10.07.2015 Views

Leefbaarheid - De Goede Woning

Leefbaarheid - De Goede Woning

Leefbaarheid - De Goede Woning

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Samen werken((aan leefbaarheid


(Samen werken aan leefbaarheid(


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 11 AchtergrondAmbities uit ons OndernemingsplanWij werken samen met onze partners(en huurders) aan buurten en wijkenvoor een prettig woon- en leefklimaat.<strong>Leefbaarheid</strong> is een belangrijk themain ons Ondernemingsplan 2007-2010:“Iedereen wil wonen in een veiligeomgeving met goede woningen,weinig overlast, voldoende voorzieningenen een goede infrastructuur.Wij spannen ons hiervoorin, maar kunnen het natuurlijk nietalleen. Daarom zoeken wij dedialoog en de samenwerking metpartijen die ook belang hebbenbij een integrale aanpak, zoals degemeente, huurdersorganisaties,collega-corporaties en zorginstellingen”.Ons beleid en de aanpak voor leefbarewijken hebben wij tegen het lichtgehouden. Wat gaat goed en moetzeker worden voortgezet? En wat kanbeter?Om een antwoord te geven op dezevragen heeft bureau Laagland’advies– in opdracht van ons – onze partnersen medewerkers geïnterviewd metbetrekking tot hun visie op leefbaarheid,de huidige aanpak en eventuelevoorstellen voor nieuwe accenten enprioriteiten. Dit leverde een primainzicht op in wat mogelijk en gewenstis om ook de komende jaren deleefbaarheid in de buurten waar onzewoningen staan op peil te houden.<strong>De</strong> interviewresultaten vormden hetvertrekpunt voor het ontwikkelen vannieuw beleid.Opzet van deze notitieWij laten zien waarom de leefbaarheidons aangaat en welke rol wij met onzepartners willen spelen in het leefbaarmaken en houden van buurten enwijken in Zoetermeer.Hoofdstuk 2 beschrijft een aantalontwikkelingen in Zoetermeer en dewijken in relatie tot leefbaarheid.In hoofdstuk 3 komen de speerpuntenvoor de komende drie jaar aan bod.Tijdens de uitvoering van dit beleid ishet van belang de samenleving scherpin de gaten te houden door nauwgezetmaatschappelijke ontwikkelingen tevolgen.In hoofdstuk 4 wordt aandachtbesteed aan de productiedoelen enhet jaarlijks meten van resultaten enontwikkelingen.


((2 Samen werken aan leefbaarheid


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 32 Maatschappelijke contextHoe is het gesteld met de leefbaarheidvan de Zoetermeerse wijken?Een aantal opvallende trends, waarvande meeste tijdens de interviewszijn genoemd, zijn relevant voor onsbeleid. Tevens komen deze trendsterug in rapporten van de WetenschappelijkeRaad voor het Regeringsbeleid(WRR), het Sociaal Cultureel Planbureau(SCP) en in een beleidsrapport van degemeente Zoetermeer.Verharding van de samenlevingEen groeiende groep Nederlanderskeert zich af van de samenleving enleidt zijn eigen leven, de zgn. ‘buitenstaanders‘.Zij bevinden zich in alle socialeklassen en lijken weinig genegenom zich in te zetten voor de samenleving.Een andere tendens is datNederlanders afwijkend gedrag mindertolereren, dit wordt onder meer opgetekendin het rapport ‘<strong>De</strong> socialestaat van Nederland 2007’ (SCP).Ook in Zoetermeer wordt deze ontwikkelingwaargenomen door verschillendegeïnterviewde partners.Toename aantal sociaal kwetsbarenEen belangrijke trend, door vrijwelalle geïnterviewden gesignaleerd, isde toename van het aantal ‘sociaalkwetsbare’ inwoners, gedeeltelijk dedoelgroep van de Openbare GeestelijkeGezondheidszorg (OGGZ).Sociaal klimaat van buurtenWij werken actief aan een goed sociaalklimaat als basis voor een buurtwaar mensen prettig samen wonen.Zoetermeer heeft de kenmerken vaneen stedelijke bevolking voor watSociaal kwetsbaren volgensWMO-beleidsplan Zoetermeer• Zorgwekkende zorgmijders.• Dak- en thuislozen.• Mensen met een psychiatrischeachtergrond.• Mensen met psychosocialeproblemen.• Slachtoffers van huiselijkgeweld.• Alcohol- en drugsverslaafden.• Mensen levend rond dearmoedegrens.• Ex-gedetineerden.betreft de sociaal-economische klasse,leeftijd, etnische achtergrond en leefstijl.Waar het sociale klimaat onderdruk staat, ervaren bewoners hun buurtvaak als minder leefbaar.


