11.07.2015 Views

Vraagbaak gegevenslevering Stuf-WOZ - Waarderingskamer

Vraagbaak gegevenslevering Stuf-WOZ - Waarderingskamer

Vraagbaak gegevenslevering Stuf-WOZ - Waarderingskamer

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WAARDERINGSKAMER<strong>Vraagbaak</strong><strong>gegevenslevering</strong><strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>Een antwoord op de meest gestelde vragenover de <strong>gegevenslevering</strong>in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>Tekst vastgesteld op:19 december 1996


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>COLOFON<strong>Waarderingskamer</strong>Deze "<strong>Vraagbaak</strong> <strong>gegevenslevering</strong> <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: Alles over de <strong>gegevenslevering</strong> doorgemeenten aan waterschappen en Belastingdienst in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>" isop 19 december 1996 vastgesteld door de <strong>Waarderingskamer</strong>. In deze vraagbaak zijnde ervaringen verwerkt die in 1995 en 1996 zijn opgedaan bij de <strong>gegevenslevering</strong> vangemeenten aan waterschappen op basis van <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> en <strong>Stuf</strong>-OG. In deze vraagbaakzijn niet de uitvoeringsregels zelf opgenomen. De "<strong>Vraagbaak</strong> <strong>gegevenslevering</strong><strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>" dient daarom gebruikt te worden naast het boek "<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>".Deze vraagbaak is voorbereid door de Commissie Gegevensuitwisseling. Dezecommissie heeft de volgende leden: Drs. M.A.W.R. van Rossum (Unie vanWaterschappen), mr. J.G.E. Gieskes (<strong>Waarderingskamer</strong>), ir. R.M. Kathmann(<strong>Waarderingskamer</strong>), R.B.M. ten Kroode (Vereniging van Nederlandse Gemeenten),J.A.G. van Rooijen (gemeente Eindhoven) en mr. A.A.M. van den Toorn(Belastingdienst).Vormgeving omslagKluwer, DeventerOpmaak en zetwerk binnenwerk<strong>Waarderingskamer</strong>DrukKluwer, DeventerVoor meer informatie kunt u contact opnemen met:<strong>Waarderingskamer</strong>Postbus 932102509 AE 's-GravenhageTelefoon: 070 - 3 28 68 68Telefax: 070 - 3 28 68 70ISBN 90-75208-07-38 1996, <strong>Waarderingskamer</strong>, 's-GravenhageNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middelvan druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaandeschriftelijke toestemming van de <strong>Waarderingskamer</strong>.2


INHOUDSOPGAVE1. Inleiding 52. Het <strong>WOZ</strong>-object 72.1 Gegevensrecord2.2 Vragen met betrekking tot <strong>WOZ</strong>-objectnummer2.3 Vragen met betrekking tot adres2.4 Vragen met betrekking tot de gebruikscode2.5 Vragen met betrekking tot onderscheid gebouwd/ongebouwd2.6 Vragen met betrekking tot vastgestelde waarde3. Het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object 273.1 Bijzonderheden gegevensrecord3.2 Vragen met betrekking tot objectafbakening3.3 Vragen met betrekking tot <strong>WOZ</strong>-objectnummer3.4 Vragen met betrekking tot adres4. Het subject 434.1 Gegevensrecord4.2 Vragen met betrekking tot SoFi-nummer4.3 Vragen met betrekking tot naamgegevens4.4 Vragen met betrekking tot adresgegevens5. De kadastrale gegevens 535.1 Gegevensrecord5.2 Uitgangspunten levering kadastrale gegevens5.3 Vragen met betrekking tot kadastrale appartementen5.4 Vragen met betrekking tot splitsing van kadastrale percelen6. De identificatie eigenaar/gebruiker 596.1 Gegevensrecord6.2 Vragen met betrekking tot de c.s.-code6.3 Vragen met betrekking tot de aanwijzing van belanghebbenden3


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Verder kan deze vraagbaak een belangrijke rol spelen bij eventuele discussiestussen een gemeente en één van de afnemers over de geleverde gegevens.Ook wordt in deze vraagbaak nader ingegaan op het leveren vanmutatiegegevens, nadat de initiële gegevens aan het begin van het <strong>WOZ</strong>-tijdvakzijn geleverd. Dit betekent dat de commissie verwacht dat dit boek in de nabijetoekomst van waarde blijft.6


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECT2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECT2.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens over het <strong>WOZ</strong>-object geleverdmoeten worden. De definitie van elk van deze gegevens is in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> opgenomen[zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 35, 64]. De hoofdlijnen komen tot uitdrukking in het gegevensrecord voorde entiteit "<strong>WOZ</strong>-object":Gegevensrecordspositietypelengtenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 20)3 - 14 12 N 01.01 <strong>WOZ</strong>-objectnummer15 - 54 40 A 10.20 Woonplaatsnaam55 - 78 24 A 11.10 Straatnaam79 - 83 5 N 11.20 Huisnummer84 - 84 1 A 11.30 Huisletter85 - 88 4 A 11.40 Huisnummertoevoeging89 - 90 2 A 11.50 Aanduiding bij huisnummer91 - 96 6 A 11.60 Postcode97 - 136 40 A 11.70 Lokatieomschrijving137 - 144 8 N 12.10 Grondoppervlakte145 - 146 2 N 12.20 Gebruikscode147 - 147 1 A 14.10 Code gebouwd/ongebouwd148 - 155 8 N 14.20 Meegetaxeerde oppervlakte gebouwd156 - 166 11 N 14.30 Aandeel waarde gebouwd167 - 177 11 N 15.10 Vastgestelde waarde178 - 185 8 D 15.20 Waardepeildatum186 - 188 3 N 15.30 Bijzondere-waarderingscode189 - 189 1 A 81.10 Mutatiecode190 - 197 8 D 81.20 Ingangsdatum198 - 205 8 D 81.30 Einddatum206 - 256 51 A Filler7


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>2.2 Vragen met betrekking tot <strong>WOZ</strong>-objectnummer1. Vraag: Wanneer krijgt een <strong>WOZ</strong>-object een nieuw <strong>WOZ</strong>-objectnummer?Antwoord:Het <strong>WOZ</strong>-objectnummer is in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> debelangrijkste identificatie van een <strong>WOZ</strong>-object (een onroerendezaak). De <strong>WOZ</strong>-objectnummers zijn voor het eerst toegekend aanonroerende zaken bij het begin van het eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvak (metingang van 1997) [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 51 en 78].Een onroerende zaak die geen wijzigingen ondergaat, blijftgeïdentificeerd worden met hetzelfde <strong>WOZ</strong>-objectnummer. Dit<strong>WOZ</strong>-objectnummer kan dan ook gedurende een groot aantaljaren (groot aantal tijdvakken) gebruikt worden om eenonroerende zaak aan te duiden. Bij de hierna genoemdeveranderingen blijft het toegekende <strong>WOZ</strong>-objectnummer deidentificatie van het <strong>WOZ</strong>-object:- Veranderingen van de vastgestelde waarde zonder dat er eenwijziging van het object heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeldeen nieuwe waarde voor een volgend tijdvak of een nieuwewaarde als gevolg van een uitspraak op een bezwaarschrift ofeen ambtshalve vermindering.- Verandering van de waarde op grond van een bijzondereomstandigheid, specifiek voor de onroerende zaak. Ook bijdeze waardeverandering van een object is geen sprake vaneen wijziging van het object zelf.- Verandering van het object door bouw, verbouwing,verbetering, afbraak of vernietiging, hetzij verandering vanbestemming. Bij deze veranderingen is geen sprake vanverandering van de objectafbakening. Een <strong>WOZ</strong>objectnummerkan dus het ene jaar betrekking hebben op eenperceel bouwgrond en het volgende jaar op een woning die opdat perceel gebouwd is. De aard van het object is welveranderd, maar de objectafbakening niet en daarom blijft hettoegekende <strong>WOZ</strong>-objectnummer gelden.- Marginale veranderingen van de objectafbakening die hetkarakter van het <strong>WOZ</strong>-object niet veranderen. Een woningheeft <strong>WOZ</strong>-objectnummer 051800000001. Er wordt eengroenstrook bijgekocht, waardoor vanaf dat moment een extrakadastraal perceel tot de onroerende zaak behoort. Hettoegekende <strong>WOZ</strong>-objectnummer in gebruik blijven als deidentificatie van het nieuwe object. De afnemers moeten welgeïnformeerd worden over de grotere grondoppervlakte en hetnieuwe kadastrale perceel (en eventueel de nieuwe waarde,indien die meer dan de drempel is gestegen) dat aan het<strong>WOZ</strong>-object is gekoppeld.8


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECTBij wijziging van de objectafbakening die wel het karakter van een<strong>WOZ</strong>-object veranderen, wordt het <strong>WOZ</strong>-objectnummergewijzigd.Enkele voorbeelden:- Een pand heeft <strong>WOZ</strong>-objectnummer 051800000002. Dit pandwordt gesplitst in drie appartementen. Het <strong>WOZ</strong>-objectnummer051800000002 vervalt en de drie appartementen krijgen elkafzonderlijk nieuwe nummers, bijvoorbeeld 051800000003,051800000004 en 051800000005.- Een woning heeft <strong>WOZ</strong>-objectnummer 051800000006, eennaastgelegen garagebox heeft <strong>WOZ</strong>-objectnummer051800000007. De eigenaar-bewoner van de woning kooptook die garagebox en verbouwt deze zodanig dat degaragebox daarna een geheel vormt met zijn woning. Het<strong>WOZ</strong>-objectnummer 051800000007 vervalt en het nummer051800000006 geldt voor het nieuw gevormde samenstel.Voor dit nieuwe samenstel moeten nieuwe gegevens (grondoppervlakte,kadastrale objecten, waarde) worden geleverdaan de afnemers.In sommige gevallen moet de gemeente beoordelen of nu wel ofniet sprake is van een "voortzetting" van een bestaand object meteen bestaand <strong>WOZ</strong>-objectnummer of dat het duidelijker is omeen nieuw <strong>WOZ</strong>-objectnummer te gaan hanteren. De hiergegeven voorbeelden zijn wel een leidraad bij de beoordelingdoor een gemeente of wel of niet sprake is van een "marginale"verandering. Maar gemeenten hebben hierin enige ruimte vooreigen beoordeling.2. Vraag: Een <strong>WOZ</strong>-object is vervallen. Kan ik het vrijgekomen <strong>WOZ</strong>objectnummerdirect gebruiken voor een ander <strong>WOZ</strong>-object?Antwoord:Nee. Op het moment dat een <strong>WOZ</strong>-object vervalt, vervalt nietvoor alle afnemers het belang bij het oude object. Het kan zijn datvoor het oude object nog een bezwaar- of beroepsprocedureloopt. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat aan de desbetreffendebelastingplichtige nog niet alle belastingaanslagen overvoorgaande jaren zijn opgelegd. Het <strong>WOZ</strong>-objectnummer metbetrekking tot een vervallen object zal daarom vaak nog enkelejaren van belang kunnen zijn voor één of meerdere afnemers.Het is daarom van belang om een vrijgekomen <strong>WOZ</strong>objectnummergedurende een aantal jaren (bijvoorbeeld circa tienjaar) niet te gebruiken. Natuurlijk kunnen er zeker geen proble-9


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>men ontstaan, wanneer een vrijgekomen <strong>WOZ</strong>-objectnummer inhet geheel niet meer gebruikt zal worden.3. Vraag: Welke gevolgen heeft een gemeentelijke herindeling voor hetgebruik van <strong>WOZ</strong>-objectnummers?Antwoord:Door een gemeentelijke herindeling vervallen de gemeentecodesvan de samen te voegen gemeenten en krijgt de nieuwegemeente een nieuwe gemeentecode. Soms is degemeentecode van de nieuwe gemeente gelijk aan degemeentecode van één van de samengevoegde gemeenten.Dat betekent dat ten gevolge van de gemeentelijke herindeling de<strong>WOZ</strong>-objectnummers aangepast moeten worden. Immers deeerste vier posities van het <strong>WOZ</strong>-objectnummer bestaan uit degemeentecode. Voordat echter de oude gemeentecode wordtvervangen door de nieuwe gemeentecode moet welgecontroleerd worden of alle identificaties uniek blijven. Indiendoor het vervangen van de gemeentecode de aanduiding nietlanger uniek is, moet ook een wijziging worden aangebracht in devolgende acht posities.Voorbeeld:- Door een gemeentelijke herindeling worden in éénadministratie samengevoegd de objecten met <strong>WOZ</strong>objectnummer051800000001 en 051900000001. Degemeentecode van de nieuwe gemeente wordt 1037. Indienvoor beide onroerende zaken de oude gemeentecode wordtvervangen door de nieuwe gemeentecode is de identificatieniet langer uniek (103700000001). In dat geval zal één vanbeide nummers aangepast moeten worden, bijvoorbeeld:103700000001 en 103700000101).Indien in geen van de administraties bijvoorbeeld de vijfde positiewerd gebruikt (de eerste positie na de gemeentecode) dan is hetwellicht mogelijk om in deze positie een "volgnummer" voor desamengevoegde gemeenten op te nemen. De overige positieskunnen dan ongewijzigd blijven.Voorbeeld:- Wederom worden in één administratie samengevoegd deobjecten met <strong>WOZ</strong>-objectnummer 051800000001 en051900000001. De gemeentecode van de nieuwe gemeentewordt 1037. Objecten uit de "oude" gemeente 0518 krijgen een1 in de vijfde positie, terwijl objecten uit de "oude" gemeente0519 een 2 krijgen. In dat geval worden de <strong>WOZ</strong>-10


TURISMTIMIŞ EXPRES Miercuri, 16 Decembrie 2009 13P(417436)P(319487)P (741694)P (982109)P(628790)P (234469)


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECTkoppelen van de <strong>WOZ</strong>-objectnummers aan de nu geregistreerdeobjecten bij het waterschap.Het vergelijken van deze adresgegevens is reeds voor dedefinitieve <strong>gegevenslevering</strong> mogelijk. Deze afstemming vanbestanden is vergelijkbaar met de afstemming van de bestandentussen de gemeente en het taxatiebureau in de loop van hetherwaarderingsproject. De afstemming kan plaatsvinden door hetwaterschap reeds eerder de <strong>WOZ</strong>-objectrecords uit <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>(eventueel nog zonder waarde, maar met het <strong>WOZ</strong>objectnummer)ter beschikking te stellen. Wanneer de <strong>WOZ</strong>objectnummerseenmaal beschikbaar zijn in de waterschapsadministratie,kan de verwerking van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>leveringsbestand vermoedelijk aanzienlijk sneller gebeuren.2.4 Vragen met betrekking tot de gebruikscode11. Vraag: Waarom moet ik gebruikscodes in het kader van <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>leveren?Antwoord:Toen de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> werd voorbereid, is de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>gebruikscode gedefinieerd om de afnemers een globale indruk tegeven van de aard van het object. Door deze globale indrukkonden eventueel specifieke problemen bij de afnemers(bijvoorbeeld het onderscheid tussen gebouwd en ongebouwd bijagrarische objecten voor het waterschap, of het onderscheidtussen het woongedeelte en het bedrijfsgedeelte bij eengemengd pand voor de rijksbelastingen) tot uitdrukking komen.Door recente wet- en regelgeving is het belang van de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>gebruikscode aanmerkelijk toegenomen. Voor de verdeling vanhet gemeentefonds speelt de belastingcapaciteit van gemeenteneen rol. Bij het bepalen van de belastingcapaciteit wordt op basisvan de Financiële-verhoudingswet (Staatsblad 1996, 576)onderscheid gemaakt tussen de totale waarde van woningen ineen gemeente en de totale waarde van de niet-woningen in diegemeente. Het onderscheid tussen woningen en niet-woningenwordt afgeleid uit de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscode.Met ingang van 1997 zal in de Gemeentewet ooktariefsdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen voor deonroerende-zaakbelastingen mogelijk zijn. Ook dezetariefsdifferentiatie maakt het noodzakelijk dat eenduidig vastligt,17


