11.07.2015 Views

( impuls - Salomo

( impuls - Salomo

( impuls - Salomo

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ColumnApps die je tippenVoor het onderwijs komen er steeds meer apps beschikbaar die reuzehandig zijn. Praktische werkvormen worden beeldend uitgelegd en jekrijgt nog een energizer toe! Er is zelfs een Woensdag Appdag.Tekst en foto’s: Jeroen van HoekHet is herfst, weer of geen weer pak ikmijn fiets naar mijn werk. Soms is hetverleidelijk om de auto te pakken. Zekerals mijn app aangeeft dat ik in mijn fietstijd eenregenbui kan verwachten. De app had gelijk,eenmaal op school en m’n regenpak uittrekkendis het weer droog.De app zit er ook wel eens naast, ha, ik heb nogeen uurtje denk ik dan, om vervolgens in eenregenbui te fietsen. Andersom is me ook overkomen,dan zit ik in de auto, is het buiten droogen denk ik: zat ik nu maar op de fiets!25 miljard downloadsAfijn, de ene app is de andere niet en je moet ernatuurlijk niet altijd blind op vertrouwen. Maarhet blijft leuk om apps, tools of computerprogramma’ste ontdekken waar je enige waardevan kunt inzien. Om die toegevoegde waarde teontdekken probeer ik veel uit.Maar hoeveel kan een mens testen? Via de PlayStore van Google, de Android tegenhanger vande AppStore van Apple, komen steeds meerapps beschikbaar. De teller staat (oktober 2012)op een totaal van 25 miljard downloads, metmeer dan 700.000 applicaties beschikbaar. DeAppStore heeft 650.000 apps.Hier is dus geen beginnen aan en je begrijpt, behalveleuke apps ontdekken, heb ik ook nog eensocial (media?) life.Bij het lezen van de Vives heb ik een tijd geledende gratis App Onderwijs Tiptool ontdekt. In dezeapp staan allerlei praktische werkvormen enenergizers. Stap voor stap wordt uitgelegd hoeen met welk doel je een werkvorm kunt toepassen.Per activiteit ongeveer 15 minuten. En als jezelf een leuke activiteit hebt kun je die doorgevenaan de makers van de App.Al surfend, het is een regenachtige namiddag,op internet ontdek ik weer een leuke site.De Woensdag Appdag van Eduapp. (http://blog.eduapp.nl/) Sinds een aantal weken wordt erop woensdag uitgebreid een app besproken.Daarbij is de app aanleiding voor een educatieveopdracht: het leerdoel wordt per niveauvastgesteld en de opdracht is voorzien vaneen overzichtelijk stappenplan. In januari 2013lanceren ze een online portal voor het vinden,delen en ontdekken van goede educatieve appsvoor school en thuis. Kijk, hier word ik nou weerblij van. ( <strong>impuls</strong>… het goed was om te zien dat er op de scholenzo veel ervaren mensen rondlopen die zelfworkshops hebben gegeven?… <strong>Salomo</strong> medewerkers grote eters blijken tezijn en dat alle broodjes in de Philharmonieschoon op zijn gegaan?… er daardoor helaas een paar mensen misgrepen, maar dat zij –op kosten van <strong>Salomo</strong>elderseen broodje mochten scoren?… Anne Visser onze nieuwe vertrouwenspersoonis geworden en het stokje heeft overgenomenvan Wietske Sminia?… voor de Wadden Boerhaave een aanvraagingediend is voor “excellente school”?… de Beatrixschool zijn laatste jaar is ingegaanen nu alleen groep 8 en 6 nog les krijgen in DeGolf?… leuke nieuwtjes of praktische tips voor de<strong>Salomo</strong> website gestuurd kunnen worden aanSjoerd van den Berg (sjoerdvandenberg@mac.com)?… achtstegroepers van De Ark raadslid voor eendag zijn geweest bij de gemeente Haarlem?… de onderwijsinspectie in het algemeenbehoorlijk tevreden is over de <strong>Salomo</strong>scholen?… alle scholen dit jaar weer in hetbasisarrangement zitten en er geen zwakkescholen meer zijn?… er op 7 november weer een succesvollebijeenkomst was voor nieuwe medewerkers?… scholen druk bezig zijn om plannente bedenken voor de inzet van deprestatieboxmiddelen?


Applaus voor twee ereledenGeen didactische bezwarenen het aanbod Engels, wordt aangeradenom in de klas, bij de start van het kwartierEngels, dat ook fysiek aan te geven. Bijvoorbeelddoor een schort met de Engelse vlagom te doen of een bolhoed op te zetten.Dit geeft dan aan dat de juf of meester danalleen nog maar Engels spreekt, dat geeftduidelijkheid.Een ander veel gehoord bezwaar is dat deleerkracht wel het goede voorbeeld moetgeven, oftewel een ‘native speaker’ moetzijn. Hier is minder onderzoek over gedaan,dus naar het effect van de beheersing vanhet Engels van de leerkracht op de competentiedie jonge leerlingen in het Engelsbereiken. Dit heeft waarschijnlijk te makenmet de complexiteit van dergelijk onderzoek.Uit recent onderzoek is het onduidelijkin hoeverre het beheersingsniveau vande vreemde taal van de leerkracht invloedheeft op dat van de leerlingen. In een grootschaligestudie uit de jaren ’60 vonden deonderzoekers dat de didactische kwaliteitenvan de docent meer samenhang vertonenmet de leerlingprestaties in het Engelsdan de competentie die de leerkracht in detaal heeft. Adviseurs van het Europees platformgeven aan dat leerlingen Engels horenvia verschillende media en dat dit allerleiaccenten zijn en dat dit hun taalverwervingniet stoort. Dus ook een niet perfectEngels sprekende leerkracht kan Engelsgeven. Grammaticaal moet het natuurlijkwel kloppen. Daarnaast is er natuurlijk veelmateriaal ontwikkeld voor de onderbouwdie de leerkracht kan helpen in de lessen.Zo zijn er ook Engelse prentenboeken digitaal,liedjes en versjes. Een leuk voorbeeldis: We’re going on a bear hunt: http://www.youtube.com/watch?v=ytc0U2WAz4sHoe zit het nu bij <strong>Salomo</strong>? Veel scholenzijn zich aan het oriënteren op het gevenvan Engels vanaf groep 1. Ze zien dat heteen wereldtaal is, dat kinderen het al vroegnodig hebben, dat ouders het graag willenen dat er geen didactische redenen zijn omhet niet aan te bieden. In ieder geval is deTijo van Eeghenschool uit Aerdenhout ditschooljaar gestart! ( <strong>impuls</strong>Feestelijk afscheidIn de laatste schoolweek voor de zomervakantie, op dinsdagmorgen 17 juli 2012,werd op het bestuurskantoor onder dankbaar applaus afscheid genomen van deheer Groenevelt en mevrouw van de Wende-Reuijl. Al op 1 januari 1997 namen zijafscheid als respectievelijk voorzitter en secretaris van het toenmalige bestuur vanwat vandaag de stichting <strong>Salomo</strong> is. En nu stoppen ze er echt mee.Tekst: Ben CüstersFoto’s: Els KinnegingOp het moment waarop de heer Groenevelten mevrouw van de Wendehun werkzaamheden als voorzitter ensecretaris beëindigden, heette ons schoolbestuurnog geen <strong>Salomo</strong> en vormden de scholennog geen onderdeel van een stichting.Het schoolbestuur stond toen in Haarlem enomgeving bekend als de vereniging VCPOZuid-Kennemerland. De rechtsvoorgangerdus van de huidige stichting <strong>Salomo</strong>.Ter gelegenheid van hun afscheid werd op10 januari 1997 een druk bezocht symposiumgeorganiseerd. Op dezelfde dag werdook bekend gemaakt dat aan de beide oudbestuursledendoor het bestuur het predicaat‘erelid’ was verleend.Een blik in het archiefNu, zoveel jaren later, kan ik alleen maar vaststellendat dat erelidmaatschap méér dan terechtwas. En kan ik met veel waardering enrespect terugblikken op al hetgeen zij voorons schoolbestuur hebben gedaan en betekend.Ook na hun officiële afscheid zijn zij zich nogsteeds volop blijven inzetten, al was het watmeer vanaf de zijlijn. Tot de afgelopen zomervakantiewaren zij vrijwel wekelijks eendagdeel op het bestuurskantoor te vinden,waar zij zich onder andere bezig hielden methet bijhouden en het opschonen van onsarchief. Dat deden zij op basis van vrijwilligheid,zoals dat ook gold voor de tijd waarinzij de organisatie bestuurden. Want dat wasnog in de tijd waarin scholenorganisatiesdoor vrijwilligersbesturen werden geleid enbezoldigde bestuurders uitzondering waren;in het geval van de heer Groenevelt enmevrouw van de Wende mensen die vanuiteen sterke motivatie en betrokkenheid bijhet christelijk onderwijs het beste van zichzelfgaven en daar heel wat vrije uurtjes instaken! Onze waardering daarvoor kan mijnsinziens niet groot genoeg zijn!Toen de (gezondheids)wagens meer en meerbegonnen te kraken en de heer Groenevelten mevrouw van de Wende dit voorjaar inoverleg met mij besloten dat hun werk eropzat, hebben we dan ook dankbaar teruggeblikt,herinneringen opgehaald en een lekkertaartje gegeten.Ik ben hen zeer erkentelijk en wens hen hetallerbeste toe, in een zo goed mogelijke gezondheid!( <strong>impuls</strong>


( <strong>impuls</strong>WINTER 2012-2013 • Nr.22Lees dus eerst die met 90% woorden, zoals jezult merken een onbegrijpelijke tekst.90% versieWe moeten omhoog, zei een - uit Singaporetegen me. We hebben geen - meer.Singapore is maar een klein eiland meteen sterk groeiende bevolking. We -met zo’n ruimtegebrek dat we niet anderskunnen. - - ik iedereen een huismet een tuin aan beide zijden, het liefster - . Voor de - mensen is dit nog steedsde ideale manier van wonen, maar datis een niet meer te - - geworden.Welke strategie wordt hier toegepast?Dat begrijp je toch wel!Begrijpend lezen is het meest complexe vak wat we geven op de basisschool. Een heleboelvaardigheden van leerlingen moeten worden aangesproken en voor de leerkrachtvinden de instructie en begeleiding plaats op verschillende niveaus. Zo moeten bij hetbegrijpend lezen ook de metacognitieve vaardigheden van leerlingen worden aangesproken,het hoogste leerniveau. Op veel scholen zakken de resultaten vanaf groep 6.Wat kunnen we eraan doen?100% versieWe moeten omhoog, zei een architectuit Singapore tegen me. We hebbengeen ruimte meer. Singapore is maareen klein eiland met een sterk groeiendebevolking. We kampen met zo’nruimtegebrek dat we niet anders kunnen.Net zoals ik wil iedereen een huismet een tuin aan beide zijden, het liefster omheen. Voor de meeste mensen isdit nog steeds de ideale manier van wonen,maar dat is een niet meer te realiserendroom geworden.Tekst: Margret MesFoto: Marieke WolfsenStudieochtend begrijpend lezenDinsdag 9 oktober had de Tijo van Eeghen dedeuren geopend voor de intern begeleidersen directeuren van <strong>Salomo</strong>. We zijn daar drieuur lang bijgepraat door Dortie Mijs (taalexpert)over begrijpend lezen, studievaardighedenen metacognitieve vaardigheden. Endat was best pittig! Het gaat niet lukken omalle informatie in dit artikel te passen, daarombeperk ik me tot het onderdeel begrijpendlezen. De insteek van alle informatiewas ‘Wat weten we uit onderzoek?’ en ‘Watkunnen we eraan doen op school?’.Begrijpend leesvaardighedenNiveaus van begrijpend lezenDe grove ontwikkelingslijn van leerlingenmet betrekking tot begrijpend lezen is alsvolgt: in groep 4 en deels in groep 5 nemende leerlingen teksten letterlijk. De vragenbeperken zich dan nog tot waar bepaaldezaken te vinden zijn of wat iets betekent.In groep 5 en 6 gaat het een stap verderen kunnen leerlingen al veel beter denkenover teksten en kan ook gevraagd wordenom ‘tussen de regels’ te lezen. Dit is een vande redenen waarom je ziet dat de scores opgroepsniveau vanaf groep 6 wat afvlakken.Pas in groep 7 en 8, soms pas in het voortgezetonderwijs, komen leerlingen eraan toe omecht boven de tekst te kunnen staan. Pas dankunnen ze teksten ook gaan beoordelen.LeerlingvaardighedenDe vaardigheden waar het voor leerlingenom gaat zijn de volgende:- Vlot kunnen lezen- Woordenschat- Achtergrondkennis- Het kunnen toepassen van strategieën- LeeservaringHier kunnen we behoorlijk wat mee in het onderwijs.Het is wel zo dat de achtergrondkennisen woordenschat sterk samenhangt methet opleidingsniveau van de ouders. Maarook hierop heeft ons onderwijs invloed! Minderinvloed hebben we op de intelligentievan leerlingen en dit heeft een sterke relatiemet het begrijpend leesniveau dat een leerlingkan behalen. En ook hier geldt dat hetonderwijsaanbod een sterke invloed heeftop het niveau dat een leerling uiteindelijk behaalt,ook al is deze begrensd.Vlot kunnen lezen en WoordenschatHet begint bij het vlot kunnen lezen en eenvoldoende woordenschat. Als een leerling ditonvoldoende beheerst, is het onmogelijk omeen tekst te begrijpen, laat staan er vragenover te beantwoorden. Ter illustratie het volgende:hieronder twee teksten, de eerste met90% bekende woorden, daarnaast met 100%.StrategieënVan zes leesstrategieën is bekend vanuitwetenschappelijk onderzoek dat zij effecthebben. Dat zijn:1. Activeren voorkennis, verbinden metpersoonlijke ervaring of voorspellen watin een tekst zal gebeuren2. Vragen stellen tijdens het lezen3. Visualiseren van wat is gelezen4. Monitoren of checken of je het begrijpttijdens het lezen (is metacognitievevaardigheid)5. Afleidingen maken (‘tussen de regels’kunnen lezen)6. Samenvatten of navertellenOm deze strategieën goed aan te leren is hethandig om elke week een strategie centraalte stellen en deze ook zichtbaar in de klas tehebben. En dit tevens bij andere vakken gebruiken.Zaakvakken zijn hiervoor zeer geschikt.De methode Nieuwsbegrip hanteertvoor de genoemde strategieën pictogrammen.Handig voor in de klas.Per strategie heeft Dortie Mijs behandeldwat het behelst, waarom het van belang isen ze heeft ideeën gegeven voor het toepassenhiervan in de klas. Helaas is de ruimtehier te klein om dit allemaal te beschrijven.Vraag ernaar bij je ib-er of directeur. Depowerpoint is daarnaast voor iedereen beschikbaaren geeft al een goed overzicht.( i


