Klas 3 âProfielstroom kiezenâ - Oelbert Gymnasium
Klas 3 âProfielstroom kiezenâ - Oelbert Gymnasium
Klas 3 âProfielstroom kiezenâ - Oelbert Gymnasium
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Klas</strong> 3<br />
“Profielstroom kiezen”<br />
1
INHOUDSOPGAVE<br />
Keuzebegeleiding 3<br />
Verantwoording 3<br />
Keuzebegeleiding in klas 3 3<br />
Tweede Fase 4<br />
Inleiding 4<br />
Specifiek voor het <strong>Oelbert</strong> 4<br />
Lessen en leren 4<br />
Profielstroom in klas 4 5<br />
Lessentabel klas 4 6<br />
Lessentabel klas 5 en 6 7<br />
Extra vakken in klas 4 8<br />
Profielstroom, Profiel en studeren na het <strong>Oelbert</strong> 10<br />
Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs 10<br />
Informatie over de (examen)vakken in klas 4, 5 en 6 11<br />
Nederlands 11<br />
Latijn en Grieks 12<br />
Frans 13<br />
Duits 13<br />
Engels 14<br />
Geschiedenis 14<br />
Aardrijkskunde 15<br />
Wiskunde 16<br />
Natuurkunde 16<br />
Scheikunde 17<br />
Biologie 18<br />
Algemene Natuurwetenschappen 18<br />
Economie 19<br />
Kunst Beeldend 19<br />
Levensbeschouwing 20<br />
Studium Generale in klas 4: Filosofie 20<br />
Tijdpad profielstroomkeuze voor de leerlingen in klas 3 23<br />
2
Oosterhout, september 2012<br />
Aan de leerlingen van klas 3 en hun ouders,<br />
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste informatie over de profielstroomkeuze in klas 3<br />
en over de keuzebegeleiding daarbij. Als u na lezing nog vragen mocht hebben, kunt u uiteraard altijd<br />
contact met mij opnemen.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
M.Zollner<br />
decaan<br />
Keuzebegeleiding<br />
Verantwoording<br />
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid geeft als definitie van voortgezet onderwijs:<br />
"een gemeenschappelijke vorming op intellectueel, cultureel en sociaal gebied, die als grondslag dient<br />
voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid … en voor een verantwoorde keuze van verdere scholing<br />
en beroep".<br />
Het onderwijsproces is bedoeld voor die gemeenschappelijke vorming. Keuzebegeleiding daarentegen<br />
is bedoeld om de leerling te stimuleren in het maken van een welbewuste keuze voor zijn<br />
toekomst. Dit kan alleen in een proces van begeleiding naar zelfstandigheid.<br />
Het aantal keuzemomenten op school is groot; de gevolgen van zo'n keuze zijn zwaarwegend. Het<br />
belangrijkste doel van keuzebegeleiding is de leerling te trainen in het krijgen van inzicht en<br />
vaardigheden, zodat hij steeds beter zijn eigen koers kan bepalen in zijn schoolloopbaan.<br />
Keuzebegeleiding in klas 3<br />
In de periode oktober 2012 – februari 2013 geeft de mentor van uw zoon of dochter een aantal<br />
lessen keuzebegeleiding aan de hand van de methode Keuzedossier. Het doel van deze lessen is<br />
vierledig:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
de leerling meer bewust maken van eigen kwaliteiten, wensen, opvattingen en vooral van de<br />
noodzaak van een eigen keuze<br />
uitleggen hoe de Tweede Fase op het <strong>Oelbert</strong> werkt<br />
inzicht geven in de veelheid van beroepen<br />
de leerling een overzicht bieden van de opleidingen op HBO- en universitair niveau<br />
Keuzedossier is een digitale methode over keuzebegeleiding en maakt tevens gebruik van een<br />
werkboek. De computer wordt gebruikt om via internet informatie over opleidingen,<br />
vooropleidingseisen en beroepsmogelijkheden te krijgen. Elke leerling maakt een test om uit te<br />
zoeken welk persoonstype bij hem hoort. De uitslag van de test kan de leerling ondersteunen in het<br />
keuzeproces. Doordat de leerling tijdens het derde leerjaar procesmatig met kiezen bezig is, kan hij<br />
een zo verantwoord mogelijke keuze maken.<br />
3
Tweede Fase<br />
Inleiding<br />
In het schoolplan van het Sint-<strong>Oelbert</strong>gymnasium staat, bij het hoofdstuk Totale Vorming, onder<br />
meer:<br />
“Op onze school gaat het niet alleen om kennisoverdracht, vaardigheden en attitudes, nodig voor een<br />
gymnasiumdiploma, gericht op vervolgstudie aan universiteit of hogeschool, maar ook om de<br />
gymnasiale meerwaarde. Behalve extra aandacht voor taal en cultuur gaat het om het leggen van<br />
verbanden tussen en binnen vakken; kritisch, vindingrijk, creatief en nieuwsgierig zijn, plezier hebben<br />
in lezen en leren, intrinsieke motivatie, veelzijdigheid en zelfstandigheid. Via ons onderwijs proberen<br />
wij bewust deze kennis, vaardigheden en attitudes verder te ontwikkelen. Dit gebeurt bij alle<br />
verplichte examenvakken, bij het aanbod van extra examenvakken en niet-examenvakken en tijdens<br />
buitenschoolse activiteiten.”<br />
Het <strong>Oelbert</strong> biedt daarom een breed en gevarieerd onderwijspakket aan.<br />
Specifiek voor het <strong>Oelbert</strong><br />
Onze school biedt in klas 4, 5 en 6 aan de geïnteresseerde leerling, veel mogelijkheden. Een greep:<br />
De keuze van één of meer extra examenvakken met een sprintuur of zonder les (verderop in dit<br />
boekje meer informatie hierover)<br />
De week veldwerk Limburg in klas 4<br />
De Rome- of Griekenlandreis in klas 5<br />
<br />
<br />
Goede leerlingen uit klas 5 en 6 kunnen één semester colleges volgen aan de Universiteit van<br />
Tilburg of de Technische universiteit Eindhoven en leggen (alvast) een tentamen af.<br />
Masterclasses over uiteenlopende interessante onderwerpen, tweemaal per jaar, bieden<br />
verdieping en verbreding en zijn toegankelijk voor elke leerling die geïnteresseerd is in meer dan<br />
alleen de schoolvakken.<br />
Het Sint-<strong>Oelbert</strong>gymnasium hanteert voor het onderwijs in de bovenbouw de volgende<br />
uitgangspunten:<br />
Het onderwijs wordt zowel inhoudelijk (didactisch, begeleidend) als materieel (inrichting van het<br />
gebouw en leermiddelen) zoveel mogelijk toegesneden op de leerling.<br />
<br />
<br />
In de loop van de schoolcarrière traint de school de leerlingen in toenemende mate in het<br />
zelfstandig studeren.<br />
Wij bieden in de bovenbouw een brede gymnasiale vorming aan onze leerlingen.<br />
Lessen en leren<br />
Het Sint-<strong>Oelbert</strong>gymnasium kent vier vormen van les- en leeractiviteiten. De term ‘uur’ betekent hier<br />
een les van 45 minuten.<br />
1. De gewone lesuren. Daarbij zijn verschillende lesvormen mogelijk: klassikale<br />
instructie, ook in collegevorm (twee klassen tegelijk), zelfstandig werken,<br />
groepswerk, practica, presentatie e.d.<br />
2. Steunlessen: Leerlingen kunnen steunles krijgen in studievaardigheden<br />
(bijvoorbeeld: planning, samenvatting maken, motivatie, woordjes leren).<br />
