12.07.2015 Views

58 'i-SPOT je klanten en bedien ze nog beter!' - IWT

58 'i-SPOT je klanten en bedien ze nog beter!' - IWT

58 'i-SPOT je klanten en bedien ze nog beter!' - IWT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

V o o r w o o r dJe <strong>klant<strong>en</strong></strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> voor de hand ligg<strong>en</strong>d devies, dat nietalle<strong>en</strong> voor elk zich<strong>ze</strong>lf respecter<strong>en</strong>d bedrijf geldig is, maar zondertwijfel ook voor het <strong>IWT</strong> opgaat. Het is dan ook cruciaal voor het<strong>IWT</strong> om e<strong>en</strong> <strong>beter</strong> beeld te krijg<strong>en</strong> van welke Vlaamse bedrijv<strong>en</strong> inaanmerking kom<strong>en</strong> voor <strong>IWT</strong>-product<strong>en</strong> <strong>en</strong> -di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Er bestaanimmers voldo<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> dat er naast de 10.000onderneming<strong>en</strong> die het <strong>IWT</strong> sam<strong>en</strong> met het VIN-netwerk weet tebereik<strong>en</strong>, <strong>nog</strong> e<strong>en</strong> heleboel pot<strong>en</strong>tiële <strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong> bestaanwaarmee m<strong>en</strong> tot op hed<strong>en</strong> <strong>nog</strong> niet mee in contact gekom<strong>en</strong> is.Om de<strong>ze</strong> laatste groep <strong>beter</strong> te bereik<strong>en</strong>, zijn alvast bijkom<strong>en</strong>deinspanning<strong>en</strong> noodzakelijk.Om pot<strong>en</strong>tiële doelgroep<strong>en</strong> voor <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> <strong>beter</strong> te kunn<strong>en</strong>id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, werd in de<strong>ze</strong> studie e<strong>en</strong> relatief e<strong>en</strong>voudigesegm<strong>en</strong>tatiemethode ontwikkeld. Hierbij word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal vrijtoegankelijke parameters met elkaar gecombineerd, op basis waarvanvoor elke onderneming niet-groei<strong>en</strong>de’ zowel e<strong>en</strong> innovatie- als e<strong>en</strong> groeiscore wordtafgeleid. Op basis van de<strong>ze</strong> twee scores wordt e<strong>en</strong> duidelijke <strong>en</strong> vrijrobuuste segm<strong>en</strong>tatie doorgevoerd van sterk innovatieve <strong>en</strong> snelgroei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> tot niet-innovatieve <strong>en</strong> niet-succesvolleonderneming<strong>en</strong>. Dergelijke segm<strong>en</strong>tering kan alvast nuttigeinformatie oplever<strong>en</strong> voor intermediair<strong>en</strong>, zoals innovatieadviseurs inhet VIN, die op zoek zijn naar (pot<strong>en</strong>tiële) innovatieveonderneming<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatieoef<strong>en</strong>ing kan hierbij niet <strong>en</strong>keldi<strong>en</strong><strong>en</strong> tot het afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> van pot<strong>en</strong>tiële doelgroep<strong>en</strong>, maar ook omsteunmaatregel<strong>en</strong> <strong>beter</strong> af te stemm<strong>en</strong> op de geme<strong>en</strong>schappelijk<strong>en</strong>od<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald segm<strong>en</strong>t. Bij wij<strong>ze</strong> van voorbeeld wordt voorde eerste maal <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>er intuïtieve manier getracht om binn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>t de evolutie van de parameters te koppel<strong>en</strong> aan demogelijke innovatiebehoeft<strong>en</strong>. Om het praktisch nut van e<strong>en</strong>dergelijke segm<strong>en</strong>tatie voor de innovatieadviseurs te verhog<strong>en</strong> <strong>en</strong> deinterpretatie van de innovatiebehoeft<strong>en</strong> meer wet<strong>en</strong>schappelijk teonderbouw<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> zowel de methodologie als de gebruikteparameters in functie van de specifieke gebruiksdoeleind<strong>en</strong> <strong>nog</strong>verder verfijnd word<strong>en</strong>.


De segm<strong>en</strong>tatie, hier I-spotting g<strong>en</strong>oemd, lijkt alvast e<strong>en</strong> noodzaakvoor innovatieondersteun<strong>en</strong>de actor<strong>en</strong> zoals het <strong>IWT</strong>. Het bereik<strong>en</strong><strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> van meer innovatieve onderneming<strong>en</strong>, kan aldusimmers zonder twijfel bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de innovatieinspanning<strong>en</strong>in de Vlaamse onderneming<strong>en</strong>. Dit laatste geldt alsabsolute prioriteit in het kader van de verschill<strong>en</strong>de ob<strong>je</strong>ctiev<strong>en</strong> diewerd<strong>en</strong> geformuleerd in onder andere de Barcelona-doelstelling <strong>en</strong>het Vlaamse Innovatiepact.Paul Zeeuwts,Voorzitter <strong>IWT</strong>


Hoofdstuk 1“ KMO’s verschill<strong>en</strong>onderling sterk in demate waarin zij will<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> innover<strong>en</strong>.Dit heeft gevolg<strong>en</strong>voor de manier waaropinnovatie bij KMO’seffectief gestimuleerdkan word<strong>en</strong>.”K<strong>en</strong> <strong>je</strong> <strong>klant<strong>en</strong></strong>? Tuurlijk!<strong>IWT</strong>, het Instituut voor Innovatie door Wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> Technologie,werd in 1991 door de Vlaamse Regering opgericht ter ondersteuningvan technologische innovatiepro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. Hiervoor kan <strong>IWT</strong>via verschill<strong>en</strong>de financieringsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> jaarlijks ruim 250 miljo<strong>en</strong>euro financiële steun verl<strong>en</strong><strong>en</strong>, zowel aan bedrijv<strong>en</strong> als aanonderzoeksinstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovatie-actor<strong>en</strong>. Het <strong>IWT</strong> verle<strong>en</strong>t ookdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan de Vlaamse bedrijv<strong>en</strong> op het vlak van technologietransfer,partner search, voorbereiding van pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> in Europese programma’s,<strong>en</strong>z. Het <strong>IWT</strong> heeft ook e<strong>en</strong> belangrijke coördinatie-opdracht t<strong>en</strong>eindealle actor<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong> die met technologische innovatie bezig zijnzoveel mogelijk te do<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. Hierdoor bouwt <strong>IWT</strong> zich uit tote<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum inzake O&O <strong>en</strong> innovatie in Vlaander<strong>en</strong>. Tot slotstaat <strong>IWT</strong> ook in voor de voorbereiding <strong>en</strong> het beheer van innovatieinitiatiev<strong>en</strong>van de Vlaamse Regering.De huidige werking van <strong>IWT</strong> is t<strong>en</strong> dele vraaggedrev<strong>en</strong>(voornamelijk via financiële steun), t<strong>en</strong> dele aanbodgedrev<strong>en</strong>(voornamelijk doorhe<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing van <strong>IWT</strong> of door <strong>IWT</strong>gesteunde actor<strong>en</strong>). Het is voor <strong>IWT</strong> bijgevolg van cruciaal belangte wet<strong>en</strong> of haar steun <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bij de ‘juiste’ bedrijv<strong>en</strong> terechtkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> of er e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de aanbod is van de juiste steun <strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. De optimale integratie tuss<strong>en</strong> vraag- <strong>en</strong> aanbodgedrev<strong>en</strong>acties is hier aan de orde: m.a.w. hoe moet het VIN-netwerkidealiter word<strong>en</strong> inge<strong>ze</strong>t om net die bedrijv<strong>en</strong> die baat kunn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> bij steun ook degelijk te bezoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> te begeleid<strong>en</strong> bij hetverwerv<strong>en</strong> van steun. Kortom het is voor <strong>IWT</strong> van belang e<strong>en</strong> <strong>beter</strong>inzicht te krijg<strong>en</strong> in de concrete behoeft<strong>en</strong> haar <strong>klant<strong>en</strong></strong>pot<strong>en</strong>tieel.De voorligg<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>tatiestudie is er net op gericht om de<strong>ze</strong>innovatie-ondersteun<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong> van individuele bedrijv<strong>en</strong> bijb<strong>en</strong>adering te help<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>. Dit moet toelat<strong>en</strong> omonderbouwde uitsprak<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> op zowel globaal niveau –hoeveel geld moet er voorzi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor bijvoorbeeld het KMOprogramma?–als individueel niveau – heeft bedrijf X baat bij e<strong>en</strong>bezoek van e<strong>en</strong> RIS-adviseur of niet ? De<strong>ze</strong> studie kadert ook ine<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e aanpak waarbij <strong>IWT</strong> de relatie met haar<strong>klant<strong>en</strong></strong> <strong>beter</strong> w<strong>en</strong>st te structurer<strong>en</strong>.<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleed


01Innovatie wordt vandaag gezi<strong>en</strong> als één van de belangrijkstestrategieën om te overlev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sterk globaliser<strong>en</strong>de wereld.In maart 2000 is op de EU-confer<strong>en</strong>tie in Lissabon de ambitieuitgesprok<strong>en</strong> om de Europese Unie in 2010 om te tover<strong>en</strong> tot de meestinnovatieve <strong>en</strong> competitieve regio van de wereld . Het stimuler<strong>en</strong> vaninnovatie moet leid<strong>en</strong> tot meer economische groei, werkgeleg<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> welvaart. E<strong>en</strong> belangrijk aandachtspunt om de<strong>ze</strong> Europesedoelstelling te realiser<strong>en</strong> is de vergroting van de innovatie-int<strong>en</strong>siteit bijKMO’s. Bedrijv<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in motivatie <strong>en</strong> capaciteit om te innover<strong>en</strong>.Bij het stimuler<strong>en</strong> van innovatie bij KMO’s klinkt steeds vaker de roepom - meer dan voorhe<strong>en</strong> - in te <strong>ze</strong>tt<strong>en</strong> op specifieke stimulering vanduidelijk afgebak<strong>en</strong>de doelgroep<strong>en</strong>. KMO’s verschill<strong>en</strong> onderling sterkin de mate waarin zij will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> innover<strong>en</strong>, alsmede de manierwaarop zij hun innovatieve process<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>. Dit heeft gevolg<strong>en</strong>voor de manier waarop innovatie bij KMO’s effectief gestimuleerd kanword<strong>en</strong>.Om meer inzicht te krijg<strong>en</strong> in de innovatie-ondersteun<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong>van on<strong>ze</strong> Vlaamse bedrijv<strong>en</strong> heeft <strong>IWT</strong> met medewerking van e<strong>en</strong>aantal externe deskundig<strong>en</strong> 1 e<strong>en</strong> eerste verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d onderzoekuitgevoerd. C<strong>en</strong>traal stond daarbij welke ob<strong>je</strong>ctieve criteria m<strong>en</strong> kanhanter<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> degelijke segm<strong>en</strong>tatie, welke innovatieve segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>m<strong>en</strong> kan onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe de<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dan verder b<strong>en</strong>aderdkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.1. De<strong>ze</strong> studie was nooit totstand gekom<strong>en</strong> zonder dedeskundige w<strong>en</strong>k<strong>en</strong> vanGl<strong>en</strong>n Rayp, ArnoldVerbeek, Ludo Peeters,Bart Clarysse <strong>en</strong> GeorgeVan Gastel alsook decreatieve feedback <strong>en</strong>aanmoediging van decollega’s van M&A,Donald Carchon, Liev<strong>en</strong>De Clercq, Olivier De Cock<strong>en</strong> Jero<strong>en</strong> Fiers.


Hoofdstuk 2Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak2.1. Segm<strong>en</strong>tatie in de literatuurIn de literatuur zijn tal van voorbeeld<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> van innovatieclassificatiesystem<strong>en</strong>.Hierna word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> korttoegelicht.European Tr<strong>en</strong>d Chart on Innovation Taxonomy2. Tether B. Id<strong>en</strong>tifyingInnovation, Innovators, andInnovation Behaviours:A Critical Assessm<strong>en</strong>t of theCommunity Innovation Survey,CRIC Discussion Paper 48,UMIST, December 2001.3. Arundel A. The KnowledgeEconomy, Innovation Diffusion,and the CIS”. Proceedings ofthe 21st CEIES Seminar,Innovation Statistics -More than R&D Indicators,Ath<strong>en</strong>s, April 10-11, 2003,Eurostat, G<strong>en</strong>eral Statistics,European Commission,Luxembourg, 2003.4. CIS : community innovationsurveys, e<strong>en</strong> Europeesgestandaardiseerde <strong>en</strong>quêtedie om de paar jaar naar e<strong>en</strong>random sample van bedrijv<strong>en</strong>gestuurd wordt.5. Pavitt, K. (1984): SectoralPatterns of Technical Change:Towards a Taxonomy and aTheory. Research Policy, 13.De<strong>ze</strong> innovatietaxonomie van bedrijv<strong>en</strong> werd opgesteld insam<strong>en</strong>werking met Eurostat <strong>en</strong> is gebaseerd op werk van Tether(2001) 2 <strong>en</strong> Arundel (2003) 3 . Hierbij word<strong>en</strong> 4 categorieën vaninnovator<strong>en</strong> gedefinieerd: strategic innovators, intermitt<strong>en</strong>tinnovators, technology modifiers <strong>en</strong> technology adopters. Hiernaastword<strong>en</strong> ook non-innovators onderscheid<strong>en</strong>. De classificatie gebeurtop basis van 2 criteria: de graad van nieuwheid van de innovaties <strong>en</strong>de creatieve inspanning die het bedrijf doet voor inhuis innovatieactiviteit<strong>en</strong>.Op basis van de CIS-<strong>en</strong>quêtes 4 wordt het innovatiegedragvan onderneming<strong>en</strong> met meer dan 10 werknemers in de verschill<strong>en</strong>deEuropese land<strong>en</strong> in kaart gebracht. De<strong>ze</strong> opdeling is weliswaar nuttigvoor algem<strong>en</strong>e beleidsmaatregel<strong>en</strong>, maar is onvoldo<strong>en</strong>de selectiefnaar individuele bedrijv<strong>en</strong>. Immers om e<strong>en</strong> bedrijf te klasser<strong>en</strong> zoum<strong>en</strong> elk bedrijf de <strong>en</strong>quête moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> legtm<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> de classificatie <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tueleinnovatiebehoeft<strong>en</strong> van de bedrijv<strong>en</strong>.Pavitt TaxonomyPavitt (1984) 5 ontwikkelde e<strong>en</strong> innovatieclassificatie voor deverwerk<strong>en</strong>de industrie. Hij onderscheidt 4 patron<strong>en</strong> : Sci<strong>en</strong>ce based,Scale Int<strong>en</strong>sive, Supplier Dominated <strong>en</strong> Specialised Suppliers. De<strong>ze</strong>opdeling kwam tot stand via e<strong>en</strong> descriptieve analyse van hetinnovatieproces in verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong>onderzoek naar bijna 2000 innovaties in de UK in de periode 1945tot 1979. Latere auteurs (Krist<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, 1999) voegd<strong>en</strong> hier <strong>nog</strong> 2categorieën (Service specialised suppliers <strong>en</strong> Information int<strong>en</strong>sive)<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleed


01 02aan toe om tegemoet te kom<strong>en</strong> aan de kritiek dat het Pavitt-model<strong>en</strong>kel bruikbaar was voor de verwerk<strong>en</strong>de industrie. Volg<strong>en</strong>deparameters word<strong>en</strong> gebruikt om bedrijv<strong>en</strong> toe te wijz<strong>en</strong>: groottevan het bedrijf, soort<strong>en</strong> innovaties (product of proces), plaats vaninnovatie (bv. O&O departem<strong>en</strong>t, productie-afdeling, …), bronn<strong>en</strong>van innovatie (universiteit<strong>en</strong>, suppliers, …),beschermingsmaatregel<strong>en</strong> (octrooi<strong>en</strong>), concurr<strong>en</strong>tiestrategie (prijs,kwaliteit, …), sector<strong>en</strong> (micro-elektronica, automobiel, …), …Uiteindelijk resulteert dit in e<strong>en</strong> classificatie van bedrijfstakk<strong>en</strong> in de4 (of 6) categorieën (sci<strong>en</strong>ce based, scale int<strong>en</strong>sive, …). Voor iedervan de<strong>ze</strong> categorieën heeft m<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> steekproefbevraging e<strong>en</strong>profiel opgemaakt van het innovatiegedrag. Dit laat dan op zijnbeurt toe om specifieke maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> naar de verschill<strong>en</strong>decategorieën. Ook hier is de selectiviteit echter te gering om e<strong>en</strong>specifieke di<strong>en</strong>st aan e<strong>en</strong> specifiek bedrijf te link<strong>en</strong>.Synt<strong>en</strong>s-segm<strong>en</strong>tatieDe studie van P.A.N. t<strong>en</strong> Kroode <strong>en</strong> J.P.J. de Jong (2004) 6 sluithet best aan bij on<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie-doelstelling<strong>en</strong>. In de<strong>ze</strong> studiedefiniër<strong>en</strong> de auteurs 12 innovatieve segm<strong>en</strong>tatie-k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:houding van de ondernemer, middel<strong>en</strong> voor innovatie,k<strong>en</strong>nismanagem<strong>en</strong>t, externe oriëntatie, strategie, organisatievan innovatie in het bedrijf, innovatieresultat<strong>en</strong>, initiator vaninnovaties, gebruik van subsidies, k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>siteit, turbul<strong>en</strong>tievan de bedrijfsomgeving.Via e<strong>en</strong> telefonische <strong>en</strong>quête <strong>en</strong> het raadpleg<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s uitdatabank<strong>en</strong> werd informatie verzameld over de<strong>ze</strong> innovatievesegm<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Met behulp van clusteranalyse werdvervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie van het MKB (Midd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Klein Bedrijf,on<strong>ze</strong> KMO) opgesteld met e<strong>en</strong> onderverdeling in acht segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> diesterk verschill<strong>en</strong> naar de mate waarin bedrijv<strong>en</strong> gemotiveerd zijn omte innover<strong>en</strong> <strong>en</strong> over de juiste capaciteit<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>. De segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd op basis van hun meest onderscheid<strong>en</strong>de6. P.A.N. t<strong>en</strong> Kroode(Synt<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> J.P.J. de Jong(EIM) (2004), Effectieveinnovatiestimulering: E<strong>en</strong>segm<strong>en</strong>tatie van het MKB


02bevraagd word<strong>en</strong> vooraleer e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie met voldo<strong>en</strong>degerichtheid kan opgemaakt word<strong>en</strong>.De innovatiepiramideM<strong>en</strong> kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de bedrijv<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> door het opstell<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> innovatiepiramide. E<strong>en</strong> dergelijke innovatiesegm<strong>en</strong>tatie-oef<strong>en</strong>inglaat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> toe de grootte van de specifieke <strong>IWT</strong>-doelgroep tebepal<strong>en</strong>. De basis van de innovatiepiramide wordt gevormd door decirca 230.000 onderneming<strong>en</strong> die in Vlaander<strong>en</strong> actief zijn, terwijl de2.800 perman<strong>en</strong>t O&O-actieve onderneming<strong>en</strong> aan de top staan.Van de in Vlaander<strong>en</strong> actieve onderneming<strong>en</strong> zijn het vooral de67.000 onderneming<strong>en</strong> met meer dan 1 werknemer die in eersteinstantie e<strong>en</strong> interessante doelgroep vorm<strong>en</strong> voor <strong>IWT</strong>-doeleind<strong>en</strong>.Door e<strong>en</strong> verdere beperking tot de onderneming<strong>en</strong> die actief zijn inde zog<strong>en</strong>aamde innovatieve bedrijfstakk<strong>en</strong> wordt vervolg<strong>en</strong>s demogelijke doelgroep verder verkleind tot 34.600 onderneming<strong>en</strong>,waarvan er circa 10.000 meer dan 10 werknemers tell<strong>en</strong>. Op basisvan de resultat<strong>en</strong> van de CIS4-<strong>en</strong>quête, die gericht is op hetinnovatie-activiteit van onderneming<strong>en</strong> in de innovatieve sector<strong>en</strong>,wordt vervolg<strong>en</strong>s het aantal innovatieve onderneming<strong>en</strong> inVlaander<strong>en</strong> geraamd op 20.000. De<strong>ze</strong> groep van innovatieonderneming<strong>en</strong>, waarvan iets meer dan de helft 10 of meerwerknemers telt, vormt aldus de prioritaire doelgroep van het het<strong>IWT</strong>. Vandaag moet echter vastgesteld word<strong>en</strong> dat het <strong>IWT</strong> ongeveer6.000 Vlaamse onderneming<strong>en</strong> bereikt, waardoor als<strong>nog</strong> e<strong>en</strong> helegrote groep van innovatieve onderneming<strong>en</strong> niet bereikt wordt.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de<strong>ze</strong> doelgroep ook bepaald vanuit e<strong>en</strong> eerder <strong>en</strong>getechnologische invalshoek <strong>en</strong> kan het dus in de praktijk gaan overe<strong>en</strong> <strong>nog</strong> grotere groep van onderneming<strong>en</strong> die voor zowel het <strong>IWT</strong>als het VIN interessante <strong>klant<strong>en</strong></strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn.11


