13.07.2015 Views

digitale jaarverslag 2011 - Stichting Pioneering

digitale jaarverslag 2011 - Stichting Pioneering

digitale jaarverslag 2011 - Stichting Pioneering

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

‘Met kennis meer macht’In het jaar <strong>2011</strong> hebben we met een groeiend aantal deelnemers van <strong>Pioneering</strong>wederom gewerkt aan een sterkere bouw in Twente en een versterking van ons netwerk,ook buiten de regio. Als voorzitter van het bestuur ben ik daar best trots op.In een tijd van recessie is het goed om te merken dat een groot aantal bouw- enbouwgerelateerde bedrijven wil blijven innoveren. Maar ook de kennisinstellingenondersteunen dit proces door het ontwikkelen van nieuwe technologieën en door deontwikkelde kennis die uit pilots voortvloeien te implementeren in de opleidingen.Hierbij draagt <strong>Pioneering</strong> bij aan een kennispositie waar we mee voor de dag kunnenkomen. We merken dat steeds meer bedrijven en instellingen van buiten de regio ook kijkenhoe er in onze Twentse Pionieerskeuken wordt gekookt om vervolgens zelf metdeze informatie aan de slag te gaan!Op de goede wegMet name het feit dat meer dan 120 deelnemers inhet jaar <strong>2011</strong> zo’n € 15 miljoen hebben geïnvesteerdgeeft wel aan dat we op de goede weg zijn metonze rol als aanjager, verbinder en versneller bijvernieuwing in de bouw. Daarnaast hebben debestuurders van de Provincie Overijssel en de RegioTwente het belang van <strong>Pioneering</strong> onderkend dooreen tweede subsidie te verlenen voor de periode totoktober 2013.Nieuwe initiatievenHeel bijzonder is de wijze waarop Twentseopdrachtgevers zich het afgelopen jaargecommitteerd hebben aan de regionale innovatieinspanningen.Op 2 februari hebben twaalf partijenhet Twents Opdrachtgevers Convenant ondertekend.Hieraan is inmiddels vervolg gegeven door hetoprichten van het Twents Opdrachtgevers Forum.<strong>Pioneering</strong> ontwikkelt zich hiermee tot een krachtigplatform waarmee projecten in de praktijk totstand komen. Opdrachtgevers en bouwers brengenvernieuwing in de praktijk en kunnen daardoorsamen hiervan profiteren.SamenwerkingOnze tien werkplaatsen zoeken steeds meerelkaars gezelschap op. Dit zien we tot uiting komenin pilots die gezamenlijk worden uitgevoerd enmultidisciplinaire bijeenkomsten die we steedsvaker organiseren. In het najaar heeft voor dederde keer ons jaarevenement plaatsgevonden. Eenbijeenkomst waar bijna 400 deelnemers aanwezigwaren. Ook hier stond een vernieuwende manier vansamenwerken centraal. Alleen al de grote opkomstgeeft aan dat iedereen zich inmiddels bewust is datwe het niet alleen kunnen. Samenwerking, en duselkaar versterken, is van groot belangGestaag verderOok in <strong>2011</strong> hebben we nieuwe kansen aangepaktom onze vergaarde expertise te delen met debouwkolom. Een goed voorbeeld hiervan is desamenwerking met de Gemeente Enschede en deEnschedese woningcorporaties in hun programmaDuurzaam Wonen en Werken in Enschede. Binnendit programma worden de komende 15 jaar 40.000woningen energetisch gerenoveerd. Hoe dit projectverloopt zullen we zeker met onze relaties delen.Tot slotIn dit <strong>jaarverslag</strong> willen we u een beeld geven vanactiviteiten, bijeenkomsten, lopende en opgeleverderesultaten van het jaar <strong>2011</strong>. Deze projectenen bijeenkomsten hebben we met en door dedeelnemers tot stand kunnen brengen. Ook in 2012hopen wij dit samen met alle deelnemers op dezelfdewijze voort te mogen zetten naar alle tevredenheidvan iedereen.Ik wens u veel leesplezier,Drs. Jan BronVoorzitter <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>| pagina 2 || pagina 3 |


Jaarverslag <strong>2011</strong> - <strong>Pioneering</strong>Inhoudsopgave:Voorwoord door Jan Bron “Met kennis meer macht”1. Door het vizier van de Regio2. <strong>Pioneering</strong> en de kennisinstellingen• Universiteit Twente• Saxion• ROCvanTwente3. Evenementen en ontmoetingen4. Werkplaats “Vernieuwend Ondernemen in de Bouw”• Programmabureau• Twents OpdrachtgeversForum5. Cluster Integraal Bouwen• Werkplaats Systems Engineering• Werkplaats Building Information Modelling6. Cluster Industrieel Bouwen & Productontwikkeling• Werkplaats Individueel Duurzaam Flexibel Bouwen• Werkplaats Master Industrieel Ontwerp• Werkplaats Productontwikkeling7. Cluster Verduurzamen Bestaande Bouw• Werkplaats Conversie en Hergebruik• Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud• Werkplaats Klimaat Neutraal Renoveren8. Cluster Innovatie in de GWW• Werkplaats Innovatieve Toepassingen in de GWW9. Financiën10. Vooruitblik, met het oog op PIO 3.0| pagina 4 || pagina 5 |


Door het viziervan de RegioWe maken momenteel economisch woelige tijden door, dat zal niemandontkennen. En daar ontkomt niemand aan, inwoners niet en bedrijven niet. Geenenkele branche ontkomt hier aan, en al helemaal niet de bouw. Reden temeer omnog eens terug te kijken op de positieve zaken die we in dit <strong>jaarverslag</strong> kunnenlezen. Door kritisch te kijken leren en groeien we weer. Innovatie is de opstap naarverbetering van de sociaal-economische structuur van Twente.De gemeenten maken samen met provincie,instellingen en bedrijfsleven Twente tot eeneconomisch duurzame en sterke regio. Via eenontwikkelingsprogramma van circa tien jaar, datRegio Twente samen met de Twentse gemeenten ende provincie de komende jaren wil uitvoeren, makende partijen de ambities van Twente op sociaaleconomischen ruimtelijk terrein in gezamenlijkheidwaar. De bouw is van oudsher voor Twente eenbelangrijke bedrijfstak. Dat deze branche in zwaarweer verkeert en nog niet echt veel zicht heeftop betere tijden is duidelijk. Toch moeten we nietvergeten hoeveel vooruitgang we boeken metinnovatieprogramma’s die binnen Twente voloptot ontwikkeling zijn gekomen. Door de nauwesamenwerking tussen instellingen voor onderzoeken onderwijs met overheid en ondernemers is ditmogelijk. Deze ‘4 O’s” zijn in Twente van oudshersterk met elkaar verbonden. Twente kan trots zijn opresultaten die ook buiten de landsgrenzen wordenopgemerkt. Twente is een regio die gewend is ruimtete bieden aan innovaties; denk aan de metaalentextielsector en aan de Universiteit Twente.Ondernemerschap vormt de motor voor innovaties.Dit geeft Twente de extra kracht om door te groeientot een internationale kennisregio.De samenwerking tussen onderwijsinstellingen enbedrijfsleven kan alleen succesvol zijn en leiden totinnovatie als het onderwijs inspeelt op de tekortenen wensen die er zijn binnen de arbeidsmarkt.<strong>Pioneering</strong> speelt hierbij binnen Twente déverbindende rol voor de bouwbranche. Belangrijk ishoe jonge mensen kunnen worden gemotiveerd omweer voor een beroep in de bouw te kiezen. Hieropkan onze regio inspelen door de afstudeerders banenop hun niveau aan te bieden. Daarom stellen we inTwente de komende tijd het onderwijs centraal. Doorkennis in Twente goed te borgen, creëren we eenbeter uitgangspunt. We profiteren hiervan door werkop te leveren van een hoger niveau. En dit maakt onsniet alleen aantrekkelijk binnen de regio, maar ookver daarbuiten.Peter Den OudstenVoorzitter Regio TwenteBurgemeester Gemeente EnschedeDe Regioraad Twente en Provinciale Staten van Overijssel hebben eind juni 2007 samen het startschotgegeven voor de ‘Agenda van Twente’. Dit initiatief moet een productief, welvarend Twente tot standbrengen waar mensen prettig wonen, werken en recreëren. Hiertoe hoort de Twentse Innovatieroute,die tot uitdrukking komt in het regionaal investeringsfonds Innovatieplatform Twente (IPT). <strong>Stichting</strong><strong>Pioneering</strong> maakt hier onderdeel van uit.| pagina 6 || pagina 7 |


“Durf weg te denken van alleen maar aanbesteden op prijs, dat nu nog in het heledenken zit, en probeer zaken te organiseren in de keten.” Fons Catau, directeurvan woningcorporatie De Woonplaats, is een van de pioniers in Twente als het gaatom vernieuwend vastgoedonderhoud. “Je kunt in mijn ogen pas echt duurzaam,verantwoordelijk ondernemen met al je coproducenten,als je durft te denken in de keten”, zegt hij in het voorwoord.Met dit boek De Twentse aanpak, vernieuwend vastgoedonderhoud wil stichting <strong>Pioneering</strong>de bouwsector een handvat geven om daadwerkelijk aan de slag te gaan met vernieuwendvastgoedonderhoud.<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> ging in 2008 van start als innovatieprogramma van het InnovatieplatformTwente dat met financiële steun van de Regio Twente en de Provincie Overijssel de Twentsebouw helpt bij het vernieuwen van producten en processen in de bouwsector. Eén van detien onderdelen van <strong>Pioneering</strong> is de Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. Metruim 35 deelnemende bedrijven binnen deze werkplaats (van de meer dan 120 in totaal) en dedrie kennisinstellingen binnen Twente (ROC van Twente, Saxion Hogescholen en UniversiteitTwente) is in de afgelopen jaren van het programma een groot aantal pilotprojecten op hetgebied van resultaatgericht vastgoedonderhoud gedraaid. De aanpak van de werkplaats, deresultaten van de pilotprojecten, de kijk vanuit de opdrachtgevers, opdrachtnemers en anderebetrokkenen hierop en een aantal mogelijkheden van samenwerking zijn gebundeld in dit boek.De financiële haalbaarheid vanenergetisch renoveren van socialehuurwoningen, 16 meiVanuit de werkplaats Klimaat Neutraal Renoverenis in opdracht van De Woonplaats een onderzoekverricht naar deze financiële haalbaarheid. De tweetypen gerenoveerde woningen op Velve-Lindenhofzijn hiervoor als basis gebruikt. Doel van ditonderzoek was echter niet het achteraf financieelinzicht te krijgen in het uitgevoerde project, maarhet ontwikkelen van financiële instrumenten voornieuwe projecten. Tijdens een bijeenkomst inde Prismare zijn de resultaten met meer dan 80geïnteresseerden gedeeld.Innoversum Innovatiecongres, 25 meiOp 25 mei vond het Innoversum Innovatiecongresplaats in de Grolsch Veste. Het netwerkcongrescombineert ondernemerschap, technologieen innovatie en staat in het teken van SmartEnvironments: Intelligente oplossingen voorgezond wonen en werken. <strong>Pioneering</strong> verzorgde deParallelsessie “Smart Constructions”. In deze doorBas van der Veen geleidde bouwsessie waren erpresentaties door verschillende deelnemers uit het<strong>Pioneering</strong>-netwerk te zien.Veldtocht Fablab, 31 meiDe werkplaats Productontwikkeling organiseert6 keer per jaar een zogeheten ‘veldtocht’. Dezeveldtochten bieden deelnemers de mogelijkheid omeens een kijkje in de keuken van een ander te nemen.Op 31 mei waren we te gast bij het FabLab Enschede.Dit onderdeel van Saxion maakt deel uit van eenwereldwijd netwerk van Fablabs, die met elkaarsamenwerken in het uitwisselen en opbouwen vankennis. Fablab Enschede heeft als invalshoek Smart,High tech en Textiel.Symposium Green TransformableBuilding <strong>2011</strong>, 1 juniDe werkplaats Master Industrieel Ontwerpenorganiseerde op de Universiteit Twente eensymposium over het Green Transformable Buildingdat door meer dan honderd deelnemers bezochtwerd. Dit unieke <strong>Pioneering</strong>project wordt ontwikkelddoor studenten en hun docenten van de UniversiteitTwente en Saxion in samenwerking met het Twentsbedrijfsleven. Het project krijgt daadwerkelijk eenplek op de campus van de Universiteit Twente.De nieuwste bouwtechnieken en bouwmaterialenworden getest op duurzaamheid, energieverbruiken hergebruik. Om een maximale transformatiete bereiken en het leereffect voor de studentente optimaliseren wordt gestreefd naar eentweejaarlijkse transformatie van de functies.Workshop “Woonlastenwaarborg”,28 juniBij energetische renovaties van woningen krijgenhuurders vaak gegarandeerd een huurverhogingen de belofte dat ze over het geheel geld besparen.In deze onzekere situatie is het logisch dat zijterughouden zijn. Zij vragen om zekerheden.Woningcorporaties zitten echter bij het gevenhiervan met twee dilemma’s. Ten eerste maken demarktpartijen de beloofde besparing waar en tentweede past de bewoner bij het geven van garantieshet gedrag t.a.v. energieverbruik niet negatief aan.Deze onderwerpen werden belicht tijdens eenworkshop in de Prismare. De deelnemers hebbenna afloop van de presentatie actief ervaringen eninzichten gedeeld.Uitreiking boek ‘De Twentseaanpak – Vernieuwendvastgoedonderhoud’, 4 juliHet eerste exemplaar van het RGVO-boek werdop deze bijeenkomst overhandigd aan Drs. JanBron, wethouder van de Gemeente Hengelo entevens voorzitter van het bestuur van <strong>Pioneering</strong>.Het boekwerk beslaat de resultaten van alleResultaatgericht Vastgoed-pilotprojecten vanaf destartperiode van het programma tot aan nu. Voor deaanwezige deelnemers was na afloop een exemplaarvan het boek beschikbaar.De Twentse aanpakVERNIEUWEND VASTGOEDONDERHOUDDe Twentse aanpak VERNIEUWEND VASTGOEDONDERHOUDDe Twentse aanpakVERNIEUWEND VA STGOEDONDERHOUDMeet en Greet “Duurzaamheid enZorginstellingen”, 7 juliPer jaar organiseert <strong>Pioneering</strong> tiennetwerkbijeenkomsten, genaamd Meet en Greet.Op 7 juli kwamen deelnemers van <strong>Pioneering</strong> samenmet deelnemers uit het netwerk van KennisplatformDuurzame Gebouwde Omgeving Overijssel bijeenvoor een middagprogramma over “duurzaamheid enZorginstellingen”. Hierbij stond de stand van zakenin Nederland op het gebied van duurzaamheid enzorginstellingen centraal.Workshop RGVO op de Dutch GreenBuilding Week, 20 septemberDe werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoudorganiseerde in het kader van de Dutch GreenBuilding Week een kennismakingsworkshop voorgeïnteresseerde professionals. De deelnemers kekennaar een presentatie over resultaatgerichte aanpakvan vastgoedonderhoud. Hierbij werd getoond hoe| pagina 16 || pagina 17 |


deze aanpak leidt tot duurzaam beheer van vastgoed.De middag werd afgesloten met aandacht voor hetduurzaamheidinstrumentarium bestaande bouwBREEAM.wordt toegepast. Aan het einde van de presentatiewerden er volop vragen gesteld en er volgde eenboeiende discussie.bekijken en een pilotproject bezoeken. Aan heteinde van de middag werd voor de derde keer de<strong>Pioneering</strong> Innovation Award uitgereikt. Dit jaarwerden kandidaten geworven onder opdrachtgeversdie het meest “Vernieuwende opdrachtgeverschap”gerealiseerd hebben op het gebied van nieuwbouw,renovatie of onderhoud.Geluid, Trillingen, Luchtkwaliteit enGebied & Gebouw in Nederland ,8 en 9 novemberMinisymposium “Het gebouw van detoekomst”, 23 septemberTer gelegenheid van de Dutch Green BuildingWeek organiseerden de partners UT, ROC vanTwente/Netwerkschool en <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> eenminisymposium over het gebouw van de toekomst:Het Green Transformable Building Lab. Hierbijwerd een presentatie gegeven over de flexibelemogelijkheden die dit groene gebouw biedt en meekan bewegen met de wensen van de gebruiker.Systems Engineering in de praktijk bijCombiplan, 29 septemberTijdens de Meet & Greet van de werkplaats SystemsEngineering bezochten we met 60 deelnemershet Combiplan in Nijverdal. Met een diversgezelschap, waaronder (civiele) bouwbedrijven,architecten, gemeenten, ingenieurs, adviseurs enaanverwante bedrijven uit de bouwkolom bezochtenwe het project. Hierna was er een bijeenkomst inHellendoorn waar een presentatie werd gegevenover het Systems Engineering proces dat bij dit planBouwbeurs Hardenberg, 11 t/m 13 oktober<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> is van 11 t/m 13 oktoberaanwezig op de Bouwbeurs in de evenementenhal teHardenberg geweest. De stand is een combinatie vanalle werkplaatsen van <strong>Pioneering</strong> in samenwerkingmet het project Wonen in Beweging , een onderdeelvan het lectoraat “Vernieuwend ondernemen in debouw” van Saxion.Workshop “Renoveren; de schil versus(decentrale) installaties”, 26 oktoberUit ervaring in de praktijk bij meerdere projectenblijkt dat het technisch moeilijk is om bijvoorbeeldnaar passiefhuis -niveau te isoleren. Dit is o.a. sterkafhankelijk van de oorspronkelijke bouwwijze vande woning. Daarnaast wordt geworsteld met hetterugverdienen van de bijbehorende vaak forseinvesteringen in bouwkundige maatregelen. Opvele onderwerpen die met deze problematiek temaken hebben gingen de sprekers vanuit ontwerp,realisatie en exploitatie tijdens deze workshop vande werkplaats Klimaatneutraal Renoveren dieper in.Dit congres is het grootste evenement over geluid,trillingen en luchtkwaliteit in Nederland, met meerdan 80 sprekers en een uitgebreide vakbeurs. Hetcongres wordt elk jaar in november georganiseerd insamenwerking met diverse organisaties, waaronderhet ministerie van I&M. Een van de ondersteunendepartijen voor dit congres is het Bouw InnovatiePartnership. <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> maakt hier deelvan uit. Vanuit <strong>Pioneering</strong> verzorgden onder andereBas van der Veen, programmadirecteur <strong>Pioneering</strong>en Lector aan Saxion en Ineke Bakker, deputeerdeProvincie Overijssel presentaties.Jaarevenement <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>,17 novemberOp donderdag 17 november <strong>2011</strong> organiseerde<strong>Pioneering</strong> haar derde jaarevenement in deGrolsch Veste te Enschede. Bijna 400 bezoekerswoonden presentaties bij waarbij o.a. de thema’s“Verduurzamen van de bestaande bouw” en“Vernieuwend ondernemerschap” centraal stonden.Na het plenaire gedeelte konden de deelnemersworkshops volgen, presentaties van werkplaatsenMasterclass vernieuwend aanbesteden,17 novemberOp 17 november organiseerde <strong>Pioneering</strong> eenmasterclass vernieuwend aanbesteden in de“Twentse Welle” te Enschede. Voor de Masterclassheeft een selectie van een twintigtal opdrachtgeversvan woningcorporaties en gemeentenplaatsgevonden die met de Britse hoogleraar PeterMcdermott, als onderzoeksdirecteur verbondenaan het CCI (Centre for Construction Innovation)als bussiness unit van de Salford University vanManchester en zijn naaste medewerker MikeDickinson in de slag konden. Bas van der Veen,Programmadirecteur van <strong>Pioneering</strong>, leidde de sessieop basis van vooraf door de deelnemers gesteldevragen en geponeerde stellingen. Het leverde meerdan voldoende gespreksstof en nieuwe inzichten op.| pagina 18 || pagina 19 |


