Beleid rond <strong>zelfhulp</strong>in Nederland3Rick <strong>Kwekkeboom</strong>Opkomst en betekenis <strong>zelfhulp</strong> in NederlandZoals uit het vorige hoofdstuk al is af te leiden verloopt de geschiedenis van <strong>zelfhulp</strong>(in Nederland) parallel aan die van de diverse emancipatiebewegingen die zich in onzesamenleving voordoen. In het eerste in Nederland over <strong>zelfhulp</strong> verschenen boekbeschrijven de auteurs niet alleen achtergrond en ontstaansgeschiedenis van de <strong>zelfhulp</strong>beweging.Aan de hand van de uiteenlopende voorbeelden schetsen zij ook een beeldvan de tijd waarin <strong>zelfhulp</strong> tot ontwikkeling en zelfs bloei kwam: de jaren ’70 van vorigeeeuw (van Harberden & Lafaille, 1978; Wolffers, 1978). Deze periode kenmerkte zich <strong>door</strong>een haast maatschappij- brede opstand tegen vrijwel alles wat beschouwd of ervarenkon worden als een hiërarchische verhouding tussen machthebbers en machtlozen.Patiënten verzetten zich tegen de macht van artsen of andere hulpverleners, vrouwenbevrijdden zich uit hun onderdrukte positie (en mannen ontworstelden zich aan hunrol als onderdrukker), mensen met psychiatrische problemen kwamen in opstand tegeneen maatschappij die gedragspatronen oplegde en sanctioneerde, etc. Degenen die zichverzetten zochten elkaar op en merkten dat zij zich binnen eigen groepen erkend enherkend voelden èn dat zij hier<strong>door</strong> sterker werden.De <strong>zelfhulp</strong>beweging was daarom indertijd meer dan ‘alleen maar’ de vorm van informelehulp die het volgens kopstukken in de <strong>zelfhulp</strong>beweging nu zou zijn (SHZZB, 2010).Zeker in die tijd was <strong>zelfhulp</strong> ook een vorm van protest en daarmee een oproep tot hetherschikken van bestaande machtsverhoudingen. Het is daarom niet verwonderlijk datzelfs het toen als progressief bekend staande ministerie van Cultuur, Recreatie enMaatschappelijk werk (CRM) er huiverig voor was om beleid rond instandhouding enondersteuning van <strong>zelfhulp</strong> te gaan ontwikkelen (van Harberden & Lafaille, 1978).Het ondersteunen van emancipatiebewegingen in de samenleving was tot daar aan toe.Het openlijk steunen van groepen, die de positie en macht van de reguliere gezondheidszorgwilden aantasten was een brug te ver.Overigens gaf ook het karakter van de <strong>zelfhulp</strong>beweging zelf de overheid een argumentin handen om steun te weigeren. Deelname aan <strong>zelfhulp</strong>groepen was vaak anoniem ende organisatiegraad van de <strong>zelfhulp</strong>groepen was laag. Hier<strong>door</strong> waren er noch natuurlijkenoch rechtspersonen aan te wijzen, aan wie ondersteuning gegeven kon worden.Sinds de jaren ’70 is er veel veranderd en het karakter van de <strong>zelfhulp</strong>bewegingveranderde mee. Zelfhulp is niet meer de protestbeweging die het was en de behoefte om(eerst) in eigen kring, met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt hulp, ondersteuning* * *28 Gesteund <strong>door</strong> <strong>zelfhulp</strong>
en herkenning te zoeken past in een tijd waarin autonomie en zelfbeschikking centralewaarden vormen (Widdershoven et al., 2000). Mede daarom is het verbazingwekkend datde toenmalige staatssecretaris van VWS in 2009 moest vaststellen, en bekennen, dat er ophet ministerie geen ambtenaren waren die zich met <strong>zelfhulp</strong> bezig hielden. Ook warener geen Kamerbrieven verschenen waarin over dit onderwerp werd gerept. En dat, terwijl<strong>zelfhulp</strong>, om met de woorden van diezelfde staatssecretaris te spreken, toch een vorm isvan regie nemen over het eigen leven. Daarmee zou deze vorm van hulp dus naadloosaansluiten op het huidige beleid. 3Hiermee verwees de staatssecretaris naar de toen nog recent ingevoerde Wet maatschappelijkeondersteuning (Wmo), die gemeenten de taak geeft om zelfredzaamheid,participatie en sociale samenhang te bevorderen (Staatsblad, 2006; Timmermans &<strong>Kwekkeboom</strong>, 2012). Door deze verwijzing gaf de staatssecretaris meteen aan dat <strong>zelfhulp</strong>mogelijk ook geen verantwoordelijkheid (meer) was van de rijksoverheid, maar veeleerdie van de van de lokale overheden, de gemeenten.Onbenoemd laten van <strong>zelfhulp</strong>De ´<strong>door</strong>verwijzing´ <strong>door</strong> de Staatssecretaris roept niet alleen de vraag op of gemeenten‘<strong>zelfhulp</strong>’ inderdaad op hun beleidsagenda hebben staan maar ook onder welkenoemer zij dat dan gedaan zouden moeten hebben. De promotors van <strong>zelfhulp</strong>, en destaatssecretaris, scharen ‘<strong>zelfhulp</strong>’ tot de informele hulp, waartoe ook de mantelzorgen de vrijwillige zorg worden gerekend. Bij invoering in 2007 kende de Wmo negenprestatievelden: terreinen waarop gemeenten een vorm van beleid moeten voeren.Het vierde prestatieveld is in de wettekst aangeduid als ‘het ondersteunen van mantelzorgers(…) en vrijwilligers’.Daarmee bevestigt de Wmo in feite een verantwoordelijkheid voor de ondersteuningvan deze informele steunstructuur die gemeenten al langere tijd kenden (<strong>Kwekkeboom</strong>,2010). Juist <strong>door</strong>dat de gemeenten al langer ervaring hadden met deze taak hebben zijdit onderdeel van de maatschappelijke ondersteuning vrij voortvarend aangepakt. En zokon in 2008 al worden vastgesteld dat in vrijwel alle gemeenten minimaal een vorm vanmantelzorgondersteuning en/ of ondersteuning van vrijwilligers werd aangeboden.Het ging dan wel om een aanbod conform de zogenoemde basisfuncties, zoals deze<strong>door</strong> VNG, Mezzo en het ministerie van VWS waren vastgesteld: informatie, adviesen begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiëletegemoetkoming en materiële hulp (VNG et al., 2009).Uit onderzoek onder aanvragers van Wmo-voorzieningen zelf blijkt dat zij in meerderheidook tevreden zijn over dit aspect van het gemeentelijk Wmo beleid. Ook komt naar vorendat de mantelzorgondersteuning een positief effect heeft gehad (de Klerk et al., 2009).3 Mw. Bussemaker deed deze uitspraken op een <strong>door</strong> de gemeente Eindhoven en het Zelfhulp Netwerkgeorganiseerde conferentie in 2009.Gesteund <strong>door</strong> <strong>zelfhulp</strong> 29* * *
- Page 1 and 2: Gesteunddoor zelfhulp
- Page 3 and 4: Gesteunddoor zelfhulpRedactie Jan S
- Page 5 and 6: 5. Moet en kan het wat worden tusse
- Page 7 and 8: Ook ik zie slaagkansen voor zelfhul
- Page 9 and 10: Daartoe start hoofdstuk 1 met een b
- Page 11 and 12: ik naar zee gegaan, op de grote vaa
- Page 13 and 14: Wat is zelfhulpMargit van der Meule
- Page 15 and 16: Zelfzorg heeft raakvlakken met psyc
- Page 17 and 18: Praktische hulpElkaar op de hoogte
- Page 19 and 20: Grondslagen van zelfhulpZelfhulpgro
- Page 21 and 22: Wim“Ooit heb ik een tweede kans g
- Page 23 and 24: De historischeachtergrond van zelfh
- Page 25 and 26: Over de grens, in Vlaanderen, kende
- Page 27 and 28: estuurlijke niveaus maken duidelijk
- Page 29: Mijke“I have to learn, have to tr
- Page 33 and 34: Er worden vijf kwaliteitskenmerken
- Page 35 and 36: ekend wordt over de ‘steunende kr
- Page 37 and 38: MargotIk voelde mij eenzaam en alle
- Page 39 and 40: De effecten vanzelfhulpgroepen4Joze
- Page 41 and 42: Dat past bij zelfhulp, want in zelf
- Page 43 and 44: hun angst of controleverlies namen
- Page 45 and 46: en beperkte vaardigheden hadden op
- Page 47 and 48: Een neveneffect van zelfhulpgroepen
- Page 49 and 50: BenjaminTot het moment dat ik als f
- Page 51 and 52: Moet en kan het watworden tussen ze
- Page 53 and 54: zelfhulp meer zijn (zie omschrijvin
- Page 55 and 56: De resultatenVier op vijf van de ze
- Page 57 and 58: Naast de verschillende functies en
- Page 59 and 60: AanbevelingenUit het onderzoek werd
- Page 61 and 62: JopieIk ben slechthorend en dat is
- Page 63 and 64: ‘Plus est en vous’:de groeikans
- Page 65 and 66: Het gevolg is wel dat we bij het pr
- Page 67 and 68: De tevredenheid van de respondenten
- Page 69 and 70: Tabel 4: Doorverwijzing naar zelfhu
- Page 71 and 72: juist in samenwerking zit veel zorg
- Page 73 and 74: Een recent Brits onderzoek naar de
- Page 75 and 76: die het vele werk konden doen. Ik h
- Page 77 and 78: Zelfhulpgroepen zijn gebaat bij een
- Page 79 and 80: zelfhulpgroepen, fondswerving, toer
- Page 81 and 82:
Ondersteunende activiteiten per org
- Page 83 and 84:
We gaan er van uit dat de volgende
- Page 85 and 86:
portretten van deelnemers aan zelfh
- Page 87 and 88:
hebben voor de valkuilen waar mense
- Page 89 and 90:
Hoe ontvangen zelfhulpgroepen forme
- Page 91 and 92:
innovatieve creativiteit en standva
- Page 93 and 94:
Noorwegen: de gezondheidssector doe
- Page 95 and 96:
Trefpunt Zelfhulp is geen koepelorg
- Page 97 and 98:
Het PLAZZO krijgt sinds zijn oprich
- Page 99 and 100:
Er bestaan meerdere Norwood groepen
- Page 101 and 102:
LiteratuurlijstAdamsen, L. (2002).
- Page 103 and 104:
Levy, L. H. (1993). Effects of memb
- Page 105 and 106:
Vliegen, L. (2012). Professionele z
- Page 107 and 108:
HerstelHet proces waarbij mensen in
- Page 109 and 110:
ZelfhulpZelfhulp bestaat uit gezame
- Page 111 and 112:
Movisie is hét landelijke kennisin