Figuur 1 E<strong>en</strong> innovatiepiramide (basis CIS3: criteriuminnovatieactiviteit in de voorbi<strong>je</strong> 2 jaar)2.800 perman<strong>en</strong>tO&O-actieve onderneming<strong>en</strong>*20.000 innovatieveonderneming<strong>en</strong> *34.600 onderneming<strong>en</strong>in innovatieve sector<strong>en</strong>67.000 onderneming<strong>en</strong>met > 1 wkn230.000 onderneming<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>* extrapolatie>= 1 wkn. i.p.v. >= 10 wknongeveer 5.800 de voorbi<strong>je</strong>2 jaar innovatiefConclusie: onvoldo<strong>en</strong>de selectief“ Innovatietypologieënvan bedrijv<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>niet toe met voldo<strong>en</strong>deselectiviteit innovatieondersteun<strong>en</strong>dedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te koppel<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> individueelbedrijf.”Het mer<strong>en</strong>deel van de literatuur over de<strong>ze</strong> problematiek volgte<strong>en</strong><strong>ze</strong>lfde werkwij<strong>ze</strong>: gebruikmak<strong>en</strong>d van informatie uitsteekproev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> innovatietypologieën van bedrijv<strong>en</strong> opgesteld,dit levert zoals in het voorbeeld van Synt<strong>en</strong>s wel e<strong>en</strong> idee op vande omvang van bepaalde groep<strong>en</strong>, doch het laat niet toe metvoldo<strong>en</strong>de selectiviteit innovatie-ondersteun<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> tekoppel<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> individueel bedrijf.2.2. Strategieën van segm<strong>en</strong>tatieZoals uit het literatuuroverzicht blijkt, is het duidelijk dat déinnovatiesegm<strong>en</strong>tatiestrategie niet bestaat. De<strong>ze</strong> oef<strong>en</strong>ing wil danook voornamelijk uitzoek<strong>en</strong> of het mogelijk is voorspelling<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>over het innovatiepot<strong>en</strong>tieel van e<strong>en</strong> specifiek bedrijf <strong>en</strong> dit op basisvan vlot beschikbare gegev<strong>en</strong>s.12<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


02De<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatieoef<strong>en</strong>ing is exploratief van aard. Er word<strong>en</strong> dan ookverschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>tatiestrategieën onderzocht <strong>en</strong> met elkaarvergelek<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> strategieën zijn deels complem<strong>en</strong>tair deelsaanvull<strong>en</strong>d om precie<strong>ze</strong>re segm<strong>en</strong>tering<strong>en</strong> door te voer<strong>en</strong>. Deverschill<strong>en</strong>de strategieën word<strong>en</strong> hier kort toegelicht, verder in detekst word<strong>en</strong> de<strong>ze</strong> dan uitgebreider beschrev<strong>en</strong>.• Segm<strong>en</strong>tering op basis van balansparameters <strong>en</strong> peervergelijking.De innovatiebehoeft<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verder gekoppeld aan e<strong>en</strong>interpretatie van de balansparameters.• Productgerichte segm<strong>en</strong>tatie waarbij vertrokk<strong>en</strong> wordt vanuit het <strong>IWT</strong>aanbodaan di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: “Welke bedrijv<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong>bezoek van e<strong>en</strong> innovatie-adviseur?” Hiervoor wordt e<strong>en</strong> profielopgesteld. Bijvoorbeeld bedrijv<strong>en</strong> die in het verled<strong>en</strong> sterk groeid<strong>en</strong> <strong>en</strong>sinds <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatieve groei verton<strong>en</strong>. Dit zijn vermoedelijkbedrijv<strong>en</strong> die in de maturiteitsfase van de innovatie zitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dring<strong>en</strong>dopnieuw moet<strong>en</strong> innover<strong>en</strong>, zij di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus via VIN-actor<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd teword<strong>en</strong>. Analoge segm<strong>en</strong>taties kan m<strong>en</strong> ind<strong>en</strong>k<strong>en</strong> voor bijvoorbeeldbedrijv<strong>en</strong> die baat hebb<strong>en</strong> bij 7KP, IRC, IPR of andere ondersteuning.• Exploratieve segm<strong>en</strong>tatie via techniek<strong>en</strong> van multidim<strong>en</strong>sionalscaling of clusteranalyse. Hierbij word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> voorafgaandelijkeveronderstelling<strong>en</strong> gemaakt maar wordt gezocht naar patron<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> verband kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met innovatie, dit kan leid<strong>en</strong> totandere vorm<strong>en</strong> van groepering.• Doelgroepgerichte segm<strong>en</strong>tatie volg<strong>en</strong>s specifieke doelgroep<strong>en</strong> ofk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Concreet d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we hier aan starters, snelle groeiersof bijvoorbeeld bedrijv<strong>en</strong> waar zich één of andere tr<strong>en</strong>dbreukvoordoet (bv. van cash burner naar cash g<strong>en</strong>erator). Hier is hetlouter de doelstelling de<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> om erev<strong>en</strong>tueel specifieke acties naar te richt<strong>en</strong>.De onderstaande tekst richt zich in hoofdzaak naar e<strong>en</strong> uitwerkingvan de eerste strategie. De tweede strategie wordt in de<strong>ze</strong> studie niet13


expliciet behandeld. De derde strategie di<strong>en</strong>t vooral als e<strong>en</strong>wet<strong>en</strong>schappelijke staving van de eerste strategie <strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>t alleszinsverder onderzoek. De laatste strategie komt beperkt aan bod in debijdrage over innovatieve starters in hoofdstuk 4.2.3. i-spotting volg<strong>en</strong>s het <strong>IWT</strong>Hoe onderscheidt e<strong>en</strong> innovatief bedrijf zich?E<strong>en</strong> probleem bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> innovatie-segm<strong>en</strong>tatie is dedefinitie van innovatie, of <strong>beter</strong> van ‘innovatief zijn’. In eersteinstantie moet duidelijk zijn dat innovatief zijn <strong>en</strong> aan O&O do<strong>en</strong> niethet<strong>ze</strong>lfde zijn. O&O is e<strong>en</strong> wel omschrev<strong>en</strong> activiteit terwijl innovatiefzijn eerder e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> betreft die e<strong>en</strong> bedrijf vertoont.Het bepal<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> bedrijf innovatief is, vereist dan ook e<strong>en</strong> meerdiepgaande studie van het gedrag van het bedrijf. Bij e<strong>en</strong> ex-antestudie is het niet mogelijk om de<strong>ze</strong> diepgaande studie van iederbedrijf te mak<strong>en</strong>, daarom wordt er naar extern zichtbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>of indicator<strong>en</strong> gezocht die e<strong>en</strong> ‘effect zijn’ van innovatief gedrag <strong>en</strong>dus e<strong>en</strong> innovatief bedrijf kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minderinnovatief bedrijf.We w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eerst <strong>nog</strong> drie belangrijke stelling<strong>en</strong> toe te licht<strong>en</strong>,vooraleer van start te gaan:- Innovatief zijn is relatief;- Innovatief zijn is e<strong>en</strong> continuüm;- Innovatief zijn is maar zinvol voor zover m<strong>en</strong> er <strong>beter</strong> van wordt.Lat<strong>en</strong> we de<strong>ze</strong> hypothes<strong>en</strong> hieronder ev<strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong>.“Eerste hypothese: Ieder bedrijf is innovatief, maarsommig<strong>en</strong> zijn innovatiever”. Hierbij stapp<strong>en</strong> we af van detraditionele aanpak om de graad van innovativiteit als e<strong>en</strong>14<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


02absoluut iets te zi<strong>en</strong>. Klassiek zal m<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> bv. dat e<strong>en</strong> bedrijfdat in het voorbi<strong>je</strong> jaar aan productvernieuwing gedaan heeft,innovatief is. Dit klopt in <strong>ze</strong>kere zin, maar de<strong>ze</strong> definitie gaatvoorbij aan de doelstelling van innovatie, zijnde zich positief teonderscheid<strong>en</strong> van concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> hieruit e<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tieelvoordeel te hal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> bedrijf dat slechts één nieuw product op demarkt bracht terwijl zijn concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> er 10 op de markt bracht<strong>en</strong>is duidelijk minder innovatief dan zijn concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In on<strong>ze</strong>aanpak wordt innovativiteit dan ook relatief t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> vanvergelijkbare bedrijv<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> door te werk<strong>en</strong> met peergroep<strong>en</strong>van bedrijv<strong>en</strong> die in gelijkaardige omgeving<strong>en</strong> actief zijn.Tweede hypothese: Innovativiteit is e<strong>en</strong> continue eig<strong>en</strong>schapvan e<strong>en</strong> bedrijf, niet e<strong>en</strong> discrete activiteit. Dit uitgangspunt houdtin dat het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> kan gebruikt word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> kortetermijn voorspelling te mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> bedrijf dat in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong>e<strong>en</strong> bepaald innovatief gedrag vertoonde, zal dit niet op korte termijnradicaal verander<strong>en</strong>.Derde hypothese: Innovatie is slechts zinvol voor e<strong>en</strong> bedrijfals dit ook uitmondt in economische resultat<strong>en</strong>. Innovatiefzijn betek<strong>en</strong>t inher<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> risico’s neemt. De<strong>ze</strong> risico’s zijn<strong>en</strong>kel verantwoord indi<strong>en</strong> het bedrijf er uiteindelijk <strong>beter</strong> vanwordt. In on<strong>ze</strong> analyse zull<strong>en</strong> wij dan ook innovativiteit aaneconomisch succes 7 , meer in het bijzonder aan groei, koppel<strong>en</strong>.Het sam<strong>en</strong>spel van innovativiteit <strong>en</strong> groei bepaalt dan deverschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Basisprincipes van de <strong>IWT</strong>-aanpakDe gevolgde <strong>IWT</strong>-aanpak streeft voldo<strong>en</strong>de selectiviteit na, maaktgebruik van e<strong>en</strong> minimum aan vlot beschikbare ‘historische’brongegev<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>d karakter over het toekomstiggedrag <strong>en</strong> de korte termijn innovatiebehoeft<strong>en</strong> van voornamelijk‘mature’ onderneming<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge graad van waarschijnlijkheid.7. Verder in de tekst word<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> succes <strong>en</strong> groeidoor elkaar gebruikt, zijverwijz<strong>en</strong> in de context vande<strong>ze</strong> studie beide naar groeiin personeel <strong>en</strong> groei in totaalactief over de laatste5 boekjar<strong>en</strong>.15


SelectiviteitHet landschap van Vlaamse bedrijv<strong>en</strong> is <strong>ze</strong>er divers <strong>en</strong> m<strong>en</strong> zou erkunn<strong>en</strong> voor kiez<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie te mak<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong>typologie van het bedrijf: bv. starters versus mature bedrijv<strong>en</strong>, ofvolg<strong>en</strong>s sector<strong>en</strong>, leeftijd, organisatiestructuur, grootte, plaats in dewaardeket<strong>en</strong>, … Dit soort typologische indeling<strong>en</strong> laat toe ombijvoorbeeld via e<strong>en</strong> steekproefsgewij<strong>ze</strong> bevraging algem<strong>en</strong>e uitsprak<strong>en</strong>te do<strong>en</strong> over de globale innovatiebehoeft<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijk segm<strong>en</strong>t(bv. bedrijv<strong>en</strong> uit de machinebouwsector hebb<strong>en</strong> vooral nood aan ….).T<strong>en</strong>zij alle bedrijv<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> bevraagd word<strong>en</strong> <strong>ze</strong>gt het echter weinigover de individuele innovatiebehoeft<strong>en</strong> van de bedrijv<strong>en</strong> in debetrokk<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bv. machinebouwer X heeft vooral nood aan…). De<strong>ze</strong> aanpak mist de vereiste selectiviteit om innovatieondersteun<strong>en</strong>debehoeft<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individueel bedrijf te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.On<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie-oef<strong>en</strong>ing is er op gericht om de innovatieondersteun<strong>en</strong>debehoeft<strong>en</strong> van individuele bedrijv<strong>en</strong> te voorspell<strong>en</strong>.Dit met als doel gefundeerde uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zowel opindividueel niveau (bv. Heeft bedrijf X baat bij e<strong>en</strong> bezoek van e<strong>en</strong>RIS-adviseur?) als – via sommatie van de individuele behoeft<strong>en</strong> – opglobaler niveau (bv. Hoeveel bedrijv<strong>en</strong> zijn pot<strong>en</strong>tieel klant voor hetKMO-programma?)Makkelijk beschikbare brongegev<strong>en</strong>sHet beoordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individueel bedrijf vereist specifieke k<strong>en</strong>nis overdit bedrijf. Omdat we bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ook globale uitsprak<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tedo<strong>en</strong>, vereist dit specifieke k<strong>en</strong>nis van e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk deel van deVlaamse bedrijv<strong>en</strong> of van de doelgroep waarover we algem<strong>en</strong>euitsprak<strong>en</strong> will<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> we het bevrag<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> tote<strong>en</strong> minimum w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we voor de segm<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong>kelgebruik mak<strong>en</strong> van informatie die voor <strong>IWT</strong> voor het mer<strong>en</strong>deel van deVlaamse bedrijv<strong>en</strong> beschikbaar is <strong>en</strong> die toelaat bedrijv<strong>en</strong> onderling tevergelijk<strong>en</strong>. In de praktijk komt dit neer op het gebruik van debalansgegev<strong>en</strong>s, aangevuld met <strong>IWT</strong>-eig<strong>en</strong> informatie. In beide gevall<strong>en</strong>gaat het vooral over historische bedrijfsgegev<strong>en</strong>s.16<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


02Voorspell<strong>en</strong>d karakterDe basisveronderstelling van de gevolgde aanpak gaat er van uit dat opbasis van historische bedrijfsgegev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> idee kan gevormd word<strong>en</strong>over het innovatiegedrag van e<strong>en</strong> bedrijf in het verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>voorspelling kan gemaakt word<strong>en</strong> van de korte termijn toekomstig<strong>en</strong>od<strong>en</strong> aan innovatie-ondersteuning. De<strong>ze</strong> aanname is aanvaardbaar alsm<strong>en</strong> er van uit gaat dat innovatie niet activiteitsgebond<strong>en</strong> is, maar e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong>schap van het bedrijf is die niet van vandaag of morg<strong>en</strong> verandert.Beperking tot ‘mature’ bedrijv<strong>en</strong>Het gebruik van ‘historische’ gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het uitgangspunt van hetvoorspell<strong>en</strong>de karakter hiervan stelt dadelijk al e<strong>en</strong> beperking watbetreft start<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>. Vanuit de literatuur blijkt dat start<strong>en</strong>debedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel ‘wispelturiger’ karakter verton<strong>en</strong> dan ouderebedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> het voorspell<strong>en</strong>d karakter veel minder voor de hand ligt.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn minder (of ge<strong>en</strong>) historische gegev<strong>en</strong>s ter beschikking.Daarom beperk<strong>en</strong> we ons hier in eerste instantie tot mature bedrijv<strong>en</strong>(bedrijv<strong>en</strong> ouder dan 10 jaar). Starters, hier gedefinieerd alsonderneming<strong>en</strong> jonger dan 10 jaar, kom<strong>en</strong> aan bod in hoofdstuk 4.WaarschijnlijkheidGezi<strong>en</strong> de aard van de<strong>ze</strong> oef<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> de ruime definitievan ‘innovatie’, ligt het verder voor de hand dat de conclusies ofopdeling<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> dergelijke aanpak gerealiseerd word<strong>en</strong>altijd e<strong>en</strong> bepaalde waarschijnlijkheid zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> waarschijnlijkheidkan verder verhoogd word<strong>en</strong> door bijkom<strong>en</strong>de parameters in desegm<strong>en</strong>tatie op te nem<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> er hier omwille van de e<strong>en</strong>voudvan de aanpak voor gekoz<strong>en</strong> de oef<strong>en</strong>ing uit te voer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>minimaal aantal parameters <strong>en</strong> de<strong>ze</strong> ev<strong>en</strong>tueel later verder uit te breid<strong>en</strong>.“ De gevolgde <strong>IWT</strong>aanpakstreeftvoldo<strong>en</strong>de selectiviteitna, maakt gebruikvan e<strong>en</strong> minimumaan vlot beschikbare‘historische’brongegev<strong>en</strong>s mete<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>dkarakter over hettoekomstig gedrag<strong>en</strong> de korte termijninnovatiebehoeft<strong>en</strong> vanvoornamelijk ‘mature’onderneming<strong>en</strong>.”De parameters <strong>en</strong> hun hypothes<strong>en</strong>Wat <strong>ze</strong>gt de literatuur over innovatie-indicator<strong>en</strong>?We beperk<strong>en</strong> dit overzicht tot die indicator<strong>en</strong> die voor het mer<strong>en</strong>deelvan de bedrijv<strong>en</strong> voor <strong>IWT</strong> beschikbaar zijn (zonder bijkom<strong>en</strong>de17


evraging van de bedrijv<strong>en</strong>). Parameters die niet voor het mer<strong>en</strong>deelvan de bedrijv<strong>en</strong> ter beschikking zijn, maar die toch als innovatieindicatorgebruikt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> voor zo ver beschikbaarverder in de studie als controleparameter gebruikt.Czarnitzki (2006) 8 vermeldt als innovatie-indicator<strong>en</strong>: Octrooi<strong>en</strong>, O&Ouitgav<strong>en</strong>, Exportquota, Kapitaalint<strong>en</strong>siteit, Cash Flow per werknemer,Schuldratio. De eerste 2 indicator<strong>en</strong> zijn voor de hand ligg<strong>en</strong>d, dochzijn wellicht te str<strong>en</strong>g om innovativiteit te beoordel<strong>en</strong>. Slechts e<strong>en</strong><strong>ze</strong>er beperkt aantal bedrijv<strong>en</strong> neemt octrooi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<strong>ze</strong> zijn danbeperkt tot de bescherming van technische vinding<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong>beperking <strong>ze</strong>t op het begrip innovativiteit. Paul H. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (2004) 9 steltbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat de relatie tuss<strong>en</strong> octrooi<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovatie sterk sector<strong>en</strong>bedrijfsgrootte afhankelijk is.O&O uitgav<strong>en</strong> zijn t<strong>en</strong> dele bek<strong>en</strong>d via opname in de balansgegev<strong>en</strong>smaar de interpretatie is niet e<strong>en</strong>duidig. De<strong>ze</strong> balanspost wordt <strong>en</strong>kelopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als het bedrijf zijn ‘O&O-uitgav<strong>en</strong>’ (investering<strong>en</strong> +kost<strong>en</strong> voor O&O) activeert, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wij innovatie e<strong>en</strong> stukruimer dan O&O. Zowel octrooi<strong>en</strong> als O&O uitgav<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarom<strong>en</strong>kel als controleparameters meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor on<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie.8. Czarnitzki <strong>en</strong> Aerts (2006),The impact of public R&Dfundingin Flanders.9. Paul H. J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (2004),Examining Biases in Measuresof Firm Innovation.10. De<strong>ze</strong> veronderstellingwerd op on<strong>ze</strong> vraag door deNationale Bank van Belgiëonderzocht <strong>en</strong> bevestigd.11. Dirk Engel (2004),Innovation and their impact ongrowth of SME – Empiricalevid<strong>en</strong>ce from craft dominatedindustries in Germany.Over exportquota (verhouding export/om<strong>ze</strong>t) gaat m<strong>en</strong> er van uit datdit e<strong>en</strong> maat is voor de internationale concurr<strong>en</strong>tie waarmee e<strong>en</strong>bedrijf geconfronteerd wordt. Bedrijv<strong>en</strong> die actief zijn opinternationale markt<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> innovatiever zijn 10 . (Dirk Engel, 2004) 11De<strong>ze</strong> parameter is helaas voor on<strong>ze</strong> doelstelling<strong>en</strong> niet bruikbaaromdat de exportgegev<strong>en</strong>s niet publiek beschikbaar zijn. Dit geldttrouw<strong>en</strong>s ook voor de om<strong>ze</strong>t (kleinere bedrijv<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> <strong>ze</strong>ld<strong>en</strong>hun om<strong>ze</strong>tcijfers). Ook de<strong>ze</strong> parameter wordt daarom <strong>en</strong>kelmeeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als controleparameter.Van bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoger kapitaalint<strong>en</strong>sief productieproces(kapitaalint<strong>en</strong>siteit: vaste activa/werknemer) veronderstelt Czarnitzkidat <strong>ze</strong> meer nood hebb<strong>en</strong> aan innovatie dan bedrijv<strong>en</strong> waar18<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