Werkplaats VernieuwendOndernemen in de BouwProgrammabureauDe werkplaats Vernieuwend Ondernemen inde Bouw (VOIB) (het programmabureau) is deverbindende schakel tussen de tien werkplaatsen van<strong>Pioneering</strong>. Ook in <strong>2011</strong> heeft dit bureau samen metalle deelnemers binnen <strong>Pioneering</strong> verder gebouwdaan de innovatie in de Twentse bouwsector.De werkplaats heeft voor de projecten uit de tienwerkplaatsen samenwerkingsovereenkomstenopgesteld voor partijen die samenwerken binneneen project. Tevens heeft deze werkplaats veelalde lead in de opstartfase van nieuwe projecten ofbij initiatieven die van buiten <strong>Pioneering</strong> komen.Voorbeelden hiervan zijn: Energielandschappen vande Provincie Overijssel, Smart Energy TechnologySystems (SETS) en Hart van Overdinkel.Met ondermeer het Industrial Design Centre heeft<strong>Pioneering</strong> de mogelijkheden van een IPC-aanvraagonder de loep genomen.In het Bouw Innovatie Partnership werkt<strong>Pioneering</strong> samen met andere innovatieve enduurzame initiatieven elders in het land en metbrancheorganisaties. De werkplaats heeft koersgezet naar een integraal programma, van aparteprojecten naar meer samenwerking en overstijgingvan de projecten in de tien werkplaatsen. Dankzijcloud computing hebben alle werkplaatsen nutoegang tot de beschikbare informatie.goed voorbeeld hiervan is het Jaarevenement, datook dit jaar in november heeft plaats gevonden.<strong>Pioneering</strong> is zeer verheugd dat in de zomer hetOpdrachtgeversforum is opgericht, met JeanetteSchuddeboom als voorzitter. Deze licht in hetverlengde van het tekenen van het convenant vanvernieuwende opdrachtgeversvormen in februari.In dit forum hebben woningbouwcorporaties,kennisinstellingen, overheden en overige privatevastgoedbeheerders elkaar gevonden. Doel isom samen te zoeken naar vernieuwing om totkwaliteitsverbetering en een grotere efficiëntie tekomen in samenwerking tussen opdrachtgevers enmarktpartijen.In twee gezamenlijke brainstormsessies is ook alnagedacht over <strong>Pioneering</strong> 3.0. Geïnspireerd doorde huidige samenwerking en met veel enthousiasmehebben alle voorzitters en chefs van de werkplaatsensamen met bestuursleden een opzet gemaakt voorontwikkeling van een zelfstandig <strong>Pioneering</strong> na 2013.Om alle kennis te verspreiden die binnen deprogramma’s wordt ontwikkeld, organiseerthet programmabureau gedurende het hele jaarnetwerkmeetingen, workshops en congressen. Een| pagina 20 || pagina 21 |


Derde editie <strong>Pioneering</strong>Jaarevenement groot succesBijna 400 bezoekers kwamen op donderdag 17november <strong>2011</strong> het derde jaarevenement van<strong>Pioneering</strong>. In de Grolsch Veste te Enschede kondenzij presentaties bijwonen waarbij onder andere dethema’s “Verduurzamen van de bestaande bouw” en“Vernieuwend ondernemerschap” centraal stonden.Jan Bron, wethouder van de gemeente Hengeloen tevens voorzitter van het bestuur van <strong>Stichting</strong><strong>Pioneering</strong>, opende het evenement. Hij benadruktehet feit dat <strong>Pioneering</strong> een grote rol heeft alsaanjager, verbinder en versneller bij vernieuwing inde bouw. Inmiddels is het netwerk gegroeid naar ca120 deelnemende organisaties, die tot heden ruim€12 miljoen investeerden, waaraan nog eens €4,3miljoen subsidie van de Regio Twente en de ProvincieOverijssel kan worden toegevoegd.Bijzonder is de wijze waarop Twentse opdrachtgeverszich het afgelopen jaar gecommitteerd hebbenaan regionale innovatie-inspanningen. <strong>Pioneering</strong>ontwikkelt zich hiermee tot een krachtig platformwaarmee projecten in de praktijk tot stand komenwaaropdrachtgevers en bouwers vernieuwing in depraktijk brengen en samen kennis ontwikkelen.Het programma werd voortgezet met eenpresentatie van Theo Opdam, algemeen directeurvan de Plegt Vos Bouwgroep en Bestuurslid SectieBouw Groot Bouwend Nederland. Geschetst werdhoe hij als ondernemer aankijkt tegen de huidigeturbulente ontwikkelingen op de markt en devooruitzichten op de toekomst. Hij gaf daarbij aan denoodzaak te zien dat de sector moet veranderden.In het bijzonder inspelen op kwaliteit en eenveranderende vraag is momenteel heel belangrijk.Tegelijkertijd moet men ook een realistisch beeldhebben van de moeilijkheden in de markt en demogelijkheden die er zijn. Als we dat als Twentsesector kunnen, zijn we een voorbeeld voor heelNederland.Voor het jaarevenement was professor PeterMcDermot overgekomen vanuit Groot-Brittannië omzijn verhaal over vernieuwend aanbesteden aan dedeelnemers te presenten. In Groot-Britannië lopensinds midden jaren ‘90 verschillende succesvolleinitiatieven om de bouwsector te vernieuwen.Volgens insiders en kenners van de Britse bouwen infrasector, is de bedrijfstak in deze periodeonherkenbaar veranderd. Opdrachtgevers spelenmet hun aan- en uitbestedingsbeleid een centrale rolin deze vernieuwingen. Peter McDermott van SalfordUniversity stond aan de wieg van het regionalevernieuwingsprogramma in Noord-West Engeland. Indeze sessie deelt hij zijn ervaringen met frameworkcontracting en andere vernieuwende vormen vanaan- en uitbesteden.Als laatste spreker voor de pauze heeft JeroenHatenboer, wethouder van de gemeenteEnschede, uitgelegd wat de overwegingen zijnvan de gemeente Enschede om een programmaop te zetten voor het energetisch renoverenvan 40 duizend woningen in de komende paarjaar. Als belangrijke drijfveer wordt hierbij devermindering van CO2 uitstoot en verminderingvan het gebruik van fossiele brandstoffen gezien.Daarnaast heeft deze businesscase ook een positiefeffect op de werkgelegenheid en biedt het eensubstantiële vermindering in energiekosten voorde burgers. Hatenboer benadrukte hierbij wel dater een innovatieve manier van marktbenadering,financiering en toegepaste technieken plaats zalmoeten vinden.Na de pauze was er de keuze voor het bijwonen vaneen of meerdere parallelsessies. Een van de drukstbezochte sessies, met ongeveer 120 deelnemers, wasde sessie “Duurzaam Wonen en werken Enschede”.Hierbij hadden vijftien bedrijven de mogelijkheidom zich te presenteerden. In twee minuten tijd konmen “op de zeepkist” allerlei innovaties presenteren,waarmee deze bedrijven uit de bouwkolomvernieuwende aanbiedingen kunnen maken. Deterecht ambitieuze duurzame opgave van Enschedeis niet alleen op te lossen vanuit de “traditionele”bouwkolom. Hierbij zijn ook innovaties op hetgebied van duurzame energieproductie bij nodig.De deelnemers konden kiezen welke innovatie meninteressant vindt om in hun consortium voor deEnschedese Business Case op te nemen.Verder kon men interactief meekijken naarmogelijkheden voor het herbestemmen van delandingsbanen en gebouwen “de Strip” op VliegveldTwente. De werkplaats Conversie en Hergebruik isvoor dit project, waarbij zij actief betrokken zijn,op zoek naar ideeën uit de markt voor de invullingvan dit gebied. In deze sessie waren de deelnemersaan zet om in groepen creatieve, vernieuwende entoekomstbestendige ideeën te bedenken.Het Balengebouw op Roombeek is door een vijftigtaldeelnemers bezocht voor een rondleiding. De wijzewaarop het gebouw door De Woonplaats wordtverbouwd is verrassend en uniek. Een goed endoordacht voorbeeld van Conversie en Hergebruik.In restaurant “de Veste” was een “proeverij” ingerichtwaar men vrijblijvend meerdere presentaties vanverschillende werkplaatsen kon bezoeken. Hierbijwerden de laatste resultaten uit het programmagetoond, werden lopende pilots toegelicht en was erde mogelijkheid voor het volgen van een workshop.Na de pauze werd door Jeannette Schuddeboom<strong>Pioneering</strong> Innovation Award <strong>2011</strong> uitgereikt.De prijs werd dit jaar toegekend aan de meest“Vernieuwende opdrachtgever”: WoningcorporatieDe Woonplaats uit Enschede. Zij ontvingen de prijsmet hun inzending voor de nieuwbouw van het“Sanders appartementencomplex” te Enschede. Inopdracht van de winnaar wordt door een kunstenaareen kunstobject voor hun bedrijf of project gemaaktnaar eigen inzicht.De middag werd rond half zes succesvol afgeslotenmet een netwerkborrel. Hier konden de veledeelnemers, uit zowel Twente als de rest vanhet land, napraten hoe alle goede ideeën ookdaadwerkelijk tot uitvoer kunnen worden gebracht.| pagina 22 || pagina 23 |


Het TwentsopdrachtgeversforumVernieuwend OpdrachtgeverschapDenken invernieuwingenTwaalf opdrachtgevers, uit de infra- en B&Ubouwsector,ondertekenden op 2 februari <strong>2011</strong>het convenant Vernieuwend opdrachtgeverschap.Daaruit is het Twents Opdrachtgeversforum (TOF)voortgekomen. De leden streven gezamenlijk naareen professionelere, strakkere en zakelijker vormvan opdrachtgeverschap door andere manieren vansamenwerking te vinden in de keten, de selectie, degunning, de uitvoering en de beheerfase.De ondertekenaars van het convenant staanopen voor alle vormen van vernieuwendopdrachtgeverschap, zoals de framework-aanpak(vanuit het Manchestermodel), geïntegreerdecontractvormen zoals DBCMF of onderdelendaarvan, Systems Engineering (SE), BuildingInformation Modeling (BIM), ResultaatgerichtVastgoedonderhoud (RGVO), Emvi envraaggestuurde vormen.DeelnemersDe partijen die het convenant Vernieuwendopdrachtgeverschap ondertekend hebben zijn:gemeente Hengelo, Bouwfonds, De Woonplaats,Universiteit Twente, Domijn, gemeente Enschede,De Woonplaats, Carint Reggeland Groep, gemeenteAlmelo, Domijn, Welbions, Saxion.VisieDe bouw is een belangrijke sectoren in Twente.Omdat het gebleken is dat de bouw in vergelijkingmet andere sector meer moeite heeft om innovatiesdoor te voeren, wil het Twents opdrachtgeversforumde kansen die er liggen in de bouw stimuleren. Hetdaagt zichzelf uit vanuit de missie: Als opdrachtgeverinnovaties in de bouw stimuleren die leiden totduurzame en klantgerichte bouwproducten.toekomstscenario van steeds schaarser wordengrondstoffen en daarmee gepaarde gaande stijgingvan energiekosten, is het de bouw die de sleutelheeft om op duurzame wijze met energie om te gaan.Een veelheid aan vraagstukken komt op de bouw af.Het Twents opdrachtgeversforum wil daarominnovatie met kracht bevorderen. De initiatiefnemerszien samenwerking in de keten als noodzakelijk en alseen gewenste voorwaarde. Creativiteit krijg je doorgedachtenuitwisseling, het open staan voor elkaarmet respect voor een ieders verantwoordelijkheid,taak en kennisveld. Het zoeken naar de conditiesom dit tot stand te brengen is een van de doelendie het opdrachtgeversforum voor zichzelf heeftgeformuleerd.ActiviteitenProjecten: Hoe wisselen we informatie uit?Door diverse opdrachtgevers wordt binnen dewerkplaatsen van <strong>Pioneering</strong> gewerkt aan projectenmet een vorm van vernieuwend opdrachtgeverschap,die verschillen in focus en thema. Het TwentsOpdrachtgeversforum juicht het toe dat dezeprojecten en de opdrachtgevers deel uitmaken vanhet forum. Ook van de overige deelnemers wordteen actieve benadering en de inbreng van nieuweprojecten verwacht.Energie en CO2 emissie: Hoe werken we aanduurzaamheid?Duurzaamheid is een centraal thema. In het lichtvan de politieke scope (denk bijvoorbeeld aan hetproject MIO Enschede) en de ambities binnen dewoningcorporatiewereld ligt de nadruk binnenduurzame ontwikkeling in de bouw vooral openergiegebruik. Op deze thema’s willen de leden vanhet forum zich in het bijzonder focussen.Jeannette Schuddeboom, wethouder in degemeente Losser, is de aanjager van het TwentsOpdrachtgeversforum. “Ik ben gewend om invernieuwingen te denken en ik zag in de gemeentedat onze bedrijven slechts weinig meeliften met devernieuwingen, ze vinden onvoldoende aansluitingmet regionale en landelijke ontwikkelingen. Metelkaar van gedachte wisselen stimuleert”, zegt ze volovertuiging.OntwerpteamsBinnen <strong>Pioneering</strong> zijn al met succes diverse nieuwebouwteams gestart, of beter gezegd ‘ontwerpteams’,waarin partijen gedurende de ontwikkelfase van eenproject meer samenwerken. De teams zijn opgestartvanuit de werkplaatsen Innovatieve toepassingenin GWW, Systems Engineering en ResultaatgerichtVastgoedonderhoud. Voor GWW zijn het BouwteamStationsplan alsmede Bouwteam Tubbergen (voorde herinrichting van het centrum) gevormd. HetBouwteam Daarlerveen (gemeente Hellendoornis al zo ver dat het definitief ontwerp klaar ligt.De gemeente Hellendoorn is met deze vorm vanvernieuwend opdrachtgeverschap genomineerd voorde <strong>Pioneering</strong> Innovation Award <strong>2011</strong>.Bouwteams voor Systems Engineering zijngevormd voor onder meer de ontwikkeling vaneen appartementencomplex aan de Romboutverhulstlaan in Almelo en van een multifunctioneleaccommodatie in de wijk Tattersall in Enschede.Voor het groot onderhoud aan circa 1200 woningenin de wijk Pathmos in Enschede wordt ook gekozenvoor vernieuwend opdrachtgeverschap. In aldeze projecten leggen de opdrachtgevers geenstrak programma van eisen op, maar denkenopdrachtnemers vanuit hun expertise mee over debeste oplossingen.Vertrouwen“Zorg dat je de kennis uit de verschillende delenvan de keten met elkaar deelt”, benadrukt ookJeannette Schuddeboom. “Want het moet niet ‘zusof zo’. Je kijkt naar de eindgebruiker. Dat is eenandere manier van denken.”. Er moet samengewerktworden op basis van vertrouwen. En dat niet alleen,ook de visie dat de scherpste prijs de opdrachtgegund wordt, moet worden losgelaten. “Dat is eencultuurstap”, begrijpt ze. Maar ze ziet ook in hoeveelvoordeel dit kan opleveren: “Er zal veel efficiënter– goedkoper en sneller – gewerkt worden. In hetOpdrachtgeversforum willen we kijken waar debarrières liggen en wat we kunnen doen. Binnen dezegroep kijken we hoe we een veilige omgeving kunnencreëren waarin mensen niet afgerekend worden.”De club komt elk kwartaal bij elkaar om kennis tedelen. “Onze ambitie is dat een aantal bestuurdersin de aanbestedingen ruimte laat voor ondernemersom op een goede manier hun maatschappelijkebetrokkenheid te tonen.”Voor een voorbeeld wordt er door deopdrachtgevers naar Manchester gekeken. Tijdensde opdrachtgeversreis vorig jaar werd duidelijk datmen in Engeland veel verder is op het gebied vanvernieuwend opdrachtgeverschap.Kansen kunnen gevonden in technische innovatieen het samenwerken in de keten. Hier liggenmogelijkheden voor kwaliteitsverbetering en kunnenbelangrijke slagen worden gemaakt in efficiëntie.In de huidige consumentgestuurde markt, met hetDraagvlak creëren binnen de organisatie: Hoe zorgenwe dat de neuzen dezelfde kant opstaan?Een andere rol als opdrachtgever vergt ook eenomslag in denken en doen van de organisatie diemet de uitvoering van de diverse fasen is belast.| pagina 24 || pagina 25 |


