee, ik weet niet precies wanneer<br />
Katja terugkomt. Ze maakt een tijdreis met Broer Tijd ziet u. (…) Wat? Of ik gedronken heb? (…)<br />
Ze maken tegenwoordig alles maar directeur zegt u? (…) Weet u wat, ik geef u meester Freek,<br />
die was erbij. Blijft u even hangen! (houdt z’n hand voor de telefoon) <strong>De</strong> moeder van Katja. Laat<br />
die maar héél lang… eh… hangen! (loopt weg achter <strong>het</strong> doek; we horen hem nog roepen) Freek!<br />
Freek! (keihard en wanhopig) FREEK!<br />
SCÈNE 2: DE ROMEINEN
SCÈNE 3: VAN RIDDERS EN KASTELEN<br />
Optie: start track @ voor vrolijke, middeleeuwse muziek. Die kan gebruikt worden om op te dansen of acrobatische<br />
acts – onder andere van nar Wilhelm - te ondersteunen. Op deze manier kan de scène spetterend en in middeleeuwse<br />
stijl geopend worden.<br />
Achter <strong>het</strong> doek klinkt weer de ‘landing’ van de Tijdmachine (track @). Het doek gaat op. Alleen Katja en Tom verlaten<br />
de tijdmachine. Er is bedrijvigheid op de ‘binnenplaats’ van Kasteel Loevestein. Leden van <strong>het</strong> ensemble meten zich<br />
verschillende rollen aan: Een stofverkoopster; een fruitverkoopster; een aantal soldaten; kinderen die over <strong>het</strong> toneel<br />
achter elkaar aanrennen en/of spelletjes doen. Levendig toneel. <strong>De</strong> nar Wilhelm merkt Katja en Tom op en voert ze<br />
<strong>naar</strong> de voorkant van <strong>het</strong> toneel. Op dat moment ‘horen’ we de rest van de cast niet. Er <strong>wordt</strong> op sokken gelopen en<br />
de bewegingen vertragen.<br />
Wilhelm<br />
Tom<br />
Katja<br />
Wilhelm<br />
Katja<br />
Wilhelm<br />
Tom<br />
Wilhelm<br />
Dirc<br />
Wilhelm<br />
Dirc<br />
Wilhelm<br />
Dirc<br />
Taxus<br />
Dirc<br />
(spreekt snel) Wie zijn jullie nou wieder? (langzaam en overdreven articulerend) Heer Dirc Loef van<br />
Horne houdt niet von vreemdelingen! Hoe kommen jullie hier in Bijlo’s naam?<br />
Wij zijn, eh, Batavussen…<br />
…dat w<strong>are</strong>n we! Nu weet ik <strong>het</strong> niet meer zo precies. Zijn we niet van Gelre? We komen uit (…)<br />
[noem hier de Gelderse plaats waar de school staat]. En wie bent u trouwens?<br />
Jullie zijn van Gelre, glücklich maar! En nog wel aus (…) [plaats van de school] Dat is hier op<br />
<strong>het</strong> kasteel een aanbeveling! Ich bin Wilhem Zu Knötendorff-Eigenheimer von Zwieback. Maar<br />
noem me maar gewoon Wilhelm Zu Knötendorff-Eigenheimer von Zwieback. Ich bin zo’n beetje<br />
de enige Germaan die grapjes kan maken, dus heeft onze kasteelheer Dirc míj ingehuurd. En<br />
voor schöne liedjes, want ich bin ook bard!<br />
Bard?<br />
Een zanger. Ze noemen mij ook wel de ‘Voice of Germany’. Leuk toch?<br />
Eh ja… Trouwens, in welk jaar leven we?<br />
Donnerwetter, dat is toch wel bekend? Het is <strong>het</strong> jaar van onze Heer 1368. (wijst in <strong>het</strong> rond <strong>naar</strong><br />
de muren) Kasteel Loevestein is bijna af. Daarom is er vanavond een groot feest in de grote zaal<br />
en ich treed op. Ich habe auch een fraai lied gecomposteerd… (Kasteelheer Dirc op. Iedereen wijkt<br />
en buigt licht. Dirc ziet de nar met twee onbekenden.)<br />
Zo Wilhelm, wat heb je nu weer gevangen? Duitse vriendjes van je? Er motten er niet te veel<br />
komen hier hoor!<br />
(onderdanig) Ach, grote Heer Dirc. Het zijn mijn neef en nicht, maar ze wonen tegenwoordig<br />
bij mijn oudtante in (…) [plaats van de school; Katja en Tom geven elkaar een hand en houden de<br />
andere hand voor de mond. Duidelijk giechelig.)<br />
Ah! In (…) [plaats van de school]. Goed volk daar! Beetje ruw in de mond maar verder prima.<br />
Helpen ze je vanavond?<br />
Sicher. Wie niet werkt zal ook niet eten, doch?<br />
Zo is <strong>het</strong> maar net. (Taxus op) Ha, daar hebben we onze Taxus. Jij komt me de tolheffingen<br />
brengen. Hoeveel vandaag?<br />
Zeven schepen, maar eentje wilde niet betalen, Heer.<br />
En nu?<br />
SCÈNE 3: VAN RIDDERS EN KASTELEN
Taxus<br />
Dirc<br />
Wilhelm<br />
Katja<br />
Marga<br />
Tom<br />
Marga<br />
Katja<br />
Tom<br />
Marga<br />
Aan de ketting tot ze willen betalen, anders is de schuit van ons. <strong>De</strong> kapitein en zijn hulpje zijn<br />
bij ons te gast onder de toren! (we zien een ‘kapitein en zijn hulpje’ geboeid afgevoerd worden)<br />
Misschien zit er nog wat losgeld in…<br />
Dat zal ze leren. Loevestein lóópt op belastingen, Taxus! En anders schuimen we de omgeving<br />
weer eens af! Wat jij nar? (hij geeft Wilhelm zo’n klap op z’n rug dat hij onderuit gaat) Ha, watje uit<br />
Germanië! Slappe hap! (Dirc met Taxus af)<br />
(<strong>naar</strong> <strong>het</strong> publiek) Warte mal ab. Zwarte Marga uit <strong>het</strong> Wald… (wacht, daar heb je haar; Zwarte<br />
Marga op)<br />
Wie is dat nou weer?<br />
(met bezwerende geb<strong>are</strong>n) Mensen denken dat ik een heks ben omdat ik in de toekomst kan<br />
kijken.<br />
En is dat ook zo?<br />
Heks? Nee! In toekomst kijken? Ja! Over precies 572 jaar komen hier heel veel Germanen <strong>naar</strong><br />
toe. Door de lucht en over de grond.<br />
(rekent op haar mobiel) Tom, dan is <strong>het</strong> 1940! Ze heeft gelijk!<br />
Een eng idee.<br />
<strong>De</strong> toekomst kun je niet tegenhouden. Vergeet dat nooit! (eng lachend af)<br />
Wilhelm<br />
Genoeg getroizeld. Wij gaan vanavond voorberaiden ja?<br />
Op zijn ‘ja’ volgt er een bliksemsnel changement waar <strong>het</strong> hele ensemble een volstrekt individuele ‘klaarzet’<br />
opdracht heeft. Gebruik hierbij de instrumentale muziek van track @ die steeds sneller <strong>wordt</strong>. Er komt heel snel een<br />
tafel in <strong>het</strong> midden. Links zitten de mannen, rechts de vrouwen. Dirc zit met zijn kasteelvrouwe aan <strong>het</strong> hoofd van<br />
de tafel. Zij kijken dus recht <strong>het</strong> publiek in. Voor <strong>het</strong> visueel effect is <strong>het</strong> aardig als er minstens zes mannen en zes<br />
vrouwen plaatsnemen. Meer kan ook. Veel ‘eten en drinken’, dat in lange rij snel aan <strong>het</strong> begin van <strong>het</strong> changement<br />
is doorgegeven. Alle gasten vallen aan op <strong>het</strong> eten, met steeds snellere bewegingen. Katja en Tom zitten voor op <strong>het</strong><br />
toneel met elkaar te fluisteren. Ze hebben veel aandacht voor elkaar. Tom klimt tijdens de volgende gebeurtenissen<br />
onder de grote tafel en komt terug met wat brood en – belangrijker – een zakdoek van één van de (Jonk)vrouwen. Hij<br />
geeft die aan Katja en krijgt daarvoor een voorzichtige kus op z’n wang.<br />
Dirc<br />
(bulderend) O ja, welkom allemaal op Loevestein. Zo te zien smaakt <strong>het</strong> eten jullie goed! Neem<br />
zoveel jullie willen, er is genoeg! Maar nu jullie aandacht voor <strong>het</strong> lied van mij en mijn vrouw.<br />