02hand<strong>en</strong>arbeid primeert. Dit is e<strong>en</strong> aanvaardbare indicator(beschikbaar) maar focust mogelijks te fel op de hardetechnologische aspect<strong>en</strong> van innovatie. In on<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie nem<strong>en</strong>we daarom veeleer de parameter groei in totaal activa mee alsindicator voor economisch succes.De parameter Cash Flow/werknemer is e<strong>en</strong> maatstaf (Harhoff, 1998 12 ,Bronwyn, 1998 13 ) die aangeeft hoeveel middel<strong>en</strong> het bedrijf terbeschikking heeft die oa. kunn<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> voor O&Oof bij uitbreiding voor innovatie-activiteit<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong>conclusie wordt bevestigd door e<strong>en</strong> studie van Brush ea. (2000) 14 .In de<strong>ze</strong> studie wordt gewez<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> sterk verband tuss<strong>en</strong> debeschikbaarheid van “free cash flow” <strong>en</strong> de mate waarin bedrijv<strong>en</strong>bereid zijn te innover<strong>en</strong>. De achterligg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong>ering is datbedrijv<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>de cash flow hebb<strong>en</strong> de nodige financiëleruimte hebb<strong>en</strong> om te werk<strong>en</strong> aan innovaties die niet direct hoev<strong>en</strong> ter<strong>en</strong>der<strong>en</strong>. De parameter cash flow is beschikbaar <strong>en</strong> wordt gezi<strong>en</strong> zijnalgeme<strong>en</strong> karakter opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in on<strong>ze</strong> lijst van innovatie-indicator<strong>en</strong>.De parameter Schuldratio (schuld/totaal actief) kan e<strong>en</strong> indicatiegev<strong>en</strong> in hoeverre e<strong>en</strong> beperking in externe middel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> domperkan <strong>ze</strong>tt<strong>en</strong> op de O&O-activiteit<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> parameter is weliswaarbeschikbaar, maar voor innovativiteit wellicht te str<strong>en</strong>g omdatinnovativiteit niet noodzakelijk gepaard gaat met grote investering<strong>en</strong>.Relatief vaak word<strong>en</strong> ook de bedrijfsinvestering<strong>en</strong> in opleiding 15 alsbelangrijke maatstaf voor innovativiteit naar voor geschov<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong>informatie is ook via de balans<strong>en</strong> beschikbaar, maar is uiteindelijkweinig onderscheid<strong>en</strong>d omdat bedrijv<strong>en</strong> via de CAO’s vaak verplichtzijn e<strong>en</strong> minimaal budget te bested<strong>en</strong> aan opleiding. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is dekwaliteit van dit cijfer in de balans niet gegarandeerd <strong>en</strong> geeft hetge<strong>en</strong> indicatie over de inhoud van de opleiding.Dirk Engel (2004) 16 geeft aan dat er ge<strong>en</strong> significant verband bestaattuss<strong>en</strong> innovatie <strong>en</strong> personeelsgroei. De indicator personeelsgroei12. Harhoff, D., 1998, ‘AreThere Financial Constraintsfor the InnovationInvestm<strong>en</strong>t in GermanManufacturing Firms?’,Annales d’Èconomie et deStatistique 49/50, 421-45613. Bronwyn H. Hall et al(1998), Does Cash Flowcause Investm<strong>en</strong>t andR&D: An Exploration usingPanel Data for Fr<strong>en</strong>ch,Japanese, and UnitedStates Sci<strong>en</strong>tific Firms14. Brush, Bromiley <strong>en</strong>Heyndrickx (2000). Thefree cash flow hypothesisfor sales growth andperformance, StrategicManagem<strong>en</strong>t Journal,21 (4)15. Oa. Amy Muller, LiisaVälikangas, and PaulMerlyn (2005), Metrics forinnovation: guidelines fordevelopinga customi<strong>ze</strong>d suite ofinnovation metrics.16. Dirk Engel (2004),Innovation and theirimpact on growth of SME– Empirical evid<strong>en</strong>ce fromcraft dominated industriesin Germany.19


wordt daarom niet als innovatie-indicator geselecteerd, maar wel als(onafhankelijke) maatstaf voor groei.17. Coh<strong>en</strong>, W., Levin, R. <strong>en</strong>Mowery, D., 1987, Firm Si<strong>ze</strong>and R&D Int<strong>en</strong>sity : A Re-Examination, Journalof Industrial Economics, 35,543-565.18. Carchon, Clarysse, DeClercq <strong>en</strong> Sleeckx, 2006, Wiezijn on<strong>ze</strong> <strong>klant<strong>en</strong></strong>? Hetinnovatieprofiel als bron vaninspiratie.19. G. Rayp, W. Meeus<strong>en</strong>, K.Vandewalle, L. Cuyvers (1998),Innovatie-inspanning<strong>en</strong> <strong>en</strong>Ondernemingsgrootte.20. De analyse werd in eersteinstantie beperkt tot bedrijv<strong>en</strong>ouder dan 10 jaar.21. Birchall <strong>en</strong> Chanaron(1996). Managing innovationin SMEs: A comparison ofcompanies in the UK, franceand Portugal. InternationalJournal of TechnologyManagem<strong>en</strong>t, 12, 322. H<strong>en</strong>ry van der Wiel <strong>en</strong>George van Leeuw<strong>en</strong> (2003),Op zoek naar productiviteitsgroei;Effect<strong>en</strong> van ICT <strong>en</strong>innovatie op bedrijfsniveau inNederland.Cohin <strong>en</strong> Levin (1987) 17 gev<strong>en</strong> aan dat er e<strong>en</strong> curvilineaire relatiebestaat tuss<strong>en</strong> grootte <strong>en</strong> innovatiebereidheid. De<strong>ze</strong> bevinding werdbevestigd in on<strong>ze</strong> eig<strong>en</strong> analyse op basis van de Innovatieprofiel<strong>en</strong>van <strong>58</strong>9 bedrijv<strong>en</strong> (2006) 18 . Rayp e.a. (1998) 19 gev<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> inhun studie aan dat voor de meerderheid van de beschouwde sector<strong>en</strong><strong>en</strong> onderneming<strong>en</strong> de kleinere onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer danproportionele innovatie-inspanning leverd<strong>en</strong>. On<strong>ze</strong> eig<strong>en</strong> analyse vanca. 1000 innovatieprofiel<strong>en</strong> (zie verder in de tekst) toont eerder e<strong>en</strong>convexe curve waarbij (mature) 20 bedrijv<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 10 <strong>en</strong> 50werknemers als minder innovatief gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan grotere <strong>en</strong>kleinere bedrijv<strong>en</strong>. In conclusie kan m<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat hoe groter hetbedrijf, hoe meer kans op innovatief gedrag opgaat, metuitzondering van <strong>ze</strong>er kleine bedrijv<strong>en</strong>.Tot slot wordt ook toegevoegde waarde vaak als innovatie-indicatornaar voor geschov<strong>en</strong>. Birchall <strong>en</strong> Chanaron (1996) 21 concluder<strong>en</strong> dattoegevoegde waarde e<strong>en</strong> indicator is voor lange termijn pot<strong>en</strong>tieel <strong>en</strong>competitief voordeel. H<strong>en</strong>ry van der Wiel (2003) 22 geeft aan dat ere<strong>en</strong> positieve correlatie bestaat tuss<strong>en</strong> arbeidsproductiviteit (brutotoegevoegde waarde/werknemer) <strong>en</strong> innovatie. De<strong>ze</strong> indicator is vooralle bedrijv<strong>en</strong> beschikbaar in de balans <strong>en</strong> wordt dan ook opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>in on<strong>ze</strong> lijst van innovatie-indicator<strong>en</strong>.En de weerhoud<strong>en</strong> indicator<strong>en</strong> zijn…?Op basis van bov<strong>en</strong>staand literatuuroverzicht nem<strong>en</strong> we persegm<strong>en</strong>tatieparameter (innovativiteit <strong>en</strong> groei) 2 indicator<strong>en</strong> uit debalans van het bedrijf om voor ieder bedrijf de tweesegm<strong>en</strong>tatieparameters te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>:1. Innovativiteit wordt berek<strong>en</strong>d op basis van de toegevoegdewaarde/werknemer <strong>en</strong> de cash flow/werknemer, beide voor hetlaatst gek<strong>en</strong>de boekjaar20<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


022. Groei wordt berek<strong>en</strong>d op basis van de groei in personeel <strong>en</strong> degroei van het totaal actief over de 5 laatste boekjar<strong>en</strong>De<strong>ze</strong> scores lat<strong>en</strong> toe het bedrijf volg<strong>en</strong>s de<strong>ze</strong> 2 ass<strong>en</strong> te positioner<strong>en</strong>.De keu<strong>ze</strong> voor de<strong>ze</strong> twee karakteriseringsparameters – Innovativiteit<strong>en</strong> Groei – laat zich als volgt verantwoord<strong>en</strong>.• E<strong>en</strong> bedrijf wordt in de<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatiestrategie als innovatief gezi<strong>en</strong> als– Het er in slaagt hetzij e<strong>en</strong> product met e<strong>en</strong> hogere waarde opde markt te verkop<strong>en</strong> dan zijn concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of peers (hetproduct heeft dan bijzondere eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> waarvoor de klantbereid is e<strong>en</strong> hogere prijs te betal<strong>en</strong>). Als indicator nem<strong>en</strong> wehiervoor de toegevoegde waarde/werknemer van het laatstbek<strong>en</strong>de boekjaar.– Hetzij e<strong>en</strong> product te verkop<strong>en</strong> <strong>en</strong> er meer aan over te houd<strong>en</strong>dan zijn concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of peers (het bedrijf slaagt er in met minderkost<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijkwaardig product op de markt te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>). Alsindicator nem<strong>en</strong> we hier de cash flow/werknemer van hetlaatste boekjaar.• E<strong>en</strong> bedrijf wordt als groei<strong>en</strong>d beschouwd als– Het meer in personeel groeit dan zijn peers. We nem<strong>en</strong>hiervoor de personeelsgroei voor de laatste 5 boekjar<strong>en</strong>.Als comp<strong>en</strong>satie voor de impact van initiële grootteverschill<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> we van de<strong>ze</strong> indicator de Birchindex23 .– Het meer in totale activa groeit dan zijn peers. We nem<strong>en</strong>hiervoor de aangroei van het totaal actief voor de laatste5 boekjar<strong>en</strong>. Als comp<strong>en</strong>satie voor de impact van initiëlegrootteverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> we ook van de<strong>ze</strong>indicator de Birch-index.23. Birch Index: (V j5-V j1)/(V j5/V j1).21


De zinvolheid van de gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> is onderdeel van hetonderzoek, resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek kom<strong>en</strong> verder in de tekstaan bod. Dit br<strong>en</strong>gt ons tot de eerste hypothese over de k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>,die verderop uitgebreid besprok<strong>en</strong> wordt.Hypothese 1: de gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> zijn goedeindicator<strong>en</strong> voor innovativiteit <strong>en</strong> groei.Vervolg<strong>en</strong>s veronderstell<strong>en</strong> we dat het innovatiegedrag van bedrijv<strong>en</strong>ook afhankelijk is van e<strong>en</strong> aantal externe factor<strong>en</strong> die sectorafhankelijkkunn<strong>en</strong> zijn. We d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> hierbij aan regelgeving, internationaleconcurr<strong>en</strong>tie, marktt<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, … In de<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatiestrategie mak<strong>en</strong>we dan ook e<strong>en</strong> eerste ruwe segm<strong>en</strong>tatie, waarbij we bedrijv<strong>en</strong> uite<strong>en</strong> aantal gelijkaardige sector<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> peergroep br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Dit br<strong>en</strong>gt ons dus tot e<strong>en</strong> tweede hypothese.Hypothese 2: de gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>andere verdeling per peer-groep.De<strong>ze</strong> hypothese kan relatief e<strong>en</strong>voudig gecontroleerd word<strong>en</strong> aan dehand van statistische test<strong>en</strong> (Anova <strong>en</strong> T-test<strong>en</strong>). De voornoemdetest<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> inderdaad aan dat de verdeling van de k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>(TW/WKN; CF/WKN; PERSGROEI <strong>en</strong> TA-GROEI) over de peergroep<strong>en</strong>he<strong>en</strong> significant verschill<strong>en</strong>d zijn <strong>en</strong> dat het derhalve zinvol is perpeergroep te werk<strong>en</strong> eerder dan over de totale populatie.Beperking van de initiële doelgroep tot mature bedrijv<strong>en</strong>Om e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>kere voorspellingskracht te hebb<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> we ons in eersteinstantie naar mature bedrijv<strong>en</strong>. Dit zijn bedrijv<strong>en</strong> die minimaal 10 jaarbestaan. Bedrijv<strong>en</strong> onder de<strong>ze</strong> leeftijdsgr<strong>en</strong>s verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te sterkstochastisch gedrag waardoor de voorgestelde k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>onvoldo<strong>en</strong>de correlatie hebb<strong>en</strong> met de karakterisatieparameters <strong>en</strong> e<strong>en</strong>meer complex model of andere k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> nodig zijn. ‘In hoofdstuk 422<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 2 Innovatie spott<strong>en</strong>: de aanpak


02wordt het innovatieprofiel van starters meer in detail bekek<strong>en</strong>.. Verderbeperk<strong>en</strong> we ons tot bedrijv<strong>en</strong> met meer dan 1 werknemer in hetlaatste boekjaar. Dit br<strong>en</strong>gt de totale populatie op 51.033 bedrijv<strong>en</strong>.23


Hoofdstuk 3i-spotting: de scores3.1. Scor<strong>en</strong> doe <strong>je</strong> best onder gelijk<strong>en</strong>Voor het bepal<strong>en</strong> van de scores gaan we ervan uit dat innovativiteit<strong>en</strong> groei moet<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep van bedrijv<strong>en</strong> diezich in gelijkaardige posities inzake markt, regelgeving, buit<strong>en</strong>landseconcurr<strong>en</strong>tie etc. bevind<strong>en</strong>. We zoek<strong>en</strong> dus de zog<strong>en</strong>aamde ‘primusinter pares’, de eerste onder zijn gelijk<strong>en</strong>. Innovativiteit <strong>en</strong> groei zijnimmers relatieve groothed<strong>en</strong>, d.i. relatief t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van hunzog<strong>en</strong>aamde peers. Dit sluit aan bij de <strong>IWT</strong> ‘beoordeling’ vaninnovativiteit m.n.als zijnde ‘nieuw voor de markt’, wat ook e<strong>en</strong>relatieve positionering inhoudt.Voor elk van de onderneming<strong>en</strong> wordt de positie teg<strong>en</strong>over zijn peersbepaald aan de hand van elk van 4 hierbov<strong>en</strong> gedefinieerde k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>.Peers zijn die bedrijv<strong>en</strong> die op de<strong>ze</strong>lfde markt (tamelijk ruim gedefinieerd)actief zijn (<strong>en</strong> dus onder gelijkaardige omgevingsfactor<strong>en</strong> actief zijn).Voor de<strong>ze</strong> eerste test werd<strong>en</strong> 8 peer-groep<strong>en</strong> gedefinieerd op basis vande bedrijfstakk<strong>en</strong> waarin de onderneming<strong>en</strong> actief zijn. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerverfijnde opdeling nodig zou blijk<strong>en</strong>, dan kan dit relatief e<strong>en</strong>voudigdoorgevoerd word<strong>en</strong>.Tabel 1 Beschrijving van de 8 geselecteerde peergroep<strong>en</strong>.Peer groep Nace codes AantalVlaamse bedrijv<strong>en</strong>Chemie 23-24-25 679 557Electronica 30-31-32-33 399 313Hout <strong>en</strong> papier 20-21-22 1302 1045Immateriële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 65-66-67 <strong>en</strong> 72-73-74 8107 4035Materiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 51 <strong>en</strong> 60-61-62-63-64 14242 9535Metaal 28-29 2114 1562Textiel 17-18-19 921 776Overige industrie 10->16; 26-27; 34->37;40 <strong>en</strong> 445412 369133176 21514Opmerking: De<strong>ze</strong>lfde opsplitsing werd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s toegepast in het Indicator<strong>en</strong>cator<strong>en</strong>boek 2005.Met volledige data <strong>en</strong>ouder dan 10 jaar24<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleed


01 03We merk<strong>en</strong> echter op dat de groep ‘Overige Industrie’ <strong>ze</strong>er divers iswat e<strong>en</strong> verdere opdeling in e<strong>en</strong> later stadium ev<strong>en</strong>tueel noodzakelijkmaakt, <strong>en</strong> dat zowel de primaire sector (NACE 1 tot 5) als debouwnijverheid (NACE 45) volledig ontbrek<strong>en</strong>. In totaal behoud<strong>en</strong> weruim 33.000 van de meer dan 51.000 bedrijv<strong>en</strong> in de initiëlepopulatie (ouder dan 10 jaar <strong>en</strong> meer dan 1 werknemer in het laatsteboekjaar) in de<strong>ze</strong> 8 peer groep<strong>en</strong>. Aangezi<strong>en</strong> niet voor al de<strong>ze</strong>bedrijv<strong>en</strong> alle b<strong>en</strong>odigde gegev<strong>en</strong>s beschikbaar zijn door toedo<strong>en</strong> vanonvolledig ingevulde balans<strong>en</strong>, wordt dit aantal verder <strong>nog</strong>gereduceerd tot ongeveer 21.000 bedrijv<strong>en</strong>.3.2. Berek<strong>en</strong>ingswij<strong>ze</strong> van de scoresVoor elk van de bedrijv<strong>en</strong> in de 8 gedefinieerde peergroep<strong>en</strong>, word<strong>en</strong>de vier k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d : innovatie via de toegevoegde waardeper werknemer <strong>en</strong> de cash flow per werknemer; <strong>en</strong> succes via debirch index van de personeelsaangroei <strong>en</strong> de birch index van de groeivan het totaal actief, beide gedur<strong>en</strong>de de laatste 5 jaar. Vervolg<strong>en</strong>swordt bepaald in welke kwartiel 24 ieder bedrijf zich voor iedereparameter bevindt. Het bedrijf krijgt per parameter de waarde vanhet kwartiel als score. Bv. e<strong>en</strong> bedrijf dat voor cash flow/werknemerbij de 25% beste behoort, bevindt zich voor de<strong>ze</strong> parameter in het4 de kwartiel <strong>en</strong> krijgt voor de<strong>ze</strong> parameter dan ook score 4.Overe<strong>en</strong>komstig krijgt e<strong>en</strong> bedrijf dat zich bij de 25% zwakstebevindt, e<strong>en</strong> score 1 (1 ste kwartiel).De score voor ieder bedrijf bestaat dan uit vier scores gaande van1 (1 ste kwartiel voor dat k<strong>en</strong>getal) tot 4 (4 de kwartiel voor datk<strong>en</strong>getal). Aangezi<strong>en</strong> we voor ieder k<strong>en</strong>getal dan 4 mogelijkewaard<strong>en</strong> verkrijg<strong>en</strong> (1,2,3 <strong>en</strong> 4) bekom<strong>en</strong> we zo 256 (d.i. 4 4 )mogelijke klass<strong>en</strong> met gelijke combinaties (bv. alle bedrijv<strong>en</strong> met descores i j k l). Dit aantal wordt verder gereduceerd door combinatieste nem<strong>en</strong> van de scores: d.w.z. per as (innovatie <strong>en</strong> groei) word<strong>en</strong> de24. Het gebruik vankwartiel<strong>en</strong> als cut-off iseerder arbitrair <strong>en</strong> di<strong>en</strong>tmogelijk <strong>nog</strong> verfijnd teword<strong>en</strong>.25


eide scores opgeteld zodat we 7 mogelijke (2,3,4,5,6,7,8) scores peras krijg<strong>en</strong> of in totaal 49 (d.i. 7 in het kwadraat) groep<strong>en</strong>. Dit wordttot slot <strong>nog</strong> verder vere<strong>en</strong>voudigd tot 9 groep<strong>en</strong> door per as slechts3 combinaties over te houd<strong>en</strong> met name de combinaties waarbij :• de som van de 2 scores per as groter is dan 6 (dwz. minst<strong>en</strong>s éénvan de scores zit in het bov<strong>en</strong>ste kwartiel <strong>en</strong> het tweede k<strong>en</strong>getalzit ofwel in het bov<strong>en</strong>ste ofwel in het derde kwartiel). Dit zijnvolg<strong>en</strong>s on<strong>ze</strong> hypotheses duidelijk de topbedrijv<strong>en</strong>: relatief <strong>ze</strong>erinnovatief <strong>en</strong> relatief <strong>ze</strong>er succesvol qua groei.• de som van de scores per as gelijk is aan 6 of 5 (dit zijn decombinaties : 4-1, 3-2, 2-3, 1-4, 3-3): dit zijn bedrijv<strong>en</strong> diegemiddeld scor<strong>en</strong>.• de som kleiner of gelijk is aan 4, dit zijn bedrijv<strong>en</strong> die eerderzwak scor<strong>en</strong> op beide k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> ttz. die voor de beidek<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> per as onder de mediaan zitt<strong>en</strong>.Tabel 2 Omschrijving van de segm<strong>en</strong>tklass<strong>en</strong> op basis van de kerngetal-scores.Groeiscore (GS)pers + TA>6pers + TA= 6 of 5pers + Δ TA=< 4TW/pers + CF/pers >6 Segm<strong>en</strong>t 1 Segm<strong>en</strong>t 2 Segm<strong>en</strong>t 3Innovatiescore (IS)TW/pers + CF/pers = 6 of 5 Segm<strong>en</strong>t 4 Segm<strong>en</strong>t 5 Segm<strong>en</strong>t 6TW/pers + CF/pers =< 4 Segm<strong>en</strong>t 7 Segm<strong>en</strong>t 8 Segm<strong>en</strong>t 9Omdat we er van uitgaan (Hypothese 3) dat bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>lfdescore gelijkaardige behoeft<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (onafhankelijk van de sector)kunn<strong>en</strong> we na de toek<strong>en</strong>ning van de scores, de bedrijv<strong>en</strong> over desector<strong>en</strong> he<strong>en</strong> terug hergroeper<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t. Zodat finaal alleVlaamse bedrijv<strong>en</strong> in 9 segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verdeeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> waaraandan bepaalde behoeft<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gekoppeld word<strong>en</strong>.26<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