Cluster IntegraalBouwenWerkplaats Systems EngineeringDoelstelling werkplaats<strong>Pioneering</strong> stelt dat Systems Engineering (SE) deefficiency van het specificatie- en ontwerpproces ende uiteindelijke uitvoering vergroot. De resultatenvan Systems Engineering zijn goed doordachteen innovatieve oplossingen, die voldoen aan alleeisen en die binnen de gestelde tijd en budgettengerealiseerd kunnen worden.De werkplaats Systems Engineering streeft ernaardat SE als standaardmethode bij bouwprojectenin Twente gebruikt wordt en dat SE alswerkwijze opgenomen wordt in het onderwijs bijbouwgerelateerde opleidingen. Met behulp vanpilotprojecten die met SE worden uitgevoerd wordthet kennisniveau op dit vlak bij de verschillendedeelnemende partijen verhoogd. Deze opgedane enbeschikbare kennis wordt tevens verankerd in hetonderwijs.De basisgedachte van de werkplaats SystemsEngineering is dat SE kan leiden tot een verbeteringvan de concurrentiepositie en de vitaliteitvan de Twentse bouwsector. Bouwgerichteondernemingen in Twente kunnen zich doorde toepassing van Systems Engineering snellerontwikkelen tot kennisgedreven, marktgerichte enproductontwikkelende ondernemingen.Activiteiten werkplaatsOnderzoek duurzaamheid Röpcke ZweersZiekenhuis HardenbergDe Saxenburgh Groep is voornemens een nieuwziekenhuis in Hardenberg te bouwen, het nieuweRöpcke Zweers Ziekenhuis. Belangrijk bij de plannenvoor de nieuwbouw is om het begrip ‘duurzaamheid’handen en voeten te geven. Om dit aspect uit tewerken en op een juiste wijze in het ontwerp meete nemen heeft de Saxenburgh Groep eind 2010de werkplaats Systems Engineering van <strong>Pioneering</strong>ingeschakeld.De werkplaats heeft onderzocht hoe demedewerkers van het ziekenhuis tegen demogelijkheden voor duurzaamheid aankijken vanuithun eigen werkzaamheden en heeft dit vertaald naarde eisen die dit aan een gebouw stelt. In juli <strong>2011</strong> ishet onderzoek afgerond en dat heeft tot een aantalverrassende uitkomsten geleid. Het onderzoek laatbijvoorbeeld duidelijk zien dat de medewerkers degrootste mogelijkheden zien om het ziekenhuiste verduurzamen door aanpassing van hun eigengedrag. Ook worden maatregelen op het gebied vanenergieverbruik en klimaatbeheersing belangrijkgevonden. Het gaat dus niet alleen om bouwkundigeen bouwtechnische aanpassingen. Een combinatievan deze aanpassingen en de mentaliteits- engedragsveranderingen van de medewerkers zalhet grootste effect hebben. Gedrag en techniekkunnen elkaar dan ondersteunen.DeelnemersUniversiteit Twente, Saxion, ROC van Twente, AWS Beter Wonen, Dura VermeerBouw Hengelo B.V., Unica, De Witte van der Heijden architecten, De Woonplaats,Hegeman+, Saxenburgh Groep, Provincie Overijssel, Toevoegen : Tauw, GemeenteHellendoorn, Nijhoff Architecten, Schothans Bouwbedrijf, Elektro InstallatiebedrijfHeinen B.V., Installatiebedrijf Van Dijk| pagina 28 || pagina 29 |


RickNOORDINkOnderzoek SE ‘Controle vereist’ De WoonplaatsEén afstudeerder van de UT heeft het afgelopen jaaronderzoek gedaan naar de mogelijke toepassing vanSE in het planvormingsproces van multifunctionelevastgoedontwikkeling bij woningcorporatie DeWoonplaats. Uit het onderzoek blijkt dat eengroot deel van de problemen ligt in het huidigeeisenmanagement, waarbij controle grotendeelsontbreekt.Om dit probleem op te lossen is een nieuwprocesmodel ontworpen op basis van de principesvan Systems Engineering. Dit model geeftgelaagdheid aan het ontwikkelproces, houdt hetprogramma van eisen up-to-date en zorgt ervoor datbinnen het proces wordt gewerkt met functioneleeisen.Studieboek SEEen van de doelstellingen van de werkplaats isom de kennis die is opgedaan in de pilotprojectenover te dragen op een brede doelgroep zoalsopdrachtgevers, opdrachtnemers en onderwijs- enonderzoeksinstellingen. Om dit te bereiken schrijftRobin de Graaf van de UT (onderzoeker binnen dewerkplaats) het studieboek SE voor de woningenutiliteitsbouw. Hij gebruikt de pilotprojectenvan de werkplaats als input. Het unieke aandit studieboek is dat het gericht is op dewoning- en utiliteitsbouw en dat hetNederlandstalig is.Rombout Verhulstlaan in AlmeloWoningstichting Beter Wonen uit Almelo pastSystems Engineering toe bij de ontwikkeling van eenseniorenappartementencomplex aan de RomboutVerhulstlaan in Almelo. De werkplaats is sinds destart van dit project betrokken en heeft Beter Wonenondersteund bij het maken van het programma vaneisen en heeft geadviseerd over de te nemen stappenin het proces.Tot nu toe zijn de voordelen van SystemsEngineering al duidelijk. Het ontwerpproces is bovenverwachting soepel verlopen en ook omwonendenspreken van een mooi plan. Begin 2012 wordthet appartementencomplex opgeleverd. Uit deevaluatie daarna zal blijken wat Systems Engineeringdaadwerkelijk heeft opgeleverd.Begraafplaats gemeente HellendoornDe gemeente Hellendoorn is bezig met het realiserenvan een nieuwe begraafplaats aan de MeesterPonsteenlaan in Nijverdal. De verwachting is datdeze begraafplaats in april 2012 in gebruik wordtgenomen. De gemeente heeft besloten het trajectmet behulp van Systems Engineering op te pakkenen de werkplaats ondersteunt en adviseert departijen bij het SE-proces. Door het traject op tepakken met SE wordt volgens een vaste methodiek,gestructureerd gewerkt. Dit vergroot de efficiencyen effectiviteit van het ontwerpproces en deuiteindelijke uitvoering.Lijninfrastructuur N34De N34 is de provinciale weg tussen Ommenen de aansluiting op de A28 nabij Groningen.Het deel tussen ‘De Witte Paal’ en Hardenbergwordt omgebouwd tot een stroomweg(honderdkilometerweg). De Provincie Overijssel enTauw pakken dit project op met Systems Engineering.De werkplaats ontwikkelt in samenwerking metde Provincie en Tauw een standaarddocumentwaarin eisen helder en gestructureerd verwerktkunnen worden. In het voorjaar van 2012 zal eenrapport uitkomen waarin het aspect duurzaamheidis ontrafeld. Daarmee wordt concreet gemaakt hoeduurzame infrastructuur eruit kan zien.Toolkit Systems EngineeringDe Toolkit Systems Engineering biedt eenstappenplan voor het toepassen van SE in de bouwen utiliteitsbouw.De toolkit is het resultaat van de ervaringen die dewerkplaats SE heeft opgedaan in diverse projectenzoals het eerste woningbouwproject in Nederlanddat met Systems Engineering is uitgevoerd.Het doel van deze toolkit is om een platform tebieden voor het uitwisselen van kennis en expertise.De toolkit is opgezet als een groeimodel, dat steedsverder ontwikkeld wordt. Zo zullen standaardformulieren, aansprekende voorbeelden entemplates worden toegevoegd.Onderzoek SE“CONTROLE VEREIST”Omdat het planvormingsproces bij de ontwikkeling van multifunctioneleaccommodaties niet soepel verliep, was De Woonplaats op zoek naareen manier om de huidige werkwijze te verbeteren. Rick Noordink vande Universiteit Twente deed daarom onderzoek in <strong>2011</strong> naar de mogelijketoepassing van Systems Engineering in het planvormingsproces vanmultifunctionele vastgoedontwikkeling.De centrale onderzoeksvraag luidde: Op welke manier kan invulling wordengegeven aan een op Systems Engineering gebaseerde werkwijze, zodat inde projectorganisatie bij De Woonplaats tijdens de planvormingsfase vanmultifunctionele accommodaties (mfa’s) de prestaties van en tevredenheidover het ontwerpproces toeneemt?Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de problemen ligt in hethuidige eisenmanagement, waarbij controle grotendeels ontbreekt. Om ditprobleem op te lossen is er een nieuw procesmodel ontworpen op basis vande principes van Systems Engineering.Toepassing van het model geeft een oplossing voor de bestaandeproblematiek, door gelaagdheid te geven aan het ontwikkelproces, hetprogramma van eisen up-to-date te houden en ervoor te zorgen dat binnenhet proces wordt gewerkt met functionele eisen.Hierdoor ontstaat meer controle over het eisenmanagement en daarmeemeer controle en sturing over het algehele managementproces.Bij de uitwerking van het nieuwe ontwerpproces is de nadruk gelegd op debeginfase van het eisenmanagement, daar waar voor De Woonplaats degrootste taak ligt. Het model beschrijft een globale invulling van de stappendie genomen moeten worden om een project succesvol uit te voeren enspecifiek om de wensen en eisen de basis te laten vormen voor een project.Ten behoeve van dit laatste, het eisenmanagement, is een uitwerkinggegeven van hoe een aantal stappen die hier specifiek betrekking op hebbeningevuld kan worden.| pagina 30 || pagina 31 |


WerkplaatsBuilding Information ModelingDoelstelling werkplaatsDe essentie van Building Information Modeling(Bouw Informatie Model) oftewel BIM ligt in hetintegraal samenwerken tussen de diverse disciplines.Het gebrek aan tijd, geld, kennis en commitment zijnde meeste gehoorde argumenten waarom bedrijvenhier nog niet mee aan de slag gaan. Daardoor zijn ernog weinig echte voorbeelden te noemen en blijftjammer genoeg een echte doorbraak uit.De werkplaats BIM wil successen en problemen aanhet daglicht brengen door middel van observatievan BIM-implementatie in de praktijk. Eengezamenlijke analyse en observatie zal uitkomstenen opbouwende ondersteuning bieden om de inzetvan BIM te realiseren. Hierbij richt de werkplaatszich vooral op werkzaamheden die gaan resulterenin zowel procesanalyses en -beschrijvingenals oplossingen voor een brede integrale BIMaanpak.De werkplaats hoopt hiermee een bredeintroductie van BIM in de Twentse bouwpraktijk terealiseren. Door een rechtstreekse koppeling metde kennisinstellingen (ROC, SAXION, UT) zal hetkennisniveau in zowel het onderwijs als bij de lokalebedrijven groeien. Hiermee zal de werkplaats BIMeen belangrijke bijdrage leveren aan een verbeterdepositie van Twentse bouw.Activiteiten werkplaatsHandleiding: 3D-maquette vanuit CAD-modelEen groep vierdejaars studenten Bouwkundehebben onderzoek verricht op welke wijze een3D-model vanuit Revit op een goede manier naareen 3D-plotter gestuurd kan worden. Vanuit de BIMmodelleringsoftwareis hiermee een 3D-maquettegeproduceerd in het FabLab van Saxion. Velerandvoorwaarden van het model, beperkingenvan de aansturingssoftware en grenzen van deplotter zijn blootgelegd en beschreven in eenhandleiding. Onderdelen die in het stappenplanbehandeld worden zijn: installeren STL Exporter,Revit model aanpassen voor 3D-printer, STL inladenin CatalystEX, Model controleren in CatalystEX,bezigheden naar printen.4D-Modellering: ondersteuning planning voorveilige renovatie van ziekenhuizenTijdens de renovatie van ziekenhuizen is hetuit financieel opzicht van belang de gewonemedische processen tijdens de uitvoering vande bouw zoveel mogelijk door te laten gaan. Metandere woorden: medische- en bouwprocessenmoeten parallel aan elkaar lopen. Gelijktijdigmoeten de bouwwerkzaamheden wel snel enkosteneffectief uitgevoerd kunnen worden.Onder deze omstandigheden is het moeilijk omde veiligheid van patiënten te waarborgen. Deplanning van renovatiewerkzaamheden vraagtDeelnemersSaxion Vastgoed, Saxion, Universiteit Twente, ROC van Twente, IAA Architecten, Sanger IBCT, DuraVermeer, Plegt Vos, Vibes, Itannex, Winkels Installatietechniek, Trebbe, WBC, Ariënszorgpallet.daarom om een nauwe samenwerking tussenmedische specialisten en bouwplanners. Om dezesamenwerking te ondersteunen is een methodeontwikkeld. Bouwplanningen met een 3D-weergavevan het gebouw kunnen met zogenoemde4D-modellen gevisualiseerd worden. Bouwplannerskunnen hiermee hun plannen inzichtelijk makenaan medische specialisten en dat maakt eenbetere dialoog mogelijk om de patiëntveiligheidte borgen. De methode is ontwikkeld door eenonderzoeksproject van de UT Twente en IAAArchitecten.Nieuwbouw Saxion Vastgoed te DeventerIn de zomer van <strong>2011</strong> is gestart met de bouw vannieuwe vleugel aan de spoorzijde van de Saxionaan de Handelskade in Deventer. De centrale halfungeert daarbij als verbinding. In totaal gaat hetom een oppervlakte van 4.500 vierkante meter,die de sublocaties Landbouwschool, IndischLandbouwmuseum en SVB gebouw vervangt. Denieuwbouw zal ook de groei van Saxion kunnenwaarborgen. De bewoners van de nieuwbouwzijn ook vastgesteld. Saxion Next Lifestyle en devolledige academies Ruimtelijke Ontwikkeling enBouw (ROB) en Bedrijfskunde en Ondernemen(ABO) worden straks in de nieuwbouw gehuisvest.Procesbewaking en analyse, het verzamelenvan projectinformatie, probleemherkenning endefiniëring behoren tot de algemene doelstellingen.Nieuwbouw Spoortheater NijverdalNa het winnen van de gemeentelijke prijsvraagis Trebbe begonnen aan de ontwikkeling van eenverpleegcentrum op de voormalige locatie vanhet Spoortheater in Nijverdal. Het plan omvat eenverpleegcentrum met plaatsen voor hoogwaardigerevalidatie en voor intensieve lichamelijke verpleging.Tevens komen in het verpleegcentrum diverseruimtes voor ondersteunende functies zoalsbehandelruimten, een oefenzaal en een grand cafévoor de bewoners.Een van de belangrijkste doelstellingen is omoptimaal informatie uit een 3D-model beschikbaar temaken voor elke projectdeelnemer. Daarmee moethelder worden welke informatie voor wie geschiktis en dus ook beschikbaar wordt. Procesbewakingen analyse, het verzamelen van projectinformatie,probleemherkenning en definiëring maken hierallemaal onderdeel van uit.Nieuwbouw Ariënszorgpalet te GlanerbrugHet Dr. Ariënshuis Glanerbrug van hetAriënszorgpalet maakt plaats voor een nieuwe,moderne locatie. Deze nieuwbouw zal helemaalgaan voldoen aan de huidige eisen rondomzorghuisvesting en de eigen wensen van de instellingrondom zorg- en dienstverlening.De nieuwe woonzorglocatie biedt ruimte aan zowelverzorgingshuiscliënten als verpleeghuiscliënten.Tevens wordt rekening gehouden met cliënten meteen visuele beperking, zijn er TOP-kamers (tijdelijkeopvangplaatsen) en biedt de locatie verschillendezorgfaciliteiten zoals dagopvang, restaurant,beautycenter, biljartruimte, behandelruimtes vooronder andere fysiotherapie.Er wordt onder andere aan de volgende doelstellinggewerkt: Wat is de kwaliteit van de aangeleverdeBIM-modellen (architect, constructeur eninstallateur) in relatie tot de informatiebehoefte vande aannemer en uitvoerende partijen?GBC Green Transformable BuildingHet project GBC loopt al enige tijd. In <strong>2011</strong> is noghard gewerkt aan ideeën, concepten en oplossingen.Zodra meer informatie bekend is over onder meerhet ontwerp, materialen en oplossingen sluit dewerkplaats BIM aan bij dit project. Doelstellingvoor de werkplaats voor dit project is het integraaltoepassen van BIM door alle partijen. Alle informatieis altijd beschikbaar op elk moment voor elke partij.Specifieke gedetailleerde doelstellingen wordengedefinieerd als het project vanuit BIM opgestartgaat worden.| pagina 32 || pagina 33 |