((4 Samen werken aan leefbaarheidHet sociale klimaat van een buurt *)Met sociaal klimaat worden de algemenesociale normen bedoeld diede omgang tussen buren en buurtgenotenreguleren. Ook reguleren zehet gebruik van de woonomgeving.Belangrijke sociale normen zorgenervoor dat de relaties zodanig verlopendat er een prettig sociaal klimaatontstaat.Iedere buurt is anders. In de enebuurt geldt als norm dat je op zomeravondengezellig samen met je burenin de voortuin zit te praten. In eenandere buurt is het juist gewenst datje de privacy van buren respecteert.Vijf sociale normen bepalen in hogemate of het sociale klimaat goed is:voorspelbaarheid, betrouwbaarheid,respect, hulpvaardigheid en wederkerigheid.Als buurtbewoners zichhieraan houden, dan zullen zij (ongeachthun religieuze, etnische of cultureleverschillen) op een conflictlozewijze met elkaar samenleven.*) C. Adriaanse, Het belang van een goed sociaalklimaat, Tijdschrift voor de Volkshuisvesting 2007, nr.6


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 53 Visie en aanpakWij werken actief aan leefbaarheid inwijken en buurten. In dit hoofdstukgeven wij onze visie en aanpak.Met de opvattingen en suggestiesgegeven tijdens de interviewrondeis uiteraard rekening gehouden.<strong>De</strong> visie bestaat uit vier speerpunten.Voor ieder speerpunt is een ambitiegeformuleerd en een aanpak gekozen.Voor één onderdeel kiezen wij duidelijkvoor een trendbreuk: de structureleaandacht voor sociaal kwetsbare huurders.Het stimuleren van een goedsociaal klimaatAmbitie<strong>De</strong> diversiteit van de bevolking vanZoetermeerse wijken neemt toe. Eentendens is dat bewoners minder tolerantzijn richting bewoners die anderszijn dan zijzelf.In het belang van het sociale klimaatstimuleren wij dat buurtbewonerselkaar leren kennen, de onderlingeverschillen respecteren en zich inzettenvoor elkaar en voor de buurt.Sommige groepen zijn niet in staatom zonder begeleiding van professionalszelfstandig in een buurt te wonenen goede contacten te onderhoudenmet hun buren. <strong>De</strong>nk bijvoorbeeldaan (ex-)psychiatrische patiënten,mensen met een verstandelijke beperkingof jongeren die onder jeugdzorgvallen. Voor deze doelgroepenrealiseren wij huisvestingsprojecten.Instellingen zoals RIBW Fonteynenburgen de Stichting Jeugdformaat zorgenvoor de begeleiding.AanpakAllereerst ondersteunen wij bewonersdie zich via bewonerscommissies ofbewonerspanels inzetten voor hunbuurt. <strong>De</strong>ze steun bestaat uit geld enuit professionele ondersteuning dooronze medewerkers. Ook stellen wijbudgetten beschikbaar voor buurt -activiteiten, zoals straatfeesten, hetgezamenlijk onderhouden van groenof toezicht houden op de buurt.Daarnaast is er een groep bewonersdie niet graag vergadert, maar lievermeteen de handen uit de mouwensteekt. <strong>De</strong> wijkteams kunnen initiatievenen ideeën van bewoners honorerenmet een wijkbudget. Bij onze eigenhuurders bieden wij ondersteuning enaanvullende budgetten aan.