Zet je oren goed open, dan weet je voor eens en voor altijd wat een heer moet doen en wat <strong>het</strong><br />
werk is van een vrouw. (Dirc en zijn vrouw komen <strong>naar</strong> voren voor <strong>het</strong> lied)<br />
Lied 3: <strong>De</strong> ballade van Strijden en Minnen<br />
1. Heer:<br />
Ik zing <strong>het</strong> lied van zwaard en schild, van roem en eer en zegen.<br />
<strong>De</strong> vijand sla ik, word nooit mild, met speer, rapier of degen.<br />
Ik hou en trouw en knal in ’t rond, mijn peerd als trouwe maat.<br />
Want vechten, knokken is gezond: Ik ben een man, soldaat!<br />
2. Vrouwe:<br />
Ik zing <strong>het</strong> lied van ‘ach en wee’ alleen hier in mijn toren.<br />
Het zit als vrouw voorwaar niet mee, zou ik zijn knol al horen?<br />
SCÈNE 3: VAN RIDDERS EN KASTELEN
Ik bid en brei, ik naai en steek, ’t is om de tijd te ronden.<br />
Straks komt hij terug en je zult zien: Dan zit hij vol met wonden!<br />
3. Heer:<br />
Ter Kruistocht ging ik, vlag in top, dood aan de Saracenen!<br />
Maar <strong>het</strong> ging mis, <strong>het</strong> werd een flop; dat ging van ‘au’ en wenen.<br />
Hier thuis was ik een held voorwaar, nee niet zo lang, maar even.<br />
Toen ben ik maar ‘op tocht’ gegaan, dat is wat ridders streven.<br />
4. Vrouwe:<br />
Zo’n man in huis, <strong>het</strong> is een toer, verveelt zich snel te pletter.<br />
En als ie nou nog lezen kon, maar nee, hij leest geen letter…<br />
Dus heb ik hem ter krijg gestuurd, <strong>naar</strong> verre vreemde landen.<br />
’k Heb hier een taak, bemoei me raak met rangen en met standen…<br />
5. Vrouwe: Ik hou van hem.<br />
Heer: En ik van haar!<br />
Samen: Maar vast niet alle dagen.<br />
Vrouwe: Hij moet soms weg.<br />
Heer: Ik wil soms weg.<br />
Samen: Dan is <strong>het</strong> best te dragen. Dan minnen en dan strijden wij…<br />
Vrouwe: Ik met jou!<br />
Heer: En jij met mij!<br />
Samen: Dan hoor je mij niet klagen.<br />
Solo nar (gericht op <strong>het</strong> publiek):<br />
En de moraal van ’t liedje is dat ridders en hun vrouwen,<br />
(gebaart <strong>naar</strong> de zaal)<br />
net als ’t gewone volk hier saam, <strong>het</strong> meest van elkaar houden<br />
als er soms wat afstand is tussen de echtelieden.<br />
Dan hecht de band en kan <strong>het</strong> hart de liefde kansen bieden…<br />
(Applaus van iedereen. Dirc en zijn vrouw nemen weer plaats. Wilhelm, als een soort ‘spreekstalmeester’, neemt <strong>het</strong><br />
woord.)<br />
Wilhelm<br />
(Erik op) En dan nu onze hoofdschotel. Onze kok Erik, hij komt regelrecht van onze enige echte<br />
Gelderse handelsplaats, gelegen tussen <strong>De</strong>nemarken en Zweden, Skanör! (spreek uit: Skaaneur)<br />
Applaus! (er volgt een bescheiden applaus) Erik heeft voor ons de Zweedse specialiteit Köttbullar<br />
(spreek uit: Sjutbuullar) gemaakt. Hier noemen we dat misschien wel vleesballen. Erik!<br />
Erik heeft een grote schaal ‘gehaktballen’. Hij deelt ze uit en iedereen neemt een ‘hap’. Afschuw en kokhalsbewegingen.<br />
Erik staat er verloren bij. Dirc gooit de eerste ‘bal’ <strong>naar</strong> Erik. <strong>De</strong> rest volgt. Pandemonium! [Tip: schilder een grote<br />
schaal tennisballen diepbruin – mooi effect bij <strong>het</strong> gooien. Beschilderde papieren ballen werken natuurlijk ook].<br />
Ridders trekken hun wapen en stappen van links, waar ze zitten, over de tafel <strong>naar</strong> rechts waar Erik staat. Een of twee<br />
stappen al tussen de vrouwen door richting Erik.<br />
SCÈNE 3: VAN RIDDERS EN KASTELEN
Erik<br />
Broer Tijd<br />
(in paniek) Niet plundra! Onze specialiteut! Iek e ja! Hjulp! <strong>De</strong>t er livsfarlig (spreek uit: liefsfaarliek;<br />
rent weg tussen de ballen door. Let er op dat de ballen op <strong>het</strong> toneel blijven en niet de zaal in vliegen.<br />
Hij loopt bijna in de armen van Broer Tijd. Die overziet <strong>het</strong> geheel en zet de tijd met een handgebaar<br />
compleet stil.)<br />
Dat ging maar net. Het is hier echt zo’n Zweedse ballentent.<br />
Zo’n ‘sjuttebal’ is echt geen doen, niet voor een echte vent!<br />
En hebben jullie al een voorwerp, voor <strong>het</strong> volgend’ avontuur?<br />
Een zakdoek? Doe maar gek, met kantjes afgezet, da’s duur.<br />
Katja en Tom w<strong>are</strong>n tijdens <strong>het</strong> gooien onder de tafel gekropen en komen daar nu ‘schuldig ogend’ onder vandaan.<br />
Katja geeft Broer Tijd tijdens de laatste regel van de rap een zakdoek.<br />
We horen al snel <strong>het</strong> geluid van een opstijgende tijdmachine (track @).<br />
Doek<br />
Ondertussen bij groep 8. Een ‘secret<strong>are</strong>sse’ komt met een ‘looptelefoon’ voor <strong>het</strong> doek/voor op <strong>het</strong> toneel. Ze neemt<br />
plaats op een draaistoel. <strong>De</strong> telefoon gaat over en ze neemt op. Ze leest <strong>het</strong> eerste stuk ‘instructie’ eventueel van een<br />
papiertje.<br />
Secret<strong>are</strong>sse<br />
(pinnig) Met de inspectie van <strong>het</strong> onderwijs, met Judith. Om u beter van dienst te kunnen<br />
zijn volgt er nu een keuzemenu. (…) Toets 1 indien u <strong>het</strong> schoolplan weer eens niet op tijd<br />
kunt inleveren. Toets 2 als u daar dit keer wél een creatieve smoes bij hebt verzonnen. Toets 3<br />
indien u een inspecteur wilt spreken. U <strong>wordt</strong> dan automatisch weer doorverbonden met <strong>het</strong><br />
keuzemenu, dus dat schiet ook niet op. Toets 4 indien u de afspraak van <strong>het</strong> schoolbezoek wilt<br />
verzetten. Dat doen we nooit, maar blijf <strong>het</strong> vooral proberen. Toets 5 indien u een klacht heeft<br />
over kinderen, ouders, leerkrachten, schoonmaak of directeuren. Let op: Schoonmaakklachten<br />
alleen als <strong>het</strong> Europees is aanbesteed. Toets 6 over de bezuinigingen in <strong>het</strong> onderwijs,<br />
dan verbreken wij de verbinding. Toets 7 en u <strong>wordt</strong> doorverbonden met één van onze<br />
medewerkers. (…) Met Judith! (…) Ja? Uw zoon Tom is niet op school? Maar dat is iets voor de<br />
leerplichtambte<strong>naar</strong>. (…) Wat? Met een tijdmachine op reis? (…) Ja? Eh, mevrouw, gebruikt u<br />
drugs of medicijnen? (…) Nee, u hoeft niet boos te worden! (…) Nee, <strong>het</strong> is totaal logisch wat u<br />
zegt. (…) Een tijdmachine, natuurlijk… Maar ik moet de verbinding nu verbreken, ik heb nog<br />
een afspraakje met eh… Napoleon. Goedemiddag… (secret<strong>are</strong>sse af)<br />
SCÈNE 3: VAN RIDDERS EN KASTELEN
SCÈNE 4: DE TACHTIGJARIGE OORLOG<br />
Het doek gaat open. Het ensemble, gekleed in vooral armoedige boerenkleding, zingt <strong>het</strong> lied ‘Wij zijn niet de helden’<br />
over de verschrikkingen van de Tachtigjarige Oorlog. Start track @.<br />
Lied 4: Wij zijn niet de helden<br />
Over onze hoofden heen<br />
woedt een felle strijd.<br />
