12.07.2015 Views

PGS 21:1989 - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

PGS 21:1989 - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

PGS 21:1989 - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• De aansluitingen waarop veiligheidskleppen zijn gemonteerd mogen niet voorzien zijn van eendoorstroombegrenzer of terugslagklep.7.7.9 Bewaking van vullíngsgraad en vloeistofstandaanwijzer• Het reservoir moet voorzien zijn van een vaste binnenpijp met een doorlaat van ten hoogste 2 mm 2 ,voor het controleren van de maximum toelaatbare vulling. De pijp moet bestaan uit een binnen- enbuitenliggend gedeelte (doorgestoken pijp).Het binnenliggend gedeelte moet reiken tot aan het maximaal toelaatbare vloeistofniveau bij vulling,als aangegeven op de stempelplaat. Het buitenliggend deel moet zijn voorzien van een afsluiter.• Het reservoir moet zijn voorzien van een vloeistofstandaanwijzer van doelmatige constructie, die isgoedgekeurd door de Dienst voor het Stoomwezen. Bij voorkeur moet een direct afleesbare vloeistofstandaanwijzerzijn toegepast. Indien een vloeistofstandaanwijzer is toegepast, waarbij propaannaar buiten kan worden geblazen, moet de uitvoering zodanig zijn dat daardoor niet meer propaankan ontwijken dan door een gaatje met een doorlaat van 2 mm 2 . Het toepassen van peilglazen isverboden.• Reservoirs moeten zijn voorzien van een bij de tankwagen waarneembare signalering, die in werkingtreedt bij het bereiken van een dusdanig hoog vloeistofniveau in het reservoir, dat, mede geletop de vulsnelheid, voldoende tijd beschikbaar is om in te grijpen in de vulhandeling voordat hetmaximaal toelaatbare vullingniveau wordt bereikt. Deze signalering mag gecombineerd zijn met devloeistofstandaanwijzing.Zodra het maximaal toelaatbare vullingniveau wordt bereikt moet de toevoer van vloeistof naar hetreservoir automatisch worden gestopt door het “fail-safe” en onafhankelijk werkend beveiligingssysteem.Hierbij moeten voorzieningen zijn getroffen om het ontstaan van drukstoten tegen te gaan.7.7.10 Meters• Reservoirs moeten voorzien zijn van een doelmatige manometer, die direct met de dampruimte inverbinding staat en boven het vloeistofniveau is aangebracht. Tussen het reservoir en de manometermoet een afsluiter zijn geplaatst. Deze manometer moet bij voorkeur gecombineerd zijn met deaansluiting ter controle van de maximaal toelaatbare vulling (zie 7.7.9). De nauwkeurigheidsklassevan de manometer moet minimaal 2,5 bedragen (max. afwijking 2,5%van de schaaleindwaarde).• Indien een reservoir is voorzien van een thermometer moet deze zodanig zijn aangebracht, dat detemperatuur van de vloeistof wordt gemeten zonder dat enig onderdeel van de meter zelf contactmaakt met de vloeistof.7.7.11 VulaansluitingHet reservoir moet voorzien zijn van een vulaansluiting met een afsluiter. Deze aansluiting moet ophet mangatdeksel zijn aangebracht met aan de binnenzijde van het reservoir een terugslagklep.7.7.12 Dampafname-aansluitingHet reservoir moet zijn voorzien van een dampafname-aansluiting, die direkt in verbinding staat metde dampruimte en voorzien moet zijn van een afsluiter.7.7.13 AftapinrichtingHet reservoir moet voorzien zijn van een doelmatige inrichting voor het aftappen van vloeibaar propaan.Deze aftapmogelijkheid is niet bedoeld als spui-inrichting en moet zijn uitgerust met een terugslagklepof een doorstroombegrenzerrnet een maximum capaciteit van 1 1 ⁄2 maal de te verwachten doorstroomhoeveelheid.7.7.14 Spui-inrichtingEen spui-inrichting moet direct aan het reservoir, zuigput (“sump”) of afvoerleiding zijn voorzien vaneen handbediende afsluiter met een diameter van tenminste DN 50.Deze afsluiter moet altijd, behalve tijdens spuiwerkzaamheden onder direct toezicht van de metbediening belast persoon, gesloten zijn. Na deze afsluiter bevindt zich een spuivat met een inhoudvan tenminste 10 liter en ten hoogste 25 liter. Na het spuivat moet een zelfsluitende (veerbelaste)kogelafsluiter met een diameter van ten hoogste DN 25 aanwezig zijn. Deze afsluiter mag ookuitgevoerd zijn als een zogenaamde “tight shut off” klep met dodemansknopbediening.<strong>Publicatiereeks</strong> <strong>Gevaarlijke</strong> <strong>Stoffen</strong> <strong>21</strong> Propaan Pagina 51/101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!