3. De <strong>Oelbert</strong>-Huiswerk-<strong>Klas</strong>: Onder begeleiding van leerling-tutoren uit de bovenbouw<br />
en docenten kunnen leerlingen die dat willen hun huiswerk maken in een rustige<br />
4
omgeving en inhoudelijk hulp krijgen bij bepaalde vakken. Sommige leerlingen<br />
worden verplicht voor een periode deel te nemen aan de OHK.<br />
4. Studie-uren thuis. Huiswerk vraagt duidelijk meer tijd dan leerlingen in de<br />
onderbouw gewend zijn, zowel qua leer- als maakwerk. Het aantal, de omvang en de<br />
moeilijkheidsgraad van praktische opdrachten (werkstukken, practica, verslagen,<br />
presentaties e.d.) neemt toe. Voorts liggen abstractieniveau en lestempo duidelijk<br />
hoger dan in de eerste drie leerjaren.<br />
Profielstroom in klas 4<br />
In de loop van klas 3 kiest de leerling van het <strong>Oelbert</strong>gymnasium uit twee profielstromen. In klas 4<br />
kiest hij pas zijn profiel. Wij stellen de leerling op deze manier in staat om de uiteindelijke keuze voor<br />
het profiel op een verantwoorde manier te nemen. Bovendien kan elke leerling zo kennis maken met<br />
examenvakken die in twee verwante profielen worden gegeven.<br />
Als een leerling kiest voor de Alfa-profielstroom, moet hij in klas 4 kiezen tussen het profiel Cultuur<br />
en Maatschappij (C&M) en Economie en Maatschappij (E&M). Het vak economie is typerend voor<br />
E&M. Kiest hij voor de Bèta-profielstroom, dan wordt het een keuze voor Natuur en Gezondheid<br />
(N&G) of voor Natuur en Techniek (N&T). Biologie is typerend voor N&G.<br />
In de vakkentabellen voor klas 5/6 staat precies aangegeven welke vakken de leerling verplicht volgt<br />
en welke vakken in klas 5 gekozen kunnen worden voor zijn profiel. Dit laatste is uiteraard afhankelijk<br />
van zijn profielstroomkeuze in klas 4. Zowel de vakken in de lessentabel voor klas 3 als de vakken uit<br />
de tabel van klas 5/6 zijn gegroepeerd in onderdelen:<br />
Gemeenschappelijk deel: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen in jaarlaag 5 en 6 verplicht.<br />
Profielstroomdeel of profielvakken: alle vakken in dit deel zijn voor alle leerlingen verplicht. Welke<br />
vakken er in dit deel zitten is per profiel verschillend.<br />
Profielkeuzevak: bij de keuze voor een profiel wordt het profieldeel wordt aangevuld met een vak<br />
naar keuze uit een beperkt aantal vakken. Uit welke vakken gekozen kan worden is per profiel<br />
verschillend.<br />
Het keuzedeelvak of keuze-examenvak: Verder kiest de leerling in klas 3 nog 2 en in klas 4 nog 1<br />
extra keuzevak. Er kan uit veel vakken gekozen worden, maar ook dit is weer per stroom en profiel<br />
verschillend.<br />
Het reserve keuzedeelvak of keuze-examenvak: Alle leerlingen kiezen een reserve keuzevak in het<br />
keuzedeel. Dit reservevak vervangt alleen een keuzedeelvak dat roostertechnische problemen geeft.<br />
Het vrije deel: Het vrije deel is een wat tegenstrijdige term want op het Sint-<strong>Oelbert</strong>gymnasium is dit<br />
vrije deel vastgelegd. In klas 4, 5 en 6 zijn dit de vakken Levensbeschouwing of Studium Generale.<br />
Daar komt het profielwerkstuk nog bij. Het is in principe niet mogelijk om andere keuzes te maken<br />
dan die vastgelegd zijn in de vakkentabel.<br />
Het is in principe niet mogelijk om andere keuzes te maken dan die vastgelegd zijn in de vakkentabel.<br />
5
Lessentabel klas 4<br />
profielstromen alfa bèta<br />
vak lessen vak lessen<br />
gemeenschappelijk<br />
deel<br />
verplicht al deze<br />
vakken<br />
NE 3 NE 3 gemeenschappelijk<br />
EN/CAM 2/4 EN/CAM 2/4 deel<br />
verplicht al deze<br />
LA/GR 4 LA/GR 4<br />
vakken<br />
KCV 1 KCV 1<br />
LO 2 LO 2<br />
AK 2 AK 2<br />
ANW 2 ANW 2<br />
profielstroomdeel<br />
verplicht al deze<br />
vakken<br />
WAC 3 WBA 3 profielstroomdeel<br />
EC 2 NA 3<br />
verplicht al deze<br />
vakken<br />
GS 3 SK 2<br />
KB 3 Bi 3<br />
keuzedeel<br />
verplicht 2 van 3<br />
vakken<br />
FA<br />
DU<br />
3<br />
3<br />
FA<br />
DU<br />
3<br />
3<br />
keuzedeel<br />
verplicht 2 van 6<br />
LA/GR 3 LA/GR 3 vakken<br />
waarvan tenminste 1<br />
EC 2<br />
taal<br />
GS 3<br />
1 reservevak<br />
KB 3<br />
1 reservevak<br />
het 'vrije' deel<br />
verplicht al deze<br />
vakken<br />
SG 1 SG 1 het 'vrije' deel<br />
verplicht al deze<br />
Mentoruur 1 Mentoruur 1 vakken<br />
6
Tweede Fase klas 5 en 6 schooljaar 2012-2013<br />
alfa lesuren lesuren alfa lesuren lesuren bèta lesuren lesuren bèta lesuren lesuren<br />
profielen klas 5/6 CM klas 5 klas 6 EM klas 5 klas 6 NG klas 5 klas 6 NT klas 5 klas 6<br />
gemeenschappelijke<br />
deel<br />
verplicht al deze vakken<br />
NE 3 3 NE 3 3 NE 3 3 NE 3 3<br />
EN/CAM 3 / 3½ 3 / 3½ EN/CAM 3 / 3½ 3 / 3½ EN/CAM 3 / 3½ 3 / 3½ EN/CAM 3 / 3½ 3 / 3½<br />
LA/GR 4 4 LA/GR 4 4 LA/GR 4 4 LA/GR 4 4<br />
KCV 1 1 KCV 1 1 KCV 1 1 KCV 1 1<br />
MA 2 0 MA 2 0 MA 2 0 MA 2 0<br />
LO 2 1 LO 2 1 LO 2 1 LO 2 1<br />
profielvakken<br />
verplicht al deze vakken<br />
WC / WA* 3 3 WA 3 3 WA / WB* 3 3 WB 4 4<br />
GS 3 3 GS 3 3 Bi 3 4 NA 3 4<br />
AK 3 3 EC 3 3 SK 3 3 SK 3 3<br />
profielkeuzevak:<br />
NT 1 uit 2,<br />
NG 1 uit 2,<br />
EM 1 uit 3,<br />
CM 1 uit 4<br />
verplichte keuze 1 vak<br />
FA 3 3 FA 3 3 AK 3 3 Bi 3 4<br />
DU 3 3 DU 3 3 NA 3 4 WD 3 4<br />
KB 3 4 AK 3 3<br />
Fi 4 4<br />
keuze-examenvak<br />
verplicht 1 vak<br />
1 reservevak<br />
FA 3 3 FA 3 3 FA 3 3 FA 3 3<br />
DU 3 3 DU 3 3 DU 3 3 DU 3 3<br />
Fi 4 4 Fi 4 4 Fi 4 4 Fi 4 4<br />
KB 3 4 KB 3 4 KB 3 4 KB 3 4<br />
LA/GR 4 4 LA/GR 4 4 LA/GR 4 4 LA/GR 4 4<br />
AK 3 3 AK 3 3 AK 3 3<br />
GS 3 3 GS 3 3<br />
EC 3 3 EC 3 3<br />
NA 3 4 WD 3 4<br />
Bi 3 4<br />
het 'vrije' deel<br />
verplicht alle vakken<br />
LB 1 0,5 LB 1 0,5 LB 1 0,5 LB 1 0,5<br />
PWS PWS PWS PWS<br />
Mentoruur 1 1 Mentoruur 1 1 Mentoruur 1 1 Mentoruur 1 1<br />
7
Extra vak(ken) in klas 4.<br />
Het Sint-<strong>Oelbert</strong>gymnasium biedt goede leerlingen de mogelijkheid hun algemene ontwikkeling en/of hun<br />
studiekeuzemogelijkheden te vergroten door één of meer extra examenvakken te kiezen. Zo’n extra vak is alleen<br />
haalbaar voor leerlingen die veel belangstelling voor dat vak hebben, uitstekend in staat zijn zelfstandig te<br />
werken en hoger dan gemiddeld scoren.<br />
Reglement extra examenvak(ken) in klas 4 (voor de huidige klas 3)<br />
Een extra examenvak wordt alleen toegestaan als op het overgangsrapport naar klas 4 is<br />
voldaan aan één van de onderstaande voorwaarden:<br />
1. bij maximaal één vijf: één extra vak;<br />
2. bij gemiddeld 6,5 of hoger, zonder onvoldoendes: twee extra vakken;<br />
3. bij gemiddeld 7 of hoger, zonder onvoldoendes: drie of meer extra vakken;<br />