03Hypothese 3: bedrijv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><strong>ze</strong>lfde segm<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong>de<strong>ze</strong>lfde innovatie-ondersteun<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong>De omvang van de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> toe e<strong>en</strong> inschatting te mak<strong>en</strong>van de hoeveelheid van product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die <strong>IWT</strong> zou moet<strong>en</strong>lever<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> ieder segm<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> <strong>nog</strong> verdere onderverdeling<strong>en</strong>gemaakt word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s strategie 2 (productgerichte segm<strong>en</strong>tatie).3.3. Test<strong>en</strong> van hypothese 1: de gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>zijn goede indicator<strong>en</strong> voor innovatie <strong>en</strong> groeiTest<strong>en</strong> van hypothese 1: “De gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> zijn goedeindicator<strong>en</strong> voor innovativiteit <strong>en</strong> succes.”K<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voor ‘groei’Voor de k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> als indicator voor ‘succes of groei’ stell<strong>en</strong> zichweinig aanvaardingsproblem<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> bedrijf dat in het verled<strong>en</strong> meergroeide in personeelsaantal <strong>en</strong> in totale activa dan zijn peers kaninderdaad beschouwd word<strong>en</strong> als zijnde meer succesvol. Dit is nietnoodzakelijk e<strong>en</strong> garantie voor groei naar de toekomst 25 .Bij wij<strong>ze</strong> van test werd on<strong>ze</strong> aanpak vergelek<strong>en</strong> met de aanpakbeschrev<strong>en</strong> in “Snelle Groeiers & Innovatie, 2 juni 2004, Ministerievan Economische Zak<strong>en</strong>, Nederland”. 26 In de<strong>ze</strong> publicatie gebruiktem<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de groei-indicator:(A 2001 - A 1997 )x ((A 2001 - A 1997 ) / A 1997 )= groei-indicatorwaarbij ‘A’ staat voor het aantal arbeidsplaats<strong>en</strong>, respectievelijk in2001 <strong>en</strong> in 1997. Wanneer de formule e<strong>en</strong> waarde groter dan2 oplevert dan kwalificeert het bedrijf zich als snelle groeier. Voor e<strong>en</strong>bedrijf van 10 werknemers komt dit neer op e<strong>en</strong> groei in 4 jar<strong>en</strong> tot21 werknemers. Bij bedrijv<strong>en</strong> van 100 werknemers is dit equival<strong>en</strong>tmet e<strong>en</strong> groei naar ongeveer 169 werknemers. Voor e<strong>en</strong> bedrijf van1000 werknemers betek<strong>en</strong>t het e<strong>en</strong> groei naar 1437 werknemers.25. In het tweede deel(strategie 2) van de studiehanter<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> andereaanpak om bedrijv<strong>en</strong> diein het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong>van succesvol naar mindersuccesvol evolueerd<strong>en</strong> teid<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.26. Ehrhardt J.C., vanGelder<strong>en</strong> P., de Jong J.C.J.,t<strong>en</strong> Klooster H.P. <strong>en</strong>Kuipers J.W., “SnelleGroeiers & Innovatie”,Ministerie vanEconomische Zak<strong>en</strong>,Nederland, 2 juni 2004.27


Figuur 2 Segm<strong>en</strong>tering van de snel groei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>.Toegepast op de eig<strong>en</strong> populatie blijkt dat het resultaat sterk aansluit bijon<strong>ze</strong> groei-indicator<strong>en</strong> (Birch-index personeelsaangroei <strong>en</strong> Birch-indexaangroei totaal actief). Opvall<strong>en</strong>d is dat bijna de helft van de<strong>ze</strong> snellegroeiers als niet innovatief in on<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie geklasseerd word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>mogelijke verklaring is dat dit soort snelle groeiers voornamelijk jongewerknemers aantrekt waardoor de gemiddelde toegevoegde waarde perpersoon aan de lagere kant ligt. Dit soort onderneming<strong>en</strong> blijkt ook eerstin personeel <strong>en</strong> dan pas in om<strong>ze</strong>t te groei<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de<strong>ze</strong> groep <strong>ze</strong>er wissel<strong>en</strong>d van sam<strong>en</strong>stelling, slechts<strong>en</strong>kele bedrijv<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> er in om 2 periodes na elkaar bij de snellegroeiers te zijn.90,0%80,0%70,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


03K<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voor ‘innovativiteit’De k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voor ‘innovativiteit’ zijn delicater omdat innovativiteithier eerder ruim omschrev<strong>en</strong> wordt als: “e<strong>en</strong> bedrijf is innovatiefindi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong> product teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere marktprijs <strong>en</strong>/of met meermarge op de markt kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dan zijn peers”.Als k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> koz<strong>en</strong> we in eerste instantie voor toegevoegdewaarde/werknemer (indicator voor ‘hogere marktprijs’) <strong>en</strong> cash flow/werknemer (indicator voor ‘meer marge’). Beide k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> word<strong>en</strong>uit de Belfirst-databank g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zonder verdere bewerking<strong>en</strong> ofverfijning<strong>en</strong> (bv. in de cash flow zou m<strong>en</strong> <strong>nog</strong> correcties kunn<strong>en</strong>aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> voor de afschrijving<strong>en</strong> ed.).We beperk<strong>en</strong> de test van de hypothese dan ook tot innovativiteit,waarbij we tracht<strong>en</strong> uit te viss<strong>en</strong> of de door ons gebruiktek<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot logische of aanvaardbare vaststelling<strong>en</strong>. Wegebruik<strong>en</strong> hiervoor e<strong>en</strong> aantal bij <strong>IWT</strong> gek<strong>en</strong>de parameters vanbedrijv<strong>en</strong> die aan innovativiteit kunn<strong>en</strong> gelinkt word<strong>en</strong>.Bij e<strong>en</strong> aantal van de test<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> vergelijking gemaakt metandere vorm<strong>en</strong> van innovatie-classificaties (bv. de innovatieprofiel<strong>en</strong>).E<strong>en</strong> probleem dat zich hierbij stelt, is dat we nietbeschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> éénduidige classificatie die als dé waarheidkan beschouwd word<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<strong>ze</strong> classificatievolg<strong>en</strong>s de segm<strong>en</strong>tatie-methode <strong>en</strong> de vergelijkingsmethodekunn<strong>en</strong> dan ook aan onjuiste inschatting<strong>en</strong> van beide methodeste wijt<strong>en</strong> zijn.De refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong>We voer<strong>en</strong> eerst e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie uit van alle 21.514 bedrijv<strong>en</strong> inon<strong>ze</strong> doelgroep. De<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie is on<strong>ze</strong> refer<strong>en</strong>tie waarmee weverdere segm<strong>en</strong>taties vergelijk<strong>en</strong>.1. Bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> op basis van hun Nace code ingedeeld in debijhor<strong>en</strong>de peer groep (8 groep<strong>en</strong> : Chemie, Hout , …)29


2. Voor ieder bedrijf in e<strong>en</strong> peergroep werd<strong>en</strong> de scores voor de 4k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> bepaald (d.i. in welk kwartiel het bedrijf voor iedereparameter zit)3. De bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> per peergroep dan in segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verdeeld opbasis van de som van de scores op de innovatie-k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> <strong>en</strong> desucces - of groei-k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong>.4. De verdeling over de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor alle bedrijv<strong>en</strong> (sommatieover de sectorgroep<strong>en</strong>) groter dan 1 werknemer vindt m<strong>en</strong> inonderstaande grafiek/tabel. Dit is de refer<strong>en</strong>tietabel (let op:de<strong>ze</strong> bevat <strong>en</strong>kel de bedrijv<strong>en</strong> uit de geselecteerde sector<strong>en</strong> <strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> die ouder zijn dan °1996)Figuur 3 Refer<strong>en</strong>tiesegm<strong>en</strong>tatie van de mature onderneming<strong>en</strong> met meer dan 1 werknemer.45,0%40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


03Uit de<strong>ze</strong> tabel kan m<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> dat volg<strong>en</strong>s de door ons gekoz<strong>en</strong>segm<strong>en</strong>tatie respectievelijk 26,3% bedrijv<strong>en</strong> (uit de betrokk<strong>en</strong>sector<strong>en</strong>) als <strong>ze</strong>er innovatief <strong>en</strong> 29,2% als redelijk innovatief word<strong>en</strong>bevond<strong>en</strong>; 44,5% van de bedrijv<strong>en</strong> zijn volg<strong>en</strong>s de<strong>ze</strong> criteria nietinnovatief. Volg<strong>en</strong>s de resultat<strong>en</strong> van de CIS4-<strong>en</strong>quête is <strong>58</strong>% van deVlaamse bedrijv<strong>en</strong> (in de<strong>ze</strong>lfde sector<strong>en</strong>) innovatief, dus dit ligt inde<strong>ze</strong>lfde lijn.3.4. Test<strong>en</strong> van de segm<strong>en</strong>tatie-methodeHierna wordt voor verschill<strong>en</strong>de selecties van als innovatiefbeschouwde bedrijv<strong>en</strong> nagekek<strong>en</strong> in hoeverre de<strong>ze</strong> pass<strong>en</strong> in on<strong>ze</strong>segm<strong>en</strong>tatieklass<strong>en</strong>. Er wordt steeds vergelek<strong>en</strong> met derefer<strong>en</strong>tiesegm<strong>en</strong>tatie van hierbov<strong>en</strong>. De reeks van innovatievebedrijv<strong>en</strong> die we telk<strong>en</strong>s als maatstaf nem<strong>en</strong> voor de test zijnbedrijv<strong>en</strong> met octrooinames (EPO of USPO), bedrijv<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s deInnovatieprofiel<strong>en</strong> als technologisch innovatief werd<strong>en</strong> aangemerkt,bedrijv<strong>en</strong> die veel exporter<strong>en</strong>, bedrijv<strong>en</strong> die door de O&O-<strong>en</strong>quêteals innovatief word<strong>en</strong> bestempeld, de door <strong>IWT</strong> gesteunde bedrijv<strong>en</strong>,bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kwaliteitscertificaat <strong>en</strong> de zog<strong>en</strong>aamdeonderzoeksbedrijv<strong>en</strong>. In bijlage 1 vind <strong>je</strong> e<strong>en</strong> overzicht van <strong>en</strong>kelevan de<strong>ze</strong> test<strong>en</strong> in de vorm van grafiek<strong>en</strong>.Test via octrooi<strong>en</strong>De 264 bedrijv<strong>en</strong> (in de selectie) die na 1996 <strong>nog</strong> e<strong>en</strong> Europeesoctrooi nam<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> verdeeld over de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Hieruit blijkt dat de<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> gemiddeld als veel innovatievergeklasseerd word<strong>en</strong> (47,3% versus 26,3% voor de refer<strong>en</strong>tiegroep);slechts 22% wordt als niet innovatief geklasseerd versus 44,5% in derefer<strong>en</strong>tiegroep. Het<strong>ze</strong>lfde gaat op voor de 124 bedrijv<strong>en</strong> (in deselectie) met e<strong>en</strong> USPTO octrooi na 1996; de<strong>ze</strong> word<strong>en</strong> met 55,6%<strong>ze</strong>lfs <strong>nog</strong> iets innovatiever geklasseerd. De ‘stelling’ dat bedrijv<strong>en</strong> dieoctrooi<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> innovatiever zijn dan het gemiddelde, wordt dooron<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie bevestigd.31


Test via Innovatieprofiel<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de VIN-adviseursIn de periode 2003-2005 werd<strong>en</strong> voornamelijk door de RIS-adviseurs(regionale innovatiestimulering) e<strong>en</strong> 650-tal bedrijv<strong>en</strong> gescoord opinnovativiteit 27 (5 punt<strong>en</strong> score gaande van echte innovator tot ge<strong>en</strong>innovator). De<strong>ze</strong> scoring was uiteraard sub<strong>je</strong>ctief <strong>en</strong> hing af van deeig<strong>en</strong> definitie van de adviseur van het begrip ‘innovatief’. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>is de<strong>ze</strong> scoring door de innovatie-adviseurs e<strong>en</strong> scoring op het vlakvan technologische innovativiteit, gezi<strong>en</strong> de door h<strong>en</strong> gehanteerdedefinitie van innovativiteit hoe dan ook nauwer is dan de in devoorligg<strong>en</strong>de studie gebruikte definitie.E<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie van de bedrijv<strong>en</strong> uit de innovatieprofiel<strong>en</strong> (versie 1)die als innovatief (score 4 of 5) <strong>en</strong> niet-innovatief (score 1 <strong>en</strong> 2)werd<strong>en</strong> gerangschikt, geeft opnieuw e<strong>en</strong> bevestiging van deverwachting dat bedrijv<strong>en</strong> in het innovatieve segm<strong>en</strong>t beduid<strong>en</strong>dmeer als innovatief gescoord werd<strong>en</strong> (36,8%) dan bij de nietinnovatiev<strong>en</strong>(24,4%). Uit <strong>IWT</strong>-studie 53 28 was ook al geblek<strong>en</strong> dat demediaan-waard<strong>en</strong> voor het k<strong>en</strong>getal toegevoegde waarde/werknemer(dat hier als indicator voor innovativiteit gebruikt wordt) significantverschill<strong>en</strong>d was voor beide groep<strong>en</strong>.27. <strong>IWT</strong> publicatie 53 :Wie zijnon<strong>ze</strong> <strong>klant<strong>en</strong></strong>? Hetinnovatieprofiel als bron vaninspiratie (Februari 2006)28. <strong>IWT</strong>-studie 53:”Wie zijn on<strong>ze</strong><strong>klant<strong>en</strong></strong>? Het innovatieprofiel,bron van inspiratie”29. Enablers: deinnovatiestrategie, de markt,kerntechnologie, middel<strong>en</strong> voorinnovatie, innovatieprocess<strong>en</strong>,methodes in innovatie, innovatieinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,de organisatie,bedrijfscultuur. Bron: WälchliNadja, Impact of Innovation onSustainable Business Succes,Swiss Federal Instituteof Techology, Zurich,march 2004, 14-22In het tweede kwartaal van 2006 werd aan alle innovatie-adviseursbinn<strong>en</strong> het VIN gevraagd om minst<strong>en</strong>s 10 bedrijfsprofiel<strong>en</strong> in tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> waaraan zij één of meerdere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>geleverd hadd<strong>en</strong>. (Innovatieprofiel<strong>en</strong> versie 2) Het scor<strong>en</strong> van9 ‘innovatie <strong>en</strong>ablers 29 ’ was één van de onderdel<strong>en</strong> van dit profiel.Voor iedere <strong>en</strong>abler werd gevraagd om te beoordel<strong>en</strong> of het bedrijfhier <strong>beter</strong> of minder goed was dan gelijkaardige bedrijv<strong>en</strong>. Descores varieerd<strong>en</strong> van 1 tot 4, waarbij 1 <strong>en</strong> 2 onder het gemiddeldebetek<strong>en</strong>de, 3 <strong>en</strong> 4 bov<strong>en</strong> het gemiddelde. Voor de test werd<strong>en</strong>2 groep<strong>en</strong> gemaakt: groep 1 met bedrijv<strong>en</strong> die voor alle <strong>en</strong>ablers 3of 4 scoord<strong>en</strong> (de innovatiev<strong>en</strong>) <strong>en</strong> groep 2 met bedrijv<strong>en</strong> die vooralle <strong>en</strong>ablers 1 of 2 scoord<strong>en</strong> (de niet innovatiev<strong>en</strong>). Ook hieropnieuw scoort de groep van innovatieve bedrijv<strong>en</strong> merkelijk hogerop de innovatieschaal van de segm<strong>en</strong>tatie (resp. 38,3% versus32<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


0321,2%). In beide gevall<strong>en</strong> wordt ongeveer 20% van de bedrijv<strong>en</strong> inde segm<strong>en</strong>tatie-aanpak sterk afwijk<strong>en</strong>d geklasseerd.Als bijkom<strong>en</strong>de test werd<strong>en</strong> <strong>nog</strong> de gemiddelde <strong>en</strong>abler scoresberek<strong>en</strong>d per innovatie- <strong>en</strong> groeisegm<strong>en</strong>t. Hieruit blijkt dat er e<strong>en</strong>duidelijk onderscheid gemaakt wordt tuss<strong>en</strong> niet-innovatieve <strong>en</strong>gematigd <strong>en</strong> <strong>ze</strong>er innovatieve bedrijv<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> beidelaatste groep<strong>en</strong> is op vlak van <strong>en</strong>ablers bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> verwaarloosbaar. Ditheeft te mak<strong>en</strong> met het feit dat de <strong>ze</strong>er innovatieve bedrijv<strong>en</strong> zowel ophet vlak van product- als procesinnovatie goed scor<strong>en</strong>, terwijl de eerdergematigde innovatieve bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel op één van beide terrein<strong>en</strong>goed scor<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> zich dan vertaalt in e<strong>en</strong> gelijklop<strong>en</strong>de score opde innovatie <strong>en</strong>ablers voor beide categorieën van bedrijv<strong>en</strong>.Figuur 4: Enablers in functie van de innovatiescore.3,232,82,62,4IS >6IS 5 of 6IS


03Test via O&O-actieve bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong>Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de bij <strong>IWT</strong> gek<strong>en</strong>de O&O-actieve bedrijv<strong>en</strong>(809 match<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de <strong>IWT</strong>-gesteunde <strong>klant<strong>en</strong></strong>(549 match<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>) gesegm<strong>en</strong>teerd. De classificatie vande eerste groep komt tot stand via het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> exhaustieve lijstvan O&O-actieve onderneming<strong>en</strong> in het kader van de tweejaarlijkseO&O-<strong>en</strong>quête. Op basis van informatie van <strong>IWT</strong>, de pers, … werd aan de‘vermoedelijk’ O&O-actieve bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête gestuurd. Hierbij werdde vermoedelijke O&O-activiteit aan de Frascatie-definitie getoetst. Declassificatie O&O-actief is dus e<strong>en</strong> tijdelijke classificatie die verwijst naare<strong>en</strong> specifieke activiteit <strong>en</strong> die gebaseerd is op gegev<strong>en</strong>s die van hetbedrijf kom<strong>en</strong>. Voor de O&O-actieve bedrijv<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we 32,3%innovatieve bedrijv<strong>en</strong> (versus 26,3% in de refer<strong>en</strong>tiegroep). Dit is e<strong>en</strong> ophet eerste zicht onverwacht beperkt verschil. E<strong>en</strong> mogelijke verklaringhiervoor zit in het feit dat O&O-actief hier beschouwd wordt als e<strong>en</strong>activiteit, in teg<strong>en</strong>stelling tot innovatief wat we als e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schap vane<strong>en</strong> bedrijf zi<strong>en</strong>.Hierbij aansluit<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> die ooit 31 <strong>IWT</strong>-steun kreg<strong>en</strong>verdeeld over de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ook hier vind<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> hogereinnovativiteit bij de <strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong> die steun kreg<strong>en</strong> (32,4% versus 26,3%).Maar ook hier is het verschil toch relatief beperkt. Dit kan ook hierverklaard word<strong>en</strong> door het feit dat e<strong>en</strong> <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct e<strong>en</strong> tijdelijke activiteitis. Om dit te onderzoek<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> verdere opdeling gemaakt naaraantal <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bedrijf in het verled<strong>en</strong> heeft uitgevoerd(groep 1: meer dan 3; groep 2: precies 1). Van e<strong>en</strong> bedrijf dat meerdereker<strong>en</strong> steun kreeg bij <strong>IWT</strong> kan m<strong>en</strong> <strong>ze</strong>gg<strong>en</strong> dat er toch e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>kerecontinuïteit in de ‘innovatie-activiteit<strong>en</strong>’ zit, wat dan weer <strong>beter</strong> aansluitbij on<strong>ze</strong> definitie. De innovatiescore ligt voor de bedrijv<strong>en</strong> met meer dan3 <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> met 42% beduid<strong>en</strong>d hoger dan die voor bedrijv<strong>en</strong> metslechts één gesteund pro<strong>je</strong>ct, zijnde 29,6%. Maar ook van de bedrijv<strong>en</strong>met meer dan 3 gesteunde pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er <strong>nog</strong> 34% als nietinnovatief geklasseerd. De<strong>ze</strong> afwijking kan mogelijk verklaard word<strong>en</strong>door het feit dat de selectie van bedrijv<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> over e<strong>en</strong>langere periode liep, terwijl de door ons gebruikte k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voorinnovativiteit betrekking hebb<strong>en</strong> op het laatste boekjaar. Om de<strong>ze</strong>31. Vanaf de oprichting van<strong>IWT</strong>, ook overgedrag<strong>en</strong>dossiers van IWONL ea.werd<strong>en</strong> meegeteld.35


verklaring te toets<strong>en</strong> werd nagezi<strong>en</strong> welke bedrijv<strong>en</strong> er schijnbaar foutiefgeklasseerd werd<strong>en</strong>. Hieruit bleek dat ca. 40% van de niet juistgeklasseerde onderneming<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> hele tijd ge<strong>en</strong> pro<strong>je</strong>ct meer hadd<strong>en</strong>ingedi<strong>en</strong>d bij <strong>IWT</strong> (sommig<strong>en</strong> tot 10 jaar geled<strong>en</strong>), 20% eig<strong>en</strong>lijk <strong>nog</strong>e<strong>en</strong> startersprofiel hadd<strong>en</strong> (Pharma <strong>en</strong> IT) ondanks het feit dat <strong>ze</strong> reedsmeer dan 10 jaar bestond<strong>en</strong>, 20% in e<strong>en</strong> turbul<strong>en</strong>te situatie zat<strong>en</strong> metafvloeiing<strong>en</strong>, dal<strong>en</strong>de cash flow, … , 10% voornamelijk <strong>en</strong>gineeringachtigepro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> bij <strong>IWT</strong> gesteund kreeg, zodat uiteindelijk 10% zonderduidelijke verklaring duidelijk foutief geklasseerd was.Test via ISO9000De segm<strong>en</strong>tatie werd ook toegepast op bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ISO9000certificaat. In de <strong>IWT</strong>-studie 53 was immers geblek<strong>en</strong> dat bedrijv<strong>en</strong> die‘kwaliteit’ als voornaamste concurr<strong>en</strong>tiefactor zag<strong>en</strong>, ook e<strong>en</strong> meerinnovatief karakter hadd<strong>en</strong>. On<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatie toont inderdaad aandat de<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> gemiddeld iets meer innovatief (29,6% versus26,3%) zijn dan de totale groep <strong>en</strong> vooral dat <strong>ze</strong> beduid<strong>en</strong>d meersuccesvol zijn (dus meer in personeel <strong>en</strong> activa groei<strong>en</strong> dan anderebedrijv<strong>en</strong>) m.n. 42,6% versus 24,9%.Test Onderzoeksbedrijv<strong>en</strong>Ook de 16 onderzoeksbedrijv<strong>en</strong> (Nace 73 in de selectie) werd<strong>en</strong>gesegm<strong>en</strong>teerd. Één bedrijf komt hier toch <strong>nog</strong> in het laagstesegm<strong>en</strong>t terecht. Bij nazicht blijkt dit inderdaad e<strong>en</strong> bedrijf te zijn datvooral analyses uitvoert <strong>en</strong> niet echt als onderzoeksbedrijf kangecatalogeerd word<strong>en</strong>. De andere bedrijv<strong>en</strong> scor<strong>en</strong> zoals verwacht.Conclusie voor Hypothese 1Hypothese werd als volgt geformuleerd:“De gekoz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> zijngoede indicator<strong>en</strong> voor innovativiteit <strong>en</strong> groei.” Uit de<strong>ze</strong> e<strong>en</strong>zijdigetest<strong>en</strong> kan als voorzichtige conclusie word<strong>en</strong> gesteld dat de gekoz<strong>en</strong>k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> voor innovativiteit (Toegevoegde waarde/werknemer <strong>en</strong>Cash Flow/werknemer) positief gevoelig zijn voor innovativiteit <strong>en</strong>toelat<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> innovatieve <strong>en</strong> minder36<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