Door het oog van een ouder...Help, de school gaat sluiten!Groep 6 en 8 zijn er nogIn april van dit jaar hebben de ouders van de kinderen op de Beatrixschool in Zandvoort tehoren gekregen dat de school na schooljaar 2012-2013 zal ophouden te bestaan. Oorzaak isdat het aantal leerlingen jaarlijks flink afneemt gezien de snelle vergrijzing van Zandvoort.Met maar liefst zeven basisscholen is het schoolaanbod gewoonweg te groot en is het voorde Beatrixschool niet meer mogelijk om goede groepen samen te stellen. Een combigroep1-2-3-4 is natuurlijk zowel voor de kinderen als de docent geen goede zaak.Tekst en foto: Marco AntheunisseMaandenlang is er zeer intensiefoverleg geweest tussen de directievan <strong>Salomo</strong>, schooldirectie ende MR. Uiteraard is toen de kogel door dekerk was het team als eerste op de hoogtegesteld. Verdriet en bezorgdheid overheerstendaarbij, maar het besef dat sluiting vande school onafwendbaar is was er ook. Vervolgensis er een ouderavond belegd met alsinsteek paniek te voorkomen en iedereen ophet hart te drukken dat er voor elk kind eengoede plek beschikbaar is. Pas na schooljaar2012-2013 hoeven de kinderen naar eennieuwe school te gaan, dus er is alle tijd omeen keuze te maken.Alle Zandvoortse scholen hebben daarbijtoegezegd tot nader order geen nieuweleerlingen te accepteren, zodat iedereeneerst rustig kan rondkijken. Met als garantievoor de ouders dat er zeker een plek is bijde school van keuze na afloop van het laatsteschooljaar. Zeer zorgvuldig is bekekenhoeveel plaatsen er per school beschikbaarzijn. Na afloop van de avond ontvingen alleouders een uitgebreid verslag waarin alle ‘insen outs’ uitvoerig beschreven zijn, met daarbijeen formulier waarop de voorkeur voorde nieuwe school met ingang van schooljaar2013-2014 kon worden aangegeven.Direct na de ouderavond vielen de reactiesalleszins mee, was er geen sprake van panieken leek de verzekering dat er voor elk kindeen goede plek is voldoende geruststelling.(Blijkbaar kwam de boodschap toch hard aan.Direct de volgende dag zijn erg veel oudersonmiddellijk naar de school van hun voorkeurgegaan om een afspraak te maken enal direct een plek voor het eerstvolgendeschooljaar te claimen. En afspraak of niet,alle scholen met uitzondering van de OranjeNassauschool, gingen daar toch in mee.Een aardverschuiving was het directe gevolg,want wat overbleef waren drie kinderen uitgroep vijf en vrijwel alle leerlingen uit groepzeven. De laatste groep is logisch, want dezekinderen beginnen aan hun laatste jaar ingroep acht en kunnen de school dus afmakenop de Beatrixschool. De ouders van dedrie kinderen die naar groep zes gaan tonenveel veerkracht en standvastigheid. Als enigenbeseften zij dat de kinderen zich hier ophun gemak voelen en nu een jaar lang de tijdhebben om te beslissen welke school henhet beste past. Bijzonder is dat deze drie leerlingennu een combiklas vormen met groepacht, waarin meester Laurens van Denderenals enige docent van de Beatrixschool lesgeeft.Voor Laurens is deze situatie na twee maandenal gewoon geworden: “Natuurlijk heb ikwel even achter mijn oren gekrabd toen ikhoorde wat er te gebeuren stond. Het is nietniks wanneer vrijwel al je collega’s vertrekkenen je als enige groep de school vormt.Maar al gauw kijk je verder en probeer je, tezamenmet het overgebleven team, de praktischeinvulling van het volgende schooljaarin kaart te brengen. En daarbij loop je tegenbelangrijke en minder belangrijke struikelblokkenaan. Eén zo’n struikelblok is megoed bijgebleven. Een leerling, behoorlijk inpaniek en jarig in september, vertelde aanmij: “Maar meester, nu kan ik niet meer deklassen rond met mijn verjaardag!” Op datsoort momenten kan je de boel weer eenbeetje relativeren.”Voordat Laurens naar de Beatrixschool kwamwerkte hij op een ZMOK-school. De overgangnaar deze ‘school met ‘normale’ kinderen wasdan ook groot. “Ik hanteerde de strenge disciplinedie ik gewend was, maar merkte alsnel dat deze kinderen dit helemaal niet nodighebben. Daarom heb ik daarna de teugelswat laten vieren en hebben we sameneen perfecte manier van samenwerken gevonden.”Als ouder van een kind uit deze groep kanondergetekende dit beamen. De sfeer in degroep, enkele jaren daarvoor nog als moeilijk”Het is ontzettend fijn om iets op eengoede manier af te kunnen sluiten”bestempeld, is prima. Groot was dan ook devreugde bij ouders én kinderen toen bleekdat meester Laurens bereid bleek door tegaan met groep acht.Laurens van zijn kant deelt deze vreugde:“Het is ontzettend fijn om iets op een goedemanier af te kunnen sluiten; het einde vaneen schooljaar, het vertrek van een groepacht of zelfs zoiets heftigs als de sluiting vaneen school. Het was dan ook bijzonder fijnom te horen dat zowel ouders als de leerlingendit gevoel deelden en dat we samenhet laatste jaar op een mooie manier kunnenafronden. Met deze klas is de klik er en weweten wat we aan elkaar hebben. Dat wildeik graag nog een jaar meemaken en ik moetzeggen dat ook de drie kinderen uit groepzes het bijzonder goed doen in deze samenstelling.We gaan er met zijn allen een fantastischlaatste jaar van de Beatrixschool vanmaken en ik weet zeker dat iedereen straksmet veel genoegen op dit schooljaar zalterugkijken.” ( <strong>impuls</strong>


( <strong>impuls</strong>WINTER 2012-2013 • Nr.22School in de schijnwerpersSBO De Trapeze: Als we doorgaan tot 80,ga ik nog rondkijkenSinds 1 oktober 2011 is Marjon Dekker directeur van SBO De Trapeze. Iedere vijf á zevenjaar heeft ze geprobeerd om iets anders te doen, wel altijd onderwijs gerelateerd. Zijraakt erg geïnspireerd door nieuwe dingen, nieuwe mensen en een nieuwe omgeving.Ook nu weer. Bruisen doet het er en daar helpen de veranderingen door PassendOnderwijs een handje aan mee.Genieten! Samen met Marjon op de fotoTekst: Betty van der VlistFoto’s: Marieke WolfsenOp haar oude werk had ze het ergnaar haar zin. Daar werkte ze bovenschools,als coördinator voor passendonderwijs en zat ze in de directie van eenSBO-school. Die school ging in een fusie op.Tegen de 60 liep ze en ze dacht: nu of nooit.Is dit haar laatste klus? Niet als we doorgaantot 80. Veel verschillende dingen heeft zegedaan: les gegeven aan volwassenen, aanPabo-studenten en op de schoolleidersopleiding.Van huis uit is ze onderwijssocioloog,richting organisatie en beleid. En dan vooralpersoneelsbeleid, de harde en zachte kantvindt ze leuk. Eerst heeft ze lange tijd in hetbuitenland doorgebracht. Op latere leeftijd,met een jaar of 40, heeft ze de deeltijd Pabogedaan in Amsterdam. Lesgeven was leuk! Zeheeft de sluiting van een school begeleid enlater een fusie van een MLK-school (MoeilijkLerende Kinderen) en een LOM-school (LeerenOpvoedings Moeilijkheden). Veel kinderenmet een indicatie zaten daar. Tussen de tweescholen bestonden enorme cultuurverschillen.Diverse interim klussen volgden.Interessant vindt ze de ontwikkelingsprocessenvan kinderen. Als socioloog wordt zegedreven door de vraag hoe je doelgroepenhet beste kunt leiden tot democratisch enverantwoord burgerschap. Die processen zijnontzettend interessant! En nu is het dan eencombinatie met de praktijk. Beleid maken opde korte en lange termijn en een juf opvangendie gillend de klas uitloopt. Ontzettendnaar haar zin heeft ze het. De sfeer binnen<strong>Salomo</strong> ervaart ze als heel prettig. Het is eenmooie combinatie van enerzijds bovenschoolsgestuurd en anderzijds de autonomiedie scholen hebben. Ze heeft een teamvan leerkrachten dat graag wil en er heersteen goede teamgeest.Het SBO staat een beetje op losse schroeven,door de veranderingen die passend onderwijsgaan geven en alle wetgeving daarbij.Ze zijn druk bezig met de onderwijskwaliteitte verhogen. Eerst op het gebied van de basisvaardigheden,vooral die van lezen, taal ensociale vaardigheden. In januari 2012 zijn zebegonnen met PBS (Positive Behaviour Support).Met het team zijn gedragsverwachtingengeformuleerd voor de algemene ruimtes:de gangen, het plein en de gymzaal. Ik hebde kaartjes zien hangen: in de gang ‘ Ik looprustig’ , bij de toiletten ‘ Ik laat het toilet netjesen schoon achter ‘, bij de deur van Marjonskamer ‘Ik klop eerst aan’. Er zit een gigantischbeloningssysteem aan vast. Leraren observerende positieve dingen. Een kind krijgt alsbeloning een kaartje en de reden vertelt deleerkracht erbij. Bij voorbeeld op het schoolpleinkrijgt een kind hard een bal tegen zichaan. In plaats van te gaan schelden of vechtenlost hij het redelijk op. Het kind laat na hetspeelkwartier aan zijn leerkracht het kaartjezien en verwoordt zelf waarom hij het gekregenheeft. Voor het kaartje krijgt hij eensticker op een kaart. Als een kind tien stickersheeft gekregen voor het pleingedrag, gaathij naar Marjon en wordt hij de Pleinkanjervan de week. Zijn foto hangt in de hal en zijnnaam wordt in de nieuwsbrief genoemd. Alleleerkrachten op het plein lopen met zakjes volkaartjes om uit te delen. Er kunnen wel tienkinderen Pleinkanjer van de week worden;daar zit geen limiet aan. Dit jaar ligt de nadrukop positief gedrag in de klas. Binnen hetteam is afgesproken dat er een vaste reactieop incidenten volgt. Daar zijn vaste afsprakenover gemaakt. En daar was veel afstemmingvoor nodig, niet altijd even makkelijk. Maarde leerlingen zijn leerling van De Trapezeen niet van een leerkracht en het geeft veelveiligheidsgevoel aan de kinderen. Het teamis overwegend enthousiast. Het aantal incidentenneemt af, de incidenten worden ookanders, de zwaarte neemt af. Het is een tweetotdriejarig traject. Ze zien de vooruitgangen het geeft een positieve sfeer, ook onderde leerkrachten. De drijvende krachten zijnde sova-trainers (sociale vaardigheden): JoséPoel, Lianne Ruurda en de intern begeleiderDineke van de Wal.In het SBO is de groepsdynamiek lastig testroomlijnen door de tussentijdse instroom.Als er enkele nieuwe leerlingen bij komen,verandert de groepsdynamiek volledig. Datspeelt dit jaar in een bestaande groep. Er isdaar extra sova-training gegeven, maar datNog eens 4 kanjers... of 5?