Leerlingen die niet voldoen aan deze voorwaarden maar om een bijzondere reden toch<br />
een extra vak willen, worden besproken op de overgangsvergadering.<br />
Leerlingen geven hun wens voor een of meer extra examenvakken aan bij hun voorlopige<br />
profielstroomkeuze.<br />
De mentor bespreekt de gemaakte keuze met de leerling; de leerling kan de keuze ook<br />
bespreken met de decaan mevr. M.Zollner. Tijdens de ouderavond in april kunnen de ouders<br />
de keuze met de docent bespreken en met de mentor en/of decaan.<br />
Leerlingen geven bij hun definitieve profielstroomkeuze, opnieuw hun wens aan voor één of<br />
meer extra examenvakken.<br />
<br />
<br />
Circa twee weken voor de laatste toetsweek bekijkt de leerling of er aan de cijfergrens<br />
voldaan wordt. Zo niet, dan bespreekt de leerling met de mentor of er sprake is van<br />
bijzondere redenen om toch een extra examenvak te nemen. Wanneer dat het geval is, dient<br />
de leerling zelf deze redenen schriftelijk toe te lichten en deze motivatie in te leveren bij de<br />
coördinator.<br />
De coördinator mevr. M. Verhagen en de mentor maken onder meer op basis van deze<br />
motivatie een voorstel om wel of geen toestemming te geven voor het volgen van het extra<br />
examenvak en de docentenvergadering beslist daarover tijdens de overgangsrapportvergadering.<br />
De uitslag van de stemming wordt per post verstuurd.<br />
Ouders en leerlingen kunnen schriftelijk bezwaar tegen deze uitslag indienen bij de rector,<br />
uiterlijk op maandag 1 juli. De rector deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan<br />
de leerlingen en ouders.<br />
Het aanbod van de extra vakken is hetzelfde als van de vakken in het keuzedeel (in klas 5 van<br />
de keuze-examenvakken) in het gekozen profiel(stroom). Leerlingen die alfa kiezen kunnen<br />
maximaal 1 extra vak nemen; leerlingen die bèta kiezen kunnen kiezen uit maximaal 4 extra<br />
vakken. Tevens kunnen leerlingen die alfa kiezen Biologie als extra vak opnemen (deze<br />
leerlingen hebben dan maximaal 2 extra vakken).<br />
In een extra vak krijgen de leerlingen geen les; alleen wanneer een extra vak door tenminste<br />
tien leerlingen wordt gevolgd, wordt er een sprintuur (één les per week in het betreffende<br />
vak) aangeboden. In klas 4 kan ten hoogste één extra examenvak met een zogenaamd<br />
sprintuur worden gevolgd. Leerlingen die alfa hebben gekozen en Biologie als extra vak<br />
opnemen, krijgen geen sprintuur.<br />
8
Na toestemming van de coördinator is het mogelijk om, afhankelijk van het rooster en na<br />
overleg met de betreffende docent, af en toe verplichte lessen om te zetten in lessen voor<br />
een extra vak. De leerling moet afwezigheid bij de verplichte les wel elke keer doorgeven.<br />
Wanneer de leerling in de loop van klas 4 overweegt een extra vak te laten vallen, dient<br />
hij/zij eerst met de vakdocent, de mentor, en als laatste de decaan te overleggen. Daarna<br />
ontvangt de coördinator een schriftelijke bevestiging van de ouders.<br />
Desgewenst kan de leerling aan het einde van klas 4 besluiten het extra examenvak te laten<br />
vallen. De leerling en ouders moeten dat schriftelijk meedelen aan de coördinator, uiterlijk in<br />
de laatste week van mei.<br />
<br />
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rector.<br />
Wisselen van profiel(stroom)<br />
In de Tweede Fase is het wisselen van profiel(stroom) niet mogelijk.<br />
9
Profielstroom, Profiel en studeren na het <strong>Oelbert</strong><br />
Een profiel(stroom) kies je op basis van je persoonlijkheid, je mogelijkheden en je interesse. Samen<br />
met de mentor en de methode Keuzedossier gaat de leerling dit schooljaar voor het eerst<br />
procesmatig aan de slag om kennis op te doen op het gebied van studie en beroep en om zijn<br />
persoonstype in kaart te brengen. In de jaren daarna stimuleren we leerlingen om zich zelfstandig<br />
verder te verdiepen in hun studiekeuze.<br />
In de moderne maatschappij komen zowel alfa- als bèta opgeleiden goed tot hun recht in veel<br />
beroepen. Het aanbod van opleidingen in Nederland is groot en gevarieerd. Het is de kunst om de<br />
opleiding te zoeken die het beste bij je past. Met een gymnasiumopleiding ligt een universitaire<br />
opleiding voor de hand, maar een HBO-opleiding kan ook heel goed bij je passen. De<br />
profielstroomkeuze is de eerste belangrijke stap.<br />
Vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs<br />
Alle WO-opleidingen in de sector Gedrag en Maatschappij, Taal en Communicatie, Cultuur en Kunst,<br />
Onderwijs en Opvoeding, Recht en Bestuur zijn voor alle profielen direct toegankelijk. Voor<br />
opleidingen in de sector Economie en Bedrijf is het vak economie niet vereist voor leerlingen met een<br />
bètaprofiel. Een alfaleerling moet E&M kiezen om aan een studie in de economische sector te<br />
kunnen beginnen.<br />
In de sector Gezondheid zijn biologie en natuurkunde verplicht voor een geneeskundige opleiding.<br />
De opleidingen in de sectoren Techniek, Exact en Informatica geven de voorkeur aan wiskunde B<br />
boven wiskunde A en daarnaast natuurkunde (in de meeste gevallen). Dat betekent dat je voor het<br />
N&T-profiel moet kiezen om een technische of natuurkundige opleiding te kunnen volgen.<br />
De opleidingen in de sector Aarde en Milieu die door Wageningen Universiteit worden aangeboden<br />
zijn veelal uniek. De meeste opleidingen vragen een N&T of N&G profiel, maar er zijn opleidingen bij<br />
die je ook met E&M of C&M kunt doen (bijvoorbeeld Gezondheid en maatschappij, Bedrijfs- en<br />
consumentenwetenschappen, Bos- en natuurbeheer (wel ak of bio verplicht), Internationale<br />
ontwikkelingsstudies)<br />
10
Informatie over de (examen)vakken in klas 4, 5 en 6<br />
Hieronder presenteren alle vakken zich aan de leerling in de Tweede Fase. Op die manier word je<br />
beter voorbereid op wat je kunt verwachten van het onderwijs in de vakken de komende jaren. In<br />
januari zullen de vakdocenten tevens in de lessen voorlichting geven over de inhoud van hun vak in<br />
de Tweede Fase.<br />
Nederlandse taal en letterkunde<br />
Hoewel je bij het vak Nederlands niets te kiezen hebt, willen we je er toch graag van op de hoogte<br />
brengen wat je in de bovenbouw bij dit vak mag verwachten.<br />
We onderscheiden vijf belangrijke onderdelen in onze moedertaal.<br />
- De spreekvaardigheid: je oefent in spreekbeurten en presentaties voor je grote<br />
eindexamenbetoog in klas 6. Bovendien weet je deel te nemen aan een discussie naar<br />
aanleiding van wat je gehoord hebt bij andere spreekbeurten. Je begrijpt dat je niet alleen<br />
