BESTEMMINGSPLAN SPITSBUSBAAN N235 - 2016
Bestemmingsplan__Spitsbusbaan_N235_-_2016
Bestemmingsplan__Spitsbusbaan_N235_-_2016
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>BESTEMMINGSPLAN</strong><br />
<strong>SPITSBUSBAAN</strong> <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong><br />
bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro<br />
Status: voorontwerp<br />
Gemeente Purmerend<br />
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling<br />
ID-code: NL.IMRO.0439.BP<strong>SPITSBUSBAAN</strong><strong>N235</strong>-VO01<br />
Procedure:<br />
Terinzagelegging voorontwerp:<br />
Terinzagelegging ontwerp<br />
Vaststelling door raad:
Toelichting<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 5
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 5<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />
1.1 Aanleiding 7<br />
1.2 Ligging plangebied 7<br />
1.3 Vigerend bestemmingsplan 8<br />
1.4 Leeswijzer 8<br />
Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving 9<br />
Hoofdstuk 3 Beleidskader 11<br />
3.1 Rijksbeleid 11<br />
3.2 Provinciaal beleid 12<br />
3.3 Regionaal beleid 14<br />
3.4 Gemeentelijk beleid Purmerend 14<br />
3.5 Gemeentelijk beleid Waterland 16<br />
Hoofdstuk 4 Omgevingsanalyse 17<br />
4.1 Huidige situatie 17<br />
4.2 Nieuwe situatie 17<br />
Hoofdstuk 5 Randvoorwaarden / omgevingsaspecten 21<br />
5.1 Milieuzonering 21<br />
5.2 Milieu-effectrapportage 21<br />
5.3 Geluid 22<br />
5.4 Luchtkwaliteit 24<br />
5.5 Geur 25<br />
5.6 Bodemkwaliteit 26<br />
5.7 Externe veiligheid 27<br />
5.8 Water 29<br />
5.9 Natuurwaarden 31<br />
5.10 Cultuurhistorische waarden 34<br />
5.11 Archeologie 34<br />
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 37<br />
6.1 Privaatrechtelijke uitvoerbaarheid 37<br />
6.2 Economische uitvoerbaarheid 37<br />
6.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 37<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 3
Hoofdstuk 7 Juridische planbeschrijving 39<br />
7.1 Planvorm 39<br />
7.2 Bestemmingsregeling 39<br />
4 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 1<br />
Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
Onderhavig bestemmingsplan heeft betrekking op de aanleg van een tidal flow spitsbusbaan tussen<br />
Ilpendam en Purmerend ter verbetering van de bereikbaarheid in de regio Waterland. Deze los gelegen<br />
spitsbusbaan in twee richtingen zorgt voor een robuust OV-netwerk en zorgt tevens voor een tijdwinst in<br />
de avondspits van 20 minuten voor het autoverkeer. Om het project te kunnen uitvoeren is, naast het<br />
verlenen van diverse omgevingsvergunningen, een aanpassing van de geldende bestemmingsplannen<br />
nodig. In paragraaf 1.3 wordt hierop verder ingegaan. Het onderhavige bestemmingsplan geeft een<br />
planologisch kader - bouw- en gebruiksregels - waarbinnen het project planologisch mogelijk wordt<br />
gemaakt.<br />
1.2 Ligging plangebied<br />
Het plangebied ligt tussen Purmerend en Ilpendam en volgt het tracé van de doorgaande weg <strong>N235</strong><br />
tussen hectometerpaal(hm) 4,2 en hm 8,1. Het traject van de <strong>N235</strong> waarvoor een schetsontwerp wordt<br />
gemaakt begint (vanuit zuidelijke richting gezien) in Ilpendam, op het punt waar de huidige tidal flow<br />
busbaan vanuit de richting Amsterdam eindigt, en zal doorlopen tot aan de Verzetslaan in Purmerend.<br />
Tot het plangebied behoort eveneens de aansluitingen op het Purmerends wegennet. De globale ligging<br />
van het plangebied is op onderstaande luchtfoto weergegeven.<br />
Figuur 1. Luchtfoto plangebied<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 7
1.3 Vigerend bestemmingsplan<br />
Op het plangebied gelden tot op het moment van inwerkingtreding van het onderhavige<br />
bestemmingsplan de volgende bestemmingsplannen:<br />
- Bestemmingsplan Buitengebied Waterland, gemeente Waterland, vastgesteld op 27-11-2014<br />
- Bestemmingsplan Kernen Waterland, gemeente Waterland, vastgesteld op 11-04-2013<br />
- Bestemmingsplan Weidevenne, gemeente Purmerend, vastgesteld op 28-03-2013<br />
- Bestemmingsplan De Gors, gemeente Purmerend, vastgesteld op 21-10-2010<br />
Niet alle gronden waarop het planvoornemen betrekking heeft zijn in bovenstaande bestemmingsplannen<br />
bestemd als 'Verkeer'. Om deze reden dient van de geldende bestemmingsplannen afgeweken te<br />
worden en wordt met voorliggend bestemmingsplan in een passend planologisch kader voorzien.<br />
1.4 Leeswijzer<br />
Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van het project. Hoofdstuk 3 geeft een samenvatting van het<br />
relevante actuele beleidskader. Hoofdstuk 4 bevat een omgevingsanalyse waarin wordt nagegaan welke<br />
functies en bouwwerken zich voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan in het plangebied<br />
bevinden en in hoeverre het nieuwe project hierin past. In hoofdstuk 6 worden de relevante<br />
randvoorwaarden en omgevingsaspecten behandeld. In hoofdstuk 7 wordt een toelichting gegeven op de<br />
gekozen planvorm en de gedachten die ten grondslag liggen aan de juridische regeling zoals deze op de<br />
verbeeldign en in de regels is opgenomen. Ten slotte wordt in de hoofdstukken 8 en 9 ingegaan op de<br />
uitvoerbaarheid en de inspraak en het overleg.<br />
8 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 2<br />
Projectbeschrijving<br />
De provincie Noord-Holland, de Stadsregio Amsterdam, de gemeenten Edam-Volendam, Purmerend,<br />
Waterland en gemeente Amsterdam werken samen aan een betere bereikbaarheid van de regio<br />
Waterland. In dit kader is een pakket maatregelen opgesteld met als doel het verbeteren van de<br />
doorstroming en verkeersveiligheid, het uitvoeren van groot onderhoud en het behouden van leefbaarheid<br />
en natuurwaarden. Het aanleggen van de tidal flow spitsbusbaan tussen Ilpendam en Purmerend maakt<br />
hier als onderdeel van de doorstromingsmaatregelen <strong>N235</strong>-N247 deel van uit. Met de aanleg van deze<br />
spitsbusbaan wordt de bestaande tidal flow spitsbusbaan van Amsterdam-Ilpendam verlengd tot in<br />
Purmerend.<br />
Figuur 2. Doorstromingsmaatregelen <strong>N235</strong>-N247<br />
De bestaande busbaan kan in één richting worden gebruikt (tussen Purmerend en Amsterdam), de<br />
nieuw te realiseren spitsbusbaan kan in twee richtingen gebruikt worden.<br />
Ten behoeve van de nieuwe spitsbusbaan zal het wegprofiel moeten worden heringedeeld en waar nodig<br />
worden verbreed. De tidal flow busbaan komt dichter bij het Noordhollandsch Kanaal te liggen, in de<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 9
huidige grasberm met bomen, deels op de bestaande damwand. Op sommige plaatsen zal zelfs een<br />
deel van het Noordhollandsch Kanaal worden gedempt, om voldoende ruimte voor de busbaan te<br />
creëren. Daarnaast komt er tussen de busbaan en de tweebaansweg een smalle berm.<br />
Om de bushalte in Ilpendam veilig te kunnen bereiken wordt er ter hoogte van de bocht Zenneweg -<br />
Merelstraat een veilige onderdoorgang aangelegd. Hiervoor zal de woning op de hoek van de Zonneweg<br />
en Merelstraat worden aangekocht om dit mogelijk te maken. Op deze locatie wordt mede een<br />
fietsenstalling opgericht. Ook een goede aansluiting op het Purmerends wegennet is in het ontwerp<br />
meegenomen.<br />
10 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 3<br />
Beleidskader<br />
Het kader voor een bestemmingsplan wordt gevormd door diverse nationale, provinciale, regionale, en<br />
(deel)gemeentelijke nota's. Dit beleid stelt planologische en bestuurlijke beleidskaders<br />
(randvoorwaarden) aan de ruimtelijke (on)mogelijkheden voor het plangebied waarmee rekening moet<br />
worden gehouden. In dit hoofdstuk wordt voor het plangebied het relevante algemene beleid beknopt<br />
samengevat.<br />
3.1 Rijksbeleid<br />
3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
Het rijk heeft het beleid inzake de ruimtelijke inrichting en het mobiliteitsbeleid van Nederland tot 2040<br />
vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Deze visie is vastgesteld op 13 maart 2012.<br />
De regering maakt ruimte voor groei en beweging en kiest ervoor de invulling van het ruimtelijk beleid<br />
voor een belangrijk deel over te laten aan provincies en gemeenten. Daardoor kan het Rijk zich richten<br />
op het behartigen van belangen die van nationale en internationale betekenis zijn. De minister vermindert<br />
het aantal procedures en brengt eenheid in het stelsel van regels voor infrastructuur, water, wonen,<br />
milieu, natuur en monumenten. De ruimtelijke ordening wordt zo dicht mogelijk bij diegene die<br />
het aangaat gebracht (burgers en bedrijven) en er wordt meer overgelaten aan gemeenten en provincies<br />
('decentraal, tenzij…'). Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. Daarbij<br />
verwacht het Rijk dat medeoverheden zich eveneens inzetten voor meer eenvoud en verdere integratie op<br />
het gebied van ruimtelijke regelgeving. De gemeente is de overheid die het dichtst bij de burger staat en<br />
zorg draagt voor een veilige en leefbare woon- en werkomgeving. In het ruimtelijk domein gaat het om de<br />
ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin, waarbij onder meer belangen ten aanzien<br />
van mobiliteit, milieu, natuur, water, economie en wonen worden afgewogen. Het Rijk formuleert drie<br />
hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange<br />
termijn (2028) en verbindt hier dertien nationale belangen aan.<br />
Purmerend en Waterland maken onderdeel uit van 'Metropoolregio Amsterdam'. Dit is een (informeel)<br />
samenwerkingsverband van lokale en provinciale overheden in de noodvleugel van de Randstad.<br />
De door het Rijk en regio geformuleerde opgaven binnen deze regio zijn neergelegd in de<br />
'Gebiedsagenda Noordwest Nederland' en richten zich o.a. op het verbeteren van de bereikbaarheid en<br />
het opvangen van de woningbehoefte (verstedelijkingsafspraken). De afspraken over de regionale en<br />
rijksinvesteringen op het gebied van een toekomstige ruimtelijke inrichting worden vastgelegd in het<br />
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).<br />
Het bepaalde in dit bestemmingsplan is in lijn met het gestelde in de structuurvisie.<br />
3.1.2 AmvB Ruimte (Barro)<br />
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) voorziet in de juridische borging van het<br />
nationaal ruimtelijk beleid zoals dat in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vastgelegd. Het<br />
bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke<br />
plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken. Voor Purmerend en Waterland<br />
hebben deze regels geen gevolgen.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 11
3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking<br />
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is de 'ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd.<br />
Per 1 oktober 2012 is deze ladder als motiveringseis in artikel 3.1.6, tweede en derde lid van het Besluit<br />
ruimtelijke ordening opgenomen. De ladder is een instrument waarmee vraag en aanbod van stedelijke<br />
functies goed op elkaar afgestemd worden.<br />
De ladder duurzame verstedelijking gaat uit van drie treden:<br />
1. bepalen regionale vraag naar ruimte;<br />
2. bouwen binnen bestaand stedelijk gebied;<br />
3. goede (multi-modale) ontsluiting.<br />
Onderzocht moet worden of er wel behoefte is aan de nieuwe stedelijke ontwikkeling. Wordt niet al<br />
elders in de regio voorzien in deze behoefte? En is er wel vraag naar deze voorziening? Blijkt er behoefte<br />
te zijn waarin in de regio niet al voorzien wordt, dan geldt de regel dat inbreiden gaat boven uitbreiden.<br />
Herstructurering en verbetering van bestaande terreinen dan wel transformatie van bestaande gebouwen<br />
heeft de voorkeur boven het ontwikkelen van nieuwe terreinen en gebouwen. Ten slotte moet de locatie<br />
door meerdere vervoerswijzen ontsloten worden. De gemeente zal bij nieuwe ontwikkelingen moeten<br />
onderbouwen op welke manier met deze voorwaarden rekening is gehouden en waarom voor een<br />
bepaalde ontwikkeling op de voorgestelde locatie is gekozen.<br />
In het Bro is stedelijke ontwikkeling als volgt gedefinieerd: ruimtelijke ontwikkeling van een<br />
bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere<br />
stedelijke voorzieningen. Het begrip ‘andere stedelijke voorzieningen’ is niet omschreven in het Bro. Op<br />
grond van recente uitspraken van de RvS is vast komen te staan dat infrastructurele projecten niet onder<br />
stedelijke voorzieningen worden gerekend. (ECLI:NL:RVS:2015:82, 14 januari 2015)<br />
In de uitspraak (ECLI:NL:RVS:2015:448, 18 februari 2015) zoekt de Afdeling aansluiting bij de nota van<br />
toelichting bij het Bro. Hierin is opgenomen dat de minister van Infrastructuur en Milieu op 14 november<br />
2011 aan de Tweede Kamer heeft toegezegd om een handreiking beschikbaar te stellen. Deze is in<br />
oktober 2012 vastgesteld. In die handreiking staat dat onder het begrip ‘overige stedelijke voorzieningen’<br />
wordt verstaan: accommodaties voor onderwijs, zorg, cultuur, bestuur en indoor sport en leisure. De<br />
Afdeling oordeelt vervolgens dat gelet op de nota van toelichting, maar ook de strekking van de ladder<br />
(die er mede op gericht is leegstand tegen te gaan) de in het bestemmingsplan voorziene weg niet wordt<br />
aangemerkt als stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid in samenhang met artikel<br />
1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro.<br />
Dit project betreft daarom geen duurzame verstedelijking. Een beargumentatie van de ladder voor<br />
duurzame verstedelijking is niet aan de orde.<br />
3.2 Provinciaal beleid<br />
3.2.1 Structuurvisie Noord-Holland 2040, Kwaliteit door veelzijdigheid<br />
De Structuurvisie Noord-Holland 2040 bevat het provinciaal ruimtelijk beleid. De hoofddoelstelling is het<br />
inspelen op de veranderingen die tot 2040 te verwachten zijn. In de periode tot 2040 zullen verdere<br />
globalisering en klimaatverandering grote gevolgen hebben voor Noord-Holland. Ook veranderingen en<br />
trends op nationaal en lokaal niveau hebben een grote ruimtelijke impact. Deze veranderingen leiden tot<br />
een aantal belangrijke ruimtelijke opgaven en keuzes. In de Structuurvisie worden deze ontwikkelingen<br />
en de voornaamste keuzes die de Provincie Noord-Holland zal moeten maken kort toegelicht. Ook wordt<br />
geschetst hoe de provincie er in 2040 uit ziet en op welke wijze de Provincie met deze structuurvisie zal<br />
bijdragen aan het realiseren van dit toekomstbeeld. De Structuurvisie is vastgesteld op 21 juni 2010 en<br />
in werking getreden op 1 november 2010.<br />
Het voorliggend planvoornemen komt voort uit de vraag naar een goede ontsluiting van woon- en<br />
werkgebieden in de regio Waterland. De provincie wil woningbouw met name concentreren in Bestaand<br />
12 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Bebouwd gebied en geeft in de structuurvisie tevens aan dat ook bij de ontwikkeling van<br />
kantoorgebouwen de infrastructuur in de omgeving steeds belangrijker wordt. Beide ruimtelijke<br />
ontwikkelingen vragen om een goede bereikbaarheid van de regio.<br />
Het bepaalde in dit bestemmingsplan is in lijn met de Structuurvisie Noord-Holland 2040.<br />
3.2.2 Investeringsstrategie Noord-Hollandse Infrastructuur<br />
In de Investeringsstrategie Noord-Hollandse Infrastructuur heeft de provincie Noord-Holland onderzoek<br />
gedaan naar de problemen op haar wegennet en de urgentie van het oplossen daarvan. Uitgangspunt<br />
van de strategie is het toepassen van een prioriteringsmodel bij de aanpak van knelpunten op de<br />
Noord-Hollandse infrastructuur. Om tot een juiste prioritering te komen, kijkt de provincie niet alleen<br />
naar knelpunten op het gebied van de doorstroming over de weg, maar ook naar knelpunten op het<br />
gebied van leefbaarheid en verkeersveiligheid. De grootte van het probleem op het gebied van de<br />
doorstroming, leefbaarheid en de verkeersveiligheid bepaalt de urgentie van het knelpunt. Uit het<br />
onderzoek blijkt dat de <strong>N235</strong> een slechte doorstroming kent en een OV-knelpunt is.<br />
3.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening<br />
In deze verordening worden regels gegeven omtrent de inhoud van bestemmingsplannen over<br />
onderwerpen in zowel het landelijke als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een<br />
provinciaal belang mee gemoeid is. In de verordening worden algemene regels gegeven voor de<br />
Provinciale Planologische Commissie, de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling, bedrijventerreinen<br />
en detailhandel, de mogelijkheden voor woningbouw in het landelijk gebied, de vereiste ruimtelijke<br />
kwaliteit verbonden met stedelijke en niet-stedelijke ontwikkelingen in het landelijke gebied, de Groene<br />
en Blauwe Ruimte, energie en landbouw.<br />
In de navolgende tabel is per artikel aangegeven op welke wijze toepassing is gegeven aan de<br />
provinciale ruimtelijke verordening.<br />
Artikel PRV Toetsingscriterium Conclusie<br />
Artikel 9 Bestaand bebouwd<br />
gebied<br />
Artikel 14 Overige vorm van<br />
verstedelijking<br />
Een klein deel van het<br />
plangebied is gelegen in de<br />
kern Ilpendam. Het betreft de<br />
woning aan de Zonneweg 1<br />
en direct omgeving.<br />
Daarnaast valt een deel van<br />
het plangebied onder<br />
bestaand bebouwd gebied<br />
van de gemeente Purmerend.<br />
Met dit bestemmingsplan<br />
wordt de woning te Ilpendam<br />
wegbestemd en maakt plaats<br />
voor een openbaar gebied<br />
met een fietsenstalling. Voor<br />
de inpassing van het<br />
plangebied te Ilpendam is een<br />
beeldkwaliteitsplan gemaakt<br />
dat onderdeel zal zijn van het<br />
ontwerpbestemmingsplan.<br />
Het verbreden van de Met dit bestemmingsplan<br />
bestaande weg, mede op wordt een klein deel van het<br />
gronden/water van het Water als onderdeel van het<br />
Noordhollansch Kanaal is een Noordhollandsch kanaal<br />
overige vorm van extra wegbestemd en maakt plaats<br />
verstedelijking in het landelijk voor een<br />
gebied,<br />
verkeersbestemming. De<br />
onderbouwing van de nut en<br />
noodzaak van de<br />
spitsbusbaan is opgenomen<br />
in de toelichting van dit<br />
bestemmingsplan.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 13
Artikel 15 Ruimtelijke<br />
kwaliteitseis in verband met<br />
verstedelijking in landelijk<br />
gebied<br />
Artikel 24 Bufferzones<br />
Artikel 30 regionale<br />
Waterkering<br />
Het ruimtelijk plan dient te<br />
voldoen aan het gestelde in<br />
de Leidraad Landschap en<br />
Cultuurhistorie<br />
Het grootste deel van het<br />
plangebied valt binnen de<br />
bufferzone waarbij geen extra<br />
verstedelijking is toegestaan.<br />
Waterkeringen dienen in een<br />
bestemmingsplan te worden<br />
beschermd en reconstructies<br />
niet onmogelijk worden<br />
gemaakt.<br />
Voor de inpassing van de<br />
Spitsbusbaan is een Natuur<br />
en landschapsplan opgesteld<br />
waarbij de inpassing in het<br />
open landschap en<br />
compensatie van het verlies<br />
aan bomen benoemd is. Dit<br />
plan wordt opgenomen in het<br />
ontwerpbestemmingsplan.<br />
Verwezen wordt naar<br />
hetgeen onder artikel 14 en<br />
15 is benoemd<br />
De waterkering wordt met dit<br />
bestemmingsplan deels<br />
verlegd en veranderd. De<br />
deels vernieuwde waterkering<br />
wordt met een<br />
dubbelbestemming<br />
beschermd.<br />
Het onderhavige bestemmingsplan is daarmee in lijn van deze verordening<br />
3.3 Regionaal beleid<br />
3.3.1 Regiovisie Waterland 2040 (Vitaal met Karakter)<br />
Voor de lange termijn heeft de regio een ontwikkelingskader tot 2040 opgesteld, de Regiovisie<br />
Waterland 2040. In deze visie staat behoud en zo mogelijk versterking van het kenmerkende<br />
authentieke karakter van de regio Waterland voorop, maar wel met de noodzakelijke<br />
sociaal-economische en infrastructurele impulsen om de kernen vitaal te houden en het gebied binnen<br />
de Metropoolregio Amsterdam bereikbaar te maken. Naast maatregelen om het authentieke karakter<br />
van het landelijk gebied te bewaren, vergt dat op vele locaties een forse inspanning in de kwaliteit van de<br />
leefomgeving, selectieve uitbreiding voor noodzakelijke sociaal-economische ontwikkelingen en<br />
duurzame oplossingen voor beheer en terugdringing van het woon-werkverkeer. Op die manier ontstaat<br />
een duurzame vitale regio met een herkenbaar eigen karakter.<br />
3.4 Gemeentelijk beleid Purmerend<br />
3.4.1 Structuurvisie Purmerend 2005-2020<br />
In de Structuurvisie Purmerend 2005-2020, vastgesteld op 2 maart 2006, heeft de gemeenteraad van<br />
Purmerend een toetsingskader neergelegd voor gewenste en bestaande ontwikkelingen binnen de<br />
gemeente. In de structuurvisie worden vier ambities verwoord die leidend dienen te zijn bij de<br />
ontwikkeling van de stad Purmerend tot 2020.<br />
1. Purmerend is het centrum van Waterland. Uiteen wordt gezet dat Purmerend wil investeren in haar<br />
functies waarin zij een regionale rol heeft, om de positie als centrum van Waterland te behouden.<br />
De manier waarop Purmerend dit wil bereiken is door te investeren in een veelzijdig, herkenbaar en<br />
toegankelijk centrum met kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte en door te streven naar een<br />
hoog niveau van voorzieningen in zowel het centrum als in andere delen van de stad.<br />
2. Purmerend werkt aan een evenwichtigere woon-werkbalans. In de structuurvisie wordt beschreven<br />
dat Purmerend voor de werkgelegenheid sterk afhankelijk is van Amsterdam. Dit is een kwetsbaar<br />
punt. Belangrijk is daarom dat Purmerend haar economische punten verder ontwikkelt. Dit is onder<br />
meer van belang voor jongeren die in Purmerend zijn geboren en zich nu op de arbeidsmarkt gaan<br />
14 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
egeven, omdat zij meer geneigd zullen zijn om in Purmerend te werken.<br />
3. Purmerend versterkt haar verbindingen in groen, blauw en grijs. Gesteld wordt dat de kwaliteit van<br />
de ligging van de stad veel beter benut kan worden. De kwaliteiten van het buitengebied zijn in de<br />
wijken ruimschoots aanwezig, maar zijn op het niveau van de stad te weinig herkenbaar en<br />
andersom worden de kwaliteiten van de stad daarbuiten nauwelijks (h)erkend. Uiteen wordt gezet<br />
dat de aantrekkelijke ligging van Purmerend veel meer benut kan worden om de kwaliteit van het<br />
wonen in de stad te verhogen, om de kansen voor toerisme te vergroten en om het beeldmerk van<br />
de stad neer te zetten. Tevens wordt gesteld dat het versterken van de stedelijke structuren kan<br />
helpen mensen zich meer verbonden te laten voelen met hun stad en om een betere oriëntatie te<br />
krijgen op de stad en haar omgeving.<br />
4. Purmerend kiest voor bloei in plaats van groei. Purmerend heeft zich decennia lang gericht op groei.<br />
Nu moet de omslag komen naar het investeren in identiteit en kwaliteit. Beschreven wordt dat het<br />
doel niet langer is om woningen te bouwen en nieuwe wijken te ontwikkelen, maar toe te werken<br />
naar een complete stad die op basis van kwaliteit de concurrentie aan kan met de steden in de<br />
omgeving en die toegesneden is op de demografische veranderingen.<br />
In 2013 is de strategische plankaart, behorende bij de structuurvisie Purmerend 2005 - 2020, als eerste<br />
stap in het proces om te komen tot en vooruitlopend op een integrale herziening, aangepast aan de<br />
actuele stand van zaken. Het betreft een beleidsneutrale actualisering, waarbij op de plankaart de<br />
wijzigingen zijn verwerkt, die in de achterliggende periode (sinds 2006) doorgevoerd zijn in of op grond<br />
van het gemeentelijk beleid. Deze kaart gaat vergezeld van een toelichting daarop.<br />
Het planvoornemen draagt bij aan de grijze (infrastructurele) verbinding tussen Purmerend en Ilpendam<br />
en past daarmee binnen de structuurvisie Purmerend 2005-2020.<br />
3.4.2 Milieu en duurzaamheid<br />
Op 28 april 2011 heeft de gemeente het milieubeleidsprogramma gemeente Purmerend 2012-<strong>2016</strong><br />
vastgesteld. In dit beleidsprogramma is het gemeentelijk milieubeleid vastgesteld, en vertaald naar<br />
doelstellingen en - waar mogelijk - acties. Daarnaast wordt jaarlijks een actieprogramma opgesteld, dat<br />
gebaseerd is op dit beleidsprogramma. Sinds 2013 worden ook de acties ten aanzien van duurzaamheid<br />
opgenomen in het Milieu-uitvoeringsprogramma.<br />
Duurzaamheid en milieukwaliteit zijn voor Purmerend kenmerken van ruimtelijke kwaliteit; het is<br />
prettiger wonen in een leefomgeving waar sprake is van minder geluidhinder, een betere luchtkwaliteit en<br />
een schone bodem aanwezig zijn, groen een kans krijgt en de bewoners een energiezuinige en gezonde<br />
woning hebben. De doelstellingen uit het milieubeleidsprogramma richten zich vooral op het in stand<br />
houden van de bestaande kwaliteit of te beperken, waarbij de wettelijke normen als minimum<br />
gehanteerd worden.<br />
Voorliggend plan versterkt het OV-netwerk in de omgeving en leidt tot een afname van de avondspits.<br />
Hiermee wordt naar verwachting een positieve ontwikkeling ten aanzien van geluidhinder en<br />
luchtkwaliteit bereikt. Het planvoornemen sluit daarmee aan op de doelstellingen uit het gemeentelijk<br />
beleid op het gebied van milieu en duurzaamheid.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 15
3.5 Gemeentelijk beleid Waterland<br />
Op 9 juni 2015 is door het college van burgemeester en wethouders van Waterland de<br />
Duurzaamheidsagenda gemeente Waterland 2015-2019 vastgesteld. Voor de bestuursperiode 2014 –<br />
2018 zijn in het collegeprogramma drijfveren en ambities geformuleerd op het gebied van duurzaamheid.<br />
Ook voor 2014 zijn al acties uitgevoerd om de gemeente duurzamer te maken maar deze werden niet<br />
centraal gecoördineerd en gestructureerd. De duurzaamheidsagenda is het instrument dat de acties van<br />
de gemeente en haar omgeving bundelt en structureert. Het is een levende agenda. De agenda is gevuld<br />
met praktische plannen en data waarop ze uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast zal de agenda<br />
aangevuld en/of bijgesteld worden als zich verdere kansen voor verduurzaming voordoen of<br />