Met ingang van de wet op Passend Onderwijsper 1 augustus 2014 houdt de PCL op tebestaan. Een kind kan dan pas naar het SBOgaan als er een contract is getekend door deschool van herkomst, de ouders en het SBO. Indat contract staat ook wanneer dat kind teruggaat naar de basisschool en welke begeleidingerop komt. Het zou kunnen zijn dat ditkind een dag in de week op zijn oude basisschoolblijft. Dit gaat zonder beschikking vande PCL maar wel is nodig dat het samenwerkingsverbandtoestemming geeft.Wauw! De pleinkanjers met foto in de hallag in dit geval zo ingewikkeld dat er één oftwee kinderen verplaatst moeten worden omdathet leerproces belemmerd wordt. Marjonvoert de gesprekken met de betreffende ouders.Soms zijn ouders er blij om, soms helemaalniet. Voor de groepsvorming gebruikenze de methode ‘ Goed gedaan’. Iedere twee(weken is er een thema, bij voorbeeld wennenen samenwerken. De leerkracht geeft de lesen de sova-trainer observeert. Wat is extra nodig?Welke leerlingen hebben extra trainingnodig? Dit kan in een groepje plaats vinden ofindividueel. In principe is er één keer per weekzo’n les in de klas. De ene klas is na twee lessenklaar, bij een andere klas wordt de begeleidingpassend op de leerkracht gemaakt.Dit jaar is het nieuw dat er tijdelijke plaatsingenzijn vanaf 1 oktober. Er komt een anderebekostiging voor kinderen die naar het SBOgaan. Per leerling op de basisschool wordt ereen hoger zorgbudget gegeven vanuit het”Er gebeurt veel, heel veel opDe Trapeze. Het bruist er.”samenwerkingsverband. De problematiek inhet SBO is veel complexer geworden. Tijdelijkhulp geven wordt het streven. De basisschoolin het SBO afmaken zal steeds minder vaakgebeuren. Kinderen krijgen nu van de PCLvaak een gastplaatsing van een half jaar.Op De Trapeze zijn tien groepen en tweebijzondere groepen. De ene heet AL, een afkortingvoor Alternatieve Leerlijnen, maarvoor de kinderen betekent AL Altijd Leuk.Maximaal acht kinderen die veel moeite metleren hebben zitten in de AL-groep. Het lerengaat daar met kleine stapjes, met veelmateriaal en praktijklessen. Koken leren zeer en boodschappen doen. Het zijn kinderenop MLK-niveau en na de basisschool gaan zenaar het praktijkonderwijs. In de middag iser een ES-groep, afkorting van Extra Supporten voor de kinderen staat ES voor Echt Super.4 tot 5 kinderen die moeite hebben methun gedrag, taakgerichtheid en concentratiekrijgen twee middagen per week gerichteoefeningen. Er is een maandag/donderdaggroepen een dinsdag/vrijdag-groep. Totaalacht kinderen. Ze worden er voor een halfjaar geplaatst, eventueel wordt dit verlengd.De AL- en ES-groepen zijn een groot succes,want het geeft lucht aan de stamgroep. 141kinderen staan er nu ingeschreven, en 10tot 15 kinderen die een tijdelijke gastplaatsinghebben. Er gebeurt veel, heel veel opDe Trapeze. Het bruist er. ( <strong>impuls</strong>


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22optimalisatie, een eenvoudig computerprogrammaontwikkeld, waarmee zo’n nieuwegroepsindeling vrij snel gemaakt kan worden.Het hoeft dus geen enorme klus meer te zijn!Het programma rekent met de ingevoerde kenmerkenen geeft binnen de aangegeven grenzende beste klassenindeling.Een nieuwe groepsindelingmaken: zo gepieptEr zijn scholen die er jaarlijks mee te maken hebben: de wens om groepen die eenof meerdere schooljaren als groep hebben gefunctioneerd, opnieuw in te delen. Erverhuist onverwacht een aantal leerlingen waardoor een groep veel kleiner wordt; deleerlingzorg blijkt niet evenredig te zijn verdeeld over parallelgroepen, waardoor deene groep veel meer zorg en begeleiding vraagt dan de parallelgroep; kleutergroependie bij de overgang naar groep 3 worden geformeerd tot nieuwe groepen: soms is eennieuwe groepsindeling zelfs onontkoombaar.Tekst: Judith AmelsFoto’s: Koen Martijnse,Schoolfotograaf Studio DekoEen enorme klus, zeker als de schoolhet belangrijk vindt dat vriendjes envriendinnetjes zoveel mogelijk bij elkaarkunnen blijven.Op de Koningin Emmaschool merkten we inhet vorig schooljaar dat onze groepen 3 qualeerlingzorg niet evenredig waren verdeeld.Hetzelfde gold echter ook voor de groepen4 en 5 èn de groepen 3 vonden we qua leerlingaantalte groot.Gelukkig bood de formatie ruimte om in demiddenbouw in het nieuwe schooljaar eengroep extra te maken. We vonden het ergbelangrijk dat, als de groepen opnieuw ingedeeldzouden worden, we ouders en kinderengoed in dat proces zouden betrekken.En hoe doe je dat dan?Er is door een ouder die werkt bij een Haarlemsbedrijf, dat gespecialiseerd is in wiskundigeLeerlingkenmerken, leerlingzorgDe school kan een aantal criteria in het programmainvoeren die men belangrijk vindtbij de samenstelling van de nieuwe groepen.Te denken is aan een eerlijke verdelingvan jongens en meisjes, van leerlingen meteen ontwikkelingsvoorsprong, leerlingendie extra begeleiding nodig hebben op taalof rekenen, leeftijd van de leerlingen, enz.Ook kan als kenmerk ingevoerd worden inwelke huidige groep een leerling zit of dathet om een ‘externe’ leerling’ gaat. Dit zijnbijvoorbeeld verhuisgevallen of leerlingendie doubleren.Deze kenmerken kunnen door de schoolzelf worden bepaald. Hierdoor wordenklassen op grond van vooraf bepaaldeleerlingkenmerken evenredig verdeeld.Zie afbeelding 1.De leerkrachten van de bestaande groepeninventariseren de leerlingzorg door voor elkvan deze kenmerken de score per leerling tebepalen. Ook deze gegevens worden ingevoerdin het programma. In het schema zietdit er dan als volgt uit: (afbeelding 2)Vriendjes en vriendinnetjes, leerlingcombinatiesDe leerlingen mogen, samen met hun ouders,voorkeuren aangeven voor kinderenwaar ze graag bij in de klas willen zitten. Ditgebeurt door een vast aantal ‘voorkeurspunten’te verdelen over deze kinderen, waarbijeen hoger aantal toegekende punten eengrotere voorkeur aangeeft. Het programmagebruikt deze verdeling om een indeling tebepalen waarbij het totaal aantal toegekendevoorkeurspunten maximaal is over alleleerlingen.Afbeelding 1 Afbeelding 2


Afbeelding 3 Afbeelding 4In onze situatie hebben wij ervoor gekozenom alle kinderen een lijst met 6 namen inte laten leveren in volgorde van voorkeur.Bij het invoeren van deze namen, kregen deeerste twee keuzes drie punten, keuze 3 en 4twee punten, en keuze 5 en 6 ieder één punt.In totaal verdeelt ieder kind op deze manierdus 12 punten.Als leerkracht kun je ook ongewenste combinatiesaangeven. Soms is het wenselijkom bepaalde kinderen juist niet in dezelfdegroep te plaatsen, bijvoorbeeld als het vanuitsociaal oogpunt van belang is dat leerlingenniet bij elkaar in de klas komen of wanneerop school de afspraak geldt dat tweelingenniet in dezelfde klas komen. Ook dat kan inhet programma worden aangegeven.Nadat de groepsindeling is berekend doorhet programma, is in onderstaand schema tezien welke voorkeuren konden worden gehonoreerd:groen betekent dat aan de wenskon worden voldaan en bij een rood vakjewas dat niet het geval. Aan het eind van elkeregel staat met hoeveel punten de wensenvan een kind konden worden gehonoreerd.De school kan zelf het gewenste minimumaantal punten instellen. Bij bijvoorbeeld eenminimum van 4 punten weet men zeker dater minimaal twee vriendjes of vriendinnetjesmet elk kind meegaan naar de nieuwe groep(afbeelding 3).Rekengrenzen bepalenAls alle gegevens zijn ingevoerd, moetenbij de categorieën de grenzen worden ingesteld.Als er bijvoorbeeld 72 kinderen opnieuwverdeeld moeten worden over driegroepen is een verdeling van drie groepenmet 24 leerlingen wenselijk maar mag elkegroep een marge van -1 of +1 hebben. In hetgeval van de leerlingzorg kan het bijvoorbeeldvan belang zijn dat leerlingen met eenontwikkelingsvoorprong verdeeld wordenover alle nieuwe groepen èn dat kinderenmet een voorsprong ook minimaal met z’ntweeën in een groep komen. Ook zo’n grenskan worden ingesteld (afbeelding 4).Voordat er op de knop wordt gedrukt om hetprogramma de nieuwe indeling te laten berekenen,moet als laatste nog het minimumaantal gehonoreerde punten van vriendjesen vriendinnetjes worden aangegeven.En daarna kan het programma aan de slag.Binnen een paar minuten is er een nieuwegroepsindeling, waarbij aan zoveel mogelijkwensen van kinderen en leerkrachten tegemoetis gekomen.In onderstaande afbeelding is goed te zienhoe het resultaat tot stand is gekomen: erzijn 598 punten toegekend op wensen vande kinderen, en op een in dit geval totaalaantal te verdelen punten van 864 is dat eenzeer goed resultaat. Er is nog sprake van éénoverschrijding: in dit geval kon het aantaljongens en meisjes in 1 geval niet binnen degestelde grens eerlijk worden verdeeld. Endat hoeft geen probleem te zijn (afbeelding5).Handmatig kan er naderhand natuurlijkaltijd nog een verandering in de groepsindelingworden aangebracht, waarbij hetprogramma de gevolgen voor de gesteldeAfbeelding 5kenmerken laat zien. Maar let op: verplaatsenvan een kind naar een andere groep kangevolgen hebben voor de wensen van anderekinderen.Tevens is het belangrijk dat school, leerlingenen ouders zich realiseren dat kinderenniet alleen zelf kiezen, maar ook gekozenworden.ConclusieHet verdelen van leerlingen kostte tot voorkort veel tijd. Daarnaast roept het wisselenvan leerlingen de nodige emoties op bij kinderenen ouders. Middels dit programmais het mogelijk op een verantwoorde wijzegroepen in te delen en te beargumenterenop welke grond leerlingen bij elkaar in eengroep zijn geplaatst. ( <strong>impuls</strong>Indien u meer wilt weten of belangstellinghebt voor dit programma, dan kuntu contact opnemen met Judith Amelsdirecteur@kon-emmaschool.nlof met Pieter Gulickxpietergulickx@kon-emmaschool.nl


