13.07.2015 Views

Farmacotherapeutische aspecten van de Palliatieve Zorg

Farmacotherapeutische aspecten van de Palliatieve Zorg

Farmacotherapeutische aspecten van de Palliatieve Zorg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3geneesmid<strong>de</strong>lenbriefPage 1 sur 11Tweemaan<strong>de</strong>lijks tijdschrift <strong>van</strong> <strong>de</strong> Werkgroep Huisartsenformularium OCMW Gent6° jaargang – nr 3 – <strong>de</strong>cember 1999Inhoud:terug<strong>Farmacotherapeutische</strong> <strong>aspecten</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>-Algemene gegevens over pijn-Aandachtspunten bij <strong>de</strong> pijnbehan<strong>de</strong>ling-De drie stappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> WGOGebruik <strong>van</strong> tramadolVoorwoordDeze Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief kwam tot stand dankzij <strong>de</strong> maan<strong>de</strong>nlange samenwerking <strong>van</strong> dr. Marc Cosyns, dr.Betty De Meerleer (equipe-arts <strong>Palliatieve</strong> Thuiszorg Gent), dr. André Timmerman, mevr. Chris De Meester(verpleegkundige <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> St Lucas Gent) met <strong>de</strong> redactiele<strong>de</strong>n dr. Jaak Lannoy, dr. Jean-PierreSturtewagen, dr. Jan Van Elsen, dr. Hans Warie en Kris Soenen. Met dank aan dr. J. Botterman (diensthoofd<strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> St Lucas Gent) en Prof. dr. Marc Bogaert (Vakgroep Farmacologie Universiteit Gent) voor <strong>de</strong>nauwkeurige revisie <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstDe maatschappelijke evolutie, waarbij sterven in het eigen milieu opnieuw aan belang wint, heeft voor gevolg dat <strong>de</strong>zorgverleners zich nieuwe attitu<strong>de</strong>s en kennis eigen moeten maken om aan dit sterven een optimale kwaliteit toe tekennen.De oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> palliatieve thuiszorg, palliatieve eenhe<strong>de</strong>n, palliatieve support teams en <strong>de</strong> opleiding totpalliatieve referenten zijn een stap vooruit in <strong>de</strong> begeleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt(e). Deze evolutie ontslaat <strong>de</strong> vertrouw<strong>de</strong>zorgverleners niet <strong>van</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkheid om zelf, in eerste instantie en bij voorkeur, hun patiënten in hunlaatste levensfase te begelei<strong>de</strong>n.Naast <strong>de</strong> thuiszorg en <strong>de</strong> ziekenhuizen, hebben <strong>de</strong> rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen <strong>de</strong> wettelijkeverplichting om aan hun resi<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n te bie<strong>de</strong>n op een menswaardige manier en in eigen milieu teoverlij<strong>de</strong>n.De werkgroep formularium meent dan ook dat er in het Geneesmid<strong>de</strong>lenformularium ruimte gemaakt moet wor<strong>de</strong>nvoor <strong>de</strong> palliatieve therapie met farmaca. Hierbij wijken we af <strong>van</strong> <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling volgens stelsel (a<strong>de</strong>mhaling,zenuwstelsel, ....) of volgens symptoom (pijn, koorts, ...) en bespreken we <strong>de</strong> gebruikte farmacotherapie in functie<strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt(e) in die bepaal<strong>de</strong> levensfase. Ook voor ons is dit nieuw en betekent dit een uitdaging om <strong>de</strong>farmacotherapie zo patiëntgebon<strong>de</strong>n mogelijk te bena<strong>de</strong>ren. We voorzien 3 hoofdstukken: 1. <strong>de</strong> pijnbehan<strong>de</strong>ling, 2.<strong>de</strong> symptoom- (an<strong>de</strong>re dan pijn-)behan<strong>de</strong>ling en adju<strong>van</strong>te therapie en 3. <strong>de</strong> evi<strong>de</strong>ntie rond euthanatica.In <strong>de</strong>ze eerste geneesmid<strong>de</strong>lenbrief behan<strong>de</strong>len we <strong>de</strong> pijnbeheersing. In 1998 verscheen in het Ne<strong>de</strong>rlandseGeneesmid<strong>de</strong>lenbulletin een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> evi<strong>de</strong>ntie (Brouwers RBJ, Delhaas EM. Medicamenteuzebehan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronische pijn bij volwassenen. Geneesmid<strong>de</strong>lenbulletin 1998;10;111-8) 1 . Ook het Fransetijdschrift La Revue Prescrire besteed<strong>de</strong> in 1997 in een overzichtsartikel aandacht aan palliatieve pijnstilling (Mieuxsoigner les mala<strong>de</strong>s en fin <strong>de</strong> vie. La Revue Prescrire 1997;17:431-9) 2 . We gebruiken <strong>de</strong>ze publicaties als leidraadvoor <strong>de</strong>ze Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief.Aangezien uit <strong>de</strong> praktijk blijkt dat <strong>de</strong> etiologie <strong>van</strong> <strong>de</strong> pijn <strong>van</strong> doorslaggevend belang is voor het welslagen <strong>van</strong> <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>ling, komen we daar in een eerste <strong>de</strong>el kort op terug. Nadien stellen we een tiental richtlijnen voor die <strong>van</strong>belang zijn voor <strong>de</strong> pijnbehan<strong>de</strong>ling. In het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el bespreken we <strong>de</strong> pijntherapie volgens <strong>de</strong> WGO-pijnlad<strong>de</strong>rom tenslotte af te sluiten met een stroomdiagram <strong>van</strong> <strong>de</strong> gestandaardiseer<strong>de</strong> analgesie bij terminale patiënten (ziestroomdiagram).http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 2 sur 11<strong>Farmacotherapeutische</strong> <strong>aspecten</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>InleidingIn <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>lenkeuze trachten we ons zoveel mogelijk te baseren op <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> evi<strong>de</strong>ntie. Dit geldt ookvoor <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len gebruikt in <strong>de</strong> <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>. De literatuur is in <strong>de</strong>ze jonge materie nog beperkt. Veelalgaat het om een consensus <strong>van</strong> experten, observationele quasi-experimentele of retrospectieve studies of omresultaten <strong>van</strong> kleinere studies 3 . Gezien het eigen, specifieke en soms dwingen<strong>de</strong> karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> therapie