voortschrijdend inzicht ons ertoe dwingt andere eisen te stellen aan onze bedrijfsvoering, klanten,<br />
partners en/of omgeving. In paragraaf 4 van hoofdstuk 3 staat duurzame mobiliteit centraal. De<br />
gemeente stelt de duurzaamheid van de vervoerswijzen en goede bereikbaarheid centraal in deze<br />
duurzaamheidsagenda.Voorliggend bestemmingsplan maakt de realisatie van één van de hieruit<br />
voortgekomen projecten mogelijk. Op grond van de betrokkenheid van de gemeente Waterland bij de<br />
totstandkoming van dit project, geeft dit bestemmingsplan invulling aan het beleid van de gemeente.<br />
16 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 4<br />
Omgevingsanalyse<br />
4.1 Huidige situatie<br />
Het plangebied betreft de provinciale weg <strong>N235</strong> (Jaagweg) gelegen naast het Noordhollandsch Kanaal<br />
en beslaat op sommige locaties ook een strook van dit kanaal. Naast de beschoeiing bestaat het profiel<br />
van de <strong>N235</strong> uit een grasberm met bomen, een vangrail, een busbaan (éénrichting), een tweestrooks<br />
weg, een grasberm en een tweezijdige ontsluiting voor langzaam verkeer.<br />
Figuur 3. Huidige wegprofiel<br />
4.2 Nieuwe situatie<br />
In de nieuwe situatie wordt de busbaan zoals deze aanwezig is over het tracé Amsterdam-Ilpendam<br />
doorgetrokken tot in Purmerend. Hiervoor vindt een herinrichting van het wegprofiel plaats, waarbij een<br />
spitsbusbaan in twee richtingen (tidalflow) zal worden aangelegd. Het bestaande profiel wordt hierdoor<br />
gewijzigd en verbreed. De busbaan wordt verlegd richting het Noordhollandsch Kanaal, los van de<br />
huidige <strong>N235</strong>, ter plaatse van de huidige grasberm met bomen en de damwand van het kanaal. Op<br />
sommige plaatsen zal zelfs een deel van het Noordhollandsch Kanaal worden gedempt, om voldoende<br />
ruimte voor de busbaan te creëren. Tussen de busbaan en de tweebaansweg komt een smalle berm.<br />
Figuur 4. Principe wegprofiel bezien vanuit zuidelijke richting<br />
Om de bushalte in Ilpendam veilig te kunnen bereiken wordt er ter hoogte van de bocht Zonneweg -<br />
Merelstraat een veilige onderdoorgang aangelegd. Het woonperceel Zonneweg 1 is daarvoor opgenomen<br />
in het bestemmingsplan en deze woning wordt gesloopt. De onderdoorgang is vanwege de ruimtevraag<br />
alleen geschikt voor voetgangers. Mindervaliden krijgen via de verkeersregelinstallatie nabij het pontveer<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 17
en een loopbrug op de kop van de Aalduiker toegang tot de bushalte. Het schetsontwerp en een<br />
impressie van de onderdoorgang zijn weergegeven in onderstaande figuren.<br />
Figuur 5. schetsontwerp onderdoorgang.<br />
18 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Figuur 6. Impressie vanuit Merelstraat<br />
Landschappelijke inpassing<br />
De <strong>N235</strong> maakt deel uit van een karakteristiek landschap van open veenweidepolders en<br />
droogmakerijen. Om het project vorm te geven en uit te voeren met aandacht voor de landschappelijke<br />
kwaliteit van de omgeving en de cultuurhistorische betekenis van deze historische verbindingsroute is<br />
het 'Natuur- en Landschapsplan <strong>N235</strong>' opgesteld (Antea Group, 2015). Hierin wordt tevens ingegaan op<br />
de manier waarop rekening wordt gehouden met aanwezige natuurwaarden in het plangebied.<br />
Onderstaand zijn de belangrijkste aspecten uit dit rapport overgenomen.<br />
Een belangrijke karakteristiek van landschap is de openheid. Om deze openheid te behouden wordt de<br />
weginrichting van de <strong>N235</strong> ingetogen uitgevoerd. De keuzes voor geleiding, beplanting en verlichting zijn<br />
hierop afgestemd. Hierdoor is de verstoring van de weg op het omringende landschap beperkt. Voor een<br />
eenduidig landschappelijk wegbeeld is in het voorontwerp van de <strong>N235</strong> tussen Ilpendam en Purmerend<br />
gekozen voor een haag in de brede berm tussen rijbaan - busbaan en een geleiderail of barrière tussen<br />
busbaan en Noordhollandsch Kanaal. De <strong>N235</strong> blijft ter hoogte van de kern Ilpendam onbeplant. Het<br />
uitzicht van de bewoners op de open polder aan de overzijde van het Noord Hollands kanaal wordt als<br />
waardevol beoordeeld. De groenstructuur van de Zonneweg wordt behouden en waar mogelijk versterkt.<br />
De verbreding van het wegprofiel leidt tot het kappen van 180 bomen van het bestaande wegprofiel. Deze<br />
bomen worden niet teruggeplant als wegbeplanting tussen Ilpendam en Purmerend, om meer openheid<br />
in het landschap te creëren. De bomen die ten behoeve van het project worden gerooid, worden wel<br />
beschouwd als compensatieplichtig. Dit vloeit voort uit beleid van de Provincie Noord-Holland en uit de<br />
Boswet. De compensatie betreft een een-op-een compensatie, dus voor elke gerooide boom wordt een<br />
nieuwe (laan-)boom teruggeplant.<br />
In aansluiting op het Landschapsplan worden de compenserende bomen aangeplant rond erven langs of<br />
in de directe nabijheid van de <strong>N235</strong>. De herplantlocaties, de aantallen per locatie en de boomsoorten,<br />
worden uitgewerkt in nauw overleg met de bewoners van de beoogde percelen. De bomencompensatie<br />
kan als volgt worden verdeeld over de gemeenten Purmerend en Waterland.<br />
Activiteit m.b.t. bomen Gemeenten Totaal<br />
Purmerend<br />
Waterland<br />
Aantal te kappen bomen 17 163 180<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 19
Aantal te herplanten<br />
bomen<br />
Compensatie in andere<br />
natuur op talud<br />
Verzetslaan ten behoeve<br />
van honingbij: 17<br />
oostelijke<br />
wegberm<br />
van de<br />
<strong>N235</strong>: 157<br />
Ilpendam: 6<br />
Totaal 17 163 180<br />
Tabel 1. Overzicht rooien en herplant van bomen<br />
Ten aanzien van het planvoornemen wordt aanvullend vleermuizenonderzoek gedaan. Het<br />
Noordhollandsch kanaal wordt naar waarschijnlijkheid door watervleermuizen gebruikt als<br />
foerageergebied en vliegroute. Om de resultaten van het vleermuizenonderzoek niet te hoeven<br />
afwachten, wordt er gestreefd naar een 'vleermuisbestendig' ontwerp. Hiertoe worden de volgende<br />
mitigerende maatregelen op voorhand in het ontwerp meegenomen:<br />
beperking lichthinder in verband met wegverkeer door het aanbrengen van antiverblindingsschildjes<br />
op de geleiderail.<br />
beperking lichthinder in verband met wegverlichting door de lichtmasten te plaatsen aan de zijde van<br />
de weg die zo ver mogelijk verwijderd is van het kanaal.<br />
beperking lichthinder tijdens uitvoeringsfase tijdens de actieve periode van de vleermuizen, globaal<br />
van april tot en met oktober.<br />
20 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 5<br />
Randvoorwaarden / omgevingsaspecten<br />
5.1 Milieuzonering<br />
5.1.1 Beleidskader<br />
Milieuzonering legt een relatie tussen de milieuaspecten van een bedrijf - geluid, geur, gevaar en stof -<br />
en de omgeving. Daarnaast is de mate waarin een bedrijfstype personen- of goederenverkeer genereert<br />
mede bepalend voor de mate van hinder, en dus voor de mogelijkheid tot vestiging of uitbreiding. Bij<br />
milieuzonering staan vier vragen centraal:<br />
Welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe bedrijven en nieuwe woningen?<br />
Welke afstand is aanvaardbaar tussen nieuwe bedrijven en bestaande woningen?<br />
Welke afstand is aanvaardbaar tussen bestaande bedrijven en nieuwe woningen?<br />
Mag een concreet bedrijf zich op een bepaalde locatie vestigen?<br />
Voor het opstellen van een milieuzonering wordt de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', editie<br />
2009, gehanteerd.<br />
5.1.2 Analyse<br />
Het onderhavige bestemmingsplan bevat geen bedrijven waar een milieuzonering op van toepassing is.<br />
Tevens maakt het bestemmingsplan geen functies mogelijk die als hindergevoelig worden aangemerkt in<br />
het kader van bedrijfshinder. Het planvoornemen ondervindt dan ook geen hinder van omliggende<br />
bedrijven.<br />
5.1.3 Conclusie<br />
In het onderhavige bestemmingsplan speelt milieuzonering geen rol.<br />
5.2 Milieu-effectrapportage<br />
5.2.1 Beleidskader<br />
Voor bepaalde grootschalige ontwikkelingen op het gebied van woningen, bedrijvigheid en infrastructuur<br />
dient op grond van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 een milieu-effectrapportage opgesteld te<br />
worden. Hierin moet worden aangegeven wat de gevolgen zijn van de ontwikkelingen voor het milieu. In<br />
het Besluit m.e.r. is aangegeven in welke gevallen er onderzoek gedaan moet worden. Afhankelijk van<br />
de grootte van het project zijn er twee mogelijkheden:<br />
1. bij een project dat voorkomt in onderdeel C van de bijlage van het Besluit m.e.r. en boven de daar<br />
genoemde drempelwaarden uitkomt, geldt een directe m.e.r.-plicht. In dat geval dient een m.e.r.<br />
opgesteld te worden. Dit geldt ook voor een project die onder de drempelwaarden genoemd in<br />
onderdeel C blijft, maar boven de drempelwaarden die in onderdeel D gegeven worden ligt en<br />
waarvoor een (kaderstellend) bestemmingsplan opgesteld wordt.<br />
2. indien er geen directe m.e.r.-plicht geldt, kan er wel een vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht gelden.<br />
Dit geldt voor projecten die in onderdeel D genoemd worden en niet boven onder de drempelwaarde<br />
uitkomen. Hierbij moet worden onderzocht of er sprake is van belangrijke nadelige milieugevolgen.<br />
Er gelden geen vormvereisten, maar wel inhoudelijke vereisten: de criteria uit bijlage III van de<br />
Europese richtlijn moeten in acht worden genomen. Als de uitkomst is dat het uitgesloten is dat er<br />
belangrijke gevolgen voor het milieu zijn, dan dit moet in de toelichting van het bestemmingsplan<br />
worden gemotiveerd. Zijn belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu niet uitgesloten, dan geldt<br />
een m.e.r.-plicht.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 21
5.2.2 Analyse<br />
Met betrekking tot infrastructurele projecten is het volgende opgenomen in respectievelijk de C- en de<br />
D-lijst.<br />
C 1<br />
.3<br />
D 1<br />
.2<br />
De aanleg, wijziging of uitbreiding van een weg bestaande uit<br />
vier of meer rijstroken, of verlegging of verbreding van<br />
bestaande wegen van twee rijstroken of minder tot wegen met<br />
vier of meer rijstroken niet zijnde een autosnelweg of autoweg.<br />
De wijziging of uitbreiding van een weg bestaande uit vier of<br />
meer rijstroken, of verlegging of verbreding van bestaande<br />
wegen van twee rijstroken of minder tot wegen met vier of<br />
meer rijstroken niet zijnde een, autosnelweg of autoweg.<br />
In gevallen waarin de activiteit<br />
betrekking heeft op een weg<br />
met een tracélengte van 10<br />
kilometer of meer.<br />
In gevallen waarin de activiteit<br />
betrekking heeft op een weg<br />
met een tracélengte van 5<br />
kilometer of meer.<br />
De uitbreiding van de busbaan leidt niet tot een verbreding van een bestaande weg van twee rijstroken of<br />
minder tot een weg met vier of meer rijstroken. Ook op basis van de lengte van het tracé (ongeveer 3,5<br />
km) blijkt het uitvoeren van een m.e.r. geen verplichting. Immers, met het planvoornemen wordt de<br />
drempelwaarde van 5 km niet overschreden. Ten aanzien van de voorgenomen activiteit is daarom geen<br />
plicht tot het uitvoeren van een m.e.r.<br />
5.2.3 Conclusie<br />
Gezien de kenmerken van de potentiële effecten van het voornemen in combinatie met de<br />
kenmerken/gevoeligheid van de omgeving waarin deze optreden, is de impact van het plan op het milieu<br />
gering te noemen. Het is dus niet noodzakelijk om een m.e.r. op te starten.<br />
5.3 Geluid<br />
5.3.1 Wegverkeerslawaai<br />
5.3.1.1 Beleidskader<br />
De Wet geluidhinder (hierna Wgh) schrijft voor dat in ruimtelijke plannen die betrekking hebben op<br />
gronden die langs een verkeersweg gelegen zijn, onderzocht wordt of op de gevel van gebouwen de<br />
maximaal toegestane geluidsbelasting niet wordt overschreden.<br />
Langs alle wegen bevinden zich, als gevolg van de Wgh, geluidszones, met uitzondering van woonerven<br />
en 30 km/h-gebieden. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting op de gevel van<br />
geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De zonebreedte is<br />
afhankelijk van een binnen of buitenstedelijke ligging en de hoeveelheid rijstroken van de weg en wordt<br />
gemeten uit de rand van de weg. Een naast die rijstrook liggend fietspad ligt dus ook in die zone. Ook<br />
een vluchtstrook, niet zijde een rijstrook ligt in de zone. De ruimte boven en onder de weg behoort ook<br />
tot de zone.<br />
Met de wijziging van de Wgh per 1 juli 2012 is een nieuw 'reken- en meetvoorschrift geluid 2012'<br />
gepubliceerd. In dit voorschrift is onder andere vastgelegd hoe en onder welke omstandigheden<br />
optredende geluidsniveaus in het kader van de Wgh worden vastgesteld en hoe akoestische<br />
onderzoeken worden uitgevoerd. Dit voorschrift geldt voor industrielawaai, wegverkeerslawaai en<br />
spoorweglawaai. Ook is daarin geregeld hoe de geluidbelasting in het kader van Hoofdstuk 11 Geluid<br />
(Geluidproductieplafonds rijksinfrastructuur hierna gpp's ) moet worden bepaald. Gpp's stellen een<br />
heldere grens over de toelaatbare hoeveelheid geluid van rijksinfrastructuur en voorkomen een<br />
onbelemmerde groei van het geluid door toenemend verkeer. De beheerder van de weg moet zorg<br />
dragen voor de naleving van deze geluidproductieplafonds. Dat betekent dat de wegbeheerder bij<br />
bijvoorbeeld een forse groei van de verkeersintensiteit in actie zal moeten komen en geluidreducerende<br />
22 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
maatregelen moet treffen.<br />
Voor het bouwen van woningen binnen de invloedssfeer van snelwegen verandert er weinig. Met de<br />
voorgaande regels werd de geluidsbelasting berekend op basis van verkeerstellingen en een<br />
toekomstprognose. Met de nieuwe regels moet er gebruik gemaakt worden van het 'geluidregister'<br />
waarin alle relevante informatie ten aanzien van verkeersintensiteit, wegdekken en bijvoorbeeld<br />
schermen staan. Vanaf nu is er een 'geluidregister' waarin precies staat hoeveel geluid een weg en<br />
spoorlijn mag maken Daarnaast is het nieuwe 'reken- en meetvoorschrift geluid 2012' van kracht<br />
geworden ter vervanging van de versie uit 2006. Voor provinciale en gemeentelijke wegen gelden<br />
vooralsnog geen geluidproductieplafonds.<br />
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen de<br />
wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De<br />
voorkeursgrenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit akoestisch onderzoek blijkt<br />
dat deze voorkeursgrenswaarde wel wordt overschreden, is onderzoek naar maatregelen gericht op het<br />
verminderen van de geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige objecten noodzakelijk.<br />
Onderscheid wordt gemaakt in maatregelen aan de kant van de bron (bijvoorbeeld geluidsreducerend<br />
asfalt), maatregelen in het overdrachtsgebied (bijvoorbeeld geluidsschermen), maatregelen aan de kant<br />
van de geluidsontvanger (bijvoorbeeld geluidsdove gevels) of het vergroten van de afstand tussen de<br />
geluidsbron en de ontvanger.<br />
Zijn maatregelen onvoldoende doeltreffend, dan wel ontmoeten deze maatregelen overwegende<br />
bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële<br />
aard, dan kan onder bepaalde voorwaarden een verzoek tot vaststelling van (een) hogere waarde(n)<br />
worden ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, de gemeente<br />
Waterland dan wel de gemeente Landsmeer. Deze hogere grenswaarde mag, afhankelijk van de<br />
situatie, een bepaalde waarde niet te boven gaan (uiterste grenswaarde). De uiterste grenswaarde voor<br />
nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen langs bestaande wegen binnen de bebouwde kom bedraagt 63<br />
dB. Buiten de bebouwde kom is dit 53 dB.<br />
Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer<br />
worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen<br />
worden. Voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met<br />
een maximumsnelheid van 70 km/h of meer geldt een aftrek van 2 dB. Op alle in akoestische<br />
onderzoeken worden genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.<br />
5.3.1.2 Analyse<br />
Op grond van de Wet geluidhinder wordt voor dit bestemmingsplan geluidsonderzoek uitgevoerd. Op<br />
basis van de gemeten verkeersintensiteiten in het verleden en verschillende groeiscenario's uit het<br />
Verkeerskundig Noordvleugelmodel (VENOM) van de Stadsregio Amsterdam kan echter worden<br />
verondersteld dat er geen exponentiële groei van het aantal verkeersbewegingen is te verwachten. Dit is<br />
tevens een indicatie voor de toename van het wegverkeerslawaai. Echter is in deze cijfers geen<br />
onderscheid gemaakt tussen auto-, vracht- en busverkeer, waardoor de gevolgen voor het<br />
wegverkeerslawaai niet duidelijk worden. Het geluidsonderzoek zal hierover duidelijkheid moeten geven.<br />
5.3.1.3 Conclusie<br />
Er wordt voor het onderhavige bestemmingsplan nader onderzoek uitgevoerd, waardoor de gevolgen voor<br />
het wegverkeerslawaai duidelijk worden bij het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 23
5.4 Luchtkwaliteit<br />
5.4.1 Beleidskader<br />
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een uit een oogpunt van de<br />
bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Op 15<br />
november 2007 is wet- en regelgeving in werking getreden die tezamen bekend staat onder de naam<br />
'Wet luchtkwaliteit'. Dit is echter geen formele benaming. Op basis van deze wetgeving kunnen<br />
ruimtelijk-economische initiatieven worden uitgevoerd als aan één of meer voorwaarden wordt voldaan:<br />
grenswaarden niet worden overschreden, of;<br />
de luchtkwaliteit per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft, of;<br />
het initiatief niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit, of;<br />
het initiatief is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).<br />
De kern van titel 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm) bestaat uit luchtkwaliteitseisen, gebaseerd op de<br />
Europese richtlijnen. Een overzicht van deze luchtkwaliteitseisen is te vinden in het Compendium voor<br />
de Leefomgeving. Verder bevat titel 5.2 van de Wm basisverplichtingen op grond van Europese<br />
richtlijnen, namelijk: plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en<br />
rapportage. Titel 5.2 van de Wm regelt het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Luchtkwaliteit (NSL). Daarbinnen werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese<br />
eisen voor luchtkwaliteit te realiseren.<br />
Het uitgangspunt is dat de grenswaarden voor luchtkwaliteit worden gehaald. In artikel 5.16 lid 1 van de<br />
Wm staat opgesomd wanneer een (luchtvervuilend) project toelaatbaar is. Dan moet aannemelijk<br />
worden gemaakt, dat het project aan één of een combinatie van de volgende voorwaarden voldoet:<br />
er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;<br />
een project leidt per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;<br />
een project draagt slechts 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;<br />
een project is opgenomen in, of past binnen, het NSL of een regionaal programma van maatregelen.<br />
Voor ruimtelijke projecten geldt uiteraard ook het principe van een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast<br />
kan de amvb Gevoelige bestemmingen relevant zijn.<br />
5.4.2 Analyse<br />
Voor de <strong>N235</strong> worden maatregelen voorgesteld ten behoeve van de verbetering van de doorstroming van<br />
het verkeer over de <strong>N235</strong> en een verbetering van de verkeersveiligheid. Bij een verbeterende<br />
doorstroming is de gemiddelde rijsnelheid van het verkeer hoger. Dit resulteert in een lagere uitstoot van<br />
NO x en PM 10 .<br />
De snelheidstypering welke over het algemeen wordt toegepast bij een 80-km weg buiten de bebouwde<br />
kom is 'Buitenweg (b)'. Dit wordt getypeerd als verkeer met een gemiddelde snelheid van 60 km/h en<br />
gemiddeld 0,2 stops per afgelegde kilometer. Bij verminderde afwikkeling kan een situatie ontstaan<br />
waarbij de snelheid getypeerd kan worden als 'stad doorstromend' met een gemiddelde snelheid van 30<br />
tot 45 km/h en gemiddeld 1,5 stops per afgelegde kilometer.<br />
Bij meer toenemende congestie zullen de snelheidstyperingen 'Stad normaal' en 'Stad stagnerend'<br />
passen. In de tabel is te zien dat met afnemende rijsnelheid en dus met afnemende doorstroming de<br />
emissie per voertuig per kilometer toeneemt. Een zelfde beeld komt naar voren bij de emissiefactoren<br />
voor PM 10 .<br />
Tabel 2. Emmissiefactoren NO x per voertuig per kilometer (jaar 2012)<br />
Uit de tabel volgt dat bij een verminderde verkeersafwikkeling, dus een lagere gemiddelde snelheid, de<br />
24 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
emissie van het verkeer hoger wordt. Dit betekent dat in de situatie zonder de voorgestelde maatregelen<br />
de emissie hoger is dan in de situatie waarin wel sprake is deze doorstromingsmaatregelen.<br />
Als gevolg van de verbeterde doorstroming en de daarmee samenhangende lagere emissie zal de<br />
bronbijdrage van het verkeer eveneens lager zijn dan in de situatie van de <strong>N235</strong> in zijn huidige vorm.<br />
Het project waarvoor het onderhavige bestemmingsplan wordt opgesteld draagt niet bij aan<br />
verslechtering van de luchtkwaliteit.<br />
5.4.3 Conclusie<br />
Het voorliggende<br />
luchtkwaliteit.<br />
bestemmingsplan wordt niet in zijn uitvoering belemmerd door het aspect<br />
5.5 Geur<br />
5.5.1 Beleidskader<br />
Als toetsingskader voor het onderwerp geur wordt het geurbeleid van Provincie Noord-Holland<br />
gehanteerd.<br />
In het Provinciaal Milieubeleidsplan van provincie Noord-Holland staat het geurbeleid voor 2009–2013. De<br />
speerpunten zijn:<br />
Het stellen van eisen aan de emissie van stankveroorzakende bedrijven via de omgevingsvergunning<br />
en handhaving hierop;<br />
Registratie van geurklachten. Klachten kunnen resulteren in aanvullende maatregelen of handhaving;<br />
Uitvoering draaiboek bij (mogelijke) stankoverlast door benzineachtige producten. Het draaiboek<br />
voorziet in een eenduidige aanpak voor de olieterminals in Westpoort die bij hun op- en<br />
overslagactiviteiten vluchtige organische stoffen uitstoten. In het Provinciaal Milieubeleidsplan is<br />
geen specifiek toetsingskader op basis van geurpercentielen opgenomen. Daarom wordt<br />
aangesloten bij het Nederlandse geurbeleid. Voor een biowarmtecentrale is geen bijzondere regeling<br />
voor specifieke processen in de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) opgenomen. Daarom<br />
gelden de algemene emissie-eisen en methodieken uit de NeR.<br />
5.5.2 Analyse<br />
Gezien de aard van het project waarvoor het onderhavige bestemmingsplan wordt opgesteld, speelt geur<br />
hier geen rol.<br />
5.5.3 Conclusie<br />
Er hoeft voor het onderhavige bestemmingsplan geen onderzoek gedaan te worden naar mogelijke<br />
geurhinder.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 25
5.6 Bodemkwaliteit<br />
5.6.1 Beleidskader<br />
Artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat in de toelichting van een plantype onder<br />
meer moet worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Een onderzoek naar de<br />
bodemgesteldheid maakt hiervan deel uit. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond<br />
te worden gerealiseerd. In het bestaande bebouwde gebied is dit niet in alle gevallen mogelijk in verband<br />
met de aanwezigheid van eventuele historische verontreinigingen. Teneinde maatschappelijke en/of<br />
ruimtelijke ontwikkelingen niet onnodig te frustreren als gevolg van de aanwezigheid van<br />
bodemverontreiniging, is het mogelijk om onder voorwaarden bestemmingen op een verontreinigde<br />
bodem te realiseren.<br />
De mogelijkheid om op verontreinigde grond te kunnen bouwen en werken te kunnen realiseren dient per<br />
geval te worden beoordeeld. De Wet bodembescherming biedt de kaders waarbinnen gehandeld dient te<br />
worden. Afhankelijk van de verontreinigingssituatie, is de gemeente dan wel de provincie het bevoegd<br />
gezag. In het geval dat de gemeente het bevoegd gezag is, kan het bouwen of uitvoeren van werken op<br />
verontreinigde bodem geregeld worden in de omgevingsvergunning. Dit is in alle gevallen maatwerk.<br />
Indien de bevoegdheid ligt bij de provincie, dan dient bij de provincie goedkeuring te worden gevraagd<br />
voor het geschikt maken van een verontreinigde bodem voor een beoogd gebruik. De aanvraag voor<br />
goedkeuring wordt door de provincie beoordeeld en als beschikking gepubliceerd. Indien noodzakelijk<br />
worden aanvullend saneringsvoorschriften in de omgevingsvergunning opgenomen. De beschikking is<br />
hiervoor leidend.<br />
Wat betreft de concrete ontwikkelingen dient in geval van functiewijziging onderzoek te worden verricht<br />
naar de bodemkwaliteit. Bij de vaststelling van wijzigingsplannen dient aandacht te worden besteed aan<br />
de bodemgesteldheid.<br />
5.6.2 Analyse<br />
Voorliggend planvoornemen betreft een concrete ontwikkeling, met inbegrip van een functiewijziging. Om<br />
deze reden is door Antea Group ten behoeve van voorliggend plan verkennend (water)bodem- en<br />
asbestonderzoek uitgevoerd. De onderzoeksresultaten zijn vastgelegd in het 'Rapport Verkennend<br />
(water-)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam - Purmerend i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan'<br />
(bijlage 1).<br />
Op basis van de resultaten van het verkennend bodem- en asbestonderzoek wordt geconcludeerd dat:<br />
Op 1 deellocatie mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de<br />
bovengrond met PAK (niet uit te sluiten dat meer dan 25 m³ grond sterk verontreinigd);<br />
De overige onderzochte grond over het algemeen niet tot licht verhoogde gehalten aan onderzochte<br />
stoffen bevat;<br />
Zowel in de puinhoudende als zintuiglijk als schoon beoordeelde bovengrond is zintuiglijk en<br />
analytisch geen asbest aangetoond;<br />
In het grondwater een matig verhoogd gehalte aan kwik en licht verhoogde gehalten aan barium,<br />