correcte formuleringen moet gebruiken, maar ook een correcte argumentatie. Oefeningen in<br />
formuleren en argumentatie zul je dan ook veelvuldig moeten maken.<br />
- De schrijfvaardigheid: hier hebben we het natuurlijk niet alleen over spelling. Hoezeer een<br />
juiste spelling ook gewenst is, de nadruk ligt toch vooral op de kracht van je woordkeuze,<br />
zinsbouw, alinea-indeling en opzet van het geheel. Wat je bij spreekvaardigheid aan<br />
formuleren en argumenteren geleerd hebt, komt je hier goed van pas. Speciale aandacht<br />
geven we aan de verwerking van bronmateriaal. Waar zoek je wat? Hoe schat je de<br />
betrouwbaarheid van bronnen in? Hoeveel neem je van een bron over? Hoe citeer je? Je legt<br />
in de loop van een schooljaar een schrijfdossier aan waaruit jouw progressie als schrijver<br />
blijkt. Dit handelingsdeel moet je naar behoren afgerond hebben, voordat je aan het<br />
eindexamenonderdeel “schrijven” mag deelnemen.<br />
- De luistervaardigheid: eigenlijk komt dit onderdeel er maar bekaaid van af, want het wordt<br />
niet apart getoetst. Natuurlijk merkt iedereen wel of je bij een spreekbeurt goed geluisterd<br />
hebt aan de mate waarin je na afloop deelneemt aan de discussie. En eigenlijk oefen je jezelf<br />
iedere les in nauwkeurig luisteren als een docent instructie geeft, maar je krijgt dus geen<br />
apart punt.<br />
- De leesvaardigheid: je krijgt steeds moeilijker teksten voorgeschoteld. Je moet dan bewijzen<br />
dat je ze gesnapt hebt door ze samen te vatten of door vragen over die tekst te<br />
beantwoorden. Je krijgt meerkeuzevragen en open vragen. Soms moet je de belangrijkste zin<br />
citeren, een andere keer vragen we je naar de bedoeling van de auteur. Kortom: je krijgt<br />
allemaal vragen waarvan wij denken dat wij uit de antwoorden kunnen aflezen of jij een<br />
goede leesvaardigheid hebt.<br />
Bij alle genoemde onderdelen oefen je met de methode Nieuw Nederlands.<br />
- Literatuur als cultuuruiting: lezen voor je lijst of lezen voor je lol? Hopelijk weet jij een<br />
combinatie te maken van die twee. Je werkt in de bovenbouw met de literatuurmethode<br />
Laagland. Naast de theorie biedt dit boek veel teksten en een literatuurgeschiedenis. Je<br />
moet delen samenvatten. Die komen, samen met je reflecties over je eigen leesgedrag, in je<br />
literatuurdossier. Dat bestaat hoofdzakelijk uit verslagen van boeken die je gelezen hebt. Ook<br />
11
dit handelingsdeel moet je naar behoren afgerond hebben om recht te hebben op deelname<br />
aan het eindexamen.<br />
Latijn en Grieks<br />
Voor beide talen (4 uren per week) is de opzet en de zwaarte en het aantal uren min of meer gelijk.<br />
In de eerste helft wordt de basismethode (Pallas 2 en Roma 2) afgemaakt.<br />
In de tweede helft ga je kennis maken met ‘echt’ Grieks en/of Latijn (en/of: je mag namelijk met<br />
twee klassieke talen verder na klas 3, het hoeft niet). In de tekstboeken Pallas 3 en Fortuna staan uit<br />
verscheidene genres teksten van verschillende schrijvers uit uiteenlopende perioden.<br />
Je maakt kennis met tekstfragmenten van geschiedschrijvers en redenaars, maar ook lees je<br />
liefdespoëzie of tragedie, of satirische stukjes vol kritiek op de maatschappij van die tijd. Verder kun<br />
je denken aan filosofische teksten (Plato, Seneca) en natuurlijk aan de jou bekende verhalen van<br />
Homeros (over Odysseus en Achilles) en Vergilius (over Aeneas). Zeer gevarieerd dus, leuk en<br />
leerzaam.<br />
Een groot verschil met klassieken in de onderbouw is dat je nu ook gaat kijken naar het hoe en<br />
waarom van de teksten: waarom is de tekst geschreven, wat wil de schrijver zijn lezer vertellen, en<br />
op welke manieren vraagt én krijgt hij de aandacht van ons, die lezer?<br />
Er wordt met studiewijzers gewerkt. Naast proefwerken en proefvertalingen krijg je bij Latijn/Grieks<br />
ook nog gewoon so’s over woordjes en/of grammatica.<br />
KCV (<strong>Klas</strong>sieke Culturele Vorming) (1 uur per week)<br />
Dezelfde docent van wie je je klassieke taal krijgt, geeft ook het vak KCV. In feite wordt dan de<br />
culturele poot van de klassieke talen in thema’s (bijv. toneel, epos, Herakles) behandeld. Daarbij<br />
wordt niet alleen gekeken hoe het vroeger was, maar ook hoe in later tijden tot en met nu met dit<br />
onderwerp iets is gedaan. Dat doen we meestal in blokken, d.w.z. in de periode van een aantal<br />
weken heb je één week alleen KCV en geen LA/GR . In die week wordt een hoofdstuk uit Synopsis<br />
doorgenomen. De andere weken heb je dan alleen je klassieke taal (dus vijf uren). In de regel wordt<br />
bij de groepen Latijn en Grieks hetzelfde thema gedaan. Iedereen krijgt dan ook dezelfde toetsen. Er<br />
zijn geen so’s, wel zijn er af en toe opdrachten (bijv. een virtueel museum maken, een mythe<br />
zichtbaar maken) . Daaraan werk je dan in die ene week.<br />
12
Frans<br />
Hoe ziet Frans in de klas 4 eruit? De vier vaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren worden<br />
getraind zodat je in ieder geval genoeg basiskennis hebt om je in het Frans te redden en o.a.<br />
eenvoudige boekjes kunt lezen. Ook blijven we net als in de onderbouw aandacht besteden aan<br />
Frankrijkkunde dat vanzelfsprekend is als je deze taal bestudeert.<br />
Je kunt er ook voor kiezen om je kennis van het Frans uit te breiden.<br />
In klas 5 en 6 worden dezelfde vaardigheden getraind op een hoger niveau. Er wordt gestreefd naar<br />
afwisseling in werkvormen: zo oefenen we spreekvaardigheid in tweetallen of kleine groepen met<br />
afwisselend materiaal naast de leerboeken. Luistervaardigheid kun je trainen met de opdrachten uit<br />
je boek, maar uiteraard ook met Franse programma’s zoals nieuwsuitzendingen of filmfragmenten.<br />
Onze mediatheek is toegerust om een kleine groep leerlingen individueel luisteroefeningen te laten<br />
maken.<br />
Daarnaast ga je in klas 5 en 6 kennismaken met de Franse literatuur. We bestuderen dan gevarieerde<br />
teksten (proza, poëzie en toneel) en ook hier kiezen we afwisseling in de werkvormen. Uiteraard<br />
wordt ook een klein aantal boeken gelezen.<br />
Duits<br />
Wat gaan we doen? Op de eerste plaats krijg je alle vier vaardigheden die je nodig hebt om in een<br />
Duitstalige omgeving je weg te vinden. Dat wil zeggen: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid,<br />
luistervaardigheid en spreekvaardigheid. Van die vier vaardigheden worden er aan het eind van het<br />
jaar maar drie getoetst. Welke dat zijn, blijft een verrassing. Het moet per slot van rekening wel<br />
spannend blijven.<br />