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>wanneer sprake is van een woning en wanneer van een nietwoning.Ook bij dit onderscheid heeft een duidelijke koppelingaan de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscode plaatsgevonden.12. Vraag: Wat is de definitie die bij elk van de gebruikscodes hoort?Antwoord:In het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is geen definitie opgenomen bij de verschillendecodes. Door het toegenomen belang zijn deze begrippeninmiddels wel nader gedefinieerd.Ten behoeve van de tariefsdifferentiatie is in de Gemeentewethet onderscheid tussen woningen en niet woningen vastgelegd.In de Gemeentewet wordt in plaats van het begrip woninggesproken over "een onroerende zaak die in hoofdzaak totwoning dient". Een onroerende zaak dient in hoofdzaak totwoning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van deWet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor dieonroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aandelen van de onroerende zaak die dienen tot woning, dan welvolledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.Het begrip "in hoofdzaak" komt overeen met 70% van de waarde.Dus wanneer meer dan 70% van de waarde van een onroerendezaak betrekking heeft op het woongedeelte (inclusief tuin, garage,berging, een weiland voor hobby-activiteiten, etcetera) dan issprake van een woning. Ook een losse garagebox is daarmeeeen woning, omdat deze volledig dienstbaar is aan woondoeleinden.De woningen zijn de objecten met de volgende <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>gebruikscodes:10 woning dienend tot hoofdverblijf11 woning met praktijkruimte12 recreatiewoning en overige woningenVoorbeeld:- een woning met een spreekkamer van een huisarts isgewaardeerd op / 300.000. De spreekkamer en dewachtkamer hebben gezamenlijk een waarde van circa /40.000. Het woongedeelte (circa / 260.000) is daarmee meerdan 70% van de waarde. Dit gemengde pand behoortdaarmee tot de woningen en zal een <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscode"11" hebben.- Een garagebox is geheel dienstbaar aan woondoeleinden.Voor de tariefsdifferentiatie en voor de bepaling van debelastingcapaciteit wordt deze daarom gerekend tot decategorie woningen. Dergelijke afzonderlijke objecten krijgendaarom een <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscode "12".18


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECTIn de uitvoeringsregeling ten behoeve van het vaststellen van debelastingcapaciteit van een gemeente (Regelingbelastingcapaciteit) zijn de drie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscodes vanwoningen nader uitgewerkt:Tot de woningen behoren die onroerende zaken die in hoofdzaakworden gebruikt voor woondoeleinden en die onroerende zakenwaarvan het gebruik volledig dienstbaar is aan woondoeleinden.Objecten in aanbouw of leegstaande objecten met debestemming woondoeleinden zijn ook woningen. Tot dewoningen behoren de volgende drie klassen (de codes tussenhaakjes verwijzen naar de in het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> ingebruik zijnde gebruikscodes):Woning dienend tot hoofdverblijf (10):Onder een woning dienend tot hoofdverblijf wordt verstaan:- een onroerende zaak die als één geheel gedurende hetgehele jaar wordt gebruikt voor woondoeleinden. Dezecategorie betreft zelfstandige woningen voor één of meerpersoonshuishoudenswaarin geen bedrijfsmatige activiteitenplaatsvinden of in ieder geval geen aan het object zichtbarebedrijfsmatige activiteiten.Woning met praktijkruimte (11):Onder een woning met praktijkruimte wordt verstaan:- een onroerende zaak die in hoofdzaak wordt gebruikt voorwoondoeleinden;- waarin de bewoner tevens in het kader van een zelfstandigberoep of bedrijf activiteiten verricht;- welke bedrijfsmatige activiteiten het karakter hebben vanpraktijk aan huis in de sfeer van de vrije beroepen (arts,fysiotherapeut, notaris, accountant);- waarbij het feit dat een zelfstandig beroep of bedrijf wordtuitgeoefend, blijkt uit een aankondiging die vanaf de openbareweg zichtbaar is;- waarbij het mogelijk is een deel van de onroerende zaak aante wijzen waar deze activiteiten plaatsvinden.Recreatiewoningen en overige woningen (12):Onder recreatiewoningen en overige woningen worden verstaan:- onroerende zaken die gedurende een deel van het jaar wordengebruikt voor woondoeleinden en waarbij het gebruikgedurende een deel van het jaar is beperkt;- een niet-zelfstandige eenheid (studentenwoningen, bejaardenwoningen);19


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>- een complex van onzelfstandige bejaardenwoningen of onzelfstandigestudenteneenheden;- een onroerende zaak die volledig dienstbaar is aanwoondoeleinden (bijvoorbeeld een garagebox). Hiermee wordtbereikt dat het voor de belastingcapaciteit geen verschil maaktof de garagebox tezamen met de woning een samenstel vormtof dat de garagebox een afzonderlijke onroerende zaak is.Alle overige onroerende zaken zijn niet-woningen. De nietwoningenzijn de objecten met de volgende <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscodes:20 boerderij21 niet-woning deels in gebruik als woning30 niet-woning40 terreinIn de Regeling belastingcapaciteit zijn de vier <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>gebruikscodes van niet-woningen nader uitgewerkt:Boerderij (20):Onder een boerderij wordt verstaan:- een onroerende zaak, waarvan het gebruik (wonen of bedrijfsmatigeactiviteiten) direct verbonden is met de bedrijfsmatigeexploitatie van cultuurgrond. Tot deze categorie behoren ooktuindersbedrijven. Woonboerderijen behoren niet tot decategorie boerderij. Woonboerderijen zijn woningen. Ookvoormalige boerderijen waarin nu een ander bedrijf wordtuitgeoefend (bijvoorbeeld kantoor of winkel) zijn geenboerderij, maar bijvoorbeeld niet-woning.Niet-woning deels in gebruik als woning (21):Onder een niet-woning deels in gebruik als woning wordtverstaan:- een onroerende zaak die in hoofdzaak wordt gebruikt voorandere dan woondoeleinden en waarvan de aard zodanig isdat gebruik van de gehele onroerende zaak als woning nietvoor de hand ligt (bijvoorbeeld een woon-winkelpand dat opgrond van de objectafbakeningsregels als één onroerendezaak aangemerkt moet worden).Niet-woning (30):Onder een niet-woning wordt verstaan:- een onroerende zaak die geheel wordt gebruikt voor anderedan woondoeleinden;20


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECT- onroerende zaken waar het wonen is gecombineerd metandere functies (hotels, pensions, verpleeghuizen, gevangenissen).Dit betreft alle objecten voor bedrijfsmatige activiteiten zoalskantoren, winkels en bedrijfsruimten, maar ook bijzonderegebouwen die een niet bedrijfsmatig gebruik hebben (scholen,ziekenhuizen). Een object behoort alleen tot deze categorie,wanneer geen enkel deel van het object voor woondoeleindenwordt gebruikt. Zodra wel gewoond wordt in het object, wordt hetobject ingedeeld in de categorie niet-woningen deels in gebruikals woning.Terrein (40):Onder terrein wordt verstaan:- ongebouwde onroerende zaken, zoals cultuurgrond, parken,sportvelden, bouwgrond (waar nog geen bouwactiviteiten zijnverricht) etc.Het indelen van ongebouwde onroerende zaken in dezecategorie is alleen van belang voor de objecten waarvoor eenwaarde moet worden bepaald (waarvan de waarde dus nietbuiten aanmerking blijft). Bedrijfsmatig geëxploiteerdecultuurgrond blijft bij de waardebepaling buiten aanmerking endaarom kan de <strong>gegevenslevering</strong> van losse percelenbedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond achterwege blijven.Hierbij is indeling in deze categorie dus niet relevant. Voor nietbedrijfsmatiggebruikte cultuurgrond is deze indeling welrelevant.Voorbeeld:- Een woon-winkelpand is gewaardeerd voor / 400.000. Hetwinkelgedeelte vertegenwoordigt een waarde van / 250.000.Het woongedeelte is daarmee minder waard dan 70% van hettotaal en dus behoort deze onroerende zaak tot de nietwoningen.Op grond van het feit dat het een gemengd pand is,krijgt dit pand de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikscode 21.- Voor de bewoners van een verzorgingstehuis is het wonendirect gecombineerd met de verzorging die zij ontvangen. Omdie reden krijgt een verzorgingstehuis de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>gebruikscode 30.- De eigenaar van een particulier verzorgingstehuis woont zelf ineen deel van het verzorgingstehuis. Het gehele object is éénonroerende zaak. Voor de bewoners is het wonen directgecombineerd met de verzorging en voor dat gedeelte is danook sprake van niet-woning. Voor de bewoning door deeigenaar geldt dit niet en dat betekent dat dit object deels21


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECTsportvelden vormen het belangrijkste bestanddeel van dezeonroerende zaak. Daarom worden deze sportvelden als ongebouwdeonroerende zaken aangemerkt. Omdat dekleedruimtes en kantine wel gebouwde eigendommen zijn,behoren deze (met de ondergrond, bijvoorbeeld circa 200 m 2 )onder de categorie gebouwd. De onroerende zaak als geheelis daarmee gedeeltelijk gebouwd en gedeeltelijk ongebouwd(code gebouwd/ongebouwd is "B").- Een onroerende zaak van in totaal twee hectaren bestaat uitbegraafplaats met kapel. De begraafplaats is hier dehoofdfunctie. Deze begraafplaats wordt aangemerkt als eenongebouwd eigendom. De kapel met de ondergrond,(bijvoorbeeld circa 200 m 2 ) is een gebouwd eigendom. Omdatde begraafplaats de hoofdfunctie is en dus niet dienstbaar isaan de kapel, is de onroerende zaak als geheel gedeeltelijkgebouwd en gedeeltelijk ongebouwd (code gebouwd/ongebouwd is "B").- Een onroerende zaak van in totaal twee hectaren bestaat uiteen woonboerderij met omliggend land. De woonboerderij metondergrond is bijvoorbeeld 200 m 2 . De woonboerderij is hier dehoofdfunctie en al het omliggende land is dienstbaar aan dewoonboerderij. Daarom behoort deze onroerende zakengeheel in de categorie gebouwde onroerende zaken (codegebouwd/ongebouwd is "G"). Voor woningen zal in beginselaltijd de code "G" van toepassing zijn. Bij een woonboerderij isgeen sprake van bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Dewaarde van de grond mag dus niet buiten aanmerking wordengelaten. De waarde van de grond maakt dan onderdeel uit vande waarde van de gebouwde onroerende zaak die bestaat uitde woning en alle grond die tot het object behoort.14. Vraag: Welke code gebouwd/ongebouwd moet ik toekennen aan eenboerderij?Antwoord:"B". In de meeste gevallen is de boerderij een onroerende zaakmet zowel gebouwen (woning en bedrijfsgebouwen), deondergrond van de gebouwen met bijbehorend erf encultuurgrond. De gebouwen met de ondergrond en het erf zijngebouwde onroerende zaken die betrokken worden in dewaterschapsomslag gebouwd. De cultuurgrond is niet dienstbaaraan de boerderij (anders dan bij een woonboerderij) en vormt duseen ongebouwde onroerende zaak die wordt betrokken in dewaterschapsomslag ongebouwd.De waarde die voor de gehele onroerende zaak wordt vastgesteldkomt overeen met de waarde voor het gebouwde gedeelte. Dit23


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>vloeit voort uit het feit dat de waarde van het ongebouwdegedeelte (de waarde van de cultuurgrond) bij de waardebepalingin het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> buiten aanmerking gelaten moetworden (mits sprake is van bedrijfsmatig geëxploiteerdecultuurgrond).In bijzondere situaties kan het zo zijn dat de onroerende zaak inhet kader van de Wet <strong>WOZ</strong> alleen uit de woning, debedrijfsgebouwen, ondergrond en erf bestaat. De cultuurgrondblijft dan buiten het <strong>WOZ</strong>-object. In een dergelijke situatie heeftde boerderij wel een code gebouwd/ongebouwd gelijk aan "G".Een dergelijke situatie doet zich voor wanneer bijvoorbeeld debedrijfsgebouwen eigendom zijn, terwijl de cultuurgrond gepachtis. Die situatie kan zich ook voordoen, wanneer de cultuurgrondop afstand van de boerderij is gelegen.2.6 Vragen met betrekking tot vastgestelde waarde15. Vraag: Kan de vastgestelde waarde gelijk zijn aan nul?Antwoord:Ja. Het gegeven "vastgestelde waarde" is in ieder geval gelijk aannul voor de zogenaamde sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten (ziehoofdstuk 3).Het gegeven "vastgestelde waarde" is ook gelijk aan nul voor dieonroerende zaken die tijdelijk geblokkeerd zijn, omdat dedefinitieve gegevens (waarde en/of objectafbakening) nog nietgereed zijn (zie hoofdstuk 10).De waarde van een reëel <strong>WOZ</strong>-object kan in zeer bijzonderegevallen op nul worden vastgesteld. Deze waarde nul kanbijvoorbeeld het resultaat van een bezwaar- of beroepsprocedurezijn. (Bijvoorbeeld de rechter heeft bepaald dat de Nieuwe Kerk inAmsterdam de waarde nul heeft.)Voor alle <strong>WOZ</strong>-objecten waarvoor het gegeven "vastgesteldewaarde" gelijk is aan nul, geldt dat er geen aanslagen opgelegdworden door de afnemers. Voor de sluimerende <strong>WOZ</strong>-objectenworden aanslagen opgelegd voor de objecten waarvan hetsluimerende <strong>WOZ</strong>-object de ondergrond registreert. Voor degeblokkeerde objecten moet de afnemer wachten met hetopleggen van aanslagen totdat de gemeente de definitievegegevens verstrekt.Voor de objecten met een vastgestelde waarde nul kan ook geenaanslag worden opgelegd. Voor deze objecten zou eventueel eennihil aanslag opgelegd kunnen worden.24


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECTWanneer voor alle onroerende zaken met het gegeven"vastgestelde waarde" gelijk aan nul geen (nihil) aanslagopgelegd wordt, bestaat er geen risico dat er ten onrechte nihilaanslagen worden opgelegd voor sluimerende <strong>WOZ</strong>-objectenen/of geblokkeerde objecten.16. Vraag: Moeten de vastgestelde waarden worden afgerond?Antwoord: De waarde wordt bepaald en vastgesteld onderverantwoordelijkheid van het college van burgemeester enwethouders. In het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> wordt vermeld het bedrag zoals datdoor het college wordt bepaald en wordt vastgesteld.Voor de waardebepaling zal een taxateur een voorstel doen. Ditvoorstel betreft ook de "afronding" van het bedrag.Bij de taxatie zal doorgaans afgerond worden op eenheden van/ 1000. Het ligt voor de hand dat bijvoorbeeld boven / 250.000wordt afgerond op / 5000, terwijl bij objecten met een waardeboven / 10.000.000 wordt afgerond op / 100.000. Denkbaar isdat de taxatie van objecten van meer dan / 100.000.000 op/ 1.000.000 wordt afgerond.17. Vraag: Welke waardepeildatum moet op de <strong>WOZ</strong>-beschikking wordenvermeld?Antwoord: Voor het eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvak geldt in beginsel dewaardepeildatum 1 januari 1995. Gemeenten die daadwerkelijknaar deze waardepeildatum hebben getaxeerd, moetengedurende het gehele eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvak de waardepeildatum1 januari 1995 op de <strong>WOZ</strong>-beschikking vermelden. Dat geldtook voor latere taxaties in verband met bijvoorbeeld nieuwbouwof verbouw. Voor alle <strong>WOZ</strong>-objecten in de gemeente geldt steedsdezelfde waardepeildatum gedurende het gehele <strong>WOZ</strong>-tijdvak.Voor de zogenaamde wetsfictiegemeenten moet in beginselgedurende het gehele eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvak steeds deoorspronkelijke waardepeildatum worden vermeld. Dat betekentdat in wetsfictiegemeenten steeds 1 januari 1992,1 januari 1993 of 1 januari 1994 op de <strong>WOZ</strong>-beschikking wordtvermeld. Deze waardepeildatum geldt ook bij latere taxatie inverband met nieuwbouw of verbetering.In wetsfictiegemeenten is er echter één uitzondering op de regeldat voor alle onroerende zaken binnen de gemeente gedurendehet gehele <strong>WOZ</strong>-tijdvak dezelfde waardepeildatum geldt. Indieneen belanghebbende een beroep doet op de zogenaamde25


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>"tegenbewijsregeling", als bedoeld in artikel 41 Wet <strong>WOZ</strong>, kanvoor een individuele onroerende zaak de waarde worden bepaaldnaar de waardepeildatum 1 januari 1995. Inwetsfictiegemeenten kunnen gedurende het eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvakdus twee waardepeildata naast elkaar voorkomen in éénbestand, namelijk de oorspronkelijke waardepeildatum en voorenkele onroerende zaken de waardepeildatum 1 januari 1995.Deze verschillende waardepeildata worden in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestandook gemeld aan de afnemersVoor gemeenten die op of na 1 januari 1997 ontstaan als gevolgvan herindeling, bestaat in het eerste <strong>WOZ</strong>-tijdvak ook demogelijkheid dat er verschillende waardepeildata naast elkaarbestaan. Dit heeft te maken met het al dan niet van toepassingzijn van verschillende waardepeildata in de opgehevengemeenten die tezamen de nieuwe gemeente vormen. Degemeenteraad van de gemeenten die op 1 januari 1997ontstaan hebben de mogelijkheid te kiezen voor een uniformewaardepeildatum in de nieuwe gemeente. Voor gemeenten dieop een later moment ontstaan (1 januari 1998, 1999 of 2000)hebben die keuzemogelijkheid niet, omdat de belanghebbendendan reeds <strong>WOZ</strong>-beschikkingen hebben ontvangen die in beginselvoor vier jaar gelden.26