Een twist die j<strong>are</strong>n duurt,<br />
maar niemand vraagt ons: heeft <strong>het</strong> zin?<br />
Niemand maakt zich druk<br />
om hoe wij leven in die tijd.<br />
Een oorlog ver en soms dichtbij.<br />
Wanneer zegt iemand: ‘’t Is voorbij!<br />
Vandaag is alles over. Er is hoop op nieuw begin.’<br />
Refrein: 2x<br />
Maar…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Nee…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Wij zijn slechts de boeren,<br />
gezichten zonder naam.<br />
Wie wij werk’lijk zijn kan niemand schelen.<br />
Overal ter wereld zijn er mensen zoals wij:<br />
vergeten en verschopt,<br />
ontkend en weggestopt.<br />
Wie maakt ons vrij?<br />
Wie maakt ons vrij?<br />
Maar…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Nee…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Wij zijn met miljoenen,<br />
een leger, groot en sterk.<br />
Wie durft er met ons om recht te strijden?<br />
Overal ter wereld <strong>wordt</strong> op eerlijkheid gewacht:<br />
een eind aan slavernij,<br />
is godsdienstkeuze vrij.<br />
SCÈNE 4: DE TACHTIGJARIGE OORLOG
Wie geeft ons kracht?<br />
Wie geeft ons kracht?<br />
Maar…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Nee…<br />
Wij zijn niet de helden<br />
hoog te paard en diep op zee.<br />
Wij zijn niet de helden.<br />
Wij tellen niet mee.<br />
Over onze hoofden heen<br />
woedt een felle strijd.<br />
Een twist die j<strong>are</strong>n duurt,<br />
maar niemand vraagt ons: heeft <strong>het</strong> zin?<br />
Niemand maakt zich druk<br />
om hoe wij leven in die tijd.<br />
Een oorlog ver en soms dichtbij.<br />
Wanneer zegt iemand: ‘’t Is voorbij!<br />
Vandaag is alles over. Er is hoop op nieuw begin.’<br />
Tijdens de laatste regel van <strong>het</strong> lied ‘landt’ de tijdmachine (track @). Het geluid van de ‘landing’ sluit naadloos aan.<br />
Katja en Tom staan op een bijna leeg toneel. Alleen in een hoek staat overduidelijk een huisje. Op de deur staat een<br />
enorm dwars kruis getekend/geschilderd.<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Marskramer<br />
Katja<br />
Marskramer<br />
Tom<br />
Marskramer<br />
Katja<br />
In wat voor tijd zijn we nu weer beland?<br />
Broer Tijd zegt dat we <strong>het</strong> allemaal zelf maar moeten uitzoeken. (<strong>naar</strong> Tom) Eigenlijk wel een<br />
avontuur zo met z’n tweetje, toch? Heel anders dan op school. We zitten midden in de échte<br />
geschiedenis!<br />
Ik vind <strong>het</strong> ook spannend. Maar vooral omdat jij erbij bent…<br />
Dat is lief. Het is met jou ook heel… (ze pakken elkaars handen) Maar soms mag je best wat meer<br />
zeggen. Je bent vaak zo stil…<br />
Ze denken dat ik verlegen ben. Maar dat is niet zo! Ik ben alleen niet zoals jij. Jij zegt alles direct<br />
en ik… nou ik niet.<br />
Je bent in ieder geval heel anders dan op school. Ik denk… Ik voel… (de marskramer komt op. Hij<br />
draagt een houten rugzak met allerlei flesjes en prullaria)<br />
(vlug) Ik ook… maar daar komt iemand…<br />
Dag. (kijkt <strong>naar</strong> de kinderen) In Lochem hebben ze toch maar weer bijzondere kleren! Zoiets heb<br />
ik nog nooit gezien.<br />
Lochem? Wie bent u eigenlijk? En in welk jaar zitten we?<br />
Dat zijn drie vragen tegelijk! Ja, we zitten in <strong>het</strong> mooie Lochem. Dat jullie dat niet weten<br />
betekent dat jullie niet van hier zijn! En ik ben Sven, de marskramer. Ik verkoop van alles aan de<br />
boeren en zo. En we zitten in <strong>het</strong> jaar van onze Heer 1648. We hebben oorlog met Spanje. Maar<br />
dat weten jullie toch wel?<br />
Tuurlijk.<br />
En wie zijn jullie?<br />
Wij zijn Tom en Katja.<br />
SCÈNE 4: DE TACHTIGJARIGE OORLOG
Tom<br />
Marskramer<br />
Katja<br />
Marskramer<br />
Tom<br />
Marskramer<br />
Het huis<br />
Marskramer<br />
Boer<br />
Marskramer<br />
Woordv.<br />
Boer<br />
Boerin<br />
Marskramer<br />
Irene<br />
Broer Tijd<br />
(overtuigend) Wij zijn Batavussen van Gelre.<br />
Dat klinkt als ouwe adel… Nou, jullie hebben vast wel wat nodig. Drankje tegen de hoest?<br />
Onderkleding? Pijnpillen? Sokken? (<strong>De</strong> marskramer laat van alles zien. Vooral zelf keuzes maken in<br />
rariteiten! Hij kijkt de kinderen aan.) Nou?<br />
(laat de buidel met Romeins geld zien) Heeft u wat aan deze munten?<br />
Da’s antiek! Ja, dat is wel goed. Wat willen jullie kopen?<br />
Eigenlijk even niets. Maar we willen u wel een muntje betalen voor wat informatie. Wat is dit<br />
voor een tijd? En wat is dit voor oorlog?<br />
(neemt een muntje uit de buidel en pakt een blad uit z’n houten koffer) Dit is <strong>het</strong> journaal waar <strong>het</strong><br />
in staat. Gebruik ik om <strong>het</strong> nieuws rond te brengen in taveernes en herbergen. Maar dat <strong>wordt</strong><br />
steeds moeilijker. Die smerige pest, je weet wel. (kinderen kijken verbaasd) Niet? <strong>De</strong> pest ja. Een<br />
vreselijke ziekte. Je gaat er aan dood. Kijk maar <strong>naar</strong> dat huisje. Dat kruis op de deur betekent<br />
dat daar ook de pest heeft toegeslagen. (heftig en met geb<strong>are</strong>n) <strong>De</strong> zwarte dood! <strong>De</strong> mensen<br />
krijgen allemaal zwarte zweren en ja, dan gaan ze dus…<br />
(vier stemmen tegelijk klinken vanuit <strong>het</strong> huis) We zijn nog niet dood hoor!<br />
(roept <strong>naar</strong> ze) Da’s mooi, maar blijf toch maar binnen! (we horen gereutel uit <strong>het</strong> huisje) Kwestie<br />
van tijd… (een boer en een boerin komen op)<br />
(boer en boerin dragen allebei een riek) Gegroet saamn! (<strong>naar</strong> de marskramer) En nee we hebbn<br />
niks neudig. Geen cent te makkn. Moar hebbie wel nieuws voor ons? Hoe ist met de Spanjolen?<br />
Ist gajus al vertrokkn? (‘spuugt’ een stevige kwak ‘tabak’ op de grond)<br />
Ik heb hier <strong>het</strong> laatste journaal. Luister maar! (<strong>De</strong> marskramer doet z’n muts af, strijkt z’n haar<br />
netjes en neemt plaats achter een inmiddels snel klaargezet tafeltje. Op de achtergrond klinkt de<br />
begintune van ons huidige journaal (track @). <strong>De</strong> marskramer leest voor van zijn papier als een<br />
échte journaallezer.)<br />
Krijg nou wat, de autocue is weer eens vastgelopen. Afijn. (schiet in z’n professionele rol) <strong>De</strong><br />
enorme staatsschuld die is ontstaan door de oorlog van Filips de Tweede van Spanje, heeft<br />
geleid tot een enorm probleem bij de soldaten in de Lage Landen. <strong>De</strong> woordvoerder van <strong>het</strong><br />
leger zei <strong>het</strong> vanmiddag als volgt. (woordvoerder op, met een microfoon)<br />
Met <strong>het</strong> uitblijven van <strong>het</strong> bij cao geregelde soldij zijn de soldaten massaal aan <strong>het</strong> plunderen<br />
geslagen. Vooral de mensen op <strong>het</strong> platteland lijden ernstig onder de plunderingen. Er <strong>wordt</strong>,<br />