( <strong>impuls</strong>WINTER 2012-2013 • Nr.22Heleen:”We werken met veel structuur: klassenregels,de timetimer, bij binnenkomsteen hand geven, een vast systeem van hetplanbord, dagritmekaarten, de spelletjeskaart,een themahoek, de kleine kring, knippenen plakken, met veel handgebaren legik alles de hele dag uit. Het klassenmanagementis reuze belangrijk. Het kind krijgt deeerste opdracht van de leerkracht. 10 minutenmoeten ze in groep 1 met een opdrachtbezig zijn. We gebruiken bij elk thema eenspellenkaart. Pas na de controle mag eenkind het volgende spel gaan doen. Juf komtlangs na 10 minuten. 4 tot 6 weken doen weover een thema, 8 thema’s per jaar.Na 10 minuten komt juf langsschakelklasJoef, je praat met je handen!Inhalen van achterstanden. Dat is het streven van de overheid, dus ook van degemeente Haarlem. Daarom heeft de gemeente geld beschikbaar gesteld, in totaaleen ruime 5 miljoen, om onder andere meer schakelklassen in de onderbouw tevormen. De achterliggende gedachte is dat de kinderen door het extra taalaanbodde rest van de basisschool goed doorlopen en naar een hogere vorm van voortgezetonderwijs doorstromen. De Wadden Molenwijk doet dit al voor het 5e jaar, DeWadden Boerhaave en de Willem van Oranjeschool vanaf dit jaar. De laatste tweescholen komen in het volgende nummer aan het woord.Tekst: Betty van der VlistFoto: Marieke Wolfsen28 verschillende nationaliteiten zitten er opDe Wadden op het Zevenwoudenplantsoen.Zo voor de vuist weg somt Heleen van derLaan, leerkracht van groep 1, op hoe dat inhaar klas is: “Somalisch , Chinees, Guinees,Armeens, Marokkaans, Turks, één Nederlandskind. Sommige kinderen praten Nederlandsals ze binnen komen, anderen niet.“Annet Batteram, de intern begeleidster diede verantwoording naar de gemeente doet-een hele papierwinkel- vertelt: “Veel buitenlandsekinderen worden pas voor schoolopgegeven als ze bijna 4 zijn. Dan staatmoeder opeens met haar kind voor de deur.Sommige kinderen zijn naar de peuterspeelzaalgeweest, anderen niet.”Heleen: “De kinderen hebben nooit getekend,nooit geknipt, nooit gekleurd. Thuis iser een arm aanbod. Er is geen speelgoed inhuis. Alleen tv kijken doen ze. Met Sinterklaashebben we een keer een creativiteitspakketgegeven aan de kinderen: vouwblaadjes,potloden, lijm, dat soort dingen. Een kindwilde het niet meenemen, want ze was bangdat haar moeder er boos over werd. Wanthet mag niet vuil worden in huis.”Annet: “Als de kinderen in groep 1 beginnen,nemen we van Cito Taal voor Kleuters de B1af, als nulmeting. De meeste kinderen hebbeneen vaardigheidsscore (vsc) tussen de20 en de 30, en dan moet je weten dat eenvsc van 40 Peuter II-niveau is. Soms komthet voor dat er ondanks de Schakelklas tochgeen groei is. Dan onderzoeken we dat. Infebruari wil de gemeente een tussenrapportageover de voortgang ontvangen, aangeleverdop de namen van de kinderen.”Op de informatieavond vertelt Annet overde Schakelklas en wat de afspraken zijn. Ouderstekenen bij de 10 minutengesprekkeneen intentieverklaring dat hun kind 8 uur perweek extra begeleiding op taalgebied krijgt.Bij een nieuw thema komt er een ouderbrief,waarin twee activiteiten staan die de oudersmet hun kind kunnen doen; liedjes, versjesen woordkaarten krijgen de kinderen meenaar huis. De ouders krijgen uitleg over debrief, Heleen doet dat onder schooltijd.De extra taalbegeleiding wordt verzorgddoor Arzu, de onderwijsassistente van Turksekomaf. Met kleine groepjes, op niveauvan vaardigheidsscore ingedeeld, gaat zevier keer per week aan de gang. 2 à 3 keeris ze bezig met herhaling en ze screent dewoordkaarten, individueel of in tweetallen.Er zit een meisje bij mij in de klas, dat vaak10 minuten te laat binnen komt. Moederspreekt geen Nederlands. Het kind gaatschoorvoetend zitten en kijkt wat wezenloosvoor zich uit. 90% gaat langs dit kindheen, zeker in de grote kring. De kinderengaan naar het planbord, zij blijft zitten. Erkomt geen reactie. Als ik zeg: “Sla de bladzijmaar om”, blijft ze zitten, ze doet niets. Heelpassief. Angst in de ogen, dus toen ben ikgestopt.Veel kinderen zijn niet toetsbaar. Sommigenzetten bij de toets consequent de streepjesonder het middelste plaatje. Of ze gaan alstrepen zetten voordat we begonnen zijn.Moeilijk gedrag komt vaak voort uit zuiveronmacht omdat ze de taal niet spreken. Erwas een vluchtelingenmeisje uit Guinee. Opde kast klom ze of onder tafel zat ze geluidente maken, schoppen naar andere kinderen.In de poppenhoek kroop ze onder hetvloerkleedje. In Guinee waren ze in oorlogsgebiedgeweest. Vader woonde in Almereen het was onduidelijk waarom. Om Nederlandste leren? Moeder kwam haar brengenin traditionele kledij, hoofddoek om, babyop de buik, lange rok, Afrikaanse muts.”“Wat doe je dan, als een kind zich zo gedraagt?”“Heel consequent en duidelijk zijn. Ik benheel rustig steeds gebleven. Isoleren: “Gadaar zitten”, niet als straf. Ze had een vsc van0 bij de Begintoets, nu zit ze in groep 3 opniveau III. Ze praat en is heel alert. Haar jongerezusje krijgt instructie van haar. Nu looptmoeder in een nep leren broek en een tijgerprintjasje.Er was veel meidenvenijn in groep1. Nare dingen zeiden ze tegen elkaar. “Jijbent mijn vriendin, jij niet. Jij mag mijn potlood,jij niet. Ik ga zo spelen met jou.” En danhet niet doen. Dat verpestte dan de sfeer. Ikheb afspraken met ze gemaakt en daar hebbenze hun naam onder gezet, kwamen zezelf mee. Alles in gewenst gedrag heb ik samenmet hen opgeschreven, zoals ‘ We pratenlief over elkaar’ en dan zag ik in de kringvanuit mijn ooghoek zo’n grietje haar duimnaar beneden doen naar een ander meisje.


Uit Burgerschap geld wit wassenAls je Burgerschap ‘googelt’ kom je begrippen tegen als houding en vaardigheid,oefenen volgens democratische principes, bijdragen door leerlingen aan dekwaliteit van de school door hen verantwoordelijkheid te geven. Een aantal jarengeleden voelde de opdracht om “Burgerschap” op de agenda te zetten als ‘weer ietsop ons bordje’. Inmiddels blijkt uit vele voorbeelden binnen onze scholen ”Burgerschap”min of meer ingeburgerd te zijn.Burgemeester bij de leerlingenraad van de TijoTekst: Nanda Klaassen en Betty van der VlistFoto’s: Marieke WolfsenAls we collega’s vragen hoe zij hun burgerschapvormgeven komen meerdereonderdelen langs, waaronder:telefoondienst, brigadieren, naar de 2e Kamergaan in Den Haag of naar de 3e Kamer inZandvoort, waar kinderen kennismaken methet gemeentebestuur en leren debatteren.Veel scholen onderhouden contacten metZorgcentra. De Prinses Beatrixschool geeft perjaar 3 concerten in Zorgcentrum “De Heemhaven”.Ik weet uit ervaring dat de bewonersdat als geweldig (ontroerend) ervaren. DeOranje Nassauschool zingt tweemaal per jaarbij demente bejaarden. De Willinkschool gaatmet de leerlingen uit groep 7 naar GGZ In-Geest (voorheen Vogelenzang) om een “dierbaardingendoosje’ te maken. Deze dierbaredoosjes worden later op een tentoonstellinggetoond. De Dreefschool heeft een herdenkingsmonument1940-1945 geadopteerd. Deleerlingen van de Dreef gaan met de kerst zingendlangs de hofjes.Burgerschap “Out of the Box” vind je op deOranje Nassauschool. Schoolverlaters gaanniet gewoon op kamp, maar op een PrehistorischKamp. Dan leer je onze huidige luxe welrelativeren in de praktijk.Voor iedere groep staat een stembus klaarUit hun schoolplannen wordt duidelijk datDe Trapeze, de Koningin Emmaschool, De Tijovan Eeghenschool, de Koningin Wilhelminaschool,de Bavinckschool en de Willem vanOranjeschool een oefenplaats voor burgerschapen integratie zijn. Op 4 van de 5 scholenis een leerlingenpanel, -raad of Kinderraadactief. Het leerlingpanel van de KES werkterg goed. De kinderen dragen heel goed bij,nemen zelf initiatieven en voeren van daaruitveel zaken zelf uit. Op de Tijo zijn er afgelopenschooljaar in juni verkiezingen gehouden.Het hele traject voor de vorming van de leerlingenraadis begeleid door twee raadsledenuit de gemeente Bloemendaal: André Burgeren Conny van Stralen. Bij de verkiezingenhebben de groepen 5-8 allemaal twee leerlingen(een jongen en een meisje) uit hun groepgekozen. Op woensdag 5 september 2012heeft de burgemeester van Bloemendaal deheer Ruud Nederveen de leerlingenraad officieelgeïnstalleerd. Komend schooljaar gaatde leerlingenraad één keer in de 6 wekenvergaderen. Ondertussen zijn ze druk aan hetonderzoeken wat leeft bij de andere kinderenvan de school (ook de jongere kinderen) omzo te kijken welke punten ze op de agendawillen zetten.Op de Bavinckschool gaat het leerlingpanelvoor het tweede jaar in. Leerlingen uit degroepen 5 tot en met 8 kiezen hun vertegenwoordiger.8 gekozen leerlingen komen 6 xper jaar met de directeur van de school bijelkaar. Behalve praktische zaken spelen zij ookeen goede rol als het gaat om pestgedrag.Ook de Koningin Wilhelminaschool heeft alenkele jaren een leerlingenraad. De leerlingenraadbestaat uit leerlingen uit de groepen6 t/m 8 die door alle kinderen van de schoolmiddels verkiezingen zijn gekozen. De leerlingenraadvergadert 6 keer per jaar en éénvan de jaarlijks terug kerende activiteiten diezij volledig organiseren is de ondernemersdag.Tijdens de ondernemersdag worden erdoor alle groepen activiteiten bedacht omzo geld in te zamelen voor een zelf gekozengoed doel. De activiteiten zijn heel divers, van“geld witwassen” tot het lakken van je nagels.Ouders, buurtbewoners en de bewoners vanOldenhoven komen altijd graag deze dagbezoeken.De Koningin Emmaschool evalueert actiefburgerschap na het scoren door het team vande kwaliteitskaart. En aan de hand daarvanstellen ze zo nodig een plan van aanpak op.De punten daaruit worden opgenomen in hetvolgende jaarplan en/of schoolplan. Ze evaluerenhet niet met de kinderen. ( <strong>impuls</strong>In groep 2 valt vaak het muntje. Dan zie je dekinderen nieuwsgierig worden. De huidigegroep 2 is pittig, er zijn veel gedragsproblemen.Als leerkracht moet je het leuk vindenen een extra stapje willen zetten. Er wordthier heel hard gewerkt en er is voor leerkrachteneen goede structuur opgezet. Bekendis waar verantwoordelijkheden liggen.Wie doet wat. Er worden zakelijke afsprakengemaakt en iedereen houdt zich eraan. Informatiewordt gelezen en niet iedereen hoeftzich met alles te bemoeien.We zijn hier allemaal tot laat op school. Deoverleggen zijn kort en krachtig. Je bent hierintensief en opbrengstgericht bezig. Woordvan de dag, fonemisch bewustzijn, voorlezen,Bijbelverhaal, muziek, alles is woordenschatuitbreiding.”Lachend: “Kinderen krijgenalleen buitenspel spullen mee als ze die kunnenbenoemen! We maken een rijke leeromgevingin de klas en streven ernaar dit ookbuiten te doen. Als op alle scholen zo hardgewerkt zou worden, zouden alle scholentopscholen zijn. Ook kinderen met een laagIQ kunnen bij ons toch een passend aanbodkrijgen.We moeten oppassen dat we niet teveeluitstapjes maken. Daar worden de kinderenhyper van. Ze komen nooit ergens, komennauwelijks in het park, gaan nooit naar hetbos, het strand en de kinderboerderij. Er isook weinig oudermedewerking. Je bent veeltijd kwijt aan de uitleg van een activiteit.We hebben een keer uitgetekend hoe kerstkransjeseruit zien en dan bellen de oudersvan de activiteitencommissie nog vanuit dewinkel of ze het goed doen. ( <strong>impuls</strong>