zink en xylenen zijn gemeten.<br />
Op basis van de resultaten van het waterbodemonderzoek wordt geconcludeerd dat:<br />
In drie monstervakken sprake is van een sterke verontreiniging met PAK in de toplaag, waarbij in<br />
één van de vakken daarnaast sprake is van een sterke verontreiniging met koper;<br />
De overige onderzochte toplaag voldoet over het algemeen aan klasse B;<br />
De venige vaste waterbodem ter hoogte van de veerpont (mengmonster SM03) voldoet aan klasse B<br />
en is als niet verspreidbaar in oppervlaktewater beoordeeld, maar wel verspreidbaar op het<br />
aangrenzende perceel. De overige venige vaste waterbodem en de kleiige vaste waterbodem zijn<br />
beoordeeld als altijd toepasbaar in zoet oppervlaktewater en als verspreidbaar voor zowel<br />
verspreiden in zoet oppervlaktewater als verspreiden op het aangrenzend perceel.<br />
26 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Voor de deellocatie met PAK verontreiniging wordt de sterke verontreiniging met PAK uitgekarteerd.<br />
Hiermee wordt nagegaan of ter plaatse sprake is van meer of minder dan 25 m³ sterk met PAK<br />
verontreinigde grond en of derhalve daadwerkelijk sprake is van een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging. Tevens kan dan een nauwkeurigere inschatting gemaakt worden van de<br />
hoeveelheid af te voeren sterk verontreinigde grond;<br />
Voor de werkzaamheden in de sterke verontreiniging in de waterbodem dient een werkplan opgesteld te<br />
worden die voorgelegd moet worden aan het bevoegd gezag (Hoogheemraadschap Hollands<br />
Noorderkwartier).<br />
De werkzaamheden in de sterk verontreinigde waterbodem dienen te worden uitgevoerd door een<br />
gecertificeerd aannemer (BRL 7003) en mogelijk onder milieukundige begeleiding (BRL 6003).<br />
5.6.3 Conclusie<br />
De realisatie ter plaatse van de verontreiniging zal conform de uitgangspunten van de Wet<br />
bodembescherming worden uitgevoerd. Het plan mag wat betreft het aspect bodemkwaliteit, gegeven de<br />
hiervoor genoemde voorwaarden, uitvoerbaar worden geacht.<br />
5.7 Externe veiligheid<br />
5.7.1 Beleidskader<br />
In het kader van ruimtelijke procedures conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het aspect<br />
externe veiligheid in acht te worden genomen. Het gaat hierbij om risico's ten aanzien van het vervoer,<br />
de opslag en het bewerken van gevaarlijke stoffen. De risico's met betrekking tot gevaarlijke stoffen<br />
worden geduid in het zogenaamde Plaatsgebonden risico (PR) en het Groepsrisico (GR). Het<br />
groepsrisico dient in veelal de meeste ruimtelijke procedures verantwoord te worden. De verantwoording<br />
is erop gericht om een weloverwogen besluit te nemen over het van het groepsrisico. Het uiteindelijke<br />
besluit is aan het bevoegd bezag.<br />
Plaatsgebonden risico (PR)<br />
De kans per jaar dat een persoon komt te overlijden door een ongeval met (het transport van) gevaarlijke<br />
stoffen, indien deze persoon zich permanent (vierentwintig uur per dag, gedurende het gehele jaar) en<br />
onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden.<br />
Groepsrisico (GR)<br />
De cumulatieve kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks<br />
gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen<br />
die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.<br />
Het PR is het risico (uitgedrukt in kans per jaar) dat één persoon die zich onafgebroken en<br />
onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een<br />
gevaarlijke stof. In het besluit is een norm opgenomen voor het plaatsgebonden risico. Deze norm is een<br />
grenswaarde voor kwetsbare objecten en moet daarom door het bevoegde gezag in acht worden<br />
genomen (mag niet van worden afgeweken).<br />
Het plaatsgebonden risico wordt beheerst door de inherente veiligheid (veiligheidsmaatregelen die aan<br />
risicobronnen zijn opgelegd zonder tussenkomst van externe veiligheid) waarmee risicobronnen zijn<br />
omgeven. De kans op een ongeval is daardoor zowel volgens de risicoanalyseberekeningen als blijkens<br />
de statistiek buitengewoon klein. Het plaatsgebonden risico is daarom een norm waaraan moet worden<br />
voldaan. De mogelijkheid van een ramp is een beleidsrelevante afweging voor de inrichting van de ruimte.<br />
Omdat de kans op een ongeval buitengewoon klein is, is de zeer kleine kans op een ramp daarmee per<br />
definitie een gegeven. Het groepsrisico is om die reden een oriëntatiewaarde, ten aanzien waarvan een<br />
afweging moet worden gemaakt. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico heeft in beginsel geen<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 27
wettelijk basis en het wettelijk gezag kan alleen op grond hiervan niet haar oordeel baseren. In de<br />
praktijk heeft de oriëntatiewaarde wel juridische relevantie en fungeert als markeringspunt, niet als<br />
wettelijke waarde met rechtsgevolgen (het al dan niet doorgaan van een plan).<br />
In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) staat wanneer het groepsrisico moet worden<br />
verantwoord. In de artikelen 12 en 13 van het Bevi is de verantwoordingsplicht voor het bevoegd gezag<br />
ten aanzien van de acceptatie van het groepsrisico wettelijk geregeld. Artikel 12 regelt de<br />
verantwoordingsplicht bij omgevingsvergunningen voor de activiteit milieu en artikel 13 bij de vaststelling<br />
van besluiten in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. In artikel 13 lid 1 onder a tot en met i staat<br />
aangegeven welke onderwerpen in de verantwoordingsplicht aan de orde moeten komen.<br />
5.7.2 Analyse<br />
In het kader van het Interprovinciaal Overleg is een zogenoemde risicokaart ontwikkeld, met hierop<br />
gegevens over deze risico's. Op basis van de risicokaart is door Antea group een toets op externe<br />
veiligheid uitgevoerd. De resultaten van deze toets worden in de onderstaande alinea’s beschreven.<br />
Bevi bedrijven<br />
Er zijn in het plangebied geen Bevi bedrijven aanwezig. In de omgeving van het plangebied zijn twee<br />
LPG verkooppunten. Op ongeveer 1½ kilometer ten noordwesten, naast de A7 (doorzet minder dan<br />
1.000 m³ per jaar). En op ongeveer 800 meter oostelijk, aan de Verzetslaan [doorzet minder dan 1.000<br />
m³ per jaar]). De invloedsgebieden van beide brandstofverkooppunten vallen buiten het plangebied.<br />
Het plangebied <strong>N235</strong> bevindt zich niet in het invloedsgebied van Bevi bedrijven.<br />
Buisleidingen<br />
Door het plangebied <strong>N235</strong> lopen geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijk stoffen. Ten<br />
noorden van het plangebied <strong>N235</strong> (hm. 4,2 t/m 8,1) lopen twee buisleidingen (W-570-23: 12,8 inch / 40<br />
bar en W-570-01: 8,6 inch / 40 bar) voor aardgas (methaan). Beide buisleidingen zijn in beheer van<br />
Gasunie Transport Services. De afstand tussen het plangebied en deze twee buisleidingen is ongeveer<br />
700 meter. Voor deze beide buisleidingen geeft de risicokaart geen risicoafstanden. Het plangebied ligt<br />
niet in een risicozone van een buisleiding voor het transport van gevaarlijke stoffen.<br />
28 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Figuur 7. Kaartfragment risicokaart<br />
Op en rondom de <strong>N235</strong> worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een toename van<br />
de risico’s zoals deze bij externe veiligheid beschouwd worden.<br />
5.7.3 Conclusie<br />
De wetgeving omtrent externe veiligheid levert geen belemmeringen op voor het onderhavige<br />
bestemmingsplan .<br />
5.8 Water<br />
5.8.1 Beleidskader<br />
Op basis van beleid dat voortkomt uit de nota 'Waterbeleid 21e eeuw' is een watertoetsproces ingesteld<br />
bij de ruimtelijke planvorming. Het watertoetsproces heeft tot doel om elkaar vroegtijdig te informeren,<br />
adviseren, afwegen en beoordelen van het belang van water en dit in ruimtelijke plannen gestalte te<br />
geven. Een watertoetsproces leidt onder andere tot een waterparagraaf in het plan. De diepgang van de<br />
watertoets en de inhoud van de waterparagraaf kan verschillen naar de aard van de planvorming. De<br />
watertoets moet er voor gaan zorgen dat er bij de inrichting van ons land bewust rekening wordt<br />
gehouden met water. De waterbeheerder en initiatiefnemer nemen daarvoor samen de<br />
waterhuishoudkundige doelstellingen zichtbaar en evenwichtig mee bij alle ruimtelijke plannen of<br />
ingrepen.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 29
5.8.2 Analyse<br />
In het kader van dit bestemmingsplan en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen heeft op 22 oktober<br />
2015 overleg plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In het verlengde<br />
van het dit overleg heeft het hoogheemraadschap een wateradvies uitgebracht. Dit advies is als volgt<br />
opgenomen in het de Toelichting Watertoets <strong>N235</strong> (Antea Group, 2015):<br />
Rioolpersleiding<br />
- Afvalwatertransportleidingen mogen niet onder gesloten verharding van de busbaan komen te liggen.<br />
De vrije ruimte van de leiding moet minimaal 2 meter zijn en in die zone moet de breedte vrij zijn voor<br />
(onderhouds)werkzaamheden aan de leiding. De diepte is circa 1,0 m beneden maaiveld. De 1 meter<br />
werkbreedte wordt aan weerzijden gerekend vanaf het hart van de leiding. Bij kruisingen onder wegen<br />
wordt een mantelbuis toegepast.<br />
- De leiding kan maximaal 8 uur buiten bedrijf worden gesteld. Om deze reden wordt geadviseerd de<br />
werkzaamheden gefaseerd uit te voeren. Bij verlegging dient eerst de nieuwe leiding aangelegd te<br />
worden en daarna omgeschakeld te worden tussen de oude en de nieuwe leiding.<br />
- Bij een vergunningaanvraag bij HHNK moet er een huidig dwarsprofiel met de huidige leiding<br />
aangeleverd worden en een nieuw dwarsprofiel met de nieuwe leiding en de huidige leiding daarin.<br />
Damwand<br />
- De nieuwe damwand zal gemiddeld tot 1,0 meter boven het waterpeil worden aangebracht.<br />
- HHNK onderzoekt nog wat de eisen en doelstellingen zijn vanuit de Kaderrichtlijn Water en wat de<br />
mogelijkheden zijn over ecologische inpassing/aankleding van de damwanden.<br />
- Wanneer er ter hoogte van Ilpendam een voetgangerstunnel wordt aangelegd, neemt de damwand de<br />
waterkerende functie van de kade over. Om deze reden moet de damwand waterkerend worden. Hiervoor<br />
dient een vergunning aangevraagd te worden bij HHNK en daarvoor is een ontwerp van kunstwerken in<br />
de waterkering nodig.<br />
Watercompensatie na verhardingstoename.<br />
- Wanneer er een toename van verharding plaatsvindt, dient er watercompensatie plaats te vinden. Dit<br />
staat opgenomen in de toelichting op beleidsregels ‘Compensatie verhardingstoename’ en ‘alternatieve<br />
vormen van waterberging’ en de afbeelding hieronder geeft weer in welke maten.<br />
Tabel 3. Compensatie verhardingstoename<br />
In dit geval is de verhardingstoename groter dan 2.000 m² en komt de compensatie neer op maatwerk.<br />
Bij voorkeur vindt de compensatie plaats door het behoud van infiltratiemogelijkheden van regenwater via<br />
de bodem naar het grondwater. In gebieden waarin dit mogelijk of wenselijk is, is het compenseren in de<br />
vorm van het aanleggen van extra oppervlaktewater een optie. De compensatie van het verhard oppervlak<br />
moet bij voorkeur in hetzelfde peilgebied nabij de verhardingstoename plaats vinden. Wanneer dit niet<br />
mogelijk is, kan dit in hetzelfde peilgebied maar niet nabij de verhardingstoename. Wanneer dit beide<br />
niet mogelijk is, kan de compensatie in lagergelegen peilgebied plaatsvinden, mits de<br />
waterstaatkundige situatie dit toelaat.<br />
Gebieden die zich lenen voor de watercompensatie worden door het HHNK aangeleverd. Het HHNK blijft<br />
bij de verdere uitwerking van het ontwerp betrokken.<br />
30 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
5.8.3 Conclusie<br />
Aan de hand van de uitkomsten van het overleg met het hoogheemraadschap zullen de gevolgen voor de<br />
waterhuishouding voor dit bestemmingsplan hier worden opgenomen.<br />
5.9 Natuurwaarden<br />
5.9.1 Beleidskader<br />
In ruimtelijke plannen moet worden aangetoond dat hoe de ontwikkelingen die hierin mogelijk worden<br />
gemaakt zich verhouden met de wet- en regelgeving op het gebied van gebieds- en soortenbescherming.<br />
De gebiedsbescherming is geregeld in de Natuurbeschermingswet (1998). Deze wet regelt de<br />
bescherming van gebieden die in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn beschermd moeten worden.<br />
Alleen binnen die gebieden is de wet van toepassing.<br />
De Natuurbeschermingswet kent drie typen gebieden:<br />
Natura 2000-gebieden;<br />
beschermde natuurmonumenten;<br />
Gebieden die de Minister van LNV aanwijst ter uitvoering van verdragen of andere internationale<br />
verplichtingen (met uitzondering van verplichtingen op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn),<br />
zoals Wetlands.<br />
In de omgeving van het plangebied komen een viertal Natura 2000-gebieden voor.<br />
Figuur 8. Natura 2000-gebieden omgeving plangebied<br />
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 31
In Nederland kennen we de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), dat tegenwoordig ook Natuurnetwerk<br />
Nederland (NN) wordt genoemd. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te<br />
ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het nationale natuurbeleid.<br />
De EHS is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (en bijbehorende<br />
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening). De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de<br />
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) is uitgewerkt in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en<br />
de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie.<br />
Vanuit de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie<br />
(provinciaal ruimtelijk natuurbeleid) wordt verder specifiek ingezet op de bescherming van<br />
Weidevogelleefgebieden.<br />
Flora- en faunawet<br />
De soortenbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet. Deze wet is gericht op de bescherming<br />
van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Flora- en faunawet bevat onder meer<br />
verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en<br />
plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De Floraen<br />
faunawet is in zoverre voor de onderhavige ontwikkeling van belang, dat bij de voorbereiding van het<br />
plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van de ontwikkeling niet in de weg staat.<br />
5.9.2 Analyse<br />
Ten behoeve van de uitvoering van het planvoornemen is door Antea Group een natuurtoets uitgevoerd<br />
om de ecologische gevolgen van het planvoornemen in kaart te brengen. In het rapport 'Natuurtoets<br />
Doorstromingsmaatregelen en groot onderhoud <strong>N235</strong>'(bijlage 2) zijn de volgende conclusies getrokken:<br />
Conclusies gebiedsbescherming<br />
Natuurnetwerk Nederland (NNN)<br />
Binnen het plangebied is geen NNN-gebied aanwezig. Er is van directe aantasting van de NNN dan ook<br />
geen sprake. Ook heeft de planontwikkeling geen negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en<br />
waarden van het Natuurnetwerk Nederland buiten het plangebied. Er is daarom geen noodzaak voor een<br />
compensatieplan.<br />
Natura 2000<br />
Het plangebied ligt niet in een Natura 2000-gebied. In de omgeving van het plangebied liggen de Natura<br />
2000-gebieden “Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder”, “Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld &<br />
Twiske”, “Polder Zeevang” en “Markermeer & IJmeer”. Het meest nabij gelegen gebied, “Ilperveld,<br />
Varkensland, Oostzanerveld & Twiske”, bevindt zich op circa 500 meter afstand van het plangebied.<br />
Tabel 4. Ligging Natura 2000-gebieden t.o.v. het plangebied<br />
Op een dergelijke afstand kunnen een groot aantal verstoringsfactoren zoals: oppervlakteverlies,<br />
versnippering, verstoring door geluid, verstoring door licht en verstoring door trillingen op voorhand<br />
uitgesloten worden.<br />
Het Noordhollandsch Kanaal staat (indirect) in verbinding met de watergangen binnen ieder van de<br />
bovengenoemde Natura 2000-gebieden. De voorgenomen ontwikkeling, inclusief de mogelijke<br />
verplaatsing van de damwand, heeft geen effect op het waterpeil en de waterhuishouding van het<br />
Noordhollandsch Kanaal. Er zal daarom geen sprake zijn van effecten op de waterhuishouding in<br />
32 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
omliggende Natura 2000-gebieden. De verstoringsfactoren verdroging en vernatting kunnen daarom ook<br />
uitgesloten worden.<br />
Op een dergelijke afstand van een Natura 2000-gebied kunnen projecten, via de emissie van stikstof,<br />
mogelijk bijdragen aan de stikstofdepositie op beschermde habitattypen. Stikstofdepositie kan, in de<br />
vorm van verzuring en vermesting, een negatief effect hebben op de kenmerken en waarden van deze<br />
habitattypen. De voorgenomen ontwikkeling leidt tot een neutrale verkeerstoename. Er zal daarom geen<br />
sprake zijn van een toename in de emissie van stikstof. Verwacht wordt dat de stikstofemissie enkel zal<br />
afnemen als gevolg van het schoner worden van het verkeer. De voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot<br />
een toename van de stikstofdepositie op (overspannen) habitattypen. Ook de verstoringsfactoren<br />
vermesting en verzuring kunnen op voorhand worden uitgesloten.<br />
Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van verstoringsfactoren die invloed hebben op beschermde<br />
habitattypen en / of Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten.<br />
Conclusies soortenbescherming<br />
In het plangebied komen beschermde soorten voor die mogelijk negatieve effecten kunnen ondervinden<br />
als gevolg van voorgenomen ontwikkeling. In het plangebied zijn mogelijk vliegroutes en foerageergebied<br />
van vleermuizen aanwezig. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van<br />
broedvogels in het plangebied. Tijdens de realisatiefase kan tevens de rugstreeppad zijn intrede nemen<br />
in het plangebied.<br />
Vleermuizen<br />
Het Noordhollandsch Kanaal en de bomenrij aan de westzijde van de <strong>N235</strong> vormen mogelijk vliegroutes<br />
voor vleermuizen. Tevens kan het Noordhollandsch Kanaal dienen als foerageergebied. Vleermuizen zijn<br />
zwaar beschermde soorten en staan vermeld in Tabel 3 van de Flora- en faunawet en Bijlage IV van de<br />
Habitatrichtlijn. In verband met de mogelijke effecten die de voorgenomen ontwikkeling kan hebben op<br />
de hier potentieel aanwezige vleermuissoorten, is het uitvoeren van nader onderzoek naar de functie en<br />
het gebruik van het plangebied noodzakelijk.<br />
Een vleermuisonderzoek verspreid over het seizoen (mei/juni - september/oktober) conform het meest<br />
recente vleermuisprotocol (2013) is noodzakelijk en geeft hier meer inzicht in. Het vleermuisonderzoek<br />
is met oog op de planning reeds gestart om waarnemingen in de periode september/oktober in 2015 te<br />
kunnen doen. Uitkomsten van dit onderzoek worden zodra deze bekend zijn in de toelichting<br />
opgenomen.<br />
Broedvogels<br />
Voor de voorgenomen werkzaamheden waarbij bomen verwijderd worden, dient rekening gehouden te<br />
worden met het broedseizoen (globaal half maart tot en met juli). Er zijn geen belemmeringen vanuit de<br />
Flora- en faunawet aan de orde indien, conform de goedgekeurde gedragscode “Provinciale<br />
infrastructuur II”, ten minste één van de volgende maatregelen genomen worden:<br />
1) De werkzaamheden aan de bomen en gebouwen worden buiten het broedseizoen uitgevoerd<br />
(voorkeursmaatregel). Of in deze periode wordt het plangebied ongeschikt gemaakt voor broedvogels.<br />
2) Het plangebied wordt kort voor aanvang van de werkzaamheden door een erkende ecoloog<br />
gecontroleerd op actuele broedgevallen; bij gebleken aanwezigheid van broedende vogels moeten de<br />
werkzaamheden worden uitgesteld tot na het broedseizoen.<br />
Algemene zorgplicht<br />
Tevens geldt altijd de algemene zorgplicht. De algemene zorgplicht houdt in dat men voldoende zorg in<br />
acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren (en dus niet alleen de beschermde) en hun<br />
leefomgeving. Dit is een algemene eis die voor iedereen geldt. Overigens geldt de zorgplicht ook voor<br />
planten. De uitvoerder draagt zorg voor de naleving van deze algemene zorgplicht.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 33
5.9.3 Conclusie<br />
Aan de hand van het aanvullend ecologisch onderzoek wordt in het ontwerpbestemmingsplan in deze<br />
alinea ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.<br />
5.10 Cultuurhistorische waarden<br />
5.10.1 Beleidskader<br />
In de toelichting van ruimtelijke plannen moet een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop<br />
met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten<br />
monumenten rekening is gehouden. Het doel hiervan is om cultuurhistorische belangen meer te laten<br />
meewegen in de ruimtelijke ordening. Hiertoe is op 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening<br />
gewijzigd, waarbij dit voorschrift in artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a is opgenomen.<br />
De in de grond aanwezige waarden komen in paragraaf Archeologie aan bod.<br />
5.10.2 Analyse<br />
Als handreiking voor onderzoek naar de cultuurhistorie is de provinciale Leidraad landschap en<br />
cultuurhistorie met bijbehorende informatiekaart beschikbaar. Voor het planvoornemen is deze digitale<br />
informatiekaart geraadpleegd op het voorkomen van cultuurhistorisch waardevolle aspecten, zoals<br />
monumenten, structuurlijnen of andere elementen. Het Noordhollandsch Kanaal staat als voormalige<br />
trekvraart op deze kaart aangemerkt als historische waterweg. Daarbij wordt het verharde jaagpad (tracé<br />
<strong>N235</strong>) vermeld als aanwezig trekvaart element. De <strong>N235</strong> was als voormalig jaagpad langs de trekvaart<br />
(Noordhollandsch Kanaal) voorheen niet voorzien van een bomenrij, omdat over het jaagpad de schepen<br />
werden voortgetrokken. De aanleg van de busbaan leidt tot een verbreding van het wegprofiel, maar<br />
verandert het tracé van deze weg niet. De historische structuurlijn wordt niet onderbroken of anderszins<br />
verstoord door het planvoornemen.<br />
Verder zijn in het plangebied geen cultuurhistorisch waardevolle aspecten aanwezig.<br />
5.10.3 Conclusie<br />
Er hoeft voor het onderhavige bestemmingsplan geen onderzoek gedaan te worden naar de invloed van<br />
het project op cultuurhistorische waarden.<br />
5.11 Archeologie<br />
5.11.1 Beleidskader<br />
In de nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijziging van de Monumentenwet 1988)<br />
stellen Rijk en provincie dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet<br />
worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen<br />
bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen<br />
archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen<br />
vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.<br />
De gemeente Purmerend en de gemeente Waterland hebben een eigen archeologisch beleid opgesteld<br />
(archeologische beleids- en advieskaart). De gemeente Purmerend heeft daar een archeologische<br />
verwachtingskaart bij vervaardigd. Een archeologische verwachtingskaart is een voorspellingskaart<br />
waarop verwachtingen met betrekking tot de situering van (nog) onbekende archeologische vindplaatsen<br />
zijn vertaald in termen van vlakken en zones. Op de kaart worden zones aangegeven met verschillende<br />
34 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
verwachtingen: hoge, middelhoge of lage verwachting. De archeologische verwachtingskaart vormt de<br />
basis voor het opstellen van een beleidsadvieskaart. Dit resulteert erin dat voor het plandeel in de<br />
gemeente Purmerend geen nadere archeologische regeling in dit bestemmingsplan hoeft te worden<br />
getroffen.<br />
De gemeente Waterland heeft een archeologische beleidskaart vastgesteld. Beide kunnen gebruikt<br />
worden voor de toetsing van ruimtelijke plannen op de mogelijke aanwezigheid van archeologische<br />
waarden. Het bestemmingsplan vormt het belangrijkste instrument voor de archeologische<br />
monumentenzorg. Voor gemeenten kunnen de door deskundigen opgestelde archeologische<br />
verwachtings- en beleidsadvieskaarten als leidraad worden gebuikt voor zowel de planologische<br />
bescherming van archeologische waarden in het ruimtelijke plan als voor het vaststellen van het<br />
benodigde archeologisch onderzoek dat bij voorbereiding van ruimtelijke plannen moet plaatsvinden.<br />
5.11.2 Analyse<br />
Antea Group voert archeologisch onderzoek uit naar het plangebied. Uit het bureauonderzoek van Antea<br />
Group (rapport: Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam-Purmerend)<br />
tussen km 4,2 en km 8,1, 2015) is gebleken dat er voor het plangebied vooral een verwachting is voor<br />
het aantreffen van sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Deze verwachting is hoog voor het<br />
gedeelte van het plangebied nabij de kern van Ilpendam. Over het grootste gedeelte van het plangebied<br />
zullen de werkzaamheden bestaan uit het vervangen van het bestaande asfalt en de onderliggende<br />
puinverharding. Deze werkzaamheden zullen geen nieuwe bodemverstoringen met zich meebrengen. Op<br />
de locaties waar de weg mogelijk verbreed gaat worden gaat dit gebeuren in de bestaande berm die al<br />
verstoord is vanwege de aanwezige kabel en leidingen. Ook dit zal niet leiden tot nieuwe<br />
bodemverstoringen. De aanleg van de voetgangerstunnel in Ilpendam brengt echter wel nieuwe<br />
bodemverstorende werkzaamheden met zich mee. In het bestemmingsplan geldt voor die locatie een<br />
archeologische onderzoeksplicht bij bodemverstorende werkzaamheden met een oppervlakte van 100<br />
m² of meer die de bodem dieper dan 35 cm beneden maaiveld zullen verstoren. Dit is hier het geval. De<br />
aanwezigheid van archeologische sporen is echter sterk afhankelijk van het feit of de bodem in het<br />
plangebied verstoord is. Dit kan niet worden bepaald door een bureauonderzoek alleen. Advies is om in<br />