<strong>naar</strong> verluid, niet alleen door Spanjaarden geplunderd. Er zijn gevallen bekend waarbij eerst<br />
de Spaanse soldaten plunderden en dat er daarna Staatse soldaten <strong>het</strong> nog eens dunnetjes<br />
over deden. Op datzelfde platteland waart op dit moment de pest rond. <strong>De</strong> boeren worden dus<br />
dubbel geplaagd deze dagen. Over <strong>naar</strong> jou Sven… (woordvoerder af)<br />
Dat bunt wie boern wel gewund.<br />
Wie wordn altied dubbel gepakt!<br />
(kijkt verstoord <strong>naar</strong> de boeren) Waar w<strong>are</strong>n we gebleven? Oh ja, in Gelderland waart de hertog<br />
Van Alva rond met zijn troepen. Een strafexpeditie ging onder meer <strong>naar</strong> <strong>het</strong> mooie Zutphen.<br />
Kom er maar in Irene! (Irene komt op, met microfoon.)<br />
Het is een <strong>complete</strong> chaos in Zutphen. Na vijf dagen beleg hebben de Spaanse troepen onder<br />
commando van de Hertog van Alva <strong>het</strong> plaatsje ingenomen. Bronnen melden dat er 500<br />
burgers en 700 militairen om <strong>het</strong> leven zijn gekomen. Over <strong>het</strong> aantal gewonden en vermisten<br />
zijn nog geen cijfers bekend. Dit is Irene voor <strong>het</strong> journaal in Zutphen, over <strong>naar</strong> jou Sven. (Broer<br />
Tijd komt op, Irene gaat af.)<br />
(Niemand ‘ziet’ Broer Tijd. Anderen tijdens rap kort in freeze.)<br />
SCÈNE 4: DE TACHTIGJARIGE OORLOG
Dit is niet om aan te zien! ’t Is pruts- en broddelwerk!<br />
<strong>De</strong> tijden vliegen door elkaar, denk niet dat ik ’t niet merk.<br />
Gelre was in negen-zeven compleet in Staatse handen.<br />
Maurits die bevrijdde Zutphen van de Spaanse schande!<br />
Dat was in vijftien-negen-één, ’t is nu zestien-vier-acht!<br />
En al die tijd, <strong>het</strong> moet gezegd, werd er gemoord, verkracht. Yo!<br />
We zitten nu wel mooi een halve eeuw hier later!<br />
Voor mij, Broer Tijd, klinkt dat gewoon als coole vette flater!<br />
Tom<br />
Katja<br />
Boer<br />
Boerin<br />
Boer<br />
Broer Tijd<br />
Geschiedenis is toch niet zo simpel.<br />
(kijkt op haar mobiel) Hier, in 1648 is de Vrede van Munster. Dan is <strong>het</strong> afgelopen met de<br />
Tachtigjarige Oorlog. (<strong>naar</strong> de boeren en de marskramer toe) Jullie kunnen Bevrijdingsdag vieren!<br />
(<strong>naar</strong> z’n vrouw) Hoe weet zij dat?<br />
(beslist) Da’s duvelswerk. Die lui zien d’r ook niet uut! En dieje (wijst <strong>naar</strong> Broer Tijd) ziet er zelfs<br />
úút als de duvel met dieje ro<strong>are</strong> dinge an z’n hemd. (schel en hard) Tied voor een ouwerewetse<br />
hekseverbranding Manus!<br />
Zo ist maar net Trien! (boer en boerin richten de rieken op Katja, Tom en Broer Tijd; <strong>naar</strong> <strong>het</strong> huisje)<br />
Hé volk, kom es helpn! D’r mot iets in de fik hier. (Uit <strong>het</strong> huisje komen vier ‘Pestlijders’ met grote<br />
zwarte vlekken op gezicht en armen. Ze dragen stokken en stormen op Katja, Tom en Broer Tijd af.<br />
Die bezweert de scène en zet de tijd stil.)<br />
Zo zie je maar hoe vreemd <strong>het</strong> is om met de tijd te spelen.<br />
Kom, we moeten weg hier! Nog één voorwerpje snel stelen!<br />
(Tom pakt nog snel een riek uit de handen van de boer. Ze gaan de tijdmachine in en <strong>het</strong> geluid van de ‘start’<br />
weerklinkt.)<br />
Doek<br />
Ondertussen bij groep 8. Vader en moeder van Katja komen voor <strong>het</strong> doek voor op <strong>het</strong> toneel.<br />
Vader<br />
Moeder<br />
Vader<br />
Moeder<br />
Vader<br />
Moeder<br />
Vader<br />
Een sms’je van Katja!<br />
Ze leeft in ieder geval nog. Wat schrijft m’n schatje?<br />
Hier… (leest voor) Hoi pap en mam. Ben met Tom op reis door de tijd. Vet cool! Hebben de<br />
Romeinen gehad en de Middeleeuwen. We zitten nu in de Tachtigjarige Oorlog - dus <strong>het</strong> schiet<br />
al op. Wel weer pest hier. (…) Weer pest? Dat zal wel pestweer moeten zijn. (…) Alles goed hier.<br />
Hoop jullie snel te zien. Liefs. Ook van Tom.<br />
Ze is hartstikke gek geworden. Dat heeft ze van jouw familie. Die doen ook altijd zo raar…<br />
Laat m’n familie erbuiten ja! Je zal die gekke zus van jou bedoelen… en wie is die Tom?<br />
Liefs van Tom… Liefs van Tom… Ze heeft een vriendje! Haar eerste vriendje! Oh, kalverliefde! Ik<br />
weet nog goed dat ik… maar dat was natuurlijk voor ik jou kende…<br />
(beslist) Kalverliefde? Liefde van kalfjes? Ik snap d’r niks van. Wat heeft een kalf nou met liefde<br />
te maken? (…) Hoe dan ook, we gaan <strong>naar</strong> de politie. Die moeten maar snel aan <strong>het</strong> werk.<br />
Romeinen, tijdreizen, verliefde kalveren… als ze dat maar allemaal aan kunnen bij de politie…<br />
SCÈNE 4: DE TACHTIGJARIGE OORLOG
SCÈNE 5: HARDERWIJK<br />
Het doek gaat open en we bevinden ons op de kade in <strong>het</strong> 19e eeuwse Harderwijk. Op één van de muren staat<br />
kolossaal: ‘Koloniaal Werfdepot’. Naast <strong>het</strong> depot staat een ‘café’. Aan de twee tafeltjes zitten verschillende<br />
landslieden (figuranten), die hebben getekend voor ‘<strong>De</strong> Oost’. <strong>De</strong> tijdmachine parkeert met <strong>het</strong> bekende geluid (track<br />
@) op <strong>het</strong> toneel. Het publiek is ‘<strong>het</strong> water’. Katja en Tom komen voorzichtig op. Ze blijven stil staan als ze de stem van<br />
meester Freek horen.<br />
Freek<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Mitt<br />
Staf<br />
Mitt<br />
Staf<br />
Axel<br />
Staf<br />
Mitt<br />
Staf<br />
Axel<br />
Staf<br />
Mitt<br />
Axel<br />
Staf<br />
(met microfoon van achter de coulissen; leest helder voor) Van 1814 tot 1910 was er in Harderwijk<br />
<strong>het</strong> zogenaamde ‘Koloniaal Werfdepot’. Alle soldaten die nodig w<strong>are</strong>n voor de oorlogen in<br />
Nederlands-Indië, (beleertoon) nu Indonesië, werden in die tijd in Harderwijk opgeleid. Zo zijn er<br />
uiteindelijk meer dan (benadrukt) 150.000 soldaten in <strong>het</strong> bescheiden Veluwse plaatsje opgeleid.<br />
<strong>De</strong> helft was zo’n beetje Nederlander, maar er w<strong>are</strong>n ook soldaten uit allerlei andere landen, tot<br />
Amerikanen aan toe. Als je je aanmeldde voor ‘<strong>De</strong> Oost’, zoals dat toen heette, kreeg je direct<br />
een zogenaamd handgeld van wel bijna 300 gulden. Dat is evenveel als een heel jaarsalaris<br />
nu. En met dat geld… ja, wie kan er nou zuinig zijn met zoveel geld… <strong>De</strong> middenstand in<br />
Harderwijk mopperde wel op al die soldaten, maar ze zijn ook binnengelopen. Man, wat hebben<br />
ze daar verdiend. Toen…<br />
Wat moet meester Freek hier nou weer? En waar is ie eigenlijk? Broer Tijd heeft gelijk: <strong>De</strong> tijd<br />
begint in de war te raken. Dat komt vast door ons…<br />