Saxion biedt BIM-minor aan‘Heel Twente BIM’t’SE-System Engineering & BIM-BuildingInformation ModelingSystem Engineering (SE) en Building InformationModeling (BIM) sluiten goed op elkaar aan. Om teonderzoeken hoe SE en BIM optimale ondersteuningaan elkaar kunnen bieden, zijn de eerste contactenvoor een gezamenlijk pilotproject gelegd. SEbegeleidt het proces, waardoor BIM ondersteundwordt en BIM verzorgt de visualisatie van eisen endraagt de informatieeisen aan. Het project gaatvermoedelijk begin 2012 van start gaat.‘Doorlopende leerlijn BIM’ROC, Saxion en University Twente werken samen omeen doorlopende BIM-leerlijn te ontwikkelen.Doordat elk onderwijsdeel op elk niveau aangebodenwordt, zal dat op elk niveau herkenning enkennisverhoging tot stand brengen. De studentenvan de verschillende niveaus komen later ookin andere rollen in het bedrijfsleven terecht enkrijgen daar te maken met BIM Het is goed datze dan allemaal met BIM kunnen werken, of je nubouwvakker op de bouw bent, modelleur bij eenarchitect of projectleider bij een aannemer.samenwerking metkennisinstellingenOnderzoeken door de UniversiteitTwente & Saxion studentenBedrijven die zich willen ontwikkelen in BIM hebbenmankracht nodig. Daarom worden studenten van deUniversiteit van Twente en Saxion ingeschakeld. Eenaantal voorbeelden waaraan de studenten werkenstaan hieronder genoteerd.Universiteit Twente:Sander Meijering is voor BAM bezig met deidentificatie van wijzigingsprocessen bij het werkenin een virtueel gebouwmodel.Marco ten Klooster onderzoekt voor Ballast Nedamhet ontwikkelen van een afwegingsmodel voor debeslissing tot BIM-inzet in tenderprojecten.Hans Hoeber voert voor Royal Haskoning eenonderzoek uit naar ondersteuning van SystemEngineering met behulp van BIM onderzoeken.Ruud Punte is bij Van Wijnen bezig met onderzoekom het ontwikkelen van een bouw-informatiemodelter ondersteuning van de werkvoorbereiding helderkrijgen.BIM Engineering Minor SaxionEen twintigtal studenten van de SaxionopleidingenBouwkunde en Civiele Techniek hebben deafgelopen twee stageperiodes meegedaan aan deBIM-engineering minor. Stage bij het bedrijf wordtgecombineerd met lesdagen bij Saxion. Alles op hetgebied van BIM komt tijdens de lesdagen aan de ordeen tijdens de stage voert de student praktijkzakenuit. Stage bedrijf, student en onderwijs werken opdeze manier gezamenlijk aan de ontwikkeling vanBIM binnen het bedrijf.Stagebedrijven zijn: van Dijk bouw, Plegt-Vos, tenBrinke Groep, De Groot Vroomshoop, KienhuisBouwmanagement, Sanger IBCT, BCT Architecten,Haafkes, Bramer, Trebbe, Klimawonen, L & OArchitecten, Leferink Architecten, Jorissen Simonetti,LBA Bouw, Vibes. De eerste tien studenten hebben injuni <strong>2011</strong> hun studiepunten voor deze minor behaald.Alle deelnemende bedrijven hebben verdere stappenop het gebied va BIM kunnen maken.Hoe leeft BIM bij opdrachtgevers?Bouwtechnisch bedrijfskunde student Peter Edeleijnheeft voor <strong>Pioneering</strong> een onderzoek gedaanbij een aantal opdrachtgevers. Van de achttienrespondenten zijn er zeven bekend met BIM enkonden hiervan een juiste omschrijving geven:“Samenwerken op basis van informatieoverdracht.”‘Iedereen wil BIM’, zegt Michel Mossel van de werkplaatsBuilding Information Modeling (BIM). En dusheeft hij binnen Saxion een minor ontwikkeld. In hetnajaar start de minor voor de tweede keer.‘We hebben al jaren 3D-tekenen en 3D-modelleren inhet standaardcurriculum van de opleidingen bouwkundeen civiele techniek. Maar BIM, dat is 10D’, aldusMichel Mossel. In BIM komen alle stappen van hetproces samen. Aan de hand van één open source informatiebronkunnen alle betrokken partijen hun documentenen berekeningen delen. Dit voorkomt dubbelingenen dat maakt het werk efficiënt en beperktde faalkosten.Student helpt bedrijfSteeds meer bedrijven willen de overstap maken naarBIM, maar ze weten vaak niet hoe ze daaraan moetenbeginnen. Een medewerker vrij maken om zich hierinte verdiepen, vraagt een behoorlijke investering.Saxion kan deze bedrijven via de nieuwe minor welop weg helpen. Studenten gaan per week vier dagenstage lopen bij een bedrijf en de vijfde dag komen zeop school voor de minor. De kennis die ze opdoen, delenze met hun stagebedrijf, onder meer via verslagenwaarin aan bod moet komen wat BIM inhoudt en wathet inhoudt voor dit specifieke bureau. Enkele studentendoen bij de Saxion onderzoek naar specifieke thema’svan BIM. Alle ingewonnen informatie over dezeonderzoeken en projecten wordt weer in het onderwijsverwerkt en kan gebruikt worden voor projectenvan de werkplaats BIM van pioneering.GevarieerdHet programma van de minor is gevarieerd. Elke stapvan BIM komt aan bod en de studenten krijgen volopde gelegenheid om er zelf mee aan de slag te gaan. Erstaan gedurende de minor lesdagen gepland rondomrelevante thema’s zoals 3D-model en bouwbesluit,bestektekening, constructie berekenen en high endrendering. Er staan excursies op het programma naarbedrijven die al ervaring hebben met de thema’s en zijvertellen hoe zij in samenwerking met andere partijenBIM hebben aangepakt.In februari is de eerste groep van tien studenten gestarten in september beginnen de volgende twaalf.Voor studenten bouwkunde en civiele techniek is deminor een interessante aanvulling. Ze kunnen nu eenextra minor kiezen in hun eigen vakgebied, waarmeeze een streepje voor hebben op de arbeidsmarkt. Alshet aan Michel Mossel ligt, wordt BIM nog veel meergeïntegreerd in de opleiding. ‘Mogelijk komt er ooknog een BIM-lab’, voorspelt hij. ‘Heel Twente BIM’t.’Bedrijven die interesse hebben in BIM en een stagiairdie de minor volgt, kunnen zich melden bij MichelMossel, m.a.g.mossel@saxion.nl.| pagina 34 || pagina 35 |


HANS HOEBER‘Verbetering van het specificatie- enontwerpproces volgens SE’Deze respondenten kijken met interesse naar BIMen volgen de ontwikkelingen op de voet. In totaalpassen maar twee organisaties BIM binnen hunorganisatie toe; een overheidsinstelling en eenorganisatie voor particulieren en eigenaren.In totaal laten vier organisaties (éénwoningbouwvereniging en drie organisaties voorparticulieren) BIM over aan een extern bureau.Uit het onderzoek kan geconcludeerd wordendat BIM nauwelijks wordt toegepast dooropdrachtgevers. Er is slechts één organisatie bijparticulieren en eigenaren og die op het gebied vanBIM voorop loopt. Helaas een uitzondering.‘Hoe kunnen alle onderdelenenergetisch doorberekend worden?’Bjorn Hartman, Saxionstudent van de opleidingBouwkunde, volgt de BIM-engineering minor. Zijnonderzoek tijdens deze stage is gericht op energie.Daarbij is onderzocht welke mogelijkheden er alontwikkeld zijn om een 3D-model energetisch doorte berekenen. Energetisch doorrekenen is natuurlijkeen heel breed begrip. De berekeningen zijn gespitstop de volgende onderdelen: Energie Prestatie Norm,warmteverlies, zonlicht, schaduw en energieverbruik.Steeds meer bedrijven hebben belang bij eenduurzaam en energiezuinig gebouw. Met behulpvan goed gereedschap ontstaat meer inzicht in deontwerpen van deze gebouwen en kunnen beterebeslissingen gemaakt worden in het ontwerpprocesop het gebied van energiegebruik en -verbruik.Doordat we nog aan het begin staan van de integraleaanpak van projecten is de software nog nietoptimaal afgestemd op elkaar. Het is wel mogelijk omenkele kleine onderdelen op het gebied van energiete berekenen met BIM-modellen maar dit zal zekernog verder ontwikkeld moeten worden.BIM is de grootste ontwikkeling in de bouw, dit zalin de toekomst steeds meer toegepast gaan worden.Het onderzoek wordt eind januari 2012 afgerond.Bjorn zal twee handleidingen schrijven; een voor hetgebruik van software van zonberekeningen en eenvoor het lichtgebruik (+energie) in gebouwen.Hans Hoeber, Student Civil Engineering andManagement aan de Universiteit Twente, voert eenafstudeeronderzoek uit bij Royal Haskoning, afdelingInfrastructuur te Nijmegen.Systems Engineering (SE) heeft als doel om opgestructureerde en navolgbare wijze het werk(systeem) te specificeren en ontwerpen. In ditonderzoek wordt een informatiemodel ontwikkeldwaarmee dit SE-proces van infrastructurele werkenverbeterd wordt. Het model moet de informatie inhet SE-proces slimmer samenbrengen. Vooral eenduidelijke relatie van het ontwerp met de specificatieinformatie ontbreekt vaak. Het ontwerp heeft vaakeen ondergeschikte rol in het SE-proces. Met hetinformatiemodel wordt het beter mogelijk tijdenshet specificeren het ontwerp te verkennen en deinformatie die daaruit voortkomt weer te gebruikenvoor het specificeren (ontwerploop). De SE-informatiewordt op deze manier in samenhang met eengeometrisch 3D-ontwerp met betekenisvolle objectenbeheerd.Met het samenbrengen van deze informatie ontstaateen Bouwwerk Informatie Model (BIM), een centraalmodel waarin de up-to-date informatie van despecificaties en het ontwerp in samenhang beheerdworden.De volgende aspecten moeten zo verbeterd worden:• traceerbaarheid van informatie;• configuratiemanagement;• verificatie van eisen;• communicatie met stakeholders (validatie);• inzicht in interne en externe raakvlakken;• voortgangsbewaking van de systeemontwikkeling;Een concreet voorbeeld van de resultaten is hetkoppelen van eisen aan de betekenisvolle objectenin het <strong>digitale</strong> 3D-model, dit is weergegeven inonderstaande figuur.Op deze manier is snel inzichtelijk welke eisen geldenvoor een object, de verificatie zou bijvoorbeeld ookin dit model gedaan kunnen worden. Het resultaat zalbestaan uit een algemeen toepasbare richtlijn voorhet opzetten van een informatiemodel voor het SEspecificatie- en ontwerpproces.Het onderzoek wordt opgezet aan de hand vantwee casestudy projecten. In het casestudy project“Drachtsterweg” wordt momenteel een BIM-systeemgebruikt dat op dit specificatie- en ontwerpprocesgericht is.| pagina 36 || pagina 37 |


Cluster Industrieel bouwen& productontwikkelingWerkplaats ProductontwikkelingDoelstelling werkplaatsDe bouw heeft weinig traditie inproductontwikkeling. De bedrijven in deze sectorzijn veelal doeners en in hun denken over hetbouwproces zijn ze capaciteitsgericht. De focusligt meer op exploitatie dan op exploratie. Daarwaar bedrijven aan productontwikkeling in debestaande structuur beginnen, gaat het operationelewerk vaak voor. Het denken in projecten, dekortetermijnoriëntatie en het willen inspringen opkansen heeft zijn weerslag in een ad hoc benaderingvan productontwikkeling.De werkplaats Productontwikkeling wil bedrijvenin de bouwsector bewust maken van de kansen dieproductontwikkelingsprocessen bieden. Tevens wil zijbedrijven ondersteunen die met productontwikkelingbezig zijn of die een nieuw product ontwikkeldhebben. Hiermee wil de werkplaats de marktpositievan de Twentse bouwsector versterken.Activiteiten werkplaatsDe werkplaats Productontwikkeling organiseert eenaantal keren per jaar een bezoek aan een innovatiefbedrijf, lezingen en rondetafelgesprekken. Met dezezogenaamde veldtochten stimuleert de werkplaatsde uitwisseling van kennis tussen bedrijven enkennisinstellingen. In <strong>2011</strong> heeft de werkplaats samenmet deelnemers Normteq, het Fablab, Twence enWaterschap Regge en Dinkel bezocht.Jaarlijks reikt de werkplaats tijdens het jaarevent van<strong>Pioneering</strong> de Innovation Award uit. In 2009 en 2010werd de <strong>Pioneering</strong> Innovation Award uitgereikt aanhet mkb-bedrijf dat het beste product of innovatieheeft ontwikkeld voor het bouwproces.Om innovaties in de bouw te realiseren, zijnniet alleen innovatieve bouwers, adviseurs entoeleveranciers nodig, maar ook opdrachtgevers.Steeds weer blijkt dat innovatieve opdrachtgevers demotor kunnen zijn voor innovatie.De Innovation Award is dit jaar dan ook uitgereiktaan de opdrachtgever die het meest het vernieuwendDeelnemersSaxion Hogeschool, Loohuis Installatiegroep B.V. Fleringen, Woningcorporatie DeWoonplaats, Universiteit Twente, Kloos2, Raab Karcher, Bartels Ingenieurs Bureau,Beton Centrale Twente, Dura Vermeer Bouw, Hebo Kozijnen, IAA Architecten, NijhuisToelevering, Trebbe Bouw, Voskamp Bouw & Industrie en Welbions, Morssinkhof Groep,Temmink Infra en Milieu, Olde Hanter bouwconstructie, Rosico, Landmark Projecten enSalca BV.| pagina 38 || pagina 39 |


Persbericht <strong>Pioneering</strong> Innovation Award <strong>2011</strong>opdrachtgeverschap gerealiseerd heeft. Dit kanzowel nieuwbouw, renovatie als onderhoud zijn. Debeste inzending is gekozen door een vakjury.ProeftuinVerschillende bedrijven beschikken over een productdat als prototype is geproduceerd en op labschaalgetest. Het ontbreekt deze bedrijven echter aantestgegevens op grotere schaal en gedurendelangere tijd. Met de proeftuin wordt een faciliteitgeboden voor het meten en testen van productenen technologieën in ‘real life’ gedurende langere tijd(bijv. één jaarcyclus). Deze meetresultaten komenten goede aan de ontwikkeling, vermarkten enfinanciering van de producten.Dit jaar is <strong>Pioneering</strong> gestart met de meting vanhet K-Block van Salca BV in de proeftuin bij Saxionin Enschede en in scholengemeenschap Canisus inAlmelo. Bij deze producten worden microdeeltjeszoutkristallen, lucht en water ingekapseld inkleine kunststof bolletjes. Door het ontstaan vaneen chemische reactie kunnen deze innovatieveproducten zowel warmte opslaan als koelen.Theoretisch is aangetoond dat door het gebruik vanK-Blocks er een efficiënte manier van koeling voorgebouwen kan worden bereikt.In 2009 heeft Salca BV uit Ootmarsum met zijnproduct K-Block en Thermupod de derde prijstijdens de Innovation Award van <strong>Pioneering</strong>gewonnen. In <strong>2011</strong> heeft <strong>Pioneering</strong> heeft deK-Blocks getest in de proeftuin: in twee klaslokalenvan Saxion en in zes klaslokalen van het St-Canisiusin Almelo. Dit onderzoek zal inzicht geven in depraktische werking van K-Blocks. De verbeteringvan de binnenluchtkwaliteit, zowel het thermischcomfort als het binnenmilieu, is het primaire doelvan het K-Block. Begin 2012 zullen de resultatengepresenteerd worden.Huis van MorgenHet Huis van Morgen (HvM) is een initiatief vanGroothuis Woningbouw en Landmark Projecten.Het HvM zal in 2012 gebouwd gaan worden doorGroothuis Woningbouw bestaande uit diversemarktrijpe innovaties. <strong>Pioneering</strong> zal het projectbegeleiden en faciliteren. De innovaties zullen in hetHvM gemonitord en getest worden, waarna ze brederin de markt gezet kunnen worden.Het HvM past binnen de opzet van het GreenTransformable Building Lab (GTB-Lab) waaruitgegaan wordt van een derde schil; de eersteschil zijn de kernbedrijven en kennisinstellingen,de tweede schil zijn supporters en de materiële enmanagementondersteuning en de derde schil zijnpartijen die voor de spin-off zorgen.Beide initiatieven richten zich op een andere fasevan product- en conceptinnovatie en liggen in hetverlengde van elkaar. Het GTB-Lab richt zich opproducten in de ontwikkelfase, terwijl het HvM zichricht op marktrijpe innovaties. Beide initiatieven zijneen goede aanvulling op en versterking van elkaar.Witte dakcoatingRosico heeft een witte dakcoating ontwikkeld die inDe Woonplaats winnaarmet “SandersAppartementencomplex”Vandaag is in de Grolsch Veste te Enschede de<strong>Pioneering</strong> Innovation Award <strong>2011</strong> uitgereikt. Deprijs werd uitgereikt aan woningcorporatie DeWoonplaats uit Enschede. Zij ontvingen de prijs methun inzending voor de nieuwbouw van het “Sandersappartementencomplex” te Enschede. In opdrachtvan De Woonplaats zijn drie geselecteerde consortiamomenteel bezig vorm te geven aan de inhoud vanhet project met slecht enkele randvoorwaarden.Hierbij is niet de prijs doorslaggevend maar zaler vooral op samenwerking en duurzaamheidworden beoordeeld. De jury sprak hierbij zelfs vanrevolutionaire wegingsfactoren. De informatie overhet proces is beschikbaar voor alle betrokkenenvia een <strong>digitale</strong> omgeving, projectplace. Op hetmoment dat het ontwerp bouwvergunningrijp iswordt het pas aanbesteed. Dit proces kan menbetrachten als een goed voorbeeld van vernieuwendopdrachtgeverschap in de bouw en heeft hiermeede <strong>Pioneering</strong> Innovation Award <strong>2011</strong> in de wachtgesleept. In opdracht van de winnaar wordt dooreen kunstenaar een kunstobject voor hun bedrijf ofproject gemaakt naar eigen inzicht.De andere twee genomineerden warenwoningcorporatie Domijn met het de pilot“Duurzame woningen” en de Gemeente Hellendoornmet het “Bouwteam Daarlerveen”. De jury was vanmening dat beide organisaties belangrijke stappenhebben gezet op het gebied van vernieuwendopdrachtgeverschap en vind dit dan ook eencompliment waard. De aanpak brengt zeer voordeligeeffecten met zich mee en daarmee zijn de projectendan ook succesvol.De werkplaats Productontwikkeling reikt jaarlijks de<strong>Pioneering</strong> Innovation Award uit. In 2009 en 2010werd de <strong>Pioneering</strong> Innovation Award uitgereikt aanhet MKB-bedrijf dat het beste product of innovatieheeft ontwikkeld voor het bouwproces. Ominnovaties in de bouw te realiseren, zijn niet alleeninnovatieve bouwers, adviseurs en toeleveranciersnodig, maar ook opdrachtgevers. Uit ervaring blijktdat innovatieve opdrachtgevers de motor kunnenzijn voor innovatie. Dit is de reden waarom dit jaarkandidaten werden geworven onder opdrachtgeversdie het meest “Vernieuwende opdrachtgeverschap”gerealiseerd hebben op het gebied van nieuwbouw,renovatie of onderhoud.De vakjury bestond uit de heer H.J. Hazewinkel ,voormalig lid Raad van Bestuur van VolkerWesselsen tegenwoordig commissaris bij diverseondernemingen, de heer R. de Wit, teamleiderbij Syntens, de heer G. Smit, voorzitter van deKoninklijk HIBIN, de heer H. Spenkelink, oud lid vande hoofddirectie van Dura Vermeer BV en voorzittervan IKT, de heer A.G. Dorée, hoogleraar Markt enOrganisatie aan de Universiteit Twente, mevrouwJ. Schuddeboom, wethouder gemeente Losser enmevrouw C. van Willigen, directeur Oost NV. De juryheeft zich laten adviseren door studenten van deUniversiteit Twente en Saxion.<strong>Pioneering</strong>INNOvationAward| pagina 40 || pagina 41 |