2. HET <strong>WOZ</strong>-OBJECT27


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECT3.1 Bijzonderheden gegevensrecordSluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten leggen de ondergrond van meerdere <strong>WOZ</strong>objectengezamenlijk zodanig vast dat er een sluitende relatie wordtgelegd met de kadastrale administratie. Op basis van deze sluitenderelatie moeten correcte aanslagen voor de waterschapsomslag gebouwden voor de waterschapsomslag ongebouwd opgelegd kunnen worden [zie<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 51 e.v.]. De ondergrond is hierbij niet alleen de grond palonder het gebouw, maar ook de dienstbare grond (bijvoorbeeld tuinen).De gegevens over sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten worden in de normalerecords voor <strong>WOZ</strong>-objecten vastgelegd. De gegevensrecords metgegevens over sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten vertonen echter enkelebijzonderheden.De gebruikscode voor sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten is altijd 90. Dezegebruikscode is onafhankelijk van het feit of het sluimerende <strong>WOZ</strong>-objectde ondergrond is van woningen (bijvoorbeeld een complex van eenwoningbouwvereniging) of de ondergrond van niet-woningen (bijvoorbeeldeen bedrijfsverzamelgebouw).De vastgestelde waarde voor sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten (en daarmeeook het aandeel waarde gebouwd) is altijd gelijk aan nul. Dit betekent ookdat bijvoorbeeld de waardepeildatum niet relevant is. Het gegevensrecordvoor een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object zal wel worden gevuld met dewaardepeildatum van de desbetreffende gemeente voor hetdesbetreffende tijdvak.Wat betreft de aanduiding van de onroerende zaak door middel van hetadres gelden minder strikte eisen dan voor reële <strong>WOZ</strong>-objecten. Voorsluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten worden immers geen <strong>WOZ</strong>-beschikkingengenomen en geen aanslagen opgelegd. De aanduiding van deonroerende zaak is dan ook niet gericht op communicatie met eenbelanghebbende. Er zijn immers geen directe belanghebbenden. Het doelvan het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object is het verkrijgen van een sluitendeadministratie. Voor de verwerking door de afnemers is het wel nodig datelk sluimerend <strong>WOZ</strong>-object een aanduiding (adres) heeft.28


3.2 Vragen met betrekking tot objectafbakening3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECT18. Vraag: Waarom is een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object van belang voormeergezinswoningen?Antwoord:Bij meergezinswoningen is het niet mogelijk om de ondergronddirect te koppelen aan de afzonderlijke woningen. Het isonmogelijk om een aantal vierkante meters grond te koppelenaan een woning op de tweede etage en een aantal vierkantemeters aan de woning op de derde etage op een zodanige wijzedat de totale oppervlakte van de ondergrond is verdeeld over dewoningen. Daarom wordt bij de afzonderlijke woningen in eendergelijk complex een grondoppervlakte van nul vierkante metergeregistreerd. Wanneer alleen deze woningen met eengrondoppervlakte van nul vierkante meter worden geleverd aande afnemers, ontstaat er een probleem.Het waterschap vergelijkt de door de gemeente geleverdegegevens met de kadastrale informatie. Van de kadastralepercelen die de ondergrond vormen van een complex metmeergezinswoningen zou dan nul vierkante meter gekoppeld zijnaan die woningen. Daaruit zal het waterschap dan de conclusietrekken dat de resterende oppervlakte (dus het gehele kadastraleperceel of kadastrale percelen) in de waterschapsomslagongebouwd betrokken moeten worden. Dit is onjuist want deondergrond van gebouwen dient betrokken te zijn in de omslaggebouwd en de waarde van de ondergrond is reeds verwerkt inde vastgestelde waarde van de afzonderlijke woningen.Omdat de oppervlakte aan grond niet is toe te rekenen aanindividuele woningen, wordt de ondergrond van een complexmeergezinswoningen vastgelegd in een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object.Er is in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> uitdrukkelijk niet gekozenvoor de oplossing waarin de gehele kadastrale oppervlakte wordtgekoppeld aan één van de woningen. De kans bestaat dan dat bijde waardebepaling verschil ontstaat tussen de woningen metgrondoppervlakte 0 m 2 en de woningen met een groteregrondoppervlakte. Indien sprake is van een groot complex,waarbij dan aan één woning een zeer grote oppervlakte wordtgekoppeld, bestaat de kans dat deze woning door het gebruikvan technieken voor geautomatiseerde waardebepaling een zeerhoge waarde zou krijgen. Om die reden wordt de grondoppervlaktegekoppeld aan een fictief (sluimerend) <strong>WOZ</strong>-objectwaarvoor geen waarde bepaald hoeft te worden.29


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Voorbeeld:- Op een kadastraal perceel met een oppervlakte van 2000 m 2staat een complex van een woningbouwvereniging met 100woningen. Bij elk van de woningen worden globaal devolgende gegevens geleverd:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord (honderd maal met verschillende <strong>WOZ</strong>objectnummers):- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 200000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0Bij dit complex behoort een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object dat alsvolgt wordt geleverd aan de afnemers:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000101- aanduiding: woningstichting complex 1- grondoppervlakte: 2000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000101- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 2000- Een woningbouwvereniging heeft naast elkaar gelegen vijfflatgebouwen met elk 100 woningen. De ondergrond van dezevijf complexen bestaat uit een drietal kadastrale percelen. Dekadastrale grenzen lopen dwars door de complexen. Het isdaarom niet of nauwelijks mogelijk om voor elk van devijfhonderd woningen aan te geven op welk kadastraal perceeldeze zijn gelegen. De vijfhonderd woningen worden dan allegekoppeld aan één van de drie percelen (bijvoorbeeld hetgrootste). In het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object worden de driekadastrale percelen als ondergrond geregistreerd. Bij dewoningen betekent dit:30


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECT. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 200000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0Bij dit complex behoort een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object dat alsvolgt wordt geleverd aan de afnemers:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- aanduiding: woningstichting complex 1 t/m 5- grondoppervlakte: 30000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 18000- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 7000- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1017 G 0000- toegekende oppervlakte: 500019. Vraag: Kan ik ook een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object gebruiken voor eencomplex van eengezinswoningen?Antwoord:Ja. Dit is alleen relevant voor eengezinshuurwoningen. Immers bijeigen-woningen vormt elke woning een zelfstandig kadastraalperceel (eventueel meerdere percelen) en kan de koppeling beterper woning worden gelegd. Dan kunnen immers alle mutaties diehet Kadaster aanlevert eenvoudig in de <strong>WOZ</strong>-administratieworden verwerkt.Het voordeel van het definiëren van een sluimerend <strong>WOZ</strong>-objectals ondergrond voor een complex eengezinswoningen is dat dekadastrale oppervlakte niet uitgesplitst hoeft te worden naar deafzonderlijke woningen. Een nadeel is echter dat dan ook geengrondoppervlakte per afzonderlijke woning beschikbaar is, terwijl31


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>deze grondoppervlakte wel een rol kan spelen bij dewaardebepaling.Indien de grondoppervlakte van een kadastraal perceel wordtgesplitst naar de afzonderlijke eengezinshuurwoningen is hetbelangrijk dat dit op dezelfde wijze gebeurt als wanneer dewoningen verkocht zouden worden en er kadastrale percelengevormd zouden worden. Dit betekent dat bijvoorbeeldbrandgangen en dergelijke gesplitst zullen worden, terwijl stukkenopenbaar terrein (paden, openbaar groen) in handen zullenblijven of komen van bijvoorbeeld de gemeente.Voorbeeld- Een woningbouwvereniging heeft een complex met 100eengezinshuurwoningen. De ondergrond van dit complexbestaat uit een kadastraal perceel van 12000 vierkante meter.Deze 12000 vierkante meter betreft de ondergrond van dewoningen, de tuinen, de brandgangen en een plantsoen van1000 vierkante meter. Door het gebruik van het sluimerend<strong>WOZ</strong>-object kunnen de gegevens als volgt worden geleverdaan de afnemers:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 250000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0En het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- aanduiding: woningstichting complex 1- grondoppervlakte: 11000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 11000Wanneer de ondergrond wordt uitgesplitst wordt dit als volgtaan de afnemers geleverd:32


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECT. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 110- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 250000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 110De oppervlakte van het openbaar groen blijft buiten deobjectafbakening. In feite is dit openbaar groen eenafzonderlijke onroerende zaak. Omdat dit een ongebouwdeonroerende zaak is waarvoor geen waarde behoeft te wordenvastgesteld, behoeft deze onroerende zaak niet aan deafnemers geleverd te worden. Het waterschap zal, indien geengegevens worden geleverd, concluderen dat sprake is van eenongebouwd stuk grond. De grondoppervlakte per woning (110m 2 ) kan ook gebruikt worden voor de waardebepaling. Dezegrondoppervlakte kan vergeleken worden met dekaveloppervlakten van eigen-woningen om daarmee eventueleverschillen in oppervlakte ook te laten leiden tot eventuelewaardeverschillen.20. Vraag: Waarom is een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object van belang voorbedrijfsverzamelgebouwen?Antwoord:Bij bedrijfsverzamelgebouwen is het vaak onmogelijk om aan deafzonderlijke units een grondoppervlakte toe te kennen. Degehele ondergrond van een complex wordt geregistreerd in devorm van een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object. De wijze waarop dit geschiedt,is vergelijkbaar met de situatie bij meergezinswoningen.Voor voorbeelden wordt verwezen naar de vragen 19 en 21.Op vergelijkbare wijze kan bijvoorbeeld ook de geheleondergrond van een industrieel complex in een sluimerend <strong>WOZ</strong>objectworden geregistreerd als op dit industrieel complexmeerdere <strong>WOZ</strong>-objecten van bijvoorbeeld onderaannemersafgebakend moeten worden. Het is in die situaties vaak ook nietmogelijk om aan te geven welk gedeelte van het terrein bij welkobject behoort.33


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>21. Vraag: Moet ik ook sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten definiëren bij boven- enbenedenwoningen?Antwoord:In beginsel ja. Ook bij boven- en benedenwoningen geldt dat hetniet mogelijk is om een deel van de grondoppervlakte te koppelenaan de benedenwoning, respectievelijk de bovenwoning. Daarommoet de ondergrond apart in een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object wordenvastgelegd.In deze situatie zou het ook mogelijk zijn om de gehelegrondoppervlakte te koppelen aan de benedenwoning. Dezewoning heeft namelijk de meest directe band met de grond. Het isdan wel van belang dat voor alle benedenwoningen op dezelfdewijze met het toekennen van grond wordt omgegaan. Datbetekent dat zowel bij benedenwoningen van individueleparticuliere eigenaren als bij benedenwoningen in groterecomplexen van bijvoorbeeld woningbouwverenigingen degrondoppervlakte wordt gekoppeld aan de afzonderlijke benedenwoningen.Voorbeeld- Een eigenaar van een pand woont in de benedenwoning vanhet pand. De bovenwoning is verhuurd. De kadastraleoppervlakte is 120 m 2 . Dit leidt tot de volgende<strong>gegevenslevering</strong> over benedenwoning, bovenwoning,respectievelijk sluimerend <strong>WOZ</strong>-object aan de afnemers:Benedenwoning:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 150000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 034


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECTBovenwoning:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 100000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0En het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000003- aanduiding: volledig adres met bijvoorbeeldbeide huisnummers- grondoppervlakte: 120- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000003- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 120Wanneer de grondoppervlakte wel wordt gekoppeld aan debenedenwoning ontstaat de volgende <strong>gegevenslevering</strong>:Benedenwoning:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 120- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 150000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 12035


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Bovenwoning:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 100000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 022. Vraag: Moet ik ook sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten definiëren bijwoonwinkelpanden?Antwoord:In beginsel ja, indien sprake is van meer dan één <strong>WOZ</strong>-object.Volgens de regels voor de afbakening van een onroerende zaakin de Wet <strong>WOZ</strong> kan een woonwinkelpand één onroerende zaakzijn, wanneer het eigendom van het gehele pand in één hand isen wanneer de gebruiker van de winkel dezelfde is als debewoner van de woning. Indien sprake is van één <strong>WOZ</strong>-object isde definitie van een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object natuurlijk niet aan deorde.Indien de winkel en de woning afzonderlijke objecten zijn(eventueel zelfs meerdere afzonderlijke woningen) dan is sprakevan meerdere onroerende zaken op dezelfde grondoppervlakte.Daarbij geldt hetzelfde als bij beneden- en bovenwoningen. Inbeginsel wordt de gehele ondergrond gekoppeld aan eensluimerend <strong>WOZ</strong>-object. Eventueel kan ook de geheleondergrond worden gekoppeld aan de winkel (die immersmeestal op de begane grond zal zijn). Voor voorbeelden wordtverwezen naar de voorgaande vraag.23. Vraag: Wat moet ik doen, wanneer een kadastraal perceel datgekoppeld is aan een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object wordt gesplitst?Antwoord:Dit is afhankelijk van de vraag of de splitsing van het kadastraleperceel gevolgen heeft voor de objectafbakening van deafzonderlijke onroerende zaken. Indien deze splitsing geengevolgen heeft voor de reële <strong>WOZ</strong>-objecten (de onroerendezaken waarvoor bij <strong>WOZ</strong>-beschikking een waarde is vastgesteld),moet deze splitsing alleen correct administratief worden verwerkt.De <strong>WOZ</strong>-beschikkingen en de gegevens met betrekking tot dezeonroerende zaak veranderen niet.36


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECTWanneer de splitsing tot gevolg heeft dat er per onroerende zaakeen kadastraal perceel wordt gevormd, verliest het sluimerende<strong>WOZ</strong>-object zijn bestaansrecht, omdat elk <strong>WOZ</strong>-object dan eendirecte relatie kan krijgen met een kadastraal perceel. Aan dehand van een aantal voorbeelden worden de verschillendevormen van verwerking zichtbaar.Voorbeeld- Een woningbouwvereniging heeft een complex met 100eengezinshuurwoningen. De ondergrond van dit complexbestaat uit een kadastraal perceel van 12000 vierkante meter.Deze 12000 vierkante beter betreft de ondergrond van dewoningen, de tuinen en brandgangen. Omdat dewoningbouwvereniging de woningen wil verkopen aan dehuurders wordt het kadastrale perceel gesplitst.Uitgangssituatie voor de woningen:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 250000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0En het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- aanduiding: woningstichting complex 1- grondoppervlakte: 12000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000501- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 12000Nu er kadastrale percelen per woning ontstaan, zal niet langergebruik gemaakt worden van het sluimerende <strong>WOZ</strong>-object. Nade splitsing ontstaat de volgende situatie:37


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 120- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 250000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 120Nadat de kadastrale percelen zijn ingemeten wordt hetdeelperceelnummer vervangen door het definitieveperceelnummer. Wellicht komen door de inmeting ook nog(kleine) verschillen in de grondoppervlakte tot uitdrukking diedan ook gecorrigeerd moeten worden.- Een woningbouwvereniging heeft twee complexen met elk 100woningen. De ondergrond van deze complexen bestaat uit eenkadastraal perceel van 15000 vierkante meter. Eén van decomplexen wordt verkocht aan een anderewoningbouwvereniging. Daardoor wordt het kadastrale perceelgesplitst.Voor de woningen in het ene complex ontstaat nu eenverwijzing naar het ene deelperceel, terwijl de woningen in hetandere complex verwijzen naar het tweede deelperceel:. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0wordt:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 0en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000101- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0wordt:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000101- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 0Verder ontstaan er nu twee sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten:38


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECTEn het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- aanduiding: woningstichting 1 complex 1 en2- grondoppervlakte: 15000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 15000wordt:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000202- aanduiding: woningstichting 1 complex 1- grondoppervlakte: 7500- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000203- aanduiding: woningstichting 2 complex 1- grondoppervlakte: 7500- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000202- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 7500en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000203- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 7500- Een woningbouwvereniging heeft twee complexen met elk 100woningen. De ondergrond van deze complexen bestaat uit eenkadastraal perceel van 15000 vierkante meter. Voor derenovatie van één van de complexen wordt het kadastraalperceel gesplitst en één deelperceel belast met hypotheek.Voor de woningen betekent dit dat verwezen moet wordennaar de twee deelpercelen overeenkomstig de splitsing bijverkoop aan een andere eigenaar. In deze situatie hoeft hetsluimerend <strong>WOZ</strong>-object niet gesplitst te worden:Het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object verandert wel:39