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22<strong>Salomo</strong> symposium 2012Verzamelen! En bijpratenDe lezing van Mischa de WinterEen studiedag met een gouden randjeOp zo’n dag als een <strong>Salomo</strong>studiedag vraag ik me toch af of er meer stichtingenzijn die dit aan hun personeel aanbieden. Inmiddels lijkt het bij onseen tweejaarlijkse traditie te worden dat <strong>Salomo</strong>collega’s (<strong>Salomo</strong>nieten?)elkaar ontmoeten en vooral leren van elkaar.Tekst: Nanda KlaassenFoto’s: Marieke WolfsenDit jaar is het letterlijk leren van elkaar.Op de verschillende scholen hebbencollega’s zich goed en terdege voorbereidom een workshop te geven waarmeeze hun kennis delen. Leren van elkaar.Een goede studiedag inspireert en zet hetwerk, ons onderwijs, in beweging. Letterlijkop de fiets of met de auto. Op veel scholenzal ook de ‘day after’ nog veel beweging zijngeweest. Een nieuwe methode kiezen kosteen hoop tijd en overleg, maar als het aanmijn collega’s had gelegen, hadden we afgelopendinsdagochtend PBS ingevoerd enwaren we ’s middags met Zin in Leren begonnen…..Guur herfstweer houdt ons, <strong>Salomo</strong>gangers,niet tegen om tegenover die prachtige GroteKerk of Sint Bavo, de Philharmonie binnente gaan. We worden ontvangen met eenlekkere lunch en starten de middag, na eenkorte opening door algemeen directeur BenCüsters, met een cabareteske voorstellingover hilarische oudergesprekken. Komisch,onderhoudend en zinvol. Na deze ontspannenstart was de keus voor een lezing ofeen van de twee workshops snel gemaakt.In de blauwe zaal kon de lezing van Michade Winter gevolgd worden. In een andereruimte konden we onze kennis testen op hetgebied van spelling of rekenen.De workshop Oudergesprekken leverdevoor veel collega’s goede en waardevolleinzichten op: “Ik mag ouders laten wetenwat hun gedrag met mij doet”. En “Hoe blijfik professioneel in een gesprek, maar ookmaar een gewoon mens?”Een drankje en een hapje sluiten deze dagaf. Een dag met een gouden randje.( <strong>impuls</strong>Wie heeft daar nog een opmerking?Een andere school bezoeken


Andere collega’s ontmoeten.Kijken naar kernkwaliteiten van kinderenTijdens de <strong>Salomo</strong> Studiedag werd op De Wadden in Molenwijk de groepdeelnemers met veel enthousiasme onder leiding van Lia Schriek enJelena Langenberg (beiden leerkrachten groep 7) meegenomen richtingeen aantal interactieve werkvormen van de opleiding tot kindercoach inhet onderwijs.Tekst: Tineke IngwersenFoto’s: Marieke WolfsenDe lijst met kernkwaliteiten vormdehet uitgangspunt van de eerste opdracht.Waar was je als kind goed in?Waar herkenden anderen jou aan? Bekijkde lijst met kernkwaliteiten vanuit de positievan de volwassene die je nu bent. Hetvormde geen probleem om de eerste vraagte beantwoorden voor de aanwezige leerkrachten.Jan Vos van Marken geniet zichtbaarNa deze opdracht kwamen we richtingde groep. Aan welke leerling irriteer jij je?Voorbeeld: “Ik heb een leerling in de groepdie zich constant richt tot andere kinderenen een controlerende taak op zich neemt”.Kijk dan naar de kernkwaliteiten achter deleerling. Deze leerling is betrokken, alert enzorgzaam. Drie prachtige kwaliteiten die hetmakkelijker maken om als leerkracht anderstegen een leerling aan te kijken. Veel positievegeluiden van de deelnemers over dezewerkvorm.Massage: met deze opdracht kan iedereenaan de slag (ook niet deelnemers vande workshop). Doelen: tactiele stimulering,woordenschat uitbreiden en socialevaardigheden. Een voorbeeld is het weerbericht.Het kind dat gemasseerd wordt, geefthet weerbericht en het andere kind voerthet uit: Vroeg in de morgen schijnt de zon–strijk met je volle hand cirkels over de rug.Dan komen er stapelwolken – leg je handenom en om op de rug en zo verder.Kwaliteitsspelletjes voor in de groep:Kleuterklas: knuffelkaart en beestachtigMiddenbouw : kwaliteitenspelBovenbouw : gevoelsspel en kwaliteitenspel(Gerrickens) ( <strong>impuls</strong>(Kindercoach in het onderwijs “een waardevolle workshop”was het geluid van de deelnemers!Kennis halen bij een collegaEn bijpraten onder de lunch


Tekst: Mariëlle StolpVragen als: Wat is mediawijsheid precies?Wat betekent dit voor de school?Wanneer ben je mediawijs? Hoe ga jeer mee aan de slag?“Mediawijsheid is het geheel van kennis,vaardigheden en mentaliteit waarmee burgerszich bewust, kritisch en actief kunnenbewegen in een complexe, veranderlijkeen fundamenteel gemedialiseerde wereld”(definitie van de Raad voor Cultuur). In deze( <strong>impuls</strong> WINTERHoe mediawijs ben jij?Mediawijsheid is een hot topic. Je moet behoorlijk mediawijs zijn omtussen alle artikelen, digitale inspiratieboeken en protocollen die over ditonderwerp verschijnen, het bos nog te kunnen zien. Om daarbij te helpengaf Jeroen van Hoek, mediacoach, cluster ICT-coördinator en leerkrachtop De Wadden, in de workshop Mediawijsheid op de <strong>Salomo</strong> studiedagantwoord op een aantal belangrijke vragen.definitie schuilt onmiskenbaar een opdrachtaan het onderwijs om hieraan een bijdragete leveren.Voor het primair onderwijs zou de definitievertaald kunnen worden naar “Kinderenleren bewuster om te gaan met alle mediaom hen heen, zodat ze deze media effectief,veilig en met plezier kunnen beleven”. Omte kunnen helpen deze vaardigheden aan teleren is het uiteraard van belang om zelf mediawijste zijn. Maar wanneer ben je mediawijs?Kun je jezelf mediawijs noemen als jeDalton werkt!Op de <strong>Salomo</strong> studiedag kon je op de Koningin Wilhelminaschool twee workshopsvolgen: over het Daltononderwijs en over de keuzekast op basis van demeervoudige intelligenties. Anje Wattel, Mariëlle Buijst, Freya Verzijlbergh enDebby Schouten gaven vol enthousiasme de workshops.2012-2013 • Nr.22nooit twittert, geen Facebook-pagina hebten nog nooit van Spotify hebt gehoord?Het proces van mediawijs worden bestaatuit een viertal opvolgende stappen:Mediabewustzijn:Kennis van verschillende media en je bewustzijn van de rol die de media spelen injouw levenMediabegrip:Begrijpen hoe mediaboodschappen totstand komen en met welk doelMedia attitude:Het kunnen beoordelen van mediabronnenen -boodschappenMedia gedrag:Verantwoord, veilig en effectief omgaan meten produceren van media inhoud ( <strong>impuls</strong>van de studiedag. Al om half negen mochtenwij de eerste collega’s ontvangen.In de workshop “Dalton werkt” hebben wijvol enthousiasme vertelt op welke pijlers onsDaltononderwijs gebaseerd is en hoe wij daarop de KWS vorm aan hebben gegeven.Tekst: Debby Schouten, Anje Wattel,Freya Verzijlbergh en Mariëtte BuistAl ruim voor de zomervakantie werd onsgevraagd of wij een of twee inspirerendeworkshops wilden geven aan onze<strong>Salomo</strong> collega’s tijdens de <strong>Salomo</strong> studiedag.Dat wilden wij wel. Sinds de invoering van hetDaltononderwijs op de Koningin Wilhelmina-school is er op schoolniveau veel veranderd.Wij krijgen vaak belangstellende vragen vancollega’s om eens een kijkje te mogen nemenbij ons op school. Deze studiedag was voorons dus de uitgelezen kans om iets van onsonderwijs te laten zien.Na een periode van voorbereiden en overleggenwas daar, sneller dan verwacht, de dagDe tweede workshop bestond uit een theoretisch-en een praktijkgedeelte. Bij de theoriekwam vooral aan bod wat meervoudigeintelligentie inhield en hoe wij dit op schooltoepassen in de keuzekast. Hierna volgdeeen praktijkgedeelte over handelingswijzersen hoe deze toepasbaar zijn in elke vorm vanonderwijs. De deelnemers hebben daarna zelf(“Sinds de invoering van hetDaltononderwijs is er opschoolniveau veel veranderd.”een handelingswijzer gemaakt om te oefenenen te leren van de gegeven feedback.Tijdens de workshops was er de mogelijkheidom in alle groepen een kijkje te nemen; ditaanbod werd met beide handen aangegrepen.Inmiddels zijn er e-mailadressen uitgewisseldom met elkaar informatie uit te wisselen.Wij kijken terug op een inspirerende dag!( imKaart uit de keuzekast.


Aan de hand van deze foto wilde ik een reünieorganiseren samen met nog een oud leerling.En deze had toevallig nog een lijst met namenen adressen van de grote reünie in 1992. Toenbestond de school 60 jaar. Dat werd duszoeken in telefoonboeken, op internet, opHyves en op Facebook. We zijn in november2010 begonnen met zoeken en begin 2012hadden we de meesten gevonden. Van de 46leerlingen hebben wij er 43 kunnen opsporenmet adres en e-mailadres.2 klassen in een lokaalReüNIE oud leerlingen Tijo van Eeghenschool 59-60Groepsverdeling in dejaren 50Eric Töning heeft op de Tijo van Eeghenschool gezeten van 1953 tot en met1960. Hij is een keer blijven zitten in de 4de klas. Van zijn familie hebben nog 3broers en een zus ook op deze school gezeten. Zijn vader zat in het schoolbestuur.Het werd tijd voor een reünie en na veel speurwerk waren de meeste oudleerlingen gevonden.Op 8 september jl. hadden wij dus de reünie, endie werd bijgewoond door 27 oud-leerlingen.We begonnen met een bijeenkomst op de schoolmet koffie en taart met daarop de klassenfotogeprojecteerd. Daarna een rondgang door decompleet verbouwde school gemaakt. En toenkwamen de verhalen los…Tekst: Eric TöningFoto onder: Marieke WolfsenBijgaande zwart/wit foto is van de 5deen 6de klassen, Deze is genomen in1959 en er staan 46 leerlingen op plusde toenmalige directeur de heer Kuipersen de handwerk juf mevrouw Voorthuizen.In die tijd zaten er 2 klassen in 1 lokaal. Deschool had toen 4 klassen. Je had dus dekleuterklas, daarna de 1e en 2e klas in eenlokaal, dan de 3e en 4e, en als laatste de 5een 6e klas. En in alle lokalen een leraar oflerares.Nadat we buiten de klassenfoto hebbenlaten maken, vertrokken we naar KraantjeLek, waar we onder het genot van een lunchen drankjes, nog een heel gezellige middaghebben gehad. Het was een zeer geslaagdereünie. En misschien tot ziens als de school 90jaar bestaat. ( <strong>impuls</strong>En de meeste recente klassenfoto