het plangebied een verkennend booronderzoek uit te voeren om de mate van intactheid van de<br />
bodemopbouw te bepalen en de diepteligging van eventueel archeologische lagen. Ter hoogte van de<br />
nieuwe tunnelbak dienen 4 boringen gezet te worden met een edelmanboor (diameter 7 cm) en een guts<br />
(diameter 3 cm).De uitkomsten van het verkennend booronderzoek wordt, zodra bekend, opgenomen in<br />
de toelichting.<br />
5.11.3 Conclusie<br />
Aan de hand van het aanvullend onderzoek wordt in het ontwerpbestemmingsplan in deze alinea<br />
ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 35
36 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 6<br />
Uitvoerbaarheid<br />
De gemeente mag op basis van de Wet ruimtelijke ordening alleen meewerken aan planontwikkelingen<br />
die haalbaar en uitvoerbaar zijn. Ingevolge artikel 3.1.6 Bro dient de toelichting van een<br />
bestemmingsplan inzichten te bevatten over de uitvoerbaarheid van een plan.<br />
6.1 Privaatrechtelijke uitvoerbaarheid<br />
De provincie Noord-Holland is initiatiefnemer van het project. De meeste voor het project benodigde<br />
gronden zijn reeds in het bezit van de provincie. Dit geldt ook voor het Noordhollandsch kanaal. Ter<br />
hoogte van Ilpendam dient één woning met bijbehorend erf te worden verworven. Hier ligt ook een stuk<br />
openbare ruimte dat van de gemeente is. Verwerving van de woning dient in eerste instantie via de<br />
minnelijke weg te worden gedaan. Mocht dat niet lukken wordt het proces van onteigening ingezet.<br />
6.2 Economische uitvoerbaarheid<br />
Met de in hoofdstuk 2 beschreven ontwikkeling zijn kosten gemoeid. Deze kosten worden gedekt vanuit<br />
het beschikbare budject van project Bereikbaar Waterland. Van de totaal 50 miljoen is 10 miljoen<br />
beschikbaar gesteld voor dit project. Tevens wordt een rijkssubsidie van € 11 miljoen beschikbaar<br />
gesteld in het kader van Beter Benutten 2. In de stuurgroep Bereikbaar Waterland zal nog een besluit<br />
worden genomen over de gemeentelijke bijdragen. Tussen de provincie en gemeente een overeenkomst<br />
gesloten, waarmee tevens de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd wordt. De kosten voor het<br />
opstellen van het bestemmingsplan neemt de Provincie Noord-Holland voor haar rekening. Hiermee is de<br />
economische uitvoerbaarheid van dit project geborgd en op basis hiervan mag het voorliggende<br />
bestemmingsplan economisch uitvoerbaar worden geacht.<br />
6.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
6.3.1 Overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro<br />
Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft voor dat een bestuursorgaan dat belast is<br />
met de voorbereiding van een ruimtelijk plan, daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken<br />
gemeenten en waterschappen en met die diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg<br />
voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het<br />
geding zijn. Artikel 3.1.6 Bro bepaalt daarnaast dat in de toelichting de uitkomsten van dit overleg<br />
worden beschreven.<br />
Het concept van dit bestemmingsplan is door de gemeenten Purmerend en Waterland gezamenlijk tot<br />
stand gekomen. Het bestemmingsplan is daarbij met de volgende instanties besproken:<br />
gemeente Landsmeer<br />
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />
Omgevingsdienst IJmond<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland<br />
Rijkswaterstaat Dienst Noord-Holland-Noord<br />
Eventuele overlegreacties die hieruit voortkomen, worden in deze toelichting verwerkt.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 37
6.3.2 Inspraak<br />
Elk bestuursorgaan kan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluiten of inspraak wordt verleend<br />
bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Eventuele inspraakreacties worden in deze toelichting<br />
verwerkt.<br />
6.3.3 Overleg ingevolge artikel 3.8 Wro<br />
Artikel 3.8 Wro bepaalt dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene<br />
wet bestuursrecht van toepassing is. Deze afdeling bevat bepalingen rond de Uniforme openbare<br />
voorbereidingsprocedure.<br />
Het ontwerp van dit bestemmingsplan wordt voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd.<br />
38 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 7<br />
Juridische planbeschrijving<br />
Dit hoofdstuk bevat de toelichting op de gekozen planvorm, die van een gedetailleerd bestemmingsplan.<br />
Tevens geeft het inzicht in de overwegingen die aan de juridische regeling ten grondslag hebben<br />
gelegen.<br />
7.1 Planvorm<br />
Het onderhavige plan voorziet in een actueel en adequaat juridisch kader voor ontwikkeling en beheer<br />
van het plangebied. Het is een plan op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, opgesteld conform<br />
de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).<br />
Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur en de beperkte mate van<br />
ontwikkeling is gekozen voor een gedetailleerde planvorm. Deze planvorm maakt het mogelijk alle<br />
aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een gedetailleerde bestemmingsregeling waardoor<br />
de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als zodanig kan worden beheerd en behouden.<br />
Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het direct mogelijk is om met het<br />
bijbehorende renvooi (verklaring van de bestemmingen) te zien welke bestemmingen aan de gronden<br />
binnen het plangebied gegeven zijn. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk<br />
informatie geeft omtrent de in acht te nemen horizontale en verticale maten. In de bijbehorende regels<br />
zijn de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de gebruiksbepalingen alsmede de eventuele<br />
afwijkingsmogelijkheden te vinden.<br />
Voor een goede ruimtelijke ordening is het noodzakelijk dat de in het bestemmingsplan gestelde regels<br />
zodanig zijn opgesteld dat deze (goed) te handhaven zijn. Het gemeentebestuur is van oordeel dat de<br />
regels in het onderhavige plan voldoen aan deze eis.<br />
Intergemeentelijk bestemmingsplan<br />
Ingeval sprake is van een intergemeentelijk bestemmingsplan stelt elk van de betreffende gemeenten<br />
het bestemmingsplan vast voor zover het haar eigen grondgebied betreft. Dit leidt ertoe dat er<br />
zelfstandige besluiten worden genomen met een eigen planidentificatie. In het onderhavig geval leidt dit<br />
tot één toelichting, met twee set planregels en twee verbeeldingen die door beide gemeente afzonderlijk,<br />
en alleen voor hun eigen grondgebied, worden vastgesteld. In deze toelichting kunnen om deze reden in<br />
paragraaf 7.2 bestemmingsomschrijvingen voorkomen, die niet in de planregels of op de verbeelding zijn<br />
terug te vinden.<br />
7.2 Bestemmingsregeling<br />
Het plangebied heeft een functie voor de ontsluiting voor een wijdere regio. Het doel van het plan is de<br />
verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid door de wijziging van het profiel.<br />
Bestemmingsregels<br />
Verkeer<br />
De bestemming Verkeer wordt toegekend aan die wegen die door hun doorstroomfunctie een<br />
structuurbepalend karakter hebben.<br />
Verkeer - Verblijf<br />
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden die geen<br />
doorstroomfunctie hebben, zoals (woon)straten en pleinen of (fiets)parkeervoorzieningen.<br />
Dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 39
De aanwezige hoogspanningsverbinding in het plangebied in de gemeente Waterland wordt beschermd<br />
via de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding.<br />
Dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering<br />
De in het plangebied aanwezige gronden die zijn aangewezen voor waterstaatkundige doeleinden<br />
worden beschermd via de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering.<br />
Dubbelbestemming Waarde - Archeologie<br />
Op het grondgebied van de gemeente Waterland komen drie archeologische beschermingsregimes voor:<br />
Waarde - Archeologie 2, 4 en 5.<br />
Algemene regels<br />
Anti-dubbeltelregel<br />
Het doel van deze bepaling is te voorkomen dat grond die al in aanmerking is genomen of betrokken is<br />
bij het verlenen van een vergunning niet nog een keer wordt betrokken bij een aanvraag om<br />
omgevingsvergunning. Hierdoor wordt voorkomen dat met gebruikmaking van privaatrechtelijke<br />
overeenkomsten, de publiekrechtelijke regels worden ondergraven.<br />
Algemene bouwregels<br />
In dit artikel worden regels gegeven voor bouwwerken die op twee of meer bestemmingen van<br />
toepassing zijn.<br />
Algemene gebruiksregels<br />
In de algemene gebruiksbepaling is opgenomen wat onder verboden gebruik van de gronden wordt<br />
verstaan.<br />
Algemene afwijkingsregels<br />
Dit artikel geeft een regeling voor het geval dit voor een betere technische realisering van bouwwerken<br />
dan wel in verband met de werkelijke toestand van het terrein noodzakelijk is. Deze afwijkingsregel dient<br />
bij uitzondering te worden toegepast. De noodzaak om van de bestemmingsregeling af te wijken dient te<br />
worden aangetoond.<br />
Overgangsrecht<br />
Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en<br />
bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit in werking treedt. Dit gebruik<br />
mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking<br />
hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een<br />
bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van het bestemmingsplan op het moment dat dit in werking<br />
treedt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of<br />
veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig<br />
worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van<br />
toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan.<br />
40 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Bijlagen bij toelichting<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 5
Inhoudsopgave<br />
Bijlagen bij toelichting 5<br />
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek 6<br />
Bijlage 2 Natuurtoets 199<br />
Bijlage 3 Bureauonderzoek Archeologie 245<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 3
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek<br />
6 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Inhoud<br />
blz.<br />
1 Inleiding....................................................................................................................................... 2<br />
2 Vooronderzoek............................................................................................................................ 4<br />
2.1 Algemeen..................................................................................................................................... 4<br />
2.2 Terreinbeschrijving en voorgenomen ontwikkeling.................................................................... 4<br />
2.3 Voormalig- en huidig gebruik ...................................................................................................... 4<br />
2.4 Toekomstig gebruik ..................................................................................................................... 6<br />
2.5 Bodemopbouw en geohydrologie ............................................................................................... 6<br />
2.6 Conclusie vooronderzoek en hypothese ..................................................................................... 7<br />
3 Veldwerk...................................................................................................................................... 8<br />
3.1 Verrichte veldwerkzaamheden ................................................................................................... 8<br />
3.2 Resultaten veldwerk.................................................................................................................... 9<br />
4 Laboratoriumonderzoek............................................................................................................ 11<br />
4.1 Uitgevoerd laboratoriumonderzoek.......................................................................................... 11<br />
4.2 Toetsingskaders......................................................................................................................... 12<br />
4.3 Analyseresultaten grond ........................................................................................................... 12<br />
4.4 Analyseresultaten grondwater.................................................................................................. 13<br />
4.5 Analyseresultaten verkennend asbestonderzoek ..................................................................... 14<br />
4.6 Analyseresultaten waterbodem ................................................................................................ 14<br />
4.7 Veiligheid................................................................................................................................... 15<br />
5 Conclusies en aanbevelingen .................................................................................................... 16<br />
Bijlagen<br />
1. Toelichting bodemonderzoek<br />
2. Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen<br />
2a. Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen bermonderzoek<br />
2b. Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen onderzoek toekomstige voetgangerstunnel<br />
2c. Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen bermonderzoek waterbodemonderzoek<br />
3. Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
4. Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding normwaarden<br />
5. Normwaarden grond en grondwater<br />
6. Analysecertificaten<br />
7. Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
8. Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor waterbodem<br />
9. Kopieën relevante gegevens vooronderzoek<br />
10. Bepaling veiligheidsklassen<br />
Tekening<br />
402663-<strong>N235</strong>-S1<br />
Situatie met gaten, (slib)boringen en peilbuis<br />
Copyright © 2015<br />
Antea Nederland B.V.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,<br />
fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.<br />
blad 1 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
1 Inleiding<br />
In opdracht van de Provincie Noord-Holland is door Antea Group in augustus 2015 een verkennend<br />
(water)bodem- en asbestonderzoek uitgevoerd in de westelijke berm van de <strong>N235</strong> tussen Ilpendam en<br />
Purmerend. Daarnaast is een deel van de oostelijke berm onderzocht.<br />
Aanleiding en doel<br />
Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen aanleg van een ‘tidal-flow’ busbaan langs de <strong>N235</strong><br />
tussen Purmerend en Ilpendam waarbij de huidige busbaan wordt verbreed. De totale lengte van de aan<br />
te leggen ‘tidal-flow’ busbaan is circa 2,6 km. Deze ligt globaal tussen hm. paaltjes 4,7 en 7,3. De<br />
voorgenomen werkdiepte bedraagt maximaal 1,0 m –mv. (meter beneden maaiveld). De<br />
onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 13.000 m².<br />
Verder zal ter hoogte van de Zonneweg 6 in Ilpendam een voetgangerstunnel worden aangelegd met<br />
hellingbaan voor mindervaliden. De totale oppervlakte van de aan te leggen tunnel met hellingbaan<br />
bedraagt minder dan 1.000 m² (de exacte omvang was op het moment van uitvoering van het<br />
bodemonderzoek nog niet bekend). De werkzaamheden zullen op het diepste gedeelte van de aan te<br />
leggen tunnel tot maximaal 4,0 m –mv. plaatsvinden.<br />
Doel van het bodemonderzoek in de berm is het verifiëren en het verkrijgen van meer inzicht in de in<br />
2010 aangetroffen sterke verontreiniging met zink. Destijds is deze sterke verontreiniging aangetroffen<br />
in één mengmonster van de bovengrond tussen hm. paaltjes 4,0 en 8,0. Met het voorliggende<br />
onderzoek wordt nagegaan of het gehele tracé of slechts een deel daarvan sterk verontreinigd is met<br />
zink. Tevens is de algemene kwaliteit van de grond ter plaatse bepaald. Op basis hiervan kunnen de<br />
benodigde veiligheidsmaatregelen in het kader van verontreinigde grond en eventuele maatregelen<br />
vanuit de Wet bodembescherming voor de voorgenomen herinrichting van de busbaan worden bepaald.<br />
Het doel van het verkennend waterbodemonderzoek is het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit<br />
van het aanwezige slib in verband met de mogelijke afvoer bij de voorgenomen demping. In verband<br />
met de voorgenomen demping van een strookje van het kanaal dient daarnaast de (achterblijvende)<br />
vaste waterbodem te worden onderzocht.<br />
Het doel van het bodemonderzoek ter plaatse van de nieuw aan te leggen voetgangerstunnel inclusief<br />
een hellingsbaan is het vastleggen van de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en<br />
grondwater) in relatie tot de voorgenomen werkzaamheden. Daarnaast zullen indicatief de<br />
hergebruiksmogelijkheden van de vrijkomende grond worden bepaald.<br />
Onderzoeksstrategie en kwaliteit<br />
Voor de opzet van het verkennend bodemonderzoek is de ‘werkwijzer bodemsanering’ van de Provincie<br />
Noord-Holland gehanteerd (oktober 2014). Hierin wordt verwezen naar de verschillende<br />
onderzoeksprotocollen. Hieronder is per onderdeel aangegeven welke onderzoeksstrategie is<br />
gehanteerd.<br />
Voor de opzet van het aanvullend bodemonderzoek zijn de richtlijnen uit de NEN 5740 (NNI, januari<br />
2009) gevolgd. Hierbij is vanwege de resultaten van het voorgaande onderzoek uitgegaan van een<br />
verdachte locatie met een diffuse bodembelasting, heterogeen verdeelde verontreiniging op schaal van<br />
monsterneming (VED-HE). Hierbij is de bodem in de westelijke berm onderzocht tot circa 1,0 m –mv. en<br />
is ter plaatse geen grondwateronderzoek uitgevoerd omdat de herinrichtingswerkzaamheden ter<br />
plaatse niet onder de grondwaterspiegel plaats zullen vinden.<br />
Het onderzoek ten behoeve van de aanleg van de voetgangerstunnel is uitgevoerd tot een diepte van<br />
maximaal 4,5 m –mv. Hierbij is in verband met de diepte van de voorgenomen werkzaamheden wel<br />
grondwateronderzoek uitgevoerd. Hierbij is één boring in het asfalt van de <strong>N235</strong> verricht.<br />
blad 2 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Het waterbodemonderzoek is uitgevoerd met de NEN 5720/A1 (NNI, juli 2014) als leidraad. Omdat<br />
slechts tot een beperkte afstand van de huidige oever/damwand gewerkt gaat worden, is de<br />
onderzoeksstrategie voor 'Overig water, lintvormig, normale onderzoeksinspanning' (OLN)<br />
aangehouden. Voor het waterbodemonderzoek is uitgegaan van een lengte van circa 2.600 m. Derhalve<br />
is sprake van 6 vakken waarin 10 boringen per vak worden verricht.<br />
Met betrekking tot de kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en betrouwbaarheid/garanties van het<br />
onderzoek wordt verwezen naar bijlage 1. In dit rapport wordt verslag gedaan van de uitgevoerde<br />
werkzaamheden en worden de resultaten van het onderzoek beschreven.<br />
blad 3 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
2 Vooronderzoek<br />
2.1 Algemeen<br />
Bij toepassing van de NEN 5740, NEN 5720 en NEN 5707 moet een hypothese worden opgesteld<br />
omtrent de aan-/afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele verontreinigingen. Ten<br />
behoeve van het opstellen van een hypothese dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd<br />
overeenkomstig de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader<br />
onderzoek, NNI, januari 2009) en de NEN 5707.<br />
Op basis van de verzamelde basisinformatie, de aanleiding van het onderzoek en de mate van<br />
verdachtheid van de onderzoekslocatie is gekozen voor een standaard vooronderzoek. Het standaard<br />
vooronderzoek richt zich op de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen. Indien een<br />
direct aangrenzend perceel
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Jaagweg en het Noordhollandsch Kanaal. Wel blijkt dat aan de oostzijde van de Jaagweg (mogelijk<br />
gedeeltelijk onder de huidige oostelijke rijbaan) een stoomtramlijn lag (in principe niet asbestverdacht).<br />
Aan de Zonneweg zijn al voor 1900 gebouwen te zien. In de periode 1950 – 1990 is de wijk achter de<br />
Zonneweg steeds verder uitgebreid.<br />
Op basis van bovenstaande informatie zijn voor het vooronderzoek NEN 5707 (asbest) bij het<br />
Waterlandsarchief (vergunningen tot 1991 voor de gemeente Waterland en vergunningen tot 1999 voor<br />
de gemeente Purmerend) en de gemeente Waterland (vergunningen na 1991) de dossiers voor de<br />
Zonneweg 1 t/m 10 en de Dorpsstraat tegenover 1 (gebouwen van het pontje) opgevraagd en ingezien.<br />
Tankarchief<br />
De onderzoekslocatie komt niet voor in het tankarchief.<br />
Bouwarchief<br />
In bijlage 9 is een tabel met de beschikbare bouwvergunningen voor de Zonneweg 1 t/m 10,<br />
Gruttostraat 2 en de Dorpsstraat tegenover nummer 1 opgenomen. Uit het bouwarchief blijkt dat op<br />
verschillende garages/bergingen op de percelen van de Zonneweg gebruik is gemaakt van<br />
asbesthoudende golfplaten als dakbedekking. Verder zijn geen concrete aanwijzingen gevonden voor<br />
het gebruik van asbest in de woningen en bergingen/garages. De garages liggen aan de achterzijde van<br />
de woningen ten opzichte van de toekomstige voetgangerstunnel. Voor het overige tracé zijn geen<br />
aanwijzingen voor het gebruik van mogelijk asbestverdachte materialen in opstallen.<br />
Voorgaand (water)bodemonderzoek<br />
Uit informatie van de Provincie Noord-Holland blijkt dat in 2007 een waterbodemonderzoek in het<br />
Noordhollandsch Kanaal en in 2010 een bodemonderzoek op en langs de <strong>N235</strong> zijn uitgevoerd.<br />
Hieronder worden de uitkomsten van deze onderzoeken die betrekking hebben tot het huidige<br />
onderzoekstracé beschreven.<br />
In verband met voorgenomen baggerwerkzaamheden is door Grondslag BV in 2007 een verkennend<br />
waterbodemonderzoek uitgevoerd in het Noordhollandsch Kanaal tussen km -0,1 en 32,6 (kenmerk<br />
12177, d.d. 15 augustus 2007). Het huidige tracédeel maakt onderdeel uit van het grotere tracé dat<br />
destijds is onderzocht. Voorafgaande aan dit waterbodemonderzoek is een uitgebreid historisch<br />
onderzoek uitgevoerd. Hieronder worden de uitkomsten van dit historisch onderzoek die betrekking<br />
hebben tot het huidige onderzoekstracé kort besproken.<br />
Ter hoogte van het huidige onderzoekstracé zijn geen bodembedreigende bedrijfsactiviteiten bekend<br />
die de kwaliteit van de waterbodem mogelijk ten nadele hebben beïnvloed. Tevens zijn geen<br />
aanwijsbare potentiële bronnen voor asbestverontreiniging naar voren gekomen.<br />
Wel is de beroeps- en plezierscheepvaart als een bron van diffuse verontreinigingen naar voren<br />
gekomen. Schepen zijn dikwijls behandeld met koperhoudende aangroeiwerende verf, wat door<br />
afspoelen en verwering in het milieu terecht komt. Daarnaast wordt zink gebruikt om te voorkomen dat<br />
een schip gaat roesten. Schepen kunnen onder de waterlijn ook zijn behandeld met teer, wat een bron<br />
van PAK kan zijn. Door scheepvaart gebruikte stook- en smeerolie zijn bronnen van diffuse<br />
verontreiniging met minerale olie en PAK.<br />
Daarnaast zijn houten beschoeiingen en steigers een andere bron van diffuse verontreiniging. Voor het<br />
impregneren van houten beschoeiingen werden met name in het verleden creosoot-olie (PAK-houdend)<br />
en arseen-, chroom-, en koperhoudende zouten gebruikt. Ook afspoeling van PAK, zware metalen en<br />
olie van wegen is een bron van diffuse verontreiniging. Parallel met het onderzoekstraject lopen enkele<br />
drukke provinciale wegen. Daar waar het kanaal door of langs historische stads- en dorpskernen loopt,<br />
kan de waterbodem diffuus verontreinigd zijn geraakt met diverse parameters, als gevolg van<br />
eeuwenlange kleinschalige historische activiteiten aan het kanaal als scheepsbouw, hout- en<br />
metaalbewerking, verkoop van brandstoffen en dergelijke.<br />
blad 5 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Vakken 18 t/m 22 uit het onderzoek van 2007 betreffen globaal het huidige onderzoekstracé. Hierin is<br />
destijds een gemiddelde sliblaag van circa 0,5 à 1,0 m aangetroffen met daaronder klei of veen. Hierbij<br />
wordt opgemerkt dat tijdens het onderzoek in 2007 niet zo dicht bij de damwand is geboord als in<br />
voorliggend onderzoek noodzakelijk is wegens de voorgenomen werkzaamheden. Het slib voldeed aan<br />
‘klasse 2’ (licht verontreinigd).<br />
In verband met deze voorgenomen herontwikkeling van de <strong>N235</strong> is in 2010 een bodemonderzoek in de<br />
berm uitgevoerd door Dura Vermeer Milieu BV (rapport met kenmerk 6110251/MM/1001, datum<br />
onbekend). Hieruit blijkt dat in het mengmonster van de bovengrond (0,0-0,3 m –mv.) in de westelijke<br />
en oostelijke bermen van de <strong>N235</strong> tussen hm. paal 4.0 en 8.0 een sterk verhoogd gehalte aan zink en<br />
licht verhoogde gehalten aan overige zware metalen, PAK, PCB en minerale olie zijn gemeten. Destijds is<br />
aanbevolen om aanvullend onderzoek uit te voeren door middel van het uitsplitsen van het betreffende<br />
mengmonster. Voor zover bekend is dit niet uitgevoerd. Op basis hiervan wordt de te onderzoeken<br />
berm als ‘verdacht’ ten aanzien van het voorkomen van verontreiniging beschouwd.<br />
Uit informatie van de Provincie Noord-Holland, de Omgevingsdienst IJmond (regio Waterland) en het<br />
Bodemlokt.nl blijkt dat buiten de hierboven beschreven onderzoeken geen (water)bodemonderzoeken<br />
en/of –saneringen op of nabij het onderzoekstracé bekend zijn.<br />
Bodemkwaliteitskaart (BKK)/bodemfunctieklassekaart<br />
Er is geen actuele bodemkwaliteitskaart beschikbaar van deze regio.<br />
Overige historische gegevens<br />
Tijdens de uitvoering van het historisch onderzoek zijn geen gegevens gevonden over de verbranding of<br />
stort van afval, (her)gebruik van grond of andere bouwmaterialen, het (voormalige) gebruik van asbest,<br />
verkaveling, (sloot)dempingen, ontgrondingen, aanvullingen, afzetting van bodemvreemd materiaal, de<br />
verwachting ten aanzien van archeologische waarden, de verwachting van niet gesprongen explosieven<br />
en onbetrouwbaarheden of tegenstrijdigheden.<br />