Het niveau van Duits in klas vier is heel anders dan in de onderbouw. Daar waren alle teksten die je<br />
onder ogen kreeg speciaal voor het onderwijs bewerkt.<br />
Maar in de bovenbouw krijg je echt Duits, zo uit kranten, tijdschriften, radio of tv geplukt en in de<br />
klas gepresenteerd. We gaan samen een echt goed boek lezen en een Duitse film bekijken, en nu<br />
eens zonder ondertiteling. We schrijven samen een paar foutloze Duitse brieven. En ook leer je een<br />
eenvoudige presentatie in het Duits te houden.<br />
Kortom: na dit jaar beheers je alle vaardigheden op basisniveau. Goed genoeg om na dit jaar Duits af<br />
te sluiten. Maar je kunt er ook voor kiezen om ermee door te gaan in klas 5 en 6. Het interessante<br />
daaraan is, behalve dat je er dan eindexamen in doet en het cijfer dus op je cijferlijst verschijnt (doet<br />
het goed bij sollicitaties in handel en industrie), dat je ook literatuur krijgt. En als je weet dat de<br />
Duitse literatuur tot de mooiste en beste van Europa behoort, is je keuze gauw gemaakt …<br />
13
Engels<br />
In klas 4, 5 en 6 volgen alle leerlingen verplicht hetzelfde basisprogramma. In alle jaren komen steeds<br />
dezelfde vaardigheden opnieuw aan bod, te weten:<br />
- schrijfvaardigheid, waarin spelling, woordkeuze en grammatica besloten liggen.<br />
- luister- en kijkvaardigheid<br />
- spreekvaardigheid, waarin uitspraak en gespreksvaardigheid besloten liggen.<br />
- leesvaardigheid.<br />
Steeds worden deze vaardigheden aan de hand van telkens nieuwe onderwerpen geoefend en<br />
verdiept; onderwerpen als "Ierland", "Amerika", "Een jaar in het - Engelstalige - buitenland, enz.<br />
Ook literatuur komt in alle jaren stevig aan bod, met onderwerpen als "de Renaissance", "de<br />
Romantiek", en "oorlogsliteratuur" bijvoorbeeld, en met het zelfstandig lezen en in de klas<br />
bespreken van romans, toneelstukken en gedichten. We proberen steeds de ratio, en de emotie en<br />
de muze gelijkelijk aan bod te laten komen.<br />
In alle lessen is de voertaal zoveel mogelijk het Engels.<br />
Niet iedereen kan Engels, maar iedereen kan wel Engels leren. Er is geen Engelsman die geen Engels<br />
spreekt.<br />
Geschiedenis<br />
Welke onderwerpen?<br />
Geschiedenis in de bovenbouw bestaat niet meer uit abstracte thema’s als “oorlog en vrede”,<br />
“opvoeding en onderwijs”, “volkscultuur en feestcultuur”, maar benadrukt de ontwikkeling van<br />
overzichtskennis en het kunnen indelen in – en herkennen van – de verschillende tijdvakken.<br />
De onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn zeer divers: in de bovenbouw doorloop je<br />
namelijk alle tijdvakken van de oudheid tot aan de éénentwintigste eeuw. Daarbij kun je<br />
onderwerpen tegenkomen als het Byzantijnse rijk, keizer Napoleon III en de oorlog in Vietnam. Maar<br />
ook bekende onderwerpen als Karel de Grote, de franse revolutie en de koude oorlog passeren de<br />
revue. In klas 4 komt bovendien de hele geschiedenis van Nederland aan bod, van de Oudheid tot<br />
heden – een afwisselende materie.<br />
Wat wordt er van je verwacht?<br />
Als leerling in de bovenbouw van het gymnasium moet je beschikken over een gedegen feitenkennis.<br />
Wij redeneren daarbij dat je de feiten pas werkelijk kent als ze ook worden begrepen. Dit betekent<br />
dat je al je antwoorden met (controleerbare!) feiten moet kunnen onderbouwen. Kennis van de<br />
geschiedenis hebben houdt dus ook in: betekenis kunnen geven aan de historische feiten. Behalve<br />
14
kennis moet je ook inlevingsvermogen hebben: dat wil zeggen dat je in elk geval bereid bent om te<br />
proberen je te verplaatsen in een andere tijd, waarin de mensen andere emoties en motieven<br />
hadden dan nu – kortom dat je het verleden probeert te begrijpen vanuit het perspectief van de<br />
mensen uit dat verleden zelf. Pas daarna kun je een afgewogen eigen oordeel over dat verleden gaan<br />
vormen.<br />
Wat leer je nog meer bij het vak geschiedenis?<br />
De veelheid aan informatie, verspreid over zoveel landen en periodes kan wel eens verwarrend<br />
werken. Daarom leer je vooral historisch inzicht te ontwikkelen, dat wil zeggen: om de kernmerken<br />
van de verschillende tijdvakken te herkennen. Door een grote variëteit aan bronnenmateriaal te<br />
bestuderen krijg je een steeds beter beeld van elk tijdvak. Door de verschillende personen, landen en<br />
standpunten ga je zien dat het nét allemaal wat anders ligt, dan je in de onderbouw misschien<br />
veronderstelde. Ingewikkelder, maar interessanter. Na verloop van tijd ga je ontwikkelingen in de<br />
geschiedenis herkennen en de tijdvakken en hun opeenvolging logisch vinden. Als je zó ver bent, ben<br />
je klaar voor het nieuwe eindexamen.<br />
Voor het vak geschiedenis is het meestal niet voldoende als je enige tijd voor een toets begint met<br />
het leren van de stof. Historisch inzicht ontwikkel je door er langere tijd mee bezig te zijn,<br />
bijvoorbeeld door mee te doen aan activiteiten in de klas.<br />
Als extra-vakker is dit meestal niet mogelijk, omdat de mogelijkheid om les te volgen ontbreekt. Het<br />
volgen van geschiedenis als extra vak lijkt ons daarom in de meeste gevallen niet verstandig.<br />
Aardrijkskunde<br />
Aardrijkskunde presenteert zich graag als een actueel vak met een belangrijke algemeen vormende<br />
waarde. Veel onderwerpen die in het nieuws zijn, hebben geografische raakvlakken. Of het nu gaat<br />
over ruimtelijke ordening, over de noodzaak de rivierdijken in Nederland te verhogen, over<br />
tsunami’s, het ‘hurricane season’ of over Afrikanen die met gammele bootjes proberen Europa te<br />
bereiken.<br />
In klas 4, 5 en 6 komen zowel fysisch als sociaal-geografische onderwerpen aan bod. In de vierde<br />
leggen we de basis voor de onderwerpen van het schoolexamen en het centraal examen. Dat doe we<br />
aan de hand van een aantal thema’s, zoals geologie, bodemkunde, klimaat- en weersystemen,<br />
demografie, ruimtelijke ordening en noord-zuid tegenstellingen.<br />
Daarbij moet je denken aan actuele onderwerpen zoals<br />
- de mondiale migratieproblematiek<br />
- de aanleg van grote infrastructurele werken (HSL / Betuwelijn / Tweede Maasvlakte)<br />
- locatiekeuze voor nieuwbouwwijken<br />
- klimaatveranderingen<br />
- veranderend leefmilieu<br />
- continentbewegingen<br />
15
Ook ‘het land’ is terug van weggeweest in de Nieuwe Tweede Fase. ‘Leerlingen vinden landen leuk’,<br />
weten we uit ervaring. Wanneer je de thema’s die hierboven zijn genoemd leert toepassen in een<br />
land, dan leer je veel gemakkelijker generaliseren. Daarmee bedoelen we, dat je je dan in andere<br />
landen ook gemakkelijker kunt oriënteren.<br />
