Vries et al 2011. LCA Pilots Mineralenconcentraten Final (3)x
Vries et al 2011. LCA Pilots Mineralenconcentraten Final (3)x
Vries et al 2011. LCA Pilots Mineralenconcentraten Final (3)x
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SamenvattingH<strong>et</strong> landbouwbedrijfsleven, h<strong>et</strong> ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en h<strong>et</strong>ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben gedurende 2009 en 2010, m<strong>et</strong> instemming van deEuropese Commissie, in een pilotproject de landbouwkundige, economische en milieukundigeeffecten onderzocht van de productie en h<strong>et</strong> gebruik van h<strong>et</strong> miner<strong>al</strong>enconcentraat ter vervanging vankunstmest. H<strong>et</strong> onderzoek bestond uit een aant<strong>al</strong> deelstudies waaronder een levenscyclusan<strong>al</strong>yse(<strong>LCA</strong>) waarvan in dit rapport de resultaten worden gepresenteerd.Tijdens de levenscyclus (productie tot en m<strong>et</strong> gebruik) van miner<strong>al</strong>enconcentraat vinden emissiesplaats van bijvoorbeeld broeikasgassen en ammoniak en wordt fossiele energie verbruikt. Daarbijontbrak h<strong>et</strong> inzicht in hoe de emissies en h<strong>et</strong> verbruik veranderen ten opzichte van de huidige praktijkwaarin drijfmest en kunstmest gebruikt worden. De <strong>LCA</strong>-studie had tot doel om dit inzicht teverschaffen door de onderzoeksvraag te beantwoorden: ‘Wat is de verandering in de milieubelastingvan de productie en h<strong>et</strong> gebruik van de eindproducten uit de pilotbedrijven miner<strong>al</strong>enconcentraat incombinatie m<strong>et</strong> drijfmest en kunstmest ten opzichte van h<strong>et</strong> gebruik van drijfmest en kunstmest?’. Demilieubelasting werd uitgedrukt in vijf milieu-indicatoren: broeikasgasemissie, ammoniakemissie,nitraatuitspoeling, fijnstofemissie en fossiel energieverbruik. De emissie van fosfaat werd ni<strong>et</strong>meegenomen in h<strong>et</strong> onderzoek, omdat verwacht werd dat deze ni<strong>et</strong> zou veranderen <strong>al</strong>s gevolg van deproductie en h<strong>et</strong> gebruik van miner<strong>al</strong>enconcentraat.In h<strong>et</strong> onderzoek is gebruik gemaakt van de consequenti<strong>al</strong> benadering van <strong>LCA</strong>. Dit b<strong>et</strong>ekent dat <strong>al</strong>leveranderingen die plaatsvonden in de milieubelasting door de productie en h<strong>et</strong> gebruik van deeindproducten uit de pilotinst<strong>al</strong>laties binnen de systeemgrenzen vielen en werden meegenomen in dean<strong>al</strong>yse. De systeemgrens liep vanaf de opslag van de drijfmest tot en m<strong>et</strong> de afz<strong>et</strong> en toediening vande drijfmest en eindproducten. Afz<strong>et</strong> en toediening vond plaats via vier afz<strong>et</strong>kan<strong>al</strong>en: regio of eigenbedrijf op bouwland (eigen bedrijf in h<strong>et</strong> gev<strong>al</strong> van rundveedrijfmest), regio of eigen bedrijf opgrasland, buiten de regio op bouwland en export op bouwland.Om de verandering in de milieubelasting te berekenen zijn vier scenario’s opgesteld, drie voorvleesvarkens- en één voor rundveedrijfmest. De uitkomsten van deze scenario’s zijn vergeleken m<strong>et</strong>een referentiescenario voor beide drijfmestsoorten dat de huidige praktijk weerspiegelt. De vergelijkingvond plaats op basis van de functionele eenheid, 1 ton drijfmest m<strong>et</strong> gelijke samenstelling. Descenario’s voor vleesvarkensdrijfmest waren:scenario 1 (Sc1V): centra<strong>al</strong> verwerken van een overschot aan drijfmest door middel vanmechanische scheiding, flotatie en omgekeerde osmose en vervolgensdistributie en toediening van de eindproducten;scenario 2 (Sc2V):scenario 3 (Sc3V):Voor rundveedrijfmest was dit:scenario 1 (Sc1R):gelijk aan scenario 1, inclusief h<strong>et</strong> vergisten van de dikke fractie;centra<strong>al</strong> verwerken van een overschot aan drijfmest m<strong>et</strong> centrifuge,ultrafiltratie en omgekeerde osmose en h<strong>et</strong> vergisten van dikke fractie incombinatie m<strong>et</strong> h<strong>et</strong> concentraat uit ultrafiltratie.h<strong>et</strong> vergisten van <strong>al</strong>le drijfmest en h<strong>et</strong> verwerken van h<strong>et</strong> overschot aandigestaat door centrifuge, ultrafiltratie en omgekeerde osmose op h<strong>et</strong> eigenbedrijf.De keuze van de uitgangspunten van de <strong>LCA</strong>-studie was een essentieel onderdeel van de an<strong>al</strong>yse.Keuzes voor de uitgangspunten werden gemaakt op basis van discussies m<strong>et</strong> de projectgroep, m<strong>et</strong>experts en op basis van literatuur. De volgende uitgangspunten b<strong>et</strong>reffende afz<strong>et</strong> en toediening vande eindproducten werden gehanteerd: vleesvarkensdrijfmest werd toegediend in de akkerbouw,rundveedrijfmest op grasland en bouwland. In de uitgangssituatie werd <strong>al</strong>leen h<strong>et</strong> overschot aandrijfmest verwerkt. Voor ieder afz<strong>et</strong>kana<strong>al</strong> gold een gelijkblijvende gewasbehoefte aan N, P 2 O 5 enK 2 O. Hierbij golden de w<strong>et</strong>telijke gebruiksnormen voor N en P 2 O 5 uit dierlijke mest. Deze werdenzoveel mogelijk m<strong>et</strong> dierlijke mest opgevuld. H<strong>et</strong> miner<strong>al</strong>enconcentraat mocht worden toegediendbovenop de gebruiksnorm dierlijke mest, maar onder de maxim<strong>al</strong>e gebruiksnorm. Daarbij werd <strong>al</strong>leminer<strong>al</strong>enconcentraat in de regio toegediend en zoveel mogelijk aangevuld m<strong>et</strong> de anderemestproducten. Ongeplaatste producten werden afgez<strong>et</strong> buiten de regio en/ of buiten Nederland.