Verder is in 2011 een quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven langs de<br />
<strong>N235</strong> en N247 uitgevoerd door T&A Survey BV (kenmerk 1011GPR2761, d.d. 7 december 2011). Hieruit<br />
blijkt dat ter hoogte van het huidige onderzoekstracé geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van<br />
niet-gesprongen explosieven.<br />
2.4 Toekomstig gebruik<br />
In de nabije toekomst zullen ter plaatse een tidal-flow busbaan en een voetgangerstunnel onder de<br />
<strong>N235</strong> worden gerealiseerd.<br />
2.5 Bodemopbouw en geohydrologie<br />
Voor de plaatselijke bodemopbouw wordt verwezen naar paragraaf 4.1.<br />
Ten aanzien van de bodemopbouw en geohydrologie kan het volgende worden vermeld:<br />
- freatische grondwaterstand: circa 1 m –mv.;<br />
- regionale grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket: richting de omliggende<br />
droogmakerijen. Ten zuiden van Purmerend ligt droogmakerij De Purmer. Op lokale schaal zal op<br />
basis van het neerslagoverschot de stromingsrichting van het freatisch grondwater veelal richting<br />
open water zijn.<br />
- verticale grondwaterstroming tot 10 m-mv: infiltratie;<br />
- voorkomen van oppervlaktewater in de directe omgeving: ja, Noordhollandsch Kanaal direct ten<br />
westen van de berm;<br />
- voorkomen van brak/zout grondwater: nee;<br />
- ligging binnen een grondwaterbeschermingsgebied: nee.<br />
blad 6 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
De gegevens over de geohydrologie zijn verkregen uit de Grondwaterkaart van Nederland (DGV-TNO) en<br />
de actuele kaarten met grondwaterbeschermingsgebieden.<br />
2.6 Conclusie vooronderzoek en hypothese<br />
Op basis van het voorgaande onderzoek (NEN 5740) wordt de te onderzoeken berm als ‘verdacht’ ten<br />
aanzien van het voorkomen van verontreiniging beschouwd.<br />
Op basis van het vooronderzoek NEN 5707 zijn geen specifieke verdachte locaties ter plaatse van de<br />
westelijke berm en het onderzochte gedeelte van de oostelijke berm aan te wijzen. Wel blijkt dat op<br />
circa 10 tot 25 m vanaf de mogelijke oostelijke toegangen aan de naar de toekomstige<br />
voetgangerstunnel asbesthoudend materiaal in garages/bergingen zijn toegepast. Daarnaast zijn tijdens<br />
voorgaand onderzoek plaatselijk bijmengingen met puin in de berm aangetroffen. Daarom kan de<br />
locatie niet geheel als onverdacht ten aanzien van het voorkomen van asbest worden beschouwd en is<br />
ter plaatse ter controle een verkennend asbestonderzoek uitgevoerd.<br />
Voor de waterbodem zijn geen aanwijsbare puntbronnen naar voren gekomen. Behoudens mogelijke<br />
diffuse verontreinigingen door het scheepvaartgebruik worden geen verontreinigingen verwacht en<br />
derhalve is de onderzoeksstrategie voor ‘overig water, lintvormig, normalie onderzoeksinspanning’<br />
aangehouden.<br />
blad 7 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
3 Veldwerk<br />
3.1 Verrichte veldwerkzaamheden<br />
De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd op 10 t/m 14 en 18 augustus 2015 door de heren J. Kipp, M.<br />
Meijer en R. Brink van Ground Research en de heren T.W. Wolkers en J.J.M. Callaars van Antea Group.<br />
De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de VKB-protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018 en<br />
eventuele aanvullende NEN-/NPR-normen conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het<br />
SIKB-procescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). De veldwerkzaamheden<br />
voor het bermonderzoek zijn, om veiligheidsredenen, in de nachten van 10 t/m 14 augustus verricht. De<br />
overige veldwerkzaamheden zijn overdag uitgevoerd. In tabel 3.1 zijn de uitgevoerde<br />
veldwerkzaamheden per onderzoek weergegeven.<br />
Tabel 3.1: Uitgevoerd veldwerk<br />
Deellocatie Gaten/boringen (diepte in m -mv.) Gat/boring met peilbuis Slibboringen *<br />
Aantal Nummers Aantal Nummer Aantal Nummers<br />
Westelijke berm (tussen hm 4,7-7,3) 28 (1,0) 1 t/m 28 - - - -<br />
Voetgangerstunnel met hellingbaan 4 (2,0) 31, 32, 35, 37 1 33 - -<br />
4 (4,5) 29, 30, 34, 36<br />
Noordhollands Kanaal (tussen hm 4,7-7,3) - - - - 60 s001 t//m s060<br />
Verklaring bij de tabel:<br />
- : niet van toepassing;<br />
* : tot 0,5 m in de vaste waterbodem<br />
In verband met het verkennend asbestonderzoek is van alle boringen de eerste halve meter<br />
voorgegraven (minimale afmetingen 0,3 x 0,3 m). Uitzondering hierop is boring 29 die door het asfalt is<br />
verricht.<br />
Omdat de veldwerkzaamheden van het bermonderzoek in de nacht zijn uitgevoerd en het maaiveld<br />
bedekt was met vegetatie, was het in afwijking van de BRL 2000, VKB-protocol 2018 niet mogelijk een<br />
volledige maaiveldinspectie uit te voeren. Het uitvoeren van een maaiveldinspectie wordt gebruikt om<br />
te beoordelen of er binnen de onderzoekslocatie gedeelten aanwezig zijn die als meer of minder<br />
verdacht ten aanzien van de aanwezigheid van asbest kunnen worden aangemerkt. In het geval geen<br />
inspectie mogelijk is, wordt de gehele locatie als asbestverdacht aangemerkt. Omdat de aan- of<br />
afwezigheid van asbest op het maaiveld geen directe invloed heeft op de concentraties van asbest in de<br />
bodem, wordt het niet uitvoeren van een maaiveldinspectie als niet kritisch aangemerkt. Tevens is in<br />
afwijking op het VKB-protocol 2018 het puinpercentage geschat in plaats van gewogen. Gezien de<br />
hoeveelheid aan puinbijmengingen (ruim beneden de overgangsgrens naar de NEN 5897), wordt niet<br />
verwacht dat het bepalen van het puinpercentage door een weegproef zou hebben geleid tot een<br />
andere onderzoeksstrategie. De afwijking wordt derhalve als niet-kritisch beschouwd.<br />
De opgeboorde/opgegraven grond is beoordeeld op het voorkomen van verontreinigingen, beschreven<br />
en bemonsterd. De opgegraven/opgeboorde grond is uitgespreid, geharkt/gezeefd en visueel<br />
geïnspecteerd op het voorkomen van asbestverdachte materialen. Van de bovengrond zijn<br />
representatieve monsters samengesteld van de fractie < 16 mm (zeven). Na inspectie en<br />
monsterneming zijn de gaten/boringen gedicht met het opgegraven/opgeboorde materiaal.<br />
De peilbuis is direct na plaatsing goed afgepompt en een week later, na nogmaals goed afpompen,<br />
bemonsterd voor laboratoriumonderzoek. In het veld is voorafgaand aan de monstername de<br />
grondwaterstand opgenomen en zijn de zuurgraad (pH), de elektrische geleidbaarheid (EC) en de<br />
troebelheid (NTU) van het grondwater gemeten.<br />
De situering van de (slib)boringen en peilbuizen is aangegeven op tekening 402663-<strong>N235</strong>-S1.<br />
blad 8 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
3.2 Resultaten veldwerk<br />
De boorstaten met de bijbehorende veldwaarnemingen zijn opgenomen in bijlage 2.<br />
Bodemopbouw en veldwaarnemingen<br />
In de westelijke berm bestaat de bodem over het algemeen vanaf het maaiveld tot 0,5 à 1,0 m –mv. uit<br />
zand met daaronder klei tot de maximale boordiepte van circa 1,0 m –mv. Ter hoogte van de westelijke<br />
toegang naar de toekomstige voetgangerstunnel bestaat de bodem vanaf het maaiveld tot 1,0 à 2,0<br />
m –mv. uit zand gevolgd door klei tot ongeveer 4,0 m –mv. met daaronder zand tot de maximale<br />
boordiepte van circa 4,5 m –mv.<br />
Ter hoogte van de tunnel onder de <strong>N235</strong> is onder het asfalt een funderingslaag aanwezig tot circa 0,5<br />
m –mv. met daaronder zand tot ongeveer 1,5 m –mv. gevolgd door klei tot circa 2,8 m –mv. met<br />
daaronder veen tot de maximale boordiepte.<br />
In de oostelijke berm, ter hoogte van de toekomstige toegang naar de voetgangerstunnel, bestaat de<br />
bodem over het algemeen vanaf het maaiveld tot circa 2,5 m –mv. uit zand met daaronder veen tot de<br />
maximale boordiepte van ongeveer 4,5 m –mv.<br />
In twee boringen in de berm zijn in de bovengrond sporen puin (nummers 7 en 16) aangetroffen en in<br />
één van deze boringen bevat de ondergrond een zwakke bijmenging met puin (nummer 7). Verder zijn<br />
in de opgegraven/opgeboorde grond geen waarnemingen gedaan die mogelijk duiden op de<br />
aanwezigheid van een bodemverontreiniging. Om een betere ruimtelijke spreiding van de<br />
asbestanalyses in de grond te krijgen, is tijdens het verrichten van het waterbodemonderzoek<br />
aanvullend vanaf de boot in de berm op 3 plaatsen een gat gegraven tussen gaten 1 en 3 om een<br />
mengmonster samen te stellen van de zintuiglijk als schoon beoordeelde grond (AMM03, zie paragraaf<br />
4.5). In deze gaten is in tegenstelling tot de ’s nachts uitgevoerde veldwerkzaamheden een zwakke<br />
bijmenging met puin aangetroffen.<br />
Grondwatergegevens.<br />
De grondwatergegevens zijn weergegeven in tabel 2.2. Deze waarden geven geen aanleiding tot<br />
opmerkingen. In het bemonsterde grondwater is een verhoogde troebelheid (> 10 NTU) vastgesteld. Een<br />
verhoogde troebelheid kan in sommige gevallen leiden tot een overschatting van de gehalten aan<br />
organische parameters in het grondwater. Bij het voorliggende onderzoek is in het onderzochte<br />
grondwater bij geen enkele organische parameter een index groter dan 0,5 aangetoond. De eventuele<br />
overschatting van de gehalten als gevolg van een verhoogde troebelheid heeft geen gevolgen voor de<br />
interpretatie van de onderzoeksgegevens en de conclusies van dit rapport. Aanvullend onderzoek naar<br />
de verhoogde troebelheid is daarom niet uitgevoerd.<br />
Tabel 3.2: Grondwatergegevens<br />
Peilbuis Filterdiepte<br />
(m -mv)<br />
Grondwaterstand<br />
(m –mv.)<br />
pH EC<br />
(µS/cm)<br />
Troebelheid<br />
(NTU)<br />
33 3,10 - 4,10 1,23 6,4 2.260 233<br />
Waterbodem<br />
De waterbodem in het Noordhollandsch Kanaal nabij de oeverconstructie (damwanden) bestaat veelal<br />
uit een toplaag van 0,05 à 0,10 tot plaatselijk 0,25 m dikte met diverse componenten namelijk zand,<br />
veen, slib en/of veenbagger met plaatselijk sporen tot matige bijmengingen met puin en/of baksteen,<br />
maar er is geen duidelijk aanwijsbare hoofdtextuur. Op het noordelijk deel van het tracé is de<br />
waterbodem zwak tot uiterst steenhoudend, dit betreft een leisteenachtig materiaal. Plaatselijk is deze<br />
uiterst steenhoudende laag aanwezig tot de maximale boordiepte van 1,0 m in de vaste waterbodem.<br />
Onder de toplaag bestaat de vaste waterbodem op het zuidelijke deel van het tracé vooral uit veen en<br />
noordelijker veelal uit klei met plaatselijk een laagje veen tussen de toplaag en kleilaag.<br />
Door het aanwezige talud en de geringe dikte van de toplaag is deze zeer slecht bemonsterbaar met<br />
ander bemonsteringsmateriaal dan de zuigerboor. Omdat deze dunne toplaag waarin plaatselijk puin is<br />
blad 9 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
aangetroffen zeer slecht bemonsterbaar is, zijn geen mengmonsters samengesteld voor eventuele<br />
analyse op asbest.<br />
blad 10 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
4 Laboratoriumonderzoek<br />
4.1 Uitgevoerd laboratoriumonderzoek<br />
In tabel 4.1 is een overzicht gegeven van de uitgevoerde analyses.<br />
Tabel 4.1: (Meng)monster samenstelling en uitgevoerde analyses per monster<br />
(Meng)monster Boring(en)/peilbuis<br />
Analyses<br />
(traject m -mv)<br />
Grond<br />
M01 (0,00 - 0,50) 7 Standaardpakket grond<br />
M02 (0,50 - 1,00) 7 Standaardpakket grond<br />
M03 (0,00 - 0,50) 16 Standaardpakket grond<br />
M04 (0,00 - 0,50) 1, 2, 5, 6 Standaardpakket grond<br />
M05 (0,50 - 1,00) 2, 5, 13, 16 Standaardpakket grond<br />
M06 (0,00 - 0,50) 8, 10, 12, 15 Standaardpakket grond<br />
M07 (0,00 - 0,50) 17, 19, 22, 24 Standaardpakket grond<br />
M08 (0,00 - 0,50) 25, 26, 27, 28 Standaardpakket grond<br />
M09 (0,50 - 1,00) 17, 20, 22, 24 Standaardpakket grond<br />
M10 (0,00 - 0,50) 30, 31, 32 Standaardpakket grond<br />
M11 (0,00 - 0,50) 34, 35, 36, 37 Standaardpakket grond<br />
M12 (0,50 - 1,00) 29, 31, 33, 35 Standaardpakket grond<br />
M13 (1,50 - 2,00) 29, 30 Standaardpakket grond<br />
M14 (2,50 - 3,30) 29, 33, 34, 36 Standaardpakket grond<br />
M15 (4,00 - 4,50) 29, 33, 34, 36 Standaardpakket grond<br />
M16 (1,50 - 2,00) 31, 33, 35, 37 Standaardpakket grond<br />
M17 (4,00 - 4,50) 30 Standaardpakket grond<br />
AM01 (0,00 - 0,50) 7 Asbest in grond (NEN 5707)<br />
AM02 (0,00 - 0,50) 16 Asbest in grond (NEN 5707)<br />
AM03 (0,00 - 0,50) t.h.v. gaten 1 - 3 * Asbest in grond (NEN 5707(<br />
AM04 (0,00 - 0,50) 27, 28 en 33 t/m 37 Asbest in grond (NEN 5707)<br />
Grondwater<br />
033-1-1 (3,10 - 4,10) 33 Standaardpakket grondwater<br />
Waterbodem<br />
SM01 (1,60 - 2,25) s001 t/m s005 Pakket A<br />
SM02 (1,95 - 2,75) s006 t/m s010 Pakket A<br />
SM03 (2,05 - 3,10) s001, s003, s004, s005, s008, s009, s010 Pakket A<br />
SM04 (2,10 - 3,00) s011 t/m s020 Pakket A<br />
SM05 (2,20 - 3,50) s011 t/m s015,s017, s018, s019 Pakket A<br />
SM06 (2,00 - 2,65) s021 t/m s030 Pakket A<br />
SM07 (2,20 - 3,15) s021, s022, s026, s028, s029, s030 Pakket A<br />
SM08 (1,80 - 2,70) s031 t/m s040 Pakket A<br />
SM09 (2,20 - 3,35) s031, s033 t/m s036, s038, s039, s040 Pakket A<br />
SM10 (1,75 - 2,70) s041 t/m s044 Pakket A<br />
SM11 (1,45 - 1,95) s045 t/m s050 Pakket A<br />
SM12 (1,70 - 3,20) s041 t/m s050 Pakket A<br />
SM13 (1,70 - 2,10) s051 t/m s055 Pakket A<br />
SM14 (1,75 - 2,50) s056 t/m s059 Pakket A<br />
SM15 (1,75 - 3,00) s051 t/m s056, s059, s060 Pakket A<br />
Verklaring bij de tabel:<br />
Standaardpakket grond:<br />
zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink),<br />
polychloorbifenylen (PCB som 7), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM), minerale<br />
olie (GC), percentages lutum en organische stof;<br />
Standaardpakket grondwater: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige<br />
aromaten (BTEXN), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (incl. vinylchloride), minerale olie (GC);<br />
Pakket A: Standaardpakket waterbodem regionale wateren: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood,<br />
molybdeen, nikkel en zink), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM),<br />
polychloorbifenylen (PCB som 7), minerale olie (GC), percentages lutum en organische stof.<br />
* : dit monster is uit 3 gaten tussen originele gaten 1 en 3 samengesteld i.v.m. de ruimtelijke verdeling van de analysemonsters.<br />
blad 11 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
4.2 Toetsingskaders<br />
De getoetste analyseresultaten van de onderzochte grond- en grondwatermonsters zijn weergegeven in<br />
respectievelijk bijlage 3 en bijlage 4. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 6.<br />
De resultaten zijn getoetst aan de actuele achtergrond-, streef- en interventiewaarden uit de Regeling<br />
bodemkwaliteit en de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013. Hiervoor is gebruik gemaakt van<br />
BOTOVA-gevalideerde software. De achtergrond-/streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in<br />
bijlage 5. Een toelichting op het toetsingskader is opgenomen in bijlage 1.<br />
In de tekst is de term 'verhoogd' gebruikt bij gehalten hoger dan de achtergrond- of streefwaarden en<br />
lager dan de interventiewaarden. De term 'sterk verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan of<br />
gelijk aan de interventiewaarden. Tevens is bij de getoetste waarden een index opgenomen. Deze index<br />
is als volgt berekend: Index = (GSSD - AW) / (I - AW).<br />
Een negatieve waarde voor de index houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (= GSSD) lager is<br />
dan de achtergrondwaarde (= AW). Bij een index boven de 1 ligt de gestandaardiseerde meetwaarde<br />
boven de interventiewaarde (= I). Een index tussen de 0 en 0,5 betekent dat de gestandaardiseerde<br />
meetwaarde (ver) onder de interventiewaarde ligt. Een index tussen de 0,5 en 1 houdt in dat de<br />
gestandaardiseerde meetwaarde (dicht) bij de interventiewaarde ligt. Afhankelijk van de specifieke<br />
situatie geeft dit mogelijk aanleiding voor het uitsplitsen van een mengmonster en/of het uitvoeren van<br />
een nader onderzoek.<br />
In bijlage 7 zijn de analyseresultaten van de grond getoetst aan de normen en rekenregels uit het Besluit<br />
en de Regeling bodemkwaliteit. Voor de toetsing is uitgegaan van het, volgens het generieke kader, op<br />
landbodem toepassen van de partij grond. De bij deze toepassing behorende toetsingswaarden zijn<br />
opgenomen in tabel 1 van bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit. Het toetsingskader is toegelicht in<br />
bijlage 1.<br />
Een toelichting op het toetsingskader van de analyseresultaten van de onderzochte slib-/waterbodemmonsters<br />
is opgenomen in bijlage 1. Bijlage 8 bevat een volledig overzicht van de getoetste resultaten<br />
en in bijlage 6 is het analysecertificaat opgenomen.<br />
De analyseresultaten van het asbestonderzoek zijn getoetst aan het huidige beleid van het Ministerie<br />
van Infrastructuur en Milieu. Dit toetsingskader is toegelicht in bijlage 1. Het analysecertificaat is<br />
opgenomen in bijlage 6.<br />
4.3 Analyseresultaten grond<br />
In tabel 4.2 zijn de parameters weergegeven, die de betreffende achtergrond- of interventiewaarde<br />
overschrijden. In de laatste kolom is de conclusie van de indicatieve toetsing van de resultaten aan de<br />
normen en rekenwaarden van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit opgenomen.<br />
Uit de analyseresultaten blijkt dat in de zandige bovengrond met sporen puin van boring 7 een sterk<br />
verhoogd gehalte aan PAK en licht verhoogde gehalten aan zware metalen zijn gemeten. De zwak<br />
puinhoudende ondergrond bevat een matig verhoogd gehalte aan PAK en licht verhoogde gehalten aan<br />
enkele zware metalen.<br />
In de zandige bovengrond met sporen puin van boring 16 zijn ten hoogste licht verhoogde gehalten aan<br />
kwik, lood en PAK gemeten.<br />
In de overige zandige boven- en ondergrond (tot circa 1,0 m –mv.) zijn ten hoogste licht verhoogde<br />
gehalten aan kwik, lood, zink, PAK en/of PCB gemeten. De kleiige ondergrond bevat ten hoogste licht<br />
verhoogde gehalten aan kwik, lood en/of PAK.<br />
blad 12 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Ter hoogte van de toekomstige tunnel met toegangen zijn in de venige ondergrond ten hoogste licht<br />
verhoogde gehalten aan kwik, lood, zink en PAK gemeten. De zintuiglijk als schoon beoordeelde zandige<br />
ondergrond ter plaatse bevat geen verhoogde gehalten aan onderzochte stoffen.<br />
Op basis van de huidige gegevens is de omvang van de sterke verontreiniging met PAK niet volledig in<br />
beeld. De nabijgelegen boringen (6 en 8) liggen op circa 100 m afstand waarmee de verontreiniging<br />
theoretisch is afgeperkt op iets minder dan 200 m lengte en derhalve is sprake van een geval van<br />
ernstige bodemverontreiniging (meer dan 25 m³ grond sterk verontreinigd met PAK).<br />
De sterke verontreiniging met zink die in voorgaand onderzoek is aangetoond, is bij het voorliggend<br />
onderzoek niet bevestigd. Mogelijk was deze sterke verontreiniging met zink aanwezig ter plaatse van<br />
één van de overige boringen die deel uit maakte van het destijds onderzochte mengmonster.<br />
Tabel 4.2: Overschrijdingstabel grondmonsters<br />
(Meng)monster<br />
(traject in m -mv.)<br />
Gat(en)/<br />
Boring(en)<br />
Grondsoort en<br />
veldwaarnemingen<br />
Parameters<br />
> AW en<br />
index =< 0,5<br />
> AW en > I Conclusie Bbk<br />
index > 0,5<br />
- PAK Niet toepasbaar<br />
M01 (0,00 - 0,50) 7 Zand, sporen puin Cadmium, kobalt, koper, kwik,<br />
lood, nikkel, zink<br />
M02 (0,50 - 1,00) 7 Zand, zwak puin Kwik, lood, zink PAK - Industrie<br />
M03 (0,00 - 0,50) 16 Zand, sporen puin Kwik, lood, PAK - - Industrie<br />
M04 (0,00 - 0,50) 1, 2, 5, 6 Zand,- Kwik, lood, zink, PAK - Industrie<br />
M05 (0,50 - 1,00) 2, 5, 13, 16 Klei,- Kwik, lood, PAK - - Wonen<br />
M06 (0,00 - 0,50) 8, 10, 12, 15 Zand,- Kwik, lood, PAK - - Industrie<br />
M07 (0,00 - 0,50) 17, 19, 22, 24 Zand,- Kwik, lood, PAK - - Industrie<br />
M08 (0,00 - 0,50) 25, 26, 27, 28 Zand,- Kwik, lood, PAK, PCB - - Wonen<br />
M09 (0,50 - 1,00) 17, 20, 22, 24 Zand,- Kwik, lood, PAK - - Industrie<br />
M10 (0,00 - 0,50) 30, 31, 32 Zand,- Kwik, lood, zink, PAK - - Industrie<br />
M11 (0,00 - 0,50) 34, 35, 36, 37 Zand,- Lood, zink, PAK - - Wonen<br />
M12 (0,50 - 1,00) 29, 31, 33, 35 Zand,- - - - AW2000<br />
M13 (1,50 - 2,00) 29, 30 Klei,- Kwik - - Wonen<br />
M14 (2,50 - 3,30) 29, 33, 34, 36 Veen,- Kwik, lood, zink, PAK - - Industrie<br />
M15 (4,00 - 4,50) 29, 33, 34, 36 Veen,- - - - AW2000<br />
M16 (1,50 - 2,00) 31, 33, 35, 37 Zand,- - - - AW2000<br />
M17 (4,00 - 4,50) 30 Zand,- - - - AW2000<br />
Verklaring tabel:<br />
- : geen veldwaarnemingen/geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde/niet bepaald<br />
AW : achtergrondwaarde, I : interventiewaarde<br />
4.4 Analyseresultaten grondwater<br />
In de volgende tabel zijn de parameters weergegeven, die de betreffende streef- of interventiewaarde<br />
overschrijden.<br />
Tabel 4.3: Overschrijdingstabel grondwater<br />
Grondwatermonster<br />
(filterstelling in m -mv.)<br />
Parameters<br />
> S en index =< 0,5 > S en index > 0,5 > I<br />
033-1-1 (3,10 - 4,10) Barium, zink, xylenen Kwik -<br />
Verklaring tabel:<br />
- : Geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde<br />
S : Streefwaarde, I : Interventiewaarde<br />
In het grondwater zijn een matig verhoogd gehalte aan kwik en licht verhoogde gehalten aan barium,<br />
zink en xylenen gemeten. De gemeten gehalten aan overige onderzochte stoffen zijn lager dan de<br />
betreffende streefwaarden en/of detectiegrenzen.<br />
Het matig verhoogde gehalte aan kwik geeft aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek.<br />
Mogelijk is sprake van het ‘plaatsingseffect’. Dit wordt vaker geconstateerd in gebieden met klei- en/of<br />
veengronden. Door het plaatsen van de peilbuis wordt het bodemevenwicht tijdelijk verstoord (het<br />
‘plaatsingseffect’). Kennelijk was de periode tussen het plaatsen van de peilbuis en het bemonsteren<br />
van het grondwater te kort voor het herstel van het evenwicht. Dit ondanks dat de in de NEN 5740<br />
blad 13 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
voorgeschreven wachttijd tussen het plaatsen en het bemonsteren van de peilbuis van één week is<br />
gerespecteerd. Dit zogenaamde 'plaatsingseffect' kan een tijdelijke verhoging van met name zware<br />
metalen in het grondwater veroorzaken.<br />
4.5 Analyseresultaten verkennend asbestonderzoek<br />
In tabel 4.4 zijn de resultaten van het indicatieve asbestonderzoek weergegeven.<br />
Tabel 4.4: Resultaten asbest in grond en puin (gehalten in mg/kg)<br />
(Meng)monster<br />
(traject m -mv)<br />
Gaten<br />
Grondsoort en<br />
veldwaarnemingen<br />
Gemeten gehalte<br />
serpentijn<br />
Gemeten gehalte<br />
amfibool<br />
Totaal gemeten<br />
gehalte asbest<br />
Gewogen gehalte<br />
asbest<br />
AM01 (0,00 - 0,50) 7 Zand, sporen puin - - -
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Monstercode<br />
(traject m –ws.)<br />
Boringen Materiaal Beoordeling Besluit bodemkwaliteit<br />
Verspreiden<br />
oppervlakte<br />
water<br />
Toepassen<br />
oppervlakte<br />
water<br />
Verspreiden<br />
aangrenzend<br />
perceel<br />
Maatgevende<br />
componenten<br />
SM10 (1,75 - 2,70) s041 t/m s044 Zand/slib/veenbagger Verspreidbaar Klasse A Verspreidbaar -<br />
SM11 (1,45 - 1,95) s045 t/m s050 Zand/slib, sporen tot Niet<br />
Klasse B<br />
Niet<br />
-<br />
matig baksteen/puin verspreidbaar<br />
verspreidbaar<br />
SM12 (1,70 - 3,20) s041 t/m s050 Klei Verspreidbaar Altijd toepasbaar Verspreidbaar -<br />
SM13 (1,70 - 2,10) s051 t/m s055 Zand/veen/slib, sporen Verspreidbaar Klasse A Verspreidbaar -<br />
baksteen<br />
SM14 (1,75 - 2,50) s056 t/m s059 Zand/grind/slib, matig Niet<br />
Klasse B Verspreidbaar -<br />
tot uiterst<br />
steenhoudend, sporen<br />
puin<br />
verspreidbaar<br />
SM15 (1,75 - 3,00) s051 t/m s056, s059, s060 Klei Verspreidbaar Altijd toepasbaar Verspreidbaar -<br />
Verklaring tabel:<br />
m –ws.: meter beneden waterspiegel<br />
- : niet van toepassing.<br />
Uit deze tabel blijkt dat de onderzochte toplaag met diverse componenten maar geen duidelijke<br />
hoofdtextuur wisselend licht tot sterk verontreinigd is met enkele zware metalen en PAK. In<br />
mengmonster SM01 zijn sterk verhoogde gehalten aan koper en PAK gemeten en in mengmonsters<br />
SM04 en SM06 is alleen een sterk verhoogd gehalte aan PAK gemeten.<br />
De venige vaste waterbodem ter hoogte van de veerpont (mengmonster SM03) voldoet aan klasse B en<br />
is als niet verspreidbaar in oppervlaktewater beoordeeld, maar wel verspreidbaar op het aangrenzende<br />
perceel. De overige venige vaste waterbodem en de kleiige vaste waterbodem zijn beoordeeld als altijd<br />
toepasbaar in zoet oppervlaktewater en als verspreidbaar voor zowel verspreiden in zoet<br />
oppervlaktewater als verspreiden op het aangrenzend perceel.<br />
4.7 Veiligheid<br />
Conform de CROW 132 zijn op basis van de analyseresultaten de veiligheidsklassen vastgesteld. Indien<br />
een overschrijding van de interventiewaarde is gemeten, dient dit te worden gedaan aan de hand van<br />
de module op de CROW 132 website. Indien de gemeten gehalten lager zijn dan de interventiewaarde<br />
dan worden de veiligheidsklassen vastgesteld op basis van de hergebruiksklassen uit het Besluit<br />
bodemkwaliteit. Voor grond die voldoet aan de achtergrondwaarde of de klasse Wonen zijn geen<br />
veiligheidsklassen van toepassing. Voor grond die voldoet aan klasse Industrie of 'niet toepasbaar' (doch<br />
gehalte
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
5 Conclusies en aanbevelingen<br />
Op basis van de resultaten van het verkennend bodem- en asbestonderzoek wordt geconcludeerd dat:<br />
• Op 1 deellocatie mogelijk sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging in de<br />
bovengrond met PAK (niet uit te sluiten dat meer dan 25 m³ grond sterk verontreinigd);<br />
• De overige onderzochte grond over het algemeen niet tot licht verhoogde gehalten aan onderzochte<br />
stoffen bevat;<br />
• Zowel in de puinhoudende als zintuiglijk als schoon beoordeelde bovengrond is zintuiglijk en<br />
analytisch geen asbest aangetoond;<br />
• In het grondwater een matig verhoogd gehalte aan kwik en licht verhoogde gehalten aan barium,<br />
zink en xylenen zijn gemeten.<br />
