12.07.2015 Views

BLOEMBOLLEN KOERIER - Bayer CropScience

BLOEMBOLLEN KOERIER - Bayer CropScience

BLOEMBOLLEN KOERIER - Bayer CropScience

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Admire al 15 jaar een betrouwbare partnerHandelsbedrijf Onings in Poeldijk is al 15 jaar een enthousiast gebruiker van Admire. ,,Wij zien het dompelen met Admireal jaren als een vaste service voor onze klanten. Het is een garantie voor een schone, luisvrije start en dat is zowel voor debroeiers als voor ons een belangrijke zorg minder’’, zo vat John Onings de kracht van het middel samen.Duizenden kratten met lelies staan netjes opgestapeld in lange reeks koelcellen. De komende maanden vinden ze allemaal een afnemer,veelal in verre oorden. ,,Van de lelies - ons belangrijkste product - gaat zo’n 85 tot 90 procent weg voor export. Vooral Azië en de VerenigdeStaten zijn belangrijke afzetgebieden voor ons’’, vertelt John Onings, inkoop- en kwaliteitsmanager van het gelijknamige handelsbedrijftijdens een rondgang door de bedrijfshallen. Nu, begin juli, is het nog relatief rustig op het bedrijf en kunnen de 45 vaste medewerkers hetwerk nog vrij gemakkelijk aan. Maar het komende half jaar zal het steeds drukker worden, met als piek de maanden november en december,waarin het overgrote deel van de lelies wordt aangevoerd. Tijdens de piekdagen komen er tussen 15.000 en 20.000 kisten per dag bin-nen. Die moeten allemaal snel en vakkundig worden verwerkt. Na een korte opslagperiode- waarin de kwaliteit en deels ook de bestemming van de bollen wordt bepaald - worden debollen achtereenvolgens voorgeweekt, gespoeld, gedompeld en ingepakt. Daarvoor zijn zesproductielijnen beschikbaar die samen zo’n 10.000 kisten per dag klaar kunnen maken.Meer dan 100 miljoen bollen door het badVoor het dompelen gebruikt het bedrijf een vaste cocktail voor alle aangevoerde leliebollen.Dat betekent dat er op jaarbasis meer dan 100 miljoen stuks door het bad gaan. ,,Omdatwe altijd de beste kwaliteit willen leveren is het voor ons heel belangrijk dat de toegepastemiddelen bewezen effectief zijn. We gaan daarom altijd voor de beste middelen of middelencombinaties’’,zo geeft Onings de strategie bij de boldompeling weer. Naast een bredecocktail van middelen tegen penicillium, wordt er ook altijd Admire aan het dompelbadtoegevoegd tegen luizen. Volgens Hans van Vliet van Nic Sosef gebeurt dit ondertussenalweer 15 jaar en behoort het bedrijf Onings daarmee tot de ‘Admire-pioniers’. Vooral in debeginjaren is er volgens hem veel tijd gestoken in de zoektocht naar de optimale doseringen bijvulfactor. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een doseersysteem waarbij het bad regelmatigwordt geanalyseerd en - zo nodig - de bijvulfactor wordt bijgesteld.‘Admire houdt andere insecticiden in de kast’Van Vliet benadrukt graag dat er - ondanks de grote hoeveelheden die op het bedrijfgebruikt worden - geen gram Admire wordt geloosd of anderzijds in het milieu terechtkomt. Sterker nog: hij durft zelfs te stellen dat het middel - bij verstandig gebruik - hetmilieu zelfs kan ontlasten. ,,Admire is een middel dat zeer diep en gelijkmatig de bolindringt en zich daarna zeer egaal door het blad en de stengels verdeelt. Hierdoor benje niet alleen verzekerd van volledige bolbescherming, maar ook van een zeer langewerkingsduur. Broeiers kunnen daarom na een boldompeling met Admire een deel vanhun insecticiden in de kast houden. Als je het op die manier bekijkt levert een preventievebestrijding met Admire dus milieuwinst op.’’Voor de komende jaren hoopt Van Vliet dat Admire beschikbaar blijft voor boldompeling inbloembollen. ,,Het is een zeer sterk en betrouwbaar middel dat we ondertussen door endoor kennen. Als we het met verstand blijven gebruiken kunnen we er nog heel veel jarenplezier van hebben’’, zo besluit hij.John Onings (links) is inkoop- en kwaliteitsmanager bij Onings Holland Flowerbulbs inPoeldijk. Hans van Vliet is accountmanager bij Nic Sosef in Honselersdijk.Nieuwe EU-middelenbeleid:Voorlopig weinig gevolgen voor bollenteeltIn de loop van 2010 wordt naar verwachting de nieuwe EU-gewasbeschermingsverordening van kracht. Daarmee wordt hettoelatingsbeleid van middelen binnen de EU sterk geharmoniseerd.Volgens Mieke van der Bruggen, hoofd registratie bij <strong>Bayer</strong> <strong>CropScience</strong>, is het vooralsnog lastig om aan te geven welke gevolgendit voor de bollenteelt heeft. ,,Ik verwacht niet dat er de komende drie, vier jaar veel