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- aanduiding: woningstichting 1 complex 1 en2- grondoppervlakte: 15000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 15000wordt:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- aanduiding: woningstichting 1 complex 1- grondoppervlakte: 15000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 7500en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000201- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 750024. Vraag: Een openbare weg maakt onderdeel uit van een groot kadastraalperceel, waarop ook huizen zijn gebouwd. Kan deze openbareweg onderdeel uit maken van het sluimerende <strong>WOZ</strong>-object?Antwoord:Ja. Het is dan echter wel noodzakelijk om aan te geven dat ditsluimerend <strong>WOZ</strong>-object door de aanwezigheid van die openbareweg gedeeltelijk ongebouwd is. Een openbare weg behoortimmers altijd tot de categorie ongebouwde onroerende zaken, diedoor het waterschap worden betrokken in de waterschapsomslagongebouwd.Daarom zal in die situatie aangegeven moeten worden dat niet degehele grondoppervlakte van het kadastrale perceel alsondergrond voor gebouwd geldt, maar dat een gedeeltezelfstandig een ongebouwd karakter heeft.Voorbeeld:40


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECT- De gemeente is eigenaar van een groot kadastraal perceelmet een totale oppervlakte van 10.000 m 2 . Op dit perceelstaan enkele meergezinswoningen die worden verhuurd. Derest van dit kadastrale perceel is openbare weg en openbaargroen. Voor de woningen wordt een <strong>WOZ</strong>-waarde bepaald. Dewaarde van de rest van het kadastrale perceel kan bij dewaardebepaling in het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> buitenaanmerking blijven.De ondergrond van de woningen en de bij de woningenbehorende tuinen worden aangegeven als gebouwd. In hetsluimerende <strong>WOZ</strong>-object komt dit als volgt tot uitdrukking:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: gemeente complex 1- grondoppervlakte: 10000- gebruikscode: 90- code gebouwd/ong.: B- meegetax. opp. gebouwd: 1000- vastgestelde waarde 0- aandeel waarde gebouwd: 0. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 10000- meegetax. opp. gebouwd: 1000Uit deze opgave blijkt dat van dit kadastrale perceel 9.000 m 2betrokken kan worden in de omslag ongebouwd.25. Vraag: Kan een braakliggend terrein onderdeel uit maken van eensluimerend <strong>WOZ</strong>-object?Antwoord:In beginsel nee. Een braakliggend terrein zal meestal eenzelfstandige onroerende zaak in het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> zijnwaarvoor een waarde moet worden vastgesteld. Aan dezeonroerende zaak kunnen dan direct de desbetreffende kadastralegegevens worden gekoppeld.Wanneer een braakliggend terrein onderdeel uitmaakt van eengroter complex, bijvoorbeeld een industrieel complex, waarvan deondergrond is geregistreerd in de vorm van een sluimerend<strong>WOZ</strong>-object in verband met de aanwezigheid van een aantalgebouwen van onderaannemers, kan dit braakliggend terrein ineen sluimerend <strong>WOZ</strong>-object zijn opgenomen. De waarde van ditbraakliggend terrein is dan in de waarde van het industrieelcomplex opgenomen.41


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>3.3 Vragen met betrekking tot <strong>WOZ</strong>-objectnummer26. Vraag: Gelden er bijzondere regels voor de <strong>WOZ</strong>-objectnummers voorsluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten?Antwoord:Nee. Een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object krijgt net als een reëel <strong>WOZ</strong>objecteen uniek nummer. Aan het <strong>WOZ</strong>-objectnummer kan nietworden afgelezen of sprake is van een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object ofvan een reëel <strong>WOZ</strong>-object. Ook is het <strong>WOZ</strong>-objectnummer vanhet sluimerend <strong>WOZ</strong>-object op geen enkele wijze gekoppeld aande nummers van de onroerende zaken waarvan het sluimerendeobject de ondergrond vormt. Het <strong>WOZ</strong>-objectnummer van hetsluimerende <strong>WOZ</strong>-object kan het eerstvolgende nummer zijn tenopzichte van de <strong>WOZ</strong>-objectnummers van de bij dat sluimerendeobject behorende onroerende zaken, maar het kan ook eenwillekeurig ander nummer zijn. Aan het <strong>WOZ</strong>-objectnummerkunnen dus noch bij reële <strong>WOZ</strong>-objecten noch bij sluimerende<strong>WOZ</strong>-objecten conclusies worden ontleend. Uit de gebruikscodeblijkt natuurlijk wel duidelijk wanneer sprake is van eensluimerend <strong>WOZ</strong>-object (<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>-gebruikscode =90).3.4 Vragen met betrekking tot adres27. Vraag: Welk adres geef ik aan een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object?Antwoord:Zoals reeds in de inleiding van dit hoofdstuk is vermeld, zijn deeisen aan het adres van een sluimerend <strong>WOZ</strong>-object minderstringent dan voor een reëel <strong>WOZ</strong>-object. Het adres van eensluimerend <strong>WOZ</strong>-object komt immers nooit op een <strong>WOZ</strong>beschikkingof op een aanslagbiljet.De aanduiding van het sluimerend <strong>WOZ</strong>-object kan in de meestegevallen direct worden gekoppeld aan een straatnaam. Zeker bijsluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten voor relatief kleine complexen (éénof enkele panden) kan met straatnaam en huisnummer (ofhuisnummerrange) een goede aanduiding worden gegeven.Wanneer de ondergrond van grotere complexen wordt aangeduid(groot complex van een woningbouwvereniging of een grootveilingcomplex) wordt het complex vaak begrensd doorverschillende straten. In een dergelijke situatie kan in deaanduiding meestal beter ook (naast een straatnaam) eenaanduiding van de aard van het complex (veilingcomplex) of van42


3. HET SLUIMEREND <strong>WOZ</strong>-OBJECTde eigenaar (woningbouwvereniging) worden aangegeven. Delokatieomschrijving in het adres biedt hiervoor voldoendemogelijkheden.43


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>4. HET SUBJECT4.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens over het subjectgeleverd moeten worden aan de afnemers. De definitie van elk van dezegegevens is in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> opgenomen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 36, 66]. Dehoofdlijnen komen tot uitdrukking in het gegevensrecord voor de entiteit"subject":Gegevensrecordspositietypelengtenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 30)3 - 12 10 N 01.10 A-nummer natuurlijk persoon13 - 21 9 N 01.20 SoFi-nummer22 - 31 10 A 02.11 Voorletters32 - 41 10 A 02.30 Voorvoegsels42 - 241 200 A 02.40 Geslachtsnaam-/bedrijfsnaam242 - 251 10 N 01.21 Aanvulling SoFi-nummer252 - 256 5 A Fillerpositietypelengtenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 31)3 - 11 9 N 01.20 SoFi-nummer12 - 35 24 A 11.10 Straatnaam36 - 40 5 N 11.20 Huisnummer41 - 41 1 A 11.30 Huisletter42 - 45 4 A 11.40 Huisnummertoevoeging46 - 47 2 A 11.50 Aanduiding bij huisnummer48 - 53 6 A 11.60 Postcode54 - 93 40 A 10.20 Woonplaatsnaam94 - 133 40 A 13.10 Landnaam134 - 134 1 A 81.10 Mutatiecode135 - 142 8 D 81.20 Ingangsdatum143 - 150 8 D 81.30 Einddatum151 - 190 40 A 11.70 Lokatieomschrijving191 - 200 10 N 01.21 Aanvulling SoFi-nummer44


4. HET SUBJECT201 - 256 56 A Filler4.2 Vragen met betrekking tot SoFi-nummer28. Vraag: Hoe worden SoFi-nummers van natuurlijke personen die buitende gemeente woonachtig zijn, verkregen?Antwoord:Het SoFi-nummer van de natuurlijke personen die buiten de gemeentenwoonachtig zijn, moet nu nog bij andere gemeenten(schriftelijk) opgevraagd worden. Medio 1997 krijgen degemeenten een afnemersstatus met betrekking tot debevolkingsadministratie (GBA). Deze afnemersstatus maakt hetin combinatie met de noodzakelijke software mogelijk om SoFinummersvan personen die woonachtig zijn in anderegemeenten, direct op te vragen. Op dezelfde wijze kunnen dannog ontbrekende A-nummers en SoFi-nummers van dezepersonen worden verzameld. Tevens biedt deze afnemersstatusde mogelijkheid dat verhuizingen van personen in anderegemeenten automatisch worden doorgegeven.29. Vraag: Hoe worden de SoFi-nummers verkregen van natuurlijkepersonen die in het buitenland woonachtig zijn?Antwoord:Deze gegevens kunnen op dit moment niet via de Belastingdienstof de GBA opgevraagd worden. Dit betekent dat voorlopig voordeze natuurlijke personen de aanvulling SoFi-nummer gebruiktmoet worden om te komen tot een unieke identificatie in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>.Voor de Nederlanders die momenteel in het buitenlandwoonachtig zijn, biedt vanaf medio 1997 de afnemersstatus voorde GBA de mogelijkheid het SoFi-nummer op te zoeken. Dezepersonen blijven namelijk in de GBA geregistreerd.Voor buitenlanders die ook in het buitenland woonachtig zijn(vooral eigenaren van recreatiewoningen) zal in de loop van 1998in samenwerking met de Belastingdienst een apart projectworden uitgevoerd voor het verkrijgen van de ontbrekende SoFinummers.30. Vraag: Hoe worden Fi-nummers van niet-natuurlijke personenverkregen?45


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Antwoord:De Fi-nummers van niet-natuurlijke personen worden verkregenvan de Belastingdienst. Elke gemeente heeft in 1996 gelegenheidgehad om de Fi-nummers met behulp van een geautomatiseerdbestand op te vragen bij de Belastingdienst.Gemeenten hebben op deze wijze van veel niet-natuurlijkepersonen de Fi-nummers nu in de bestanden beschikbaar. Erresteert echter ook nog een groot aantal niet-natuurlijke personenwaarvoor de gemeenten geen Fi-nummers hebben. Dit heeft eendrietal belangrijke oorzaken:- sommige categorieën niet-natuurlijke personen zijn slechts bijuitzondering bekend bij de Belastingdienst en hebben daaromnog geen Fi-nummer toegekend gekregen (dit betreft metname verenigingen en stichtingen);- door een verschil in schrijfwijze of door verschillende adresgegevensheeft de geautomatiseerde bestandsvergelijkingtussen de gemeentelijke gegevens en de gegevens van deBelastingdienst niet geleid tot identificering van een nietnatuurlijkpersoon;- door (technische) problemen heeft de uitwisseling tussengemeente en Belastingdienst niet plaatsgevonden of heeft nietgeleid tot bruikbare resultaten.31. Vraag: Hoe wordt gehandeld als een niet-natuurlijk persoon geen Finummerheeft?Antwoord:De gegevens van de niet-geïdentificeerde niet-natuurlijke personen(met name verenigingen en stichtingen) zullen in een tweedemassale bestandsvergelijking tussen gemeenten enBelastingdienst (waarschijnlijk in de loop van 1998) uitgewisseldworden. De Belastingdienst moet daarvoor eerst de massalebestandsvergelijking met de Kamers van Koophandel afgerondhebben. Uitgangspunt hierbij is dat alle bij de Kamers vanKoophandel ingeschreven rechtspersonen (dus ook alleverenigingen en stichtingen) met een Fi-nummer wordenopgenomen in de administratie van de Belastingdienst.32. Vraag: Welke waarde krijgt het gegeven SoFi-nummer als het SoFinummervan een natuurlijk persoon of het Fi-nummer van eenniet-natuurlijk persoon niet bekend is?Antwoord: Indien het SoFi-nummer niet bekend is dient de waarde000000000 ingevoerd te worden. De 11-controle geldt in dezesituatie niet [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 81].46


4. HET SUBJECT33. Vraag: Hoe wordt gehandeld als een persoon geen SoFi-nummer of Finummerheeft of wanneer het SoFi-nummer of Fi-nummer bij degemeente onbekend is?Antwoord:Bij het ontbreken van een SoFi-nummer of Fi-nummer dient deaanvulling SoFi-nummer gebruikt te worden om te komen tot eenunieke identificatie van de desbetreffende belanghebbende. Deaanvulling SoFi-nummer bestaat uit 10 posities. De eerste vierposities bevatten de gemeentecode. De overige zes positiesmoet de gemeente zodanig toekennen dat een uniekeidentificatie ontstaat. Op deze wijze kan een gemeente tot 1miljoen personen met onbekend SoFi-nummer of Fi-nummeruniek identificeren [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 83].34. Vraag: Kan uit het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand worden afgeleid welkebelanghebbenden natuurlijke personen zijn en welkebelanghebbenden niet-natuurlijke personen?Antwoord:Nee. Het onderscheid tussen natuurlijke personen en nietnatuurlijkepersonen wordt in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> niet explicietgemaakt. Voor de <strong>WOZ</strong>-beschikking en voor de onroerendezaakbelastingenen de waterschapsomslag gebouwd is ditonderscheid ook niet van belang.Toch kan uit het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand een redelijk inzichtgekregen worden in het onderscheid tussen natuurlijke en nietnatuurlijkepersonen. Dit kan door een combinatie van tweegegevens.Natuurlijke personen zijn dan die subjecten waarbij:- het gegeven A-nummer natuurlijk persoon een waarde bevattussen 1000000000 en 9999999999 of;- het gegeven voorletters niet "leeg" is.Niet-natuurlijke personen zijn dan die subjecten waarbij:- het gegeven A-nummer natuurlijk persoon de waarde0000000000 bevat en;- het gegeven voorletters "leeg" is.Indien het facultatieve gegeven Kamer-van-Koophandelnummeris gevuld, kan dit gegeven in combinatie met voorgaandegegevens eveneens een selectiecriterium zijn [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 79,85 en 386].35. Vraag: Wat gebeurt er met de "aanvulling SoFi-nummer bij gemeentelijkeherindeling?47


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Antwoord:De gevolgen van een gemeentelijke herindeling voor deaanvulling SoFi-nummer zijn vergelijkbaar met de gevolgen voorhet <strong>WOZ</strong>-objectnummer (zie hoofdstuk 2). Immers degemeentecodes van de samen te voegen gemeenten vervallenen de nieuwe gemeente krijgt een nieuwe gemeentecode.Dat betekent dat door de gemeentelijke herindeling niet alleen de<strong>WOZ</strong>-objectnummers aangepast moeten worden, maar ook deaanvullingen SoFi-nummer. Voor de aandachtspunten bij dewijziging van de eerste vier posities van deze aanvulling enmogelijk ook de rest van deze aanduiding wordt verwezen naarde vraag met betrekking tot de wijziging van de <strong>WOZ</strong>objectnummers.4.3 Vragen met betrekking tot naamgegevens36. Vraag: Welke naamgegevens moet ik aan de afnemers leveren, wanneereen belanghebbende is overleden en nog niet bekend is wie zijnof haar rechtsopvolger is?Antwoord:Wanneer een belanghebbende is overleden en de rechtsopvolgeris nog niet bekend, dient in het gegeven geslachts/-bedrijfsnaamvanaf de eerste positie de tekst "de erven van" ingevoerd teworden, gevolgd door de voorletters, de voorvoegsels en denaam van de overleden belanghebbende. Voor een juiste<strong>gegevenslevering</strong> zullen bij het bekend worden van een overlijdende volgende gegevens gewijzigd moeten worden (tenzij direct derechtsopvolger bekend is en de gegevens van deze rechtsopvolgervolledig in de plaats komen van de gegevens van de overledene):- het gegeven SoFi-nummer krijgt waarde 000000000;- het gegeven aanvulling SoFi-nummer wordt ingevuld ofgewijzigd;- het gegeven voorletters en voorvoegsels wordt leeg gemaakten toegevoegd aan de geslachtsnaam na de tekst "de ervenvan".37. Vraag: Moeten er punten of spaties staan tussen de voorletters van eenbelanghebbende?Antwoord:De voorletters van een belanghebbende moeten aansluitendgeschreven worden. Dit betekent dat er geen punten of spatiesingevoerd mogen worden [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 85]. Om die reden48


4. HET SUBJECTworden ook alleen enkele voorletters gebruikt en dus geendubbele voorletters zoals Th., Chr. of Ph.).38. Vraag: Wordt de naam van een stichting of een besloten vennootschapafgekort?Antwoord:Het gegeven geslachts/-bedrijfsnaam heeft 200 posities. Hierdoorzijn altijd voldoende posities beschikbaar om zonder afkortingende statutaire naam conform de schrijfwijze bij de Kamer vanKoophandel te registreren en te leveren aan de afnemers. DeKamer van Koophandel hanteert hiervoor namelijk maximaal 120posities. Er vindt in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> dan ook geenafkorting van namen plaats.Voor het leesbaar printen van een naam op een <strong>WOZ</strong>beschikkingof op een aanslagbiljet kan eventueel wel beslotenworden om namen af te korten. Deze afkortingen mogen echterniet in het gegeven geslachts/-bedrijfsnaam wordengeregistreerd.Het afkorten geschiedt dus bij het vervaardigen van <strong>WOZ</strong>beschikkingenen/of aanslagbiljetten door gemeenten,waterschappen en Belastingdienst. Over het afkorten zijn geenregels opgesteld in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>. Ook zonderdeze regels waren en zijn de verschillende belastingheffendeoverheden in staat zorg te dragen voor een correctetenaamstelling van belastingaanslagen.39. Vraag: Welke naam moet worden geregistreerd bij een vennootschaponder firma of een eenmanszaak worden geschreven?Antwoord:Een vennootschap onder firma of een eenmanszaak is geenaparte rechtspersoon. In het geval een vennootschap onder firmaeen onroerende zaak gebruikt, kan overeenkomstig dejurisprudentie voor de onroerende-zaakbelastingen de <strong>WOZ</strong>beschikkingzowel ten name van de firma als ten name van éénvan de vennoten worden gesteld. De juiste naamgegevens overde firma kunnen worden verkregen bij de Kamer van Koophandel.De firma kan geen eigenaar zijn van de onroerende zaak, omdater geen sprake is van een rechtspersoon. Soms kan het praktischzijn één vennoot als belanghebbende gebruiker aan te wijzen.Bijvoorbeeld in het geval de eigendom van de zaak bij éénvennoot ligt. De juiste gegevens met betrekking tot deze vennootkunnen worden verkregen uit de GBA.49


