10.07.2015 Views

STURINGEN VOOR KOUDE-INSTALLATIES - Tasseron

STURINGEN VOOR KOUDE-INSTALLATIES - Tasseron

STURINGEN VOOR KOUDE-INSTALLATIES - Tasseron

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

STATUSWEERGAVEN EN FOUTMELDINGENMelding Oorzaak ActieHiOvertemperatuur. De temperatuur is hoger dan deLoingestelde alarmwaarde A1Ondertemperatuur. De temperatuur is lager dan deingestelde alarmwaarde A2E1L Fout aan sensor F1, kortsluiting Controle van sensor F1E1H Fout aan sensor F1, breuk Controle van sensor F1E2L Fout aan sensor F2, kortsluiting Controle van sensor F2E2H Fout aan sensor F2, breuk Controle van sensor F2E3L Fout aan sensor F3, kortsluiting Controle van sensor F3E3H Fout aan sensor F3, breuk Controle van sensor F3E4L Fout aan sensor F4, kortsluiting Controle van sensor F4E4H Fout aan sensor F4, breuk Controle van sensor F4E5 Deur te lang open Deur sluitenE6 Hogedrukstoring Controle: Condensorventilator en vervuilingE7 Lagedrukstoring Installatie niet dicht, te weinig koelmiddelEpO Interne fout besturingsdeel Reparatie besturingsdeelEp1 Fout in parametergeheugen Alle parameters controlerenEp2 Fout in gegevensgeheugen Reparatie besturingsdeelrtc Fout van de interne klok Klok opnieuw instellen. Wanneer de fout niet verdwijnt,moet de regelaar gerepareerd worden.De fouten EpO en Ep1 blokkeren de sturing. Pas wanneer de fout opgelost is, komt de sturing weer vrij.De fout EpO (en Ep2) kan enkel door reparatie worden opgelost. De fouten worden afwisselend met de actueelgemeten temperatuur getoond.a-- ALARMS38a0 Toewijzing alarmsensorMet deze parameter wordt ingesteld welke sensoringang dealarmsensor moet zijn.a1 Bovenste grenswaardea2 Onderste grenswaardeDe grenswaarden dienen ter controle van de koelruimtetemperatuur.Ze zijn relatief, dus passen ze zich voortdurendaan de gewenste waarde S1 van de koelruimte aan.Bij overschrijding van de bovenste grenswaarde of bijonderschrijding van de onderste grenswaarde volgt eenalarmmelding volgens a15. Bij instelling [a1 = 0] en/of[a2 = 0] is het respectieve grenswaardealarm inactief.a3 Schakelrichting alarmrelaisVia deze parameter wordt aangegeven of bij alarm het relaismoet worden gesloten of geopend.a4 Schakelhysterese voor alarmDe hysterese van het alarmcontact is asymmetrisch ingesteld,m.a.w. bij de bovenste alarmwaarde naar beneden enbij het onderste alarmpunt naar boven.a10 Alarmonderdrukkingstijd na temperatuuralarmAls de temperatuur van de koelruimte wegloopt en de ina1, a2 ingestelde grenswaarden overschrijdt, moet normaalgesproken een temperatuuralarm worden gegenereerd.Met de in a6 ingestelde onderdrukkingstijd kan de alarmgeneratieworden vertraagd.a11 Alarmonderdrukkingstijd na ontdooiingGedurende de ingestelde tijd wordt na het ontdooien een temperatuuralarmvoorkomen, om de installatie de gelegenheidte geven weer de normale werkomstandigheden te bereiken.a12 Alarmonderdrukkingstijd na koeling aanGedurende de ingestelde tijd wordt een alarmmelding nahet inschakelen van de koeling onderdrukt. De koude-installatiekrijgt zo de mogelijkheid om naar het werkingstemperatuurbereikte gaan zonder een alarm te genereren.a13 Alarmonderdrukkingstijd deur openMet deze parameter wordt bepaald wanneer een alarm moetworden gegenereerd als de deur wordt geopend. Als de deurbinnen de hier aangegeven tijd weer wordt gesloten, volgtgeen alarm.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!