Quantummechanica en (niet-)lokaliteit 1 Lokale commutativiteit
Quantummechanica en (niet-)lokaliteit 1 Lokale commutativiteit
Quantummechanica en (niet-)lokaliteit 1 Lokale commutativiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
elkaar wederzijds uitsluit<strong>en</strong>de meetopstelling<strong>en</strong> (namelijk die voor de meting vande plaats X 1 dan wel de impuls P X1 van deeltje 1). Daarmee was voor Bohr dekous min of meer af. Zo <strong>niet</strong> voor Einstein [13], die inzag dat Bohr, t<strong>en</strong>einde decompleetheid van de quantummechanica op deze manier te redd<strong>en</strong>, moest aannem<strong>en</strong>dat de meetinteractie dan e<strong>en</strong> <strong>niet</strong>-lokaal karakter moet hebb<strong>en</strong>, daar het in de EPRred<strong>en</strong>eringimmers ging om welbepaalde waard<strong>en</strong> van plaats <strong>en</strong> impuls van deeltje 2(dus <strong>niet</strong> van deeltje 1). Toepassing van Bohr’s idee dat de meetcontext van belangis voor het definiër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> observabele van deeltje 2 (<strong>en</strong> om dát deeltje ging hetEinstein), vereist dat de meetcontext voor de meting aan deeltje 1 ook als zodanigvan toepassing is op deeltje 2. Dit laatste deeltje was echter door Einstein zorgvuldigbuit<strong>en</strong> de sfeer van de meetinteractie gehoud<strong>en</strong> (ervan uitgaande dat deze interactiee<strong>en</strong> lokaal karakter heeft).Daarmee werd het <strong>niet</strong>-<strong>lokaliteit</strong>sprobleem gebor<strong>en</strong>. Einstein zelf me<strong>en</strong>de dathet <strong>niet</strong>-<strong>lokaliteit</strong>sprobleem zich <strong>niet</strong> voordeed als m<strong>en</strong> aannam dat, net als in deklassieke mechanica, de deeltjes al voorafgaand aan de meting welbepaalde waard<strong>en</strong>van plaats <strong>en</strong> impuls hadd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als de quantummechanica werd gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> statistischebeschrijving van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>semble (in plaats van de Kop<strong>en</strong>haagse probabilistischebeschrijving van e<strong>en</strong> individueel deeltje). De betek<strong>en</strong>is van het EPR-probleem konvolg<strong>en</strong>s Einstein [13] word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat door de keuzemogelijkheid: ‘incompleetheidvan de quantummechanica’ óf ‘<strong>niet</strong>-<strong>lokaliteit</strong>’. M<strong>en</strong> kon met Bohr uitgaan van‘compleetheid van de quantummechanica’, maar dan was m<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> tot hetaccepter<strong>en</strong> van ‘<strong>niet</strong>-<strong>lokaliteit</strong>’; óf m<strong>en</strong> kon uitgaan van ‘<strong>lokaliteit</strong>’, in welk geval m<strong>en</strong>‘incompleetheid van de quantummechanica’ moest aannem<strong>en</strong>. Beide opties zoud<strong>en</strong>op<strong>en</strong> zijn, maar Einstein prefereerde uiteraard de tweede optie, omdat hij daarmeede “spooky actions at a distance” kon vermijd<strong>en</strong>.Door de fysische geme<strong>en</strong>schap werd algeme<strong>en</strong> Einstein’s keuze verworp<strong>en</strong>. Dat iswaarschijnlijk voor e<strong>en</strong> belangrijk deel het gevolg van de grote invloed van de belangrijkstefilosofische stroming van dat mom<strong>en</strong>t, het logisch empirisme, waardoor er veelkritiek was op het metafysische karakter van Einstein’s objectivistisch-realistischeinterpretatie van de quantummechanische observabel<strong>en</strong> 3 . Ook had Bohr t<strong>en</strong> gevolgevan zijn nadruk op de meting de empiristische wind mee (overig<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> onrechte,want Bohr’s interpretatie van quantummechanische observabel<strong>en</strong> was, vanwege d<strong>en</strong>iet-<strong>lokaliteit</strong>, nauwelijks minder metafysisch dan Einstein’s interpretatie). Zonderde door het empirisme aangewakkerde angst voor metafysica zou, als gevolg van degrote overe<strong>en</strong>komst van Einstein’s opvatting met de vertrouwde klassieke mechanica,vóór 1967 di<strong>en</strong>s keuze voor m<strong>en</strong>ig fysicus mogelijk aantrekkelijker zijn geweest dandie van Bohr. Het EPR-experim<strong>en</strong>t kon immers word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> selectie van3 Deze interpretatie wordt wel aangeduid in term<strong>en</strong> van ‘de quantummechanica als verborg<strong>en</strong>variabel<strong>en</strong>theorie’,waarin de observabel<strong>en</strong> de rol van verborg<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> doorvon Neumann [14] gegev<strong>en</strong> “bewijs” dat verborg<strong>en</strong>-variabel<strong>en</strong>theorieën <strong>niet</strong> mogelijk zoud<strong>en</strong> zijn,had, t<strong>en</strong> gevolge van di<strong>en</strong>s grote autoriteit, veel invloed. Dit “bewijs” bleek overig<strong>en</strong>s later <strong>niet</strong> tedeug<strong>en</strong>.6