Aan het begin van klas 4 staat het veldwerk in Zuid-Limburg op het programma. Daar voer je je eerste<br />
praktische opdracht uit die meetelt voor je schoolexamendossier.<br />
Wiskunde A, C en B<br />
In klas 4 volgen leerlingen of een WAC- of een WBA-programma.<br />
Bij wiskunde B ligt de nadruk op de formele en abstracte kant van het vak en wordt er meer<br />
zelfstandigheid vereist bij het bestuderen van de theorie, tevens dien je vaardig en inzichtelijk om te<br />
gaan met formules en algebraïsche berekeningen.<br />
Je moet bijvoorbeeld in staat zijn om bepaalde vergelijkingen en waarden zonder hulp van de<br />
grafische rekenmachine op te lossen en te berekenen, bewijs leveren van de stof, een exact<br />
antwoord geven, herleiden van breuken en werken met meetkundige figuren.<br />
Bij wiskunde A en C gaat het vooral om toepassing van de wiskunde in praktijksituaties, denk o.a. aan<br />
statistiek, kansberekening en vaak maak je dankbaar gebruik van de (grafische) rekenmachine. De<br />
formele kant van de wiskunde is hier dan ook minder aanwezig.<br />
Wiskunde D kun je alleen bij N&T kiezen. Het kan een profielkeuzevak zijn, een keuze-examenvak of<br />
een extra vak.<br />
Het is vooral belangrijk als je echt de exacte kant op gaat, bijvoorbeeld naar een van de technische<br />
universiteiten. Als je iets wilt gaan studeren waarbij de vakken wiskunde B en meestal ook<br />
natuurkunde verplicht zijn.<br />
Wiskunde D is voor degenen die goed in wiskunde zijn en het ook een leuk vak vinden. In wiskunde D<br />
krijg je o.a. te maken met statistiek en kansrekening, wiskunde in wetenschap, dynamische modellen<br />
(rekenen aan veranderende of bewegende systemen), analytische meetkunde en<br />
keuzeonderwerpen. Het vak is nog in ontwikkeling want het wordt vanaf schooljaar 2008-2009 voor<br />
het eerst gegeven.<br />
Natuurkunde<br />
In de klassen 4, 5 en 6 komen achtereenvolgens aan bod :<br />
van domein A, vaardigheden, de subdomeinen:<br />
taalvaardigheden, reken/wiskundige vaardigheden, informatievaardigheden, technisch-instrumentele<br />
vaardigheden, ontwerpvaardigheden, onderzoeksvaardigheden, maatschappij studie en beroep.<br />
16
van domein B, Elektriciteit en magnetisme, de subdomeinen: elektrische stromen,<br />
elektromagnetisme, inductie en wisselstromen;<br />
van domein C, mechanica, de subdomeinen: rechtlijnige bewegingen, kracht en moment, arbeid en<br />
energie, kromlijnige beweging.<br />
van domein D, warmteleer, de subdomeinen: gas en vloeistof, thermische processen;<br />
van domein E, golven en straling, de subdomeinen: licht ( deels ), trilling en golf,<br />
radioactiviteit.<br />
Scheikunde<br />
In de klassen 4, 5,en 6 komen aan bod:<br />
van domein A, vaardigheden, de subdomeinen:<br />
taalvaardigheden, reken/wiskundige vaardigheden, informatievaardigheden, technisch-instrumentele<br />
vaardigheden, ontwerpvaardigheden, onderzoeksvaardigheden, maatschappij studie en beroep.<br />
van domein B, stoffen structuur en binding, de subdomeinen:<br />
processen/reacties, atoombouw en periodiek systeem, bindingstypen en eigenschappen, namen en<br />
formules.<br />
van domein C, koolstofchemie, de subdomeinen :<br />
toepassingen van synthetische polymeren, andere toepassingen van koolstofverbindingen, reacties<br />
van koolstofverbindingen, structuren van koolstofverbindingen.<br />
van domein D, biochemie, de subdomeinen :<br />
stofwisseling, structuren van biochemische stoffen.<br />
van domein E, kenmerken van reacties, de subdomeinen :<br />
toepassingen, reactiesnelheid, evenwichten, rekenen aan reacties.<br />
van domein F, chemische techniek, de subdomeinen :<br />
het maken van stoffen, het scheiden en zuiveren van stoffen,stoffen aantonen, analysetechnieken,<br />
procesindustrie.<br />
van domein G, zuren en basen, de subdomeinen :<br />
toepassingen, onderzoek, kenmerken reacties en de Bronstedt-theorie, berekeningen,namen en<br />
formules.<br />
van domein H, redox, de subdomeinen :<br />
17
toepassingen, redox als proces, redoxreacties.<br />
Biologie<br />
Wat is het nut van het vak biologie?<br />
Met biologie krijg je je hele leven te maken. In je persoonlijk leven maar ook in je werk<br />
Bij iedereen spelen zaken als ziekte, lichaamsverzorging, voortplanting en seksualiteit een belangrijke<br />
rol. En ook in heel veel beroepen moet je rekening houden met gezondheid, milieu, hygiëne,<br />
erfelijkheid, voedselproductie en andere biologische aspecten.<br />
Als je in klas 4 kiest voor biologie dan krijg je voldoende biologische bagage mee voor je latere werk<br />
maar ook voor je verdere privé-leven.<br />
Wat krijg je zoal bij biologie?<br />
Je doet heel veel kennis op over hoe levende wezens in elkaar zitten en hoe het mogelijk is dat zij<br />
levensverschijnselen vertonen. En hoe zij van elkaar afhankelijk zijn. En hoe we met onze kennis<br />
ziekten kunnen bestrijden, milieuproblemen veroorzaken en op kunnen lossen, enzovoorts,<br />
enzovoorts.<br />
Uiteraard doen we ook veel practica. Uiteindelijk zul je in staat zijn met allerlei biologische<br />
technieken een eigen experimenteel onderzoek uit te voeren.<br />
Laat je niet weerhouden om Biologie als extra vak te kiezen: we verwachten dan dat je de grote<br />
stukken van de stof zelfstandig kunt doornemen. We zijn als docent natuurlijk bereid je daarbij te<br />
helpen.<br />
Dus:<br />
Biologie is een leuk en nuttig vak. ’t Gaat vaak over je eigen lijf, je hebt er later heel dikwijls in je werk<br />
mee te maken en ’t is nog interessant ook..<br />
Meer weten?<br />
Je kunt voor verdere informatie natuurlijk terecht bij de biologiedocenten.<br />
Algemene Natuurwetenschappen<br />
Het vak ANW staat voor: Algemene Natuurwetenschappen. Tijdens de ANW lessen worden de<br />
natuurwetenschappelijke vakken (natuurkunde, scheikunde, biologie en aardrijkskunde) op een<br />
andere manier benaderd dan bij deze vakken zelf gebeurt. Gaat het bij deze vakken vooral om de<br />
kennis en de wetenschap zelf, bij ANW gaat het buiten enige kennis met name om de<br />
maatschappelijke relevantie, de geschiedenis van de natuurwetenschap en de<br />
natuurwetenschappelijke aanpak. De leerlingen worden tijdens de lessen onder andere aangezet tot<br />
het voeren van discussies (denk bijvoorbeeld aan genetische manipulatie in de medische wereld) en<br />
het houden van (poster)-presentaties over natuurwetenschappelijke onderwerpen (bijvoorbeeld<br />
poster heelal). Ook gaan de leerlingen op bedrijfsexcursie om de wetenschap in (productie)bedrijf te<br />
18
zien. Tenslotte zullen de leerlingen ook zelf onderzoek doen vanuit de uitgebreid aan bod komende<br />