03innovatieve bedrijv<strong>en</strong>, of op zijn minst in innovatiegraad <strong>en</strong> dit via peervergelijking.De fout<strong>en</strong>marge ligt tuss<strong>en</strong> 10% <strong>en</strong> 20% 32 , hetge<strong>en</strong> voorde<strong>ze</strong> e<strong>en</strong>voudige segm<strong>en</strong>tatiemethode met e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>er ruwe peer-indelingop basis van grote NACE-klass<strong>en</strong> aanvaardbaar is, te meer daar via e<strong>en</strong>aantal bijkom<strong>en</strong>de parameters het aantal ‘misclassificaties’ verder kangereduceerd word<strong>en</strong>. Concreet wordt hierbij bv. gedacht aan deto<strong>en</strong>ame van de productiviteit, plotse tr<strong>en</strong>dbreuk<strong>en</strong> in groeicijfers, …3.5. Segm<strong>en</strong>tatie van de verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong>De hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie wordt hieronder voor ieder vande 8 sector<strong>en</strong> (Chemie , Electronica , Hout <strong>en</strong> papier, Immateriëledi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, Materiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, Metaal, Textiel, Overige industrie)weergegev<strong>en</strong>. Volledigheidshalve werd ook voor NACE 45 (Bouw)e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie uitgevoerd. Na de sector wordt tuss<strong>en</strong> haak<strong>je</strong>s hetaantal bedrijv<strong>en</strong> vermeld dat in de segm<strong>en</strong>tatie werd opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>(waar dus alle vereiste informatie voor beschikbaar was).32. Schatting op basis vansteekproefcontrole waarbij2 <strong>IWT</strong> adviseurs ieder 20bedrijv<strong>en</strong> rangschikt<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s innovatiegraad opbasis van zoveel mogelijkbeschikbare informatie(<strong>IWT</strong>-gegev<strong>en</strong>sbank<strong>en</strong>,Belfirst, website vanbedrijf, vermelding<strong>en</strong> in depers, scoring ininnovatieprofiel<strong>en</strong>, …). Demanuele rangschikkingwerd vervolg<strong>en</strong>svergelek<strong>en</strong> met de positievan de bedrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>sde segm<strong>en</strong>tatiecriteria. Inbeide gevall<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>slechts 2 bedrijv<strong>en</strong> sterkafwijk<strong>en</strong>d geklasseerd ttz.door de <strong>IWT</strong>-adviseurbijvoorbeeld als nietinnovatief beoordeeld,terwijl desegm<strong>en</strong>tatiecriteria wele<strong>en</strong> hoge mate vaninnovativiteitsuggereerd<strong>en</strong>.Figuur 6 Chemie (557 bedrijv<strong>en</strong>, Nace 23 tot 25)45,0%40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


Figuur 7 Electronica (313 bedrijv<strong>en</strong>, Nace 30 tot 33)45,0%40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 566 of 5 66 of 5


Figuur 9 Immateriële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (4035 bedrijv<strong>en</strong>, Nace 65 tot 67 <strong>en</strong> 72 tot 74)50,0%45,0%40,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 566 of 5 66 of 5


Figuur 11 Metaal (1562 bedrijv<strong>en</strong>, Nace 28-29)50,0%45,0%40,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 566 of 5 66 of 5


Figuur 13 Overige industrie (3691 bedrijv<strong>en</strong>, Nace 10 tot 16, 26-27, 24 tot 37, 40 <strong>en</strong> 44)50,0%45,0%40,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 566 of 5 66 of 5


3.6. Vergelijking van de innovatiegraadmet de CIS3 gegev<strong>en</strong>sWanneer we de cijfers voor innovativiteit volg<strong>en</strong>s on<strong>ze</strong> methodevergelijk<strong>en</strong> met de scores in het Vlaams Indicator<strong>en</strong>boek (CIS3) leidtdit tot volg<strong>en</strong>de tabel.Tabel 3 Enkel top-innovator<strong>en</strong> (score op I >6) volg<strong>en</strong>s segm<strong>en</strong>tatie.Innovatiegraadvolg<strong>en</strong>s Segm<strong>en</strong>tatieInnovatiegraad volg<strong>en</strong>sIndicator<strong>en</strong>boekPositie insegm<strong>en</strong>tatiePositie inIndicator<strong>en</strong>boekChemie 27,80% 76,47% 3 1Electronica 26,84% 70,59% 5 4Hout <strong>en</strong> papier 28,52% 66,56% 1 5Immateriële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 24,41% 70,94% 8 3Materiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 26,45% 44,94% 6 8Metaal 27,78% 66,40% 4 6Textiel 28,02% 72,64% 2 2Overige industrie 26,01% 66,11% 7 7Tabel 4 Top <strong>en</strong> sub-top innovator<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (score op I >4) volg<strong>en</strong>s segm<strong>en</strong>tatie.Innovatiegraadvolg<strong>en</strong>s Segm<strong>en</strong>tatieInnovatiegraad volg<strong>en</strong>sIndicator<strong>en</strong>boekPositie insegm<strong>en</strong>tatiePositie inIndicator<strong>en</strong>boekChemie 56,70% 76,47% 1 1Electronica 55,27% 70,59% 4 4Hout <strong>en</strong> papier 55,60% 66,56% 3 5Immateriële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 54,42% 70,94% 7 3Materiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 56,35% 44,94% 2 8Metaal 53,84% 66,40% 8 6Textiel 55,08% 72,64% 5 2Overige industrie 54,76% 66,11% 6 742<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


03In totaal zijn volg<strong>en</strong>s de segm<strong>en</strong>tatie 55,5% van de bedrijv<strong>en</strong> innovatief(top <strong>en</strong> sub-top sam<strong>en</strong>) teg<strong>en</strong>over <strong>58</strong>,2% volg<strong>en</strong>s het VlaamsIndicator<strong>en</strong>boek. Globaal gezi<strong>en</strong> lijkt on<strong>ze</strong> beoordeling vaninnovativiteit iets str<strong>en</strong>ger te zijn. Opmerkelijk is ook de sterkverschill<strong>en</strong>de beoordeling van de sector materiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>sde segm<strong>en</strong>tatie-aanpak meer innovatief is dan volg<strong>en</strong>s hetindicator<strong>en</strong>boek. Hierbij di<strong>en</strong>t wel opgemerkt dat het indicator<strong>en</strong>boekook bedrijv<strong>en</strong> jonger dan 10 jaar opnam, waardoor de cijfers nietzomaar te vergelijk<strong>en</strong> zijn.3.7. Peers <strong>en</strong> segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s economisch belangHet segm<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s graad van innovativiteitbinn<strong>en</strong> peer-groep<strong>en</strong>, geeft aan hoe de verhouding<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> depeer-groep ligg<strong>en</strong>, maar geeft ge<strong>en</strong> indicatie over welke peer-groepof welk segm<strong>en</strong>t nu prioritair di<strong>en</strong>t b<strong>en</strong>aderd te word<strong>en</strong>. Daaromgaan we hier <strong>nog</strong> e<strong>en</strong> stap verder door per peer-groep <strong>en</strong>keleparameters over het economisch prester<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>depeer-groep<strong>en</strong> te bekijk<strong>en</strong>.We beperk<strong>en</strong> ons hier in eerste instantie tot de gemiddeldepersoneelsgroei over de laatste 5 jaar in de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,de investering<strong>en</strong> in machines <strong>en</strong> uitrusting in het laatste boekjaar <strong>en</strong>de evolutie van zowel cash flow als toegevoegde waarde.TewerkstellingOpvall<strong>en</strong>d bij de evolutie van het aantal werknemers per segm<strong>en</strong>t is degrote groei in het segm<strong>en</strong>t van de niet-innovatieve maar succesvollebedrijv<strong>en</strong>. Merk op dat de personeelsevolutie e<strong>en</strong> criterium is voor debepaling van de groeiscore.43


Figuur 15 Evolutie van het aantal werknemers per segm<strong>en</strong>t.20000018000020041999160000140000120000100000800006000040000200000I>6 <strong>en</strong> G>6 I>6<strong>en</strong> G 6 of 5I>6 <strong>en</strong> G6I 6 of 5<strong>en</strong> G 6 of 5I 6 of 5<strong>en</strong> G


03Dit wordt <strong>nog</strong> duidelijker in onderstaande figuur16 waar jobcreatie<strong>en</strong> jobdestructie per sector in de voorbi<strong>je</strong> 5 jaar bekek<strong>en</strong> wordt.(De totale tewerkstelling is de<strong>ze</strong> van alle bedrijv<strong>en</strong> met meer dan1 werknemer.) Enkel de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (materiële <strong>en</strong> immateriële) hebb<strong>en</strong>e<strong>en</strong> positieve tewerkstellingsgroei. De elektronica-sector vertoonthet meest dramatische cijfer. In de voorbi<strong>je</strong> 5 jaar ging 20% van detewerkstelling verlor<strong>en</strong>.“ Enkel de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>(materiële <strong>en</strong>immateriële) hebb<strong>en</strong>e<strong>en</strong> positievetewerkstellingsgroei.De elektronicasectorvertoont hetmeest dramatischecijfer. In de voorbi<strong>je</strong>5 jaar ging 20% vande tewerkstellingverlor<strong>en</strong>.”45


Figuur 16 Personeelsdynamiek per sector laatste 5 jaar (bedrijv<strong>en</strong> >1 pers)250000200000JobcreatieJobdestructieVerschilTotale te werkstelling150000100000500000-50000Chemie Enica Hout Immat Materiëledi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>Metaal Ov_indus TextielInvestering<strong>en</strong>Bij de gemiddelde investering<strong>en</strong> valt op dat innovatieve <strong>en</strong>/ofsuccesvolle bedrijv<strong>en</strong> gemiddeld meer investeerd<strong>en</strong> dan de minderinnovatieve <strong>en</strong>/of succesvolle bedrijv<strong>en</strong>. Dit lijkt logisch omdatinnovatie vaak investering<strong>en</strong> vereist <strong>en</strong>erzijds, anderzijds beschikk<strong>en</strong>voornamelijk de groei<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> over voldo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> om teinvester<strong>en</strong>. (Let op: groei in totaal activa is e<strong>en</strong> criterium bij debepaling van de groeiscore).46<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


03Figuur 17 Gemiddelde investering<strong>en</strong> in machines <strong>en</strong> uitrusting laatste boekjaar3000Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


Toegevoegde waardeBij analyse van de evolutie van de toegevoegde waarde/persoon overde laatste 2 jaar stell<strong>en</strong> we vast dat er meer groei<strong>en</strong>de innovatievebedrijv<strong>en</strong> zijn waarvan de TW/pers daalde dan bij groei<strong>en</strong>de minderinnovatieve. Dit lijkt er op wijz<strong>en</strong> dat de groeiscore, die bepaald wordtdoor de to<strong>en</strong>ame in personeel <strong>en</strong> investering<strong>en</strong>, in eerste instantiee<strong>en</strong> positief effect heeft op de toegevoegde waarde. Nadat e<strong>en</strong>bepaald TW-niveau is bereikt , wordt dit effect eerder neutraal of<strong>ze</strong>lfs negatief. De stelling dat innovatieve bedrijv<strong>en</strong> eerst groei<strong>en</strong> inpersoneel <strong>en</strong> dan pas in om<strong>ze</strong>t of toegevoegde waarde, wordtev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s teruggevond<strong>en</strong> in de literatuur.Figuur 18 Aantal bedrijv<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t waarvan de TW/pers daalde in de laatste 2 jaar (tw/pers_nu-tw/pers jaar-2 66 of 5 66 of 5


03Eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>Tot slot werd ook onderzocht hoe het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> van debedrijv<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> evolueerde. Onderstaandefiguur geeft aan bij welk perc<strong>en</strong>tage van bedrijv<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t heteig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> afnam in de beide laatste boekjar<strong>en</strong>. Innovatieve <strong>en</strong>/of groei<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> verbruik<strong>en</strong> in kleiner aantal het eig<strong>en</strong>vermog<strong>en</strong> dan minder innovatieve <strong>en</strong>/of minder succesvolle bedrijv<strong>en</strong>.Figuur 19 % bedrijv<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t waarvan het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> 2 jaar na elkaar afnam (3 laatste jar<strong>en</strong>)30,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


3.8. Invloed van de grootte van het bedrijfIn de literatuur wordt vaak de relatie gelegd tuss<strong>en</strong> de grootte vane<strong>en</strong> bedrijf <strong>en</strong> zijn innovativiteit. Wanneer we de door ons berek<strong>en</strong>deinnovativiteit uit<strong>ze</strong>tt<strong>en</strong> per grootteklasse, dan stell<strong>en</strong> we vast dat debedrijv<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 10 <strong>en</strong> 50 werknemers als minst innovatief naarvoor kom<strong>en</strong>. De kleinere bedrijv<strong>en</strong> zijn het meest innovatief <strong>en</strong> verderneemt de innovativiteit toe volg<strong>en</strong>s to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de grootte.Figuur 20 Innvativiteit in functie van de grootte van het bedrijf.60%Innovatiescore >66 of 5


03Figuur 21 Enablers in functie van bedrijfsgrootte3,43,2VTE


Figuur 22 Cumulatieve verdeling Cash Flow voor bedrijv<strong>en</strong> tot 10 <strong>en</strong> 11 tot 50 VTE100,00%90,00%80,00%70,00%60,00%50,00%40,00%tot 1011 tot 5030,00%20,00%10,00%0,00%-150 -100 -50 0 50 100 150 200 250 300 350Cash Flow in dzd Euro52<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 3 i-spotting: de scores


Hoofdstuk 4Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel4.1. Niet alle starters zijn gelijkNaast de focus in het vorige deel op gevestigde onderneming<strong>en</strong> is hetvan wez<strong>en</strong>lijk belang om ook de start<strong>en</strong>de <strong>en</strong> jonge onderneming<strong>en</strong>ev<strong>en</strong> apart onder de loep te nem<strong>en</strong>. Zij zijn immers de motor vanvernieuwing <strong>en</strong> ontwikkeling in de Belgische economie. Start<strong>en</strong>deonderneming<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> heel wat nieuwe jobs, maar er zijn groteverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de starters onderling. Slechts e<strong>en</strong> <strong>ze</strong>er kleinperc<strong>en</strong>tage van starters staat garant voor de meerderheid van degecreëerde jobs door alle starters (zie Storey, 1994; Clarysse B., 2006).Slechts één vierde van de onderneming<strong>en</strong> start op op basis van e<strong>en</strong>innovatie. Vanuit het <strong>IWT</strong>-perspectief leidt dit tot de vraag ofhet dan wel nodig is om steun te bied<strong>en</strong> aan alle start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong><strong>en</strong> of het misschi<strong>en</strong> mogelijk is om binn<strong>en</strong> de<strong>ze</strong> categorievan onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verder onderscheid of segm<strong>en</strong>tatie temak<strong>en</strong>.Welke starters verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> begeleiding?35. De graad van ondernemerschapof TEA-index wordt berek<strong>en</strong>d als hetperc<strong>en</strong>tage van de bevraagdeberoepsbevolking (tuss<strong>en</strong> 18 <strong>en</strong> 64jaar) dat mom<strong>en</strong>teel betrokk<strong>en</strong> is bijconcrete activiteit<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> nieuwbedrijf op te start<strong>en</strong> (start-ups)of person<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> bedrijf bezitdat jonger is dan 42 maand<strong>en</strong>(new firms).Om e<strong>en</strong> <strong>beter</strong> inzicht te krijg<strong>en</strong> in welke starters begeleidingverdi<strong>en</strong><strong>en</strong>, wordt eerst e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van start<strong>en</strong>deonderneming<strong>en</strong> onderzocht. Hiervoor wordt e<strong>en</strong> beroep gedaanop de beschikbare data van de Global Entrepr<strong>en</strong>eurship Monitordie jaarlijks peilt naar de graad van ondernemerschap 35(TEA-index) in de verschill<strong>en</strong>de Europese land<strong>en</strong>. In figuur 23wordt waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de TEA-index zowel voor België in zijngeheel als voor Vlaander<strong>en</strong> in het jaar 2006 relatief laag is t<strong>en</strong>opzichte van andere Europese land<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bestaat slechtsbij 4% van de start<strong>en</strong>de ondernemers in België de verwachtingdat hun onderneming in de toekomst 20 of meer jobs zalg<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.54<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleed


01 04Figuur 23 TEA-index voor Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> België (in %).10,009,008,007,006,005,004,003,002,001,000,00BelgiëVlaander<strong>en</strong>Zwed<strong>en</strong>ItaliëDuitslandFrankrijkSlov<strong>en</strong>iëFinlandD<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>NederlandVer<strong>en</strong>igd KoninkrijkHongari<strong>je</strong>LetlandSpan<strong>je</strong>IerlandTs<strong>je</strong>chiëGriek<strong>en</strong>landEuropaWereldwijdBron: Global Entrp<strong>en</strong>eurship Monitor 2006Het is ev<strong>en</strong>wel niet mogelijk om vanuit <strong>je</strong> luie stoel de groeiverwachtingzomaar te met<strong>en</strong>. Wel kunn<strong>en</strong> we kijk<strong>en</strong> naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vangroeigerichte ondernemers. Zo blijkt uit figuur 25 dat de meerderheidvan de groeigerichte ondernemers hoogopgeleide mann<strong>en</strong> zijn.Statistisch gezi<strong>en</strong> is er dus meer kans om groeigericht ondernemerschapaan te treff<strong>en</strong> bij start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> opgericht doorhoogopgeleide mannelijke veertigers. Toch lijkt e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie louterop de<strong>ze</strong> grond, waarbij vooral middel<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> vrijgemaakt word<strong>en</strong> terondersteuning van hoogopgeleide mann<strong>en</strong>, niet aangewez<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, er is e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d naar meer <strong>en</strong> meer aandacht om ookvrouwelijk groeigericht ondernemerschap te stimuler<strong>en</strong>.55


Figuur 24 Karakteristiek<strong>en</strong> van groeigerichte ondernemers in BelgiëPerc<strong>en</strong>tage van groeigeoriënteerde ondernemers.0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%ManVrouwLeeftijd: 18-24Leeftijd: 24-34Leeftijd: 35-44Leeftijd: 45-54Leeftijd: 55-64Middelbare school of lagerHogere opleidingminder dan 20 jobsmeer dan 20 jobsBron: Global Entrepr<strong>en</strong>eurship Monitor 2005Inzake de innovativiteit van Vlaamse start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> we vast dat ongeveer e<strong>en</strong> vierde van de<strong>ze</strong> onderneming<strong>en</strong>opstart op basis van e<strong>en</strong> innovatie. Hoewel we kunn<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>dat innovatieve starters met e<strong>en</strong> hogere waarschijnlijkheid ookhogere groeiverwachting<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, is het niet mogelijk omzonder de onderneming te bevrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed idee te krijg<strong>en</strong> overinnovativiteit van e<strong>en</strong> start<strong>en</strong>de onderneming.We kunn<strong>en</strong> dus besluit<strong>en</strong> dat het moeilijk is om op basis van dek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van groei-gerichte onderneming<strong>en</strong> hun groei-int<strong>en</strong>tie tevoorspell<strong>en</strong> bij de opstart van de onderm<strong>en</strong>ing zonder de<strong>ze</strong>onderneming te bevrag<strong>en</strong>.56 <strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 4 Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel


04Groei als indicatie van groei-int<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> innovativiteitAls we niet zomaar in staat zijn om e<strong>en</strong> idee te krijg<strong>en</strong> over deinnovativiteit of groei-int<strong>en</strong>tie van start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>, lijkt hetop het eerste zicht aannemelijk om dan maar alle middel<strong>en</strong> gelijk teverdel<strong>en</strong> over alle start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>. Maar dan hebb<strong>en</strong> wehet mis. Door gebruik te mak<strong>en</strong> van de effectieve gerealiseerde groeikrijg<strong>en</strong> we immers wel e<strong>en</strong> goede indicator van groei-int<strong>en</strong>tie éninnovativiteit. We bekijk<strong>en</strong> hierbij niet zomaar groei, maar wezoom<strong>en</strong> in op de 1% snelst groei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>.De<strong>ze</strong> populatie van jonge onderneming<strong>en</strong>, tuss<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 13 jaar oud, is<strong>ze</strong>er interessant voor het <strong>IWT</strong>. Die groep bewees immers reeds e<strong>en</strong><strong>ze</strong>kere groei-int<strong>en</strong>tie (<strong>en</strong> bekwaamheid) én innovativiteit te bezitt<strong>en</strong>.Voor die bedrijv<strong>en</strong> kan verder word<strong>en</strong> nagegaan welke behoeft<strong>en</strong> ofconstraints <strong>ze</strong> ondervind<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verdere expansie. Door de<strong>ze</strong>onderneming<strong>en</strong> van nabij te volg<strong>en</strong> moet het dan verder mogelijk zijnom reeds in e<strong>en</strong> vroeger stadium beloftevolle starters metgroeipot<strong>en</strong>tieel te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.4.2. Starters i-spott<strong>en</strong>Id<strong>en</strong>tificatie van snelgroei<strong>en</strong>de start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>SteekproefkaderDe id<strong>en</strong>tificatie van de jonge snelgroei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> of ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>is gebaseerd op de populatie van alle Vlaamse onderneming<strong>en</strong> diebestaan hebb<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 2004. Omdat de<strong>ze</strong> id<strong>en</strong>tificatieoef<strong>en</strong>ingook gebeurde vanuit e<strong>en</strong> meer academisch perspectief werd<strong>en</strong> in eersteinstantie ook inmiddels fal<strong>en</strong>de snel groei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> in deanalyse opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> onderneming<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> dan later uit deanalyses voor het <strong>IWT</strong> geweerd. Om er <strong>ze</strong>ker van te zijn datschijnonderneming<strong>en</strong> (bijvoorbeeld fiscale constructies) niet voorkwam<strong>en</strong>in de analyse werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderneming<strong>en</strong> met minimum ti<strong>en</strong>werknemers weerhoud<strong>en</strong>. Op de<strong>ze</strong> manier werd e<strong>en</strong> steekproefkadervan 28.000 onderneming<strong>en</strong> bekom<strong>en</strong>.57


MethodeE<strong>en</strong> eerste belangrijke bemerking bij het selecter<strong>en</strong> van ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> is datgroei multidim<strong>en</strong>sioneel is (Delmar 2002). Onderneming<strong>en</strong> die groei<strong>en</strong> intewerkstelling zijn dus niet noodzakelijk de<strong>ze</strong>lfde als de onderneming<strong>en</strong>die groei<strong>en</strong> in om<strong>ze</strong>t, hoewel m<strong>en</strong> dat vaak veronderstelt. Om e<strong>en</strong> zovolledig mogelijk beeld te krijg<strong>en</strong> van groei in Vlaander<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> wega<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> geselecteerd volg<strong>en</strong>s meerdere maatstav<strong>en</strong> zoals groei intewerkstelling, om<strong>ze</strong>t, activa, toegevoegde waarde <strong>en</strong> cash flow. De<strong>ze</strong>maatstav<strong>en</strong> zijn ook dieg<strong>en</strong>e die in de literatuur het meest frequ<strong>en</strong>tgebruikt word<strong>en</strong> bij onderzoek naar groei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>.Er werd gebruik gemaakt van de Belfirst-databank om voor elk van de28.000 onderneming<strong>en</strong> de absolute <strong>en</strong> relatieve groeicijfers inbov<strong>en</strong>vermelde maatstav<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> meer dynamischinzicht in ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> meerdere zog<strong>en</strong>aamdekampio<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> opgesteld. We ded<strong>en</strong> de oef<strong>en</strong>ing voor 1997, 1998,1999, 2000, 2001, 2002, 2003 <strong>en</strong> 2004. Voor elk van de<strong>ze</strong> jar<strong>en</strong> kek<strong>en</strong>we welke onderneming<strong>en</strong> in de top 1% voorkwam<strong>en</strong> in absolute ofrelatieve groei in één of meerdere van de groeimaatstav<strong>en</strong> (bijvoorbeeldwerknemers of om<strong>ze</strong>t,…). De<strong>ze</strong> absolute of relatieve groei werdberek<strong>en</strong>d als e<strong>en</strong> gemiddelde groei over de drie voorgaande jar<strong>en</strong>.Zo werd de kampio<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst voor 2004 bijvoorbeeld opgesteld op basisvan de gemiddelde jaarlijkse groei tuss<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2004.Om te vermijd<strong>en</strong> dat bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> éénmalige groeischokopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als ga<strong>ze</strong>lle, werd gesteld dat onderneming<strong>en</strong>minimum twee maal (dus 2 jar<strong>en</strong>) in de kampio<strong>en</strong><strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> moest<strong>en</strong>voorkom<strong>en</strong> wild<strong>en</strong> <strong>ze</strong> geselecteerd word<strong>en</strong> als ga<strong>ze</strong>lle. Op die manierwerd<strong>en</strong> 2106 onderneming<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d als ga<strong>ze</strong>lle. Elk van de<strong>ze</strong>vertoonde dus over e<strong>en</strong> periode van minimum vier jaar <strong>ze</strong>er sterkegroei. Uit de<strong>ze</strong> lijst selecteerd<strong>en</strong> we t<strong>en</strong>slotte de jonge <strong>en</strong> start<strong>en</strong>desnel groei<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong> (tuss<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 13 jaar oud). Op diemanier kwam<strong>en</strong> we tot e<strong>en</strong> lijst van 719 jonge ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>. Tabel 5 geefte<strong>en</strong> beeld van het economisch belang van de<strong>ze</strong> onderneming<strong>en</strong>.<strong>58</strong><strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 4 Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel


04Tabel 5 Economisch belang van jonge <strong>en</strong> start<strong>en</strong>de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>Afhankelijk Om<strong>ze</strong>t Tw CF TA WerknemersTotaal * 1000 3<strong>58</strong>01112 6647823 4532855 88713633 28083Per onderneming*100059873 20393 15794 272128 112OnafhankelijkTotaal * 1000 6114468 1853904 3324425 401<strong>58</strong>657 51500Per onderneming *100028573 4730 9499 102708 162Bron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis van Belfirst-databankOpmerking: het gaat hierbij om 719 Vlaamse onderneming<strong>en</strong> die volg<strong>en</strong>s de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> methodologie geselecteerdzijn uit de oorspronkelijke steekproef van 28.000 onderneming<strong>en</strong>.Er wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> afhankelijke <strong>en</strong> onafhankelijkega<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>. We stell<strong>en</strong> vast dat iets minder dan de helft van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>(45%) afhankelijke onderneming<strong>en</strong> zijn, waarvan meer dan 49,9% vande aandel<strong>en</strong> in hand<strong>en</strong> is van e<strong>en</strong> andere industriële of financiëleinstelling. Vaak is die andere industriële instelling ge<strong>en</strong> Belgischeonderneming.Karakteristiek<strong>en</strong> van snelgroei<strong>en</strong>de start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>In dit deel focuss<strong>en</strong> we meer op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> <strong>ze</strong>lf.We gaan na in welke sector<strong>en</strong> snelgroei<strong>en</strong>de start<strong>en</strong>de onderneming<strong>en</strong>vooral voorkom<strong>en</strong>. Verder tracht<strong>en</strong> we ook e<strong>en</strong> inzicht te verwerv<strong>en</strong> inde innovativiteit van de<strong>ze</strong> onderneming<strong>en</strong>.Sector<strong>en</strong>Tabel 6 geeft weer in welke sector<strong>en</strong> ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Ook hierwordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> afhankelijke <strong>en</strong>onafhankelijke ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader te hebb<strong>en</strong>wordt ook de verdeling van de totale populatie over de verschill<strong>en</strong>desector<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>.59


Tabel 6: Verdeling ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> over de verschill<strong>en</strong>de sector<strong>en</strong>Onafhankelijkega<strong>ze</strong>llesPopulatieAfhankelijkega<strong>ze</strong>llesN % % N %Landbouw, bosbouw <strong>en</strong> visserij 4 1,2 1 1 0,4Mijnbouw 0 0 0,1 3 1,1Bouw 32 9 14,5 12 4,3Industrie <strong>58</strong> 16,3 24,8 53 18,7Transport, com. <strong>en</strong> nutsvoor-zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 47 13,2 11,6 40 14,1Groothandel 32 9 14,5 25 8,9Kleinhandel 38 10,7 11,9 16 5,7Bank ver<strong>ze</strong>kering<strong>en</strong> <strong>en</strong> vastgoed 36 10,1 5,5 <strong>58</strong> 20,5Di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 110 30,8 16,4 76 26,8Overheids-administratie 1 0,3 0,1 0 0Totaal 3<strong>58</strong> 100 100 284 100Bron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis van Belfirst-databankOpmerking: De opsplitsing naar sector<strong>en</strong> gebeurt volg<strong>en</strong>s de SIC-classificatie <strong>en</strong> niet volg<strong>en</strong>s de traditionele NACE-classificatie.E<strong>en</strong> eerste belangrijke algem<strong>en</strong>e vaststelling is dat ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> vookom<strong>en</strong> inalle sector<strong>en</strong>, ook in sector<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> het minder zou verwacht<strong>en</strong>zoals bijvoorbeeld in de landbouw of mijnbouw. Toch zijn er e<strong>en</strong> drietalsector<strong>en</strong> waar ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> het meest voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin zij ookcomparatief oververteg<strong>en</strong>woordigd zijn in vergelijking met de verdelingvan de totale populatie van Vlaamse onderneming<strong>en</strong>. Ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>meer voor in de bedrijfstakk<strong>en</strong> transport, communicatie <strong>en</strong> nutsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,de financiële instelling<strong>en</strong> (bank<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>ze</strong>kering<strong>en</strong>), devastgoedsector <strong>en</strong> de overige marktdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.Omdat de<strong>ze</strong> sectorverdeling<strong>en</strong> vrij breed zijn <strong>en</strong> op zich weinigverduidelijk<strong>en</strong>d, werd binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal belangrijke categorieën e<strong>en</strong>verdere onderverdeling gemaakt. Ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> in de bouw situer<strong>en</strong> zichbijvoorbeeld vooral binn<strong>en</strong> de gezinswoningbouw <strong>en</strong> de industriëlebouw. Binn<strong>en</strong> de categorie industrie kan ge<strong>en</strong> verder onderscheid60<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 4 Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel


04gemaakt word<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> de subklass<strong>en</strong> te sterk verspreid zijn.Binn<strong>en</strong> het segm<strong>en</strong>t transport vind<strong>en</strong> we vooral groeibedrijv<strong>en</strong> in hetvrachtwag<strong>en</strong>verkeer <strong>en</strong> opslag (magazijn<strong>en</strong>,…). Aantrekkelijkesegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groothandel zijn onder andere drogisterij,kledij, meubels <strong>en</strong> wag<strong>en</strong>s. Binn<strong>en</strong> de kleinhandel vind<strong>en</strong> we degroeiers vooral binn<strong>en</strong> de eetaangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> <strong>en</strong> gro<strong>en</strong>t<strong>en</strong>- <strong>en</strong>fruitverdelers terug. E<strong>en</strong> <strong>ze</strong>er opvall<strong>en</strong>de categorie bij de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>t<strong>en</strong>slotte zijn de interimkantor<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> groei<strong>en</strong> <strong>ze</strong>er sterk in aantalwerknemers. Ook rusthuiz<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we tuss<strong>en</strong> de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> terug. Zijspel<strong>en</strong> in op de vergrijzing van de bevolking <strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich danook in e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de markt.InnovativiteitTechnologie-int<strong>en</strong>siteit van ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>In e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de stap hebb<strong>en</strong> we ook nagegaan in hoeverre on<strong>ze</strong>vlaamse ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> innovatief zijn. Als eerste indicator voorinnovativiteit hebb<strong>en</strong> we ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> ingedeeld in hoog-<strong>en</strong>laagtechnologische sector<strong>en</strong> 36 . Tabel 7 geeft de<strong>ze</strong> verdeling weer voorzowel de onafhankelijke als afhankelijke ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>.Tabel 7 : Verdeling ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> over hoogtechnologisch vs laaagtechnologisch sector<strong>en</strong>Low Tech % High tech %Afhankelijke 77,2 22,9Onafhankelijke 83,6 16,5Populatie 89,5 10,5Bron: Global Entrepr<strong>en</strong>eurship Monitor 2005Van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> is 18% actief in e<strong>en</strong> hoogtechnologische sector. Enkelevoorbeeld<strong>en</strong> van snel groei<strong>en</strong>de technologie-int<strong>en</strong>sieve onderneming<strong>en</strong>zijn Tibotec, Punch, Galapagos <strong>en</strong> Isabel. Als we kijk<strong>en</strong> naar de totalepopulatie van Vlaamse onderneming<strong>en</strong> dan zi<strong>en</strong> we dat er van alleVlaamse onderneming<strong>en</strong>, met minimum 10 werknemers, slechts 10%actief is in e<strong>en</strong> technologie-int<strong>en</strong>sieve sector. Dus hoewel comparatiefgezi<strong>en</strong> de hoogtechnologische sector<strong>en</strong> iets sterker verteg<strong>en</strong>woordigd36. Het onderscheid tuss<strong>en</strong>hoog- <strong>en</strong> laagtechnologischesector<strong>en</strong> werd gemaakt opbasis van de SIC-classificaties,zoals gedefinieerd door hetU.S. Departm<strong>en</strong>t of Labor’sBureau of Labor Statistics(BLS).61


zijn bij de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> is toch meer dan 80 % van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> actief in e<strong>en</strong>niet-hoogtechnologische sector.Dit wijst dus duidelijk op het feit dat groei niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaal is van detechnologie-int<strong>en</strong>sieve onderneming<strong>en</strong> maar dat groeionderneming<strong>en</strong>,zoals hierbov<strong>en</strong> reeds aangegev<strong>en</strong>, voorkom<strong>en</strong> in alle sector<strong>en</strong>. Zo vind<strong>en</strong>we ook bedrijv<strong>en</strong> als Studio 100, Idee Fiks, Foodmakers, Passage Fitness,AS Adv<strong>en</strong>ture <strong>en</strong> Iris Cleaning services in de lijst van ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> terug. Verderis dit ook e<strong>en</strong> indicatie van het feit dat ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> technologischinnovatief zijn, maar dat zij ook andere vorm<strong>en</strong> van innovatie toepass<strong>en</strong>,zoals bijvoorbeeld busisness model innovatie of waarde-innovatie, hetge<strong>en</strong>betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> meer gaat innover<strong>en</strong> vanuit de behoefte van de klant,dan wel vanuit de pure vooruitgang van de technologie.CIS EnquêteIn e<strong>en</strong> tweede fase werd<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s over de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> aangevuldmet de gegev<strong>en</strong>s van de Community Innovation Survey (CIS <strong>en</strong>quête).De<strong>ze</strong> survey toetst de proces- <strong>en</strong> productinnovatie van Vlaamseonderneming<strong>en</strong>. De CIS <strong>en</strong>quête wordt verdeeld over e<strong>en</strong>repres<strong>en</strong>tatieve steekproef <strong>en</strong> heeft traditioneel e<strong>en</strong> hogeresponsgraad. De overlap tuss<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s in de CIS <strong>en</strong>quête <strong>en</strong>de Vlaamse ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> is eerder laag (51 onderneming<strong>en</strong>). Toch kanhieruit reeds e<strong>en</strong> belangrijke indicatie van de innovativiteit vanga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> afgeleid word<strong>en</strong>. Maar liefst 67% van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> blijktvolg<strong>en</strong>s de CIS4-<strong>en</strong>quête innovatief te zijn, hetge<strong>en</strong> significant meeris dan de gemiddelde innovativiteit van alle onderneming<strong>en</strong> in de<strong>ze</strong><strong>en</strong>quête (44%). Tabel 7 geeft de resultat<strong>en</strong> weer.Tabel 7: ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> in de CIS4-<strong>en</strong>quêteCIS4 2002-2004Innovatief Niet InnovatiefNt ga<strong>ze</strong>lle 676 854 44% innovatiefGa<strong>ze</strong>lle 34 17 67% innovatiefBron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op basis van CIS4-data62<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 4 Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel


04Innovatieprofiel 2Slechts 11 van de door ons als ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerdeonderneming<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> terugvond<strong>en</strong> in de lijst van 1000onderneming<strong>en</strong> die door innovatieadviseurs bezocht zijn <strong>en</strong>waarvan e<strong>en</strong> innovatieprofiel 2 37 beschikbaar is. Dit is e<strong>en</strong> uiterstbeperkt aantal wat er op kan wijz<strong>en</strong> dat er voor het <strong>IWT</strong> <strong>nog</strong> e<strong>en</strong>groot onaangeroerd pot<strong>en</strong>tieel bestaat binn<strong>en</strong> de groep vanVlaamse ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>.IcarosAls we de lijst met ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong> met Icaros (de <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong>gegev<strong>en</strong>sbank) is de overlap opnieuw gering. Slechts 33 van de719 ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we ook in de Icaros databank terug. Opnieuwbetek<strong>en</strong>t dit e<strong>en</strong> groot pot<strong>en</strong>tieel naar de toekomst toe voor het <strong>IWT</strong>.4.3. Voorlopig besluitIn de<strong>ze</strong> studie werd e<strong>en</strong> eerste aan<strong>ze</strong>t gegev<strong>en</strong> om hetinnovatiepot<strong>en</strong>tieel van starters in Vlaander<strong>en</strong> in kaart tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Er zijn vandaag echter <strong>nog</strong> onvoldo<strong>en</strong>de ex anteparameters beschikbaar om e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>d beeld van hetinnovatiepot<strong>en</strong>tieel van de onderneming te vorm<strong>en</strong> zonder de<strong>ze</strong>ook <strong>ze</strong>lf te contacter<strong>en</strong>. Kijk<strong>en</strong> naar het groeipad van de<strong>ze</strong>onderneming<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> alternatieve b<strong>en</strong>adering zijn. Hetmer<strong>en</strong>deel van de starters zijn immers opgestart zonderinnovatief doeleinde of groeiverwachting<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> klein perc<strong>en</strong>tagevan de starters heeft wel groei-ambitie die gerealiseerd wordt <strong>en</strong>de<strong>ze</strong> jonge ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> zijn dan ook van cruciaal belang voor on<strong>ze</strong>economie. Er werd gekek<strong>en</strong> naar onderneming<strong>en</strong> die tuss<strong>en</strong>5 <strong>en</strong> 13 jaar oud zijn <strong>en</strong> minimum 10 werknemers tewerkstell<strong>en</strong>.Die onderneming<strong>en</strong> zijn weerhoud<strong>en</strong> die in de top 1% groeierszat<strong>en</strong> van de totale populatie van Vlaamse onderneming<strong>en</strong> metminimum 10 werknemers.37. Innovatieprofiel : zie ookeerder in de tekst, dit ise<strong>en</strong> online registratietoolwaarbij innovatie-adviseurshun bezoek aan e<strong>en</strong>bedrijf registrer<strong>en</strong> <strong>en</strong>tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>innovatiebeoordeling vanhet bedrijf gev<strong>en</strong> op basisvan e<strong>en</strong> 9-talinnovatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.63