dievoornamelijk comfortbehan<strong>de</strong>ling tot doel heeft, zien we ons genoodzaakt om hier wat toegevingen te doen aanonze evi<strong>de</strong>nce-based instelling.1. Algemene gegevens over pijn 1Pijn is een veel voorkomend, subjectief symptoom dat, ook in <strong>de</strong> laatste levensfase, me<strong>de</strong> door verschillen<strong>de</strong>psychologische, sociale en spirituele factoren wordt beïnvloed. De medicamenteuze aanpak <strong>van</strong> pijn dient veelaleen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el te zijn <strong>van</strong> het totaal pijnbehan<strong>de</strong>lingsplan en wordt aldus meer beschouwd als pijnbeheer-sing. Eengoe<strong>de</strong> pijnanamnese en analyse <strong>van</strong> psychosociale factoren kunnen bepalend zijn voor het resultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong>pijnbehan<strong>de</strong>ling.We on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n twee types pijn: <strong>de</strong> nociceptieve en <strong>de</strong> neurogene pijn, ook wel neuropathische pijn genoemd.Nociceptie is <strong>de</strong> gewaarwording <strong>van</strong> beschadiging of ontsteking <strong>van</strong> weefsel die gepaard gaat met <strong>de</strong> vorming ofafgifte <strong>van</strong> chemische mediatoren die zogenaam<strong>de</strong> nociceptoren ofwel pijnreceptoren prikkelen. Hierbij treedtprimair geen beschadiging op <strong>van</strong> zenuwweefsels. De nociceptoren zijn zenuwuitein<strong>de</strong>n <strong>van</strong> afferente vezels. Menspreekt <strong>van</strong> nociceptieve pijn en on<strong>de</strong>rscheidt somatische en viscerale pijnen. Somatische pijn is dui<strong>de</strong>lijkgelokaliseerd en heeft een scherp, dof, stekend of kloppend karakter. Viscerale pijn is min<strong>de</strong>r goed gelokaliseer<strong>de</strong>n heeft een krampend of drukkend karakter. Gewoonlijk reageert nociceptieve pijn op klassieke analgetica.Neurogene pijn , ook wel neuropathische pijn genoemd, ontstaat bij beschadiging of dysfunctie <strong>van</strong> hetzenuwstelsel, zowel perifeer als centraal. Hierbij ontstaat, na een latentietijd <strong>van</strong> dagen of maan<strong>de</strong>n, eenpersisteren<strong>de</strong> pijn met extreem gevoelige nociceptoren. Deze heeft veelal een bran<strong>de</strong>nd, schietend of prikkelendkarakter. Neurogene pijn on<strong>de</strong>rscheidt zich vooral <strong>van</strong> nociceptieve pijn door abnormale pijnsensaties, zoalsovermatige pijn als reactie op een pijnprikkel(hyperalgesie) of pijn op een prikkel die normaal niet tot pijn leidt(allodynie). Dit laatste kan zelfs in een hyp- of anesthetisch gebied optre<strong>de</strong>n: hyperpathie. Neurogene pijn reageertin het algemeen slecht op klassieke analgetica en kan erg moeilijk te behan<strong>de</strong>len zijn. Deze pijn reageert wel opanti-epileptica, anti<strong>de</strong>pressiva <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste generatie en cortico<strong>de</strong>n. Hun gebruik verdient <strong>de</strong> voorkeur boven hetopdrijven <strong>van</strong> <strong>de</strong> dosis <strong>van</strong> <strong>de</strong> analgetica (zie ook: volgen<strong>de</strong> Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief over symptoombehan<strong>de</strong>ling enadju<strong>van</strong>te therapieën).2. Aandachtspunten bij <strong>de</strong> pijnbehan<strong>de</strong>linghttp://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 3 sur 111. Medicamenteuze pijnbeheersing is slechts een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het totale pijnbehan<strong>de</strong>lingsplan. Denk aanpsychosociale en spirituele achtergron<strong>de</strong>n.2. Pijnanamnese is belangrijk voor een doeltreffen<strong>de</strong> pijnbeheersing.3. Herevalueer continu door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een pijnschaal (bv. <strong>de</strong> visueel analoge schaal: zie stroomdiagram).4. Behan<strong>de</strong>l <strong>de</strong> juiste pijn met het juiste geneesmid<strong>de</strong>l.5. Hou bij <strong>de</strong> basisbehan<strong>de</strong>ling steeds rekening met <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>van</strong> associatie met adju<strong>van</strong>te therapie.6. Kies geneesmid<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> zelfredzaamheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt beschermen.7. Opteer voor geneesmid<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> overgang naar sterker werken<strong>de</strong> medicatie vlot mogelijk maken.8. Anticipeer op pijn door toediening op vaste tijdstippen.9. Informeer over en anticipeer op bijwerkingen.10. Overwin <strong>de</strong> weerstand bij <strong>de</strong> patiënt en bij uzelf t.o.v. het gebruik en <strong>de</strong> posologie <strong>van</strong> morfine.3. De drie stappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> WGOStap IStap IIStap IIIMil<strong>de</strong> pijn: niet-opiaat pijnstillers met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>te therapieMatige pijn: zwak werken<strong>de</strong> opiaten met mid<strong>de</strong>len uit stap I, met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>tetherapieErnstige pijn: sterk werken<strong>de</strong> opiaten met mid<strong>de</strong>len uit stap I, met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>tetherapieKlassiek wordt pijn behan<strong>de</strong>ld volgens <strong>de</strong>ze drie stappen. We wijken niet af <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze internationale consensus,maar relativeren, samen met an<strong>de</strong>re auteurs 1,4 het belang <strong>van</strong> stap II, die in veel gevallen slechts eenovergangsfase naar stap III mag betekenen.De algemene principes bij pijnbeheersing zijn: voorkeur voor orale toediening volgens een vast ritme om continuepijnstilling te verkrijgen en bijtitreren als doorbraakpijn optreedt. De therapie moet gericht zijn op het voorkomen<strong>van</strong>, en niet het telkens opnieuw behan<strong>de</strong>len <strong>van</strong> pijn. De bijwerkingen moeten met <strong>de</strong> pati ënt(e) besprokenwor<strong>de</strong>n.Paracetamol en NSAID's hebben een analgetisch en anti-pyretisch effect. De NSAID's, inclusief acetylsalicylzuur(in hogere dosis), hebben daarnaast een antiflogistisch effect. De term perifere analgetica voor <strong>de</strong>ze groepmid<strong>de</strong>len wordt niet meer gebruikt.Er wordt