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Indien een rechtspersoon (BV en NV) eigenaar of gebruiker is,kan de <strong>WOZ</strong>-beschikking niet worden gericht aan één van devennoten.Een vennootschap onder firma met één firmant of eeneenmanszaak krijgt bij de Belastingdienst geen afzonderlijk Finummer.Alle gegevens worden gekoppeld aan de natuurlijkepersoon en daarmee aan het SoFi-nummer. Dit sluit ook aan opde juridische bevoegdheden van deze firma's en eenmanszaken.Het heeft derhalve ook in het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> devoorkeur dat de gemeente bij vennootschappen onder firma eneenmanszaken zoveel mogelijk de naamgegevens van denatuurlijke persoon hanteert en het bij die persoon behorendeSoFi-nummer gebruikt.4.4 Vragen met betrekking tot adresgegevens40. Vraag: Waar moet het postbusnummer staan?Antwoord:Het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gaat ervan uit dat bij subjecten een fysiek adreswordt geleverd en geen postbusnummer. Alleen in uitzonderingenkan een postbusnummer worden gebruikt. Het postbusnummerkomt dan in de plaats van de straatnaam met huisnummer.Om verwarring tussen postbusnummer en huisnummer tevoorkomen, heeft het de voorkeur dat zowel de aanduidingpostbus als het nummer in het veld "straatnaam" komen. Het veldhuisnummer (en verdere aanvullingen daarop) blijft dan leeg [zie<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 92].41. Vraag: Wanneer mag in een adres een postbusnummer wordenopgevoerd?Antwoord:Het postbusnummer wordt alleen in uitzonderingen gebruikt.Wanneer een fysiek adres in Nederland bekend is, dan wordt de<strong>WOZ</strong>-beschikking naar dit adres gestuurd. Een postbusnummerwordt bijvoorbeeld gebruikt in situaties waarbij:- er alleen een buitenlands postbusnummer beschikbaar is engeen buitenlands fysiek adres;- er alleen een nederlands postbusnummer beschikbaar is enhet buitenlandse adres van de belanghebbende nietachterhaald kan worden en/of de tijdige bezorging van de50


4. HET SUBJECT<strong>WOZ</strong>-beschikking op dat buitenlandse adres onvoldoendegewaarborgd is.42. Vraag: Hoe wordt een buitenlands adres genoteerd in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>leveringsbestand?Antwoord:Een buitenlands adres moet zodanig geregistreerd en geleverdworden dat de beschikking en daarmee de aanslagen op hetjuiste adres komen. De volgende richtlijnen zijn daarbij vanbelang:- het gegeven postcode blijft leeg;- de buitenlandse postcode komt in het gegeven woonplaatsnaam(in het buitenland komt de postcode vaak achter dewoonplaats en de lengte van de postcode kan uit meer ofminder dan zes posities bestaan);- de landnaam wordt vermeld in het gegeven landnaam.Bij het vullen van de bestanden zal er op gelet moeten wordendat bij het printen in de voor Nederland normale volgorde ook eenadres wordt afgedrukt dat in het buitenland verwerkbaar is. Indienhet systeem in plaats van de postcode leeg te laten (spaties)deze vult met 0000AA moet voorkomen worden dat deze 0000AAwordt afgedrukt.Voorbeelden- Duits adres:straatnaam, nr. etc: Berlinerstraße 129lokatieomschrijving:woonplaatsnaam:76321 ZevenlandnaamBondsrepubliek Duitsland- Frans adres:straatnaam, nr. etc: 121 Square du Laclokatieomschrijving:woonplaatsnaam:75012 ParislandnaamFrankrijk- Engels adres:straatnaam, nr. etc: 41 Highstreetlokatieomschrijving:woonplaatsnaam:London WC1N 2LFlandnaamGrootbrittannië- Amerikaans adres:straatnaam, nr. etc: 17 Tyre Avenuelokatieomschrijving:woonplaatsnaam: Gloucester MA 02116landnaamVerenigde Staten van Amerika- Braziliaans adres:51


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>straatnaam, nr. etc: Rua Geberal Osorio 118lokatieomschrijving: Patos de Minas-MGwoonplaatsnaam: CEP 38.700-000landnaamBrazilië- Japans adres:straatnaam, nr. etc: 8-12-7 Honmanchilokatieomschrijving: Kichijoji, Musashino-shiwoonplaatsnaam: Tokyo 180landnaamJapan- Indonesisch adres:straatnaam, nr. etc: Tangkubanpran 17lokatieomschrijving:woonplaatsnaam: Malang 65324landnaamIndonesië43. Vraag: Welke landnamen mogen worden vermeld in de adressen?Antwoord:De landnamen die vermeld worden, moeten overeenkomen metde namen in de tabel Landen van de GBA.Voorbeelden- Bondsrepubliek Duitsland is de officiële landnaam, dus nietDuitsland.- Grootbrittannië is de officiële landnaam, dus niet VerenigdKoninkrijk of Engeland.52


4. HET SUBJECT53


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>5. DE KADASTRALE GEGEVENS5.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens met betrekkingtot de relatie tussen een <strong>WOZ</strong>-object en de kadastrale percelen geleverdmoeten worden aan de afnemers. De definitie van elk van deze gegevensis in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> opgenomen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 37, 68]. De hoofdlijnenkomen tot uitdrukking in het gegevensrecord voor de entiteit "Kadastraleidentificatie <strong>WOZ</strong>-object":Gegevensrecordspositielengtetypenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 40)3 - 14 12 N 01.01 <strong>WOZ</strong>-objectnummer15 - 19 5 A 51.10 Kadastrale gemeentecode20 - 21 2 A 51.20 Sectie22 - 26 5 N 51.30 Perceelnummer27 - 27 1 A 51.40 Perceel-index-letter28 - 31 4 N 51.50 Perceel-index-nummer32 - 39 8 N 52.10 Toegekende oppervlakte40 - 47 8 N 52.20 Meegetaxeerde oppervlakte gebouwd perkadastraal object48 - 48 1 A 81.10 Mutatiecode49 - 56 8 D 81.20 Ingangsdatum57 - 64 8 D 81.30 Einddatum65 - 256 192 A Filler5.2 Uitgangspunten levering kadastrale gegevensIn het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveren de gemeenten geen gegevensover de kadastrale percelen zoals die door het Kadaster wordengeregistreerd aan de afnemers. Immers de afnemers krijgen van hetKadaster alle mutaties met betrekking tot de kadastrale percelen.De gemeenten leveren aan de afnemers de relatie tussen de <strong>WOZ</strong>objectenen de kadastrale percelen. Dit gebeurt door voor alle onroerendezaken waarvoor <strong>WOZ</strong>-beschikkingen zijn genomen en waarover54


5. DE KADASTRALE GEGEVENSgegevens aan de afnemers geleverd moeten worden volledig aan tegeven welke kadastrale percelen (kadastrale appartementen) zijnbetrokken bij dat <strong>WOZ</strong>-object en voor welk deel (kadastrale oppervlakte)dat het geval is.Voor de onroerende zaken waarover geen gegevens geleverd behoevente worden (bijvoorbeeld ongebouwde onroerende zaken waarvan dewaarde niet gebruikt wordt voor heffing van één van de belastingen, zoalsopenbare wegen of losse percelen cultuurgrond) worden dus ook geenkadastrale gegevens uitgewisseld in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>.Toch is het voor met name de gemeente en het waterschap van grootbelang om de bestanden niet te beperken tot de <strong>WOZ</strong>-objecten die in hetkader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> uitgewisseld worden. Een volledige administratiemet daarin alle kadastrale percelen is van belang voor een zorgvuldigeuitvoering van de Wet <strong>WOZ</strong>. Door het vergelijken van de volledigekadastrale administratie met de (delen van) kadastrale percelen die zijngekoppeld aan de <strong>WOZ</strong>-objecten, ontstaat een goed beeld van devolledigheid van de <strong>WOZ</strong>-administratie, zowel wat betreft het aantalgeregistreerde objecten als wat betreft de volledigheid van de koppelingtussen het <strong>WOZ</strong>-object en de betrokken kadastrale objecten.Dit betekent overigens niet dat alle kadastrale percelen opgenomenmoeten zijn in de <strong>WOZ</strong>-administratie en dat aan al deze percelen een<strong>WOZ</strong>-objectnummer toegekend moet zijn. Vaak is het mogelijk om in dekadastrale registratie van de gemeente nadere kenmerken op te nemenwaaruit blijkt waarom een kadastraal buiten de <strong>WOZ</strong>-administratie kanblijven. Een dergelijk kenmerk kan bijvoorbeeld zijn: openbare weg ofbedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond.Voor het waterschap is de volledige kadastrale administratie natuurlijkessentieel, omdat de objecten die betrokken worden in dewaterschapsomslag ongebouwd blijken uit de vergelijking tussen dezekadastrale administratie en de <strong>WOZ</strong>-gegevens. Het waterschap gaat erdaarbij van uit dat alle (delen van) kadastrale percelen waarvan het<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> bestand niet aangeeft dat deze gekoppeld zijn aan een <strong>WOZ</strong>objectbetrokken kunnen worden in de waterschapsomslag ongebouwd.Daarnaast worden in de waterschapsomslag ongebouwd natuurlijk ookbetrokken die (delen van) onroerende zaken waarvan het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>bestand aangeeft dat sprake is van een ongebouwde onroerende zaak.55


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>5.3 Vragen met betrekking tot kadastrale appartementen44. Vraag: Indien een kadastraal appartementencomplex ontstaat, blijven dekadastrale perceelnummers gehandhaafd en ontstaat eenkadastraal appartementsnummer. Hoe verwerk ik dat bij de <strong>WOZ</strong>objecten?Antwoord:Indien een kadastraal perceel wordt gesplitst in kadastraleappartementen, krijgt ieder appartement een afzonderlijk nummer(A met een volgnummer). Meestal zal ieder appartement eenafzonderlijk <strong>WOZ</strong>-object vormen, zodat aan ieder <strong>WOZ</strong>-object dekadastrale appartementsaanduiding kan worden gekoppeld. Dekadastrale grondoppervlakte van het appartement zal nul zijn endat geldt dan ook voor de grondoppervlakte van het <strong>WOZ</strong>-object.Het oorspronkelijke kadastrale perceel (of kadastrale percelen)waarop de appartementen staan, blijft bestaan. Ditoorspronkelijke kadastrale perceel krijgt in het Kadaster eensluimerend karakter. Het is immers bijvoorbeeld niet meermogelijk dit perceel te verkopen. De afzonderlijkeappartementsrechten kunnen namelijk overgedragen worden.Het sluimerende <strong>WOZ</strong>-object dat in de <strong>WOZ</strong>-administratie wordtgebruikt om de ondergrond van de appartementen vast te leggen,wordt gekoppeld aan dit oorspronkelijke kadastrale perceel(perceelnummer met indexletter "G"). De naam "sluimerend<strong>WOZ</strong>-object" is ook afgeleid uit de terminologie die in door hetKadaster wordt gehanteerd. De grondoppervlakte van dit sluimerende<strong>WOZ</strong>-object is gelijk aan de kadastrale oppervlakte van hetonderliggende kadastrale perceel (of percelen).Op pagina 54 van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> staat ten onrechte vermeld datbij het vestigen van appartementsrechten het oorspronkelijkekadastrale perceel vervalt.56


5. DE KADASTRALE GEGEVENS5.4 Vragen met betrekking tot splitsing van kadastrale percelen45. Vraag: Een kadastraal perceel wordt gesplitst in deelpercelen, maar hetKadaster heeft de deelpercelen nog niet ingemeten. Hoe moet ikdeze splitsing verwerken in de <strong>gegevenslevering</strong> voor <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>?Antwoord:Wanneer een deel van een kadastraal perceel wordt verkocht,wordt het desbetreffende perceel direct bij de inschrijving van dieverkoop gesplitst. Deze splitsing geschiedt door handhaving vanhet oorspronkelijke kadastrale nummer met de toevoeging vaneen deelperceel nummer. Deze kadastrale aanduiding met deperceel-index-letter "D" en een volgnummer geldt als de officiëlekadastrale aanduiding, totdat het Kadaster de nieuwe gevormdepercelen definitief heeft ingemeten en een eigen perceelnummerheeft toegekend (met perceel-index-letter "G")Bij de inschrijving van deze deelpercelen, wordt door hetKadaster nog geen kadastrale oppervlakte aangegeven. Datbetekent dat de gemeente voor het bepalen van degrondoppervlakte van een <strong>WOZ</strong>-object voorlopig moet uitgaanvan een eigen inschatting of een eigen meting. Zodra door hetKadaster de meting is uitgevoerd dient de officiële kadastraleoppervlakte verwerkt te worden in de <strong>WOZ</strong>-administratie.Voorbeeld:- Een onroerende zaak wordt gevormd door een woning meteen groot perceel grond (2000 m 2 ). De eigenaar besluit eendeel van de grond (circa 500 m 2 ) te verkopen. Dit leidt tot devolgende veranderingen in registratie van gegevens:Uitgangssituatie:. <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 2000- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 600000. Kadastrale-identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 2000Na de splitsing ontstaan er twee kadastrale (deel) percelen entwee <strong>WOZ</strong>-objecten:57


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>. <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 1500- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 550000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- aanduiding: volledig (nieuw) postadres- grondoppervlakte: 500- gebruikscode: 40- code gebouwd/ong.: O- vastgestelde waarde 50000. Kadastrale-identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 1500en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 50046. Vraag: Het Kadaster heeft deelpercelen ingemeten. Welke gegevensmoeten in het kader van <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> nu aan de afnemers wordengeleverd?Antwoord:Na de inmeting krijgen de deelpercelen het definitieve kadastralenummer. Dit definitieve kadastrale nummer wordt door hetKadaster geleverd aan alle afnemers van kadastrale gegevens.Het is dan ook belangrijk dat het definitieve kadastrale nummerook gekoppeld wordt aan de <strong>WOZ</strong>-objecten. Daarbij vervalt dande koppeling met de (voorlopige) deelpercelen. Tevens kunnen erdoor de inmeting andere oppervlaktegevens aan het licht komen.Voorbeeld:- Een kadastraal perceel van 2000 m 2 is gesplitst in tweedeelpercelen. Deze deelpercelen waren gekoppeld aan twee<strong>WOZ</strong>-objecten. De deelpercelen zijn nu ingemeten en hebbeneen definitief perceelnummer gekregen. Het eerste perceelheeft een oppervlakte van 1450 m 2 en het tweede perceel van550 m 2 . De inmeting leidt tot de volgende verandering inregistratie van gegevens:Uitgangssituatie:58


5. DE KADASTRALE GEGEVENS. <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 1500- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 550000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- aanduiding: volledig (nieuw) postadres- grondoppervlakte: 500- gebruikscode: 40- code gebouwd/ong.: O- vastgestelde waarde 50000. Kadastrale-identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 1500en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 500En na de inmeting:. <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- aanduiding: volledig postadres- grondoppervlakte: 1450- gebruikscode: 10- code gebouwd/ong.: G- vastgestelde waarde 550000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- aanduiding: volledig (nieuw) postadres- grondoppervlakte: 550- gebruikscode: 40- code gebouwd/ong.: O- vastgestelde waarde 50000. Kadastrale-identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 9001 G 0000- toegekende oppervlakte: 1450en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 9002 G 0000- toegekende oppervlakte: 55059