zaken zullen veranderen. Daarvoor ishet harmonisatieproces veel te omvangrijk. Maar op de langere termijn kunnen kleine teelten, waaronder de bollenteelt, weleens profiteren van dit nieuwe beleid.’’Wat houdt de harmonisatie van het toelatingsbeleid concreet in?,,Bij het harmonisatieproces worden alle bestaande middelen op termijn opnieuw beoordeeld op basis van een door alle lidstaten gezamenlijkvastgesteld eisenpakket. Naast een groot aantal eisen die nu ook al bestaan, zijn er een aantal aan toegevoegd, vooral op hetgebied van milieu en veiligheid voor de gebruiker. Welke gevolgen dit heeft voor de bollenteelt is op dit moment helaas nog niet te zeggen.Ten eerste omdat de praktische uitwerking nu pas gaat beginnen en ten tweede omdat de tekst van verordening de nodige ruimte laatvoor verschillende interpretaties. Er zal dus nog veel overleg gevoerd moeten worden voordat er een concreet plaatje te maken is voorde verschillende sectoren.’’De afgelopen maanden werd regelmatig geroepen dat ongeveer tien procent van de middelen zal verdwijnen alsgevolg van de nieuwe verordening...,,Dat cijfer is een grove schatting op basis van de zogenaamde cut-off criteria. Hierbij staat niet - zoals nu het geval is - het risico van destof in het behandelde product, maar de giftigheid van de werkzame stof zélf centraal bij de beoordeling. Hoewel er voor deze stoffenvrij weinig interpretatie van de tekst mogelijk is, blijft het de vraag of er daadwerkelijk tien procent wegvalt. Veel zal afhangen van deinvesteringen die bedrijven in hun stoffen willen doen. En dat is voor een groot deel echt koffiedik kijken. Zelf houd ik de marge daaromliever tussen de 5 en 20 procent.’’dat deze met de nieuwe verordening plotseling veranderen.Om die reden verwacht ik ook niet dat er in 2010 of 2011 in één keer veel nieuwe middelenuit Engeland of Duitsland komen. In die landen speelt water een veel minder prominenterol en hebben middelen veel vaker een buffer- of teeltvrije zone van vijf meter ofmeer naast sloten of andere watergangen. In Nederland hebben middelen met dergelijkerestricties meteen al een forse achterstand op de bestaande concurrentie en is de impactvan een teeltvrije zone ook veel groter door het verschil in landgebruik.’’Tenslotte: hoe pakt het nieuwe beleid uit voor bollenteelt?,,Voor zover ik het nu kan overzien, denk ik dat de bollenteelt op de langere termijn nog nietzo slecht af is met het nieuwe beleid. Ten eerste is er de mogelijkheid om voor kleine gewassenwat meer dataprotectie te krijgen dan tot dusver het geval is. Nu krijg je per studie tienjaar het alleenrecht voor een bepaald product. Daarna mag iedereen de studie gebruiken. Inde nieuwe verordening bestaat de mogelijkheid om maximaal drie jaar extra databeschermingte krijgen door te investeren in kleine toepassingen. Hierdoor wordt het sneller interessantom middelen te verdedigen in verhoudingsgewijs kleine gewassen. Dit voordeel gaatechter pas na pakweg 2020 spelen. Tot die tijd denk ik dat we zeker niet meer, maar eerderwat minder middelen in de bollenteelt houden. Het is dus te hopen dat we de komende tienjaar goed kunnen overbruggen en daarna kunnen profiteren van het nieuwe beleid.’’Een belangrijke verandering ten opzichte van het huidige beleid is de indeling van de EU in drie verschillende klimaatzones.Is een middel in een lidstaat beoordeeld en toegelaten, dan is die beoordeling niet meer nodig in een anderlidstaat binnen dezelfde klimaatzone. Wat betekent dit voor de Nederlandse bollentelers?,,Nederland is ingedeeld in de centrale zone, samen met onder meer Groot-Brittannië, België, Duitsland en nog een aantal Oost-Europeselanden. Als een middel in één van deze landen is toegelaten, dan hoeft het in Nederland niet nóg een keer de hele toelatingsprocedure tedoorlopen. Voor de Nederlandse bollenteler kan dit betekenen dat nieuwe middelen straks sneller op de markt komen. Ik zeg nadrukkelijkkán, want elke lidstaat zal aanvullende eisen willen stellen voor bepaalde specifieke omstandigheden in het land.’’Om wat voor een aanvullende eisen gaat het dan?,,Nederland stelt op dit moment onder andere een aantal specifieke eisen op het gebied van belasting van grond- en oppervlaktewater.Daarvoor moeten we extra gegevens indienen, bovenop het basisdossier dat vaak al in het buitenland is samengesteld. Ik verwacht nietMieke van der Bruggen6 Bloembollen KoerierBloembollen6,7,8.indd 6 01-07-2009 17:35:24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!