gestart met paracetamol. Bij onvoldoen<strong>de</strong> effect wordt het gebruik <strong>van</strong> NSAID's overwogen 1 .Stap IMil<strong>de</strong> pijn: niet-opiaat pijnstillers met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>te therapiehttp://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 4 sur 11ParacetamolAlgemeen bedraagt <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>gsdosis 500 mg om <strong>de</strong> 4 tot 6 uur. Wil men echter een gelijkmatige pijnbeheersingbereiken dan is <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> een aangepaste dosis om <strong>de</strong> 4 uur noodzakelijk 1 . Voor pati ënten met chronischemaligne pijn geldt een maximale dosering <strong>van</strong> 1 g elke 4 uur (6 g/24 uur) 5 . In <strong>de</strong> praktijk wordt paracetamol vaak telaag gedoseerd uit angst voor eventuele leverbeschadiging. De biologische beschikbaarheid <strong>van</strong> rectaaltoegedien<strong>de</strong> paracetamol is gelijk aan <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> orale. De absorptiesnelheid is lager dan bij <strong>de</strong> orale toediening.Dit houdt in dat bij chronische toediening, gelijke doseringen paracetamol, oraal en rectaal gegeven, even effectiefzijn 1 op voorwaar<strong>de</strong> dat alles geresorbeerd wordt, wat met <strong>de</strong> rectale vormen dikwijls niet het geval is.Een behan<strong>de</strong>ling met paracetamol in specialiteitsvormen aan hoge doses valt duur uit voor <strong>de</strong> patiënt(e). Demogelijkheid bestaat echter om paracetamol magistraal voor te schrijven. Het wordt, na toestemming <strong>van</strong> <strong>de</strong>medische adviseur, terugbetaald voor behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronische pijnen. Capsules <strong>van</strong> 500 mg tot 750 mg zijnniet te hin<strong>de</strong>rlijk om in te nemen. Psychologisch na<strong>de</strong>el <strong>van</strong> paracetamol is echter het groot aantal innames per 24uur.NSAID's, inclusief acetylsalicylzuurEr zijn sterke aanwijzingen dat NSAID ’s hun analgetische effecten me<strong>de</strong> via het centrale zenuwstelsel genereren.Dat NSAID’s centrale effecten hebben was al langer bekend <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> centrale bijwerkingen: hoofdpijn (zgn.analgetica-hoofdpijn), duizeligheid en tinnitus 1 .Omwille <strong>van</strong> <strong>de</strong> gastro-intestinale bijwerkingen zijn NSAID’s (inclusief acetylsalicylzuur) voor <strong>de</strong> werkgroepformularium geen eerstekeusproducten voor het behan<strong>de</strong>len <strong>van</strong> maligne pijn. Dat COX-2-selectieve inhibitorenmin<strong>de</strong>r ernstige bijwerkingen zou<strong>de</strong>n hebben is in gerandomizeerd en dubbel-blind on<strong>de</strong>rzoek vooralsnog nietaangetoond.Als NSAID's toch voorgeschreven wor<strong>de</strong>n, gaat <strong>de</strong> voorkeur uit naar mid<strong>de</strong>len met het geringste risico opbijwerkingen, zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen 1 . De aangegeven dosis ibuprofen varieert <strong>van</strong> 1,2 g 2 tot 2,4g 6 .De klinische impressie <strong>van</strong> <strong>de</strong>skundigen in <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> pijn is dat NSAID’s een toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>hebben bij botpijn. Uit een meta-analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> effectiviteit en <strong>de</strong> veiligheid blijkt echter dat <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong>waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> NSAID’s bij botmetastasen nooit overtuigend is aangetoond 1 .NSAID's zou<strong>de</strong>n een rol kunnen spelen in <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> pijnen bij pancreaskanker. Dit werd bewezen vooraspirine, maar nog niet voor an<strong>de</strong>re NSAID’s 7 .Het gebruik <strong>van</strong> NSAID’s als pijnstiller brengt <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> corticoï<strong>de</strong>n in het gedrang, gezien <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong>kans op gastro-intestinale verwikkelingen door <strong>de</strong> NSAID’s. Ze zijn ver<strong>de</strong>r tegenaangewezen in associatie metmethotrexaat (risico op toxiciteit <strong>van</strong> methotrexaat) en cisplatine (verhoging <strong>van</strong> nefrotoxiciteit) 2 .NSAID’s, inclusief acetylsalicylzuur, zijn twee<strong>de</strong> keus na paracetamol in <strong>de</strong>ze indicatie.Stap IIMatige pijn: zwak werken<strong>de</strong> opiaten met mid<strong>de</strong>len uit stap I, met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>tetherapieStap II <strong>van</strong> <strong>de</strong> WGO-pijnlad<strong>de</strong>r bij chronische maligne pijn behelst het toevoegen <strong>van</strong> zwakwerken<strong>de</strong> opiaten (bv.co<strong>de</strong>ïne) of opiaat–agonist/antagonisten aan stap I. Er is slechts beperkt on<strong>de</strong>rzoek dat <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong>zemid<strong>de</strong>len bij chronische pijn aantoont. Daarenboven geven <strong>de</strong> zwakwerken<strong>de</strong> opiaten vergelijkbare bij-werkingenals morfine, zoals misselijkheid, braken 1 maar ook constipatie en urineretentie.De overgang naar stap II gebeurt dus enkel als er onvoldoen<strong>de</strong> pijncontrole is met <strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> stap I,in voldoen<strong>de</strong> hoge doses en volgens het correcte tijdsschema toegediend 2 .Veel artsen blijken te terughou<strong>de</strong>nd te zijn in <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> morfine 1,4 . De behan<strong>de</strong>ling in stap II wordt soms telang aangehou<strong>de</strong>n, enerzijds uit schrik voor verslaving aan opiaten, an<strong>de</strong>rzijds door <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong>morfinetoediening voor <strong>de</strong> patiënt(e) en zijn omgeving. Bei<strong>de</strong> bezwaren moeten kritisch bekeken wor<strong>de</strong>n.Opiaten gebruikt in <strong>de</strong> <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>, geven geen aanleiding tot verslavingsproblematiek. Indien <strong>de</strong> pijnvermin<strong>de</strong>rt, kan <strong>de</strong> morfine progressief verlaagd wor<strong>de</strong>n om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Het gebruik<strong>van</strong> morfine kondigt evenmin een naken<strong>de</strong> dood aan 4 .Co<strong>de</strong>ïne