de proeftuin van <strong>Pioneering</strong> wordt aangebracht engedurende een jaar wordt gemeten.De verwachting is dat door witte dakcoatingde temperatuur van zowel het dak als debinnentemperatuur van gebouwen lager is dan bijeen zwarte dakbedekking. Wanneer de temperatuurbinnen gebouwen lager is, zal er ook minderkoelcapaciteit worden gevraagd. Verder functionerenzonnepanelen beter bij een lagere (directe)omgevingstemperatuur waardoor het rendementhoger is.ProductontwikkelingstrajectenJaarlijks ondersteunt de werkplaats één of tweeprojectontwikkelingen die in een beginstadium vande ontwikkeling staan. De afgelopen twee jaar heeftde werkplaats de ontwikkeling van het betonnenkozijn en integraal geschuimd beton gefaciliteerd enondersteund.Productontwikkeling Logica KozijnHet project LOGICA-kozijn (Langdurig,Onderhoudsarm, Gegarandeerd, Innovatief,Combinatie, Alternatief), is gebaseerd op eeninitiatief van IAA architecten te Enschede. Opbasis van uiterst rationele argumenten ontstondde overtuiging dat beton voor toepassing in eenbuitenkozijn ideaal zou zijn. Argumenten zijn onderandere de hoge duurzaamheid, de lage prijs enhet geringe onderhoud. Met steun van een tientalondernemingen en met subsidie van <strong>Pioneering</strong> werdeen project opgezet.In opdracht van de Universiteit Twente hebbenProf. Dr. Jos Brouwers, Dr. Götz Hüsken en Prof.Dr. Wim Poelman dit project uitgevoerd. Ook destudenten Ruben Langeveld, Chiel de Wit en ThijsTeunissen hebben hiervoor een bijdrage geleverd. Debetrokken bedrijven zijn: Bartels ingenieursbureau,Betoncentrale Twente,De Woonplaats Enschede,Dura Vermeer Bouw Hengelo, HEBO Kozijnen B.V.,IAA Architecten Enschede, Nijhuis Toelevering B.V.,Trebbe Bouw Oost & Noord B.V., Voskamp Bouw+ Industrie Almelo en Woningcorporatie WelbionsHengelo.Met betrekking tot fabricagemethoden werdendiverse alternatieven onderzocht zoals spuitgietenin gesloten mallen en extrusie van profielen. Bij hetontwerp werd gekeken naar gewichtsbesparing.Geconcludeerd kan worden dat het gieten inopen mallen van EPS goed gaat en dat er een fraaioppervlak te verkrijgen is door ‘Verhautung’ of doorhet aanbrengen van een voering. Dunwandigheidis te bereiken door toepassing van slagextrusie.Daarnaast is het mogelijk gebleken om het gewichtvan het kozijn te beperken door slagextrusie.Als vervolg op dit onderzoek is optimalisering vanhet proces, materiaal en ontwerp gewenst en hetrealiseren van een complexer, samengesteld kozijn.Vooralsnog is er geen partij binnen de regio die dezevervolgstappen wil realiseren.Integraal geschuimd beton genomineerdvoor de DOEN Materiaalprijs<strong>2011</strong>De Doen Materiaalprijs is een prijs ter stimuleringvan ontwerpen met vernieuwing en duurzaamheidin combinatie met esthetiek en functionaliteit.Beeldend kunstenaars, vormgevers, modeontwerpersen architecten worden uitgedaagdom nieuwe, duurzame materialen en innovatievetechnieken in hun werk toe te passen. De DOENmateriaalprijs looft een prijs van €15.000 uit vooreen eindontwerp en een aanmoedigingsprijs van€5.000 voor een idee dat nog uitgevoerd moetworden. Binnen de werkplaats Productontwikkelinghoudt Jacob Alkema zich bezig met hetontwikkelen van geschuimd beton en de veletoepassingsmogelijkheden.Productontwikkeling Integraal Schuim betonDe productie van beton is een grote veroorzaker vanCO2-emissie. Het gebruik van lichtgewicht betonvermindert dit en maakt beton ook ergonomischgeschikter. Daarom is onderzoek gedaan naarintegraal geschuimd beton. Dit is een nieuwmateriaal met een nieuwe productietechniek. Hetmateriaal is een mono-materiaal van cement/beton, opgebouwd uit een geschuimde kern meteen gesloten buitenmantel. Kunststofschuim ofander materiaal om het gewicht te reducerenworden niet toegepast. De elementen die van hetmateriaal gemaakt kunnen worden, kunnen prefabgeproduceerd worden in diverse afmetingen. Dewanddikte van het element is variabel (onderandere afhankelijk van sterkte-eis of drukbelasting).Voordelen ten opzichte van ‘normaal’ schuimbetonis de hoge kwaliteit van de afwerking (schil) en desterkte van het oppervlak.Dr. Jakob Alkema, onderzoeker bij de UT, heeft in2010 en <strong>2011</strong> het materiaal onderzocht en KoenHermsen, afstudeerstudent Industrieel Ontwerpenbij Temmink, begeleidt. De conclusie van zijnonderzoek is dat een productietechniek voor hetproduceren van grote 3D-vormen haalbaar lijkten dat een productietechniek voor het maken vanvlakke (prefab)elementen markttechnisch het meestinteressant is.Deelnemende bedrijven zijn Morssinkhof Groep,Temmink Infra en Milieu, Raab Karcher, OldeHanter bouwconstructie, de Universiteit Twenteen <strong>Pioneering</strong>. Jacob Alkema begeleidt namens deUniversiteit Twente de studenten.Samenwerking metkennisinstellingenVanuit de Universiteit Twente is Koen Hermsenafgestudeerd met het project Integraal geschuimdbeton.| pagina 42 || pagina 43 |


Werkplaats Master Industrieel OntwerpenDoelstelling werkplaatsDe kern van de toekomstige ontwikkeling in de bouwligt bij de integrale aanpak van milieu, integratievan industrialisatie, transformatie, gezondheiden comfortaspecten. Er is meer samenhangnodig tussen duurzame energieconcepten en eenflexibele benadering van bouwen. Hierbij spelende toepassing van nieuwe materialen, hergebruik,Systems Engineering en regelgeving in de bouw.Innovatie in de bouw moet gestimuleerd wordendoor de samenwerking in de bouwkolom.De werkplaats Master Industrieel Ontwerpenontwikkelt en bouwt een faciliteit voor het testenvan nieuwe materialen en bouwwijzen. Dit GreenTransformable Building Lab dat ontwikkeld wordtop de Universiteit Twente is een onderdeel van hetcurriculum van de Master Industrieel Ontwerp. Dewerkplaats bevordert hiermee de samenwerkingtussen de kennisinstellingen, Twents bouwbedrijven,overheden en andere stakeholders.Activiteiten werkplaatsDe werkplaats hield drie workshops in <strong>2011</strong>. Dit heeftgeresulteerd in een ontwerp en een verkenningvoor materiaalgebruik. Mede aan de hand vande workshops zijn functionele en technischespecificaties voor de ontwikkeling van systemenen componenten voor GTB Lab opgesteld. Ookvonden twee bijeenkomsten plaats over het GreenTransformable Building Lab op de UniversiteitTwente en het ROC van Twente.Green Transformable Building LabIn <strong>2011</strong> is ook de bouw van Green TransformableBuilding Lab op de Universiteit Twente voorbereid.In 2012 zal dit gebouwd worden. Met het GreenTransformable Building Lab worden toekomstigetrends van bouwen in de 21e eeuw onderzocht.Aspecten als zonne-energie, water, flexibele enindustriële bouwmethoden, hergebruik, onderhouden aanpasbaarheid worden hierin geïntegreerd.Een structuurplan voor het bouwproject en eenconcept voor een samenwerkingsovereenkomsttussen de partijen zijn opgezet, de geschiktetechnologieën zijn geïnventariseerd en er destakeholders volgden een workshop. De beoogdefunctionaliteiten, de te ontwikkelen technologieënen onderzoeksvragen van het Green TransformableBuilding Lab zijn inmiddels geformuleerd.Tevens is een integraal concept door Internationaldesign studio’s en internationale en multidisciplinaireteams ontwikkeld. Hierbij is er onderzoek gedaannaar technische oplossingen en de uitwerking van deonderdelen in samenwerking met Saxion.Daarnaast is gestart met de technische uitwerkingDeelnemersDe UT heeft een breed experimenteel platform gecreëerd waar studenten van de MasterIndustrieel Ontwerp samenwerken met bedrijven aan het ontwerp en systeemontwikkeling vanGreen Transformable Building Lab. Naast Universiteit Twente en <strong>Pioneering</strong> zijn Saxion enROC Twente betrokken. Samenwerkende bedrijven zijn: Kingspan, Clima Level, TKH Group,Van Dijk Groep, Winkels Techniek, De Groot Vroomshoop, Plegt Vos, gemeente Enschede,De Woonplaats, Kersten Retail, Raab Karcher, Has Koning, Blue Dec, Kessels, Vison4Energyen Itannex.| pagina 44 || pagina 45 |


van systemen voor GTB Lab in samenwerkingmet studenten UT en Saxion. Met ondersteuningvan <strong>Pioneering</strong> heeft de Universiteit Twente overdit onderwerp het Engelstalig boek InternationalDesign Studio, Green Transformable building Labgepubliceerd (ISBN 978-90-365-3231-0).Internationale Ontwerp StudioEen van de activiteiten van de Master IndustrieelOntwerpen is de Internationale Ontwerp Studio.Hier werken studenten uit Sarajevo, Istanbul enEnschede samen met de bouwindustrie aan deontwikkeling van toekomstige bouwconcepten. Ditwordt gedaan in multidisciplinaire teams bestaandeuit studenten Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen enCiviele Techniek.Het doel in <strong>2011</strong> was het ontwerp van het GreenTransformable Building Lab. Het ontwerp is gerichtop de transformatie van het gebouw op verschillendeniveaus, door herconfiguratie, montage, hergebruiken recycling van componenten en materialen enC2C. De transformeerbaarheid en flexibiliteitworden toegespitst op de behoeften van kantoren,appartementen en een auditorium.Samenwerking metkennisinstellingenVanuit de Universiteit Twente zijn twee studentenbezig met hun master theses. Stefan Binnenmarsstudeert af op het onderwerp ‘Guiding theConstruction Industry towards more SustainableBuilding: Working towards a clear model for IDFBuilding Criteria’. Jetse Vink studeert af op ‘Factorsof influence on the performance of sustainableconcepts’.Jetse VinkVoldoen renovatieconcepten?Jetse Vink ontwikkelde tijdens zijn afstuderen een Jetse formuleerde zelf zijn onderzoek,nieuw model waarmee de levensduurprestatie van maar kon het uitvoeren bij Local induurzame renovatieconcepten geëvalueerd kan Amsterdam. Het model dat hij ontwikkelde konworden. “Daarmee wordt inzichtelijk of een concept hij direct toepassen bij Local, waar hij nu werkt alsaansluit bij de wensen en eisen die je hebt binnen adviseur en ontwikkelaar van renovatieprojecten.een renovatieproject”, legt hij uit.“Voor Local heb ik het renovatieconcept‘WarmBouwen’ vergeleken met ‘niets doen’ enJetse volgde de Master Construction Management een ‘standaard renovatie’.” In het model wordtand Engineering. Voor zijn afstuderen was hij al de levensduurprestatie gemeten, bestaand uiteen half jaar betrokken bij het onderzoeksproject de levensduurkosten en opbrengsten, de milieuimpact,het energielabel en de kwaliteit vanCreative City Lab in Amsterdam, waar hij samen metandere studenten nadacht over een klimaatneutrale een renovatieconcept. Sociale aspecten, zoalswijk. Daardoor werd zijn interesse voor sustainable communicatie met de bewoners zijn hierin nietbuilding aangewakkerd.meegenomen. “Op het gebied van implementatiegaat de discussie niet over techniek, want het gaat“Het onderzoek naar het model heb ik gedaanom geld. De voorwaarde is duurzaamheid, maaromdat er allerlei duurzaamheidsmodellen,uiteindelijk is het uitgangspunt dat het financieelzoals het energielabel en de epc-norm, in dehaalbaar is. Alleen dan zullen eigenaren overgaan totmarkt zijn, maar geen van alle is compleet”,investeren.”vindt Jetse. “Het belangrijkste deel wat mist,is het bedrijfseconomische aspect (kosten- enJetse kreeg een 9 voor zijn afstudeeronderzoek.opbrengsten). Energielabel A bijvoorbeeld zegt nog “Mijn begeleiders vonden het dusdanig interessantniets over de bedrijfseconomische haalbaarheid van dat er misschien nog een onderzoek aan gewijdeen renovatieconcept.”wordt om een model te ontwikkelen dat mindergedetailleerd is en beter toepasbaar.”“Het was niet mijn ambitie om een nieuw model teintroduceren, maar wel om te onderzoeken welkefactoren van invloed zijn op het kiezen voor eenconcept binnen een project. Het grote probleem isdat op dit moment technisch alles mogelijk is, maardat het vaak bedrijfseconomisch niet haalbaar is. Datis de grote uitdaging.”| pagina 46 || pagina 47 |


WerkplaatsIndustrieel Duurzaam en Flexibel bouwenDoelstelling werkplaatsDe werkplaats Industrieel Duurzaam en Flexibelbouwen van <strong>Pioneering</strong> heeft de visie dat devoortdurende dynamiek in de samenleving zorgtvoor een kortere levensduurverwachting vangebouwen en een steeds kortere gebruiksduur vanbouwproducten. Materiaal dat zeventig jaar meezou kunnen gaan, wordt nu al na tien, vijftien jaarals afval gezien. Als gevolg daarvan zijn er steedsmeer bouwactiviteiten die resulteren in toenamevan bouwafval, materiaalgebruik, energiegebruik,CO2-uitstoot en levenscycluskosten. De filosofievan Industrieel Duurzaam en Flexibel bouwenis gebaseerd op een hoog transformatie- endemontagepotentieel van gebouwen en systemen.Op deze manier wil de werkplaats IndustrieelDuurzaam en Flexibel bouwen van <strong>Pioneering</strong> eennegatieve impact van gebouwen op de omgeving enhet milieu voorkomen.Activiteiten werkplaatsDe modulaire badkamerDe modulaire badkamer van IDF biedt oplossingenvoor de snelle montage en transformaties vanbadkamers in zorggebouwen en woningbouw. Debadkamer is snel aanpasbaar aan de verschillendewensen van gebruikers qua lay-out en materialen,zonder sloop en afvalproductie. Gezien de grotevraag naar dit soort oplossingen is er behoefteom snel tot een definitief innovatief productte komen dat breed toepasbaar is. Er wordenvoorbereidingen getroffen voor de toepassing van debadkamersystemen in het verzorgingshuis te Almelo.IDF-modulen / E1-woningenDe IDF-module is een integrale oplossing voor detransformatie van de bestaande woningvoorraaddoor oplossingen te bieden voor CO2-reductie,verbetering van energieprestatie, toevoeging vanextra vierkante meters, variatie in demografischeveranderingen, verbetering van akoestiek,esthetische verbeteringen en variatie op wijkniveau.Dit systeem is ook geschikt voor nieuwbouw en hetbiedt de oplossing voor de energieneutrale woningenmet hoge mate van transformatiecapaciteit enhergebruik van materiaal. Dat resulteert in eenbesparing van CO2-uitstoot vanaf 40 procent.Daarnaast levert het ook financiële besparingen opvoor de lange termijn.De toepassing van de IDF-modulen vindt plaatsin een innovatief nieuwbouwproject op deStroinkslanden te Enschede. Het project wordtgerealiseerd in opdracht van De Woonplaats.DeelnemersUniversiteit van Twente, Twinta, Hodes, Winkels Techniek, Van Dijk Groep, Plegt Vos, 4Darchitects, Raab Karcher, De Woonplaats en Van Dijk Groep.| pagina 48 | | pagina 49 |