We weten nu in ieder geval dat we in de 19e eeuw zitten. Dat schiet tenminste op. Ik wil<br />
ondertussen wel weer <strong>naar</strong> huis. Ze maken zich vast ongerust.<br />
Welnee gekkie, maak je niet druk. (slaat haar arm om hem heen) Geniet er nou maar een beetje<br />
van. Dit maken we vast nooit meer mee. (Tom laat <strong>het</strong> zich graag aanleunen)<br />
(Komt uit ‘<strong>het</strong> café’. Broodnuchter. <strong>De</strong> herbergier - eventueel in een dikmaakpak - volgt en gaat buiten<br />
bedienen {figuranten <strong>naar</strong> keuze}. Mitt ziet Katja en Tom met de armen om elkaar heen.) Hey! Love is<br />
in the air!<br />
(komt op) Hey Mitt, ouwe Yank!<br />
Hey Staf, ouwe ehh, what was that country again?<br />
Vlaanderen, Mitt. Vlaanderen. Maar ze noemen <strong>het</strong> tegenwoordig ook wel België.<br />
(komt op) Grüss dir, Mitt. Grüss dir, Staf! Habste gleich auch witzie uns gepasst gefriert? Oder<br />
sommels wir kammenach in lietzer bier ekomme?<br />
Ja, gooi maar in m’n pet. Ik versta er geen hout van. Ken je nou nog geen Nederlands, r<strong>are</strong><br />
Zwitser!? Of spreek je al Maleis? (<strong>naar</strong> Katja en Tom) Wat staan jullie daar nou te staan? Willen<br />
jullie ook tekenen voor de Oost? (Mitt en Staf st<strong>are</strong>n ondertussen <strong>naar</strong> de zee, <strong>het</strong> publiek)<br />
Too young. (sentimenteel) Too young to die. Too young to love.<br />
(…) Zie toch dat water. Is <strong>het</strong> niet om stil van te worden?<br />
(somber, wijst nadrukkelijk <strong>naar</strong> iemand in <strong>het</strong> publiek) Grissli dachtz mit (…) Heimweh tage doch?<br />
Heimwee! Kijk dát versta ik! Mitt, heimwee. (…) (Mitt knikt alsof hij <strong>het</strong> begrijpt) Zie dat schip met<br />
die enórme bolle zeilen? (wijst <strong>naar</strong> iemand in de zaal) En die daar, wat een opbouw! Wat een lijn!<br />
(zwijmelt) Wat mooi… (ze blijven wijzen <strong>naar</strong> mensen in <strong>het</strong> publiek)<br />
Die daar ligt wel erg diep. Zit vast vol met…<br />
Bier, glaub Ich. Daar haben ze hier viel van was?<br />
En kijk, deze is fraai opgetuigd zeg! Wat een werk is daar aan geweest!<br />
SCÈNE 5: HARDERWIJK
Mitt<br />
Staf<br />
Mitt<br />
Axel<br />
Staf<br />
Dat kost een paar centen, maar wauw… dan heb je ook wat!<br />
Ik kan hier écht uren <strong>naar</strong> kijken (Neemt even flink de tijd; kijkt met z’n hand boven <strong>het</strong> hoofd. Vlak<br />
voordat <strong>het</strong> pijnlijk <strong>wordt</strong>…)<br />
Volgens mij heb je er zin in. Come on boys. Let’s go for it.<br />
(zielig) Abschied?<br />
Abschieten? Nee hoor, dat komt nog. Da’s pas als we er zijn. (Andere ‘kolonialen in spé’ verzamelen<br />
zich rondom <strong>het</strong> drietal en zingen <strong>het</strong> lied ‘We waaien alle kanten op’. Start track @. Katja en Tom<br />
gaan even <strong>naar</strong> links of rechts. <strong>De</strong> herbergier zingt mee.)<br />
Lied 5: We waaien alle kanten op<br />
Refrein:<br />
We v<strong>are</strong>n weg, we taaien af.<br />
We kiezen ’t ruime sop.<br />
We hijsen nu de zeilen.<br />
Wat <strong>het</strong> <strong>wordt</strong>, valt niet te peilen.<br />
We waaien alle kanten op.<br />
1. <strong>De</strong> onbestemde zee op.<br />
Blijft <strong>het</strong> rustig onderweg?<br />
Of spoelen felle golven<br />
huizenhoog over ons heen?<br />
Kom ik aan de overkant,<br />
samen of alleen?<br />
Refrein<br />
(solo Tom)<br />
A. <strong>De</strong> onbestemde zee op<br />
als ik straks groep 8 verlaat.<br />
Wat laat ik toch veel achter,<br />
maar ik moet wel, ’t is voorbij!<br />
Is er aan die overkant<br />
wel veiligheid voor mij?<br />
(solo Katja)<br />
B. <strong>De</strong> onbestemde zee op<br />
als ik straks groep 8 verlaat.<br />
Wat laat ik toch veel achter,<br />
maar ik moet wel, ’t is voorbij!<br />
Is er aan die overkant<br />
een echte vriend voor mij?<br />
2. <strong>De</strong> onbestemde zee op.<br />
Is de richting geen probleem?<br />
En kan ’t kompas <strong>het</strong> noorden<br />
SCÈNE 5: HARDERWIJK
lijven vinden, elke keer?<br />
Kom ik aan de overkant,<br />
met minder of met meer?<br />
Refrein<br />
Niemand die <strong>het</strong> weet,<br />
dus laat ons samen klinken.<br />
Laat ons proosten op ‘behouden vaart’!<br />
Niemand die <strong>het</strong> weet,<br />
dus laat ons samen drinken.<br />
Goeie reis en kom weerom<br />
bij eigen huis en haard.<br />
Na <strong>het</strong> lied gaan allen nazingend, fluitend en neuriënd af. Katja en Tom blijven op. <strong>De</strong> herbergier staat nog bij zijn<br />
tafeltjes. <strong>De</strong> herbergier zwaait ze na en de ‘soldaten’ zwaaien terug en <strong>naar</strong> de zaal. Katja en Tom gaan aan een van<br />
de lege tafeltjes zitten. Op <strong>het</strong> tafeltje ligt een grote brief. Katja stopt de brief – duidelijk zichtbaar voor <strong>het</strong> publiek –<br />
snel in haar broekzak.<br />
Herbergier<br />
Katja<br />
Herbergier<br />
Tom<br />
Herbergier<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Herbergier<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Iets drinken? (…) Jullie zijn niet van hier zo te zien? Typische kleding… en jullie spreken wel<br />
Nederlands?<br />
We zijn van Gelre-Batavussen.<br />
Ken ik niet. Zuid-Afrikaans zeker?<br />
Zoiets.<br />
Dacht ik al. Colaatje? Colaatje light? IJsblokje?<br />
Lekker. Voor mij een colaatje met ijs.<br />
Voor mij een light met ijs. (de herbergier gaat <strong>naar</strong> binnen; <strong>naar</strong> Tom) Tom, dit kan niet! <strong>De</strong> tijd<br />
gaat helemaal de mist in. Dit kan nooit goed gaan! Doet die tijdmachine <strong>het</strong> nog wel goed?<br />
Hoeveel uren zijn we nou onderweg? Tohom! Tomtom!<br />
Wat is nou opeens de paniek?<br />
Cola, Cola light, ijsklontje! Dát is de paniek! Dat was er toch helemaal niet in de 19e eeuw! Word<br />
wakker!<br />
(komt snel op met <strong>het</strong> gevraagde) Willen jullie zo meteen pinnen?<br />
Prima. (Herbergier af. Katja kijkt veelbetekenend <strong>naar</strong> Tom.)<br />
Ik snap <strong>het</strong>. Dit klopt voor geen meter. <strong>De</strong> tijd is van slag… We moeten wegwezen. Hoeveel<br />
periodes nog?<br />
Ik denk nog ééntje. (kijkt op haar mobieltje) We hebben voor hier nog een uurtje of drie!<br />
Opschieten dus.<br />
In deze tijd wil ik niet blijven hangen! (Herbergier komt op. Dat is dan zeven euro negentig. <strong>De</strong><br />
automaat staat binnen.)<br />
Euro? Eh, mijn pasje is weg… neemt u ook sestertiën? (Katja en Tom staan snel op en willen<br />
weglopen, maar worden op tijd vastgehouden door de herbergier die er niets van snapt. Broer Tijd<br />
komt op en bevriest <strong>het</strong> geheel. Omdat de herbergier Katja en Tom nog vast heeft moet Broer Tijd ze<br />