is een opiaat met min<strong>de</strong>r sterk effect maar vertoont aan hoge doses bijwerkingen die gelijkaardig zijn aan<strong>de</strong>ze <strong>van</strong> morfine.Co<strong>de</strong>ïnehttp://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 5 sur 11Co<strong>de</strong>ïne wordt peroraal steeds toegediend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïnefosfaat of -sulfaat. De hieron<strong>de</strong>r vermel<strong>de</strong>doseringen <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïne zijn uitgedrukt als hoeveelheid co<strong>de</strong>ïnefosfaat, dat 75 % actief produkt bevat.Het dosisequivalent <strong>van</strong> 15 mg morfine per os is ongeveer 100 mg co<strong>de</strong>ine oraal. Een <strong>de</strong>rgelijke hoge dosisco<strong>de</strong>ine gaat gepaard met opiaat-achtige bijwerkingen, zoals misselijkheid, braken, a<strong>de</strong>mhalings<strong>de</strong>pressie,urineretentie en obstipatie. Co<strong>de</strong>ïne wordt in het lichaam <strong>de</strong>els omgezet tot morfine. Deze omzetting is incompleetbij patiënten met een <strong>de</strong>fici ëntie voor het leverenzym CYP2D6 (5 tot 10 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke bevolking), of bijgelijktijdig gebruik <strong>van</strong> geneesmid<strong>de</strong>len die dit enzym remmen (bv. cimetidine en fluoxetine). Het analgetisch effectzal dan in theorie afnemen. In <strong>de</strong> praktijk is dit moeilijk na te gaan, omdat aan een an<strong>de</strong>re metaboliet <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïne,co<strong>de</strong>ïne-6-glucuroni<strong>de</strong>, ook een pijnstillen<strong>de</strong> werking wordt toegeschreven. Dat maakt het effect <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïnevariabel en onvoorspelbaar 1 .Het feit dat er geen eensgezindheid terug te vin<strong>de</strong>n is over <strong>de</strong> optimale en maximale dosis <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïne versterkt<strong>de</strong>ze stelling.Volgens <strong>de</strong> WGO bedraagt <strong>de</strong> minimale dosis <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïnefosfaat 30 mg om <strong>de</strong> 4 uur, of 180 mg per 24 uur. In onsland zijn 3 specialiteiten geregistreerd met een dosering <strong>van</strong> 500 mg paracetamol en 30 mg co<strong>de</strong>ïnefosfaat(Dafalgan Co<strong>de</strong>ïne®, Panadol Co<strong>de</strong>ïne® en Perdolan duo®). Wil men echter 6 g paracetamol toedienen dan komtmen aan een dosis <strong>van</strong> 360 mg co<strong>de</strong>ïnefosfaat per 24 uur. Dat stemt overeen met <strong>de</strong> maximumdosis <strong>van</strong> 60 mgom <strong>de</strong> 4 uur. De WGO tolereert een maximum <strong>van</strong> 120 mg om <strong>de</strong> 4 uur of 720 mg per 24 uur. Dit zijn zeer hogedoses. Het Brits Nationaal Formularium 6 opteert voor 30 tot 60 mg om <strong>de</strong> 4 u met een maximumdosis <strong>van</strong> 240 mgco<strong>de</strong>ïnefosfaat per 24 uur.Codicontin® bevat 60 mg dihydroco<strong>de</strong>ïne, wat overeenstemt met 120 mg co<strong>de</strong>ïnefosfaat of co<strong>de</strong>nesulfaat. Hetwordt om <strong>de</strong> 12 uur toegediend. Hiermee bereikt men een dosis equivalent aan 240 mg co<strong>de</strong>ïnefosfaat per 24 uur.Codicontin® biedt het voor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> nacht kan overbrugd wor<strong>de</strong>n en is terugbetaald in categorie b waardoor hetgoedkoper is voor <strong>de</strong> pati ënt(e).Het gebruik <strong>van</strong> paracetamol en co<strong>de</strong>ïne in mengpreparaten met standaarddoses of afzon<strong>de</strong>rlijk in aangepastedosis, moet individueel geëvalueerd wor<strong>de</strong>n. Men moet echter voor ogen blijven hou<strong>de</strong>n dat co<strong>de</strong>ïne in hoge dosespraktisch <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bijwerkingen vertoont als morfine, terwijl het effect min<strong>de</strong>r is.Door het wisselen<strong>de</strong> en onvoorspelbare effect <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïne, een gebrek aan eensgezindheid over <strong>de</strong> optimale enmaximale dosering <strong>van</strong> co<strong>de</strong>ïne en door <strong>de</strong> problemen met <strong>de</strong> dosering <strong>van</strong> paracetamol en co<strong>de</strong>ïne inassociatiepreparaten, heeft <strong>de</strong> combinatie <strong>van</strong> paracetamol en co<strong>de</strong>ïne een beperkte plaats bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong>chronische maligne pijn.DextropropoxyfeenDextropropoxyfeen (Depronal®) is een zwak werkzame opiaat agonist 9 . De toepassing er<strong>van</strong> wordt nietaanbevolen, <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> lange halfwaar<strong>de</strong>tijd (tot 50 uren) en het risico op cumulatie <strong>van</strong> een toxische metaboliet(nor<strong>de</strong>xtropropoxyfeen). Er zijn veel gevallen bekend <strong>van</strong> al of niet bewuste overdoseringen <strong>van</strong> <strong>de</strong>xtropropoxyfeenmet fatale gevolgen. Opvallend hierbij is <strong>de</strong> snelheid waarmee <strong>de</strong> dood optreedt, veelal binnen het uur. Eeneventuele a<strong>de</strong>mhalings<strong>de</strong>pressie kan, ofschoon moeilijk (<strong>van</strong>wege <strong>de</strong> sterke receptorbinding), wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ldmet naloxon 1 . Dextropropoxyfeen wordt besproken in hoofdstuk 3 (<strong>de</strong> evi<strong>de</strong>ntie rond "euthanatica"). Het heeft geenplaats bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronisch maligne pijn.PentazocinePentazocine (Fortal®) is een opiaat-agonist/antagonist. Het mid<strong>de</strong>l heeft geen plaats in <strong>de</strong> WGO-lad<strong>de</strong>r. Navoorafgaand gebruik <strong>van</strong> pentazocine hebben an<strong>de</strong>re opiaat-agonisten geduren<strong>de</strong> uren min<strong>de</strong>r of geen analgetischeffect. Er zijn geen gerandomizeer<strong>de</strong>, gecontroleer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken verricht met pentazocine bij chronische malignepijn 1 .BuprenorfineBuprenorfine (Temgesic®) sublinguaal is een partiële agonist <strong>van</strong> <strong>de</strong> mu-receptor. Het mid<strong>de</strong>l heeft eenplafon<strong>de</strong>ffect waardoor hoger doseren dan <strong>de</strong> standaarddosering <strong>van</strong> 0,4 mg (sublinguaal) om <strong>de</strong> 6 uur niet zinvolis. Misselijkheid en braken tre<strong>de</strong>n veelvuldig op. De sublinguale toedieningsmogelijkheid is wel een voor<strong>de</strong>el. Alsa<strong>de</strong>mhalings<strong>de</strong>pressie optreedt kan <strong>de</strong>ze slechts door hoge doses naloxon wor<strong>de</strong>n opgeheven. Bij <strong>de</strong> overgang<strong>van</strong> buprenorfine naar een mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> stap III zijn hier<strong>van</strong> soms hoge doses nodig, waarschijnlijk door <strong>de</strong> sterkereceptorbinding <strong>van</strong> buprenorfine.Ook hier zijn geen gecontroleer<strong>de</strong> gerandomizeer<strong>de</strong> studies bij chronische maligne pijn 1 .http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3TramadolTramadol (Contramal®, Dolzam®, Tradonal®) krijgt veel aandacht in <strong>de</strong> pijnbehan<strong>de</strong>ling en ook in <strong>de</strong>pijnbeheersing in <strong>de</strong> palliatieve zorg. Daarom gaan we in het Kort Nieuws op pagina 22 wat dieper op dit produkt in.Alhoewel tramadol se<strong>de</strong>rt 1977 op <strong>de</strong> markt is in Duitsland vindt men in <strong>de</strong> literatuur weinig constante enbetrouwbare gegevens. De meeste studies gaan over een korte perio<strong>de</strong>. Ze wer<strong>de</strong>n uitgevoerd bij een geringaantal patiënten bij postoperatieve pijnbehan<strong>de</strong>ling, pijnbehan<strong>de</strong>ling na tan<strong>de</strong>xtractie of bij behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong>osteoartrose. De resultaten qua werking zijn sterk uiteenlopend. Er zijn slechts 2 kleine studies overpijnbehan<strong>de</strong>ling bij oncologische patiënten. De bijwerkingen genoteerd in <strong>de</strong> literatuur liggen hoger dan in eenstudie gepubliceerd door <strong>de</strong> firma en zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> or<strong>de</strong> als <strong>de</strong> associatie paracetamol 300 mg + co<strong>de</strong>ïnefosfaat30 mg. Er bestaat geen eensgezindheid over <strong>de</strong> toe te dienen dosis 10 .Het gebruik <strong>van</strong> tramadol is tegenaangewezen in associatie met MAO-inhibitoren (ook <strong>de</strong> nieuwere vormen:Aurorix®) wegens gevaar voor het serotoninesyndroom, en met het selegiline (El<strong>de</strong>pril®). Combinatie metcarbamazepine (Tegretol®) wordt afgera<strong>de</strong>n omdat <strong>de</strong> werking <strong>van</strong> tramadol erdoor vermin<strong>de</strong>rd wordt 8 . Er zijnver<strong>de</strong>r meldingen in <strong>de</strong> literatuur <strong>van</strong> overdosage <strong>van</strong> digoxine bij gelijktijdig gebruik <strong>van</strong> tramadol en <strong>van</strong> verhoging<strong>van</strong> het anticoagulerend effect <strong>van</strong> warfarine, eveneens in associatie met tramadol 10 .Page 6 sur 11Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nen wordt tramadol niet opgenomen in het formularium.Tilidine-naloxoneTilidine-naloxone (Valtran®) is een mengsel <strong>van</strong> een agonist en een antagonist. Na voorafgaand gebruik hebbenan<strong>de</strong>re opiaat -analgetica tij<strong>de</strong>lijk geen pijnstillend effect. De overgang naar stap III gebeurt niet vlot. Toediening <strong>van</strong>tilidine-naloxone heeft geen zin bij chronische toenemen<strong>de</strong> pijn, omdat men <strong>de</strong> dosis niet kan opdrijven. Ook hierbestaan geen gerandomizeer<strong>de</strong>, gecontroleer<strong>de</strong> studies bij chronische maligne pijn.Stap IIIErnstige pijn: sterk werken<strong>de</strong> opiaten met mid<strong>de</strong>len uit stap I, met of zon<strong>de</strong>r adju<strong>van</strong>tetherapieMorfine en afgelei<strong>de</strong>nPeroraalDe introductie <strong>van</strong> orale morfinepreparaten met vertraag<strong>de</strong> afgifte heeft <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> morfine aanzienlijkgemakkelijker gemaakt 1 . Deze vorm komt echter slechts in aanmerking na het bereiken <strong>van</strong> een continuepijnstilling.Om <strong>de</strong>ze oppuntstelling te realiseren wordt geduren<strong>de</strong> 48 uren met <strong>de</strong> morfine-oplossing naar <strong>de</strong> optimale dosistoe gewerkt. Bij <strong>de</strong> morfine-oplossing dient <strong>de</strong> apotheker steeds een maatbeker of beter nog een gecalibreer<strong>de</strong>spuit af te leveren om <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> gestandaardiseer<strong>de</strong> doses toe te laten. Het gebruik <strong>van</strong> koffie-, <strong>de</strong>ssert- ofan<strong>de</strong>re lepels is uit <strong>de</strong>n boze.Klassiek wordt 300 mg morfinehydrochlori<strong>de</strong> per 300 ml water voorgeschreven. De hoeveelheid morfine kanwor<strong>de</strong>n verhoogd tot 1,5 g voor 300 ml 11 . Om re<strong>de</strong>nen <strong>van</strong> smaak wordt <strong>de</strong> morfine-oplossing ver<strong>de</strong>r verdund infruitsap. Bij patiënten die moeilijk drinken gaat <strong>de</strong> voorkeur naar een morfine-oplossing in oranjebloesemsiroopomwille <strong>van</strong> <strong>de</strong> zekerheid dat <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> dosis morfine ingenomen wordt, wat met <strong>de</strong> waterige oplossing infruitsap niet steeds het geval is.Men start met <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> 5 tot 15 mg morfine-oplossing om <strong>de</strong> 4 uur. Tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong> nachtrust te respecterenwordt <strong>de</strong> avonddosis verdubbeld. Bij bejaar<strong>de</strong>n start men met <strong>de</strong> laagste dosis, namelijk 5 mg om <strong>de</strong> 4 uur. Debasisdosis wordt progressief opgedreven met 25 tot 50% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 24 u-dosis. Eens een goe<strong>de</strong> pijnbeheersingbereikt, wordt overgeschakeld op langwerken<strong>de</strong> morfine in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> 24 u-dosis als <strong>de</strong> oplossing. Bij doorbraakpijnon<strong>de</strong>r morfine-oplossing wordt een supplementaire dosis (SOS) toegediend die 20% bedraagt <strong>van</strong> <strong>de</strong> 24 u-dosis.Indien doorbraakpijnen te frequent voorkomen, wordt <strong>de</strong> dosis langwerken<strong>de</strong> morfine aangepast. Bij het gelei<strong>de</strong>lijkverhogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> morfine is er