Hoofdstuk 15 Song opname63 Stel de BPM (tempo) in voor uw nieuwe SongBehalve de Patterns, kunnen er verscheidene andere instellingen in uw Song geprogrammeerd worden. Éénvan deze is BPM. Hiermee kunt u de snelheid of het tempo van het afspelen instellen — voor elke maat, alsu dat wilt.Gewoonlijk zult u dit aan het begin van de Song gebruiken (zie Tip 62, de stappen 3 - 5) om er zeker van tezijn dat de gehele Song bij het juiste tempo wordt afgespeeld. Het kan echter ook gebruikt worden om hettempo in het midden van de Song te wijzigen.Werk deze stappen door, en zorg ervoor dat u de procedure beheerst. U zult dezelfde methode in Tip 64gaan gebruiken om ook andere instellingen te programmeren.1 Ga de Song Bewerking mode binnen.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [SONG] knop.2 Selecteer de gewenste maat.Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT ] knoppen.3 Speel het Pattern af.Druk op de Start/Stop knop om het Pattern, bij de geselecteerde maat, te laten loopen.4 Roep de BPM instelling op.Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [BPM] ([TAP]).5 Stel de gewenste BPM waarde in met de DATA knop.6 Herhaal de bovenstaande stappen 2 - 5 zo vaak als uwilt, voor zoveel maten als nodig is.In de meeste gevallen, zult u dezelfde BPM instelling willen handhaven over verscheidene maten, of zelfsover de gehele Song. Voer, om dit te doen, de “----” instelling in, voor zoveel maten als nodig is. Of, alsu de Song van het begin af programmeert, dan hoeft u alleen maar de maten, die u wilt handhaven, over teslaan — de AN200 behoudt automatisch de laatste instelling, tot de eerstvolgende nieuwe invoer.• Fijne tempo wijzigingenDe BPM waarde bevat een uiterst fijne resolutie van 1/10 beats per minuut — voor eennauwkeurige regeling van het tempo. Gebruik dit om zeer geleidelijke snelheidswijzigingen inte stellen.• Versnellen en vertragenU wilt misschien, als uw Song uit de conventionele couplet/refrein structuur bestaat,spelenderwijs de BPM aan het begin van elke sectie wijzigen. Sommige artiesten, bijvoorbeeld,maken het refrein iets sneller dan het couplet, om, iedere keer dat het refrein komt,meer spanning op te wekken. Andere songs hebben misschien meer baat bij detegenovergestelde benadering — het vertragen van het refrein om het dramatischer te latenklinken.Zorg ervoor, ongeacht welke benadering u kiest, dat u de wijzigingen consistent houdt, vansectie tot sectie, en ze klein houdt — het is de bedoeling dat uw luisteraars de wijzigingenVOELEN, en niet bewust HOREN.Song Bewerking — BPM (Tempo)Bepaalt de snelheid van het afspelen van het Pattern(in beats per minuut, of bpm), voor degeselecteerde maat. Selecteer ten eerste de maatdoor [SHIFT] ingedrukt te houden en de [OCT ] knoppen te gebruiken. Houd [SHIFT] vervolgensingedrukt en druk op [BPM] ([TAP]), engebruik de DATA knop om de waarde in te stellen.Bereik20,0 — 300,0 bpmEen instelling van “----” behoudt devorige waarde van de maat (geenwijziging).84
Hoofdstuk 15 Song opname64 Meer Song bewerkings-eigenschappenIn de voorgaande Tips 62 en 63, heeft u geleerd hoe u Pattern nummers en BPM waarden in de maten vanuw Song moet invoeren. Maar dat is niet alles wat u kunt doen. In deze Tip zullen we u laten zien hoe u derest van de krachtige Song bewerkings-eigenschappen kunt gebruiken in uw liedjes.Trouwens, we beperken deze instructies tot het minimum van de kale basis. Lees over deze coolehulpmiddelen, en probeer ze vervolgens in uw eigen Songs te gebruiken en zie dan wat het resultaat kan zijn.Onthoud dat de basis methode dezelfde is voor allemaal:1) Ga de Song Bewerking mode binnen.(Houd, in de Song mode, [SHIFT] ingedrukt en druk op de [SONG] knop.)2) Selecteer de gewenste maat.(Houd [SHIFT] ingedrukt en gebruik de [OCT ] knoppen.)3) Speel het Pattern af.(Druk op de Start/Stop knop.)4) Selecteer het event type dat u wilt bewerken.(Zie de onderstaande instructies voor elke event.)5) Stel de waarde in.(Gebruik de DATA knop. Volg, in het geval van Track Mute, hierna, de relevante instructies.)Herhaal natuurlijk de stappen 2 - 5 zo vaak als nodig is. Druk op [EXIT] als u klaar bent met bewerken. Envergeet niet om uw nieuwe creatie op te slaan. (Zie blz. 89.)Pattern(Wordt beschreven in Tip 62, hiervoor.)Om te selecteren:Druk op de [PATTERN SELECT] knop.Toonhoogte OffsetNet als met de soortgelijke Pattern regelaar (Transponering; op blz. 36), kunt u hiermee de toonhoogtevoor het afspelen wijzigen. U kunt, door verschillende instellingen te maken door verscheidene maten inde Song, uw eigen akkoord progressies programmeren, en de Patterns van toonsoort laten veranderen.Om te selecteren:Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [KEYBOARD] knop.Zowel de [KEYBOARD] knop als het PITCH lampje knipperen, waardoor wordt aangegeven dat ToonhoogteOffset geselecteerd is.BPM(Wordt beschreven in Tip 63, hiervoor.)Om te selecteren:Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [TAP] knop.BeatHiermee kunt u het totale aantal stappen in het Pattern, bij de geselecteerde maat, wijzigen. (Zie, voordetails, Tip 6.) Één gebruik hiervan zou het creëren van een Pattern van een halve-maat lang kunnen zijn.Als u bijvoorbeeld bij de maat een 16-staps Pattern heeft ingevoerd, dan zal een instelling van “8” hetPattern effectief halveren. Onthoud, als u slechts een korte wijziging voor ogen heeft, dat u de Beat, in devolgende maat of zo, terugzet!Om te selecteren:Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op de [BEAT] ([SWING]) knop.Zowel de [SWING] knop als het BEAT lampje knipperen, waardoor wordt aangegeven dat Beat geselecteerd is.85