Op basis van de resultaten van het waterbodemonderzoek wordt geconcludeerd dat:<br />
• In drie monstervakken sprake is van een sterke verontreiniging met PAK in de toplaag, waarbij in één<br />
van de vakken daarnaast sprake is van een sterke verontreiniging met koper;<br />
• De overige onderzochte toplaag voldoet over het algemeen aan klasse B;<br />
• De venige vaste waterbodem ter hoogte van de veerpont (mengmonster SM03) voldoet aan klasse B<br />
en is als niet verspreidbaar in oppervlaktewater beoordeeld, maar wel verspreidbaar op het<br />
aangrenzende perceel. De overige venige vaste waterbodem en de kleiige vaste waterbodem zijn<br />
beoordeeld als altijd toepasbaar in zoet oppervlaktewater en als verspreidbaar voor zowel<br />
verspreiden in zoet oppervlaktewater als verspreiden op het aangrenzend perceel.<br />
Veiligheidsklassen<br />
Op basis van de veldwaarnemingen en analyseresultaten zijn de volgende veiligheidsmaatregelen met<br />
betrekking tot verontreinigde grond van toepassing:<br />
3T : Werkzaamheden in de sterke verontreiniging bij boring 7;<br />
2T<br />
Basisklasse<br />
: Werkzaamheden in de sterke verontreinigingen in de waterbodem;<br />
: Overige werkzaamheden (Omdat in de praktijk door het heterogene karakter van de<br />
aangetroffen verontreinigingen moeilijk onderscheid gemaakt zal kunnen worden in de<br />
kwaliteit van de grond wordt geadviseerd voor het gehele gebied buiten de sterke<br />
verontreinigingen de basisklasse te hanteren.)<br />
Onder de voorwaarde dat de aangegeven veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen, vormt de<br />
kwaliteit van de bodem geen belemmering voor het uitvoeren van de voorgenomen werkzaamheden.<br />
Vanuit bodemhygiënisch oogpunt bevelen wij het volgende aan:<br />
• Het matig verhoogde gehalte aan kwik geeft aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek.<br />
Mogelijk is sprake van het ‘plaatsingseffect’. Dit wordt vaker geconstateerd in gebieden met kleien/of<br />
veengronden. Door het plaatsen van de peilbuis wordt het bodemevenwicht tijdelijk verstoord<br />
(het ‘plaatsingseffect’). Kennelijk was de periode tussen het plaatsen van de peilbuis en het<br />
bemonsteren van het grondwater te kort voor het herstel van het evenwicht. Dit ondanks dat de in<br />
de NEN 5740 voorgeschreven wachttijd tussen het plaatsen en het bemonsteren van de peilbuis van<br />
één week is gerespecteerd. Dit zogenaamde 'plaatsingseffect' kan een tijdelijke verhoging van met<br />
name zware metalen in het grondwater veroorzaken. Er wordt niet verwacht dat sprake is van een<br />
bodemverontreiniging omdat de gehalten aan kwik in de grond ruim lager zijn dan de<br />
interventiewaarde. Derhalve wordt aanbevolen om het grondwater na een langere wachttijd<br />
nogmaals te bemonsteren voor analyse op kwik om na te gaan of daadwerkelijk sprake is van een<br />
matig verhoogd gehalte;<br />
• Aanbevolen wordt een nader bodemonderzoek uit te voeren om de sterke verontreiniging met PAK<br />
bij boring 7 uit te karteren. Hiermee wordt nagegaan of ter plaatse sprake is van meer of minder dan<br />
25 m³ sterk met PAK verontreinigde grond en of derhalve daadwerkelijk sprake is van een geval van<br />
ernstige bodemverontreiniging. Tevens kan dan een nauwkeurigere inschatting gemaakt worden van<br />
de hoeveelheid af te voeren sterk verontreinigde grond;<br />
• Het is in het kader van de Wet bodembescherming noodzakelijk om een BUS-melding te verrichten<br />
voor de werkzaamheden in de zuidelijke berm en ter hoogte van boring 7 tenzij met een nader<br />
blad 16 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
onderzoek ter plaatse aangetoond wordt dat geen sprake is van een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging;<br />
• Het is in het kader van de Wet bodembescherming niet noodzakelijk om een BUS-melding te<br />
verrichten of een (deel)saneringsplan op te stellen voor de overige werkzaamheden in de bermen;<br />
• De werkzaamheden in de zuidelijke berm en ter hoogte van boring 7 dienen te worden uitgevoerd<br />
door een gecertificeerd aannemer (BRL 7001 danwel 7004) en mogelijk onder milieukundige<br />
begeleiding (BRL 6001).;<br />
• Het is in het kader van de CROW132 noodzakelijk om een V&G-plan op te stellen en om<br />
veiligheidsmaatregelen te treffen in relatie tot verontreinigde grond en waterbodem (respectievelijk<br />
veiligheidsklassen 3T en 2T en de basisklasse).<br />
• De grondwaterstand bevindt zich op basis van het onderzoek op ongeveer 1,2 m -mv. Gezien de<br />
ontgravingsdiepte bij de voetgangserstunnel dient rekening te worden gehouden met een<br />
grondwateronttrekking. Voor de overige werkzaamheden hoeft gezien de werkdiepte geen rekening<br />
te worden gehouden met een grondwateronttrekking;<br />
• Voor de werkzaamheden in de sterke verontreiniging in de waterbodem dient een werkplan<br />
opgesteld te worden die voorgelegd moet worden aan het bevoegd gezag (Hoogheemraadschap<br />
Hollands Noorderkwartier);<br />
• De werkzaamheden in de sterk verontreinigde waterbodem dienen te worden uitgevoerd door een<br />
gecertificeerd aannemer (BRL 7003) en mogelijk onder milieukundige begeleiding (BRL 6003).<br />
Indien bij de werkzaamheden een grondoverschot ontstaat, dient dit van de locatie te worden<br />
afgevoerd. Dit (indicatieve) onderzoek is niet geschikt om een definitieve uitspraak te doen over de<br />
hergebruikmogelijkheden van deze grond buiten het onderzoeksterrein. Hiervoor dient een onderzoek<br />
te worden uitgevoerd zoals omschreven in het Besluit bodemkwaliteit.<br />
Voornoemde conclusies zijn gebaseerd op het vooronderzoek, de zintuiglijke waarnemingen en<br />
analyseresultaten van dit onderzoek.<br />
Antea Group<br />
Almere, oktober 2015<br />
blad 17 van 17<br />
rev 4.2a
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1:<br />
Toelichting bodemonderzoek
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1a: Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en<br />
strategieën en betrouwbaarheid/garanties<br />
Betrouwbaarheid/garanties<br />
Bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van al dan niet<br />
verdachte bodemlagen. Hoewel Antea Group conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving handelt, is<br />
het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de<br />
verontreinigingssituatie af te geven op basis van de resultaten van een bodemonderzoek.<br />
Het vorenstaande betekent dat Antea Group op voorhand geen aansprakelijkheid accepteert ten aanzien van<br />
mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Antea Group uitgevoerde<br />
bodemonderzoek neemt. In een voorkomend geval adviseren wij u altijd contact op te nemen met uw<br />
aanspreekpunt binnen Antea Group.<br />
In dit kader kan ook worden opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd<br />
zonder fouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Antea Group wel afhankelijk van<br />
deze bronnen, waardoor Antea Group niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde<br />
historische informatie.<br />
Certificatie/accreditatie<br />
Antea Group is gecertificeerd volgens NEN-ISO 9001. Ons bureau is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging<br />
Bodemonderzoek (VKB).<br />
Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-proces-certificaat voor<br />
veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Antea Group is volgens dit SIKB-procescertificaat gecertificeerd en<br />
erkend. Eventuele afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn zijn in voorliggend rapport vermeld. In het colofon staan<br />
de namen en parafen van de veldmedewerkers die de kritische functies binnen het veldwerk hebben uitgevoerd.<br />
De naleving van de kwaliteitseisen en -procedures wordt periodiek getoetst door interne auditors en externe<br />
auditors, onder toezicht van de Raad voor Accreditatie.<br />
De onderzochte locatie is niet in eigendom van Antea Group of gerelateerde zusterbedrijven.<br />
De in het (water)bodemonderzoek benodigde analyses van waterbodem, grond en grondwater laat Antea Group<br />
verrichten door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium. Deze accreditatie garandeert dat bij de analyses<br />
consequent de juiste en vastgelegde procedures worden gehanteerd zodat de analyseresultaten een hoge<br />
betrouwbaarheid hebben. Voor de analyses geldt dat deze conform het Accreditatieschema(AS)3000 zijn<br />
uitgevoerd. De analyseresultaten worden getoetst met BOTOVA-gevalideerde software.<br />
Toepassing grond en asbest<br />
Het bodemonderzoek geeft inzicht in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van het gebruik<br />
en/of de bestemming van de onderzochte locatie. Indien echter grond van de locatie wordt afgevoerd voor<br />
toepassing elders, volstaan de resultaten van het verrichte bodemonderzoek mogelijk niet. Afhankelijk van de<br />
omvang van de af te voeren partij(en) grond en de eisen die door de acceptant of het bevoegd gezag ter plaatse van<br />
de nieuwe toepassingslocatie worden gesteld (bijvoorbeeld aanwezigheid van een bodemkwaliteitskaart met<br />
bijbehorend bodembeheerplan), dient de grond eventueel nog conform de richtlijnen van het Besluit<br />
bodemkwaliteit te worden onderzocht.<br />
Met nadruk wordt vermeld dat onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem geen onderdeel uitmaakt<br />
van onderzoek dat door Antea Group volgens de NEN 5740 is uitgevoerd. Als tijdens het veldwerk in de bodem<br />
asbestverdachte materialen zijn opgemerkt, dan komt dit in de profielbeschrijvingen en de conclusies naar voren.<br />
Specifiek onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem dient volgens de NEN 5707 ‘Inspectie,<br />
monsterneming en analyse van asbest in de bodem’ (NNI, april 2003) te zijn uitgevoerd.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1b:<br />
Verklaring functiescheiding veldwerk (colofon)
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1c:<br />
Toelichting op normwaarden grond en grondwater<br />
Hieronder wordt uitgebreider op de begrippen achtergrond-, streef- en interventiewaarden en hun betekenis<br />
ingegaan.<br />
Bij de toetsing wordt een uitspraak gedaan op parameterniveau én op monsterniveau. Met betrekking tot het<br />
bepalen van de achtergrondwaarden kan in sommige gevallen de overall-conclusie op monsterniveau afwijken ten<br />
opzichte van de conclusie op parameterniveau als gevolg van de toetsregel die in artikel 4.2.2 van de Regeling<br />
Bodemkwaliteit staat. In dit artikel wordt beschreven wat onder het overschrijden van de achtergrondwaarden<br />
wordt verstaan.<br />
De achtergrondwaarden (AW) zijn landelijk geldende waarden voor een multifunctionele bodemkwaliteit en geven<br />
de bovengrens aan voor wat in de dagelijkse praktijk 'schone grond' wordt genoemd. Deze achtergrondwaarden zijn<br />
vastgesteld op basis van gehalten zoals deze voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden. Dit omdat<br />
in dergelijke gronden geen belasting door lokale verontreinigingsbronnen aanwezig wordt geacht. De streefwaarde<br />
(S) geeft het concentratieniveau in grondwater aan waarboven wèl en waaronder géén sprake is van een<br />
aantoonbare verontreiniging.<br />
De interventiewaarde (I) geeft het concentratieniveau in de grond, waterbodem of grondwater aan waarboven de<br />
functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant en dier heeft, in ernstige mate kunnen zijn verminderd.<br />
In het overheidsbeleid wordt gesproken van een geval van ernstige bodem-verontreiniging, indien de gemiddelde<br />
concentratie aan één stof de interventiewaarde overschrijdt in tenminste 25 m 3 grond/slib of voor het grondwater<br />
in tenminste 100 m 3 bodemvolume.<br />
Over de hoeveelheid grond/slib of grondwater waarop een eventuele overschrijding van de interventiewaarde zich<br />
voordoet kan in een eerste onderzoek meestal nog geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Daarom kunnen<br />
op basis van de resultaten van dit eerste onderzoek dan ook geen conclusies worden getrokken ten aanzien van het<br />
wel of niet ernstig zijn van het verontreinigingsgeval.<br />
Bij de getoetste waarden is tevens een index opgenomen. Deze index is als volgt berekend:<br />
Index = (GSSD - AW) / (I - AW).<br />
Een negatieve waarde voor de index houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde lager is dan de<br />
achtergrondwaarde. Bij een index boven de 1 ligt de gestandaardiseerde meetwaarde boven de interventiewaarde.<br />
Een index tussen de 0 en 0,5 betekent dat de gestandaardiseerde meetwaarde (ver) onder de interventiewaarde<br />
ligt. Een index tussen de 0,5 en 1 houdt in dat de gestandaardiseerde meetwaarde (dicht) bij de interventiewaarde<br />
ligt. Afhankelijk van de specifieke situatie geeft dit mogelijk aanleiding voor het uitsplitsen van een mengmonster<br />
en/ of het uitvoeren van een nader onderzoek. Met een nader bodemonderzoek kan de ernst en spoedeisendheid<br />
van het geval wordt vastgesteld. Een nader onderzoek kan worden uitgevoerd als er een duidelijke indicatie bestaat<br />
dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.<br />
Een geval van ernstige bodemverontreiniging kan zich ook voordoen zonder dat de interventiewaarden worden<br />
overschreden. Als een verontreiniging zich zodanig in een ander milieucompartiment (bijv. het grondwater) of<br />
objecten (bijv. consumptiegewassen) verspreidt dat daar schadelijke effecten kunnen optreden, is er sprake van een<br />
geval van ernstige bodemverontreiniging. Ook als het bij puntbronnen van verontreinigingen (bijv. op grond van<br />
berekeningen) waarschijnlijk is dat zonder maatregelen op korte termijn (binnen maximaal enkele maanden) een<br />
verontreiniging van genoemde 25 of 100 m 3 bodemvolume kan optreden, is er sprake van een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging.<br />
Bij de toetsing worden de gemeten gehalten aan de hand van geanalyseerde of geschatte gehalten organisch stof<br />
en lutum met BOTOVA-gevalideerde software omgerekend naar zogenaamde standaardbodemcondities (bodem<br />
met 10% organische stof en 25% lutum). Deze gestandaardiseerde meetwaarden worden vergeleken met de vaste<br />
normwaarden, zoals opgenomen in de voorgaande bijlage.<br />
Barium<br />
In de Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013 is aangegeven dat de norm voor barium tijdelijk is ingetrokken.<br />
Gebleken is namelijk dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in de bodem<br />
voorkomt. Indien sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg<br />
van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor<br />
barium van 920 mg/kg d.s. (voor standaardbodem). Analyses op barium dienen wel nog te worden uitgevoerd, maar<br />
de resultaten hoeven dus niet meer getoetst te worden, tenzij een duidelijke antropogene bron aanwezig is.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1d:<br />
Toetsingskader asbest<br />
Grond<br />
De resultaten van het NEN 5707 onderzoek worden conform het huidige overheidsbeleid getoetst aan<br />
de interventiewaarde uit de 'Circulaire bodemsanering per 1 juli 2013'.<br />
De interventiewaarde voor asbest in bodem, grond en baggerspecie bedraagt 100 mg/kg d.s. gewogen<br />
(de concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest).<br />
Voor het bepalen van de spoedeisendheid van een sanering van een bodemverontreiniging met asbest<br />
die is ontstaan voor juni 1993 dient gebruik te worden gemaakt van het protocol ‘Milieuhygiënisch<br />
Saneringscriterium Bodem - protocol asbest’. Dit protocol is opgenomen als bijlage 3 van de 'Circulaire<br />
bodemsanering per 1 juli 2013'.<br />
Op basis van het fysische en chemische karakter is er voor asbest geen sprake van verspreidingsrisico en<br />
ecologisch risico, maar wel van humaan risico. In dit kader worden twee categorieën van (humane)<br />
risico's onderscheiden:<br />
Acceptabele risico's<br />
Hierbij dient de plaats, mate en omvang van de bodemverontreiniging nauwkeurig geregistreerd te<br />
worden in het kadaster. Ook kan het bevoegd gezag voorschrijven om beheersmaatregelen te treffen<br />
om blootstelling aan de verontreiniging te voorkomen. Als de inrichting van de locatie wijzigt, dienen de<br />
locatiespecifieke risico's opnieuw te worden beoordeeld.<br />
Onacceptabele risico's<br />
Naast kadastrale registratie dienen spoedig saneringsmaatregelen te worden genomen op het<br />
betreffende deel van de locatie. De termijn 'spoedig' dient uitgewerkt te worden door het bevoegd<br />
gezag in een beschikking.<br />
Puin<br />
De resultaten van het NEN 5897 onderzoek worden conform het huidige overheidsbeleid getoetst aan<br />
de regelingeving zoals opgenomen in het Productenbesluit asbest 2005.<br />
In het productenbesluit asbest is vermeld dat het verboden is om asbest of asbesthoudende producten<br />
te vervaardigen, in Nederland in te voeren, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te<br />
stellen, toe te passen of te bewerken. Een product wordt niet als asbesthoudend beschouwd als aan het<br />
product geen asbest opzettelijk is toegevoegd en waarvan de concentratie serpentijnasbest,<br />
vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest niet hoger is dan 100 mg/kg d.s. Deze<br />
waarde wordt in voorliggende rapportage aangeduid als restconcentratienorm.<br />
Hergebruik van grond en puin<br />
Indien de grond en het puin wordt hergebruikt, is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing. In het<br />
Besluit is opgenomen dat voor asbest in grond en puin een gewogen gehalte van 100 mg/kg d.s. (de<br />
concentratie serpentijnasbest, vermeerderd met tien maal de concentratie amfiboolasbest) als<br />
maximale samenstellingswaarde geldt.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1e:<br />
Toelichting toetsingskader Besluit bodemkwaliteit<br />
Grond<br />
De gemeten gehalten in een partij grond worden getoetst aan de maximale waarden en rekenregels uit het Besluit<br />
en de Regeling bodemkwaliteit, specifiek de regels die gelden voor het volgens het generieke kader toepassen op<br />
landbodem.<br />
Bij het conform het Besluit bodemkwaliteit toepassen van een partij grond speelt de kwaliteit en de functie van de<br />
ontvangende bodem (oftewel de bodem ter plaatse van de toepassingslocatie) een rol. Derhalve zijn in het Besluit<br />
niet alleen maximale waarden opgenomen voor het classificeren van een toe te passen partij grond, maar ook voor<br />
het classificeren van de ontvangende landbodem:<br />
- Achtergrondwaarden (AW2000)<br />
Dit zijn landelijk geldende waarden voor een multifunctionele bodemkwaliteit en geven de bovengrens aan<br />
voor wat in de dagelijkse praktijk 'schone grond' wordt genoemd. Deze achtergrondwaarden (bekend als<br />
AW2000) zijn vastgesteld op basis van gehalten zoals deze voorkomen in de bodem van natuur- en<br />
landbouwgronden. Dit omdat in dergelijke gronden geen belasting door lokale verontreinigingsbronnen<br />
aanwezig wordt geacht. De AW2000 zijn opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit.<br />
- Maximale waarden voor bodemfunctieklassen<br />
De bodemfunctieklassen beschrijven het gebruik van de landbodem. De maximale waarden van deze<br />
bodemfunctieklassen geven de bovengrens aan voor de gewenste (duurzame) bodemkwaliteit. Bij het<br />
generieke toetsingskader wordt voor landbodem onderscheid gemaakt in de bodemfunctieklassen ‘wonen’ en<br />
‘industrie’. De maximale waarden voor de bodemfunctieklassen zijn opgenomen in tabel 1 van bijlage B van de<br />
Regeling.<br />
- Maximale waarden voor de bodemkwaliteitsklassen<br />
De maximale waarden van de bodemkwaliteitsklassen vormen de bovengrens voor de actuele kwaliteit van de<br />
bodem alsmede van een toe te passen partij grond. Bij het generieke toetsingskader wordt voor landbodem<br />
onderscheid gemaakt in de kwaliteitsklassen ‘wonen’ en ‘industrie’. De kwaliteitsklassen voor landbodem zijn<br />
zodanig ingedeeld dat de maximale waarden van een bodemkwaliteitsklasse op hetzelfde niveau liggen als de<br />
maximale waarden van de corresponderende bodemfunctieklasse. De maximale waarden voor de<br />
bodemkwaliteitsklassen zijn opgenomen in bijlage B van de Regeling.<br />
- Lokale maximale waarden<br />
Een bevoegd gezag heeft de mogelijkheid om binnen haar beheergebied lokale maximale waarden voor de<br />
bodemkwaliteit vast te stellen waaraan een partij toe te passen grond moet voldoen. Dit is bijvoorbeeld aan de<br />
orde wanneer een bevoegd gezag, vanuit maatschappelijke en/of ruimtelijke overwegingen, binnen haar<br />
beheersgebied een verbetering wenst of een verslechtering van de bodemkwaliteit wil toelaten. Dergelijke<br />
lokale waarden kunnen hoger of lager liggen dan de bovengenoemde maximale waarden voor de<br />
bodemkwaliteitsklassen.<br />
- Maximale emissiewaarden<br />
Bij een grootschalige bodemtoepassing hoeft niet te worden voldaan aan de maximale waarden van de<br />
bodemfunctie- en bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem. Daarentegen staat bij een dergelijke<br />
toepassing wel de emissie uit een partij grond centraal. Dit om te voorkomen dat een ontoelaatbare uitloging<br />
vanuit deze grond naar de ontvangende bodem plaatsvindt. De maximale emissiewaarden waaraan moet<br />
worden voldaan, zijn opgenomen in bijlage B van de Regeling.<br />
- Emissietoetswaarden<br />
Bij een grootschalige bodemtoepassing wordt vrijstelling verleend voor het bepalen van de emissie, en het<br />
toetsen van deze emissie aan de bovengenoemde maximale emissiewaarden, wanneer de gemiddeld gemeten<br />
gehalten in een toe te passen partij grond de zogenoemde emissietoetswaarden niet overschrijden. In dat geval<br />
wordt namelijk, op basis van in het verleden opgedane ervaringen, aangenomen dat wordt voldaan aan de<br />
maximale emissiewaarden. De emissietoetswaarden zijn opgenomen in bijlage B van de Regeling.<br />
De mate van overschrijden van de bovengenoemde maximale waarden bepaald tot welke klasse een toe te passen<br />
partij grond of de ontvangende landbodem behoort. Deze classificatie is echter alleen mogelijk indien de<br />
monsterneming en het laboratoriumonderzoek zijn uitgevoerd door bij regeling van Onze Ministers bepaalde<br />
methoden alsmede door een persoon of instelling die daarvoor beschikt over een erkenning.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
De op basis van de bovenstaande maximale waarden in te delen klassen zijn:<br />
- AW2000<br />
De landbodem dan wel een toe te passen partij grond wordt geclassificeerd als AW2000 (oftewel schoon),<br />
wanneer de gemeten gehalten de achtergrondwaarden niet overschrijden. In artikel 4.2.2 lid 4+5 van de<br />
Regeling is beschreven wat onder het overschrijden van de achtergrondwaarden wordt verstaan.<br />
- Kwaliteitsklasse 'wonen'<br />
De kwaliteit van een partij grond die op landbodem wordt toegepast, wordt beoordeeld als de kwaliteitsklasse<br />
'wonen', wanneer de gemeten gehalten de bovengenoemde achtergrondwaarden overschrijden maar lager zijn<br />
dan de maximale waarden voor de bodemkwaliteitsklasse 'wonen' (zie artikel 4.4.1 lid 1 van de Regeling).<br />
De kwaliteit van de ontvangende landbodem wordt beoordeeld als de kwaliteitsklasse 'wonen', wanneer de<br />
gemeten gehalten de bovengenoemde achtergrondwaarden overschrijden maar lager zijn dan de maximale<br />
waarden voor de bodemkwaliteitsklasse 'wonen'. In artikel 4.10.2 lid 3 van de Regeling is beschreven wat onder<br />
het overschrijden van de maximale waarden voor de kwaliteitsklasse 'wonen' wordt verstaan.<br />
- Kwaliteitsklasse 'industrie'<br />
De kwaliteit van de ontvangende landbodem alsmede van een partij grond die op landbodem wordt toegepast,<br />
wordt beoordeeld als de kwaliteitsklasse 'industrie' wanneer de gemeten gehalten de maximale waarden voor<br />
de kwaliteitsklasse 'wonen' overschrijden, maar lager zijn dan de maximale waarden voor de<br />
bodemkwaliteitsklasse 'industrie' (zie artikel 4.4.1 lid 2 en 4.10.2 lid 5 van de Regeling).<br />
- Niet toepasbare grond<br />
Wanneer de gemeten gehalten in een partij grond de maximale waarden voor de kwaliteitsklasse 'industrie'<br />
overschrijden, dan komt deze grond niet in aanmerking voor hergebruik volgens het generieke toetsingskader<br />
of verwerking in een grootschalige bodemtoepassing. In dat geval dient te worden nagegaan of mogelijk wordt<br />
voldaan aan de voorwaarden voor het gebiedsspecifieke toetsingskader (art. 44 t/m 53 van het Besluit).<br />
Wordt niet aan de criteria van het Besluit bodemkwaliteit voldaan, dan valt het toepassen van de partij grond<br />
(in dat geval een afvalstof) onder de vergunningplicht van artikel 8.1 Wet milieubeheer (Wm) of de<br />
ontheffingsplicht van artikel 10.63 Wm. Is toepassing onder de noemer van de Wm geen optie, dan dient de<br />
grond te worden afgevoerd naar een erkende verwerker (reiniger/stort).<br />
Grond die als AW2000 (schone grond) wordt beoordeeld, is vrij toepasbaar op landbodem. Voor het toepassen van<br />
grond die wordt geclassificeerd als 'wonen' of 'industrie' moet worden voldaan aan de voorwaarden van het<br />
generieke toetsingskader (art. 54 t/m 61 van het Besluit).<br />
Alle toepassingen van grond moeten 5 werkdagen vooraf worden gemeld via het Meldpunt bodemkwaliteit<br />
(www.meldpuntbodemkwaliteit.nl), behalve wanneer sprake is van het toepassen van minder dan 50 m3 schone<br />
grond.<br />
Waterbodem<br />
Bij de invoering van het Besluit bodemkwaliteit per 1 januari 2008 (hierna te noemen 'het Besluit') is de nomering<br />
voor waterbodems hoofdzakelijk gebaseerd op het onderscheid tussen het toepassen en het verspreiden van<br />
baggerspecie. Het nuttig hergebruik van baggerspecie wordt geregeld in het generieke kader voor toepassen.<br />
Verspreiden van baggerspecie geldt alleen voor noodzakelijk onderhoudsbaggerwerk waarbij het wenselijk is dat de<br />
bagger in het systeem blijft. Het generieke kader kent vijf onderdelen:<br />
1. Een generiek kader voor het toepassen van grond of bagger op of in de waterbodem met als normwaarden:<br />
. De achtergrondwaarden (AW2000);<br />
. De grenswaarden klasse A en B (Maximale Waarde klasse A);<br />
. De interventiewaarden (Maximale Waarde klasse B).<br />
Zie figuur 1; De figuren zijn ontleend aan het RIVM-document 'Nieuwe normen waterbodems' (RIVM-rapportnr.<br />
711701064 van 23 januari 2008).
