12.07.2015 Views

Het Sportblad.

Het Sportblad.

Het Sportblad.

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HET S P O R T B L A D . 7werd, te laat in haar bezit kwam. Beslotenwordt, Vitesse geen straf op te leggen, omdatde persoon in kwestie op het oogenblik vanspelen lid dier vereeniging was en door eensamenloop van omstandigheden het verbod telaat in haar bezit kwam. Echter zal de vereeniginger op gewezen worden, dat zij voortaaneerder hare maatregelen dient te nemen, teneindedergelijke voorvallen te voorkomen.14. Betreffende de notulen van de bestuursvergadering,waarin de heer Gerth van Wijkwerd gehoord, wordt besloten deze te publiceerenzooals ze door den secretaris-penningmeesterzijn gemaakt en door de bestuursvergaderingzijn goedgekeurd. Den heer VanWijk zal mededeeling worden gedaan, dat hijin het Officieel Orgaan tegen deze notulen opkan komen, zoo hij meent, dat zaken niet juistzijn voorgesteld.15. Voorstellen Hirschman betreffende hetNed. elftal.Voorsteller wil voortaan alleen dan een Ned.elftal laten spelen, wanneer tijd tot vóórwedstrijdenaanwezig is. Ontbreekt deze, dan wilhij alleen Westelijke en Oostelijke elftallenlaten spelen. Verder stelt spreker voor, zichin verbinding te stellen met den EngelschenBond, teneinde goede elftallen over en weer tezenden ; er zal dan meer zekerheid bestaan datsterke elftallen komen. Met het oog op hetlate uur wordt in deze nog geen beslissing genomen; de nog te behandelen punten zullentot de volgende vergadering worden aangehouden.J. HEKKENBERG,Secr.-penningm.NOTULEN van de Bestuursvergadering, opZondag 15 September 1901, ter behandelingder zaak Gerth van Wijk.Aanwezig de heeren Jasper Warner, Ch. J.Engelberts, J. Hekkenberg, J. G. Coster, Janvan Eldik en J. H. van Heek, benevens deheer C. A. W. Hirschman als toehoorder.Nadat besloten is dat eerst aanklager en beschuldigdeafzonderlijk in elkanders afwezigheidzullen worden gehoord en daarna in de gelegenheidzullen worden gesteld elkander vragente doen, wordt de heer Van Wijk verzocht,het bestuur inlichtingen omtrent deze zaak teverschaffen.De heer Van Wijk drukt zijn bevreemdinguit dat hij zal worden ondervraagd, terwijl deheer Kips afwezig is. <strong>Het</strong> was zijn bedoelinggeweest genoemden heer vragen te stellen.De voorzitter leest hierop een schrijven vanden heer Van Wijk voor aan hem gericht,waaruit volgens zijne meening duidelijk blijkt,dat deze de zaak tracht om te draaien. Nietaan den heer Van Wijk staat het vragen testellen, doch het bestuur van den N.V.B. zaldit doen en zal later den heer Van Wijk vergunnenden heer Kips te ondervragen. Hijkomt ook op tegen de beweringen, in ditschrijven vervat, als zou het bestuur niet overeenkomstighet besluit der algemeene vergaderinggehandeld hebben, door zelf het onderzoekte doen en eveneens tegen de bewering, datde termijn, binnen welken het onderzoek moestplaats vinden, reeds verloopen is. Volgens besluitvan de algemeene vergadering moest dezaak vóór den aanvang van het nieuwe seizoenzijn onderzocht.De heer Van Wijk antwoordt hierop, dat hijvan den beginne af gevraagd heeft gehoord teworden; hieraan is echter nooit gevolg gegeven,men hoorde hem liever niet en daarom steldemen het voor, alsof hij niet gehoord wildeworden. Hij wil het woord partijdig niet uitspreken,maar onbevooroordeeld is de zaakdoor den voorzitter nooit behandeld.De voorzitter vraagt, welk gesprek aanleidingheeft gegeven tot het publiceeren van de beschuldigingenvan de heeren Hirschman en DeMeijere.De heer Van W. vertelt, dat hij met denheer H. over de toen nieuwe bepaling omtrentingediende protesten bij wedstrijden sprak. Deheer K. was het met spreker eens, dat de redactievan deze bepalingen niet deugde. Vanzelf kwam het gesprek toen op de jongste bestuursvergaderingen werd over het vaststellenvan een tarief voor scheidsrechters gesproken.De heer K. achtte dit volgens spreker zeer gewenschten zeide, dat in Delft een Haagschscheidsrechter wel ƒ 1 voor bitter in rekening1had durven brengen. Spreker had toen geantwoord,dat hem ook ter ooren was gekomen,dat de heer De Meijere zoo hoog declareerde,zoo had hij vernomen, dat genoemd scheidsrechtervoor een wedstrijd in Rotterdam ƒ 2.25voor een lunch in rekening had gebracht; ookde heer Zellekens moest voor een fungeeren inhet Oosten / 24 gedeclareerd hebben. De heerKips had hierop gezegd, dat de heeren DeMeijere en Hirschman ƒ 100 en ƒ 120 respectievelijkhadden gedeclareerd als bestuursonkosten.Hij wilde, dat ook hij zooveel kon overhoudenvan zijn declaratie. Ook de kwestieWijnands en Dijxhoorn was ter sprake gebracht,daar spreker meende, dat de heer Dijxhoornook schuld droeg aan de slechte bonds-administratie,door het inleggeld voor den beker nietaf te dragen, met welk oordeel de heer Kipshet niet eens was, daar de heer Dijxhoorn hetbedrag bij zijn vader had gedeponeerd. Toenwerden de bestuursleden beoordeeld. De heerK. achtte de voorzitter niet opgewassen tegende heeren Hirschman en De Meijere; de heerEngelberts was wel eerlijk, maar eveneens tezwak.Op een vraag of ook een getuige bij hetgesprek tegenwoordig was, antwoordt sprekerdat bij het begin van het gesprek de heer DeKoek aanwezig was. <strong>Het</strong> gesprek werd latereen punt van behandeling van de bestuursvergaderingvan de vereeniging Haarlem, daar despreker verschilde van meening met de anderebestuursleden ten opzichte van de wijze, waaropeen en ander aan 't licht kon worden gebracht.Spreker erkent dat hij wellicht beter had'gedaandé zaak op een andere wijze te behandelen.De heer van Eldik vraagt wie de woorden gebezigdheeft: „Ik wilde, dat ook ik zooveelvan mijn declaratie kon overhouden".He' antwoord luidt: „Kips".De heer Coster vraagt hoelang een getuigebij het gesprek tegenwoordig is geweest. Deheer Tan Wijk antwoordt hierop, dat deze niet

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!