natuurwetenschappelijke methode. Dit laatste zal ook het hoofdthema zijn tijdens de zogenaamde<br />
Limburgweek, waarin de leerlingen Limburg vooral (natuur)-wetenschappelijk zullen leren kennen.<br />
Het vak ANW dient elke leerling op het <strong>Oelbert</strong>gymnasium in het 4 e leerjaar te volgen en geldt als<br />
een examenvak. Dit betekent dat er gedurende het jaar volgens een examenreglement getoetst zal<br />
worden op theorie en praktische opdrachten. Op het eind van het 4 e jaar zal het vak worden<br />
afgesloten.<br />
Economie<br />
Economie is leuk en lastig. Het is leuk omdat je gaat leren hoe de maatschappij economisch in elkaar<br />
zit. Daartoe leer je een hoop theorie en ontdek je dat die theorie ook in de praktijk van alledag te<br />
vinden is. De praktijk zie je in de kranten, hoor je op het nieuws op radio en tv, lees je in tijdschriften,<br />
hoor je veel van op prinsjesdag, merk je in je portemonnaie aan de prijzen die je moet betalen voor<br />
de spullen die je koopt, en nog veel meer. Economie is dus bij uitstek een vak dat zowel theoretisch is<br />
als praktisch. Basis is de theorie en die begint in klas 4.<br />
Bij die theorie hoort een stevig potje wiskunde. Dat vinden veel leerlingen minder leuk, zelfs lastig. In<br />
de praktijk blijkt steeds weer dat mensen met een hekel aan wiskunde er eigenlijk best mee kunnen<br />
werken als ze zich er toe zetten om het te doen.<br />
Economie is verder lastig omdat je veel zelf moet doen. Dus zelf iets zoeken, zelf de sommen maken,<br />
zelf nakijken.<br />
Kunst Beeldend<br />
Wat kan een chirurg of advocaat met Kunst Beeldend doen?<br />
Natuurlijk lijkt het maken van beeldende werkstukken de ideale voorbereiding voor een technisch<br />
ingenieur en lijkt kennis over muziek, dans, drama en beeldende cultuur een prachtige basis voor een<br />
kunstenaar in de dop.<br />
Elk beroep heeft echter profijt van de specifieke vaardigheden en algemene houding die KB<br />
aanbrengt door het typische stimuleren van juist de andere helft van de hersenen. Voorbeelden<br />
hiervan: het zelf zoeken naar meer dan één oplossing,<br />
nieuwe wegen durven bewandelen, vindingrijke combinaties maken, associërend gedrag, esthetisch<br />
gevoel, motorische controle, zelf criteria bepalen en eigen onderzoek opzetten, je mening kunnen<br />
vormen door middel van kritisch kijken, kunnen interpreteren, grote verbanden zien, kunnen<br />
19
omgaan met emoties van jezelf en van anderen. Door zo’n advocaat of chirurg wil ik mij wel laten<br />
helpen!<br />
Het accent in klas 4KB ligt op de maatschappelijke en economische kant van kunst. Met theoretische<br />
en praktische opdrachten over moderne kunst en massacultuur worden vaardigheden geoefend, 3<br />
uur per week. <strong>Klas</strong>5KB besteedt 3 uur per week aan beeldende processen en drie culturele<br />
tijdvakken. In klas6KB krijg je 4 uur per week. Je rondt jouw beeldend werk (S.E. 50%) af met de<br />
tweede heuse “Meesterproef”. Het centraal examen(C.E. 50%) zal per computer gaan (compex).<br />
KB kan als profielvak en als examenvak gekozen worden. Ook als extra vak: alle extravakkers KB zijn<br />
tot nu toe zeer succesvol geslaagd.<br />
Welkom in lokaal 115 en 119!<br />
Levensbeschouwing<br />
In de klassen 4, 5 en 6 komen achtereenvolgens verschillende aspecten van het vak<br />
levensbeschouwing aan bod.<br />
In klas 4 ligt de nadruk op de ethiek, het handelen van de mens, de praktische kant van<br />
levensbeschouwing (normen). Ons handelen en hoe wij denken over wat goed handelen is en wat<br />
niet, berust op wat wij belangrijk vinden, de moeite waard, op wat wij willen bereiken in het leven<br />
(waarden).<br />
In klas 5 gaan we na hoe er in de loop van de geschiedenis en op verschillende plaatsen gedacht is<br />
over religie, de theoretische kant van levensbeschouwing, religie als cultureel verschijnsel. Na een<br />
algemene inleiding gaan we dieper in op één religie, nu het christendom, met bijzondere aandacht<br />
voor de bronnen, bij het christendom de bijbel.<br />
In klas 6 tenslotte ligt het accent op afzonderlijke thema's, bv. het kwaad, of de vraag 'bestaat God?'<br />
(wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen 'God bestaat niet'), of vragen en discussies rond de islam,<br />
of andere (actuele) onderwerpen naar keuze.<br />
Bij alle onderwerpen in deze drie jaren is het van belang onze eigen visie te verbreden en te<br />
verdiepen.<br />
Om daar een samenhangend en overzichtelijk geheel van te maken beginnen we in klas 4 met de<br />
aanleg van een dossier, dat we in de loop van klas 5 en 6 verder zullen uitwerken.<br />
Studium Generale<br />
In klas 4 krijg je voor Studium Generale filosofie.<br />
Filosofie<br />
.<br />
Wat is filosofie?<br />
Filosofie houdt zich bezig met vragen als:<br />
Wat is het verschil tussen mens en dier?<br />
<br />
Zijn er absolute normen en waarden die voor alle mensen gelden?<br />
20
Is het gevoel een bron van kennis?<br />
Is de zintuiglijke waarneming altijd betrouwbaar?<br />
Wordt menselijk gedrag bepaald door de genen of door de cultuur?<br />
Heeft de mens behoefte aan een moraal?<br />
Wat maakt een redenering logisch geldig?<br />
Wat is het verschil tussen kennis en mening?<br />
Dit zijn enkele vragen die in de filosofielessen aan de orde komen. Zoals je ziet zijn de onderwerpen<br />
zeer verschillend. Toch bestaat er ook een verwantschap tussen dit soort vragen. Het zijn<br />
fundamentele vragen, waarop het antwoord niet direct te geven is. In de filosofie wordt geprobeerd<br />
de antwoorden zo goed mogelijk te beargumenteren. De geschiedenis van de filosofie is dan te zien<br />
als het aanleggen van een reservoir van denkbare antwoorden. Filosofie biedt geen pasklare<br />
antwoorden, maar laat zien dat het antwoord dat je geeft afhangt van het perspectief dat je kiest en<br />
de vooronderstellingen die je hanteert.<br />
Bovenstaande vragen behoren tot de deelgebieden van de filosofie, die in de lessen centraal staan:<br />
wijsgerige antropologie, ethiek, kennis- en wetenschapsleer, sociale filosofie, metafysica,<br />
cultuurfilosofie en esthetica.<br />
Waarom filosofie?<br />
Vanaf de klassieke oudheid tot nu heeft de mens vragen gesteld over de werkelijkheid en de vele<br />
aspecten daarvan. Nu worden vele van deze vragen beantwoord door de moderne wetenschap.<br />
Maar er blijven dan nog een aantal belangrijke vragen onbeantwoord.<br />
Tevens roepen de moderne wetenschap en techniek ook weer nieuwe vragen op. Denk aan het<br />
milieu. Wat is eigenlijk de plaats van de mens binnen de gehele natuur? Willen we de natuur<br />