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
FIGUUR 1:<br />
NORMSTELLING VOOR TOEPASSEN VAN GROND EN BAGGERSPECIE IN OPPERVLAKTEWATER IN HET GENERIEKE- EN GEBIEDSSPECIFIEKE KADER<br />
De achtergrondwaarden (AW2000) zijn de 95-percentielwaarden van de gestandaardiseerde gehalten gemeten<br />
in relatief onbelaste gebieden in Nederland in de bovenste 0,1 m van de landbodem. Voor een aantal stoffen is<br />
de achtergrondwaarde gebaseerd op de bepalingsgrens. De AW2000 vervangt de huidige streefwaarde.<br />
De maximale waarde klasse A (grens tussen klasse A en B) wordt gevormd door het zogenaamde<br />
'herverontreinigingsniveau Rijntakken (HVN). Hierbij is als uitgangspunt gekozen voor een scheiding tussen<br />
recent relatief schoon materiaal en ouder, meer verontreinigd materiaal. Het HVN is gebaseerd op de bij Lobith<br />
gemeten gehaltes in zwevend stof, omgerekend naar een standaardbodem. Voor 14 stoffen is om verschillende<br />
redenen een hogere waarde gekozen dan het HVN. Voor stoffen waarvoor geen maximale waarde klasse A is<br />
bepaald, geldt de AW2000.<br />
De maximale waarde klasse B wordt gevormd door de interventiewaarde. In het generieke kader is toepassen<br />
van baggerspecie waarin de gehalten de interventiewaarde overschrijden niet toegestaan.<br />
De interventiewaarden vormen de bovengrens voor het toepassen van grond en baggerspecie in het generieke<br />
beleid en de ondergrens van een ernstige van (water)bodemverontreiniging. De grotendeels op risico's<br />
gebaseerde interventiewaarden voldeden in een aantal gevallen niet meer. In de praktijk was er de noodzaak<br />
om voor enkele metalen meer ruimte te bieden. Voor arseen, cadmium, lood en zink zijn de interventiewaarden<br />
verhoogd ten opzichte van de interventiewaarden uit de Circulaire Streefwaarden en Interventiewaarden<br />
(VROM , februari 2000).<br />
2. Een norm voor het verspreiden van baggerspecie in zoet oppervlaktewater (gelijk aan de Maximale Waarde<br />
klasse A, zie figuur 2).<br />
FIGUUR 2:<br />
NORMSTELLING VOOR VERSPREIDEN VAN BAGGERSPECIE IN OPPERVLAKTEWATER IN HET GENERIEKE- EN GEBIEDSSPECIFIEKE KADER<br />
Het verspreiden in zoet oppervlaktewater is bedoeld om het watersysteem weer op orde te brengen ('op<br />
stroom zetten'). Sediment met verontreinigingen tot het herverontreinigingsniveau Rijntakken (HVN) mag<br />
worden teruggebracht in het watersysteem. Getalsmatig is dit dezelfde norm als de grens tussen klasse A en B.<br />
3. Een norm voor het verspreiden van baggerspecie in zout oppervlaktewater (de ZBT ofwel 'zoute baggertoets').<br />
Voor het verspreiden van baggerspecie in zout oppervlaktewater gelden de normen van de ZBT. Deze komen op<br />
hoofdlijnen overeen met de normen van de voorgaande chemietoxiciteitstoets (CTT) behalve dat bioassay's<br />
geen deel meer uitmaken van het normeringskader. Daarnaast vindt bij de beoordeling aan de ZBT geen<br />
bodemtypecorrectie plaats. Tevens zijn de normen voor tributyltin (TBT) iets aangepast.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
4. Een norm voor het verspreiden van baggerspecie op het aangrenzende perceel (de msPAF, zie figuur 3).<br />
FIGUUR 3:<br />
NORMSTELLING VOOR VERSPREIDEN VAN BAGGERSPECIE OVER AANGRENZENDE PERCELEN<br />
Voor het verspreiden van baggerspecie over de aangrenzende percelen moet de baggerspecie voldoen aan de<br />
‘Maximale Waarden’ voor verspreiden. Deze ‘Maximale Waarden’ zijn gebaseerd op de zogenaamde msPAFtoets<br />
(meer stoffen Potentieel Aangetaste Fractie van lagere organismen).<br />
Dit is een methode om de ecologische risico’s te bepalen, waarbij rekening wordt gehouden met de<br />
milieueffecten van meerdere stoffen tegelijk. Voor metalen moet de msPAF lager zijn dan 50% en voor<br />
organische stoffen lager dan 20%. Voor vijf stoffen (waar onder cadmium en minerale olie) geldt daarnaast een<br />
samenstellingseis in plaats van de msPAF. Voor alle stoffen geldt dat deze moeten voldoen aan de<br />
interventiewaarde voor landbodems.<br />
Voor baggerspecie die voldoet aan de Achtergrondwaarde geldt dat die vrij verspreidbaar is.<br />
Aanvullend gelden voor het verspreiden van baggerspecie over aangrenzende percelen de volgende voorwaarden:<br />
• Voor onderhoudsspecie waarvan de kwaliteit voldoet aan de Maximale Waarden voor verspreiden van<br />
baggerspecie over het aangrenzende perceel geldt de ontvangstplicht mits de baggerspecie vrijkomt vanuit<br />
waterkwantiteitsbeheer;<br />
• De baggerspecie mag tot aan de perceelsgrens worden verspreid;<br />
• Er hoeft niet te worden getoetst aan de kwaliteit van de ontvangende bodem;<br />
• De verspreiding over aangrenzende percelen hoeft niet te worden gemeld.<br />
5. Toepassen op de landbodem<br />
Voor de landbodem wordt onderscheid gemaakt in de bodemkwaliteitsklassen 'Landbouw/natuur' (maximale<br />
waarde AW2000), 'Wonen' en 'Industrie'.<br />
Voor zowel het toepassen op de landbodem als op de waterbodem geldt dat de bodemkwaliteit niet<br />
verslechtert. Voor landbodems geldt daarnaast dat moet worden voldaan aan de kwaliteit die vereist is voor de<br />
bodemfunctie ('dubbele toets'). In het waterbeheer zijn wel functies gekoppeld aan oppervlaktewatersystemen<br />
(bijv. zwem- of drinkwater) maar niet aan de waterbodem. Door de dynamiek van waterbodems verandert<br />
voortdurend de waterbodemkwaliteit.<br />
Gebiedsspecifiek beleid<br />
Naast de generieke normen is er de mogelijkheid om gebiedsspecifiek de normen aan te passen. Dit geldt niet voor<br />
verspreiden op het aangrenzende perceel. Voor het verspreiden van baggerspecie in zout oppervlaktewater mogen<br />
de normen alleen strenger gemaakt worden.<br />
In figuur 1 en 2 is aangegeven waar de ruimte voor het vaststellen van lokale maximale waarden beschikbaar is.<br />
Normwaarden voor toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater en voor de bodem onder<br />
oppervlaktewater waarop grond of baggerspecie wordt toegepast en normen voor verspreiden van baggerspecie<br />
op het aangrenzend perceel (waarden voor standaardbodem, in mg/kg ds)
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Nr Stof (1) Achtergrond<br />
waarden<br />
(AW2000)<br />
maximale waarde<br />
verspreiden in<br />
zoet oppervlaktewater<br />
(2)<br />
maximale waarde<br />
kwaliteitsklasse A<br />
(2)<br />
interventiewaarde<br />
bodem<br />
onder oppervlaktewater<br />
maximale waarde<br />
kwaliteitsklasse B<br />
maximale waarde<br />
verspreiden<br />
bagger specie in<br />
zout oppervlaktewater<br />
(4)<br />
maximale waarde<br />
verspreiden<br />
baggerspecie over<br />
aangrenzend<br />
perceel (18)<br />
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds msPAF/mg/kg ds<br />
1 Metalen<br />
Arseen (As) 20 29 85 29 @ x<br />
Barium (Ba) (17) - - - - x<br />
Cadmium (Cd) 0,6 4 14 4 x en 7,5<br />
Chroom (Cr) 55 120 380 120 @ x<br />
Kobalt (Co) 15 25 240 - x<br />
Koper (Cu) 40 96 190 60 @ x<br />
Kwik (Hg) 0,15 1,2 10 1,2 x<br />
Lood (Pb) 50 138 580 110 x<br />
Molybdeen (Mo) 1,5* 5 200 - x<br />
Nikkel (Ni) 35 50 210 45 x<br />
Zink (Zn) 140 563 2000 365 @ x<br />
2 Overig anorganische stoffen<br />
Cyanide (vrij) (6) 3 - 20 -<br />
Cyaniden-complex 5,5 - 50 -<br />
Thiocyanaten (som) 6 - 20 -<br />
3 Aromatische stoffen<br />
Benzeen 0,20* - 1 -<br />
Ethylbenzeen 0,20* - 50 -<br />
Tolueen 0,20* - 130 -<br />
Xylenen (som) 0,45* - 25 -<br />
Styreen (vinylbenzeen) 0,25* - 100 -<br />
Fenol 0,25 - 40 -<br />
Cresolen (som o-, m-, p-) 0,30* - 5 -<br />
4 Polycyclische aromaten (PAK)<br />
Naftaleen<br />
Fenanthreen<br />
Anthraceen<br />
Fluorantheen<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
Chryseen<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
Benzo(a)pyreen<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
PAK's Totaal VROM (10) 1,5 9 40 8<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
5 Gechloreerde koolwaterstoffen<br />
5a (vlucht.)Chloorkoolwaterstoffen<br />
5b Chloorbenzenen<br />
Pentachloorbenzeen 0,0025 0,007 - - x<br />
Hexachloorbenzeen 0,0085 0,044 - 0,02 x<br />
Som Chloorbenzenen (10) 2,0* ~ - 30 -<br />
5c Chloorfenolen<br />
Som Monochloorfenolen 0,045 - - -<br />
Som Dichloorfenolen 0,20* - - -<br />
Som Trichloorfenolen 0,0030* - - -<br />
Som Tetrachloorfenolen 0,0015* - - -<br />
Pentachloorfenol 0,0030* 0,016 5 - x<br />
Som Chloorfenolen 0,20*~ - 10 -<br />
5d<br />
PCB's<br />
PCB- 28 0,0015~ 0,014 - - x<br />
PCB- 52 0,0020~ 0,015 - - x
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Nr Stof (1) Achtergrond<br />
waarden<br />
(AW2000)<br />
5e<br />
maximale waarde<br />
verspreiden in<br />
zoet oppervlaktewater<br />
(2)<br />
maximale waarde<br />
kwaliteitsklasse A<br />
(2)<br />
interventiewaarde<br />
bodem<br />
onder oppervlaktewater<br />
maximale waarde<br />
kwaliteitsklasse B<br />
maximale waarde<br />
verspreiden<br />
bagger specie in<br />
zout oppervlaktewater<br />
(4)<br />
maximale waarde<br />
verspreiden<br />
baggerspecie over<br />
aangrenzend<br />
perceel (18)<br />
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds msPAF/mg/kg ds<br />
PCB-101 0,0015~ 0,023 - - x<br />
PCB-118 0,0045~ 0,016 - - x<br />
PCB-138 0,0040~ 0,027 - - x<br />
PCB-153 0,0035~ 0,033 - - x<br />
PCB-180 0,0025~ 0,018 - - x<br />
Som PCB-7 0,020 0,139 1 0,1 @<br />
overige gechloreerde koolwaterstoffen<br />
Dioxine (som I-TEQ) 0,000055* - - -<br />
6 Bestrijdingmiddelen<br />
6a Organochloor bestrijdinsmiddelen<br />
Chloordaan 0,0020 - 4 - x<br />
DDT (som) - - - - x<br />
DDE (som) - - - - x<br />
DDD (som) - - - - x<br />
Som DDT/TDE/DDE 0,30~ 0,30 $ 4 0,02<br />
Aldrin 0,00080~ 0,0013 - - x<br />
Dieldrin 0,0080~ 0,0080 - - x<br />
Endrin 0,0035~ 0,0035 - - x<br />
Isodrin 0,0010~* - - - x<br />
Telodrin 0,00050~ - - - x<br />
Som Drins 0,015 0,015 $ 4 -<br />
Endosulfansulfaat - - - - x<br />
a-Endosulfan 0,00090 0,0021 4 - x<br />
a-HCH 0,0010 0,0012 - - x<br />
ß-HCH 0,0020 0,0065 - - x<br />
y-HCH 0,0030 0,003 - - x<br />
d-HCH - - - - x<br />
Som HCH-verbindingen 0,010 0,010 2 -<br />
Heptachloor 0,00070 0,004 4 - x<br />
Heptachloorepoxide 0,0020 0,004 4 - x<br />
Hexachloorbutadiëen 0,003 0,0075 - - x<br />
Som OCB's 0,40 - - -<br />
6b organofosforpesticiden<br />
6c organotinbestrijdingsmiddelen<br />
Organotinverbindingen (11) 0,15 - 2,5 (12) 0,25 (13)<br />
Tributyltin (TBT) (11) 0,065 0,25 - 0,115 (14)<br />
6d chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden<br />
6e overige bestrijdingsmiddelen<br />
7 Overig stoffen<br />
Asbest (15) - 100 100 100 -<br />
Minerale olie (GC) total (16) 190 1250 5000 1250 3000
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Toelichting en verklaring symbolen:<br />
In deze tabel zijn de stoffen opgenomen behorende tot de 'nieuw standaardpakketten' voor regionale en rijkswateren aangevuld<br />
met enkele andere stoffen die ook regelmatig worden onderzocht. Voor de volledige lijst van stoffen wordt verwezen naar de<br />
regeling bodemkwaliteit, bijlage B, tabel 1 en 2.<br />
1 Voor de definitie van somparameters wordt verwezen naar bijlage N van deze regeling. De definitie van sommige<br />
somparameters is verschillend voor de landbodem en de waterbodem. Achter de somparameter wordt vermeld welke van de<br />
twee definities gehanteerd moet worden.<br />
2 De Maximale waarden kwaliteitsklasse A zijn gebaseerd op een bepaald Herverontreinigingsniveau (HVN).Voor de stoffen<br />
waarvoor geen HVN is afgeleid gelden de Achtergrondwaarden en de toetsingsregels voor de Achtergrondwaarden.<br />
4 Bij de toetsing aan de maximale waarden voor verspreiden in zout water wordt geen bodemtype correctie toegepast.<br />
6 Bij gehalten die de Achtergrondwaarde overschrijden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van uitdamping.<br />
Wanneer uitdamping naar binnenlucht zou kunnen optreden, moet bij overschrijding van de Achtergrondwaarde worden gemeten<br />
in de bodemlucht en moet worden getoetst aan de TCL (Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht). Uit: Staatscourant 21<br />
december 2007, nr. 247 / pag. 67 23<br />
9 De Interventiewaarde waterbodem is gelijk (gesteld) aan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid).<br />
10 De Achtergrondwaarde van deze somparameter gaat uit van de aanwezigheid van meerdere componenten, die tot deze<br />
somparameter worden gerekend (zie bijlage N). De hoogte van de Achtergrondwaarde is gebaseerd op de som van de<br />
Achtergrondwaarden van de afzonderlijke isomeergroepen vermenigvuldigd met 0,7. Binnen de somparameter mag de<br />
Achtergrondwaarde van de afzonderlijke isomeergroepen niet worden overschreden. Hetzelfde geldt voor de Maximale waarden<br />
kwaliteitsklassen A en B en de Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie.<br />
11 De eenheid voor organotinverbindingen is mg Sn/kg ds, met uitzondering van de normwaarden met voetnoot 12.<br />
12 De eenheid voor de Maximale waarde bodemfunctieklasse industrie, Interventiewaarde waterbodem en Maximale waarde<br />
kwaliteitsklasse B voor organotinverbindingen (som) is mg organotin/ kg ds.<br />
13 Normwaarde Tributyltin van 0,25 mg Sn/kg ds geldt verspreiden van baggerspecie in de Waddenzee en de Zeeuwse Delta.<br />
14 Normwaarde Tributyltin van 0,115 mg Sn/kg ds geldt voor verspreiden van baggerspecie in de Noordzee langs de<br />
Noordzeekust.<br />
15 Zijnde het gehalte serpentijnasbest plus tienmaal het gehalte amfiboolasbest. Deze eis bedraagt 0 mg/kg d.s. indien niet is<br />
voldaan aan artikel 2, onder b, van het Productenbesluit Asbest.<br />
16 Minerale olie heeft betrekking op de som van de (al dan niet) vertakte alkanen. Indien er enigerlei vorm van verontreiniging<br />
met minerale olie wordt aangetoond in grond/baggerspecie, dan dient naast het gehalte aan minerale olie ook het gehalte aan<br />
aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen bepaald te worden.<br />
17 De normen voor barium zijn ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van<br />
nature in de bodem voorkomt. Indien sprake is van verhoogde barium gehalten t.o.v. de natuurlijke achtergrond als gevolg van<br />
een antropogene bron, kan dit gehalte door het bevoegd gezag worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde<br />
voor barium van 625 mg/kg ds. Deze voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarden<br />
voor de meeste andere metalen.<br />
* Achtergrondwaarde is gebaseerd op de (intralaboratorium reproduceerbaarheid) bepalingsgrens, omdat onvoldoende metingen<br />
boven de bepalingsgrens beschikbaar zijn om een betrouwbare P95 af te leiden.<br />
~ Deze normwaarden zijn alleen van toepassing bij de kwalificatie van baggerspecie voor de toepassing daarvan op bodem onder<br />
oppervlaktewater. Alle normwaarden zijn afgeleid van de P95 uit het project AW2000.<br />
@ Betreft normwaarde voor een niet prioritaire stof op grond van de KRW.<br />
# Geen herverontreinigingsniveau bepaald, maar het betreft wel een prioritaire stof. De maximale waarde is gebaseerd op KRWnormen.<br />
$ Herverontreinigingsniveau (HVN) is lager dan Achtergrondwaarde, daarom is de Maximale waarde voor verspreiden in zoet<br />
oppervlaktewater/Maximale waarde kwaliteitsklasse A gelijk getrokken aan de Achtergrondwaarde.<br />
18 De msPAF wordt berekend voor de met x aangegeven stoffen. Indien geen waarde wordt ingevuld (bijvoorbeeld omdat de stof<br />
niet gemeten wordt) wordt gerekend met 0,7 * bepalings- Uit: Staatscourant 21 december 2007, nr. 247 / pag. 67 19 grens<br />
(intralaboratorium reproduceerbaarheid). De baggerspecie voldoet aan de maximale waarden voor verspreiden van baggerspecie<br />
op het aangrenzende perceel indien:<br />
• de gehalten van de gemeten stoffen lager zijn dan de Interventiewaarde bodem, niet zijnde de bodem onder<br />
oppervlaktewater, en<br />
• voor organische stoffen: msPAF < 20%, en<br />
• voor metalen: msPAF < 50%, waarbij voor cadmium een maximum gehalte geldt.<br />
• voor gemeten stoffen die geen deel uitmaken van de msPAF-berekening geldt de achtergrondwaarde (m.u.v. somparamaters<br />
waarbij de individuele parameters onderdeel uitmaken van de msPAF-berekening).<br />
• barium, kobalt, molybdeen en minerale olie maken geen deel uit van de msPAF-berekening. In plaats van de<br />
Achtergrondwaarde geldt voor deze vier stoffen de waarde, die vermeld is in de kolom ‘Maximale waarden verspreiden van<br />
baggerspecie over aangrenzend perceel’.<br />
Uit artikel 36 van het Besluit vloeit voort dat naast de msPAF-toetsing ook een toets moet plaatsvinden aan de interventiewaarden<br />
bodem. Ook voor metalen waarvoor geen Maximale Waarde voor verspreiden over het aangrenzend perceel is opgenomen, is<br />
toetsing aan de interventiewaarde bodem noodzakelijk. Voor metalen waar geen interventiewaarden bodem zijn vastgesteld<br />
dienen de maximale waarden bodemfunctieklasse Industrie te worden gehanteerd. Voor het verspreiden op het aangrenzend<br />
perceel zal binnen enkele jaren de bestaande risicobenadering msPAF worden aangevuld met de metalen die daar nog geen<br />
onderdeel van uitmaken en waarvoor in deze tabel geen maximale waarde voor het verspreiden van baggerspecie op het<br />
aangrenzend perceel zijn vastgesteld.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 1e:<br />
Toelichting bepaling veiligheidsklassen<br />
De uit te voeren werkzaamheden in verontreinigde grond dienen te worden uitgevoerd met inachtname van de<br />
risicoklassen, vastgesteld aan de hand van beleidsregel 4.2-2 ("Wijze van beoordelen van blootstelling aan toxische<br />
stoffen bij het werken in of met verontreinigde grond en verontreinigd grondwater"), en de maatregelen zoals<br />
omschreven in beleidsregel 4.1c-6 ("Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan toxische stoffen bij werken<br />
in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater") en zijn nader ingevuld via branchepublicaties. Vooral<br />
hetgeen in branchepublicaties is aangegeven wordt door de Arbeidsinspectie beschouwd als "de stand der<br />
techniek" en dient derhalve zorgvuldig te worden nagekomen.<br />
In de genoemde beleidsregels wordt het handvat gegeven op basis waarvan een verdeling kan worden gemaakt<br />
tussen werken met een hoog en werken met een laag risico. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />
toxiciteitsrisico's (T-klassen) en brand- cq. explosierisico's (F-klassen). Er zijn drie T-klassen en twee F-klassen<br />
gedefinieerd. De risicoklassen zijn enerzijds gebaseerd op de schadelijke vermogens van de verontreinigende<br />
componenten (LD50, carcinogeniteit, MAC-waarde) en voor de F-klassen op het vlampunt van de componenten.<br />
Anderzijds zijn deze risicoklassen gebaseerd op de kans dat stoffen zich in hoge mate in de werkomgeving<br />
openbaren.<br />
De risicoklassen voor de gezondheid en de veiligheid voor dit werk zijn overeenkomstig de daarvoor in de<br />
beleidsregel 4.2-2 opgenomen bijlage 7 "Methodiek ter vaststelling van de risicoklasse" berekend. Het resultaat is<br />
opgenomen in onderhavig rapport.<br />
De indeling voor toxische en brandbare stoffen kan echter maar beperkt recht doen aan de uiteenlopende niveaus<br />
van risico's. De indeling is zo opgesteld dat met redelijke zekerheid kan worden gesteld dat de beoordeling aan de<br />
veilige kant ligt, waardoor de (wettelijke) grenswaarden (MAC-waarden) voor inademing niet overschreden worden<br />
en geen voor de gezondheid risicovolle situaties zullen optreden.<br />
In het kader van artikel 5 van het Bouwprocesbesluit-Arbeidsomstandighedenwet, thans geïntegreerd in het<br />
Arbeidsomstandighedenbesluit van 15 januari 1997 (artikel 2.23 t/m 2.39), dient door de opdrachtgever een<br />
veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) te worden uitgewerkt. Het doel van het V&G-plan is het informeren van<br />
alle betrokken personen en instanties over de mogelijke risico's voor veiligheid en gezondheid als gevolg van de<br />
uitvoering van de sanering. Daarnaast worden betrokken personen en instanties geïnformeerd over de te nemen<br />
maatregelen ten behoeve van de veiligheid en gezondheid.<br />
Wanneer het werk een geraamde duur van meer dan 30 mensdagen beslaat en er meer dan 20 werknemers op de<br />
locatie tegelijk werkzaam zijn, of indien de geraamde duur van het werk meer dan 500 mandagen beslaat, dan dient<br />
eveneens via een kennisgeving aan de Arbeidsinspectie het voornemen tot het tot stand brengen van het werk te<br />
worden gemeld.<br />
De aannemer dient voorafgaande aan de uitvoering van de sanering een V&G-plan (uitvoeringsfase) c.q. een<br />
saneringsdraaiboek te overleggen. Eén en ander dient in overleg met de Arbeidsinspectie en zijn gecertificeerde<br />
Arbodienst te geschieden.<br />
De reeds vastgestelde veiligheidsklassen (risicoklassen) conform beleidsregel 4.2-2 vormen een vast onderdeel van<br />
het V&G-plan. Daarnaast dient ook aandacht te worden besteed aan overige risico's en voorschriften.<br />
De rapportage ten aanzien van de veiligheids- en gezondheidsaspecten worden vastgelegd in het V&G-dossier.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 2:<br />
Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 2a:<br />
Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen bermonderzoek<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
001 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
resten wortels, geen olie-water reactie 0 - 50 M04<br />
resten wortels, geen olie-water reactie 50 - 100<br />
002 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, neutraal grijsbruin<br />
003 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
sporen schelpen, resten wortels, geen<br />
olie-water reactie<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
0 - 50 M04<br />
50 - 100 M05<br />
0 - 50<br />
50 - 100<br />
004 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Klei, zwak zandig, zwak<br />
humeus, neutraal grijsbruin<br />
005 0 - 70 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
70 - 100 Klei, matig zandig, zwak<br />
humeus, donkerbruin<br />
resten wortels, geen olie-water reactie 0 - 50<br />
resten wortels, resten planten, geen<br />
olie-water reactie<br />
50 - 100<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
0 - 50 M04<br />
olie-water reactie<br />
50 - 70<br />
resten planten, geen olie-water reactie 70 - 100 M05<br />
006 0 - 50 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
resten wortels, zwak schelphoudend,<br />
geen olie-water reactie<br />
resten wortels, zwak schelphoudend,<br />
geen olie-water reactie<br />
0 - 50 M04<br />
50 - 100<br />
007 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
sporen puin, geen olie-water reactie 0 - 50 M01<br />
zwak puinhoudend, geen olie-water<br />
reactie<br />
AM01<br />
50 - 100 M02<br />
008 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
009 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
010 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
011 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
0 - 50 M06<br />
50 - 100<br />
0 - 50<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M06<br />
50 - 100<br />
0 - 50
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
012 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
013 0 - 80 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
80 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, donkerbruin<br />
014 0 - 80 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
80 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, donkerbruin<br />
015 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, donkerbruin<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M06<br />
50 - 100<br />
0 - 50<br />
50 - 80<br />
80 - 100 M05<br />
0 - 50<br />
50 - 80<br />
80 - 100<br />
0 - 50 M06<br />
50 - 100<br />
016 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, donkerbruin<br />
sporen puin, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie<br />
0 - 50 M03<br />
AM02<br />
resten planten, geen olie-water reactie 50 - 100 M05<br />
017 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
018 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
019 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
0 - 50 M07<br />
50 - 100 M09<br />
0 - 50<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M07<br />
50 - 100<br />
020 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
zwak humeus<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
0 - 50<br />
geen olie-water reactie 50 - 100 M09
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
021 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
022 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
023 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
024 0 - 50 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
0 - 50<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M07<br />
50 - 100 M09<br />
0 - 50<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M07<br />
50 - 100 M09<br />
025 0 - 50 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Klei, matig zandig, matig<br />
humeus, donkerbruin<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
0 - 50 M08<br />
reactie<br />
resten planten, geen olie-water reactie 50 - 100<br />
026 0 - 50 Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie 0 - 50 M08<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 100 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
zwak humeus, neutraalbruin<br />
zwak kleihoudend, geen olie-water<br />
reactie<br />
50 - 100<br />
027 0 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
028 0 - 100 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, zwak grindhoudend,<br />
geen olie-water reactie<br />
0 - 50 M08<br />
50 - 100<br />
0 - 50 M08<br />
50 - 100
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 001<br />
Datum: 10-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 002<br />
Datum: 10-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
sporen schelpen, resten wortels, geen<br />
olie-water reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Sleuf: 003<br />
Datum: 10-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 004<br />
Datum: 10-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin,<br />
Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Schep<br />
Klei, zwak zandig, zwak humeus,<br />
resten wortels, resten planten, geen<br />
olie-water reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Sleuf: 005<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 006<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
3<br />
0<br />
70<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Klei, matig zandig, zwak humeus,<br />
resten planten, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, resten wortels, zwak<br />
schelphoudend, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, resten wortels, zwak<br />
schelphoudend, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
Sleuf: 007<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 008<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
1 3<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen puin, geen olie-water reactie,<br />
donkerbruin, Schep<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
50<br />
2 4<br />
50<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
zwak puinhoudend, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
50<br />
2<br />
50<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Bijlage: 1 Pagina 1 / 4 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 009<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 010<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Sleuf: 011<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 012<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Sleuf: 013<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 014<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
50<br />
2<br />
80<br />
50<br />
2<br />
80<br />
100<br />
3<br />
100<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin,<br />
Edelmanboor<br />
100<br />
3<br />
100<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Sleuf: 015<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 016<br />
Datum: 12-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
0<br />
1 3<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen puin, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
50<br />
100<br />
2<br />
50<br />
100<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
resten wortels, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin,<br />
Edelmanboor<br />
50<br />
100<br />
2<br />
50<br />
100<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
resten planten, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 2 / 4 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 017<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 018<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Sleuf: 019<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 020<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak<br />
humeus, geen olie-water reactie,<br />
Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Sleuf: 021<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 022<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Sleuf: 023<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 024<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
0<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
50<br />
2<br />
50<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
50<br />
2<br />
50<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Bijlage: 1 Pagina 3 / 4 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 025<br />
Datum: 12-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 026<br />
Datum: 12-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Klei, matig zandig, matig humeus,<br />
resten planten, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
100<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, geen olie-water reactie,<br />
donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak kleihoudend, geen<br />