((8 Samen werken aan leefbaarheiderop wijzen dat een huurder socialeen financiële problemen heeft.Openstaan voor signalen vraagt omeen proactieve werkhouding en omeen bepaalde manier van kijken.Elk signaal gaat naar de woonconsulenten.Zij hebben een centrale rol inhet onderhouden van een netwerk inde zorg- en hulpverlening. Een belangrijkonderdeel van dat netwerk is hetCentraal Meld- en Coördinatiepuntvan de GGD.Samen met zorgpartijen geven wij invullingaan het alert volgen van sociaalkwetsbaren. Als uitgangspunt hanterenwij de zogenaamde OGGZ-ladder(zie bijlage b).Extra aandacht voor kwetsbare huurderskomt niet alleen terug in ons regulierewerk. Daarnaast participerenwij in sociale projecten van onze partners.Een gecoördineerde en gezamenlijkeaanpak levert vaak meer op.Instrumenten op een rij• Proactief reageren op signalen• Onderhouden van netwerkmet zorgsector• Bijhouden van dossiersin Klantvolgsysteem• Participeren in sociale projectenmet partnersWoonoverlast adequaat aanpakkenAmbitieEen buurt is leefbaar wanneer bewonerszich geborgen en veilig voelen.Het aanpakken van woonoverlastheeft daarom een hoge prioriteit.Wij maken een diagnose van desituatie en kiezen de aanpak die hetbeste past. <strong>De</strong> zelfredzaamheid vande bewoners wordt gestimuleerd.AanpakBij een melding van overlast, onderzoektde woonconsulent altijd wat deachterliggende oorzaak is. Blijkt ersprake te zijn van een burenconflict,dan zal de woonconsulent betrokkenpartijen doorverwijzen naar het projectBuurtbemiddeling. Uitgangspuntis dat bewoners hun conflicten zoveelmogelijk zelf oplossen.<strong>De</strong> huurder in kwestie kan ook regelsuit de huurovereenkomst moedwilligovertreden, zoals ernstige geluidsoverlast,vervuiling van woning entuin, etc. In dat geval gaan wij direct


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 9in gesprek met de betreffende huurder.Blijkt dat de huurder zijn gedragniet wil veranderen, dan wordt deschade verhaald of kan men eenboete verwachten.Bij overlast is niet altijd sprake vanonwil, maar vaak ook van onmachtzoals bij eerdergenoemde sociaalkwetsbare huurders. In dergelijkegevallen schakelen wij onze partnersuit de hulpverlening in.Sommige huurders die overlast veroorzakendoen dit al vele jaren en zijnbekend bij politie en hulpverlening.Voor deze groep geldt het LaatsteKansbeleid, gecoördineerd door degemeente Zoetermeer. <strong>De</strong> <strong>Goede</strong><strong>Woning</strong> participeert in het PlatformOGGZ. <strong>De</strong>ze huurders moeten eencontract ondertekenen, waarmee zijwoonbegeleiding aanvaarden. Levertdit niets op, dan starten wij alsnog dejuridische procedure tot huisuitzetting.Van de huurders wordt verwacht datzij zich houden aan de algemenesociale normen ten behoeve van deleefbaarheid van een buurt. Als extraondersteuning hierbij is de betrokkenheidvan en een goede, flexibelesamenwerking met onze partners vanbelang.Instrumenten op een rij• Doorverwijzen naar buurtbemiddeling.• Juridische procedure bij onwil.• Hulpverlening bij onmacht.• Laatste Kansbeleid.