in principe geen maximale dosis, <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> tolerantie-ontwikkeling ten aanzien <strong>van</strong><strong>de</strong> bijwerkingen.http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Morfine afbouwen kan a rato <strong>van</strong> 25 % en dient traag te gebeuren.Page 7 sur 11Adjuveren<strong>de</strong> therapie bij toediening <strong>van</strong> morfine is o.a. gericht op <strong>de</strong> bijwerkingen zoals nausea en hardnekkigeobstipatie. De bijwerkingen moeten bespreekbaar gesteld wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> pati ënt(e) en preventief aangepaktwor<strong>de</strong>n.Deze adju<strong>van</strong>te medicatie komt in een volgen<strong>de</strong> geneesmid<strong>de</strong>lenbrief ter sprake.SubcutaanEen continue toediening <strong>van</strong> morfine wordt toegepast bij chronische maligne pijn, indien orale therapie niet meermogelijk is.De subcutane toediening <strong>van</strong> morfine wordt overwogen bij blijven<strong>de</strong> nausea, braken (ondanks adju<strong>van</strong>te therapie),slikproblemen, vermin<strong>de</strong>rd bewustzijn, terminale dyspnoe, oesofagiale of intestinale (sub)obstructie, onvoldoen<strong>de</strong>pijncontrole peroraal, behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> doodsreutel, rusteloosheid, verwardheid, agitatie¼ Bij rusteloosheid,verwardheid en agitatie dient eerst gecontroleerd of er geen verband bestaat met <strong>de</strong> reeds toegedien<strong>de</strong> medicatiezoals morfine, anti<strong>de</strong>pressiva, haloperidol.Naast <strong>de</strong> continue subcutane toediening via <strong>de</strong> pijnpomp is het eveneens mogelijk (bv. bij doorbraakpijn) omsubcutaan intermittent morfine in te spuiten a rato <strong>van</strong> 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> 24 u-dosis. Zoals voor <strong>de</strong> morfine-oplossing is<strong>de</strong> werking beperkt tot 4 uur.Indien parenterale therapie overwogen wordt is <strong>de</strong> toediening via een pompsysteem met PCA (patient controlledanalgesia) een optie 1 . Dit gebeurt langs subcutane weg of via een porth-a-cath . De werkgroep formularium opteertechter voor het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> Graseby-pomp langs subcutane weg boven <strong>de</strong> PCA-pomp. Er zijn twee belangrijkeargumenten: <strong>de</strong> PCA -pomp laat een soepele aanpassing <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> medicaties niet toe. De aankoop- engebruiksprijs is veel hoger dan <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong> Graseby -pomp. De Graseby-pomp wordt dan ook klassiek gebruikt in<strong>de</strong> palliatieve thuiszorg en is vlot te bekomen (<strong>Palliatieve</strong> Thuiszorg; ook uitleendiensten <strong>van</strong> <strong>de</strong> mutualiteitenstellen <strong>de</strong>ze pomp ter beschikking <strong>van</strong> hun le<strong>de</strong>n. Het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> pomp is gratis, <strong>de</strong> aanzetstukken dienenechter wel - bij <strong>de</strong> mutualiteiten althans - betaald te wor<strong>de</strong>n).ConcentratieMaximum 1 g morfinehydrochlori<strong>de</strong> oplossen in 20 ml fysiologisch= 50 mg/ml (enkel magistraal verkrijgbaar).Bij toevoeging <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> adju<strong>van</strong>te geneesmid<strong>de</strong>len kan men hierbij moeilijkhe<strong>de</strong>n verwachten. Consulteerhiervoor <strong>de</strong> referentie-artsen of <strong>de</strong> equipe-artsen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>.Praktisch bedraagt <strong>de</strong> commercieel beschikbare maximumconcentratie 30 mg/ml in ampullen.Wanneer zeer hoge doses morfine toegediend moeten wor<strong>de</strong>n kan overgeschakeld wor<strong>de</strong>n op diamorfine(heroïne). Diamorfine is 2 maal zo potent als morfine. Diamorfine heeft het voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> een hogere concentratie ineen kleiner volume. Het is echter moeilijk te verkrijgen in <strong>de</strong> eerstelijnszorg.Trans<strong>de</strong>rmaal(fentanylpleister)De trans<strong>de</strong>rmale toedieningsvorm <strong>van</strong> fentanyl kan een alternatief zijn voor <strong>de</strong> subcutane toediening <strong>van</strong> morfine.Nadat een eerste fentanylpleister is opgeplakt of nadat <strong>de</strong> dosering daar<strong>van</strong> verhoogd is duurt het 12 tot 24 uurvoordat een constante fentanylspiegel bereikt wordt. Daarom moet men <strong>de</strong> oorspronkelijke dosis morfine nog tenminste 12 uur voortzetten. Ook daarna mag <strong>de</strong> patiënt(e) doorgaan met extra morfine-oplossing oraal indienpijnstilling door <strong>de</strong> pleister onvoldoen<strong>de</strong> is 1 . Patiënten die overschakelen <strong>van</strong> morfine naar fentanyl vertonen somsontwenningsverschijnselen zoals buikpijn, agitatie, zweten en griepaal gevoel geduren<strong>de</strong> enkele dagen. Dezesymptomen verdwijnen na toediening <strong>van</strong> morfine 12De werkingsduur <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleister bedraagt 72 uur. Voor het analgetisch effect kan tolerantie optre<strong>de</strong>n. Hetanalgetisch effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleister is soms al na 48 uur vermin<strong>de</strong>rd, en dan is het nodig <strong>de</strong> pleister eer<strong>de</strong>r teverwisselen 1 . In <strong>de</strong> praktijk is het eer<strong>de</strong>r verwisselen niet zon<strong>de</strong>r risico, wegens het gevaar voor cumulatie. Door<strong>de</strong>potvorming <strong>van</strong> fentanyl in het on<strong>de</strong>rhuidse vet zal het effect immers na verwij<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleister nog zeker 20u aanhou<strong>de</strong>n. Beter is te wachten en in <strong>de</strong> tussentijd te behelpen met pijnstilling SOS.http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 8 sur 11Voor<strong>de</strong>len-eenvoud in gebruik;-continue toediening <strong>van</strong> actief produkt;-verleng<strong>de</strong> werking;-mogelijkheid om kortwerken<strong>de</strong> producten toe te voegen 12 .In vergelijking met <strong>de</strong> Graseby-pomp heeft <strong>de</strong> pleister het voor<strong>de</strong>el <strong>van</strong> eenvoud, grotere mobiliteit enonafhankelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënt(e), afwezigheid <strong>van</strong> subcutane