losplukken uit de handen van de herbergier. Snel af <strong>naar</strong> de tijdmachine. Start geluid (track @)<br />
SCÈNE 5: HARDERWIJK
Doek<br />
Ondertussen bij groep 8. Een ‘politieagent’ komt op. Mag ook in burger. Hij is aan de (loop)telefoon. In zijn hand een<br />
A4-tje met op de achterkant: ‘Gezocht’ en daarbij een foto van de meester of juf van de groep. Op de voorkant staat<br />
de (lange) tekst geprint. Daar kan de agent vrijelijk op focussen.<br />
Agent<br />
Politiebureau Appelmoesstraat met brigadier Stukjes. Ik sta nét op <strong>het</strong> punt om <strong>naar</strong> huis te<br />
gaan, maar zegt u <strong>het</strong> nog maar even. (…) U wilt aangifte doen? Waarvan? (…) Huh? Uw dochter<br />
is er met een kalverliefde vandoor maar dat kalf zit bij uw dochter in de klas en u weet <strong>het</strong> ook<br />
nog niet eens zeker? (…) Mmm. Om welke school gaat <strong>het</strong>? (…) Maar de … [noem hier de<br />
naam van de school] is een basisschool! Hoe oud? (…) Twaalf? (…) (resoluut) Nee, dat kan niet<br />
meer. Dit bureau sluit nú, u moet <strong>naar</strong> … [noem een plaats in de buurt van de plaats waar de<br />
school staat of een andere wijk van een stad]. (…) Nee, bureau Appelmoesstraat gaat nú dicht.<br />
U kunt natuurlijk ook via internet aangifte doen. Of bellen met Opsporing verzocht, Vermist,<br />
Kassa, Radar, Het mooiste meisje van de klas… er zijn zoveel wegen die <strong>naar</strong> Rome leiden… (…)<br />
Huh, opgehangen! (…) Verliefd op een kalf… wat zou de partij voor de dieren daarvan vinden?<br />
(zucht) Waar gaan we in dit land <strong>naar</strong>toe? (agent af)<br />
SCÈNE 5: HARDERWIJK
SCÈNE 6: DE TWEEDE WERELDOORLOG<br />
We horen de tijdmachine landen. Wat opvalt is dat <strong>het</strong> geluid nu anders is. Het hapert, en niet zo’n beetje ook (track<br />
@). Katja, Tom en Broer Tijd stappen uit. Op <strong>het</strong> toneel staat nog steeds de muur van Harderwijk; alleen <strong>het</strong> bord met<br />
‘Koloniaal Werfdepot’ is weggehaald. Er zijn twee deuren te zien. Voor de muur staat een ‘gang’ tussen twee huizen.<br />
Voor de deuren twee zetstukken gebruiken of doek.<br />
Tom<br />
Katja<br />
Broer Tijd<br />
Dat klonk eng…<br />
Echt wel!<br />
Het is de hoogste tijd om de machine nou te checken.<br />
Kijken jullie maar door welke tijd we nu gaan trekken!<br />
<strong>De</strong> tijd is loos, net als dat n de boel weer aan elkaar lappen! Yo!<br />
(Broer Tijd af. Katja en Tom lopen <strong>naar</strong> de deur van <strong>het</strong> linkerhuis. Tom leest hardop <strong>het</strong> naambordje naast de deur.)<br />
Tom<br />
Katja<br />
Theodora<br />
Tom<br />
Theodora<br />
Katja<br />
Tom<br />
Theodora<br />
Liesbeth<br />
Theodora<br />
Liesbeth<br />
Katja<br />
Liesbeth<br />
Tom<br />
Kuipers-Rietberg… Dat ziet er aardig uit. Alsof we in onze tijd zitten… (op dat moment scheert er<br />
laag een Dakota over (track @) Wauw! Een ouwe Dakota!<br />
Of een spiksplinternieuwe… Tom, dit kon wel eens…<br />
(Komt uit de ‘rechterdeur’ of van rechts. Grijpt de kinderen bij de schouders en neemt ze mee <strong>naar</strong><br />
voor op <strong>het</strong> toneel, achter een los zetstuk (met een simpel kamerinterieur: twee stoelen, een tafel en<br />
een ‘radio’). Wat doen jullie in vredesnaam bij die deur? Dat huis <strong>wordt</strong> door de moffen in de<br />
gaten gehouden! Ze patrouilleren hier de hele dag!<br />
Moffen? Wat zijn dat?<br />
(…) (kijkt stomverbaasd) Uit welke tijd komen jullie? Hallo, we zijn al dik vier jaar in oorlog met<br />
de moffen. <strong>De</strong> Duitsers! Wie zijn jullie? Zijn jullie ontsnapt of zo?<br />
Ik ben Katja en hij is Tom. En ja, we zijn eh… ontsnapt. We zijn al een hele tijd… eh, op de vlucht.<br />
Eh, voor de moffen. Mijn broertje (kijkt Tom overtuigend aan) is een beetje de weg kwijt. Daarom<br />
weet hij <strong>het</strong> allemaal niet meer. Hè, Tom?<br />
(dommig) Nee, ik weet niks.<br />
Zijn jullie soms? (…) Nee, die vraag zal ik niet stellen. (resoluut) Jullie zijn op de vlucht en dus<br />
zal ik jullie helpen. (de (trek-)bel gaat; track @) Duiken jullie! Onder de tafel! Snel. (Theodora loopt<br />
<strong>naar</strong> de zijkant van <strong>het</strong> zetstuk) Oh, goed volk. Het is Liesbeth van de ondergrondse. (Liesbeth<br />
komt vanachter <strong>het</strong> zetstuk op)<br />
Pfff, ze zitten overal. Dat komt natuurlijk door de gevechten bij Arnhem. <strong>De</strong> moffen zijn vreselijk<br />
zenuwachtig.<br />
(<strong>naar</strong> de tafel) Kom er maar onderuit kinderen! (Katja en Tom verschijnen) Liesbeth, ik heb twee<br />
duikers. Geen vragen stellen, ik regel <strong>het</strong> wel.<br />
Wat dragen jullie r<strong>are</strong> kleren…<br />
(snel) We komen uit <strong>het</strong> oosten. Daar is dit wel normaal.<br />
Kijk maar uit, hier val je wel op. Hebben we straks niet een paar stevige jassen voor de kinderen,<br />
Theodora? Het is tenslotte al september…<br />
Omdat ik toch niks schijn te weten… In welk jaar en welke datum zitten we nou precies? En<br />
waar?<br />
SCÈNE 6: DE TWEEDE WERELDOORLOG
Theodora<br />
Tom<br />
Theodora<br />
Liesbeth<br />
Theodora<br />
Liesbeth<br />
Katja<br />
Theodora<br />
Tom<br />
Theodora<br />
Liesbeth<br />
Tom<br />
Katja<br />
Liesbeth<br />
Theodora<br />
Katja<br />
Broer Tijd<br />
Ach, arme jongen toch… Je bent in Winterswijk… Het is 19 september 1944 en de Engelsen,<br />
de Amerikanen en de Polen zijn al twee dagen aan <strong>het</strong> vechten bij Nijmegen en Arnhem…<br />
en <strong>het</strong> gaat wel goed lijkt <strong>het</strong>… Ze noemen <strong>het</strong> operatie Market Garden. Er zijn duizenden<br />
parachutisten geland bij Arnhem! Op de Ginkelse Heide. (Katja surft op haar mobiel (…) Maar<br />
wat moesten jullie nou bij Tante Riek?<br />
Tante Riek?<br />
Ze heet eigenlijk Helena Kuipers-Rietberg. Tante Riek is haar schuilnaam. Ze is de moeder van<br />
<strong>het</strong> verzet hier, maar ze werkt door <strong>het</strong> hele land. Ze hebben haar gepakt.<br />
Het was verraad…<br />
Voor zover we weten zit ze in Kamp Ravensbrück. (…) En dat is niet best…. (kordaat) Het is<br />
tijd voor de radio, Liesbeth. (Theodora frummelt wat aan een knop. <strong>De</strong> radio hoeft niet werkelijk<br />
in beeld te zijn. Start track @ voor historische opnamen. Na wat gekraak horen we een Nijmeegse<br />
verzetsman spreken.)<br />
Het zijn onze helden! Met Duitse wapens tegen de moffen vechten. Helden zijn <strong>het</strong>! (Start track<br />
@: suggestie geluid van een vrachtwagen die tot stilstand komt. Iedereen ‘bevriest’. Dan rijdt de<br />
vrachtwagen weer weg.)<br />
We wisten niet van Tante Riek. We wilden gewoon ergens aanbellen voor wat eten.<br />
Gelukkig hebben we hier in Winterswijk genoeg te eten. Ik ga zo wel wat regelen. (Tom kijkt <strong>naar</strong><br />
‘buiten’. Start track @. Er vliegt laag een F-16 over.)<br />