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22Opvallende scores in tevredenheidsonderzoekenElke vier jaar wordt onder de ouders en het personeel van alle <strong>Salomo</strong>scholen gepeildhoe tevreden ze zijn over de school, over allerlei aspecten van het onderwijs en (voorhet personeel) over hun werk. Het meest recent werden de ouder- en personeelstevredenheidspeilingenafgenomen in mei 2012, dus nu ongeveer een half jaar geleden. Depeilingen zijn een mooi middel om te kijken welke verbeterpunten er aangepakt kunnenworden. En wat er allemaal al goed gaat natuurlijk! Hoe zit dat bij jouw school?Tekst: Ben CüstersFoto: Studio GraaflandTevredenheid peilenVoor deze peilingen wordt gebruik gemaaktvan een landelijk instrument, namelijk devragenlijsten en de rapportages van Scholenmet Succes, een organisatie die voorveel schoolbesturen in het basisonderwijstevredenheidsonderzoeken verzorgt, metinbegrip van de rapporten waarin de resultatenzichtbaar worden gemaakt.Het voordeel van deze aanpak is dat ons veelwerk uit handen wordt genomen maar vooralook dat we ons kunnen vergelijken metanderen (zowel andere scholen als andereschoolbesturen). In totaal maken meer dan1000 scholen gebruik van dezelfde vragenlijsten.Bovendien kunnen we onszelf, doorde keuze voor een gestandaardiseerde aanpak,vergelijken met de resultaten van devoorgaande peiling. Die vond plaats in 2008.Zo kunnen we beoordelen op welke puntenwe qua tevredenheid vooruit zijn gegaan enop welke punten we minder scoorden danvorige keer.Elke school heeft een uitgebreid rapport gekregenmet de resultaten van de school. Daarinwordt goed zichtbaar hoe de school zichverhoudt tot de landelijke referentiegroep,hoe de school zich heeft ontwikkeld ten opzichtevan de voorgaande peiling uit 2008,wat de relatief zwak scorende onderdelen vande school zijn en op welke punten de schooler positief uitspringt. Mocht je je meer gedetailleerdwillen verdiepen in de resultaten vanjouw school, vraag dan naar het rapport. Het isop je school ter inzage beschikbaar.Tabel Tevredenheidscijfers ouders per school en per rubriek 2012SchoolgebouwOmgeving van de schoolBegeleidingHet bestuur van <strong>Salomo</strong> beschikt over zogehetenbestuursrapportages van de ouder-en personeelstevredenheidspeilingen.Daarin zijn de resultaten van al onze scholensamengevat. Het maakt onder andere onderlingevergelijking tussen scholen mogelijken het maakt trends zichtbaar.Wat doen we ermee?We beschouwen de tevredenheidspeilingenals een onderdeel van onze systematische zorgvoor kwaliteit. Net zoals we bijvoorbeeld aandachtlaten uitgaan naar het in kaart brengenvan de leerresultaten van de leerlingen. Het bestuurmoedigt scholen aan om resultaten vande tevredenheidspeilingen te analyseren en tebespreken, onder andere binnen het team enmet de MR. Op basis van de uitkomsten kanworden bepaald op welke terreinen het ‘goedzit’ en waar verbeteracties nodig zijn. De beoogdeverbeteringen krijgen een plek in hetjaarplan van de school en na verloop van tijdwordt geëvalueerd of vooruitgang is geboekt.Zo spelen de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoekeen rol in het planmatige ensystematisch werken aan kwaliteit. De uitkomstenspelen dan ook een rol in het zogehetenintern toezicht, het toezicht dat het bestuur uitoefentop de ontwikkeling van de scholen. Opzijn beurt wil ook de Raad van Toezicht door hetbestuur op de hoogte worden gebracht hoe<strong>Salomo</strong> en de scholen ervoor staan.SfeerBS De Ark 5.0 6.0 7.1 7.6 7.0 7.0 7.1 6.9 7.9 6.8 6.9Beatrixschool 6.6 6.2 6.8 6.9 7.2 6.9 7.5 6.8 8.2 6.5 6.9Bos en Duinschool 6.9 7.4 7.0 7.2 6.6 6.8 8.6 7.0 7.8 6.5 7.1Bosch en Hovenschool 6.9 5.4 7.4 7.1 7.2 7.0 7.1 7.0 8.1 7.1 7.0Brede School Parkrijk 7.6 6.6 7.5 7.1 7.6 7.3 7.6 7.5 8.4 7.7 7.5CBS De Wadden 6.7 6.4 7.1 6.9 7.6 7.0 7.2 6.9 8.0 7.3 7.1Dr. H. Bavinckschool 7.1 6.2 7.1 7.5 7.3 7.0 6.6 7.4 8.2 7.5 7.2Dreefschool 6.1 6.0 7.1 7.5 7.3 6.8 7.3 7.0 8.2 7.1 7.0Koningin Emmaschool 6.5 6.1 7.4 7.6 7.2 7.1 6.7 7.4 8.3 7.0 7.1KoninginWilhelminaschool7.4 6.9 7.1 7.6 7.1 7.0 8.4 7.5 8.4 7.3 7.4Nicolaas Beetsschool 6.7 7.1 7.0 7.5 7.1 7.0 8.0 6.8 8.2 6.9 7.2Oranje Nassauschool 6.0 6.2 7.2 6.9 7.1 7.1 7.9 7.1 8.0 6.9 7.0Prinses Beatrixschool 5.8 7.2 7.0 7.4 7.1 7.0 7.9 6.9 7.8 6.9 7.1Tijo H. vanEeghenschool6.9 7.2 6.9 7.2 6.8 6.8 8.2 6.8 7.7 6.4 7.0Willem vanOranjeschool7.5 6.5 6.9 7.0 7.2 7.0 6.7 7.1 7.8 7.1 7.1Willinkschool 6.5 6.6 7.1 7.2 7.2 7.1 8.5 7.4 8.6 7.2 7.3<strong>Salomo</strong> - Haarlem 6.4 6.4 7.1 7.4 7.2 7.0 7.4 7.1 8.1 7.0 7.1Referentiegroep 6.8 6.2 7.1 7.2 7.2 7.1 7.3 7.1 8.0 7.1 7.1KennisontwikkelingPersoonlijkeontwikkelingSchooltijdenSchoolregels, rust enordeDe leerkrachtContact met de schoolTotaal gemiddelde


Hoe krijg je snel zicht opde resultaten?De vragen (en uitkomsten) zijn gerangschiktin 10 rubrieken (ouders) en in 12 rubrieken(personeel). Per rubriek of afzonderlijkevraag uit een rubriek wordt de tevredenheidzichtbaar gemaakt in een tevredenheidspercentage,waarbij de percentages tevredenen ontevreden respondenten worden weergegevenen worden vergeleken met de landelijkereferentiegroep, ook wel ‘benchmark’genaamd. Dat leidt voor elke vraag tot eenwaardering die via een kleur zichtbaar wordtgemaakt. De vergelijking met de benchmarkvormt daarmee de normering.Rood betekent ‘erg ontevreden’, oranje ‘ontevreden’.Lichtgroen staat voor ‘tevreden’,donkergroen voor ‘zeer tevreden’.Naast de standaardvragen van Scholen metSucces is aan het personeel nog een aantaleigen, aanvullende vragen voorgelegd die temaken hadden met onder andere de ervarenwerkdruk en de veiligheidsbeleving.De rapporten leveren een schat aan informatieop en maken het mogelijk om naar allerleideelaspecten te kijken en stil te staan bijmogelijke verbanden en opvallende zaken.Tabel Tevredenheidscijfers personeel per school en per rubriek 2012SchoolgebouwSchoolklimaat( <strong>impuls</strong>Pedagogisch klimaatLeerstofaanbod en LeermiddelenTeveel om hier te behandelen. Daarom wordtin dit artikel volstaan met een soort totaaloverzicht.Dat geeft je toch een goede indrukvan hoe je school scoort en zich verhoudt totandere scholen.Het is aardig om te weten dat in totaal 2166ouders een vragenlijst hebben ingevuld (eenresponse van 66%) en 378 personeelsleden(een response van 85%). Voor de ouders wasde response op de Koningin Emmaschoolhet hoogst (89%), voor personeel was er een100% response op de Tijo van Eeghen en deWillinkschool.Hieronder zie je, samengevat in twee tabellen,een overzicht van de resultaten van achtereenvolgensde oudertevredenheidspeilingen de personeelstevredenheidspeiling.Een aantal zaken die opvallenAlle resultaten voor <strong>Salomo</strong> bij elkaar opgeteldzijn ‘onze’ ouders net zo tevreden als in2008 en net zo tevreden als álle Nederlandseouders (7.1).BS De Ark 4.3 7.3 7.9 6.8 6.2 6.6 5.9 6.9 6.3 7.3 6.6 7.0 6.6Beatrixschool 6.1 7.2 6.8 7.3 6.2 6.5 6.4 7.3 6.8 6.8 7.7 6.5 6.8Bos en Duinschool 5.5 6.1 6.5 5.9 6.5 6.8 6.3 6.7 5.6 6.4 7.1 6.3 6.3Bosch en Hovenschool 6.1 7.0 8.4 6.5 6.9 6.8 7.1 6.3 5.9 7.5 5.8 6.6 6.8Brede School Parkrijk 5.2 6.8 6.3 5.8 5.7 6.4 6.1 5.9 6.1 6.0 5.8 5.7 6.0CBS De Wadden 6.2 7.9 8.0 7.4 7.6 6.8 7.0 7.4 7.5 7.5 8.2 7.5 7.4Dr. H. Bavinckschool 6.6 7.6 7.1 6.3 6.6 6.1 6.3 7.1 6.5 7.5 8.4 7.2 7.0Dreefschool 5.7 6.8 7.5 5.2 6.9 6.3 6.5 6.8 6.9 7.8 8.0 6.7 6.8Koningin Emmaschool 6.7 8.7 7.8 7.4 7.4 6.3 6.2 7.4 7.4 7.7 8.2 7.3 7.5Koningin Wilhelminaschool 7.3 7.4 7.5 7.1 7.2 6.7 6.5 7.3 6.8 7.6 7.6 7.0 7.2Nicolaas Beetsschool 5.7 7.4 7.5 6.7 7.1 5.9 6.1 6.8 6.8 7.3 6.7 6.6 6.8Oranje Nassauschool 4.6 7.3 7.4 6.4 7.1 6.4 6.2 6.6 6.9 7.3 7.1 6.8 6.7Prinses Beatrixschool 4.7 6.6 7.4 6.6 7.2 7.1 6.6 7.3 6.3 7.4 7.8 7.4 6.9SBO De Trapeze 6.0 7.3 7.5 7.1 6.8 7.1 6.6 7.1 6.7 7.0 8.3 7.0 7.0Tijo H. van Eeghenschool 6.8 7.8 7.7 7.3 7.1 6.4 6.6 7.3 7.0 7.4 7.3 6.6 7.2Willem van Oranjeschool 7.2 9.0 8.0 7.3 7.6 6.9 6.7 7.9 7.6 7.9 8.7 7.7 7.8Willinkschool 6.7 8.2 7.6 7.2 7.8 7.0 7.0 7.5 7.8 7.3 8.3 7.0 7.5<strong>Salomo</strong> - Haarlem 5.9 7.5 7.6 6.7 7.0 6.6 6.5 7.1 6.8 7.4 7.6 7.0 7.0Referentiegroep 6.5 7.4 7.5 6.9 6.8 6.8 6.6 7.1 6.8 7.4 7.2 7.0 7.0WerkklimaatPrimaire ArbeidsvoorwaardenSecundaire ArbeidsvoorwaardenLoopbaanmanagementInterne communicatieExterne communicatieManagementOrganisatieTotaal gemiddeldeBij de rubriek ‘schoolgebouw’ gaat <strong>Salomo</strong>er wat betreft tevredenheid niet op vooruitten opzichte van 2008, we blijven op hetzelfdeniveau. Omdat er landelijk wél sprake isvan enige vooruitgang gaan we dus relatiefgezien achteruit. Een tegenvallend resultaat.Vooral het onderdeel ‘hygiëne en netheid’valt negatief op, hetgeen ongetwijfeldsamenhangt met de problemen die we ophet gebied van schoonmaak ervaren.Bovengemiddeld scoort <strong>Salomo</strong> op het gebiedvan Omgeving van de school (doorhet deelaspect: speelmogelijkheden op hetplein), Sfeer (met name door aandacht voornormen en waarden), Schooltijden (vooraldoor het aspect: opvang na schooltijd) en deLeerkracht.Op het gebied van Kennisontwikkelingboekten we volgens de ouders vooruitgangten opzichte van 2008, door betere aandachtvoor taal en rekenen en meer accentop goede prestaties en extra mogelijkhedenvoor goede leerlingen. Aan de andere kantis er minder tevredenheid over de creatievevakken en scoort ook het werken met decomputer laag ten opzichte van de referentiegroep.Het <strong>Salomo</strong> personeel is gemiddeld tevredenerdan in 2008 (een 7.0 nu, ten opzichtevan 6.8 in 2008), en scoort overeenkomstighet personeel landelijk (dus ook een 7.0 nuen een 6.8 in 2008).Ook hier valt het Schoolgebouw (en daarbinnenook weer hygiëne en netheid) in negatievezin op ten opzichte van het landelijkebeeld.We scoren onder gemiddeld op ‘Leerstofaanboden leermiddelen’, waarbij vooral het aspect‘benutten van de ICT-mogelijkheden’ innegatieve zin opvalt. Ook op het terrein vande primaire en secundaire arbeidsvoorwaardentoont het <strong>Salomo</strong>-personeel zich mindertevreden dan de collega’s in het land.Maar er zijn ook duidelijke plussen. Bovengemiddeldzijn de scores op School- enPedagogisch Klimaat, Werkklimaat enManagement. De tevredenheid over onderandere de vervanging bij afwezigheid is eenstuk beter dan in 2008, ook is de waarderingvoor het werk toegenomen en wordt er positievergeoordeeld over de werkdruk. Gemiddeldgenomen is de tevredenheid over hetmanagement (de schooldirecties) opvallendhoger dan het landelijke beeld, maar liefst0.4 punt.Al met al kunnen we tevreden zijn met de bereikteresultaten. Dat neemt echter niet wegdat er duidelijke verschillen tussen scholenonderling zichtbaar zijn en dat er soms opschoolniveau werk aan de winkel is. Ook voor<strong>Salomo</strong> als geheel komen een paar actiepuntennaar voren waarmee we de komende jarenaan de slag moeten. ( <strong>impuls</strong>