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>60


6. DE IDENTIFICATIE EIGENAAR/GEBRUIKER6. DE IDENTIFICATIE EIGENAAR/GEBRUIKER6.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens over de relatietussen het <strong>WOZ</strong>-object en de subjecten geleverd moeten worden aan deafnemers. De definitie van elk van deze gegevens is in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>opgenomen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 38, 70]. De hoofdlijnen komen tot uitdrukkingin het gegevensrecord voor de entiteit "Identificatie eigenaar/gebruiker":Gegevensrecordspositielengtetypenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 60)3 - 14 12 N 01.01 <strong>WOZ</strong>-objectnummer15 - 24 10 N 01.10 A-nummer natuurlijk persoon25 - 33 9 N 01.20 SoFi-nummer34 - 34 1 A 41.10 Aanduiding eigenaar/gebruiker35 - 40 6 A 41.20 Zakelijk-rechtcode41 - 42 2 A 41.30 c.s.-code43 - 43 1 A 81.10 Mutatiecode44 - 51 8 D 81.20 Ingangsdatum52 - 59 8 D 81.30 Einddatum60 - 69 10 N 01.21 Aanvulling SoFi-nummer70 - 256 187 A Filler6.2 Vragen met betrekking tot de c.s.-code47. Vraag: Wanneer hanteer ik de aanduiding "cs" bij de levering vangegevens aan de afnemers?Antwoord:De aanduiding "cs" (staat voor "cum suis", betekent met dezijnen) wordt geleverd aan de afnemers, wanneer de gemeentedeze ook gebruikt voor het opleggen van de aanslag in deonroerende-zaakbelastingen. Door de aanduiding "cs" geeft degemeente aan dat de aanslag voor die onroerende zaak wordtopgelegd aan één persoon, maar dat er meer gelijkwaardigebelanghebbenden zijn.61


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>De aanduiding "cs" is niet nodig voor bijvoorbeeld gebruikers diein de vorm van een gezamenlijk huishouden een woning gebruiken.Daarvoor bepalen de Wet <strong>WOZ</strong> en de belastingwetten dathet gebruik door de leden van het huishouden wordt aangemerktals gebruik door een aangewezen lid van dat huishouden. Voorbijvoorbeeld studenten die gezamenlijk een onroerende zaakbewonen, zonder dat zij een huishouden vormen, is deaanduiding wel van belang, wanneer een belastingaanslag aanéén van hen wordt gericht.In het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is de opmerking gemaakt dat de aanduiding cumsuis ook op de <strong>WOZ</strong>-beschikking vermeld wordt. Dezevermelding op de <strong>WOZ</strong>-beschikking is echter niet nodig. DeWet <strong>WOZ</strong> biedt immers iedere belanghebbende bij eenonroerende zaak de mogelijkheid zelf een <strong>WOZ</strong>-beschikking opte vragen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 118].48. Vraag: Mag in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand de aanduiding "c.s." directachter de naam van de belanghebbende staan?Antwoord:Nee. In het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is er voor de aanduiding cum suis eenapart veld gedefinieerd in het "identificatie-eigenaar/gebruikerrecord".Daarmee is het mogelijk om bij één persoon aan tegeven dat deze voor de ene onroerende zaak tezamen metanderen belanghebbend is (c.s.: cum suis) en dat hij voor eenandere onroerende zaak de enige belanghebbende is.6.3 Vragen met betrekking tot de aanwijzing van belanghebbenden49. Vraag: Volgens het Kadaster zijn er meerdere eigenaren (of anderezakelijk gerechtigden). Krijgt elke eigenaar een <strong>WOZ</strong>beschikking?Antwoord:De gemeente neemt aan het begin van het tijdvak voor ééneigenaar (of andere zakelijk gerechtigde) van een onroerendezaak een beschikking (en eventueel een tweede <strong>WOZ</strong>beschikkingvoor de gebruiker). In artikel 24, vierde lid(toegevoegd bij Aanpassingswet Wet <strong>WOZ</strong>) staat hierover:"kan . . . indien er met betrekking tot een zelfde onroerendezaak meer dan één genothebbende krachtens eigendom, bezitof beperkt recht kan worden aangewezen, bekendmakingplaatsvinden aan één van hen."De mede-eigenaren die van de gemeente geen <strong>WOZ</strong>-beschikkingkrijgen, kunnen op basis van artikel 28 Wet <strong>WOZ</strong> wel verzoeken62


6. DE IDENTIFICATIE EIGENAAR/GEBRUIKERom een <strong>WOZ</strong>-beschikking. Er kunnen dus voor meerdereeigenaren van dezelfde onroerende zaak <strong>WOZ</strong>-beschikkingenworden genomen, maar alleen wanneer deze daarom verzochthebben.Ditzelfde geldt in situaties waar er meerdere gebruikers zijn vaneen onroerende zaak.50. Vraag: Welke eigenaar krijgt de <strong>WOZ</strong>-beschikking, indien er meerdereeigenaren zijn?Antwoord:Voor het bepalen welke eigenaar de <strong>WOZ</strong>-beschikking krijgt moetde gemeente beleidsregels opstellen. Ook in het verleden moestde gemeente reeds beschikken over beleidsregels voor deheffing van de onroerende-zaakbelastingen. Het is mogelijk datdeze regels nu van overeenkomstige toepassing wordenverklaard voor het nemen van de <strong>WOZ</strong>-beschikkingen. Naarverluidt is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bezig methet maken van model-beleidsregels terzake.63


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>64


7. DE WATERSCHAPSGRENS7. DE WATERSCHAPSGRENS7.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens met betrekkingtot de doorsnijding van een <strong>WOZ</strong>-object door een waterschapsgrensgeleverd moeten worden aan de afnemers.Voor een object dat doorsneden wordt door een waterschapsgrens wordtéén <strong>WOZ</strong>-beschikking genomen met een waarde voor het gehele object.Deze waarde wordt direct gebruikt voor bijvoorbeeld de onroerendezaakbelastingenen de rijksbelastingen. Omdat niet het gehele object inhet gebied van één waterschap ligt, kan niet de totale waarde wordengebruikt voor de heffing van de waterschapsomslag. Daarom moetbeoordeeld worden welk deel van de waarde valt binnen het gebied vanhet afnemende waterschap. De vastgestelde waarde zal daarvoor in twee(of meer delen) worden gesplitst voor elk van de waterschappen die dezeonroerende zaak in de heffing betrekken. De gemeente maakt dezeopsplitsing van de waarde en levert dit door middel van hetwaterschapsgrensrecord aan het desbetreffende waterschap. Hetwaterschap deelt deze opsplitsing mede aan de belastingplichtige,hetgeen betekent dat een bezwaar tegen deze opsplitsing van devastgestelde waarde ingediend moet worden bij het waterschap.De definitie van elk van de gegevens in het waterschapsgrensrecord is inhet <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> opgenomen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 39, 72]. De hoofdlijnen komentot uitdrukking in het gegevensrecord voor de entiteit"Waterschapsgrens":Gegevensrecordspositietypelengtenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 70)3 - 14 12 N 01.01 <strong>WOZ</strong>-objectnummer15 - 25 11 N 15.10 Vastgestelde waarde26 - 29 4 N 71.10 Code afnemer30 - 30 1 A 81.10 Mutatiecode31 - 38 8 D 81.20 Ingangsdatum39 - 46 8 D 81.30 Einddatum47 - 256 210 A Filler65


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>7.2 Vragen met betrekking tot splitsen <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>-bestand51. Vraag: Een gemeente ligt in het gebied van meerdere waterschappen.Welke gegevens moet ik aan welk waterschap leveren?Antwoord:De Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gaat ervan uit dat de gemeente bij iedere<strong>gegevenslevering</strong> twee <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestanden aanmaakt.Eén voor het waterschap en één voor de Belastingdienst. In eensituatie dat een gedeelte van de gemeente ligt in het enewaterschap en een ander deel in een ander waterschap, zijn erdus twee (of soms zelfs meerdere) waterschappenbelanghebbend bij de gegevens.Wanneer meerdere waterschappen de gegevens vanverschillende delen van de gemeente moeten ontvangen wordt infeite het leveringsbestand aan het waterschap gesplitst inmeerdere bestanden. In elk van die bestanden worden steeds dieonroerende zaken (met alle voor die onroerende zaken relevanteandere records) opgenomen die liggen in het gebied van datwaterschap. In de gemeentelijke administratie moet het daarommogelijk zijn om te selecteren welke onroerende zaken voorwelke waterschappen relevant zijn.7.3 Vragen met betrekking tot splitsen waarde <strong>WOZ</strong>-object52. Vraag: De waterschapsgrens loopt door een <strong>WOZ</strong>-object. Wat betekentdit voor de vastgestelde waarde.Antwoord:Het kan zijn dat een grens tussen twee waterschappen preciesdoor een onroerende zaak loopt. In dat geval moet de gemeenteaangeven welk deel van de waarde valt binnen het gebied vanhet ene waterschap en welk deel in het gebied van het anderewaterschap. Er wordt voor een dergelijke onroerende zaak eenwaarde bij <strong>WOZ</strong>-beschikking vastgesteld voor de geheleonroerende zaak. Het gemaakte onderscheid in de waarde wordtin het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> tot uitdrukking gebracht in het"waterschapsgrens record". De waterschappen maken doormiddel van de aanslag waterschapsomslag gebouwd hetgemaakte onderscheid bekend aan de belastingplichtige [zie<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 72].66


7. DE WATERSCHAPSGRENS53. Vraag: De waterschapsgrens loopt door een <strong>WOZ</strong>-object. Welkegegevens moet ik aan welk waterschap leveren?Antwoord:Indien een waterschapsgrens door een onroerende zaak loopt,leggen twee waterschappen een waterschapsomslag gebouwdop, elk voor het deel van de waarde dat in het gebied van hetdesbetreffende waterschap ligt. Om het opleggen van eenaanslag mogelijk te maken, moeten beide waterschappenbeschikken over de gegevens over een dergelijk <strong>WOZ</strong>-object(inclusief subjectgegevens, kadastrale gegevens etcetera). Degegevens over een dergelijke onroerende zaak moeten dusworden opgenomen in beide leveringsbestanden voor elk van debetrokken waterschappen.67


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>68


8. DE BESCHIKKING8. DE BESCHIKKING8.1 GegevensrecordIn de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is aangegeven welke gegevens met betrekkingtot de status van de <strong>WOZ</strong>-beschikking geleverd moeten worden aan deafnemers. De definitie van elk van deze gegevens is in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>opgenomen [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 40, 73]. De hoofdlijnen komen tot uitdrukkingin het gegevensrecord voor de entiteit "Beschikking":Gegevensrecordspositietypelengtenummernaam gegeven1 - 2 2 N 93.10 Recordidentificatiecode (= 80)3 - 14 12 N 01.01 <strong>WOZ</strong>-objectnummer15 - 22 8 D 15.20 Waardepeildatum23 - 24 2 N 21.10 Volgnummer beschikking25 - 26 2 N 22.10 Code status beschikking27 - 27 1 A 81.10 Mutatiecode28 - 35 8 D 81.20 Ingangsdatum36 - 43 8 D 81.30 Einddatum44 - 256 213 A Filler8.2 Vragen met betrekking tot wanneer beschikkingsrecord wordtgeleverd54. Vraag: Welke gegevens worden geleverd, wanneer eenbelanghebbende bezwaar maakt?Antwoord:Indien een belanghebbende bezwaar maakt, verandert er nogniets aan de inhoudelijke gegevens over de vastgestelde waarde.Alleen de "status" van de <strong>WOZ</strong>-beschikking verandert. Het isnamelijk mogelijk dat door de uitspraak op het bezwaarschrift ereen inhoudelijke wijziging gaat optreden.Het indienen van een bezwaarschrift door een belanghebbendeleidt dus tot het leveren van een beschikkingsrecord. In ditbeschikkingsrecord staat aangegeven voor welk <strong>WOZ</strong>-object hetbezwaar is ingediend. Tevens is aangegeven of het bezwaar69


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>afkomstig is van de eigenaar of de gebruiker. Dit laatste blijkt uithet volgnummer beschikking (1 voor eigenaar, 2 voor gebruiker).Tevens blijkt uit het beschikkingsrecord op welk moment hetbezwaar is ingediend [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 113, 114 en 153].55. Vraag: Welke gegevens worden geleverd, wanneer bij uitspraak inbezwaar of beroep de waarde ongewijzigd blijft?Antwoord:Wanneer bij uitspraak de waarde ongewijzigd blijft, verandert erniets aan de inhoudelijke gegevens. Alleen de status van de<strong>WOZ</strong>-beschikking is veranderd. Na uitspraak in bezwaar is nogberoep mogelijk en na uitspraak in beroep is nog cassatiemogelijk.De uitspraak in bezwaar of beroep, waarbij de inhoud van de<strong>WOZ</strong>-beschikking wordt bevestigd leidt dus tot het leveren vaneen beschikkingsrecord. In dit beschikkingsrecord staataangegeven voor welke onroerende zaak de uitspraak is gedaanen wanneer de uitspraak is gedaan [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 113, 114 en153].56. Vraag: Welke gegevens worden geleverd, wanneer bij uitspraak inbezwaar of beroep de waarde wordt gewijzigd?Antwoord:Wanneer bij uitspraak de waarde wijzigt of andere aspecten vande <strong>WOZ</strong>-beschikking wijziging ondergaan (bijvoorbeeld deobjectafbakening tot uitdrukking komend in de gekoppeldekadastrale percelen) verandert niet alleen de status van debeschikking, maar ook de inhoud van de beschikking.De gemeente levert na een dergelijke uitspraak aan de afnemersniet alleen een beschikkingsrecord, maar ook inhoudelijkegegevensrecords. Hierbij worden alleen die gegevensrecordsgeleverd waarin zich een wijziging heeft voorgedaan (was-wordtlevering).Indien bijvoorbeeld alleen de vastgestelde waarde isaangepast, wordt alleen een gewijzigd <strong>WOZ</strong>-objectrecordgeleverd. Indien ook de objectafbakening is gewijzigd, zullenbijvoorbeeld ook "kadastrale-identificatierecords" wordengeleverd [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 153].70


9. TECHNISCHE SPECIFICATIES9. TECHNISCHE SPECIFICATIES9.1 Vragen met betrekking tot de te gebruiken media57. Vraag: Welke media zijn toegestaan in het kader van de regeling<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>?Antwoord:In de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> staat welke media (tapes, diskettes)gebruikt mogen worden. De toegestane media zijn:. 3,5-inch diskette, MS-DOS compatible (1,44 Mb);. 3,5-inch diskette, IBM Standaardlabel;. Magneetcartridge (type 3480), IBM Standaardlabel;. Magneettape, IBM Standaardlabel, 1600 BPI;. Magneettape, IBM Standaardlabel, 6250 BPI.Andere media zijn niet toegestaan [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 145]. Eenuitzondering hierop vormt het op basis van schriftelijke afsprakenmet het waterschap gebruiken van een 8-mm tape .58. Vraag: Kan het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand ook worden aangeleverd opeen 8-mm tape?Antwoord:In de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> staat welke media (tapes, diskettes)gebruikt mogen worden. Het gebruik van 8-mm tapes is niettoegestaan. Veel gemeenten hebben gemeld dat zij in hetverleden 8-mm tapes gebruikt hebben om gegevens aan hetwaterschap te leveren. Het alternatief zou nu zijn om een (groot)aantal diskettes te versturen. Na overleg met de Unie van Waterschappenen de Belastingdienst is besloten dat, indien eengemeente en een waterschap schriftelijk zijn overeengekomeneen 8-mm tape te gebruiken, in dat geval ook aan deBelastingdienst een 8-mm tape gezonden mag worden. Inverband met het verstrekken van de noodzakelijke media, moetdit wel tevoren aan de Belastingdienst worden gemeld. De 8-mmtape wordt niet opgenomen in de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> en datbetekent dat een waterschap in de situatie dat aan de gemeentegeen schriftelijke toestemming is gegeven een 8-mm tape magweigeren.71


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>59. Vraag: Wat moet ik doen, wanneer het totale leveringsbestand te groot isvoor één diskette of voor één tape?Antwoord:Wanneer het gegevensbestand te groot is voor één diskette ofvoor één tape, moet het bestand gesplitst worden in meerderebestanden. Deze splitsing moet zodanig worden uitgevoerd datelk van de resulterende bestanden voldoet aan de technischeeisen. Dat betekent dat elk bestand begint met eenvoorlooprecord en daarna een stuurrecord. Elk bestand eindigtmet een telrecord en een sluitrecord, waarbij ook de gemaakte(totaal) tellingen betrekking hebben op de records die in datbestand staan. [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 146]60. Vraag: Mag ik, wanneer het totale leveringsbestand te groot is voor ééndiskette of voor één tape, het bestand ook comprimeren, zodathet wel past op één gegevensdrager of in ieder geval op mindergegevensdragers?Antwoord:Nee. Het comprimeren van bestanden (bijvoorbeeld met eenbackup-routine of ander comprimeerprogramma) is nooittoegestaan.9.2 Vragen met betrekking tot de recordscheiding61. Vraag: Worden de records in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestandgescheiden door CR/LF?Antwoord:In de recorddefinitie in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is geenCR/LF gedefinieerd. Volgens de regels is deze recordscheidingformeel niet toegestaan. Omdat echter in sommigebesturingssystemen het voorkomen dat de CR/LF in hetleveringsbestand wordt geschreven, tot problemen leidt, mag een<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand voorzien zijn van CR/LF. DezeCR/LF komt dan na het volledige record (dus op positie 257 en258).72