Wauw, een F-16!<br />
Komt terug. (paniekerig) Wat was dat voor een geluid? Weer zo’n nieuw Moffenvergeldingswapen?<br />
Dat moet dan ondertussen de V3 zijn… Toch nog, nu <strong>het</strong> einde in zicht is. Ging dat ding richting<br />
Arnhem? En hoe noemde je dat?<br />
Eh, weet ik niet meer. Ik ben dom. Ik roep maar wat. Maar <strong>het</strong> vliegt <strong>naar</strong> <strong>het</strong> westen…<br />
Ja, en wij moeten ook verder. We gaan <strong>naar</strong> … (naam van de plaats van de school. Staat de school<br />
in Winterswijk, noem dan de straatnaam van de school. Afhankelijk van de keuze kan Liesbeth<br />
zeggen)<br />
Da’s nog een hele reis / Da’s om de hoek.<br />
Doe maar voorzichtig. Hier, neem een krantje mee. Wel goed verstoppen. Geef <strong>het</strong> maar af op<br />
jullie volgende adres! (geeft een kopie van een illegale uitgave van Trouw of van een andere illegale<br />
krant)<br />
Doen we. Kom broertje. (nemen snel afscheid) Mijn mobieltje is bijna leeg. Maar ik heb nog net<br />
kunnen lezen dat de Slag om Arnhem helemaal niet goed is afgelopen… En Tante Riek gaat op<br />
27 december dood in Ravensbrück… (Midden op <strong>het</strong> toneel komen ze Broer Tijd tegen die nu onder<br />
de olie- en smeervlekken zit.)<br />
<strong>De</strong> klok tikt guys & dolls, ’t is écht de hoogste tijd!<br />
We hebben nog maar even, dus vooruit maar met de geit!<br />
Hier horen we voor <strong>het</strong> eerst een klok tikken Track @. Hier nog heel zachtjes.<br />
Doek<br />
Ondertussen bij groep 8. Een journalist komt op met een (loop)telefoon en een exemplaar van zijn krant, waarin ook<br />
de onderstaande tekst is geplakt.<br />
SCÈNE 6: DE TWEEDE WERELDOORLOG
Journalist<br />
Redactie Het Dagblad. Peter Paul Pen, wat kan ik voor u doen? (…) Ontvoering van twee<br />
kinderen uit … (plaats van de school) (…) Ja, dat is wel nieuws ja. (…) En die kinderen zijn<br />
verliefd op een kalf? Tsja, wel bijzonder maar niet echt nieuws… Maar als er nou nog een vette<br />
moord bij die ontvoering komt is <strong>het</strong> weer andere koek natuurlijk. (…) Geen moord. Tsja. Alleen<br />
een ontvoering… hoe lang al? (…) Net een dag? Nee, dat is helemaal geen nieuws. (…) Jongen<br />
en meisje? Ach meneer dan is één en één toch twee? Snapt u <strong>het</strong> niet? Wat? (…) Ze zijn in de tijd<br />
aan <strong>het</strong> reizen? Huh? (…) Zeg, neemt u me in de maling? Belt u maar met uw lokale krant, die<br />
zien er vast wel iets in. (…) Dag meneer! Tijdreizigers, kinderen die verliefd zijn op een kalf, <strong>het</strong><br />
moet niet gekker worden… Journalist af. (track @: klok begint harder te tikken.)<br />
SCÈNE 6: DE TWEEDE WERELDOORLOG
SCÈNE 7: DE TOEKOMST<br />
(Start track @ voor tikkende klok)<br />
<strong>De</strong>ze laatste scène start met een ‘afsluiting’ van ‘ondertussen bij groep 8’. Dus nog vóór <strong>het</strong> doek. <strong>De</strong> moeders van<br />
Katja en Tom komen respectievelijk van links en van rechts op.<br />
Moeder K<br />
Moeder T<br />
Moeder K<br />
Moeder T<br />
Moeder K<br />
Moeder T<br />
Moeder K<br />
Broer T<br />
(spreekt te snel maar wel goed verstaanbaar; overdreven goed articulerend) Oh, dag, dan bent u<br />
dus de moeder van Tom! Wat leuk! Echte kalverliefde, ik zei <strong>het</strong> al tegen mijn man. Spannen hé?<br />
Heeft u nog iets van Tom gehoord?<br />
Nee… hij had ook z’n mobiel niet mee hè. Katja wel. Wat is <strong>het</strong> laatste nieuws?<br />
Héél vreemd. Een stukje sms. Ik heb <strong>het</strong> hier. (leest van haar mobiel) Lieve mam en pap. Zit nu in<br />
Winterswijk. Het is oorlog en de accu is bijna leeg maar met ons…<br />
Oorlog in Winterswijk? Sinds wanneer?<br />
Ik weet <strong>het</strong> ook niet… ik maak me ook niet écht zorgen. Katja stapt niet in zeven sloten tegelijk.<br />
Nou, daar zal ze bij Winterswijk wel geen moeite mee hebben!<br />
(start track @ voor <strong>het</strong> geluid van de tijdmachine en een tikkende klok) Wat is dat nou weer?<br />
(Rennen beiden in paniek af. Op <strong>het</strong> moment dat de machine ‘landt’ verandert de klok in een<br />
pieptoon van een paar seconden. Broer Tijd, Katja en Tom stappen uit.)<br />
Dat was op de seconde, we zijn weer terug in onze tijd.<br />
We zitten vol met spullen die we gebruiken gaan, geheid.<br />
Het was mij, als Broertje Tijd, een heavy groot plezier,<br />
maar ik ben blij dat ik niet daar ben. Ik ben liever hier. Yo!<br />
Kinderen van groep 8 komen van links en rechts op. Ook de vaders en moeders van Tom en Katja komen – achteraan<br />
– op. <strong>De</strong> meiden van de klas komen gillend op. <strong>De</strong> hele groep begint ongecoördineerd door elkaar te praten. Broer Tijd<br />
zet de tijd weer even stil. Iedereen bevriest voor de laatste keer.<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Tom<br />
Katja<br />
Yo! Effe chille, effe kalm nou, wat doe ik met die spullen? (wijst op z’n tijdhemd waar alle<br />
voorwerpen – behalve de riek – aan hangen)<br />
Ze zijn van lang geleden, maar <strong>het</strong> zijn geen flauwekullen. (legt de buidel met sestertiën, de<br />
zakdoek, de riek, de brief en <strong>het</strong> illegale blaadje voor op een tafeltje)<br />
We zijn de brief nog vergeten. <strong>De</strong> brief uit Harderwijk!<br />
Maak open dan! (Broer Tijd maakt een gebaar en de hele meute ontdooit. Ze gaan om Katja en Tom<br />
staan in een halve boog. Katja maakt de brief open.)<br />
(leest voor) Lieve moeder… (alle meisjes zwijmelen kort: Ooooh…) Lieve moeder dus. Ik zit hier nu<br />
in de schaduw en <strong>het</strong> is meer dan veertig graden. Morgen gaan we de opstand proberen neer<br />
te slaan. Maar weet je wat me dwarszit, ma? Onze generaal zegt dat we voor de vrijheid van hun<br />
land gaan vechten. Maar onze gevangenen zeggen precies <strong>het</strong>zelfde. Die vechten ook voor de<br />
vrijheid van hun land. Ik weet niet meer zo goed hoe <strong>het</strong> nou zit. Afijn, ik schrijf morgen de brief<br />
een stukje verder. Dan vertel ik je over <strong>het</strong> gevecht. Tot morgen, liefs, Bas.<br />
Wat staat eronder?<br />
Niks meer. Hij is dus niet eh… (…) en die moeder leeft natuurlijk ook niet meer. Vrijheid is maar<br />
een raar ding.<br />
SCÈNE 7: DE TOEKOMST
Lied 6: Vier de vrijheid!<br />
Wat een geluk dat je leeft in een land<br />
waar de vrijheid voor jou is bevochten<br />
met eindeloos durend geduld; en verlies<br />
of verrassende zegetochten.<br />
Wat een geluk dat je leeft in een land<br />
Waar de vrijheid voor jou nu normaal is.<br />
Verkregen door mannen en vrouwen met moed;<br />
vandaar dat hun inzet speciaal is.<br />
Vier daarom vrijheid,<br />
vandaag, hier en nu<br />
en vergeet daarbij nooit <strong>het</strong> verleden.<br />
Vier daarom de vrijheid.<br />
Lach, dans en feest<br />
