1995 afl.lHet Land Van Herleadvokaat Rasquin uit Heerlen, die daarvoor30 pattacons zou ontvangen.Opnieuw maakte Willem Fransseneen aanvulling op zijn testament, en welop 17 september. Hij gebruikte daarvoorhetzelfde papier als op 7 september. Hijschreef wat lager: "Item begeere oock,dat mij neeff Peter Franssen sal hebbenmijne sackure" (zakhorloge). Vervolgensschreef hij nog iets op, wat niet helemaalte begrijpen is, omdat niet duidelijk is opwie dit slaat. Hij beschikte: "En belastemijne erffgenaemen dat het noodichonderhout sullen besorgen en haer oockla eten begraeven". Ook deze tekst wasondertekend.AfwikkelingOp 5 oktober 1733 kwamen de naastebloedverwanten van de inmiddels overledenWillem Franssen met notarisL' Allemand bijeen en reikten hem debovengenoemde stukken aan. Het warenjuffrouw Catharina Elisabeth Franssen,weduwe van sieur (de heer) Miehiel Canisius,sieur Petrus Gerardus Franssen,sieur Matthias Wilhelmus de Valzolio, deheer Joannes Wilhelmus Franssen, MariaFranssen, Sibilla Franssen en de eerwaardeheer Jacobus de Valzolio. Denotaris Jas vervolgens de stukken voornadat hij had vastgesteld dat deze "sonderlesie, laceratie, cancellatie ofte sonderbedrog ende in sijne totaele forme"waren, dat wil zeggen ongeschonden 5 •De notaris had eerder, op 25 augustus, alkennis genomen van een brief vanoctrooi van de Souvereine Raad in Brussel,gedateerd 19 augustus, waarin toestemmingwerd verleend aan WillemFranssen om zijn leengoederen, allodialegoederen en andere bezittingen bij testamentte vermaken, wat in dit geval kennelijknodig was. De afwikkeling konbeginnen.Rest slechts te vermelden dat op 17april 1734 alle genoemde stukken werdenaangeboden aan de leenmannen enschepenen van het leenhof en markizaatHoensbroek ter realisatie, dat wil zeggenbevestiging via registratie, hetgeengeschieddé. De authentieke kopie vanhet testament was toen, blijkens eenpostscriptum onder die akte, in handenvan Joannes Wilhelmus Franssen, dietoen de nieuwe schout was.22·Noten:1. Als bijlage is afgedrukt een schematisch overzichtvan zijn familie, vervaardigd door de genealoogA. Patelski, waarvoor ik hem graagdank zeg. Hoewel Willem Franssen zijn naamzelf met één 's' schrijft, houd ik in dit artikelde schrijfwijze met tweemaal 's' aan.2. Zie een artikel van P.A.H.M. Peeters overTerlinden in: LvH 6 (1956) 25-31.3. In het artikel van Peeters wordt vermeld datWillem Franssen Terlinden in 1702 kocht.Daarin wordt ook gewezen op een vergissingvan Slanghen in 'Het markgraafschaf Hoensbroeckenz', blz. 64, waar gesteld wordt dathet goed na de dood van Willem Franssen inhanden kwam van een familie met een anderenaam. Peeters zelf veronderstelde al datTerlinden van Willem Franssen zou zijn overgegaanop een andere schout uit dezelfde familie.4. Ik veronderstel, dat dit dezelfde is als een derkleinkinderen van zijn zuster Catharina, hoewelhij hier neef en niet achterneef wordt genoemd.5. Sonder lesie, lacratie, cancellatie = zonder beschadiging,scheuren, doorhaling.6. De tekst van alle gebruikte akten bij deze realisatiewerd aangetroffen in het archief van deleenmannen en schepenen van het leenhof enmarkiezaat Hoensbroek. Zie: RAL, LvO,inv.no. 1673 (akten 1727-1 743).
Het Land Van HerleJACOB KEPPELSKIND VAN EEN JOODSE VADERKroniek van de familie Keppels Lipmann Paku/a (dee/4)Het joodse verleden wordtuitgewistWij hadden thuis in de slaapkamer eenheel oude kleerkast die een dubbelebodem had, een geheim vak, waarin dethora (de Mozaïsche wet), de joodsegebedenboeken, de gebedsriemen en degebedsmantel van vader waren verstopt.Ook de rituele kidoesjbeker waar hij elkesabbathavond en andere feestdagen dezegen over de wijn mee uitsprak, demenora (de liturgische kandelaar metzeven armen) en het horloge van vader,een gouden zakhorloge met twee deksels,ingelegd met kleine diamantjes,waren daar opgeborgen. Ik zou het horloge,een oud erfstuk, krijgen bij gelegenheidvan mijn bar mitswa (joods ritueelbad, soort doop), maar helaas is ditnooit gebeurd. Moeder verbrandde alhet papier en het horloge heeft ze uitnood verkocht. Margot ontfermde zichover de kidoesjbeker van zilver, waar deinitialen van vader in stonden, en eenwaterverfschilderijtje met een ganzehoedstertje,dat vader eens had gekochtvan een arme kunstenaar.Ik, de jongste, stond met lege handen.Tóen was ik erg kwaad op moeder, maarnu begrijp ik dat ze het met pijn in haarhart heeft moeten doen. Omdat meerhuiszoekingen konden volgen waren wijbij het vinden van deze joodse voorwerpenin gevaar. Sjeng, de verloofde enlatere man van Käthe, kreeg twee nieuwepakken met twee broeken die moedernog had laten maken voor vader,want er was niet meer aan textiel tekomen. Ook twee schilderijen, die vaderuit Polen had meegebracht, en waarnaarik bij stille winteravonden uren kon kijken(het één was een Russisch winterlandschapmet synagoge, het ander eenstilleven met bloemen; beide van onbekendeRussische meesters), verkochtmoeder aan de schilder C. Driessen, dietegenover ons woonde. Ik heb later geïnformeerdof Driessen die nog had, maarhij beweerde dat hij het linnen ervan hadgebruikt om er op te schilderen. Zo hebik alleen nog de grote foto van vader. Ikkijk er vaak naar om kracht op te doenvoor mijn betrokkenheid bij het zionisme.Hij is mijn voorbeeld. Moeder lietook alle correspondentie en ons familieboekverdwijnen om alle sporen te ver-1995 afl.l