Als we kijk<strong>en</strong> naar de karakteristiek<strong>en</strong> van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we alseerste belangrijke vaststelling dat 45% opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is in e<strong>en</strong>groepsstructuur, waarvan ongeveer 70% in buit<strong>en</strong>landse hand<strong>en</strong> is.Dit wijst op het feit dat groei<strong>en</strong> als onafhankelijke Vlaamseonderneming niet evid<strong>en</strong>t is. E<strong>en</strong> tweede belangrijke vaststelling isdat ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> in alle sector<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> het beleid dus tespecifiek op bepaalde sector<strong>en</strong> zou focuss<strong>en</strong>, gaat dit t<strong>en</strong> koste vanambitieu<strong>ze</strong> starters in andere sector<strong>en</strong>.In tweede instantie bekek<strong>en</strong> we ook in hoeverre de geselecteerdeonderneming<strong>en</strong> ook innovatief zijn. Ongeveer 18% van de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>is actief in e<strong>en</strong> technologie-int<strong>en</strong>sieve sector. Dit wijst op het feit datga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel technologisch innovatief zijn maar ook anderevorm<strong>en</strong> van innovatie toepass<strong>en</strong> zoals business model innovatie ofook strategische innovatie. Aan de hand van de gegev<strong>en</strong>s die terbeschikking gesteld werd<strong>en</strong> door het <strong>IWT</strong>, zi<strong>en</strong> we dat bij de ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong>e<strong>en</strong> groot innovatiepot<strong>en</strong>tieel aanwezig is. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> blijkt ditpot<strong>en</strong>tieel tot op vandaag nag<strong>en</strong>oeg onbek<strong>en</strong>d bij het <strong>IWT</strong>, hetge<strong>en</strong>duidelijk mogelijkhed<strong>en</strong> biedt naar e<strong>en</strong> bredere <strong>en</strong> meerdoorgedrev<strong>en</strong> scre<strong>en</strong>ing in de toekomst.64<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 4 Starters spott<strong>en</strong> met <strong>IWT</strong>-pot<strong>en</strong>tieel


Hoofdstuk 5i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>Eén van de doelstelling<strong>en</strong> van de segm<strong>en</strong>tatie was ook e<strong>en</strong> <strong>beter</strong>inzicht te verwerv<strong>en</strong> in de behoefte aan innovatie-ondersteun<strong>en</strong>dedi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van on<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong>.Figuur 25 Nod<strong>en</strong> van onderneming<strong>en</strong> in de uiterste segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>5.1. De vraagzijde: innovatiebehoeft<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s segm<strong>en</strong>tBij de Innovatieprofiel v2 registraties werd aan de adviseurs niet alle<strong>en</strong>gevraagd om de innovatie-<strong>en</strong>ablers te scor<strong>en</strong>, er werd ook gevraagdom de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> die geleverd werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tuele andere nod<strong>en</strong>op het vlak van innovatieondersteuning te registrer<strong>en</strong>.Voor de<strong>ze</strong> oef<strong>en</strong>ing beperk<strong>en</strong> we ons tot e<strong>en</strong> vergelijking van de tweeuiterste segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, d.i. de bedrijv<strong>en</strong> die <strong>ze</strong>er innovatief <strong>en</strong> sterkgroei<strong>en</strong>d zijn (IS <strong>en</strong> GS > 6) versus de bedrijv<strong>en</strong> die niet innovatief <strong>en</strong> nietgroei<strong>en</strong>d zijn (IS <strong>en</strong> GS < 5). De grafiek geeft het perc<strong>en</strong>tage van debezochte bedrijv<strong>en</strong> in het segm<strong>en</strong>t waar de betreff<strong>en</strong>de nood werdvastgesteld door bezoek<strong>en</strong>de innovatieadviseur (bron innovatieprofiel<strong>en</strong>v.2, ca. 900 bedrijv<strong>en</strong>).80,0%70,0%60,0%IS <strong>en</strong> GS > 6IS <strong>en</strong> GS < 550,0%40,0%30,0%20,0%10,0%660,0%het id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> van innovatie-opportuniteit<strong>en</strong>het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> realistisch pro<strong>je</strong>ctplanhet vind<strong>en</strong> van financiële middel<strong>en</strong> om te innover<strong>en</strong><strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleedhet uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> innovatietra<strong>je</strong>cthet vind<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de technologische k<strong>en</strong>nisBron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> o.b.v. de innovatieprofiel<strong>en</strong> 2het vind<strong>en</strong> van gespecialiseerde testinfrastructuurhet verhog<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis van zijn innovatiepersoneelhet vind<strong>en</strong> van geschikt innovatiepersoneelhet zoek<strong>en</strong> naar partners om te innover<strong>en</strong> (netwerking)het valoriser<strong>en</strong> van zijn innovatieshet bescherm<strong>en</strong> van zijn innovatieshet ondersteun<strong>en</strong> van de groei of internationalisering


01 05Merkwaardig hierbij is dat het vind<strong>en</strong> van geschikt innovatiepersoneelnauwelijks als e<strong>en</strong> nood door de innovatieadviseurs wordtvastgesteld, terwijl dit in de pers <strong>en</strong> andere publicaties vaak alsbelangrijkste belemmering voor innovatie gesteld wordt. (bv. HetVlaams indicator<strong>en</strong>boek 2005 vermeldt,op basis van de resultat<strong>en</strong>van de CIS3-<strong>en</strong>quête, dat 23% van de onderneming<strong>en</strong> het vind<strong>en</strong>van geschikt innovatiepersoneel als hinderpaal van innovatie ziet).Er is e<strong>en</strong> verschil in behoeft<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide extreme groep<strong>en</strong>, maar ditis eerder beperkt. Dit is e<strong>en</strong> (eerder zwakke) indicatie m.b.t. on<strong>ze</strong> 3dehypothese namelijk dat de behoeft<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>d zijn.Beide segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de innovatieadviseurs e<strong>en</strong> grotebehoefte aan het vind<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de technologische k<strong>en</strong>nis. Dit beeldkan echter in sterke mate beïnvloed zijn door de technologischeingesteldheid van de meerderheid van de innovatieadviseurs. Wanneer wekijk<strong>en</strong> naar de nod<strong>en</strong> die de RIS 38 <strong>en</strong> niet-RIS-adviseurs detecteerd<strong>en</strong> danstell<strong>en</strong> we daar toch e<strong>en</strong> belangrijk verschil vast. Dit kan te wijt<strong>en</strong> zijn aan38. RIS of regionaleinnovatiestimuleringsadviseurshebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>geografische doelgroep,zij bied<strong>en</strong> in principeeerstelijns innovatieondersteuningaanaar<strong>ze</strong>l<strong>en</strong>de innovator<strong>en</strong>.Niet-RIS-adviseurs(Technologischedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing ofThematischeinnovatiestimulering)werk<strong>en</strong> hetzij volg<strong>en</strong>se<strong>en</strong> bepaaldetechnologie, hetzijvolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bepaaldetechnologischesubsector.Figuur 26 Nod<strong>en</strong> gedetecteerd door RIS <strong>en</strong> niet-RIS adviseurs30,0%25,0%RISNiet-RIS20,0%15,0%10,0%5,0%0,0%het id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> van innovatie-opportuniteit<strong>en</strong>het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> realistisch pro<strong>je</strong>ctplanhet vind<strong>en</strong> van financiële middel<strong>en</strong> om te innover<strong>en</strong>Bron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> o.b.v. de innovatieprofiel<strong>en</strong> 2het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> innovatietra<strong>je</strong>cthet vind<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de technologische k<strong>en</strong>nishet vind<strong>en</strong> van gespecialiseerde testinfrastructuurhet verhog<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis van zijn innovatiepersoneelhet vind<strong>en</strong> van geschikt innovatiepersoneelhet zoek<strong>en</strong> naar partners om te innover<strong>en</strong> (netwerking)het valoriser<strong>en</strong> van zijn innovatieshet bescherm<strong>en</strong> van zijn innovatieshet ondersteun<strong>en</strong> van de groei of internationalisering67


Figuur 27 Door innovatieadviseurs aangebod<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.de verschill<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong> bij de doelgroep<strong>en</strong> van respectievelijk de RIS-<strong>en</strong><strong>en</strong> niet-RIS-<strong>en</strong>, of door de verschill<strong>en</strong>de aandacht die de verschill<strong>en</strong>de typesadviseurs voor problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Verder zal blijk<strong>en</strong> dat de RIS-adviseurstoch e<strong>en</strong> iets andere populatie van bedrijv<strong>en</strong> bezoek<strong>en</strong> dan de niet-RIS-<strong>en</strong>.Onderstaande figuur geeft de proc<strong>en</strong>tuele verdeling weer van allevastgestelde nod<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t. Hieruit blijkt dat er verschill<strong>en</strong> zijn invastgestelde nod<strong>en</strong> bij de verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Of de<strong>ze</strong> verschill<strong>en</strong>in innovatiebehoeft<strong>en</strong> al dan niet significant zijn, di<strong>en</strong>t verder nagegaante word<strong>en</strong> om aldus e<strong>en</strong> uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de juistheidvan hypothese 3.30,0%25,0%20,0%15,0%10,0%5,0%0,0%het id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> van innovatie-opportuniteit<strong>en</strong>het vind<strong>en</strong> van financiële middel<strong>en</strong> om te innover<strong>en</strong>het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> realistisch pro<strong>je</strong>ctplanhet uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> innovatietra<strong>je</strong>cthet vind<strong>en</strong> van bijkom<strong>en</strong>de technologische k<strong>en</strong>nishet vind<strong>en</strong> van gespecialiseerde testinfrastructuurhet verhog<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis van zijn innovatiepersoneelhet vind<strong>en</strong> van geschikt innovatiepersoneelhet zoek<strong>en</strong> naar partners om te innover<strong>en</strong> (netwerking)het valoriser<strong>en</strong> van zijn innovatieshet bescherm<strong>en</strong> van zijn innovatieshet ondersteun<strong>en</strong> van de groei of internationaliseringI>6 GS>6I>6 GS 6 of 5I>6 GS6I 5 of 6 GS5 of 6I 5 of 6 GS


055.2. De aanbodzijde: geleverde di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> in de uiterstesegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Naar analogie werd onderzocht welke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> de innovatieadviseursaanbied<strong>en</strong>. De figuur geeft weer welk perc<strong>en</strong>tage van de bezochtebedrijv<strong>en</strong> in de twee extreme segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>ontving.Figuur 28 Door innovatieadviseurs aangebod<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.60,0%50,0%IS <strong>en</strong> GS >6IS <strong>en</strong> GS


Figuur 29 Aangebod<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> door RIS <strong>en</strong> niet-RIS (in %)35,0%30,0%RISNiet-RIS25,0%20,0%15,0%10,0%5,0%0,0%Audit afnem<strong>en</strong>Begeleidedoorverwijzing ofPartner MatchingBegeleiding bij deuitvoering vane<strong>en</strong> innovatieplanOpmaak IRC-profielOpstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>innovatiedossierProspectief bezoek,voorstelling di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>Technologisch/InnovatieadviesTechnologischeinformatie verstrekking,toelichting bij algem<strong>en</strong>epublicatiesUitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>innovatieplanBron: Eig<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> o.b.v. de innovatieprofiel<strong>en</strong> 25.3. i-spotting van de “RIS-bedrijv<strong>en</strong>”Voorafgaand aan de registraties van de innovatieprofiel<strong>en</strong> v2, werd<strong>en</strong>de tuss<strong>en</strong> 2003 <strong>en</strong> 2005 door RIS-<strong>en</strong> bezochte onderneming<strong>en</strong>geregistreerd. De 524 onderneming<strong>en</strong> die teruggevond<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> inde oorspronkelijke steekproefpopulatie werd<strong>en</strong> gesegm<strong>en</strong>teerdvolg<strong>en</strong>s de in hoofdstuk 2 beschrev<strong>en</strong> methodologie. Uit figuur 30blijkt dat de RIS-<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<strong>ze</strong> eerste registratieperiode voornamelijkde minder innovatieve onderneming<strong>en</strong> bezocht<strong>en</strong>.In opvolging van de innovatieprofiel<strong>en</strong> v1 werd de registratieplichtuitgebreid naar alle innovatieadviseurs. De in het tweede kwartaal70 <strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 5 i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>


05door de RIS-<strong>en</strong> bezochte bedrijv<strong>en</strong> (<strong>en</strong> waarvan e<strong>en</strong> innovatieprofielv2 werd aangemaakt) werd<strong>en</strong> gesegm<strong>en</strong>teerd volg<strong>en</strong>s dehierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> procedure (133 bedrijv<strong>en</strong> in selectie). Invergelijking met 2003-2005 zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verschuiving van debedrijfsbezoek<strong>en</strong> naar de bedrijv<strong>en</strong> die gemiddeld scor<strong>en</strong> op vlakvan innovatie (IS 6 of 5) <strong>en</strong> de minst groei<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>(groeiscore < =4). E<strong>en</strong> opvolging van de evolutie van de<strong>ze</strong>bedrijv<strong>en</strong> op iets langere termijn lijkt zinvol om de impact van deRIS-interv<strong>en</strong>ties te evaluer<strong>en</strong>.Figuur 30 Segm<strong>en</strong>tatie van de door RIS-<strong>en</strong> bezochte onderneming<strong>en</strong>50,0%45,0%40,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


Figuur 31 Segm<strong>en</strong>tatie van de door niet-RIS-<strong>en</strong> bezochte onderneming<strong>en</strong>.45,0%40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


05Hierbij wordt voor elk segm<strong>en</strong>t bekek<strong>en</strong> welk aandeel van desegm<strong>en</strong>tpopulatie steuntrekk<strong>en</strong>de klant is bij het <strong>IWT</strong>. Hieruit blijkt dat<strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong> relatief meer aanwezig zijn in de innovatieve <strong>en</strong> succesvollesegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Van de 1780 bedrijv<strong>en</strong> in het segm<strong>en</strong>t innovatief <strong>en</strong>succesvol zijn er 72 <strong>IWT</strong> steuntrekkers of 4% van 1780 39 .Figuur 32 Aandeel van de <strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong> per segm<strong>en</strong>t4,5%4,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


Figuur 33 <strong>IWT</strong> steuntrekkers (549 in populatie).200180160Innovatiescore >66 of 5 66 of 5 6) werd (ca. 5.460). Het huidige <strong>klant<strong>en</strong></strong>bestand van <strong>IWT</strong> binn<strong>en</strong>de totale beschouwde populatie, inclusief minder <strong>en</strong> niet-innovatievebedrijv<strong>en</strong> (549) is slechts 10% hiervan.E<strong>en</strong> analoge verdeling werd gemaakt voor de Innovatieprofiel<strong>en</strong> v2.De grafiek geeft aan hoeveel van de bedrijv<strong>en</strong> in het segm<strong>en</strong>t bezochtwerd<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> VIN-adviseur in de periode mei-juni 06. (Ook de<strong>ze</strong>grafiek kan <strong>en</strong>kel gebruikt word<strong>en</strong> om de cell<strong>en</strong> onderling tevergelijk<strong>en</strong>, het gaat hier bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> om eerder onvolledige74<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 5 i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>


05tuss<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong>). Hieruit blijkt van de innovatievere bedrijv<strong>en</strong>beduid<strong>en</strong>d meer bezocht/geregistreerd werd<strong>en</strong> dan minder innovatieve.Figuur 34 Aandeel van de door innovatieadviseurs bezochte bedrijv<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t (in %).4,5%4,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


gedaan ter controle van de<strong>ze</strong> hypothese. Enkele segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>word<strong>en</strong> van dichterbij geanalyseerd <strong>en</strong> waar mogelijk wordtgewez<strong>en</strong> op de, voor de in het segm<strong>en</strong>t gepositioneerdeonderneming<strong>en</strong>, geïd<strong>en</strong>tificeerde aandachtspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> nod<strong>en</strong> opvlak van innovatie. Aangezi<strong>en</strong> de nadruk gelegd werd op deontwikkeling van de segm<strong>en</strong>tatiemethode, gebeurt de id<strong>en</strong>tificatievan de innovatiebehoeft<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> sterk intuïtieve manier. Om deinnovati<strong>en</strong>od<strong>en</strong> meer wet<strong>en</strong>schappelijk te onderbouw<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>,binn<strong>en</strong> het kader van de bestaande segm<strong>en</strong>tatiemethodologie,bijkom<strong>en</strong>de parameters onderzocht te word<strong>en</strong>.Zeer innovatief <strong>en</strong> in volle expansie (I>6 <strong>en</strong> G>6)Volg<strong>en</strong>s de hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatiemethode word<strong>en</strong>1780 onderneming<strong>en</strong> als <strong>ze</strong>er innovatief <strong>en</strong> <strong>ze</strong>er sterk groei<strong>en</strong>dbeschouwd. In de voorbi<strong>je</strong> 5 jaar zorgd<strong>en</strong> de onderneming<strong>en</strong> uitdit segm<strong>en</strong>t sam<strong>en</strong> voor ongeveer 20.000 extra arbeidsplaats<strong>en</strong>.De bedrijv<strong>en</strong> in dit segm<strong>en</strong>t onderscheid<strong>en</strong> zich verder door het instand houd<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief hooginvesteringsniveau in machines <strong>en</strong> uitrusting<strong>en</strong>. Hoewel decashflow in 93% van de gevall<strong>en</strong> stabiel of stijg<strong>en</strong>d was devoorbi<strong>je</strong> twee jaar, wordt toch bij ruim 30% van de<strong>ze</strong>onderneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> daling van de toegevoegde waarde perwerknemer vastgesteld. E<strong>en</strong> daling van de arbeidsproductiviteitkan, volg<strong>en</strong>s de gehanteerde criteria wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> daling van deinnovativiteit in de<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong>. Op basis van de<strong>ze</strong> vaststelling lijkthet dan ook aangewez<strong>en</strong> om de subgroep van onderneming<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de toegevoegde waarde per werknemer aan tespor<strong>en</strong> om hun innovatieactiviteit te hernem<strong>en</strong> of te int<strong>en</strong>sifiër<strong>en</strong>.Hoewel er in het algeme<strong>en</strong> vanuit het VIN al veel aandacht bestaatvoor de<strong>ze</strong> subgroep is het toch w<strong>en</strong>selijk om de subgroep vanonderneming<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de toegevoegde waarde perwerknemer nader te lat<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong> door de adviseurs uit het VIN.Ongeveer 4% van de in dit segm<strong>en</strong>t gepositioneerdeonderneming<strong>en</strong> heeft in het verled<strong>en</strong> reeds <strong>IWT</strong>-steun ontvang<strong>en</strong>,wat hoger is dan in de andere segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>76<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 5 i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>


05Niet innovatief <strong>en</strong> niet groei<strong>en</strong>d (I


Diepte-analyse van de segm<strong>en</strong>tatievan de metaalverwerk<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>De hierbov<strong>en</strong> voorgestelde opsplitsing in 9 segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> geeftslechts e<strong>en</strong> vri<strong>je</strong> ruwe b<strong>en</strong>adering. Om het praktische nut van e<strong>en</strong>dergelijke segm<strong>en</strong>tatiemethodologie voor de innovatieadviseurs ophet terrein aan te ton<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verhog<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> er afhankelijk vande doelstelling<strong>en</strong> per segm<strong>en</strong>t <strong>nog</strong> verdere verfijning<strong>en</strong> word<strong>en</strong>doorgevoerd. Ter illustratie wordt hierna e<strong>en</strong> specifiekedetailanalyse uitgewerkt met als vertrekpunt e<strong>en</strong> specifieke vraagvan e<strong>en</strong> innovatieadviseur. De nadruk wordt hierbij gelegd op desegm<strong>en</strong>tatiemethodologie <strong>en</strong> niet zo<strong>ze</strong>er op de tot hed<strong>en</strong>intuïtieve interpretatie van de beschikbare bedrijfsparameters.E<strong>en</strong> innovatieadviseur met als doelgroep de metaalverwerk<strong>en</strong>debedrijv<strong>en</strong> wil e<strong>en</strong> lijst opstell<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong> uit zijn doelgroepdie baat zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij deelname aan e<strong>en</strong> pro<strong>je</strong>ctvan de compet<strong>en</strong>tiepool productontwikkeling. De voorgesteldesegm<strong>en</strong>tatie biedt de adviseur e<strong>en</strong> ideaal vertrekpunt voor hetopstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lijst<strong>je</strong> van prioritair te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>:die bedrijv<strong>en</strong> waar de adviseur het meeste kans op succes zoukunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> dus bov<strong>en</strong>aan het lijst<strong>je</strong> te kom<strong>en</strong>staan. De adviseur wil e<strong>en</strong> 50-tal bedrijv<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>.In zijn doelgroep (NACE 28 <strong>en</strong> 29) vind<strong>en</strong> we 1562 (bedrijv<strong>en</strong> dieouder zijn dan 10 jaar <strong>en</strong> meer dan 1 werknemer hebb<strong>en</strong>). De<strong>ze</strong>zijn als volgt verdeeld over de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:Groei >6 6 of 5 6 128 199 107 4346 of 5 105 153 149 407


05Door zich in e<strong>en</strong> eerste fase te beperk<strong>en</strong> tot de meest innovatievebedrijv<strong>en</strong> (I > 6), wordt de oorspronkelijke doelpopulatie directgereduceerd tot 434 bedrijv<strong>en</strong>.In e<strong>en</strong> tweede fase wordt de robuustheid van de selectie nagegaandoor e<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d cashflowcriterium op te legg<strong>en</strong> aan de meestinnovatieve onderneming<strong>en</strong>. In de <strong>IWT</strong>-studie 53 , werd immersvastgesteld dat de cashflow in onderneming<strong>en</strong> die niet bereid zijn teinnover<strong>en</strong> minder dan €52.000 bedraagt. 412 van de 434overblijv<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan dit criterium. Dit toont aan datde gebruikte paramaters goed aansluit<strong>en</strong> bij de bevinding<strong>en</strong> uit <strong>IWT</strong>studie53 <strong>en</strong> dat <strong>ze</strong> e<strong>en</strong> goede indicatie gev<strong>en</strong> van de innovativiteit inde onderneming<strong>en</strong>.Figuur 35 CF/VTE vs TW/VTE2,82,6CF/VTE of procesinnovativiteit2,42,221,81,6Eerder procesinnovatief1,41,2Eerder produkt- of marktinnovatief111,21,41,61,822,22,42,62,8TW/VTE of product-markt innovativiteit79