IDF verkentzijn grenzenStefan BinnemarsHoe ‘IDF’ zijn bouwconcepten?Naast het feit dat hetbedrijfsleven samen met deonderwijsinstellingen, vanuit<strong>Pioneering</strong> en de werkplaats IDF, hardwerken aan de ontwikkeling van IDF in de bouw,dragen ook de studenten van Saxion hun steentjebij. Op hun zoektocht naar optimalisatie van dehedendaagse bouwtechnieken hebben zij hetaangedurfd om een vergelijking te maken methet buitenland. In Ierland waar in de 90-ér jareneen enorme ’’flow’’ ontstond, in innovatievebouwmethoden, werd in december 2010 eenvoorbereidend veldonderzoek verricht voor hetafstuderen van een groep van 12 Saxion studenten.Deelnemers aan de Minor Industrieel bouwenen Productontwerp hadden de opdracht omals onderdeel van hun meesterproef eenvergelijking te maken met de Nederlandseindustriële bouwindustrie en die van Ierland.Dublin werd verkozen als thuishaven, waareerder dat jaar, programmadirecteur Basvan der Veen op uitnodiging van EnterpriseIreland, de eerste verkenningen verrichtte. Eengedegen studievoorbereiding, waarbij de Iersebedrijfsbezoeken in de benodigde rapportages entekeningen waren verwerkt, zorgde ervoor dat deSaxionstudenten goed voorbereid waren op hunpresentatie aldaar.In aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur,de heer Robert Engels, is er op 10 juni jl. eensymposium georganiseerd bij het Dublin Instituteof Technology (D.I.T.) in Dublin. Tijdens hetochtendprogramma spraken diverse vooraanstaandepersonen uit de bouw over hun visie en ontwikkelingmet betrekking tot nieuwe duurzame en innovatievebouwtechnieken.De presentaties gaven stof tot bezielende discussieswaarbij de aanwezige vertegenwoordigers vanbedrijven, onderwijsinstellingen en studenten vangedachten wisselden. Het middagprogramma stondin het teken van de af te leggen ‘’meesterproef” vande 3 groepen Nederlandse studenten. Elk betoogover de vergelijkingen betreffende economisch- enbouwtechnische aspecten van de Nederlandsebouwindustrie en die van Ierland, werd door de Iersejury beoordeeld. Hierbij werd vooral gelet op deuiteenzetting van de door de groepen uitgewerkteprojecten op industrieel, duurzaam en flexibelecomponenten. De jury wist de projecten op waardete schatten en elke groep kon na het beantwoordenvan de vaak kritische vragen reken op eenbemoedigend applaus vanuit de zaal. Het resultaathiervan was dat alle drie groepen met een voldoendegeslaagd waren voor deze Minor.Nadat de studenten de felicitaties in ontvangsthadden genomen van alle aanwezigen werd deafsluiting verzorgd door de directeur van D.I.T.Hij benadrukte dat de manier waarop Saxion en<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> in deze Minor samenwerkeneen voorbeeld is voor alle onderwijsinstellingen.Op deze manier kan in tijden van deze economischecrisis, de bedrijven en studenten weer dichter bijelkaar worden gebracht. De opgedane kennis kan opdeze manier worden gedeeld en daardoor leert menelkaar beter te begrijpen. Met deze wijze woordenging de Nederlandse delegatie met een positiefgevoel huiswaarts. Duidelijk is dat het doel, desamenwerking tussen Saxion en <strong>Pioneering</strong>, zekerwas geslaagd!Stefan Binnemars was een van de eerste studentendie de master Industrieel Ontwerpen voor de bouwvolgde bij Elma Durmisevic. In <strong>2011</strong> studeerdehij af. Omdat hij geïnteresseerd is in nieuwebouwconcepten in relatie tot duurzaamheid,onderzocht hij hiervoor, en in opdracht van Van DijkBouw, in hoeverre bouwconcepten ‘IDF’ zijn, oftewelIndustrieel/Individueel, Duurzaam en Flexibel.“Wat IDF toevoegt boven andere concepten, isde factor tijd. Je kijkt niet alleen naar wat eenproject initieel kost, maar ook naar hoe flexibel,hoe aanpasbaar het is en hoe lang je het kuntgebruiken”, legt Stefan uit. Dit vond hij interessantom te onderzoeken, want er zijn veel verschillendemethodes en beoordelingsprogramma’s die allemaalgericht zijn op een betere toekomst, maar die tochveel van elkaar verschillen.Stefan besteedde daarom tijdens zijn onderzoekeerst veel tijd aan de vraag ‘wat is eigenlijkduurzaamheid en hoe verhoudt zich dat tot debouw?’ Hij vertaalde zijn antwoorden in criteriaen bekeek vanuit die criteria hoe ‘IDF’ eenbouwconcept is. “Waarschijnlijk is een gebouwniet voor 100 procent IDF, maar je kunt aan dehand van het model wel kijken waar je wat kuntverbeteren.” Het resultaat van het onderzoek is eenmodel dat niet alleen op gebouwen toepasbaar is,maar ook op systeemniveau. “Bouwconcepten zijnprojectoverstijgend”, benadrukt Stefan.Het onderzoek was abstract van aard, maar hetkon vervolgens ook de concrete vraag van VanDijk Bouw beantwoorden om te kijken in hoeverreeen bouwconcept van Van Dijk Bouw, PassendWonen, voldoet aan de IDF-criteria en wat daaraanverbeterd zou kunnen worden.Tevens is het onderzoek een opzet om mee verderte gaan, denkt Stefan. “Ik heb vooral gekeken naarhoe je de concepten beter kunt maken in technischezin. Nu doe ik promotieonderzoek naar wat erverder bij komt kijken, zoals financiering, logistiek,verdienmodellen en het productieproces.”Stefan werkt nog steeds bij Van Dijk Bouw. “Debouw heeft een nieuw soort vakmensen nodig.Naast de klassieke beroepen, zijn er mensen nodigdie nieuwe concepten ontwikkelen en de spin in hetweb zijn om te communiceren met alle specialisten”,merkt Stefan.| pagina 50 | | pagina 51 |


Cluster VerduurzamenBestaande BouwWerkplaats Conversie en HergebruikDoelstelling werkplaatsHet doel van de werkplaats Conversie en Hergebruikis het stimuleren van conversie en hergebruik vanbestaande wijken, woningen, kantoren en anderegebouwen. Conversie & hergebruik is mindermilieubelastend dan sloop en nieuwbouw, is inveel gevallen kostenbesparend en er vindt geenkapitaalvernietiging plaats. De karakteristiekekenmerken van een binnenstad blijven behouden.Conversie en hergebruik is een antwoord op tijdelijkhuisvesting.De werkplaats zorgt voor verbetering van dekwaliteit en de actualiteit van het onderwijs enversnelling van processen bij concrete projectenwaardoor leegstand vermindert en verloederingen waardevermindering worden tegengegaan. Hetdoel is om de problematiek van leegstand onder deaandacht te brengen en innovatieve concepten teontwikkelen om locaties succesvol te hergebruiken.De kennis en ervaring worden opgedaan in concreteprojecten. De werkplaats ziet het als een taak om departijen die ruimte aanbieden en die ruimte zoekenin Twente met elkaar te verbinden met behulp van devraag- en aanboddatabank.Activiteiten werkplaatsABN AMRO en collective housing conceptHet gebouw van ABN AMRO aan deOldenzaalsestraat in Enschede staat al enige jarenleeg. De werkplaats Conversie en Hergebruik heeftgekeken naar de mogelijkheden die er zijn om ditgebouw te converteren naar een andere bestemming.Diverse mogelijkheden zijn onderzocht en er is eenhaalbaarheidsonderzoek gehouden. Het doel is eenreëel en haalbaar plan voor te leggen aan een partijdie hier mogelijkheden in ziet en daardoor bereid iste investeren in het plan.Voor het gebouw is een concept uitgewerkt vooreen nieuwe collectieve woonvorm die ook in anderebestaande gebouwen op andere locaties toegepastkan worden. In <strong>2011</strong> is dit project in samenwerkingmet twee studenten, verder uitgewerkt. Hetconversieplan ligt klaar, maar momenteel is er geendirecte interesse van een commerciële partij is, diehet plan wil overnemen.TechnasiumHet doel van de pilot Technasium was hetopstellen van een haalbaarheidsanalyse voor hettransformeren van een gymlokaal in een leslokaalvoor het Technasium van het Bonhoeffer College teEnschede. Het haalbaarheidsprogramma is inmiddelsafgerond. Het Bonhoeffer College heeft aangegevendat in verband met bezuinigingen in het onderwijs deontwikkelingen gestaakt moeten worden.DEELNEMERSHoltdijk, IAA Architecten, Gemeente Enschede, ten Hag Makelaarsgroep Enschede,Bloom Landscape + urbanism, De Woonplaats, Leferink Office Works BV, WeberInstallatietechnieken BV en Mijande Wonen.| pagina 52 || pagina 53 |


ErvaringendatabankDe werkplaats Conversie en Hergebruik had zichook ten doel gesteld om een databank op te zettenwaar vraag naar ruimte (wonen, werken, leisure,zorg) en aanbod van leegstaande en leegkomendepanden elkaar vinden. Hiermee wil de werkplaatsde leegstand in Twente reduceren. Hiervoor isaansluiting gevonden gevonden bij het projectTussentijds van de gemeente Enschede. Daarinhebben zich ook Platform Initiatieven Tijdelijkheid(PIT), Architectuurcentrum Twente en provincieOverijssel verenigd. De provincie ziet Enschede alstijdelijke hoofdstad van Overijssel op gebied van deinvulling van leegstaande locaties.In <strong>2011</strong> is de ervaringendatabank afgerond enondergebracht bij het vraag- en aanbodprojectals extra laag van informatieverstrekking. In debinnenstad van Enschede is een leegstandsloketgeopend om extra aandacht hieraan te geven.StudentenprojectenOm Conversie en Hergebruik deel uit te latenmaken van regulier onderwijsprogramma zoals deopleidingen Planologie, Vastgoed en Makelaardijen Bouwkunde, op zowel mbo- als hbo-niveau, is dewerkplaats gestart met studentenprojecten.Op 27 januari <strong>2011</strong> werden tijdens deNieuwjaarsborrel van <strong>Stichting</strong> Vastgoedrapportage,in samenwerking met <strong>Pioneering</strong>, drieconversieprojecten gepresenteerd. Hieraanhadden tachtig studenten gewerkt. Het besteconversieplan is tijdens deze bijeenkomst beloondmet de <strong>Pioneering</strong> Conversie Prijs. Het winnendeontwerp liet zien hoe van het Arkegebouw een Stay-Okaylocatie kan worden gemaakt.Een gelijkwaardig studentenproject is in november<strong>2011</strong> gestart met dertig studenten van de opleidingenVastgoed en Makelaardij en Planologie van Saxion.De eindpresentaties hiervan zullen plaatsvinden in2012.Studenten ROC en Saxionwerken aan ConversieOp 16 november 2010 was de succesvolle kick-off vanhet Conversie project voor 80 studenten van SaxionVastgoed & Makelaardij (Enschede) en RuimtelijkeOrdening & Planologie ( Deventer). Gedurende hettweede kwartiel van hun laatste studiejaar houdenzij zich bezig met 3 conversie projecten: Het kloosterDolphia, de Coberco melkhal en het voormalige Arkegebouw.Dankzij de voorbereidingen van 8 bouwkundestudenten van het ROC van Twente hebben destudenten van Saxion een vliegende start kunnenmaken. De ROC studenten hebben als onderdeelvan hun afstudeertraject zo veel mogelijk informatiemoeten verzamelen over de gebouwen. Zo hebbenzij navraag gedaan bij het Kadaster, de gemeente,de eigenaar en via internet om tot een zo compleetmogelijk startpakket te komen. Vervolgenshebben zij hun bevindingen gepresenteerd aan dedeelnemende studenten van Saxion.Deelnemers van de werkplaats Conversie &Hergebruik zullen een deel van de gastlessen voorhun rekening nemen en de studenten meenemenin de dagelijkse praktijk van Conversie. Eind januarizullen de studenten van Saxion hun resultatenpresenteren aan de desbetreffende eigenaren. Voorde drie gebouwen moeten zij de beste toekomstigeinvulling bepalen en daarbij rekening houden met dedirecte omgeving en eventuele randvoorwaarden.Dit project is een prachtig voorbeeld van eensuccesvolle samenwerking niet alleen tussenopleidingen, maar ook tussen kennisinstellingenen een grote diversiteit aan marktpartijen. Destudenten worden zo getrakteerd op een stukje ‘reallife’ en worden daarmee beter voorbereid op huntoekomstige werksituatie.| pagina 54 || pagina 55 |


BalengebouwHet project Balengebouw heeft kennisdeling metbetrekking tot technische mogelijkheden voorherbestemming tot doel: in casu het volgen envastleggen van een bijzondere techniek, genaamdvijzelen. Voor de afbakening van de projectopdrachten de op te leveren resultaten van dit project zijnafspraken gemaakt met de Woonplaats.Tijdens het jaarevenement van <strong>Pioneering</strong> op17 november <strong>2011</strong> hebben vijftig deelnemersdeelgenomen aan een excursie in en om het gebouw.Hierbij werd ingegaan op de problemen en detoegepaste oplossingen die bij de bouwprocessenplaatsgevonden hebben.Vliegveld Twente: herbestemming De StripVoor een onderdeel van Vliegveld Twente, genaamdDe Strip, wordt een herbestemming gezocht. In destructuurvisie kan het gebied rond de voormaligetaxibaan van de F-16’s een nieuwe bestemmingkrijgen voor functies ten behoeve van innovatievebedrijvigheid en vrije tijd. De werkplaats is voor dezeinvulling op zoek naar ideeën uit de markt.Tijdens het jaarevenement van <strong>Pioneering</strong> heeft dewerkplaats deze casus gebruikt als thema voor eenboeiende workshop. Enkele groepen hebben hunideeën gepitcht. Hierna heeft de jury het beste ideebeloond met een modelhelicopter.In 2012 zal deze sessie een vervolg krijgen.The CorridorDe gemeente Enschede heeft het voornemen omvan The Corridor (voormalig ROC op het Kennispark)het meest duurzaam gerenoveerde kantoorpand temaken. Het project moet als voorbeeld dienen voorandere gelijksoortige panden. De gemeente heeftde werkplaats Conversie en Hergebruik gevraagd tehelpen en mee te denken. De opzet is om het pandmee te nemen in een studentenproject voor Saxionen daarnaast een prijsvraag uit te zetten in de markt.De gemeente onderzoekt momenteel de regelgevingrondom aanbesteding. De uiteindelijke winnaar vande prijsvraag krijgt het gebouw van de gemeente.Samenwerkingmet kennisinstellingenStudentenprojectenIn schooljaar <strong>2011</strong>/2012 startte conversie enhergebruik bij Planologie in de minor. In het eerstehalf jaar wordt dit als thema behandeld. Bij Vastgoeden Makelaardij wordt het als vierdejaars project inhet tweede kwartiel opgenomen. Studenten vanhet ROC in Almelo zijn aan de slag gegaan metonderzoek naar het voormalige badhuis en de dr.Ariënsschool.Vier studenten van de opleiding Planologie vanSaxion Deventer doen onderzoek naar een nieuweinvulling voor gebouw The Corridor. De opdrachtkreeg als titel mee: Maak van The Corridor het meestduurzame gerenoveerde gebouw van Nederland.Vijf groepen studenten van de opleiding Vastgoed enMakelaardij van Saxion Enschede deden onderzoeknaar herbestemming van het monumentale gebouw’t Heim in Hengelo.Leegstand Twentse gemeentenVastgoed- en makelaardijstudente Brigitte de Bruin isin juni <strong>2011</strong> afgestudeerd. Zij maakte een handreikingvoor Twentse gemeenten waarin middelen wordenaangegeven om leegstand tegen te gaan.Binnen de werkplaats zal de handreiking gebruiktworden om aanknopingspunten uit te halen omhet debat met Twentse gemeenten aan te gaan eneventueel verder onderzoek op te starten.Financiële haalbaarheid van conversieprojectenVastgoed- en makelaardijstudenten Bas Rikkerinken Kevin Roolvink doen onderzoek naar definanciële en fiscale gevolgen van leegstanden herbestemming bij kantoorgebouwen in deregio Twente. Ze keken ook naar welke extramogelijkheden er bij herbestemming zijn, zodathet financieel aantrekkelijker wordt gemaakt voorgebouweigenaren.Vanuit de werkplaats Conversie en Hergebruikworden de studenten begeleid door Michel ten Hag.Onderling maken zij afspraken over de tijdstippenvan begeleiding en de planning. Dit onderzoek looptdoor tot medio 2012.Gastcolleges en excursiesIn december hebben alle vierdejaars Vastgoed- enMakelaardijstudenten van Saxion Enschede eenbezoek gebracht aan Vision4energy in Oldenzaal.Deze door ten Hag Makelaardij georganiseerdeexcursie hebben de studenten als zeer leerzaamervaren.Door Holtdijk en Beltman Architecten zijngastcolleges verzorgd voor de studenten opSaxion Enschede. Het thema dat centraal stondwas Conversie en hergebruik bezien vanuit deontwikkelaar en de architect.| pagina 56 || pagina 57 |


WerkplaatsResultaatgericht VastgoedonderhoudDoelstelling werkplaatsDe afgelopen jaren is er een nieuwe benadering vooronderhoud van woningen en gebouwen in opmars.Het doel is het optimaliseren van de kosten over degehele levenscyclus. Hiervoor worden verschillendebenamingen gebruikt zoals PrestatiegerichtOnderhoud, Resultaatgericht Vastgoed Onderhouden Integraal Onderhoud. Binnen <strong>Pioneering</strong> hanterenwij de term Resultaatgericht Vastgoed Onderhoud(RGVO).Hoewel de relevantie van RGVO toeneemt, blijkt dekennis hierover in de markt tamelijk beperkt. Veelondernemers in de onderhoudssector zijn weliswaarop de hoogte van de theorie, echter de toepassingschiet tekort. In de praktijk blijkt dat de kosten vooronderhoud in een traditionele benadering moeilijk tebeheersen zijn. Beheerders hebben steeds jongerewoningen in hun bezit door snellere verkoop ennieuwbouw. Toch blijken de kosten van onderhoudjaarlijks licht te stijgen. Er valt op middellangetermijn een sterke piek te verwachten in deonderhoudsopgave. Dit komt onder andere door hetgebruik van meer en complexere installaties en doorde nadruk op uitvoeringskwaliteit en kosten.De werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoudverbindt de theorie voor deze verbeterde processenmet de praktijk.Activiteiten werkplaatsOm kennis op te bouwen organiseert de werkplaatsgeregeld bijeenkomsten, Meet & Greets, zoals in<strong>2011</strong> over het project Wijkaanpak Pathmos. Na depresentaties van opdrachtgever De Woonplaatsen opdrachtnemer Onderhoudscombinatie OCPathmos kregen de deelnemers een rondleiding dooreen deel van de wijk. Ze bezochten onder meer deproefwoningen in het kader van energieprestatie ende beeldkwaliteit van schilderonderhoud.In de Dutch Green Building week konden dedeelnemers tijdens een middagworkshop op eenpraktische wijze kennismaken met de RGVOmethodiek.De werkplaats nodigt de leden ook regelmatig uitvoor terugkommiddagen. Deelnemers geven hierpresentaties over actuele zaken en de voortgang vanprojecten. Tijdens deze middagen kunnen de ledenkennis delen over RGVO.Boek Twentse aanpakHet boek “De Twentse aanpak, vernieuwendvastgoedonderhoud” markeert de tussenstand vanDEELNEMERSAdmikeur, Balance & Result, AWS Beter Wonen, Boll Dakgroep, Farwick Groenspecialisten,Feenstra verwarming, Gebr. Van der Geest, gemeente Almelo, gemeente Enschede,Hemink Groep, Klein Poelhuis, Kloos 2, Koopmans Service & onderhoud, Leferink Beheer– Lemelerveld, Lennipsgroep, Loohuis groep, Meulenbeld Hofhuis Installatiebedrijf,Mulder Schilders, NIBAG, Nijhuis Bouw Rijssen, Plegt Vos, Reinbouw Dieren, RuddeDakbedekking, Saxion Hogescholen, Sikkens Bouwverven, Stedelijk Wonen, SWBedrijven, Sylva Bouw, Te Pas Bouw, TNO Bouw & Onderhoud, Trimetal Bouwverven,Van Dam Groep, Van Dijk Groep, Vastbouw Oost b.v., WBC Winterswijk, WBOWonen, Weijers Eikhout Groesbeek, Welbions, Wijzonol Bouwverven, WinkelsInstallatietechniek, De Goede Woning, De Woonplaats, Delta Wonen.| pagina 58 || pagina 59 |