9. TECHNISCHE SPECIFICATIES9.3 Vragen met betrekking tot de tekenset62. Vraag: Wat betekent het gebruik van tekenset Latin5?Antwoord:De tekenset Latin5 komt overeen met de ASCII-tekenset voor denormale tekens (hoofdletters, kleine letters en cijfers). Detekenset Latin5 biedt echter de mogelijkheid om ook diacrieten(leestekens, zoals accenten en trema's) in de uitwisseling tegebruiken.In de definitie van de tekenset staat precies aangegeven welkediacrieten in het kader van het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gebruikt kunnen worden[zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 407].9.4 Vragen met betrekking tot facultatieve gegevens63. Vraag: Wanneer één of meer facultatieve gegevens worden geleverd,hoe moeten dan de lege velden gevuld worden?Antwoord:Volgens de Regeling <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> heeft elk record een vaste lengtevan 256 posities. Deze vaste lengte wordt bereikt door hetgebruik van een filler. Dit betekent dat het record altijd tot en metpositie 256 wordt aangevuld met spaties.Wanneer partijen afspraken maken over het leveren vanfacultatieve gegevens, betekent dit dat deze facultatievegegevens in de plaats van een gedeelte van de filler komen.Deze facultatieve gegevens kunnen ook numeriek zijn.Indien is afgesproken dat een bepaald facultatief gegeven wordtgeleverd dan kan er bij de verwerking van het bestand vanuitgegaan worden dat het desbetreffende veld altijd conform dedefinitie is gevuld. Dat betekent dat wanneer er afspraken zijngemaakt over de levering van een numeriek gegeven en datnumerieke gegeven is voor een bepaald record niet bekend ofniet relevant, dit gevuld wordt met nullen (aanduiding "leeg"numeriek veld) in plaats van met spaties (filler).Voorbeeld- Een gemeente en waterschap spreken af dat de gemeentenaast de verplichte gegevens ook het "Kamer-van-Koophandelnummer" en de "geboortedatum natuurlijkpersoon" leveren.Dit betekent dat de posities 201 - 212 respectievelijk 227 - 234in het "31"-record gevuld zullen worden met de desbetreffende73


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>gegevens. Indien deze gegevens niet bekend zijn (bijvoorbeeldbij alle natuurlijke personen is er geen Kamer-van-Koophandelnummer) dan worden deze posities gevuld metnullen.64. Vraag: Wat moet een afnemer doen, wanneer er in de facultatievegegevens fouten voorkomen?Antwoord:Het leveren van de verplichte gegevens in het kader van het<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> is een verplichting die voortvloeit uit de Wet <strong>WOZ</strong>.Indien deze gegevens niet worden geleverd of wanneer erfoutieve gegevens voorkomen, betekent dit dat de Wet <strong>WOZ</strong> nietcorrect wordt uitgevoerd.Het leveren van facultatieve gegevens gebeurt op basis vanafspraken tussen de partijen. Bij het maken van de afspraken,moet ook overlegd worden welke kwaliteit van de gegevensverwacht kan worden. Het kan zijn dat de gemeente heeft gemelddat alleen ongecontroleerde gegevens beschikbaar zijn. In eendergelijke situatie zal de afnemer waarmee die afspraak isgemaakt eventuele fouten (bijvoorbeeld een onwaarschijnlijkegeboortedatum) moeten accepteren. Indien er echter explicietafspraken zijn gemaakt over een goede kwaliteit van defacultatieve gegevens, dan kan een afnemer zich beroepen opdie afspraken.9.5 Vragen met betrekking tot de te verrichten tellingen65. Vraag: Hoe moet ik het aantal records tellen, wanneer het bestand isgesplitst over drie diskettes?Antwoord:Op elke diskette moet een bestand staan dat volledig voldoet aande <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> vereisten. Dit betekent dat op elke diskette ookgeëindigd wordt met een telrecord en een sluitrecord. In datsluitrecord staan de tellingen die betrekking hebben op diediskette en dus niet op de tellingen van het totale bestand.Voorbeeld- Een gemeente levert 500 kadastrale identificatierecords aan.Van deze 500 records staan er 300 op de tweede diskette en200 op de derde diskette. Achter de kadastrale identificatierecordsop de tweede diskette staat een telrecord met devermelding dat 300 gegevensrecords zijn geleverd en met de74


9. TECHNISCHE SPECIFICATIEStotaaltellingen die behoren bij die 300 records. Ook in hetsluitrecord van de tweede diskette wordt gemeld dat er 300records met code 40 zijn geleverd. Op de derde diskette staateen telrecord met de telling en de totaaltellingen voor deoverige 200 records.75


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>76


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING10.1 HoofdlijnenZodra de <strong>WOZ</strong>-beschikkingen zijn genomen worden de gegevens metbetrekking tot deze beschikkingen ook aan de afnemers geleverd. Datbetekent dat voor iedere onroerende zaak waarvoor een <strong>WOZ</strong>beschikkingwordt genomen ook gegevens worden geleverd aan deafnemers.Er worden meer gegevens geleverd aan de afnemers dan op de <strong>WOZ</strong>beschikkingstaan vermeld. Naast de inhoud van de <strong>WOZ</strong>-beschikkingvormen de kadastrale gegevens een belangrijk onderdeel van het<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand. Ook bijvoorbeeld het SoFi-nummer, degebruikscode en het onderscheid gebouwd/ongebouwd staan nietvermeld op de <strong>WOZ</strong>-beschikking, maar moeten wel worden geleverd aande afnemers. De afnemers hebben deze gegevens nodig om op basis vande in de <strong>WOZ</strong>-beschikking vastgestelde waarde belasting te kunnenheffen.In het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand worden ook gegevens met betrekkingtot meer objecten geleverd dan waarvoor <strong>WOZ</strong>-beschikkingen zijngenomen. De sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten vormen een categorie"objecten" die wel belangrijk zijn voor de <strong>gegevenslevering</strong> aan deafnemers, maar waarvoor nooit <strong>WOZ</strong>-beschikkingen genomen worden. Inde <strong>gegevenslevering</strong> worden ook reële objecten betrokken waarvoor(nog) geen <strong>WOZ</strong>-beschikking is genomen. Deze <strong>gegevenslevering</strong> is vanbelang om de afnemers te melden dat sprake is van een onroerendezaak, waarvan de afbakening nog niet volledig duidelijk is of waarvan noggeen waarde is vastgesteld. Door deze mededeling wordt een dergelijkobject ook bij de afnemers geblokkeerd. Zonder deze blokkeren gaan deafnemers ervan uit dat voor een dergelijk object geen beschikkinggenomen zal worden en dat betekent bijvoorbeeld bij het waterschap datdat object betrokken zal worden in de waterschapsomslag ongebouwd.De <strong>WOZ</strong>-beschikking geldt in beginsel voor vier jaar. Dat betekent dat inbeginsel ook de geleverde gegevens voor vier jaar gelden. Bij het beginvan die vier jaar wordt dus een volledig bestand geleverd. Bij elk van degegevens wordt gemeld dat deze gelden tot het begin van het nieuwetijdvak. Dat betekent dat voor alle gegevens in beginsel geldtingangsdatum 1 januari 1997 en einddatum 1 januari 2001.In de loop van het tijdvak treden mutaties op. Sommige mutaties zullenook leiden tot nieuwe <strong>WOZ</strong>-beschikkingen (al dan niet op verzoek vaneen belanghebbende). Deze nieuwe <strong>WOZ</strong>-beschikkingen wordennatuurlijk geleverd aan de afnemers. Ook andere mutaties worden in deloop van het tijdvak geleverd aan de afnemers. De gemeente brengt de77


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>afnemers bijvoorbeeld op de hoogte van alle nieuwe belanghebbenden(nieuwe eigenaren en nieuwe gebruikers) ook wanneer deze nieuwebelanghebbenden niet om een <strong>WOZ</strong>-beschikking hebben verzocht.Deze mutatiebestanden worden regelmatig geleverd aan de afnemers.Het mutatiebestand bij het begin van een kalenderjaar, niet zijnde hetbegin van een nieuw tijdvak, zal omvangrijker zijn dan anderemutatiebestanden, omdat een aantal wijzigingen (bijvoorbeeldwaardeveranderingen op basis van artikel 19) ingaan per 1 januari vaneen kalenderjaar. Ook bij het mutatiebestand dat aan het begin van hetkalenderjaar wordt verzonden, kan het weer van belang zijn om objectente blokkeren. Indien bijvoorbeeld een object gesplitst is, maar de tweenieuwe objecten zijn nog niet getaxeerd, moet het bestaande objectgeblokkeerd worden. Zonder deze blokkering gaan de afnemers ernamelijk vanuit dat de <strong>WOZ</strong>-beschikking nog geldt en zullenbelastingaanslagen opleggen.10.2 Vragen met betrekking tot tijdige <strong>gegevenslevering</strong>66. Vraag: Waarom moet de gemeente binnen acht weken na1 januari 1997 de gegevens aan waterschappen enBelastingdienst leveren?Antwoord:De verplichting tot het leveren van gegevens binnen acht wekenis vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening engegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken [zie<strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 17].Deze verplichting is opgenomen om de afnemers de mogelijkheidte geven ook vroeg in het jaar aanslagen op te leggen.10.3 Vragen met betrekking tot de volledigheid van het bestand67. Vraag: Moeten gegevens over ongebouwde percelen cultuurgrond ofover openbare wegen worden geleverd aan de afnemers enworden geregistreerd in de <strong>WOZ</strong>-administratie?Antwoord: Volgens het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening engegevensuitwisseling Wet <strong>WOZ</strong> registreert en levert degemeente gegevens over onroerende zaken die tenminste éénvan de afnemers betrekt in de heffing van een belasting naar dewaarde. De ongebouwde percelen die volgens de Uitvoeringsre-78


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERINGgeling uitgezonderde objecten Wet <strong>WOZ</strong> niet gewaardeerdbehoeven te worden (bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond,natuurterreinen en openbare wegen) behoeven dus ook nietgeleverd te worden aan de afnemers (zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> pag. 147).Overigens is het verstandig om deze ongebouwde objecten welop te nemen in de <strong>WOZ</strong>-administratie of in de relatie tussen<strong>WOZ</strong>-administratie en kadastrale administratie. Dat maakt eenvolledigheidscontrole veel eenvoudiger. Deze is van belang omde kwaliteit in het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> te beheersen. De gemeentelijkeaccountant zal zich ook een oordeel moeten vormenover de volledigheid van de belastingadministratie.Het betrekken van de ongebouwde percelen in de registratiebetekent dat wordt vastgelegd waarom geen waardering en<strong>gegevenslevering</strong> nodig is (bijvoorbeeld aanduiding openbareweg).68. Vraag: Hoe kan een gemeente controleren of de registratie volledig is?Antwoord:Er zijn verschillende mogelijkheden om de volledigheid van de<strong>WOZ</strong>-administratie te controleren. De twee belangrijkstemogelijkheden zijn de vergelijking van de <strong>WOZ</strong>-administratie meteen centraal adressenbestand. Elke officieel adres in degemeente moet te relateren zijn aan een <strong>WOZ</strong>-object. Het isdaarbij wel mogelijk dat aan één <strong>WOZ</strong>-object meerdere officiëleadressen hangen.Een tweede mogelijkheid is de vergelijking met de volledigekadastrale administratie. In beginsel moet elk kadastraal perceelgekoppeld zijn aan een <strong>WOZ</strong>-object. Alleen wanneer metzekerheid is vastgesteld dat het kadastrale perceel betrekkingheeft op eigendommen waarvan de waarde bij dewaardebepaling buiten aanmerking blijft (bijvoorbeeld openbarewegen of losse percelen bedrijfsmatig geëxploiteerdecultuurgrond) behoeft geen <strong>WOZ</strong>-object geleverd te worden aande afnemers. Bij de vergelijking van de <strong>WOZ</strong>-administratie en dekadastrale administratie worden niet alleen de objectenvergeleken, maar ook de bijbehorende oppervlaktegegevens.Daarmee is het ook mogelijk om te controleren of niet delen vankadastrale percelen ten onrechte buiten de <strong>WOZ</strong>-administratiezijn gebleven.69. Vraag: Hoe wordt gecontroleerd dat alle gegevens uit de registratie inhet <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> leveringsbestand zijn verwerkt?79


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Antwoord:De gebruikte softwaresystemen moeten waarborgen dat allegegevens uit de administratie ook in het leveringsbestand terechtkomen. Dit is echter ook vaak gemakkelijk te controleren aan dehand van de telrecords en het sluitrecord in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>leveringsbestand. In beginsel moeten bij een initiële levering(bijvoorbeeld de levering begin 1997) alle <strong>WOZ</strong>-objecten geleverdworden. Het aantal getelde <strong>WOZ</strong>-objectrecords moet dusovereenkomen met het aantal <strong>WOZ</strong>-objecten in de <strong>WOZ</strong>administratie.Hierbij moet rekening gehouden worden met hetfeit dat ook de sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten in het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>bestand worden meegeteld.Op dezelfde wijze kan bijvoorbeeld ook het aantal subjectengecontroleerd worden.10.4 Vragen met betrekking tot het blokkeren van objecten70. Vraag: Wat moet ik aan de afnemers leveren, wanneer enkele taxatiesnog niet gereed zijn?Antwoord:Voor de meeste onroerende zaken is het tijdig nemen van <strong>WOZ</strong>beschikkingengeen probleem. Vlak voor de waardepeildatumkunnen echter mutaties optreden, waardoor nieuwe objectenafgebakend en/of getaxeerd moeten worden. Voor deze (nieuwe)objecten is het binnen acht weken nemen van een <strong>WOZ</strong>-beschikkingsoms niet haalbaar.Het later nemen van <strong>WOZ</strong>-beschikkingen heeft gevolgen voor de<strong>gegevenslevering</strong>. Indien binnen acht weken geen beschikking isgenomen, kan het waterschap besluiten tot het opleggen van eenaanslag omslag ongebouwd. Daarom zal de gemeente objectenwaarvan de waardebepaling of de objectafbakening nog nietgereed is, moeten "blokkeren".Door aan de afnemers een <strong>WOZ</strong>-object te leveren met daaraangekoppeld de kadastrale percelen die betrokken zijn bij de onroerendezaak (zaken) die nog niet gewaardeerd is, wordtvoorkomen dat een aanslag omslag ongebouwd wordt opgelegd.Door aan dit "voorlopige" <strong>WOZ</strong>-object de vastgestelde waarde nulte geven wordt voorkomen dat een andere aanslag wordtopgelegd. De afnemers weten dan dat zij later nog naderegegevens zullen krijgen. Het "voorlopige" object wordt later vervangendoor één of meer definitieve <strong>WOZ</strong>-objecten.80


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING10.5 Vragen met betrekking tot initieel bestand en mutatiebestanden71. Vraag: Wanneer moet een totaalbestand worden geleverd?Antwoord:In beginsel wordt er steeds eenmaal per vier jaar een initieelbestand geleverd. Gedurende het tijdvak wordenmutatiebestanden geleverd. Het kan zijn dat afnemers in de loopvan een tijdvak toch graag een initieel bestand willen ontvangen(bijvoorbeeld omdat de afnemer op een ander systeem overgaatof omdat de gemeente betrokken is bij een gemeentelijkeherindeling en daardoor bijna alle records wel een wijzigingondergaan (alle <strong>WOZ</strong>-objectnummers en alle aanvullingen SoFinummerwijzigen in verband met de nieuwe gemeentecode). Hetin de loop van het tijdvak uitwisselen van een initieel bestand inplaats van een mutatiebestand of in aanvulling op eenmutatiebestand gebeurt op basis van tussen de partijengemaakte afspraken.72. Vraag: Wanneer moeten mutatiebestanden worden geleverd?Antwoord:In ieder geval moet steeds binnen acht weken na het begin vaneen nieuw kalenderjaar een mutatiebestand worden geleverd(tenzij sprake is van het eerste jaar van een tijdvak, want danwordt een initieel bestand geleverd). Met het mutatiebestandworden alle gegevens met betrekking tot nieuwe eigenaren ennieuwe gebruikers geleverd. Ook waardeveranderingen inverband met de toepassing van artikel 19 worden met dit bestandgeleverd (of als de taxatie of de objectafbakening nog niet gereedis, vindt in ieder geval blokkering van de betrokken onroerendezaken plaats).Daarnaast worden in de loop van het jaar nieuwe beschikkingengenomen en worden uitspraken gedaan in bijvoorbeeldbezwaarprocedures. Met betrekking tot de <strong>WOZ</strong>-beschikkingendie in de loop van het tijdvak worden genomen en met betrekkingtot uitspraken op bijvoorbeeld bezwaar, bepaalt hetUitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisselingWet waardering onroerende zaken dat de daarop betrekkinghebbende gegevens binnen vier weken aan de afnemersgeleverd moeten worden. Dit betekent dat in de periode waarinbijvoorbeeld bezwaarschriften worden afgedaan, circa eenmaalper maand een mutatiebestand aan de afnemers geleverd zalworden. Bij grotere gemeenten zullen er in elke periode welenkele <strong>WOZ</strong>-beschikkingen worden genomen ofbezwaarschriften of beroepsprocedures worden afgedaan. Dat81