naal<strong>de</strong>n (bij ontstekingsreacties ter hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong>naald) en het uitblijven <strong>van</strong> technische problemen met naald en pomp.De Graseby-pomp daarentegen laat een autocontrole <strong>van</strong> <strong>de</strong> pijnstilling toe via <strong>de</strong> subcutane toediening <strong>van</strong> eenbolus actief produkt 12 .Na<strong>de</strong>len-niet aangewezen bij niet-stabiele pijn;-risico op te hoge instapdosis na stap 1 of stap 2;-opbouwperio<strong>de</strong> bij het eerste gebruik (<strong>van</strong> 17 tot 48 uur met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>van</strong> 24 uur);-moeilijkheid om <strong>de</strong> juiste dosering te vin<strong>de</strong>n in het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling;-nood aan kortwerken<strong>de</strong> producten bij <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>g en bij doorbraakpijnen;-lokale overgevoeligheidsreacties;-lange duur <strong>van</strong> ongewenste bijwerkingen;-resorptieverschillen veroorzaakt door <strong>de</strong> dikte <strong>van</strong> <strong>de</strong> huid en het subcutaan vetweefsel, <strong>de</strong> lichaams-temperatuuren <strong>de</strong> zweetproduktie 12 .BijwerkingenDe bijwerkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> fentanylpleisters zijn nogal indi-vidueel gebon<strong>de</strong>n. De meest frequent voorkomen<strong>de</strong>problemen (10%) waren <strong>van</strong> gastro-intestinale aard (nausea, braken, constipatie en droge mond) en <strong>van</strong>neuropsychiatrische aard (asthenie, slaperigheid, confusie). Bij 3 tot 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> pati ënten kwamen volgen<strong>de</strong>symptomen voor: abdominale pijnen, hoofdpijn, anorexie, vertigo, hallucinaties, angst, <strong>de</strong>pressie, euforie,nervositas, dyspnoe, perio<strong>de</strong>s <strong>van</strong> apnoe, pruritus en urineretentie. De meest ernstige bijwerking nl. hypoventilatiekwam voor bij 2 kankerpati ënten op 326. 3% <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënten vertoon<strong>de</strong> lokale intolerantie op <strong>de</strong> pleisters 12 .Uit een vergelijken<strong>de</strong> en cross -over studie met het langwerken<strong>de</strong> morfinesulfaat blijkt dat constipatie alsook diurneslaperigheid (significant) min<strong>de</strong>r frequent voorkomen met fentanylpleisters, namelijk respectievelijk 6 % versus 15% en 17% versus 19%. Slaapstoornissen en diarree komen echter frequenter voor dan bij het gebruik <strong>van</strong> morfine(35% t.o.v. 7 %) 12 .Bij kankerpatiënten met stabiele pijn waarbij <strong>de</strong> toediening <strong>van</strong> morfine noodzakelijk is, kan <strong>de</strong> fentanylpleister eenalternatief bie<strong>de</strong>n, op voorwaar<strong>de</strong> dat rekening gehou<strong>de</strong>n wordt met <strong>de</strong> specificiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> toedieningsvorm.Aangezien <strong>de</strong> bijwerkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> fentanylpleister even frequent zijn als <strong>de</strong>ze <strong>van</strong> morfine, maar dat <strong>de</strong>zebijwerkingen <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re aard kunnen zijn, zal men ook voor- en na<strong>de</strong>len geval per geval moeten bekijken 12 .Gezien <strong>de</strong> beperkte gegevens in <strong>de</strong> literatuur en <strong>de</strong> praktijkervaring <strong>van</strong> palliatieve eenhe<strong>de</strong>n stelt <strong>de</strong>werkgroep formularium <strong>de</strong> indicatie voor het gebruik <strong>van</strong> fentanylpleisters als volgt voor:1. Bij ambulante kankerpati ënten waarbij <strong>de</strong> morfinetoediening een gestabiliseerd pijnniveau gaf en omvolgen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen niet meer mogelijk of wenselijk is: slikstoornissen of <strong>de</strong> onmogelijkheid om peroralemedicatie in te nemen of in te hou<strong>de</strong>n (stomie, hardnekkig braken, obstructie, subobstructie), weerstandtegen een groot aantal pillen en te storen<strong>de</strong> bijwerkingen <strong>van</strong> morfine (constipatie en diurne slaperigheid).2. Bij patiënten die geen orale medicatie kunnen of willen nemen of die problemen hebben met <strong>de</strong> Graseby-http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3pomp: ontstekingsreacties t.h.v. <strong>de</strong> naald, lymfoe<strong>de</strong>em, technische problemen...Page 9 sur 11In bei<strong>de</strong> gevallen dient het te gaan om stabiele pijn; sterk wisselen<strong>de</strong> of sterk evolueren<strong>de</strong> pijn kan niet met <strong>de</strong>zepleisters wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.Voorzichtigheid is gebo<strong>de</strong>n bij het stockeren <strong>van</strong> gebruikte fentanylpleisters. Bij on<strong>de</strong>rzoek blijkt immers dat na eengebruik <strong>van</strong> 3 dagen er in het reservoir <strong>van</strong> <strong>de</strong> fentanylpleisters nog 28 tot 84 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> initi ële dosis aanwezig is 12 .RectaalEr is slechts een beperkte keuze aan rectale toedieningsvormen voor opiaten. Als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze beperkte keuzewordt soms <strong>de</strong> rectale toediening <strong>van</strong> een oraal preparaat met vertraag<strong>de</strong> afgifte (i.c. MS Contin®) aanbevolen.Ondanks een wisselen<strong>de</strong> biologische beschikbaarheid biedt <strong>de</strong>ze toedieningsvorm in uitzon<strong>de</strong>rlijke gevallen eenuitkomst.MethadonBij kankerpatiënten met neurogene pijn die onvoldoen<strong>de</strong> reageren op (hoge) doses morfine is aangetoond dat <strong>de</strong>overgang op methadon succes kan hebben. Men moet dit echter voorzichtig doen door <strong>de</strong> dosis morfine langzaamaf te bouwen en <strong>de</strong> dosis methadon langzaam te verhogen 1 . Door <strong>de</strong> lange halveringstijd is er echter gevaar vooraccumulatie. Om die re<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling met methadon beter toevertrouwd aan <strong>de</strong>skundigen op ditgebied.ReferentiesBrouwers RBJ, Delhaas EM. Medicamenteuze behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronische pijn bij volwassenen.Geneesmid<strong>de</strong>lenbulletin 1998;10;111-8.Mieux soigner les mala<strong>de</strong>s en fin <strong>de</strong> vie. La Revue Prescrire 1997;17:431-9.Evi<strong>de</strong>nce based palliative care. There is some evi<strong>de</strong>nce and there needs to be more. British Medical Journal1999;319:462-3.Van Oost C. Farmacologische aanpak <strong>van</strong> pijn in <strong>de</strong> palliatieve zorg. Pharmaceutical care 1998;27:13-5.O'Neill B, Fallon M. ABC palliative care. Principles of palliative care and pain control. British Medical Journal1997;315:801-4.Brits Nationaal Formularium, september 1999.Moertel CG et al. Aspirin and pancreatic cancer. Gastro-Enterology 1971;60(4):552-3.Interactions médicamenteuses: nouveautés 1998. La Revue Prescrire 1998;186:522-4.Martindale. Thirty-second edition. 