Lars Willemsen en Tiemen Leusde Werkplaats Resultaatgericht Vastgoedonderhoud,op ongeveer de helft van het programmaVernieuwend ondernemen in de bouw. De basisdie hiermee is gelegd wordt gebruikt om deconcurrentiepositie van het onderhouds- enbouwbedrijfsleven in Twente verder te verbeteren.Het boek geeft het geheel aan resultaten van depilotprojecten binnen de werkplaats weer tot nu toe.Hiermee worden deze pilots afgesloten en breekt ereen nieuwe fase van verdieping en verbreding aan.Een nieuwe benadering is noodzakelijk voor het instand houden van de bestaande woningvoorraad enom de kosten over de gehele levenscyclus van eenobject te optimaliseren.Vincent van GoghstraatVanuit Vastbouw kwam het voorstel omgroot onderhoud uit te voeren aan eenappartementencomplex van de Goede Woningin Rijssen. In 1998 was hier voor het laatst grootonderhoud uitgevoerd. Na twaalf jaar meende mendat dit een goed moment was om de resultaten tebeoordelen. De partijen besloten in <strong>2011</strong> het project,waarvan de eerste werkzaamheden in het najaar van2010 waren gestart, te monitoren.De voortekenen voor RGVO lijken gunstig. Departijen erkennen dat ze samen het risico dragen enbereid zijn om mee te denken in het project om ervante leren. De partijen zijn van mening dat de RGVOmethodiekmeer kwaliteit heeft opgeleverd: dewerkzaamheden werden beter doordacht uitgevoerd,de betrokkenheid en risico’s werden gedeeld en deketen werd hiermee verkleind. Dankzij de RGVOmethodiekzijn de kosten beter en completerinzichtelijk geworden.Wijkaanpak PathmosDe opdrachtgever De Woonplaats heeft gekozenvoor dezelfde partijen als bij de grootschaligerenovatie van Pathmos in Enschede in deperiode 2002-2006. De Woonplaats tekendehet onderhoudscontract voor de wijk Pathmosin Enschede met de OnderhoudscombinatiePathmos B.V. Om de wijk de komende 25 jaar in degewenste staat te houden, heeft De Woonplaatsresultaatafspraken gemaakt voor zowel dagelijks-,mutatie-, als meerjarenonderhoud.De omvang van het complex, de uitgebreide inhoudvan de onderhoudsopgave en de ketenintegratie vandisciplines maken Wijkaanpak Pathmos tot een voorNederland uniek project.De belangrijkste leerpunten zijn de leermomentenvan aanbesteding versus RGVO-methodiek, debenodigde top-downbenadering en het belang vancoördinatie tussen de partners.De wijk Pathmos bestaat uit verschillende fases metveel disciplines.RGVO+Een belangrijk project dat binnen de werkplaatsRGVO is uitgevoerd, is de ontwikkeling vanRGVO+. Dit is software die het gehele proces vanresultaatgericht vastgoedonderhoud ondersteunt,voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemersin verschillende disciplines. De opdrachtgever krijgteenvoudig inzicht in de status van zijn complexenen projecten en de opdrachtnemers kunnen dankzijdeze intelligente tool onderhoudsscenario’s afwegenop basis van conditiemetingen en invloedsfactoren.Een opdrachtgever en drie onderhoudsbedrijvenzijn bezig om de tool voor de discipline schilderwerkdoor te ontwikkelen. Ondertussen is ook gestartmet de ontwikkeling van de software voor de overigevakdisciplines.Samenwerkingmet kennisinstellingenOnderzoek communicatie en prestatieDe studenten Bouwtechnische Bedrijfskunde LarsWillemsen en Tiemen Leus hebben onderzoekgedaan naar de verschillende kwaliteitsniveausbinnen de systematiek van RGVO en de gesteldeeisen aan de communicatiemiddelen, tussen deverschillende disciplines in de onderhoudsbranche.Hiermee willen ze tot een eenduidige interpretatievan deze kwaliteitsniveaus te komen.Studenten brengenkwaliteitsniveau onderhoudin beeld voor RGVOEen belangrijk aspect binnen ResultaatgerichtVastgoedonderhoud (RGVO) is het objectief in beeldbrengen van het gewenste kwaliteitsniveau vanhet onderhoud. Het bleek echter moeilijk om eeneenduidige interpretatie van zo’n beeldreferentiete beschrijven. Twee studenten van de opleidingBouwtechnische bedrijfskunde van Saxion, LarsWillemsen en Tiemen Leus, studeerden hier in <strong>2011</strong>op af.Onder de titel ‘Communicatie en prestatie bijresultaatgericht vastgoedonderhoud’ presenteerdenzij hun onderzoeksrapport over de toepassing van(beeld)referenties.De twee studenten hebben een database ontwikkeld.Hierin is op basis van foto’s die de gewensteonderhoudskwaliteit weergeven een vertalinggemaakt naar prestatie en onderhoudsactiviteiten.Als voorbeeld voor hun onderzoek kozen destudenten het beeldbestek zoals dat al enige tijd inhet groenonderhoud wordt gebruikt.Omdat Lars en Tiemen niet bekend waren metRGVO hebben zij zich eerst goed ingelezen engaandeweg werden zij steeds enthousiaster. Hetuitvoerig interviewen van bedrijven en het definiërenvan de kwaliteitsniveaus waren flinke uitdagingen.Lars richtte zich met name op de verdieping inmateriaalkennis, Tiemen in de procesgang rondRGVO. Daarbij deden zij hun best om zich te blijvenfocussen op de onderzoeksdoelstellingen enniet teveel mee te gaan in de opvattingen van degeïnterviewde bedrijven. Begeleiders van <strong>Pioneering</strong>en Mulder Schilders stonden hen bij met raad endaad.Maurits Jansen, directeur van Mulder Schilders,vindt dat de studenten met het rapport bevestigendat het beeldbestek ook binnen RGVO werkt. Deresultaten worden toegepast bij de softwarematigeondersteuning van RGVO-projecten. Ze zijnbijvoorbeeld al gebruikt als input voor het verderontwikkelen van de RGVO+-softwaretool.Lars werkt inmiddels als bouwkundig medewerkerbij Tehro Bouwmanagement Huisvestingsbureauin Oldenzaal. Hij is met twee anderen binnen hetbedrijf verantwoordelijk voor het onderhoud vanbasisscholen in de steden Almelo en Deventer.Tiemen koos, ook vanwege de huidigearbeidsmarktsituatie, voor een vervolgstudieConstruction Management aan de Universiteit vanTwente.| pagina 60 || pagina 61 |


WerkplaatsKlimaatneutraal RenoverenDoelstelling werkplaatsBinnen de werkplaats Klimaatneutraal Renoverendoen opdrachtgevers en bedrijven ervaringop met vernieuwende renovatieprojecten dieuiteindelijk leiden tot klimaatneutrale woningen. Dekennisinstellingen Universiteit van Twente, Saxionen ROC van Twente onderbouwen door middelvan onderzoeken de werkelijke resultaten van deprojecten. Dit leidt tot betere vervolgprojecten eneen voorsprong voor deelnemende marktpartijen.De projecten en het gas- en elektriciteitsverbruikworden gemonitord. Er wordt onderzoekgedaan naar de terugverdientijd en naar debewonerstevredenheid. Over elke pilot verschijnteen onafhankelijk rapport, voordat het vertaaldwordt naar vervolgprojecten.Activiteiten werkplaatsHet Lang Noord, EnschedeIn opdracht van Domijn worden op Het LangNoord in Enschede circa tweehonderd zogenaamdehobbykamerwoningen gerenoveerd met als doeleen labelsprong van E of F naar een A, A+ of A++ temaken.De woningen met de eerste twee labels zijninmiddels gerealiseerd. Vanuit de werkplaatsKlimaatneutraal Renoveren wordt onderzoek gedaannaar het werkelijke energieverbruik, eventuelezwakke plekken in de thermische isolatie, deterugverdientijd en de bewonerstevredenheid. Deresultaten van de A en A+ woningen zijn in eenafrondende fase.Velve Lindenhof, EnschedeIn de Enschedese wijk Velve Lindenhof zijn tienkaraktervolle zogenaamde roodbouw- en vijftiengrijsbouwwoningen van De Woonplaats grondiggerenoveerd. Deze renovatie was een bewustekeuze van de bewoners. Voor het project heeft dewerkplaats Klimaatneutraal Renoveren onder andereonderzoek gedaan naar de financiële haalbaarheidmet betrekking tot het Total Cost of Ownershipmodel.Sinds augustus <strong>2011</strong> loopt binnen dit projecteen onderzoek naar de procesbeheersing vanenergetische renovaties.DEELNEMERSAlcedo, AWS Beter Wonen, De Woonplaats, Domijn, Farwick Groenspecialisten, Feenstra,gemeente Enschede, gemeente Hengelo, IAA Architecten, Klein Poelhuis, Koopmans, LoohuisInstallatietechniek, Remeha, ROC van Twente, Roosdom Tijhuis, Salco, Saxion, Tonzon,Trebbe Oost & Noord, Universiteit Twente, Van Dam Groep, Vastbouw, Welbions, Zelzius| pagina 62 || pagina 63 |


Martijn van der VeenKlimaatneutraal Renoverenop MutatiebasisIn opdracht van WBO Wonen is eenhaalbaarheidsonderzoek verricht naar de technischeen economische haalbaarheid van het energetischrenoveren van een individuele woning gekoppeldaan mutatieonderhoud. Randvoorwaarde hierbijis dat de uitvoering ingepland moet worden bijhet mutatieonderhoud. De totale uitvoering magmaximaal vier weken in beslag nemen. Ook isgerekend vanuit woonlasten. Zodra er woningenleegkomen, wordt de pilot uitgevoerd.Klimaat en GeluidIn Vriezenveen vindt bij woningen geluidsaneringplaats. Aanvullend daarop kunnen bewonereigenarenook kiezen voor energetische verbeteringen. Hoeweler aanvankelijk redelijk interesse bestond voor dezeaanvulling, viel de uiteindelijke belangstelling tegen.Op dit moment wordt door studenten van Saxioneen onderzoek uitgevoerd naar de argumentenwaarom bewoners wel of niet voor deze aanvullendeenergetische verbetering kiezen.Samenwerking metkennisinstellingenAfstudeeronderzoekenMartijn van der Veen, Daan Koomen en MichielBosch voerden in het kader van hun hbo-opleidingVastgoed en Makelaardij hun afstudeeropdracht uitvoor Klimaatneutraal Renoveren. Martijn onderzochtde haalbaarheid van KNR op mutatiebasis.Opdrachtgevers waren WBO Wonen uit Oldenzaalen Trebbe Oost & Noord. Hij heeft de technischeen financiële haalbaarheid van drie conceptenonderzocht om grondgebonden rijwoningen uitde bouwperiode 1946 – 1970. Daan Koomen zijnonderzoek richtte zich op de renovatie van de A enA+ woningen van Domijn. Behalve de technischeen economische analyse werd hierbij ook debewonerstevredenheid onderzocht. Michiel heeftonderzoek gedaan naar werkelijk versus theoretischenergieverbruik van woningen. Dit onderzoek vormteen goede basis voor vervolgonderzoek.Jolanda Toeters-Jansen heeft voor haar hbo-opleidingSPD Bedrijfsadministratie van Saxion Next eenonderzoek verricht naar de financiële haalbaarheidvan energetische renovaties. Ze heeft hierin ondermeer een aantal toepassingen en renovatieprojectenvan Ons Huis in Enschede en van Wonen Deldendoorgerekend.StageVoor de stage van zijn hbo-opleidingBouwtechnische Bedrijfskunde heeft SaxionstudentStefan Maatman onderzoek gedaan bij hetrenovatieproject Velve-Lindenhof. Hij keek bijdit project van De Woonplaats naar de financiëlehaalbaarheid met betrekking tot het Total Costof Ownership-model. De resultaten zijn op 16mei tijdens een workshop van de werkplaatsgepresenteerd.Bedrijf vindt projectleidervia KlimaatneutraalRenoverenZelziuz B.V. heeft dankzij bemiddeling van dewerkplaats Klimaatneutraal Renoveren een juniorprojectleider gevonden. Als lid van <strong>Pioneering</strong>had Zelziuz aangegeven op zoek te zijn naar eenafgestudeerde hbo’er, die affiniteit heeft metduurzame energie en bedrijfsmatige processen.Omdat de werkplaats continu meerdereafstudeerders aan het werk heeft, was het nietmoeilijk om hiervoor geschikte kandidaten voorte dragen. Zelziuz deed zelf de selectie en per 1juli <strong>2011</strong> is Martijn van der Veen aangesteld. “Wehebben behoefte aan goed opgeleide medewerkersmet kennis van en ervaring met duurzame energie.<strong>Pioneering</strong> biedt studenten de mogelijkheid om hunkennis in praktijk te brengen. In het geval van Martijnheeft dit geleid tot een perfecte overgang van studienaar werk in de duurzame energiesector” aldus EwaldHafkenscheid, medevennoot bij Zelziuz.Martijn van der Veen voerde voor zijn hbo-opleidingVastgoed en Makelaardij een afstudeeropdracht uitvoor de werkplaats Klimaatneutraal Renoveren, WBOWonen en Trebbe Oost & Noord.Van der Veen ziet een grote uitdaging in hettoepassen van vastgoedkundige competenties inprojecten in duurzame energie. “Tijdens de opleidingVastgoed & Makelaardij, met als specialisatieprojectontwikkeling, heeft de energiebewusteleefomgeving mijn interesse gewekt. Deze interesseheeft zich verbreed tijdens mijn onderzoek naar hetenergetisch verbeteren van de bestaande socialewoningvoorraad.Bij Zelziuz gaat hij zich op een drietal taken richten:ondersteuning bij diverse projecten in duurzameenergievoorziening, energiemanagement enprocesmanagement. “Onder ondersteuning valtonder andere het Dorpsnet in Denekamp, met haareigen decentrale opwekkingsinstallatie. Het trajectrichting een opzichzelfstaand energiebedrijf wordtde komende tijd doorlopen. Duurzaam opgewekteenergie wordt lokaal beschikbaar voor alle huurdersvan Mijande. Het doel is om regionaal, en naar matede projecten vorderen ook landelijk, aan iedereafnemer duurzame energie te kunnen leveren.Projectmatige zonnestroominstallaties producerenduurzame energie die het liefst regionaal wordtafgezet”, legt hij uit.Chef werkplaats Gerard Salemink is tevredenover de match tussen het lid van <strong>Pioneering</strong> ende afgestudeerde. “Het laat zien dat <strong>Pioneering</strong>ook een platform is waar talent en werkgeverselkaar ontmoeten. Afstudeerders die werken aaninnovatieve projecten en bedrijven zijn dus nogsteeds interessant voor elkaar”.| pagina 64 || pagina 65 |


ClusterInnovatie in de GWWWerkplaats InnovatieveToepassingen in de GWWDoelstelling werkplaatsDe grond- weg- en waterbouw (GWW) is bij uitstekde sector van de bouw die werkt voor de overheid.De overheid hecht sterk aan waterkwaliteit,waterveiligheid, mobiliteit, verkeersveiligheid enbeschikbaarheid van infrastructuur. Zo stuurt deKaderrichtlijn Water het aanpassen van watergangen,oevers en aanpassing van rioolsystemen. Eisen voorgeluid, veiligheid en scheiding van verkeersstromenvragen om aanpassing van wegen. Beleidsvormingen beheer van de openbare ruimte en infrastructuurvragen meer en meer afstemming met betrokkenenen belanghebbenden. Hierbij wordt gebruik gemaaktvan (geografische) informatiesystemen, waarbij‘integraliteit’ voorop staat. Tegenover deze behoeftestaat een groeiend aanbod van ICT- en GIS-systemenen technologieën die onderling vaak moeilijk opelkaar aansluiten.Het doel van de werkplaats InnovatieveToepassingen in de GWW (Inn2GWW) is teonderzoeken hoe nieuwe SMART-technologieingezet kan worden voor procesbeheersing,-verbetering en -vernieuwing.Activiteiten werkplaatsASPARiHet netwerk ASPARi (ASphalt PAving, Research& innovation) gaat verder met professionaliseringvan de asfaltwegenbouwsector. Samen met dewerkplaats Innovatieve toepassingen in de GWWwordt een impuls aan deze ambitie gegeven.Onderzoekers aan de Universiteit Twente werken innauw samenwerkingsverband met zowel regionaleals nationale wegenbouwers om meer inzicht in hetwegenbouwproces te krijgen en naar verbetering vanhet wegenbouwproces en uiteindelijke de kwaliteitvan de asfaltverharding te streven.Een belangrijke onderzoekslijn binnen ditonderzoeksnetwerk is het implementerenvan SMART-technologieën (Self MonitoringAdjusting and Reporting Technologies) in hetwegenbouwproces om meer inzicht in hetasfaltwegenbouwproces te krijgen. Voorbeeldenhiervan zijn de implementatie van GPS ombewegingen van het materieel (asfaltspreidmachine,walsen, asfalttrucks) in beeld te brengenen te analyseren en de implementatie vaninfraroodcamera’s om de temperatuur van hetasfaltmengsel tijdens het proces te monitoren.DEELNEMERSprovincie Overijssel, Waterschap Regge & Dinkel, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, gemeente Hellendoorn,van Heteren, ABS advies, REEF, ROC van Twente, Saxion en de Universiteit Twente, BAM Oost,Dura Vermeer, Temmink, Ooms, Heijmans, Bruil, KWS, ROC SOMA, TXchange, Asfaltkenniscentrum, vanGelder, Mourik, MSC laser, Re-Lion; BLW Visser, gemeente Almelo, Bomag, Stellenbosch Universiteit (SA),Universiteit van Capetown (SA), Haasnoot en Trimble.| pagina 66 || pagina 67 |