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>betekent dat permanent circa eenmaal per maand eenmutatiebestand voor de afnemers vervaardigd zal worden.73. Vraag: Kan reeds van tevoren een planning worden gemaakt van demutatiebestanden en kunnen hierover ook afspraken wordengemaakt met de afnemers?Antwoord:Het leveren van mutatiebestanden is gekoppeld aan het nemenvan <strong>WOZ</strong>-beschikkingen op verzoek en het afhandelen vanbezwaar-of beroepsprocedures. Deze activiteiten zijn nauwelijksvan tevoren in te plannen. De afnemers kunnen er op rekenendat zij circa eenmaal per maand gegevens van de gemeentenzullen krijgen. Deze <strong>gegevenslevering</strong> betreft echter een meestalbeperkt aantal mutaties. Het mutatiebestand aan het begin vaneen kalenderjaar zal echter veel groter zijn, omdat hierin ook degegevens van alle nieuwe eigenaren en gebruikers zijn verwerkten de nieuwe taxaties in het kader van artikel 19 van deWet <strong>WOZ</strong>. De initiële levering aan het begin van het tijdvak ishet meest omvangrijke bestand.10.6 Vragen met betrekking tot terugmelden van problemen74. Vraag: Wat moet een afnemer doen wanneer het <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>-bestand nietverwerkbaar is?Antwoord:Op de eerste plaats moet vastgesteld worden of het probleemveroorzaakt wordt door het systeem van de afnemer of doordathet leveringsbestand niet voldoet aan de eisen in het kader vanhet <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>. Om te controleren of het leveringsbestand voldoetkan de gemeente gevraagd worden naar de resultaten van detoetsing van het proefbestand. Op het moment dat hetleveringsbestand niet voldoet, kan het bestand het best volledigworden geretourneerd aan de gemeente. De gemeente moet danwel een aan de eisen voldoend leveringsbestand vervaardigen.Het toch proberen te verwerken van het leveringsbestand kanertoe leiden dat latere mutatieleveringen niet goed aansluiten opde gegevens die de afnemer uit het "niet correcte"leveringsbestand heeft afgeleid.82


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING75. Vraag: Wat moet een afnemer doen wanneer er inhoudelijke verschillenworden geconstateerd?Antwoord:De verwerking van de <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong> gegevens in de administratievan de afnemers zal vaak leiden tot een uitvallijst. De wijzewaarop over deze uitval wordt overlegd met de gemeente zalafhankelijk zijn van de omvang en de aard van de uitval. Indienblijkt dat zich bij bijna alle objecten een probleem voordoet(bijvoorbeeld een bepaald gegeven is niet gevuld) is het wellichthet best om het leveringsbestand volledig te retourneren.Wanneer het slechts enkele objecten betreft kan de uitvallijsttelefonisch of schriftelijk aan de gemeente ter beschikking gesteldworden, zodat de gemeente eventuele fouten kan opsporen,corrigeren en aan (beide) afnemers kan leveren in de vorm vaneen mutatiebestand.10.7 Vragen met betrekking tot mutaties en de drempels in artikel 1976. Vraag: Welke gegevens moet ik leveren wanneer een onroerende zaakis verbouwd, hetgeen leidt tot een waardeverandering boven dedrempel van artikel 19?Antwoord:Een woning wordt in de loop van 1997 verbouwd. Begin 1997 iseen waarde vastgesteld van / 250.000. Voor de verbouwing iseen bouwvergunning aangevraagd. Volgens de bouwvergunningbedraagt de investering ongeveer / 40.000. Naar aanleiding vandeze bouwvergunning laat de gemeente de woning eind 1997opnieuw taxeren. De taxateur schat de waarde na de verbouwingop / 280.000. Dat is een waardevermeerdering van meer dan 5%en meer dan / 25.000. De waardeverandering is dus groter dande drempel uit artikel 19 en dat betekent dat de gemeente begin1998 een nieuwe <strong>WOZ</strong>-beschikking zal nemen. Begin 1998worden ook nieuwe gegevens aan de afnemers geleverd. Alleende vastgestelde waarde verandert, dus er wordt alleen een nieuw<strong>WOZ</strong>-objectrecord geleverd. De gegevens met betrekking tot deidentificatie eigenaar/gebruiker en de kadastrale identificatieblijven van kracht [zie <strong>Stuf</strong>-<strong>WOZ</strong>: 153].VoorbeeldWaardeverandering van / 250.000 naar / 280.000.Oude <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 25000083


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>Nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 280000.77. Vraag: Welke gegevens moet ik leveren wanneer een onroerende zaakis verbouwd, maar de waardeverandering nog niet bekend is?Antwoord:Een woning wordt eind 1997 verbouwd. Begin 1997 is eenwaarde vastgesteld van / 250.000. Voor de verbouwing is eenbouwvergunning aangevraagd met een geschatte investering vanongeveer / 40.000. De verbouwing is eind 1997 gereed. Hetblijkt niet mogelijk om binnen acht weken na 1 januari 1998 eennieuwe taxatie gereed te hebben. De taxatie is pas in de loop vanmaart 1998 beschikbaar. Daarom zal de gemeente in het eerstemutatiebestand in 1998 dit object "blokkeren". Zodra de taxatiebeschikbaar is, wordt het resultaat gemeld aan de afnemers:Voorbeelden:- Waardeverandering van / 250.000 naar / 280.000 blijkt inmaart 1998.Oude <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 250000"Blokkering" <strong>WOZ</strong>-object begin 1998:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 0Nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecord in maart 1998:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 280000.- Waardeverandering van / 250.000 naar / 270.000 blijkt inmaart 1998. Omdat deze waardeverandering onder dedrempel van / 25.000 blijft, blijft de oorspronkelijke waardegelden.Oude <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 250000"Blokkering" <strong>WOZ</strong>-object begin 1998:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 0Nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecord in maart 1998:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- vastgestelde waarde 250000.84


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING78. Vraag: Welke gegevens moet ik leveren wanneer een deel van eenonroerende zaak gaat behoren tot een andere onroerende zaak?Antwoord:Twee naast elkaar gelegen woningen hebben elk eenkaveloppervlakte van 400 m 2 . Door een verkoop van 100 m 2ontstaan een <strong>WOZ</strong>-object met 300 m 2 grond en één met 500 m 2 .Deze verkoop leidt tot de vorming van twee kadastraledeelpercelen. Het ene deelperceel (300 m 2 ) wordt gekoppeld aanhet eerste <strong>WOZ</strong>-object. Het tweede deelperceel (100 m 2 ) wordttezamen met het bestaande perceel van 400 m 2 gekoppeld aanhet tweede <strong>WOZ</strong>-object.Voorbeeld:- Verkoop van 100m 2 aan buurman. Eerste woning vermindert inwaarde van / 300.000 naar / 280.000. Tweede woning stijgt inwaarde van / 300.000 naar / 325.000.. oude <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 400- vastgestelde waarde 300000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- grondoppervlakte: 400- vastgestelde waarde 300000oude kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 400en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 400. nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 300- vastgestelde waarde 280000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- grondoppervlakte: 500- vastgestelde waarde 325000nieuwe kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 300en85


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 400- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 100.Indien de waardeverandering bij elk van deze objecten benedende drempel van 5% blijft heeft deze mutatie geen gevolgen voorde vastgestelde waarde.Voorbeeld:- Verkoop van 100m 2 aan buurman. Eerste woning vermindert inwaarde van / 300.000 naar / 290.000. Tweede woning stijgt inwaarde van / 300.000 naar / 310.000. Dit betekent dat ergezien de drempel van artikel 19 geen nieuwe waardenworden vastgesteld. Alleen de kadastrale identificatie moetworden bijgewerkt.. oude kadastrale identificatierecords- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 400en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 400. nieuwe kadastrale identificatierecords- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0001- toegekende oppervlakte: 300en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 400- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 D 0002- toegekende oppervlakte: 100.86


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING79. Vraag: Welke gegevens moet ik leveren wanneer van een groot <strong>WOZ</strong>objecteen klein object wordt afgesplitst?Antwoord:Van een grote industriële installatie met een vastgestelde waardevan / 100 miljoen wordt in de loop van 1997 een kantineafgesplitst als zelfstandig object, omdat deze door een externeexploitant beheerd wordt. De waarde van de kantine is / 200.000.Deze kantine wordt een zelfstandig object. Voor de kantine wordteen <strong>WOZ</strong>-beschikking genomen. De waarde van het industriëlecomplex verandert slechts marginaal en deze waardeveranderingis minder dan de drempel van artikel 19. De waarde van hetindustriële complex verandert niet. Aan de afnemers wordt duséén nieuw <strong>WOZ</strong>-object geleverd en de grondoppervlakte en dekadastrale identificatie van het bestaande <strong>WOZ</strong>-object (deindustriële installatie) verandert.Voorbeelden:- Extern bedrijf gaat de kantine van groot industrieel complexbeheren. Er ontstaat een volledig nieuw object en enkelegegevens van het industriële complex wijzigen. De waarde ende <strong>WOZ</strong>-beschikking van het industriële complex wijzigen niet.. oude <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 20000- vastgestelde waarde 100000000oude kadastrale identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 20000. nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 19500- vastgestelde waarde 100000000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- grondoppervlakte: 500- vastgestelde waarde 200000nieuwe kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 19500en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 50087


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>- Extern bedrijf gaat de kantine van groot industrieel complexbeheren. Deze kantine kan, omdat deze op de vierde etage isgelegen, niet zelfstandig aan een kadastraal perceel wordengekoppeld. Daarom wordt een sluimerend <strong>WOZ</strong>-objectgevormd.. oude <strong>WOZ</strong>-objectrecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 20000- gebruikscode: 30- vastgestelde waarde 100000000oude kadastrale identificatierecord:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 20000. nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 30- vastgestelde waarde 100000000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- grondoppervlakte: 0- gebruikscode: 30- vastgestelde waarde 200000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000003- grondoppervlakte: 20000- gebruikscode: 90- vastgestelde waarde 0nieuwe kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 0en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000003- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 20000.88


10. PROCEDURE GEGEVENSLEVERING80. Vraag: Welke gegevens moet ik leveren wanneer een kleine onroerendezaak opgaat in een grote onroerende zaak?Antwoord:De eigenaar van een industrieel complex koopt het naast gelegenperceel bestaande uit braakliggend terrein. Dit terrein wasdaarvoor een zelfstandige onroerende zaak met een waarde van/ 200.000. Door deze koop ontstaat een nieuwe onroerende zaakin het kader van de Wet <strong>WOZ</strong> (een nieuw samenstel). Omdat dewaarde van deze nieuwe onroerende zaak nauwelijks hoger isdan van het oude industriële complex, blijft de <strong>WOZ</strong>-beschikkingvoor de oude installatie gelden. Wel moet aan de afnemersgemeld worden dat zich een wijziging heeft voorgedaan metbetrekking tot de subjecten en dat het terrein niet langer eenzelfstandige onroerende zaak is.Voorbeeld:- Een braakliggend terrein wordt door aankoop bij eenindustrieel complex gevoegd. Dit leidt voor het nieuwe complexniet tot een nieuwe <strong>WOZ</strong>-beschikking. Wel eindigt degeldigheid van de oude <strong>WOZ</strong>-beschikking van hetbraakliggend terrein. Ook moeten nieuwe gegevens wordengeleverd over de belanghebbenden en de gekoppeldekadastrale percelen.. oude <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 20000- vastgestelde waarde 100000000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- grondoppervlakte: 200- vastgestelde waarde 200000oude kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 20000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 200oude identificatie-eigenaar/gebruiker-records:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- SoFi-nummer: 00000000289


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>. nieuwe <strong>WOZ</strong>-objectrecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- grondoppervlakte: 20200- vastgestelde waarde 100000000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- mutatiecode: Vnieuwe kadastrale identificatierecords:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1015 G 0000- toegekende oppervlakte: 20000en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000001- kadastrale aanduiding: GRA01 AA 1016 G 0000- toegekende oppervlakte: 200en- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- mutatiecode: Vnieuwe identificatie-eigenaar/gebruiker-records:- <strong>WOZ</strong>-objectnummer: 051800000002- mutatiecode: VDe belanghebbende van het industriële complex verandertniet, dus hierover worden geen nieuwe gegevens geleverd.90


11. TREFWOORDENREGISTER OP DE VRAGEN11. TREFWOORDENREGISTER OP DE VRAGENAAdresaanvulling huisnummer vraag 5lokatieomschrijving vraag 6meerdere adressen vraag 9romeinse cijfers vraag 4sluimerend <strong>WOZ</strong>-object vraag 27uniek adres vraag 5Afstemming bestanden vraag 10BBedrijfsverzamelgebouwen vraag 20Bestanden waterschap vraag 10Bezwaar vraag 54uitspraak vraag 55, 56Blokkeren objecten vraag 70Boerderij vraag 12, 14Boven- en benedenwoningen vraag 21Braakliggend terrein vraag 25Buitenlands adres vraag 42, 43CComprimeren leveringsbestand vraag 60CR/LF vraag 61CS-code vraag 47, 48EEengezinswoningen vraag 19Eenmanszaak vraag 39Erven vraag 36FFacultatieve gegevensfouten vraag 64lege velden vraag 63Fi-nummers niet-natuurlijke personen vraag 30, 3191


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>GGebouwd/ongebouwddefinitie vraag 13boerderij vraag 14Gebruikscode vraag 11definities vraag 12Gemeentelijke herindeling vraag 3, 35KKadastraal appartement vraag 44Kadastraal perceelinmeting vraag 46splitsing vraag 23, 45Kamer van Koophandel vraag 38LLandnamen vraag 43Latin5 vraag 62Lokatieomschrijving vraag 6, 7MMedia vraag 57meerdere diskettes vraag 59Meerdere adressen vraag 9Meerdere eigenaren vraag 49, 50Meerdere waterschappen vraag 51, 52, 53Meergezinswoningen vraag 18Mutatiebestand vraag 72planning vraag 73Mutatiesdrempel artikel vraag 77 t/m 80objectafbakening vraag 78, 79, 80verbouwing vraag 76, 77NNaamgegevens niet-natuurlijke personen vraag 38Natuurlijke personen versus niet-natuurlijke personen vraag 34Niet gereed vraag 70Niet-woningendefinitie vraag 12OObjectafbakening vraag 78, 79, 80Openbare weg vraag 24Overleden belanghebbende vraag 3692


11. TREFWOORDENREGISTER OP DE VRAGENPPostbusnummer vraag 40, 41Postcode vraag 8Problemenbestand niet verwerkbaar vraag 74inhoudelijke verschillen vraag 75RRecordscheiding vraag 61Romeinse cijfers vraag 4SSluimerend <strong>WOZ</strong>-objectadres vraag 27bedrijfsverzamelgebouwen vraag 20boven-en benedenwoningen vraag 21braakliggend terrein vraag 25eengezinswoningen vraag 19kadastraal appartement vraag 44meergezinswoningen vraag 18openbare weg vraag 24splitsing kadastraal perceel vraag 23woonwinkelpanden vraag 22<strong>WOZ</strong>-objectnummers vraag 26SoFi-nummersaanvulling vraag 35buiten gemeente woonachtig vraag 28buitenland vraag 29niet-natuurlijke personen vraag 30onbekend vraag 31, 32, 33TTape8-mm tape vraag 58Tellingenmeerdere media vraag 65Tijdigheid gegevens vraag 66Totaalbestand vraag 71UUitspraak in bezwaar vraag 55, 5693


VRAAGBAAK GEGEVENSLEVERING STUF-<strong>WOZ</strong>VVastgestelde waardeafronding vraag 16gelijk aan nul vraag 15Volledigheid bestand vraag 67, 68, 69Voorletters belanghebbende vraag 37WWaardepeildatum vraag 17Waterschapsgrens vraag 51splitsing vastgestelde waarde vraag 52Waterschapwelke gegevens bij meerdere waterschappen vraag 53Woningendefinitie vraag 12Woonwinkelpanden vraag 22<strong>WOZ</strong>-objectenblokkeren vraag 70<strong>WOZ</strong>-objectnummergemeentelijke herindeling vraag 3nieuw vraag 1opnieuw gebruiken vraag 2sluimerende <strong>WOZ</strong>-objecten vraag 2694

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!