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22Veerkracht tot op het laatstDoek valt voor Beatrixschoolin ZandvoortTegenwoordig zien veel schoolbesturen zich geconfronteerd met een teruglopendaantal leerlingen, gevolg van het feit dat in sommige delen van het land het aantalkinderen in de basisschoolleeftijd snel kleiner wordt. Dat geldt ook voor Zandvoort,waar voor 7 scholen te weinig kinderen wonen. Voor de Beatrixschool betekende diteen trieste ontwikkeling. Hoe gaat dat als je school moet sluiten?Tekst: Ben CüstersFoto’s: Marco Antheunisse en Kitty WitmondBoven het Noordzeekanaal en vooralin de kop van Noord-Holland doen degevolgen van de krimp zich duidelijkvoelen. Schoolbesturen ervaren dat het lastigwordt om steeds kleiner wordende scholenin de lucht te houden, om ze te kunnenblijven bekostigen én om de continuïteiten de kwaliteit te garanderen. Want op eenkleine en bedreigde school hoeft het maareven tegen te zitten, denk bijvoorbeeld aanuitval van leerkrachten, en het onderwijszelf komt in gevaar. Besturen vinden oplossingenin het fuseren of opheffen van nietmeer zelfstandig levensvatbare scholen, hethanteren van een vacaturestop voor personeelof het beëindigen van dienstverbandenvan boventallige leerkrachten. Ook tussenbesturen zelf wordt gefuseerd of naar samenwerkinggezocht.<strong>Salomo</strong> als geheel (als bestuur van 17 scholen)is de afgelopen jaren steeds gegroeid inleerlingenaantal. Dat was ook aan het beginvan dit schooljaar weer het geval. In totaaltelden we op 1 oktober jl. (de datum waaropde leerlingen officieel worden geteld, ten behoevevan onze bekostiging) 4605 leerlingen.Dat waren er weer 46 meer dan vorig jaar.Maar dat wil niet zeggen dat <strong>Salomo</strong> zonderzorgen is. Want tegenover forse groeiin vooral Haarlem staat krimp op een aantalvan onze scholen. In het oog springend isbijvoorbeeld de terugloop op SBO De Trapeze(141 leerlingen op de teldatum). Datis overigens niet onverwacht, omdat in deaanloop naar passend onderwijs al langeretijd sprake is van een afname van het aantalSBO-leerlingen, niet alleen bij ‘ons’, maar ookbij de andere SBO’s. Het dwingt de school enhet bestuur om na te denken over nieuwerollen en nieuw bestaansrecht voor het(SBO, ook als passend onderwijs er eenmaalis. Ook Brede School Parkrijk ziet een afnemendaantal leerlingen (59), al zijn er allerleiinspanningen ondernomen om de instroomte bevorderen. De Beatrixschool in Zandvoort,vorig jaar 79 leerlingen, nu nog maar17, heeft de gevolgen van krimp het meestingrijpend en direct ervaren. Vanaf 1 augustus2014 houdt de school op te bestaan.Vissen in een te klein vijvertjeAl langere tijd tekende de terugloop opde Beatrixschool zich af. Telde de school in2000 nog ruim 200 leerlingen, in 2011 wasdat aantal gedaald naar 79. Vrijwel jaarlijksmoest de school 10 of meer leerlingen ‘inleveren’.Inspanningen om het tij te keren, onderandere door aantrekkelijke profilering,een eigentijdse website, brede samenwerkingen niet te vergeten de dagelijkse inzetvan het team, leverden niet het gewensteeffect op. Dat het niet lukte heeft dan ookte maken met een aantal factoren, waaropde school nauwelijks of geen invloed heeft.Uit de bevolkingscijfers en –prognoses vande gemeente Zandvoort blijkt dat het aantalleerplichtige kinderen flink terugloopt,over een aantal jaren uiteindelijk naar ca.1100 kinderen. Dat vormt de ‘vijver’ waaruitde Zandvoortse basisscholen hun leerlingenmoeten vissen. En dan te bedenken dat erop dit moment, inclusief onze Beatrixschool,7 basisscholen in Zandvoort zijn gevestigd.Met deze cijfers in de hand kost het weinigmoeite om je voor te stellen dat er een soort‘Struggle for life’ aan het ontstaan is. Wie algroot en solide is redt het nog wel, en kanzelfs nog wat groeien. Zoals bij de OranjeNassauschool het geval is, ook een <strong>Salomo</strong>school in Zandvoort (maar in het zuidelijkedeel van de gemeente). Wie al klein is voelthet ‘Calimero-effect’: klein-kleiner-kleinst.Dat is wat de Beatrixschool heeft ondervonden,al deed de school nog zo z’n best. Hetfeit dat de school als meest ver weg gelegenschool in een scholenverzamelgebouw zit,op een rijtje met een openbare en katholiekebasisschool, was een nadelige bijkomstigheid.Met pijn in het hartDe schooldirectie en het bestuur voorzagendat de school binnen 3 jaar onder de 50 leerlingenzou gaan komen, ondanks het feit dater tot het laatst toe was geknokt voor de instandhoudingvan de school. Dat leidde totde pijnlijke conclusie dat de Beatrixschool inde toekomst niet meer levensvatbaar is enhet op de een of andere manier moest komentot afbouw van de school.”Dat leidde tot de pijnlijke conclusie dat deBeatrixschool niet meer levensvatbaar is”AfbouwtrajectDie conclusie was de start van een ingrijpendtraject, waarin de schooldirectie en het bestuurhebben overlegd met de andere scholen enschoolbesturen, de gemeente, maar natuurlijkook met de MR (ook die van de ONS) en hetpersoneel. Voor de ouders werd een specialebijeenkomst belegd waarover straks meer. Een


dergelijk traject leidt tot veel spanning en onzekerheid.Onzekerheid bij personeel (‘Houdik mijn baan? Waar kom ik straks te werken?Hoe houd ik de fut erin zolang de school nogdraait?’) en ook bij ouders en leerlingen (‘Iser plek voor ons kind op een andere school?Loopt mijn kind hierdoor geen achterstandop? Raak ik mijn vriendjes in de klas kwijt?’).Successen en mislukkingenWe hebben er veel aan gedaan om de afbouwvan de school rustig en planmatig te latenverlopen. Dat is deels gelukt, deels ook niet.Met alle teamleden zijn gesprekken gevoerd,waarin zij hun zorgen en wensen konden uitenen met als inzet vanuit <strong>Salomo</strong> om vooriedereen een passende, nieuwe werkplek tevinden. Dat is gelukt. Het personeel reageerdebegripvol op de situatie en heeft met denodige veerkracht meegewerkt om tot herplaatsingte komen. Een compliment waard.Net zoals dat voor de MR van de school geldt,die vanaf de start van de discussie over detoekomst volop heeft meegedacht welkestappen het best konden worden gezet enwelke rol de MR daarin kon vervullen; constructiefen tegelijkertijd kritisch.(”Eenvoudigweg‘de stekker eruit trekken’volstaat niet”Nu zit hier het Centrum voor Jeugd en Gezin.Niet of maar voor een klein deel gelukt is degoed gecoördineerde overstap van leerlingennaar andere scholen en, in samenhangdaarmee, het maken van goede afsprakenmet de andere scholen en hun besturen. Alsje besluit te stoppen met een school, dandraag je er als bestuur en directie een sterkeverantwoordelijkheid voor dat je leerlingengoed terechtkomen. En terecht! Eenvoudigweg‘de stekker eruit trekken’ volstaat niet. Inverband hiermee was een zorgvuldige planninguitgezet. De bedoeling was om metalle leerlingen en groepen nog één volledigschooljaar door te gaan (dus dit schooljaar)en in dat jaar een goede overstap naar eenandere school op 1 augustus 2013 voor tebereiden. De groep 6 leerlingen wilden wezelfs als groep nog de school laten afmaken.De voorbereiding van de overstap zou gebeurendoor onder andere ‘wenmomenten’te organiseren, via een wensenformulier eneventueel in een gesprek de voorkeuren vanouders te inventariseren en die wensen zogoed mogelijk te matchen met de beschikbareplekken op de andere scholen. Dit wasook zo besproken met de andere scholen. Zijzouden, ook al kunnen ze zelf best wat extraleerlingen ‘gebruiken’, niet voortijdig aanouders gaan trekken. Veel was vooraf goedvoorbereid (een informatieve presentatievoor de ouders, formulieren, de capaciteitvan andere scholen in kaart) en bijtijds, opeen avond in april, werd een ouderbijeenkomstgeorganiseerd waarin bestuur, directieen MR de ouders mee probeerden te krijgenvoor een goed gefaseerde en geplandeoverstap.In de dagen daarvoor bleek echter al dat onderouders paniek was uitgebroken en datveel ouders vastbesloten waren om zo snelmogelijk ‘weg te komen’. Bovendien werdduidelijk dat sommige andere scholen zogretig waren om nieuwe leerlingen aan tetrekken dat ‘shop’-gedrag van ouders werdgehonoreerd, of op zijn minst niet werd ontmoedigd(de vinger zullen we er wel nooithelemaal achter krijgen).EindresultaatHet resultaat? De school telt dit schooljaarnog 17 leerlingen en één leerkracht (14groep 8 leerlingen, 3 groep 6 leerlingen).Op 1 augustus 2013 valt het doek voor deschool, één jaar eerder dan gepland.Hoe we terugkijken op dit resultaat? Enerzijdsteleurgesteld, omdat we het in het belangvan de kinderen anders en meer gefaseerdhadden willen laten verlopen. Anderzijds tevreden,omdat de teamleden allemaal weereen plekje hebben gevonden en omdat weer naar ouders en leerlingen toe echt allesaan hebben gedaan om onze verantwoordelijkheidwaar te maken. Dat heeft ons danook geen verwijten of negatieve media-aandachtopgeleverd. En ook dat telt, onder ditsoort omstandigheden! ( <strong>impuls</strong>Uiting van het natuurprofiel.


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22Het thema “vriendschap” is natuurlijk nietzomaar gekozen. De oorsprong hiervan isgelegen in het identiteitstraject waar hetWillinkteam de afgelopen maanden meebezig is geweest. Als school zijn we altijd inontwikkeling, de ene verandering is nog nietgeïmplementeerd als de volgende veranderingzich alweer aandient. Kwaliteitsverbetering,onderwijsvernieuwing, Een-Zorgroute,hoogbegaafdenbeleid, we zijn er allemaalmee bekend. In deze continue stroom vanverbeteringen is het soms lastig te bepalenwie we eigenlijk zijn, waar we voor staan, enwat we juist wel of misschien juist niet zoudenmoeten doen. Zeker in tijden van krimp,wat in Bennebroek goed voelbaar is, vindenwe het belangrijk de school stevig naar buitentoe te kunnen neerzetten. Wanneer jede Willinkschool binnenstapte was er altijdwel het ‘Willinkgevoel’, maar wat dit nou precieswas… Woorden konden we er niet aangeven. Als team wilden we onze identiteitweer helder op het netvlies hebben, zodatwe duidelijk kunnen uitdragen wie wij zijnen wat we kinderen, ouders en leerkrachtente bieden hebben. We wilden ons weer bewustworden waar onze mogelijkheden enonze grenzen liggen.Hier is hard samen-gewerktwillinkschoolVriendschap beleef je noueenmaal niet alleenEen kleurig schilderij knalt je tegemoet, als je de school binnen gaat. Dat is niet toevalligzo gebeurd. De Willinkschool in Bennebroek is een kunstproject aangegaanén een identiteitstraject. En die twee vielen samen. ‘ Samen’ is een belangrijk woorden krijgt er inhoud. De nieuwe route: waar willen we naartoe met onze school, werdduidelijk. Sámen tot stand gekomen: met ouders, kinderen en team.Tekst: Paulien DubelaarFoto’s: Christie de KeijzerWanneer je het karakteristiekeschoolgebouw aan de Rijksstraatwegin Bennebroek betreedt, valthet meteen op: hier is hard gewerkt. De renovatievan de afgelopen zomer heeft hetgebouw weer glans gegeven. Werp je eennog iets nauwkeuriger blik dan valt er meerte zien: hier is niet gewoon hard gewerkt,hier is hard samengewerkt. In de centralehal knalt een kleurig schilderwerk je tegemoet.Dat kan toch niet door één persoongemaakt zijn?Onder leiding van kunstenares Christie deKeijzer hebben leerlingen, ouders en personeelsamen gewerkt aan een prachtigewandschildering. Dat dat samen moest gebeurenwas essentieel: thema van het kunstwerkis namelijk “vriendschap”, en vriendschapbeleef je nou eenmaal niet alleen. Destart van het kunstproject was een presentatievan het thema “vriendschap” voor alleleerlingen in de aula. Ook werd uitgelegdhoe we samen dit kunstwerk tot stand zoudengaan brengen. De kinderen uit de groepen1 t/m 4 waren de tekenkunstenaars. Zijmaakten de tekeningen die Christie heeftverwerkt in een levensgrote collage. Dezegrote tekening is op de wand gezet en ingekleurddoor de schilderkunstenaars: dekinderen uit de groepen 5 t/m 8. Zij leerdenondertussen van Christie van alles over techniek(kwastgebruik, verfgebruik) en kleurgebruik.Ouders en leerkrachten hielpen ookbij het schilderen, waardoor het nog meereen project werd van de hele school. Degezamenlijk gevoelde inspiratie heeft geresulteerdin een prachtige wandschildering,waaraan je kan zien wat voor plek de Willinkschoolis.Aangezien het voor ons wel duidelijk was datwe dit niet op een studiemiddag helder zoudenkrijgen, zijn we samen met de Assenrodegroepuit Apeldoorn deze spannende ontdekkingstochtaangegaan. We zijn bevraagd,we hebben enneagrammen ingevuld, wehebben met kwaliteiten gewerkt, we hebbenonze kernwaarden onderzocht, we hebbengesproken over onze levensbeschouwelijkeidentiteit en we hebben gewerkt met moodboards.Wat mist Bennebroek als de Willinkschooler niet meer is? Waaraan herken jeleerlingen van de Willinkschool als je ze inhet dorp tegen komt? Wat maakt je dag alsleerkracht tot een geslaagde dag? Eenvoudigevragen misschien, maar de antwoordenwaren niet altijd zo gemakkelijk te geven. Terondersteuning van de zoektocht werkt deAssenrodegroep met moodboards waarbijscholen in te delen zijn volgens een kleuren-Kleur bekennen