In <strong>2011</strong> zijn de wegenbouwbedrijven in ASPARigetraind om deze metingen met GPS, eenlaserscanner en infraroodcamera’s zelf uit te kunnenvoeren en te analyseren. Op deze manier zijn meerdan twintig projecten gemonitord en is vastgelegdhoe deze asfaltprojecten zijn uitgevoerd. Eéndaarvan heeft tot een item op RTV Oost geleid.Het meet-framework is verbeterd door het verderautomatiseren van de metingen, het verkorten vande verwerkingstijd van de data om sneller feedbackaan asfaltploegen te kunnen geven en het gevenvan realtime informatie aan de vaklieden van deasfaltploeg tijdens de uitvoering zelf.In <strong>2011</strong> zijn drie BSc-afstudeeropdrachten op hetgebied van ASPARi uitgevoerd. Op basis van hetASPARi werk is een driejarige opdracht verkregen omhet onderwijs op het gebied van de uitvoering vanwegenbouw te (her-)ontwikkelen voor mbo, hbo enwo (als doorlopende leerlijn).Ook zijn in <strong>2011</strong> stappen gezet om walsstrategieënin het laboratorium te simuleren om de effecten vanverschillende walsstrategieën op de kwaliteit van hetasfalt te kunnen bepalen. Op deze manier kunnen erideale walsstrategieën en bijsturingsmogelijkhedenbij eventuele afwijkingen worden ontworpen.Uitgangspunt hierbij zijn de walsstrategieëndie gemeten zijn tijdens de metingen in depraktijkprojecten.Binnenstedelijke rioleringsprojectenBinnenstedelijke rioleringsprojecten werken vaakontwrichtend voor de omgeving. Het ondergrondsewerk veroorzaakt geluidsoverlast, trillingen enbeperkt vaak de bereikbaarheid. Ook organisatorischgezien zijn de projecten ingewikkelde puzzels. Ditkomt omdat er veel ondergrondse gegevens nietexact bekend zijn en er bovendien veel verschillendepartijen betrokken zijn bij werkzaamheden aanhet riool, kabels en leidingen. Hierdoor durenprojecten vaak langer dan gepland. De stuurgroepInnovatieve Toepassingen in de GWW heefthet programma Stroomlijning BinnenstedelijkeRioleringsprojecten (SBR) opgezet om te bekijkenhoe innovatieve technologieën gebruikt kunnenworden om dit soort complexe binnenstedelijkeprojecten te ‘stroomlijnen’. De werkplaats heeftdaarbij onderzocht hoe SMART-technologieën hetproject- en procesmanagement in een bouwprojectkunnen ondersteunen en verbeteren. Eén van dietechnologieën is augmented reality.Concrete projecten waaraan in <strong>2011</strong> is gewerkt en diedeels nog doorlopen:• Test van de toepasbaarheid van 3D-printsen maquettes van ondergrondse infra (insamenwerking met het FabLab in Enschede).• Handleiding opgesteld voor 3D-modelleringBinnenstedelijke Rioleringsprojecten (insamenwerking met de Werkplaats BIM). Dehandleiding is klaar voor publicatie.• Evaluatie implementatie en impact van de BuitenBeter-smartphone app (in samenwerking met deGemeente Hengelo).• Evaluatie van het proces, de voortgang en debeheersing van het project de Kuipersdijk inEnschede.• 4D-modellering van het rioleringsprojectinclusief kruispuntrenovatie Anninksweg.• HORUS-metingen geïnitieerd, data en softwareaan drie gemeenten verstrekt en instructiegeorganiseerd (evaluatie van deze interventie in2012).• Presentatie gehouden van onderzoek in Bristolop de ARCOM-conferentie.ComposietComposiet is een constructiemateriaal op basis vanharsen en glasvezel. De bijzondere eigenschappenen het productieproces maken dat het materiaaluitstekend geschikt is voor de vervaardiging vancomposiet damwanden en daarmee een uitstekendalternatief is voor damwanden van staal, hout of pvc.De levensduur is aanzienlijk langer omdat composietniet gevoelig is voor invloeden van (zee-)water, UVen andere weersinvloeden.Composiet is vooral interessant op plekken waarde andere materialen minder toepasbaar zijn (denkbijvoorbeeld aan corrosie in agressieve milieusen aan zwerfstroom). De dit jaar uitgevoerdeverwerkingsproeven leren dat het materiaal, metenkele aanpassingen, goed verwerkbaar is. ZowelRijkswaterstaat als de Provincie Overijssel, alsbeheerders van de grote vaarwegen in Overijssel, zijnerg enthousiast over het product. Beide overhedenzijn naarstig op zoek naar de mogelijkheid om eenpilotproject op te starten.Naast composiet op basis van glasvezel is er ookcomposiet op basis van bamboe, de snelst groeiendeplant ter wereld. De onbekendheid van het productheeft de werkplaats Inn2GWW ertoe gebrachtom enkele praktijkproeven met dit materiaaluit te voeren. De gemeente Hengelo heeft insamenwerking met Van Heteren dit jaar een aantalbrugdekken met composiet bamboe uitgevoerden op de planning staat een project waarbij eendamwand van tropisch hardhout vervangen wordtdoor bamboe.| pagina 68 || pagina 69 |


Léon olde ScholtenhuisPuin in asfaltKan de steenfractie van het asfaltmengsel vervangenworden door een secundaire recyclingbouwstofbestaande uit bouwpuingranulaten? Op deze vraagwil de werkplaats Inn2GWW antwoord geven in hetonderzoek naar Puin in asfalt. Aangezien natuurlijkegrondstoffen schaars zijn en naar verwachtingde hoeveelheid bouw- en sloopafval stijgt, wordtonderzocht hoe bouwpuingranulaten het bestekunnen worden ingezet. De onderzoeken gaan metname in de richting van lagetemperatuurasfalt enhet ervoor zorgen dat de relatief zachte puinsoortenniet te veel bitumen opzuigen. Dit laatste bleek inhet verleden eigenlijk het grootste struikelblok omzachte puinsoorten te verwerken in asfalt. De eerstevoorlopige resultaten zijn zeer hoopvol.Vernieuwend opdrachtgeverschap en bouwteamsDe werkgroep vernieuwend opdrachtgeverschapbestaat uit centrale inkopers of adviseurs enprojectmanagers van de gemeenten Hengelo,Enschede, Almelo, Tubbergen, Hellendoorn enLosser.Het doel van deze werkgroep is het initiëren vanpilotprojecten, het stimuleren van samenwerking,kennis delen en het gezamenlijk ontwikkelen van eenleidraad voor vernieuwend opdrachtgeverschap.De leden van de werkgroep heeft zichzelf ondermeer tot doel gesteld te onderzoeken of decoöperatieve samenwerkingsvorm ‘bouwteam’nieuw leven ingeblazen kan worden. Het project‘Bouwteam Daarlerveen’ van de gemeenteHellendoorn is één van de pilots. Andere pilotsin dit kader hebben plaats bij de gemeentenHengelo en Tubbergen. Door gedurende de gehelelooptijd het project te monitoren (door Hans Boes,Universiteit Twente) wordt meer inzicht verkregenin de valkuilen en succesfactoren van coöperatievesamenwerkingsvormen.Met de gemeente Enschede wordt gekeken ofhet framework contracting model (langlopenderaamovereenkomsten met aannemers) zoals ondermeer toegepast in Manchester op een specifiekterrein (bijvoorbeeld riolering of sloop) kan wordeningezet.Bouwprocesvisualisatiesvoor binnenstedelijkerioleringsprojectenLéon olde Scholtenhuis, medewerker bij de vakgroepBouw-Infra heeft een handleiding geschrevenvoor bouwprocesvisualisatie voor binnenstedelijkerioleringsprojecten. Hij werkte aan het project“stroomlijning Binnenstedelijke Rioleringsprojecten”,dat onderdeel is van de werkplaats INN2GWW.Bouwprocesvisualisatie (soms ook 4D-simulatiesgenoemd) doet langzamerhand zijn intrede. Bij B&Uprojectenen de meer complexe en grootschaligeprojecten in de grond-, weg- en waterbouwsectorwordt de tool steeds vaker gebruikt omontwerpvarianten en uitvoeringsalternatieven teevalueren. Doordat bouwprocesvisualisaties op eeneenvoudige manier kunnen worden opgesteld is hetmogelijk om bouwplannen met elkaar te vergelijkenvoorafgaand aan de uitvoering van het project.Hierdoor komen zowel fysieke als organisatorischeknelpunten boven water en kunnen ze in een vroegstadium verholpen worden.Ter introductie op het gebruik vanbouwprocesvisualisaties bij binnenstedelijkerioleringsprojecten is daarom deze handleidingopgesteld. De handleiding is gebaseerd op eenpilotproject dat is uitgevoerd bij de gemeenteHengelo (project reconstructie kruispuntAnninksweg). De eerste versie zal aan de hand vantoekomstige pilotprojecten worden aangevuld enverscherpt.De handleiding is opgebouwd uit een stappenplanvoor bouwprocesvisualisatie, keuzeruimtevoor de modelleur tijdens het maken van eenvisualisatiemodel en gedetailleerde opties, en hetgebruik van het visualisatiemodel.Ondanks de toepassing van bouwprocesvisualisatiesin de B&U-sector en complexe GWW-projecten is ernog weinig ervaring met deze technologie op gebiedvan binnenstedelijke rioleringsprojecten. Toch kande tool op deze kleinere schaal nog steeds van grootbelang kan zijn bij het coördineren van de ontwerpenen uitvoeringsplannen van de verschillende actoren.| pagina 70 || pagina 71 |


FinanciënHet gehele programma van <strong>Pioneering</strong> beslaat een looptijd van vijf jaar en vraagt omeen subsidie van circa negen miljoen euro. Het programma bevind zich nu in het vierdejaar, hetgeen betekent dat de eerste resultaten zichtbaar zijn. Na afloop van het projectVernieuwend Ondernemen in de Bouw, zijn de (financiele) structuren opgebouwd om nadeze periode zelfstandig door te kunnen.Na 2013 zal het kenniscentrum en programmabureauwaarschijnlijk met een loketfunctie blijven voortbestaan.De activiteiten van de werkplaatsen zijn in devier programmalijnen geïntegreerd. De samenstellingvan de werkplaatsen is dynamisch en hangt af van debehoeften van de deelnemers en de markt. De werkorganisatiezal na afloop van het gehele programmagefinancierd worden door de deelnemers en gebruikers,eventueel aangevuld met meer specifieke projectgebondenfinanciering. De begroting is zodanigingericht dat vanaf 2012 de overheidssubsidie vanuitde Twentse Innovatieroute voor de werkplaatsen instappen wordt uitgefaseerd. Van 45% subsidie vande totale programmakosten in <strong>2011</strong> naar 35% in 2012en 25% in 2013. Hiermee is in 2012 aanvang gemaaktdoor een hogere financiele bijdrage te vragen aan dedeelnemende bedrijven.Onderstaande tabel geeft een overzicht weer vande aan de <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> toegekende subsidie.Voor een uitgebreide financiele rapportage verwijzenwij u naar onze, door de accountant geaccordeerd financieel<strong>jaarverslag</strong> over <strong>2011</strong>, welke in de loop vanhet voorjaar uitkomt.Beschikking 2008-2013Werkplaats Beschikking Beschikking Beschikking Beschikking Beschikking Beschikking Subsidieinspanning inspanning inspanning Subsidie Subsidie Subsidie t.o.v.2008/2009 2010/2013 totaal 2008/2009 2010/2013 totaal inspanningPO 627.900 971.429 1.599.329 313.950 400.000 713.950 45%IDF 2.145.840 1.757.143 3.902.983 858.336 660.000 1.518.336 39%SE 737.600 1.201.429 1.939.029 295.040 452.000 747.040 39%C&H 735.000 798.571 1.533.571 294.000 298.000 592.000 39%RV 324.594 0 324.594 162.297 0 162.297 50%MIO 393.000 778.571 1.171.571 196.500 325.000 521.500 45%VOB 1.014.000 3.052.262 4.066.262 507.000 1.096.994 1.603.994 39%RGVO 769.400 828.571 1.597.971 384.700 350.000 734.700 46%IT 1.664.000 2.242.857 3.906.857 665.600 840.000 1.505.600 39%KNR 0 1.071.429 1.071.429 0 400.000 400.000 37%BIM 0 810.714 810.714 0 310.000 310.000 38%8.411.334 13.512.976 21.924.310 3.677.423 5.131.994 8.809.417 40%| pagina 72 || pagina 73 |


VooruitblikMet het oog op <strong>Pioneering</strong> 3.0Dit “Jaarverslag <strong>2011</strong>” markeert het einde van het derde jaar van ons programma voorvernieuwend ondernemen in de bouw. Tegelijkertijd is het ook het begin van eennieuwe fase. De afgelopen jaren hebben wij met elkaar krachtig netwerk opgebouwd,ondersteund door een slagvaardige programmaorganisatie. <strong>Pioneering</strong> is inmiddels eenbegrip en betrokken bij een groot aantal vernieuwingen in de bouw in Oost-Nederland.Naast kennisoverdracht en technologieontwikkeling, zorgen we voor implementatie vanvernieuwing in pilotprojecten. Onze aandacht voor vernieuwend opdrachtgeverschapbegint daar haar vruchten af te werpen.Vernieuwing van de sector, samen met opdrachtgeversen regionale kennisinstellingen, gaat niet vanzelf.Ons werk is nog niet af. Ook niet wanneer de huidigefunding vanuit de Provincie Overijssel en Regio Twenteper einde 2013 ophoudt. Op dit moment wordtdaarom druk gewerkt aan een visie op ‘<strong>Pioneering</strong>3.0’.We werken vanuit het regionale netwerk. Onze focusis Oost-Nederland: hier weten we elkaar te vinden,spreken dezelfde taal en voelen we een opgave om deregio te versterken. Langzaamaan slaan we ook buitenTwente de vleugels uit: Achterhoek, Stedendriehoek,Zwolle. Dat we goed zijn aangehaakt bij landelijke initiatievenspreekt voor zich.Hoewel de gedachten hierover volop in ontwikkelingzijn, wordt een aantal zaken voor de toekomst nu alwel helder.Zo zullen we blijven werken op basis van de vraag vanondernemers en ondernemerschap. Onze doelgroepbestaat uit ondernemers in de bouw die werken aanvernieuwing van hun business. Dat betekent dat wewerken vanuit hun perspectief aan kortcyclisch vraagstukkendie op de middellange termijn opgelost kunnenworden.Tenslotte blijft samenwerking de basis. Tussen ondernemersin de keten, tussen opdrachtgevers en -nemersén tussen bedrijfstak en kennisinstellingen. Daarbijzullen we nog meer dan voorheen de verbinding blijvenzoeken met het overheidsbeleid. Vernieuwing iszo voor alle vier O’s een hefboom voor vooruitgangop belangrijke maatschappelijke thema’s.Bas van der VeenProgrammadirecteur <strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>| pagina 74 || pagina 75 |


DEELNEMERS <strong>2011</strong>INFRA-MATERIALENA D V O C A T E N - N O T A R I S S E Nsamenwerken aanwerkRoosdom TijhuisBOUW & VASTGOED| pagina 76 || pagina 77 |


DEELNEMERS <strong>2011</strong>ColofonEindredactie:Carmen Oude WesselinkTeksten en foto’s:<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>Vormgeving en druk:Verhaag DrukkerijUitgave:<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong>M.H. Tromplaan 287513 AB EnschedePMSCMYKGRIJSWAARDENZWART/WIT100 % ZWARTPMS 3005100 % ZWART100/37/0/0100% ZWART100% ZWARTBestuur stichting <strong>Pioneering</strong> <strong>2011</strong>Jan Bron(Gemeente Hengelo), Antje de Groot-Schuttert(TrebbeOost & Noord B.V.), Ben Kuipers(Loohuis InstallatiegroepB.V. Fleringen), Gerhard Hospers(Raab Karcher), HenkGersen(IAA Architecten), Leo Hegeman(Hegeman+), FonsCatau(de Woonplaats) en Herman Reinten(TWW B.V.)Adviseurs van het bestuur: Jan Ooms(MBO College voor Bouw,Infra & Interieur ROC van Twente) en André Dorée(UniversiteitTwente, faculteit Construerende Technische Wetenschappen)Chefs werkplaatsen<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> <strong>2011</strong>Systems Engineering: Evelien Klasens(Saxion), Bouw InformatieModel: Michel Mossel(Saxion), Individueel, Duurzaam en FlexibelBouwen: Henri Hilberink(Saxion), Productontwikkeling: Astridvan der Vegt(Syntens) en Joke Bults(Joke Bults Management enAdvies), Conversie en Hergebruik: Barbara Middelhoff(Balanceen Result) Pascal Scholte(Beltman Architecten), ResultaatgerichtVastgoed onderhoud: Eric Kouters(Eric Kouters Interim Management)en Gerard Salemink(Saxion),Klimaatneutraal Renoveren:Gerard Salemink(Saxion), Innovatieve Toepassingen in de GWW:Astrid van der Vegt(Syntens), Twents OpdrachtgeversForum:Glenn Stern(Saxion)Voorzitters Werkplaatsen<strong>Stichting</strong> <strong>Pioneering</strong> <strong>2011</strong>Systems Engineering: Tonny Boerkamp(Hegeman+), Bouw InformatieModel: Wouter Zweerink(IAA Architecten), Individueel,Duurzaam en Flexibel Bouwen: Stephan Herbold(Twinta)en Wim Sturris(Van Dijkbouw B.V.), Productontwikkeling: BasHulsbergen(de Woonplaats), Conversie en Hergebruik: PatrickOude Egberink(Holtdijk B.V.), Resultaatgericht Vastgoed onderhoud:Dick van der Geest(Gebr. van der Geest) en MauritsJansen(Mulder Schilders Twente B.V.),Klimaatneutraal Renoveren:Jeroen Gietema(Trebbe Oste & Noord B.V.), InnovatieveToepassingen in de GWW: Harrie Huitema(Gemeente Hengelo)en Alfred Siemes(Reef Infra B.V.)<strong>Pioneering</strong> wordt mede mogelijk gemaakt door| pagina 78 || pagina 79 |


<strong>2011</strong>Jaarverslag<strong>Pioneering</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!