om wat anderen ooit voor je deden.<br />
Wat een geluk dat je leeft in een land<br />
dat niet angstig meer weg hoeft te kijken.<br />
Dat andere landen kan helpen met strijd<br />
om de vrijheid ook daar te bereiken.<br />
Vier dus de vrijheid,<br />
vandaag, hier en nu<br />
en vergeet daarbij nooit <strong>het</strong> verleden.<br />
Vier daarom vrijheid.<br />
Lach, dans en feest<br />
om wat anderen ooit voor je deden.<br />
Dat geluk blijft alleen in ons land<br />
als je snapt wat betaald is voor vrede.<br />
Dan weet je voor altijd: dit is alles waard,<br />
zelfs verliezen en strijd in ’t verleden.<br />
Vier dus de vrijheid,<br />
vandaag, hier en nu<br />
en vergeet daarbij nooit <strong>het</strong> verleden.<br />
Vier daarom vrijheid.<br />
Lach, dans en feest<br />
om wat anderen ooit voor je deden.<br />
Luuk<br />
Gerrit<br />
Gek toch, dat we daar nooit bij stilstaan… Bij vrijheid. Je hoeft de krant maar te lezen en je snapt<br />
dat <strong>het</strong> bijzonder is.<br />
Noord-Afrika, <strong>het</strong> Midden Oosten, drugsoorlogen.<br />
SCÈNE 7: DE TOEKOMST
Thérèse<br />
Johan<br />
Diederik<br />
Ellen<br />
Marthijn<br />
Ria<br />
Marthijn<br />
Ellen<br />
Diederik<br />
Broer Tijd<br />
Johan<br />
Thérèse<br />
Gerrit<br />
Luuk<br />
Dan is <strong>het</strong> nog niet zo gek in Winterswijk of Lochem…<br />
In Arnhem of in Harderwijk…<br />
En al helemaal niet in … (plaatsnaam van de school; Katja en Tom staan aan de zijkant van <strong>het</strong><br />
toneel wat verliefd te doen)<br />
(<strong>naar</strong> Katja en Tom) Hé, we hebben <strong>het</strong> over vrij-heid, niet over vrij-tijd!<br />
Maar dat komt nu wel: Vrije tijd! We krijgen vakantie!<br />
Eindelijk vrij! Dag basisschool!<br />
Dag acht jaar van m’n leven!<br />
Dag meester! Dag juf!<br />
We gaan lekker in de puberteit!<br />
<strong>De</strong> puber-tijd, dat is de tijd waar zelfs ik niks aan kan keren.<br />
Die pukkels en die stem, ’t zijn de hormonen, ’t kan verkeren.<br />
Het goede nieuws: <strong>het</strong> gaat voorbij, vanzelf en zonder pillen.<br />
Die tijd zouden de mensen hier (wijst <strong>naar</strong> de zaal) nog graag een keertje willen!<br />
Dan gaan we maar, dag oude school!<br />
En dag nieuwe school! (<strong>De</strong> kinderen schreeuwen om de beurt keihard maar duidelijk de naam van<br />
de school waar ze <strong>naar</strong> toe gaan. Optie: Roep de naam in clusters. <strong>De</strong> kinderen die <strong>naar</strong> dezelfde<br />
school gaan scanderen de naam tegelijk.)<br />
Tijd voor een afscheidslied…<br />
Dag … (noemt de naam van de school; start track @)<br />
Lied 7: <strong>You</strong> <strong>are</strong> history<br />
We reisden door de tijd:<br />
it was a mystery.<br />
We vlogen door de tijd<br />
in ‘<strong>You</strong> <strong>are</strong> history’.<br />
We nemen vroeger mee<br />
<strong>naar</strong> hoe <strong>het</strong> <strong>wordt</strong> misschien.<br />
We weten nu niet hoe of wat:<br />
de toekomst laat <strong>het</strong> zien.<br />
(Broer Tijd, geroepen)<br />
Stap maar in de tijdmachien.<br />
(Hele groep, geroepen)<br />
Wat? Wie? Wij allemaal?<br />
(Broer Tijd, rappend)<br />
Ja, guys, even kijken hoe <strong>het</strong> is over twintig jaar.<br />
Wie je bent en wat je kan: agent of makelaar.<br />
We stappen in de tijdmachien<br />
om onze toekomst te gaan zien.<br />
Leerlingen stappen tijdens <strong>het</strong> instrumentale tussenspel in een lange rij allemaal achter elkaar in de<br />
tijdmachine en komen heel snel weer via een andere kant <strong>het</strong> toneel op met een attribuut in de hand<br />
SCÈNE 7: DE TOEKOMST
of kledingstuk aan dat past bij <strong>het</strong> bezongen beroep of de situatie. Laat andere beroepen ‘zingen’ als<br />
de leerlingen van groep 8 die beter bij hen vinden passen. Als eerste komt Broer Tijd op.<br />
Let op: in <strong>het</strong> eerste couplet komen vijftien beroepen/situaties voor. Heeft u minder leerlingen? Schrap<br />
dan een aantal beroepen uit <strong>het</strong> couplet. Voorbeeld bij regel 1: Rapper of een makelaar. Zo kunt u<br />
ook beroepen toevoegen. Voorbeeld bij regel 5: Kapster, stewardess of schrijver, tuinman of cadet.<br />
In couplet twee komen 16 beroepen/situaties voor.<br />
1. Rapper, boer of makelaar,<br />
getrouwd, geëmigreerd.<br />
Historicus of waarzegger<br />
of al gepromoveerd.<br />
Kapster, stewardess of grote rollen aan ’t ballet.<br />
Kok of dokter, glazenwasser, baas van ’t spoorwegnet.<br />
2. Leraar, bakker, dierenarts,<br />
bloemist of directeur.<br />
Een gamebouwer of architect,<br />
of schilder, boekauteur.<br />
Slager, kunste<strong>naar</strong> of rentenierend in Parijs.<br />
Brandweer, filmer, fotografe, steeds op wereldreis.<br />
We reizen in de tijd:<br />
it is a mystery.<br />
We vliegen door de tijd<br />
in ‘<strong>You</strong> <strong>are</strong> history’.<br />
We nemen vroeger mee<br />
<strong>naar</strong> hoe <strong>het</strong> <strong>wordt</strong> misschien.<br />
We weten nu niet hoe of wat:<br />
de toekomst laat <strong>het</strong> zien.<br />
Lalalalalalala.<br />
Ons afscheid is een feit.<br />
Lalalalalalala.<br />
Het was een mooie tijd.<br />
Lalalalalalala.<br />
We gaan er nu vandoor.<br />
Lalalalalalala.<br />
Dus zingen we in koor:<br />
We reizen in de tijd:<br />
it is a mystery.<br />
We vliegen door de tijd<br />
in ‘<strong>You</strong> <strong>are</strong> history’.<br />
We nemen vroeger mee<br />
SCÈNE 7: DE TOEKOMST
<strong>naar</strong> hoe <strong>het</strong> <strong>wordt</strong> misschien.<br />
We weten nu niet hoe of wat:<br />
de toekomst laat <strong>het</strong> zien (5x).<br />
Dichterlijke vrijheden<br />
1. Bij <strong>het</strong> lied ‘Mijn hart is nog in Rome’ hebben we bij <strong>het</strong> noemen van etensw<strong>are</strong>n ons enige vrijmoedige<br />
interpretaties toegestaan. Puur voor <strong>het</strong> effect. Een mooie geschiedenisopdracht zou kunnen zijn om de<br />
kinderen te laten uitzoeken wat de mensen in die periode werkelijk aten.<br />
2. Het Egeltje en de Triangel zijn geen originele Romeinse gevechtshoudingen. Carré wel.<br />
3. <strong>De</strong> Triangel was nog niet uitgevonden, die kwam uit Egypte en werd pas in de Middeleeuwen uitontwikkeld.<br />
4. Keizer K<strong>are</strong>l verwijst <strong>naar</strong> <strong>het</strong> huidige Keizer K<strong>are</strong>lplein. Die kwam pas na de Romeinse tijd.<br />
5. Een rapier was er nog niet in de Middeleeuwen, dat is een paar eeuwen later.<br />
6. Of Dirc van Loevestein op Kruistocht is geweest weten we niet zeker.<br />
7. Bij scène 4 gebruiken we een nep-dialect. In de Tachtigjarige Oorlog w<strong>are</strong>n overal grote bevolkingsgroepen<br />
op drift geraakt. <strong>De</strong> kans dat er ‘vreemden’ in Lochem zijn neergestreken is dus niet denkbeeldig.<br />
Dichterlijke vrijheden