((10 Samen werken aan leefbaarheid


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 114 Meten van trends en resultatenOp basis van de interviews en rapportenwerd in hoofdstuk 2 een beeldgegeven van de leefbaarheid van deZoetermeerse wijken anno 2007. Ditbeeld biedt ons aanknopingspuntenvoor het maken van eerste keuzes.Voor de langere termijn is dit echterniet voldoende. Wij blijven daarommaatschappelijke ontwikkelingen ophet gebied van leefbaarheid volgenen willen weten welke resultatenmet onze eigen inspanningen bereiktworden. Voor beide vragen wordenandere meetinstrumenten gebruikt.(bewoners, overheid, bedrijfsleven,etc.) en van maatschappelijke trends.<strong>De</strong> output, ofwel het tastbare productieresultaat,is te meten. Met de juisteactiviteiten kan uiteindelijk ook de‘outcome’ beïnvloed worden. Daarligt dan een veranderingstheorie aanten grondslag. Het is echter nooitMaatschappelijk rendement kent drie bouwstenen:1. Input – Benodigde middelen2. Output – Tastbare productieresultaat3. Outcome – Maatschappelijke effectenzeker in hoeverre activiteiten en productiehebben bijgedragen aan dewaargenomen ‘outcome’.Wij meten de ‘outcome’ om te zien ofonze koers bijgesteld moet worden.Daarnaast meten wij de ‘output’van ons handelen om te bepalen ofwij middelen en menskracht andersmoeten gaan inzetten.VeranderingstheorieEr wordt gebruikgemaakt van nevenstaandstroomschema. Aan het eindvan het stroomschema staat ‘outcome’ook wel ‘maatschappelijkeeffect’ genoemd. Dit is het gevolgvan handelingen van allerlei factorenInput Activiteiten OutputMaatschappelijk rendementBron: Praktijkboek maatschappelijk rendement, SEV (2007)Outcome


((12 Samen werken aan leefbaarheidUitleg schema pag.11Stel: Een doel is dat wijkbewonerszich veiliger gaan voelen (outcomeof maatschappelijk effect). Als corporatiezet je mensen, middelen engeld in (input) voor bijvoorbeeldbuurtpreventieprojecten (activiteiten).Het productieresultaat waarnaar jestreeft, is dat over een jaar in vierflats bewonersgroepen zich bezighoudenmet buurtpreventie (output).Je veronderstelt dat het werk vandeze groepen een uitstraling heeftnaar andere bewoners (veranderingstheorie),waardoor het algemeneveiligheidsgevoel (outcome of maatschappelijkeffect) toeneemt.Dat laatste meet je bijvoorbeeld viaeen leefbaarheidsonderzoek onderde bewoners.Maatschappelijke effecten metenom koers bij te stellenWij vinden het belangrijk om ontwikkelingen(‘maatschappelijke effecten’)in de Zoetermeerse wijken goed teblijven volgen. Daarom zijn wij medeopdrachtgevervan het leefbaarheidsonderzoekdat in 2007 voor het eerstis gehouden onder de bevolking vanZoetermeer.Dit tweejaarlijkse onderzoek wordtuitgevoerd door onderzoeksbureauUSP.Op basis van de uitkomsten van hetonderzoek stellen wij iedere tweejaar vast of ons beleid moet wordenaangepast. Jaarlijks maken wijkteamsvoor iedere wijk een wijkactieplan.Hierin nemen wij onze extra inspanningenvoor de betreffende wijk op.Bij het beoordelen van de uitkomstenvan het leefbaarheidsonderzoek wordtop de onderstaande indicatoren gelet:• Totaaloordeel over de buurt.• Het veiligheidsgevoel.• Oordeel over kwaliteitvan de woning.• Oordeel over de kwaliteitvan de woonomgeving• Oordeel over samenleventussen verschillende groepen.• Oordeel over betrokkenheidbij de buurt.• Oordeel over overlast.• Oordeel over ongewensteactiviteiten.• Oordeel over criminaliteit.