beheersen en kunnen we dat eigenlijk wel? Moeten we de mens ook tot de natuur rekenen of niet?<br />
Denk bijvoorbeeld aan genetische modificatie, waardoor het misschien mogelijk wordt een nieuw<br />
soort mens te scheppen in een laboratorium. Mag dit allemaal of moet dit verboden worden?<br />
Filosofie kan zo een samenhang laten zien in onze versnipperde wereld. Filosofie kan ook een<br />
verrijking zijn van je eigen alledaagse ervaringen en gedachten over het leven.<br />
Wat leer je?<br />
Een filosofieles begint met een vraag, een concrete ervaring of een voorbeeld. Stel, je vraagt naar het<br />
verschil tussen mannen en vrouwen. Dan moet deze vraag worden geanalyseerd. Is het verschil<br />
wezenlijk of bijkomstig? Zijn de verschillen te verklaren door onze natuurlijke aanleg of zijn ze juist<br />
een product van de cultuur waarin wij leven? Veelal zal dan blijken dat een vraag nauw verbonden is<br />
met andere vragen, dat een vraag uiteenvalt in een aantal deelvragen en dat een vraag vanuit<br />
verschillende perspectieven bekeken kan worden.<br />
Voor het beantwoorden van een vraag is het van belang de vooronderstellingen in meningen,<br />
standpunten en theorieën te onderzoeken. Kortom, waar gaat men eigenlijk van uit als men iets<br />
beweert? Welke normen en waarden spelen een belangrijke rol en wat is daarbij je mens- en<br />
wereldbeeld?<br />
21
Een antwoord kan gevonden worden in de geschiedenis van de filosofie, maar ook door te proberen<br />
zelf een antwoord te beargumenteren. Dit is mogelijk door zelfstudie, door een groepsgesprek of een<br />
schriftelijk werkstuk.<br />
Je krijgt zo veel informatie over de geschiedenis van de filosofie, de verschillende stromingen en de<br />
actuele meningsverschillen.<br />
Maar je leert ook een aantal vaardigheden, die voor een vervolgopleiding van groot belang zijn:<br />
Het analyseren van complexe vraagstukken<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Het analyseren en beoordelen van een betoog<br />
Het zelf formuleren en verdedigen van een logisch correct betoog<br />
Het achterhalen van de vooronderstellingen van een betoog<br />
Het onderkennen van verschillende posities ten aanzien van een vraagstuk.<br />
Filosofie als eindexamenvak<br />
Filosofie kan als profielkeuzevak gekozen worden in het profiel Cultuur en Maatschappij. Dit profiel<br />
bereidt voor op studies in sociale wetenschappen, geschiedenis, recht, psychologie, pedagogiek,<br />
journalistiek enz. Daarnaast kan het vak gekozen worden als keuze-examenvak in de vier profielen.<br />
Filosofie wordt beoordeeld in een schoolexamen en een centraal examen.<br />
Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met als belangrijkste onderdelen:<br />
<br />
<br />
Het beantwoorden van vragen en oplossen van vraagstukken over filosofische onderwerpen<br />
Het uitvoeren van enkele praktische onderzoeksopdrachten over een filosofisch vraagstuk.<br />
Bijvoorbeeld: literatuurstudie, het schrijven van een essay of het houden van een mondelinge<br />
voordracht.<br />
Voor het centraal examen wordt een filosofisch thema vastgesteld, waar de examenkandidaten zich<br />
in het laatste jaar speciaal op moeten voorbereiden. Zo’n thema kan zijn: ‘Identiteit’, ‘Deugdethiek’<br />
of ‘Rede en religie’. Dit thema wordt gekozen uit de hiervoor genoemde deelgebieden van de<br />
filosofie.<br />
Zowel in het schoolexamen als in het centraal examen gaat het er om de verworven kennis toe te<br />
passen. Het is van belang of je geleerd hebt om op een filosofische manier te denken en je mening op<br />
een deugdelijke, filosofisch verantwoorde manier te beargumenteren.<br />
22
Tijdpad profielstroomkeuze voor de leerlingen in klas 3<br />
Woe 28 aug.<br />
Kennismakings- en voorlichtingsavond over de Tweede Fase, de profielstroomkeuze en de<br />
keuzebegeleiding voor de ouders/verzorgers van leerlingen in klas 3, vanaf 19.30u.<br />
Half okt –dec. Lessen keuzebegeleiding door de mentoren van klas 3.<br />
Ma 21 januari<br />
Voorlichtingsavond over de profielstroomkeuze voor ouders/verzorgers<br />
21 jan. tot 25 jan. De docenten van klas 3 geven klassikaal de nodige inlichtingen over hun vak. Informatie<br />
over nieuwe vakken in klas 4 krijg je apart aangeboden. Alle docenten zijn natuurlijk bereid<br />
meer toelichting aan jou of aan je ouders te geven. De decaan komt in de klas.<br />
Do 31 januari<br />
Februari - april<br />
Ma 8 april<br />
Do 11 april<br />
Wo 10 april<br />
Di 16/ do 18 april<br />
Vr 19 april<br />
Ma 1 juli<br />
Uiterste inleverdatum van je voorlopige profielstroomkeuze met je eventueel te kiezen<br />
extra examenvak(ken bij de coördinator klas 3-4 mevrouw M.Verhagen. Het invoeren<br />
gebeurd digitaal, op school.<br />
Je kunt je voorlopige profielstroomkeuze ter advies aan je vakdocenten, je mentor en de<br />
decaan voorleggen.<br />
Je mentor in klas 3 en de schooldecaan mevr. Zollner beoordelen je voorlopige<br />
profielstroomkeuze en je eventuele keuze voor een extra examenvak. Zij brengen een<br />
advies uit aan jou en aan je ouders. Dit advies is mede gebaseerd op de prognose van de<br />
vakdocenten. Ook je schoolcarrière, je capaciteiten en je belangstelling worden betrokken<br />
in dit advies. Als dit advies strijdig is met jouw voorlopige keuze, neem dan zo snel mogelijk<br />
contact op met je mentor. Het kan een reden zijn om jou en je ouders uit te nodigen deze<br />
keuze met docent, mentor of decaan te bespreken op een ouderavond.<br />
Mentoroudermiddag/avond klas 3. Je ouders kunnen met je mentor het advies over je<br />
voorlopige profielstroomkeuze en de extra vakken bespreken.<br />
Ouderavond klas 3. Je ouders kunnen met de vakdocent o.a. de prognose bespreken<br />
Gelegenheid voor een gesprek van de schooldecaan voor je ouders met jou erbij. Vanaf<br />
14.00 uur tot 22.00 uur. Wilt u s.v.p. dag en tijdstip afspreken via de receptie tel 0162 –<br />
447474. Jij of je ouders kunnen uiteraard ook eerder met je mentor of schooldecaan je<br />
definitieve keuze bespreken.<br />
Uiterste inleverdatum van je definitieve profielstroomkeuze met het (de) extra vak(ken). Na<br />
deze datum kan jouw profielstroomkeuze niet meer worden gewijzigd.<br />
12.00u Uiterste datum inleverdatum bezwaarschrift bij afwijzing van je extra vak, bij de<br />
rector. De rector deelt de beslissing binnen een week schriftelijk mee aan je ouders.<br />
Volgend jaar krijg je uitvoeriger informatie over studiebegeleiding en de profielkeuze in klas 5 en 6,<br />
evenals over studie en studeren na het gymnasium.<br />
Ik wens je veel succes met je profielstroomkeuze.<br />
Mevr. M.Zollner. schooldecaan<br />
23