1999.Tramadol. La Revue Prescrire 1997;17:639-42.Gecommentarieerd Geneesmid<strong>de</strong>lenrepertorium, 1999. Belgisch Centrum voor <strong>Farmacotherapeutische</strong> Informatie,p. 127.Fentanyl en dispositif trans<strong>de</strong>rmique. La Revue Prescrire 1998;184:331-4.Kort Nieuws ?http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 10 sur 11TramadolWe steunen ons op <strong>de</strong> gegevens uit La Revue Prescrire 1 waarin <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur nagetrokken werdtot 1997 en Geneesmid<strong>de</strong>lenbulletin 2 <strong>van</strong> 1998 en, voor behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronische pijn, op publicaties terug tevin<strong>de</strong>n in Medline en <strong>de</strong> Cochrane-database <strong>van</strong>af 1998 t.e.m. augustus 1999.Tramadol heeft een zwak agonistisch effect op <strong>de</strong> meeste opiaatreceptoren. Ver<strong>de</strong>r remt het <strong>de</strong> heropname <strong>van</strong>noradrenaline en versterkt het het vrijkomen <strong>van</strong> serotonine (cfr. serotoninesyndroom). Het wordt om die re<strong>de</strong>n welgepropageerd voor neurogene pijn, maar on<strong>de</strong>rzoeken voor <strong>de</strong>ze indicatie ontbreken. Het mid<strong>de</strong>l is niet grondigon<strong>de</strong>rzocht bij chronische maligne pijn. Tramadol is bij chronische benigne pijn (artrose knie/heup) in studies nietbeter gebleken dan paracetamol/co<strong>de</strong>ïne en <strong>de</strong>xtropropoxyfeen. Pati ënten die tramadol gebruikten, vertoon<strong>de</strong>nmeer bijwerkingen. Tramadol is min<strong>de</strong>r sterk werkzaam dan morfine, terwijl het bijwerkingsprofiel vergelijkbaar is.Bij één vier<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënten trad misselijkheid en obstipatie op. Eén op <strong>de</strong> vijf patiënten rapporteer<strong>de</strong> hoofdpijnen an<strong>de</strong>re centrale bijwerkingen. Verwardheid en hallucinaties wer<strong>de</strong>n bij 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> pati ënten waargenomen. Bijpatiënten met epilepsie is waakzaamheid gebo<strong>de</strong>n, omdat na inname <strong>van</strong> tramadol epileptische aanvallen zijngerapporteerd 2 .Tramadol bij acute pijn (postoperatief) 1Volgens <strong>de</strong> gegevens <strong>van</strong> een meta-analyse (18 studies waar<strong>van</strong> slechts 1 gepubliceerd) is, na een éénmaligeinname het analgetische effect <strong>van</strong> tramadol vergelijkbaar gebleken met aspirine + co<strong>de</strong>ïne of met paracetamol +co<strong>de</strong>ïne bij acute post-operatieve pijn. In één studie die niet in <strong>de</strong> meta-analyse werd opgenomen maar in <strong>de</strong>tailgepubliceerd is, is paracetamol 1000 mg + co<strong>de</strong>ïne 60 mg méér doeltreffend gebleken dan 50 of 100 mg tramadol.Geen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> doses tramadol was statistisch méér werkzaam dan placebo. 52 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> patiënten (37 op 71)behan<strong>de</strong>ld met tramadol vermeld<strong>de</strong> bijwerkingen t.o.v. 27 % (10 op 37) voor <strong>de</strong> paracetamol-codëine groep. Méérpatiënten in <strong>de</strong> tramadolgroep (40 % on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 50 mg-dosis, 33 % on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 100 mg-dosis) had<strong>de</strong>n last <strong>van</strong> braken,tegenover 14 % on<strong>de</strong>r paracetamol + co<strong>de</strong>ïne en 14 % on<strong>de</strong>r placebo.Tramadol bij artrose en reumatoï<strong>de</strong> artritisIn een vergelijken<strong>de</strong> studie tussen tramadol 3 x 100 mg en <strong>de</strong>xtropropoxyfeen 3 x 100 mg bij behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong>atrosepijnen tonen bei<strong>de</strong> producten een vergelijkbare pijnstilling. Er waren significant meer uitval en bijwerkingen(nausea, braken en duizeligheid) in <strong>de</strong> tramadolgroep dan in <strong>de</strong> <strong>de</strong>xtropropoxyfeengroep 1 . Bij 55 patiënten metchronische rugpijn werd tramadol 2 x 50 mg vergeleken met 500 mg paracetamol + 30 mg co<strong>de</strong>ïne. Bei<strong>de</strong>producten scoren in <strong>de</strong>ze studie even goed, maar <strong>de</strong> tolerantie voor paracetamol + co<strong>de</strong>ïne is beter dan voortramadol (81 % versus 69 %) 3 .Tramadol bij chronische pijn 1Bij 390 patiënten boven <strong>de</strong> 65 jaar is tramadol vergeleken met paracetamol + co<strong>de</strong>ïnefosfaat. Het analgetisch effecttussen bei<strong>de</strong> groepen was statistisch niet verschillend. M éér patiënten on<strong>de</strong>r tramadol (18,8 %) stopten <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>ling omwille <strong>van</strong> bijwerkingen in vergelijking met 9,6 % on<strong>de</strong>r paracetamol + co<strong>de</strong>ïne.Tramadol bij kankerpijn 1Volgens twee beschikbare studies (resp. 20 en 64 patin-ten) is tramadol peroraal min<strong>de</strong>r doeltreffend gebleken danmorfine peroraal.ReferentiesTramadol. La Revue Prescrire 1997;17:639-42.http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004


Geneesmid<strong>de</strong>lenbrief 1999, nr 3Page 11 sur 11Brouwers RBJ, Delhaas EM. Medicamenteuze behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> chronische pijn bij volwassenen.Geneesmid<strong>de</strong>lenbulletin 1998;10:111-82.Muller FO et al. Comparison of the efficacy and tolerability of a paracetamol/co<strong>de</strong>ine fixed-dose combination withtramadol in patients with refractory chronic back pain. Arzneimittelforschung 1998;48(6):675-9.http://www.farmaka.be/GB15_pane.html9/02/2004

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!