leerkrachten waren bij deze bijeenkomstenaanwezig ,maar mochten op de achtergrondalleen maar luisteren. Spannend om zo overje school te horen praten!(Welke kleur heeft onze school?schema. Elke kleur staat daarbij voor een typeschool. Hiermee zijn we gaan zoeken naarwat voor ‘kleur’ school we eigenlijk zijn. Demeningen waren verdeeld. We spraken welveel blauwe taal, lieten onze begeleiders weten.Onze website was behoorlijk geel. Onzeslogan had toch wel wat rood in zich. Maar wegedroegen ons veelal groen. De mensen vande Assenrodegroep waren hier helder over:zoveel diversiteit is geen kracht. Het gebrekaan een duidelijke identiteit zorgt er voor dathet moeilijker wordt om de grenzen aan tegeven en te bewaken. Na veel gepraat en geschuifmet de borden waren we uiteindelijkzover: we zijn blauw. Of groen… Op zoek naaronze identiteit doemden de kleuren maarmoeizaam op uit de mist.Het hele proces dat met het team doorlopenis, werd in een verkorte versie herhaald meteen groep ouders en met een groep kinderen.Ook zij werden geïnterviewd en ookzij gingen aan de slag met de moodboards.Welke kleur geven zij de Willinkschool? Ouderswaren minder weifelend dan de collega’s:groen/geel, dat is de Willinkschool. Aanhen werden de vragen gesteld waarom zeooit gekozen hebben voor de Willinkschool,of hun verwachtingen ook uit zijn gekomen,wat ze tegen anderen zeggen over de school.Het was mooi om te horen dat bepaaldewoorden bij de groep ouders en kinderensteeds weer terugkwamen: warm, welkom,open, gezellig, positief, persoonlijk, betrokkenheid,iedereen is gelijk, vriendschap. De” Wanneer je de Willinkschool binnenstaptewas er altijd wel het ‘Willinkgevoel’”Om de blik goed op de toekomst te kunnenrichten hebben we ook de historie vande school onder de loep genomen. Afkomstis immers een belangrijk onderdeel van deidentiteit. Ambachtsvrouwe Willink heeft deschool gesticht. Mevrouw Willink was eenvrouw met oog voor de mensen om zichheen. Als weldoener schonk zij veel geld aaninstanties (kerk, gemeente, woningbouwvereniging)en particulieren. De Willinkschoolwas niet de eerste school die zij financierde.Zij had een hekel aan mensen die zich ingeestelijk opzicht boven een ander stelden.Voor God is iedereen gelijk. Vandaar dat zijzelf wilde delen; zij was immers beter bedeelddan anderen. Een mooi uitgangspunt!Het was een traject vol verrassingen. In eersteinstantie raakten we in verwarring. Tijdens delaatste bijeenkomst vielen de puzzelstukjesop hun plaats en konden we kleur bekennen.Groen bleek te passen bij ons verleden engeel bij onze ambities. Dit resulteerde in eenprachtig identiteitsbewijs waar team en ouderszich in kunnen vinden. Een identiteitsbewijsdat past bij hoe wij nu zijn, maar datook de ambitie laat zien voor de komendejaren. Een identiteitsbewijs met een slogan,een belofte en kernwaarden. Ons handelenzal de komende tijd steeds langs de nieuwe‘identiteitsmeetlat’ worden gelegd.Het schilderproject is passend bij onze identiteit.De school is niet alleen van de leerkrachten,maar zeker ook van de kinderenen de ouders. Samen bouwen we aan eenplek waar we ons allemaal kunnen ontwikkelen,met ieder zijn eigen taak daarbinnen.De wandschildering onderstreept de renovatievan ons gebouw en geeft tegelijk uitdrukkingaan ons opgefriste besef van onzeidentiteit. Dit is de Willinkschool en daar zijnwij trots op! ( <strong>impuls</strong>Wie interesse heeft in de wandschilderingenof een identiteitstraject vindthier meer informatie:www.christies-schilderingen.nl en ( <strong>impuls</strong>www.assenrode.nlUit de mist doemen kleuren op


( <strong>impuls</strong> WINTER2012-2013 • Nr.22Pittige Plustorens. Een inspirerend, wat mijbetreft altijd te kort, verhaal over deze materialen.Maartje laat, niet zonder enige trots,een artikel van haar hand zien in de Praxisvan september: Pieken in de Plusklas. Eenzeer leesbaar verhaal voor iedereen die meerwil weten over deze specifieke groep binnenonze scholen. Een aanbeveling waard.Plusklassen. Langzamerhand een steedsmeer bekend begrip. Plusklassen voor pluskinderen.Wat mij opvalt is een enorme betrokkenheiden kennis binnen deze groepPlusleerkrachten.Betrokken PlusleerkrachtenPlusgroepen in de salomopraktijkZE MOETEN IETS LEREN,NIET IETS KENNENLeerlingen die extra uitdaging nodig hebben…we kennen ze allemaal.Al in de kleuterklas kom je ze tegen. Hoe ga je met ze om? Wat kun je zebieden? Diverse scholen werken met Plusklassen. Op De Ark kwamen dePlusleerkrachten van <strong>Salomo</strong> bij elkaar onder leiding van Margret Mesom van en met elkaar te leren. Te halen en te brengen, zoals dat heet. Eeninspirerende bijeenkomst.Tekst: Nanda KlaassenFoto’s: Marieke WolfsenDat zorgt ervoor dat ik graag wil weten water ten grondslag ligt aan deze motivatievoor het vormgeven van onderwijs aan dezespecifieke leerlingengroep. Want, dat wetenwe inmiddels allemaal, nieuwe zaken binnenhet onderwijs kosten tijd, inzet, overleg, nadenken,tijd, tijd en nog eens tijd en inzet.De antwoorden zijn divers, collega’s zijner alert op omdat zij zelf kinderen hebbendie dit onderwijs mogelijk gemist hebben.Andere collega’s intrigeert het om een antwoordop de vraag van ouders te geven.Weer anderen zijn door de begeleiding vanAPS door o.a. Dolf Janson veel wijzer geworden,hebben leren signaleren en begrijpensteeds beter dat deze specifieke groep kindereneen heel specifieke aanpak verdient.Er ontstaat een discussie over leeropbrengstenen zingevende (sociaal-emotionele)opbrengsten.“We moeten er voor waken dat leeropbrengstenhet enige doel van het basisonderwijswordt”.Donderdagochtend 27 september,regenachtig weer, naar De Ark. Metde auto. Niet echt handig, wat eenenorme drukte! Auto ‘s, fietsen, wandelaars.De Ark zet haar stempel in deze buurt.Voor mij een extraatje. In deze Impuls staatde groepsdynamiek centraal en aan mij detaak om mijn licht bij de hoogbegaafden onderons op te steken.Een flinke groep collega’s heeft zich hierverzameld. Het is mij duidelijk dat meerderescholen binnen <strong>Salomo</strong> een Plusklas hebben.Wij, op de Bavinck, starten net en het is daaromvoor mij dubbel interessant om hier aante schuiven.Bij binnenkomst komen we langs de ‘PittigePlustorens’ (www.pittigeplustorens.nl).Op een zelfde manier vormgegeven als deTechniektorens, maar met een andere uit-Uitwisselendagende inhoud. Specifiek voor deze groepleerlingen die de uitdaging nodig hebben.Die, hoe vreemd dat ook mag klinken, zichzelfmoet leren tegenkomen in het leren. Uitgedaagdmoet worden, de verdieping moetzoeken, geïnspireerd moet worden doorelkaar en door de Plusleerkrachten.Maartje Sanders, Plusleerkracht van De Ark,presenteert de manier van werken met dePittige Plustorens


GedichtOzo heppieIk voel me ozo heppie,zo heppie deze dagen als je vraagt: wat heppieals ik eens vragen mag,dan zeg ik: hoe wat heppie,wat heppik aan die vraag,heppie nooit dat heppiejedat ik hep vandaag?Joke van LeeuwenPlusmaterialen bekijken op de <strong>Salomo</strong> studiedagCorinne Rijks, leerkracht groep ½ van De Arkspreekt bevlogen over de opleiding die zijvolgt bij Slim! Educatief. Als je de site opzoekt(www.slimeducatief.nl) kom je daar een bekendenaam tegen: Leonoor van Gerven.Corinne heeft daar een driedaagse cursusgevolgd “De slimme kleuter” en volgt nu eenHBO master: Specialist Begaafdheid. Corinnespreekt met een bevlogenheid om jaloers opte worden. Ik kan het niet nalaten om te denkendat je zou hopen dat jouw kleuter hoogbegaafdis en bij zo’n juf in de klas komt!Als er verder ervaringen worden uitgewisseld,als het gaat over de hotspots in dePlusklas op De Ark die door Willemijn wordenvormgegeven, over screeningslijstenIn memoriamuitwisselen, als er kritisch wordt gesprokenover het interpreteren van menstekeningenvan jonge kinderen, over het beleid van deschool, de samenwerking met de collega’sdie de uiteindelijke verantwoordelijkheidhebben over hun leerlingen, over het aanbodin de Plusklas en de stamgroep, danklinkt opeens de stem van Corinne met eenwat mij betreft zeer treffende uitspraak : “Zemoeten iets leren, niet iets kennen”.Platform Hoogbegaafdheid: een aantal kerenper jaar komt deze groep betrokkencollega’s bij elkaar . Wat een goed initiatief.Dank collega’s, dat ik er bij mocht zijn.Alle succes!! ( <strong>impuls</strong>Colofon<strong>Salomo</strong> Impuls winter 2012-2013REDACTIETEAM<strong>Salomo</strong>:Fast Company:Ben CüstersBetty van der VlistNanda KlaassenMarieke WolfsenMarco AntheunisseOntwerp/opmaak: Fast CompanyNiets uit deze uitgave mag worden gebruiktzonder schriftelijke toestemming van deredactie.Deze <strong>Salomo</strong> Impuls is een uitgave van:<strong>Salomo</strong>Stichting voor Christelijk Primair OnderwijsZuid-KennemerlandKantoor:Tetterodestraat 66, 2023 XR HaarlemPost:Postbus 2018, 2002 CA HaarlemTel.: 023-7078380Fax: 023-5459076E-mail:Website:redactie@salomoscholen.nlwww.salomoscholen.nlIn de zomervakantie is onze collega Marije Stulp overleden. Marije was al geruimetijd ziek en leed aan depressiviteit. De verschillende vormen van therapie die zeheeft ondergaan hebben haar helaas niet kunnen genezen. Uiteindelijk heeft zijervoor gekozen haar leven zelf te beëindigen. Marije werd slechts 36 jaar.Tekst: Caston KroonKinderen, ouders en collega’s hebbenherinneringen aan Marije opgeschreven, eentekening of gedichtje ingeplakt of enkelewoorden van steun gericht aan familie envrienden van Marije. We herinneren Marijeals een enthousiaste, gedreven collega diealtijd vrolijk was. Ze werkte al ruim negenjaar op de Bosch en Hovenschool en heeftin verschillende groepen gestaan. Kinderenherinneren haar als een lieve juf waar ze veelaan gehad hebben.Het was voor iedereen een grote schok omte horen van het overlijden van Marije, in deeerste plaats voor haar familie en vrienden. Zijmaken een zware tijd door. We zijn met onzegedachten vaak bij hen. ( <strong>impuls</strong>


Heb jij leuke foto’s die met school te maken hebben en vindje het leuk om die in de volgende <strong>Salomo</strong> Impuls te plaatsen?Stuur ze door naar redactie@salomoscholen.nlFoto’s Opening De ArkTot de volgende

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!