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 13Productieresultaten metenom eigen inzet bij te stellenVoor ieder speerpunt zullen activiteitenuitgevoerd worden die leiden totresultaten. Om de resultaten scherpin het oog te houden, worden er perspeerpunt enkele gewenste productieresultatengeformuleerd. Het metenvan de resultaten wordt vervolgensvastgelegd in reguliere bedrijfsprocessen.Doel van deze meting is omerachter te komen waar de pieken liggenen waar de productie achterblijft.Hiernaast een voorbeeldlijst vangewenste resultaten.Peilen van de stakeholdersVoor het maken van deze visie zijnmedewerkers van stakeholders geïnterviewd,die medewerkers van ons inhun werk tegenkomen als partners.Ook een werkgroep van huurders istijdens het onderzoek gehoord. Wijwillen deze lijn in de toekomst voortzetten.Met enige regelmaat zullen wij bijstakeholders peilen of wij de goededingen doen en hoe de samenwerkingverbeterd kan worden.Speerpunt Gewenst productieresultaat in 2008Adequaat aanpakkenvan woonoverlastAantal tevreden melders over de aanpak van<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> neemt toe met xx procent.Alert volgen van sociaal Huurders die gesignaleerd worden krijgen aankwetsbarehuurders dacht van <strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> en worden toegeleidnaar hulp. In xx procent van de gesignaleerdegevallen leidt dit tot een verbeterde woonsituatie.Schoon, heel en veiligSchoon, heel en veiligEen WAS-kracht project uitgevoerd met de politie.Iedere huurder die een klacht heeft over zijnwoonomgeving, wordt teruggebeld of gemaildover hoe de klacht is afgehandeld.


((14 Samen werken aan leefbaarheidOpvattingen over leefbaarheid en onze rolBijlage A‘<strong>Leefbaarheid</strong>’ is een lastig begrip.Iedereen heeft daar zijn eigen beeldenbij. Tijdens de interviews mochtenpartners en onze medewerkershun visie geven op leefbaarheid.Wat maakt een buurt in hun ogenleefbaar? En welke ontwikkelingensignaleren zij die negatief werkenop de leefbaarheid? Welke bijdragekunnen wij hieraan leveren?Een leefbare buurt is schoon,heel en goed ingericht<strong>Leefbaarheid</strong> hangt voor veel mensensamen met een woonomgeving diegoed is ingericht en die goed wordtbeheerd. <strong>De</strong>ze opvatting wordt vooralgedeeld door onze medewerkers,de gemeente en een werkgroep vanhuurders.Door partners in de zorg wordt ditaspect minder belangrijk gevonden.Zij kijken vanuit het perspectief vanhun cliënten naar leefbaarheid. Veelcliënten hebben het te druk met overleven.Maar dit beeld werd genuanceerddoor een maatschappelijkewerkster: ook sociaal kwetsbare mensenvaren wel bij een prettige woonomgeving.In een leefbare buurt voelenbewoners zich veiligBij de partners staat dit aspect op deeerste plaats. Bij onze medewerkersstaat het op nummer twee. Voor dehuurders in de werkgroep Veiligheidis overlast een belangrijke factor.<strong>De</strong> samenleving verhardt, zeggen verschillendegesprekspartners. Achteroverlast schuilen vaak problemen vanpersoonlijke aard. Een groeiendegroep mensen kan niet meekomen inonze samenleving.In een leefbare buurt krijgenkwetsbare huishoudens aandachtEen tendens is dat cliënten van zorginstellingenzelfstandig gaan wonen ingewone wijken. Zonder goede zorgen begeleiding redden zij het vaakniet. Daarnaast is er een groep diehelemaal niet bekend is bij de hulpverlening.<strong>De</strong>ze groep heeft de grootstemoeite om zich staande te houdenin de samenleving. Zowel bij de partnersals bij onze medewerkers wordtde zorg voor deze groep erg belangrijkgevonden.In een leefbare buurt zijn mensenbetrokken bij elkaar<strong>De</strong> meeste partners vinden de aan-


<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> 15wezigheid van een groep betrokkenbewoners een belangrijke voorwaardevoor een leefbare buurt. <strong>De</strong> basis isdat bewoners elkaar kennen. In eenstad als Zoetermeer zijn er veel buurtenwaar mensen op zichzelf wonen.<strong>De</strong> betrokkenheid is dan beperkt.<strong>De</strong>ze trend wordt vooral waargenomenin de nieuwbouwwijken van destad. Het activeren van bewoners indeze wijken is erg lastig. Als er eenconflict is tussen buren, dan staptmen direct naar een instantie.voorzieningen voor jongeren. Voordeze leeftijdsgroep zou in verschillendewijken van de stad te weinigontmoetingsplekken zijn en te weinigactiviteiten worden georganiseerd.In een leefbare buurt zijn voldoendemaatschappelijke voorzieningenOngeveer de helft van de partnersvindt dit een belangrijk aspect. Overhet algemeen zijn er in de Zoetermeersewijken voldoende voorzieningen.Wat vaak wordt gemist, zijn