In e<strong>en</strong> derde stap wil de adviseur zich e<strong>en</strong> beeld vorm<strong>en</strong> van opwelk vlak de<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> innovatief zijn: produkt-markt innovatief,of eerder procesinnovatief. Dit bereikt hij door de tweeinnovatieparameters uit ons segm<strong>en</strong>tatiemodel teg<strong>en</strong>over elkaar uitte <strong>ze</strong>tt<strong>en</strong>: de verticale <strong>en</strong> horizontale rode lijn gev<strong>en</strong> het c<strong>en</strong>trumvan de verdeling weer voor respectievelijk de cash flow/VTEwerknemer<strong>en</strong> toegevoegde waarde/VTE-werknemer verdeling<strong>en</strong>.Als de adviseur die bedrijv<strong>en</strong> selecteert die rechts van de TW/VTElijn ligg<strong>en</strong>, houdt hij <strong>nog</strong> 160 bedrijv<strong>en</strong> over die relatief gezi<strong>en</strong>meer aandacht hebb<strong>en</strong> voor productontwikkeling.In e<strong>en</strong> vierde stap kijk<strong>en</strong> we ev<strong>en</strong> wie binn<strong>en</strong> de<strong>ze</strong> 160 bedrijv<strong>en</strong>al bij e<strong>en</strong> <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct betrokk<strong>en</strong> is als aanvrager of als lid vane<strong>en</strong> gebruikersgroep: dit war<strong>en</strong> er 11 respectievelijk 13, nl.Met <strong>IWT</strong>-steunADVANCED PRODUCTSBELGIAN ELECTRONIC SORTINGTECHNOLOGYBRUYNEEL - OOSTERLINCKDELTA ENGINEERINGLOCINOXMATERIAAL VEREDELINGSTECHNIEKENMECHANISCHE CONSTRUCTIE WATTEEUWPartner in <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ctARGENT ALUATLAS COPCO AIRPOWERBODYCOTE HOT ISOSTATICPRESSINGDAIKIN EUROPE NVDARVAN INVESTE.S. TOOLINGFIKE EUROPEPOLY VISIONROXELLSOBINCOVERO DUCOJ PENEN EN COMPAGNIEJUNGBECKERPUNCH GRAPHIX PREPRESSBELGIUMRENTECTAILORED BLANK GENKTOKHEIM BELGIUM80<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 5 i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>


05In de laatste stap beperkt de adviseur zich tot die bedrijv<strong>en</strong> met10 tot 150 werknemers, wat als uiteindelijk resultaat 65 bedrijv<strong>en</strong>oplevert. Na e<strong>en</strong> laatste scre<strong>en</strong>ing via Belfirst kunn<strong>en</strong> we <strong>nog</strong> e<strong>en</strong>s10 bedrijv<strong>en</strong> uit de lijst weglat<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s minder relevant, watuiteindelijk <strong>nog</strong> 55 pot<strong>en</strong>tiële kandidat<strong>en</strong> als eindselectie pres<strong>en</strong>teert.Met behulp van de<strong>ze</strong> vrij e<strong>en</strong>voudige procedure heeft de adviseur zijninitiële doelgroep van 1562 bedrijv<strong>en</strong> gereduceerd tot niet meer dan55 bedrijv<strong>en</strong> die hij verder als prioritair kan b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> voor zijnopdracht.5.6. De link met <strong>IWT</strong>-product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>Alhoewel de<strong>ze</strong> bov<strong>en</strong>staande analyse <strong>nog</strong> <strong>ze</strong>er rudim<strong>en</strong>tair blijft,durv<strong>en</strong> we toch al e<strong>en</strong> poging ondernem<strong>en</strong> om <strong>en</strong>kele conclusies tetrekk<strong>en</strong> inzake afstemming van het <strong>IWT</strong>-aanbod. Hiermee will<strong>en</strong> wein eerste instantie de discussie loswek<strong>en</strong>.We beperk<strong>en</strong> ons hier tot <strong>en</strong>kele <strong>IWT</strong>-product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>.<strong>IWT</strong>-steun• Bedrijv<strong>en</strong> uit het topsegm<strong>en</strong>t [I>6 <strong>en</strong> G>6] kunn<strong>en</strong> rechtstreeksdoor <strong>IWT</strong> b<strong>en</strong>aderd word<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>dehooggeschoold<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st om <strong>ze</strong>lfstandig pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong> in te di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>zijn ook typische <strong>klant<strong>en</strong></strong> voor het SBO-programma.• Bedrijv<strong>en</strong> uit het subtopsegm<strong>en</strong>t [I 5 of 6 <strong>en</strong> G>6] kunn<strong>en</strong> door VISadviseurs bezocht word<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> bedrijv<strong>en</strong> zijn succesvol <strong>en</strong> redelijkinnovatief, hun innovativiteit kan verder ondersteund word<strong>en</strong> doorde VIS-adviseurs, ook collectief onderzoek <strong>en</strong> TETRA kunn<strong>en</strong>ondersteuning bied<strong>en</strong>.81


• Bedrijv<strong>en</strong> uit het subtopsegm<strong>en</strong>t [I>6 <strong>en</strong> G 5 of 6] kunn<strong>en</strong> best doorTIS - of VLAO-adviseurs bezocht word<strong>en</strong>. Ze zijn innovatief <strong>en</strong>redelijk succesvol, vooral hun valorisatie (bv. via internationalisering,netwerking, …) di<strong>en</strong>t verder ondersteund te word<strong>en</strong>.• Bedrijv<strong>en</strong> uit het segm<strong>en</strong>t van niet-innovatieve doch <strong>ze</strong>er expansievebedrijv<strong>en</strong> [I6] di<strong>en</strong><strong>en</strong> door de RIS-<strong>en</strong> bezocht. De<strong>ze</strong>bedrijv<strong>en</strong> zijn (nu <strong>nog</strong>) groei<strong>en</strong>d, maar di<strong>en</strong><strong>en</strong> hun innovatieinspanning<strong>en</strong>drastisch op te voer<strong>en</strong>. Het aanbied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>innovatie-audit lijkt hier aangewez<strong>en</strong>.Innovation Relay C<strong>en</strong>ters (IRC)• Technology offers: hiervoor kom<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> uit de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>[I>6 G 6 of 5] <strong>en</strong> [I>6 G6] in aanmerking, zij zijn iets te weinig innovatief om<strong>ze</strong>lf baanbrek<strong>en</strong>de innovaties uit te voer<strong>en</strong> maar wel voldo<strong>en</strong>deinnovatief om technologie op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> <strong>ze</strong> erin de<strong>ze</strong> te valoriser<strong>en</strong>Zev<strong>en</strong>de Kaderprogramma (7KP)Bedrijv<strong>en</strong> uit segm<strong>en</strong>t [I>6 <strong>en</strong> G>6] kom<strong>en</strong> <strong>ze</strong>ker in aanmerking voordeelname aan 7KP, ook bedrijv<strong>en</strong> uit [I>6 <strong>en</strong> G 5 of 6] kunn<strong>en</strong>voordeel hebb<strong>en</strong> aan deelname al was het maar om huninternationalisering verder te ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hoge innovatiegraadlijkt nodig om de geg<strong>en</strong>ereerde k<strong>en</strong>nis te kunn<strong>en</strong> absorber<strong>en</strong>.82<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Hoofdstuk 5 i-spott<strong>en</strong> om <strong>nog</strong> <strong>beter</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>


05Bescherming van intellectuele eig<strong>en</strong>dom (IPR)Bedrijv<strong>en</strong> uit segm<strong>en</strong>t [I>6 <strong>en</strong> S 5 of 6] hebb<strong>en</strong> baat bij IPRondersteuningdie h<strong>en</strong> mogelijk kan help<strong>en</strong> hun innovaties <strong>beter</strong> tebescherm<strong>en</strong> zodat valorisatie niet in gedrang komt.83


Hoofdstuk 6BesluitIn de<strong>ze</strong> studie werd e<strong>en</strong> eerste aan<strong>ze</strong>t gegev<strong>en</strong> tot de ontwikkelingvan e<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatiemethode, i-spotting g<strong>en</strong>aamd, van zowel jongeals gevestigde onderneming<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> dergelijke i-spotting zou m<strong>en</strong> via de opsplitsing van de onderneming<strong>en</strong> inverschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> <strong>beter</strong> inzicht kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in deinnovatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> -behoeft<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong>. De<strong>ze</strong> k<strong>en</strong>nis kanvervolg<strong>en</strong>s aangew<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> <strong>beter</strong>e selectie te mak<strong>en</strong> vanonderneming<strong>en</strong> die in aanmerking kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> specifiekinnovatiesteunprogramma <strong>en</strong> of om steunmaatregel<strong>en</strong> <strong>beter</strong> af testemm<strong>en</strong> op de nod<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde groep bedrijv<strong>en</strong>.De gekoz<strong>en</strong> parameters voor de<strong>ze</strong> segm<strong>en</strong>tatieoef<strong>en</strong>ing lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>redelijk goede indicatie te gev<strong>en</strong> van innovatitviteit <strong>en</strong> economischegroei bij de individuele bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> aldus toe de geselecteerdegroep van mature onderneming<strong>en</strong> met meer dan 10 werknemers opte splits<strong>en</strong> in 9 verschill<strong>en</strong>de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Door de integratie vanbijkom<strong>en</strong>de parameters, kan de methode <strong>ze</strong>ker verder verfijndword<strong>en</strong>. Dergelijke verfijning zou bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> toelat<strong>en</strong> om,binn<strong>en</strong> de bestaande segm<strong>en</strong>tatiemethodologie, de tot op hed<strong>en</strong>eerder intuïtieve id<strong>en</strong>tificatie van de innovatiebehoeft<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> meerwet<strong>en</strong>schappelijke basis te valider<strong>en</strong>. Verder lijkt het ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s nodigde dynamiek tuss<strong>en</strong> de segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> teanalyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> de specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de innovatieve ga<strong>ze</strong>ll<strong>en</strong> teonderzoek<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de stap bestaat erin om de voorgestelde segm<strong>en</strong>tatiemethodeconcreet toe te pass<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bruikbaarheid ervan uit te lat<strong>en</strong> test<strong>en</strong> doorde innovatieadviseurs op het terrein. Zoals het voorbeeld heeftaangetoond, zal het praktisch nut bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterk bevorderd word<strong>en</strong>indi<strong>en</strong>, afhankelijk van de doelstelling van de segm<strong>en</strong>tering <strong>en</strong> in overlegmet de gebruikers, e<strong>en</strong> verdere opsplitsing van de (deel)segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>plaatsvindt.84<strong>IWT</strong>-STUDIES <strong>58</strong> Chapter 1 De innovatiestatus ontleed


01 0685


Bijlageunivariate conting<strong>en</strong>tie-test<strong>en</strong>voor hypothese 1<strong>IWT</strong>-<strong>klant<strong>en</strong></strong>Figuur 37 Onderneming<strong>en</strong> met meer dan 3 <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct<strong>en</strong>45,0%40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


01 07Figuur 38 Onderneming<strong>en</strong> met slechts 1 <strong>IWT</strong>-pro<strong>je</strong>ct40,0%35,0%Innovatiescore >66 of 5 66 of 5


REFERENTIESRefer<strong>en</strong>tiesArundel A. The Knowledge Economy, Innovation Diffusion, and theCIS”. Proceedings of the 21st CEIES Seminar, Innovation Statistics -More than R&D Indicators, Ath<strong>en</strong>s, April 10-11, 2003, Eurostat,G<strong>en</strong>eral Statistics, European Commission, Luxembourg, 2003Birchall <strong>en</strong> Chanaron (1996). Managing innovation in SMEs: Acomparison of companies in the UK, france and Portugal.International Journal of Technology Managem<strong>en</strong>t, 12, 3Bronwyn H. Hall et al (1998), Does Cash Flow cause Investm<strong>en</strong>t andR&D: An Exploration using Panel Data for Fr<strong>en</strong>ch, Japanese, andUnited States Sci<strong>en</strong>tific FirmsBrush, Bromiley <strong>en</strong> Heyndrickx (2000). The free cash flow hypothesisfor sales growth and performance, Strategic Managem<strong>en</strong>t Journal,21 (4)Carchon Donald, Clarysse Bart, De Clercq Liev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sleeckx Eric, Wiezijn on<strong>ze</strong> <strong>klant<strong>en</strong></strong>? Het innovatieprofiel als bron van inspiratie, <strong>IWT</strong>publicatie 53, Februari 2006Clarysse B. (2006), Durv<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> boek voorgevorderd<strong>en</strong>, Roeselare: Roularta, 297 p.Coh<strong>en</strong>, W., Levin, R. <strong>en</strong> Mowery, D., 1987, Firm Si<strong>ze</strong> and R&DInt<strong>en</strong>sity : A Re-Examination, Journal of Industrial Economics, 35,543-565.Czarnitzki Dirk <strong>en</strong> Aerts Kris, The impact of public R&D-funding inFlanders, <strong>IWT</strong>-studie 54, september 2006Delmar, F. et al. (2003), Arriving at the high growth firm, Journal ofBusiness V<strong>en</strong>turing, Vol 18. Issue 2, p 180, 28p.Engel Dirk (2004), Innovation and their impact on growth of SME –Empirical evid<strong>en</strong>ce from craft dominated industries in Germany88


Ehrhardt J.C., van Gelder<strong>en</strong> P., de Jong J.C.J., t<strong>en</strong> Klooster H.P. <strong>en</strong>Kuipers J.W., “Snelle Groeiers & Innovatie”, Ministerie vanEconomische Zak<strong>en</strong>, Nederland, 2 juni 2004Harhoff, D. (1998). “Are there Financing Constraints for Innovationand Investm<strong>en</strong>t in German Manufacturing Firms?” Annalesd’Économie et de Statistique, 49/50, 421-456.J<strong>en</strong>s<strong>en</strong> Paul H. (2004), Examining Biases in Measures of FirmInnovationMuller Amy, Välikangas Liisa, and Merlyn Paul (2005), Metrics forinnovation: guidelines for developing a customi<strong>ze</strong>d suite ofinnovation metricsPavitt, K. (1984): Sectoral Patterns of Technical Change: Towards aTaxonomy and a Theory. Research Policy, 13Rayp G., Meeus<strong>en</strong> W., Vandewalle K., Cuyvers L. (1998), Innovatieinspanning<strong>en</strong><strong>en</strong> OndernemingsgrootteStorey, D.J. (1994), Understanding the Small Business Sector, Londonand New York, 355.t<strong>en</strong> Kroode P.A.N. (Synt<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> J.P.J. de Jong (EIM) (2004), Effectieveinnovatiestimulering: E<strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tatie van het MKBTether B. Id<strong>en</strong>tifying Innovation, Innovators, and InnovationBehaviours: A Critical Assessm<strong>en</strong>t of the Community InnovationSurvey, CRIC Discussion Paper 48, UMIST, December 2001van der Wiel H<strong>en</strong>ry <strong>en</strong> van Leeuw<strong>en</strong> George (2003), Op zoek naarproductiviteitsgroei. Effect<strong>en</strong> van ICT <strong>en</strong> innovatie op bedrijfsniveau inNederland.Wälchli Nadja, Impact of Innovation on Sustainable Business Succes,Swiss Federal Institute of Techology, Zurich, march 2004, 189


<strong>IWT</strong>-studies:57 / Strategische intellig<strong>en</strong>tie over innovatie inVlaander<strong>en</strong>.56 / A look into the black box. What differ<strong>en</strong>ce do <strong>IWT</strong>R&D grants make for their cli<strong>en</strong>ts?55 / Research, Developm<strong>en</strong>t and innovationin Flanders 200454/ The impact of public R&D-Funding in flanders53/ ‘Wie zijn on<strong>ze</strong> <strong>klant<strong>en</strong></strong>?Het innovatieprofiel, bron van inspiratie52/ ‘Flanders Vegetable Valley’: De Vlaamsediepvriesgro<strong>en</strong>tesector als voorbeeld van e<strong>en</strong>clusteranalyse51/ Nurturing and Growing Innovative Start-ups: TheRole of Policy as Integrator50/ Linking Innovation Policy and SustainableDevelopm<strong>en</strong>t in Flanders49/ Towards a ‘Third G<strong>en</strong>eration’ Innovation Policy inFlanders: Policy Profile of the Flemish InnovationSystem48/ ‘Making the Differ<strong>en</strong>ce’. The Evaluation of‘Behavioural Additionality’ of R&D Subsidies47/ Patterns of Innovation in the Flemish BusinessSector. A multivariate Analysis of CIS-3 firm-levelData46/ R&D activities of the Business Sector in Flanders:Results of the R&D Surveys in the Context of the3% Target45/ Innovatie-inspanning<strong>en</strong> van Vlaamseonderneming<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> exploratie van de CIS-3-<strong>en</strong>quête44/ De intellig<strong>en</strong>te omgeving: de noodzaak vanconverger<strong>en</strong>de technologieën <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwbusinessmode43/ Subregionale O&O-inspanning<strong>en</strong> van de bedrijv<strong>en</strong> inVlaander<strong>en</strong>42/ Research mandates for technology transfer:International policy41/ Spinning off new v<strong>en</strong>tures: a typology of facilitatingservices40/ Innovation policy and sustainable developm<strong>en</strong>t: canpublic innovation inc<strong>en</strong>tives make a differ<strong>en</strong>ce?39/ ICT-Monitor Vlaander<strong>en</strong>: Eindrapport van e<strong>en</strong>haalbaarheidsstudie38/ Technology watch in Europa: e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>deanalyse37/ KMO-innovatiebeleid levert toegevoegde waardeaan Vlaamse bedrijv<strong>en</strong>36/ Het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> spin-off in België35/ ICT Clusters in Flanders: Co-operation in Innovationin the New Network Economy34/ Het innovatiebeleid in Ierland als geïntegreerdelem<strong>en</strong>t van het ontwikkelingsbeleid: vanbuit<strong>en</strong>landse investering<strong>en</strong> naar ‘home spungrowth’33/ ‘Additionaliteit’- versus ‘substitutie’-effect<strong>en</strong> vanoverheidssteun aan O&O in bedrijv<strong>en</strong> in Vlaander<strong>en</strong>:e<strong>en</strong> econometrische analyse aangevuld met deresultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kwalitatieve bevraging32/ ‘Match-mismatch’ in de O&O-besteding<strong>en</strong> vanVlaamse <strong>en</strong> Belgische bedrijv<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van deevolutie van sectoriële aandel<strong>en</strong>31/ Resultat<strong>en</strong> van de O&O-<strong>en</strong>quête bij de Vlaamsebedrijv<strong>en</strong>30/ Clusterbeleid als hefboom tot innovatie29/ Geïntegreerd innovatiebeleid naar KMO’s toe.Casestudie: Nederland28/ The flemish innovation system: an externalviewpoint…Voor vroegere <strong>IWT</strong>-studies surf naar www.iwt.be90


W<strong>en</strong>st zich te abonner<strong>en</strong> op de iwt-studies:W<strong>en</strong>st studie nummer…… te ontvang<strong>en</strong>:Naam:Voornaam:Organisatie:Adres:Tel:e-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .W<strong>en</strong>st zich te abonner<strong>en</strong> op de iwt-studies:W<strong>en</strong>st studie nummer…… te ontvang<strong>en</strong>:Naam:Voornaam:Organisatie:Adres:Tel:e-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .


De Innovatieprofiel-vrag<strong>en</strong>lijstDeel 1: de basisgegev<strong>en</strong>s.Op basis van het opgegev<strong>en</strong> BTWnr/ondernemingsnr wordt uitde IO-gegev<strong>en</strong>sbank volg<strong>en</strong>de informatie opgehaald.<strong>IWT</strong> M&ABedrijfBischoffsheimlaan 25• Officiële naam:• BTW-Nr: BE- B-1000 Brussel• Adres van de maatschappelijke <strong>ze</strong>tel:• Straat: <strong>en</strong> Nr:• Postcode:Geme<strong>en</strong>te:• Oprichtingsdatum: Leeftijd:Verder wordt voor de 3 laatste boekjar<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de informatiegetoond, in zoverre de<strong>ze</strong> beschikbaar is in de IO-gegev<strong>en</strong>sbank.Economisch profiel• Om<strong>ze</strong>t:• Werkgeleg<strong>en</strong>heid:• Aandeelhouders• Is onderneming e<strong>en</strong> KMO?• Type economische activiteit (NACE)• Kerntechnologie (TII-code)K<strong>en</strong>nisontwikkeling (uitgav<strong>en</strong> voor)• Opleidingo Besteding<strong>en</strong> (directe<strong>IWT</strong>kost<strong>en</strong>)M&Ao Opleidingsur<strong>en</strong> (indirecte kost<strong>en</strong>)• O&OBischoffsheimlaan 25o Zijn er O&O-activiteit<strong>en</strong>B-1000:Brusselo Zo ja:o Zijn <strong>ze</strong>: Perman<strong>en</strong>te - Occasionele - Onbek<strong>en</strong>do O&O-personeel:

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!