((16 Samen werken aan leefbaarheidZicht op het domein van sociaal kwetsbarenBijlage BHet is belangrijk dat de betrokkenorganisaties hetzelfde referentiekadergebruiken wanneer zij zichop sociaal kwetsbare bewonersrichten. <strong>De</strong> Gemeente Zoetermeergebruikt hiervoor de OGGZ-ladder.<strong>De</strong>ze is geënt op het proces vansociale in- en uitsluiting van kwetsbareburgers en bestaat uit vijftreden. Onderzocht wordt hoe wijdeze OGGZ-ladder binnen onzeeigen organisatie kunnen inzettenals gezamenlijk referentiekader.Doel is dat medewerkers signalenvan huurders eerder kunnen opvangenen duiden.OGGZ-ladderOpvangVroeginterventieTrede 3Trede 2<strong>De</strong> nul trede stelt in gemeenten delokale bevolking voor. Doorgaans iser op deze trede sprake van eenadequate interactie tussen individuen omgeving, van relatief goede gezondheiden actieve maatschappelijkeparticipatie. Interventies op dit niveau(collectieve preventie) bestaan ondermeer uit voorlichting en gezondheidsbevordering.PreventieTrede 1HerstelAlgemenebevolkingTrede 0Bron OGGZ-ladder: Handreiking OGGZ in de WMO,november 2006, serie invoering WM.Trede 4Feitelijkedaklozen


ColofonOnze hartelijke dank gaat uit naar onderstaandeinstituten en stakeholders, die hebben meegewerktaan het tot stand komen van deze uitgave:Bij de eerste trede gaat het om uiteenlopenderisicogroepen waarbijsprake is van een stagnerende interactietussen individu en omgeving,een haperende zelfredzaamheid enverminderd welzijn. Preventieve activiteiten,ook op het individu gericht,kunnen achterop raken helpen voorkomen.Op de tweede trede bewegen mensenbij wie de problemen in ernst enzwaarte toenemen, zich uitstrekkenover meer en meer leefgebieden enlanger aanhouden. Op deze trede zijnook kwetsbare mensen die weer proberenaan te haken en te herstellenna aangewezen te zijn geweest opinstitutionele zorg. Crisisinterventie enlangdurige zorg aan huis zijn nodigom uitval en terugval te voorkomen.<strong>De</strong> derde trede komt in beeld alskwetsbare personen aangewezenraken op institutionele zorg (opvang,psychiatrisch ziekenhuis, gevangenis)vanwege uiteenlopende, vaak meervoudigeproblemen. Het verblijf is inprincipe tijdelijk, maar kan ook langdurigzijn.Op de vierde trede hebben kwetsbarepersonen de bodem van hetbestaan geraakt. Zij voorzien nietin eigen onderdak, maar kunnen ofwillen evenmin gebruikmaken vanopvangvoorzieningen.<strong>De</strong>ze zogenaamde feitelijk daklozemensen overnachten op straat, vindentijdelijk onderdak bij vrienden offamilie, of komen bij de nachtopvang.Hier is zorg op straat van belang.• RIBW Fonteynenburg• Gemeente Zoetermeer• Buurtbemiddeling• Politie Zoetermeer• Leden van de werkgroep Veiligheid• Stichting Kwadraat¸• GGD meld- en coördinatiepunt• Stichting MOOI !• Stichting Brijder• Stichting LimorTekstredactieJosephine Duns, <strong>De</strong>n HaagVormgevingArno Geels, BNO, <strong>De</strong>n HaagFotografieFoto-persbureau Dirk Hol, Dordrecht<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong>, Zoetermeer


((Samen werken aan leefbaarheid<strong>De</strong> <strong>Goede</strong> <strong>Woning</strong> • Storkstraat 6, Postbus 11, 2700 AA Zoetermeer, Tel. (079) 343 80 00, Fax (079) 331 14 38, www.dgw.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!