olie-water reactie, neutraalbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Sleuf: 027<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 028<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
0<br />
50<br />
1<br />
0<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus,<br />
sporen schelpen, zwak grindhoudend,<br />
geen olie-water reactie, neutraalbruin,<br />
Schep<br />
2<br />
2<br />
100<br />
100<br />
100<br />
100<br />
Bijlage: 1 Pagina 4 / 4 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104)<br />
grind<br />
klei<br />
geur<br />
Grind, siltig<br />
Klei, zwak siltig<br />
geen geur<br />
zwakke geur<br />
Grind, zwak zandig<br />
Klei, matig siltig<br />
matige geur<br />
sterke geur<br />
Grind, matig zandig<br />
Klei, sterk siltig<br />
uiterste geur<br />
Grind, sterk zandig<br />
Klei, uiterst siltig<br />
olie<br />
geen olie-water reactie<br />
zwakke olie-water reactie<br />
Grind, uiterst zandig<br />
Klei, zwak zandig<br />
matige olie-water reactie<br />
sterke olie-water reactie<br />
Klei, matig zandig<br />
uiterste olie-water reactie<br />
zand<br />
Klei, sterk zandig<br />
p.i.d.-waarde<br />
Zand, kleiïg<br />
>0<br />
>1<br />
Zand, zwak siltig<br />
Zand, matig siltig<br />
leem<br />
Leem, zwak zandig<br />
>10<br />
>100<br />
>1000<br />
>10000<br />
Zand, sterk siltig<br />
Leem, sterk zandig<br />
monsters<br />
Zand, uiterst siltig<br />
geroerd monster<br />
overige toevoegingen<br />
ongeroerd monster<br />
veen<br />
Veen, mineraalarm<br />
zwak humeus<br />
matig humeus<br />
volumering<br />
overig<br />
bijzonder bestanddeel<br />
Veen, zwak kleiïg<br />
sterk humeus<br />
Gemiddeld hoogste grondwaterstand<br />
grondwaterstand<br />
Veen, sterk kleiïg<br />
zwak grindig<br />
Gemiddeld laagste grondwaterstand<br />
slib<br />
Veen, zwak zandig<br />
matig grindig<br />
water<br />
Veen, sterk zandig<br />
sterk grindig<br />
peilbuis<br />
blinde buis<br />
casing<br />
hoogste grondwaterstand<br />
gemiddelde grondwaterstand<br />
laagste grondwaterstand<br />
bentoniet afdichting<br />
filter
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 2b:<br />
Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen<br />
onderzoek toekomstige voetgangerstunnel<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Meng- Filterdiepte<br />
nummer diepte monster<br />
in (cm-mv) in (cm-mv) in (cm-mv)<br />
029 0 - 25 Asfalt geen olie-water reactie<br />
25 - 48 volledig puin/slakken, geen<br />
olie-water reactie<br />
25 - 48<br />
48 - 100 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
zwak humeus, donkerbruin<br />
150 - 280 Klei, sterk siltig, zwak<br />
humeus, neutraal bruingrijs<br />
280 - 450 Veen, zwak kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
geen olie-water reactie 50 - 100 M12<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
100 - 150<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
150 - 200 M13<br />
reactie<br />
200 - 250<br />
250 - 280<br />
geen olie-water reactie 280 - 330 M14<br />
330 - 380<br />
380 - 430<br />
430 - 450 M15<br />
030 0 - 100 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
100 - 300 Klei, matig siltig, zwak<br />
humeus, neutraal bruingrijs<br />
300 - 400 Klei, matig siltig, zwak<br />
humeus, donkergrijs<br />
400 - 450 Zand, matig fijn, kleiïg,<br />
neutraalgrijs<br />
031 0 - 50 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 150 Zand, matig fijn, kleiïg, zwak<br />
humeus, donkerbruin<br />
150 - 200 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
zwak humeus, donker<br />
grijsbruin<br />
032 0 - 50 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
matig humeus, donkerbruin<br />
50 - 150 Zand, matig fijn, kleiïg, zwak<br />
humeus, donkerbruin<br />
150 - 200 Zand, matig fijn, zwak siltig,<br />
zwak humeus, donker<br />
grijsbruin<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
resten planten, sporen<br />
schelpen, geen olie-water<br />
reactie<br />
sporen schelpen, resten<br />
planten, zwak<br />
veenhoudend, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
sporen schelpen, geen oliewater<br />
reactie<br />
0 - 50 M10<br />
50 - 100<br />
100 - 150<br />
150 - 200 M13<br />
200 - 250<br />
250 - 300<br />
300 - 350<br />
350 - 400<br />
400 - 450 M17<br />
0 - 50 M10<br />
50 - 100 M12<br />
100 - 150<br />
150 - 200 M16<br />
0 - 50 M10<br />
50 - 100<br />
100 - 150<br />
150 - 200<br />
033 0 - 50 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 0 - 50<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 50 - 100 M12<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 100 - 150
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Meng- Filterdiepte<br />
nummer diepte monster<br />
in (cm-mv) in (cm-mv) in (cm-mv)<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraal grijsbruin<br />
150 - 200 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, neutraal<br />
bruingrijs<br />
200 - 250 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraal bruingrijs<br />
250 - 400 Veen, zwak kleiïg,<br />
neutraalbruin<br />
400 - 450 Veen, sterk kleiïg, neutraal<br />
grijsbruin<br />
geen olie-water reactie 150 - 200 M16<br />
zwak kleihoudend, geen<br />
olie-water reactie<br />
200 - 250<br />
geen olie-water reactie 250 - 300 M14 310 - 410<br />
300 - 350<br />
350 - 400<br />
geen olie-water reactie 400 - 450 M15<br />
034 0 - 50 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 0 - 50 M11<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 50 - 100<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 100 - 150<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraal grijsbruin<br />
150 - 200 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 150 - 200<br />
zwak grindig, neutraal<br />
bruingrijs<br />
200 - 250 Zand, matig grof, zwak siltig, zwak kleihoudend, geen<br />
200 - 250<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraal bruingrijs<br />
olie-water reactie<br />
250 - 400 Veen, zwak kleiïg,<br />
geen olie-water reactie 250 - 300 M14<br />
neutraalbruin<br />
300 - 350<br />
350 - 400<br />
400 - 450 Veen, sterk kleiïg, neutraal<br />
grijsbruin<br />
geen olie-water reactie 400 - 450 M15<br />
035 0 - 50 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, sterk humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraalbruin<br />
150 - 200 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, neutraal<br />
bruingrijs<br />
geen olie-water reactie 0 - 50 M11<br />
geen olie-water reactie 50 - 100 M12<br />
geen olie-water reactie 100 - 150<br />
geen olie-water reactie 150 - 200 M16<br />
036 0 - 50 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 0 - 50 M11<br />
zwak grindig, sterk humeus,<br />
neutraal grijsbruin<br />
50 - 100 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 50 - 100<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 100 - 150<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraal grijsbruin<br />
150 - 200 Zand, matig grof, zwak siltig, geen olie-water reactie 150 - 200<br />
zwak grindig, neutraal<br />
bruingrijs<br />
200 - 250 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraal bruingrijs<br />
zwak kleihoudend, geen<br />
olie-water reactie<br />
200 - 250
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Meng- Filterdiepte<br />
nummer diepte monster<br />
in (cm-mv) in (cm-mv) in (cm-mv)<br />
250 - 400 Veen, zwak kleiïg,<br />
neutraalbruin<br />
400 - 450 Veen, sterk kleiïg, neutraal<br />
grijsbruin<br />
geen olie-water reactie 250 - 300 M14<br />
300 - 350<br />
350 - 400<br />
geen olie-water reactie 400 - 450 M15<br />
037 0 - 50 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, matig humeus,<br />
neutraalbruin<br />
50 - 100 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraalbruin<br />
100 - 150 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, zwak humeus,<br />
neutraal grijsbruin<br />
150 - 200 Zand, matig grof, zwak siltig,<br />
zwak grindig, neutraal<br />
bruingrijs<br />
geen olie-water reactie 0 - 50 M11<br />
geen olie-water reactie 50 - 100<br />
geen olie-water reactie 100 - 150<br />
geen olie-water reactie 150 - 200 M16
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 029<br />
Datum: 13-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 030<br />
Datum: 12-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
100<br />
150<br />
1 11<br />
2<br />
3<br />
4<br />
0<br />
25<br />
48<br />
100<br />
150<br />
asfalt<br />
Geen olie-water reactie, Betonboor<br />
Volledig puin/slakken, geen olie-water<br />
reactie, Betonboor<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, geen<br />
olie-water reactie, neutraalbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Klei, sterk siltig, zwak humeus, sporen<br />
schelpen, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
100<br />
150<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
0<br />
100<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Klei, matig siltig, zwak humeus, resten<br />
planten, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, neutraal bruingrijs,<br />
Edelmanboor<br />
200<br />
200<br />
5<br />
5<br />
250<br />
300<br />
350<br />
6<br />
7<br />
8<br />
280<br />
Veen, zwak kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
250<br />
300<br />
350<br />
6<br />
7<br />
300<br />
Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen<br />
schelpen, resten planten, zwak<br />
veenhoudend, geen olie-water<br />
reactie, donkergrijs, Edelmanboor<br />
8<br />
400<br />
450<br />
9<br />
10<br />
450<br />
400<br />
450<br />
9<br />
400<br />
450<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, sporen<br />
schelpen, geen olie-water reactie,<br />
neutraalgrijs, Edelmanboor<br />
Sleuf: 031<br />
Datum: 13-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
Sleuf: 032<br />
Datum: 13-08-2015<br />
Boormeester: Jeroen Kipp<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, zwak humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
groenstrook<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donkerbruin, Schep<br />
Zand, matig fijn, kleiïg, zwak humeus,<br />
sporen schelpen, geen olie-water<br />
reactie, donkerbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
100<br />
3<br />
3<br />
150<br />
200<br />
4<br />
150<br />
200<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donker grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
150<br />
200<br />
4<br />
150<br />
200<br />
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak<br />
humeus, sporen schelpen, geen<br />
olie-water reactie, donker grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 1 / 3 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 033<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Michael Meijer<br />
Sleuf: 034<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Michael Meijer<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
berm<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
berm<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
150<br />
3<br />
4<br />
100<br />
150<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
grindig, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
100<br />
150<br />
3<br />
4<br />
100<br />
150<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
grindig, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
200<br />
250<br />
5<br />
6<br />
200<br />
250<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, zwak<br />
kleihoudend, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
Veen, zwak kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Guts<br />
200<br />
250<br />
5<br />
6<br />
200<br />
250<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, zwak<br />
kleihoudend, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
Veen, zwak kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Guts<br />
300<br />
300<br />
7<br />
7<br />
350<br />
350<br />
8<br />
8<br />
400<br />
9<br />
400<br />
Veen, sterk kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin, Guts<br />
400<br />
9<br />
400<br />
Veen, sterk kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin, Guts<br />
450<br />
450<br />
450<br />
450<br />
Bijlage: 1 Pagina 2 / 3 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Sleuf: 035<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Michael Meijer<br />
Sleuf: 036<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Michael Meijer<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
berm<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, sterk<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
berm<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, sterk<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin, Schep<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
150<br />
3<br />
4<br />
100<br />
150<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
grindig, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
100<br />
150<br />
3<br />
4<br />
100<br />
150<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
grindig, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
200<br />
200<br />
200<br />
250<br />
5<br />
6<br />
200<br />
250<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, zwak<br />
kleihoudend, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
Veen, zwak kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Guts<br />
300<br />
7<br />
350<br />
8<br />
400<br />
9<br />
400<br />
Veen, sterk kleiïg, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin, Guts<br />
450<br />
450<br />
Sleuf: 037<br />
Datum: 11-08-2015<br />
Boormeester: Michael Meijer<br />
0<br />
50<br />
1<br />
2<br />
0<br />
50<br />
berm<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, matig<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Schep<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraalbruin, Edelmanboor<br />
100<br />
150<br />
3<br />
4<br />
100<br />
150<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
humeus, zwak grindig, geen olie-water<br />
reactie, neutraal grijsbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak<br />
grindig, geen olie-water reactie,<br />
neutraal bruingrijs, Edelmanboor<br />
200<br />
200<br />
Bijlage: 1 Pagina 3 / 3 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104)<br />
grind<br />
klei<br />
geur<br />
Grind, siltig<br />
Klei, zwak siltig<br />
geen geur<br />
zwakke geur<br />
Grind, zwak zandig<br />
Klei, matig siltig<br />
matige geur<br />
sterke geur<br />
Grind, matig zandig<br />
Klei, sterk siltig<br />
uiterste geur<br />
Grind, sterk zandig<br />
Klei, uiterst siltig<br />
olie<br />
geen olie-water reactie<br />
zwakke olie-water reactie<br />
Grind, uiterst zandig<br />
Klei, zwak zandig<br />
matige olie-water reactie<br />
sterke olie-water reactie<br />
Klei, matig zandig<br />
uiterste olie-water reactie<br />
zand<br />
Klei, sterk zandig<br />
p.i.d.-waarde<br />
Zand, kleiïg<br />
>0<br />
>1<br />
Zand, zwak siltig<br />
Zand, matig siltig<br />
leem<br />
Leem, zwak zandig<br />
>10<br />
>100<br />
>1000<br />
>10000<br />
Zand, sterk siltig<br />
Leem, sterk zandig<br />
monsters<br />
Zand, uiterst siltig<br />
geroerd monster<br />
overige toevoegingen<br />
ongeroerd monster<br />
veen<br />
Veen, mineraalarm<br />
zwak humeus<br />
matig humeus<br />
volumering<br />
overig<br />
bijzonder bestanddeel<br />
Veen, zwak kleiïg<br />
sterk humeus<br />
Gemiddeld hoogste grondwaterstand<br />
grondwaterstand<br />
Veen, sterk kleiïg<br />
zwak grindig<br />
Gemiddeld laagste grondwaterstand<br />
slib<br />
Veen, zwak zandig<br />
matig grindig<br />
water<br />
Veen, sterk zandig<br />
sterk grindig<br />
peilbuis<br />
blinde buis<br />
casing<br />
hoogste grondwaterstand<br />
gemiddelde grondwaterstand<br />
laagste grondwaterstand<br />
bentoniet afdichting<br />
filter
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 2c:<br />
Profielbeschrijvingen en veldwaarnemingen waterbodemonderzoek<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
s001 0 - 200 Water<br />
200 - 225 , donker zwartbruin matig grindhoudend, zwak<br />
puinhoudend, sterk zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
225 - 270 Veen, matig kleiïg, donker<br />
grijsbruin<br />
200 - 225 SM01<br />
220 - 270 SM03<br />
s002 0 - 160 Water<br />
160 - 210 zwak puinhoudend, zwak<br />
160 - 210 SM01<br />
grindhoudend, sterk zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend, gruizig<br />
210 - 260 Klei, matig zandig, grijsbruin matig veenhoudend 210 - 260<br />
s003 0 - 175 Water<br />
175 - 205 Zand, matig fijn, bruingrijs sporen puin, zwak grindhoudend,<br />
sporen slib, iets gruizig<br />
205 - 255 Veen, matig kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
s004 0 - 200 Water<br />
200 - 220 Zand, matig fijn, bruingrijs zwak grindhoudend, sporen puin,<br />
zwak slibhoudend, zwak<br />
veenhoudend<br />
220 - 270 Veen, matig kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
s005 0 - 200 Water<br />
200 - 210 Zand, matig fijn, grijsbruin zwak grindhoudend, zwak<br />
puinhoudend, sporen slakken, zwak<br />
slibhoudend<br />
210 - 260 Veen, matig kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
175 - 205 SM01<br />
205 - 255 SM03<br />
200 - 220 SM01<br />
220 - 270 SM03<br />
200 - 210 SM01<br />
210 - 260 SM03<br />
s006 0 - 225 Water<br />
225 - 230 , donkerbruin matig grindhoudend, sterk<br />
225 - 230 SM02<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
230 - 280 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs sporen veen 230 - 280<br />
s007 0 - 260 Water<br />
260 - 275 , donkerbruin matig veenhoudend, matig<br />
260 - 275 SM02<br />
slibhoudend, matig zandhoudend<br />
275 - 325 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 275 - 325<br />
s008 0 - 200 Water<br />
200 - 215 , donkerbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
200 - 215 SM02<br />
slibhoudend, zwak zandhoudend<br />
215 - 265 Veen, donkerbruin 215 - 265 SM03<br />
s009 0 - 195 Water<br />
195 - 205 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, matig<br />
195 - 205 SM02<br />
zandhoudend, matig slibhoudend<br />
205 - 255 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin zwak riethoudend 205 - 255 SM03<br />
s010 0 - 250 Water<br />
250 - 260 , donkerbruin matig veenhoudend, matig<br />
250 - 260 SM02<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
matig schelphoudend<br />
260 - 310 Veen, donkerbruin matig riethoudend 260 - 310 SM03<br />
s011 0 - 210 Water<br />
210 - 220 Zand, matig fijn, neutraal sterk schelphoudend, sporen slib 210 - 220 SM04
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
bruingrijs<br />
220 - 270 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 220 - 270 SM05<br />
s012 0 - 215 Water<br />
215 - 220 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, matig<br />
215 - 220 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
220 - 270 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 220 - 270 SM05<br />
s013 0 - 215 Water<br />
215 - 220 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, matig<br />
215 - 220 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
220 - 270 Veen, donkerbruin 220 - 270 SM05<br />
s014 0 - 220 Water<br />
220 - 235 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
220 - 235 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak veenhoudend<br />
235 - 285 Veen, donkerbruin 235 - 285 SM05<br />
s015 0 - 220 Water<br />
220 - 230 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
220 - 230 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen puin<br />
230 - 280 Veen, donkerbruin 230 - 280 SM05<br />
s016 0 - 270 Water<br />
270 - 295 Veen, matig kleiïg,<br />
zwak zandhoudend, zwak<br />
270 - 295 SM04<br />
donkerbruin<br />
slibhoudend, bagger<br />
295 - 345 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak veenhoudend 295 - 345<br />
s017 0 - 285 Water<br />
285 - 300 , donker zwartbruin sterk slibhoudend, zwak<br />
285 - 300 SM04<br />
zandhoudend, matig<br />
schelphoudend, matig<br />
veenhoudend<br />
300 - 350 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 300 - 350 SM05<br />
s018 0 - 235 Water<br />
235 - 250 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
235 - 250 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen baksteen<br />
250 - 290 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 250 - 290 SM05<br />
s019 0 - 225 Water<br />
225 - 230 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
225 - 230 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen baksteen<br />
230 - 270 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 230 - 270 SM05<br />
s020 0 - 225 Water<br />
225 - 230 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
225 - 230 SM04<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
230 - 240 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin<br />
240 - 290 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 240 - 290<br />
s021 0 - 200 Water<br />
200 - 220 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
200 - 220 SM06<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
sporen puin<br />
220 - 270 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 220 - 270 SM07<br />
s022 0 - 220 Water<br />
220 - 225 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
220 - 225 SM06<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
225 - 275 Klei, matig zandig, lichtgrijs zwak veenhoudend, zwak 225 - 275 SM07
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
riethoudend<br />
s023 0 - 225 Water<br />
225 - 230 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
225 - 230 SM06<br />
zandhoudend, matig slibhoudend<br />
230 - 260 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 230 - 260<br />
260 - 280 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend, zwak<br />
veenhoudend<br />
s024 0 - 240 Water<br />
240 - 265 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
240 - 265 SM06<br />
zandhoudend, zwak puinhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
265 - 315 Veen, zwak zandig, lichtgrijs sporen veen, sporen riet 265 - 315<br />
s025 0 - 230 Water<br />
230 - 240 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
230 - 240 SM06<br />
slibhoudend, zwak zandhoudend<br />
240 - 280 Veen, donkerbruin 240 - 280<br />
280 - 310 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend<br />
s026 0 - 250 Water<br />
250 - 255 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
250 - 255 SM06<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
sporen grind<br />
255 - 265 Veen, donkerbruin<br />
265 - 315 Klei, zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 265 - 315 SM07<br />
s027 0 - 250 Water<br />
250 - 300 Veen, matig kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
geroerd 250 - 300<br />
s028 0 - 225 Water<br />
225 - 235 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
225 - 235 SM06<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
235 - 240 Veen, donkerbruin<br />
240 - 280 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 240 - 280 SM07<br />
s029 0 - 235 Water<br />
235 - 245 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
235 - 245 SM06<br />
slibhoudend, matig zandhoudend<br />
245 - 250 Veen, donkerbruin<br />
250 - 300 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 250 - 300 SM07<br />
s030 0 - 240 Water<br />
240 - 245 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, matig<br />
240 - 245 SM06<br />
zandhoudend, sporen baksteen,<br />
zwak slibhoudend<br />
245 - 295 Klei, matig zandig, lichtgrijs matig riethoudend 245 - 295 SM07<br />
s031 0 - 250 Water<br />
250 - 260 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
250 - 260 SM08<br />
puinhoudend, zwak zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
260 - 310 Klei, matig zandig, lichtgrijs matig riethoudend 260 - 310 SM09<br />
s032 0 - 180 Water<br />
180 - 190 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak<br />
180 - 190 SM08<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
190 - 230 Veen, donkerbruin 190 - 230<br />
230 - 250 Klei, matig zandig,<br />
neutraalgrijs<br />
zwak riethoudend<br />
s033 0 - 230 Water<br />
230 - 240 , donker zwartbruin uiterst schelphoudend, zwak 230 - 240 SM08
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
240 - 290 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 240 - 290 SM09<br />
s034 0 - 250 Water<br />
250 - 270 , donkerbruin zwak slibhoudend, zwak<br />
250 - 270 SM08<br />
zandhoudend, zwak<br />
schelphoudend, veenbagger<br />
270 - 320 Klei, matig zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 270 - 320 SM09<br />
s035 0 - 245 Water<br />
245 - 255 , donkerbruin matig schelphoudend, zwak<br />
245 - 255 SM08<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
veenbagger<br />
255 - 305 Klei, sterk zandig, neutraalgrijs 255 - 305 SM09<br />
s036 0 - 230 Water<br />
230 - 235 matig slibhoudend, matig<br />
230 - 235 SM08<br />
zandhoudend, matig<br />
schelphoudend, veenbagger, 1<br />
zekering<br />
235 - 285 Klei, sterk zandig, lichtgrijs 235 - 285 SM09<br />
s037 0 - 240 Water<br />
240 - 250 , donkerbruin zwak zandhoudend, matig<br />
240 - 250 SM08<br />
schelphoudend, veenbagger<br />
250 - 300 Veen, matig kleiïg,<br />
donkerbruin<br />
geroerd 250 - 300<br />
s038 0 - 215 Water<br />
215 - 220 , donker grijsbruin sterk schelphoudend, matig<br />
215 - 220 SM08<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
220 - 270 Klei, lichtgrijs matig riethoudend 220 - 270 SM09<br />
s039 0 - 240 Water<br />
240 - 250 , donkerbruin matig zandhoudend, zwak<br />
240 - 250 SM08<br />
grindhoudend, zwak slibhoudend,<br />
veenbagger<br />
250 - 300 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 250 - 300 SM09<br />
s040 0 - 240 Water<br />
240 - 265 , donker zwartbruin matig slibhoudend, zwak<br />
240 - 265 SM08<br />
zandhoudend, zwak<br />
schelphoudend, veenbagger<br />
265 - 285 , donkerbruin veenbagger 265 - 285<br />
285 - 335 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 285 - 335 SM09<br />
s041 0 - 240 Water<br />
240 - 265 , donker zwartbruin matig slibhoudend, matig<br />
240 - 265 SM10<br />
schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, veenbagger<br />
265 - 315 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs 265 - 315 SM12<br />
s042 0 - 245 Water<br />
245 - 255 , donker zwartbruin zwak zandhoudend, zwak<br />
245 - 255 SM10<br />
slibhoudend, veenbagger<br />
255 - 285 Veen, matig kleiïg,<br />
265 - 285<br />
donkerbruin<br />
285 - 315 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 285 - 315 SM12<br />
s043 0 - 255 Water<br />
255 - 270 , donkerbruin matig slibhoudend, zwak<br />
255 - 270 SM10<br />
zandhoudend, zwak<br />
schelphoudend, veenbagger<br />
270 - 320 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs sporen riet 270 - 320 SM12
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
s044 0 - 175 Water<br />
175 - 180 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, zwak<br />
175 - 180 SM10<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend<br />
180 - 230 Klei, zwak zandig, lichtgrijs zwak riethoudend 180 - 230 SM12<br />
s045 0 - 160 Water<br />
160 - 170 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, zwak<br />
160 - 170 SM11<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak baksteenhoudend<br />
170 - 190 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 170 - 190<br />
190 - 220 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 190 - 220 SM12<br />
s046 0 - 170 Water<br />
170 - 173 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
170 - 173 SM11<br />
zandhoudend, matig veenhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
173 - 195 Veen, zwak kleiïg, donkerbruin 173 - 195<br />
195 - 220 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 195 - 220 SM12<br />
s047 0 - 145 Water<br />
145 - 150 , donker zwartbruin matig zandhoudend, sterk<br />
145 - 150 SM11<br />
schelphoudend, matig<br />
puinhoudend, zwak grindhoudend<br />
150 - 170 Veen, donkerbruin 150 - 170<br />
170 - 200 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 170 - 200 SM12<br />
s048 0 - 185 Water<br />
185 - 190 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, zwak<br />
185 - 190 SM11<br />
puinhoudend, matig zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
190 - 240 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs matig riethoudend 190 - 240 SM12<br />
s049 0 - 170 Water<br />
170 - 180 , donker zwartbruin sterk schelphoudend, matig<br />
170 - 180 SM11<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen puin<br />
180 - 230 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 180 - 230 SM12<br />
s050 0 - 190 Water<br />
190 - 195 Zand, matig fijn, donker<br />
zwartbruin<br />
matig puinhoudend, zwak<br />
slibhoudend<br />
195 - 245 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend, insluitingen<br />
zand<br />
190 - 195 SM11<br />
195 - 245 SM12<br />
s051 0 - 190 Water<br />
190 - 210 Zand, matig fijn, donker<br />
bruinbeige<br />
210 - 260 Klei, matig zandig, donker<br />
grijsbeige<br />
matig schelphoudend, sporen<br />
baksteen, zwak grindhoudend,<br />
sporen slib<br />
190 - 210 SM13<br />
210 - 260 SM15<br />
s052 0 - 185 Water<br />
185 - 190 Zand, matig fijn, donker<br />
bruinbeige<br />
190 - 240 Klei, matig zandig,<br />
neutraalgrijs<br />
zwak schelphoudend 185 - 190 SM13<br />
matig riethoudend 190 - 240 SM15<br />
s053 0 - 170 Water<br />
170 - 175 Veen, donker zwartbruin matig slibhoudend, matig<br />
170 - 175 SM13<br />
schelphoudend, zwak<br />
grindhoudend<br />
175 - 225 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 175 - 225 SM15<br />
s054 0 - 205 Water<br />
205 - 208 Klei, matig zandig, neutraal sterk plantenhoudend, zwak 205 - 208 SM13
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Boring- Diepte Textuur Opmerkingen PID Monster- Mengnummer<br />
diepte monster<br />
in (cm-mv)<br />
in (cm-mv)<br />
beigegrijs<br />
schelphoudend<br />
208 - 255 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 208 - 255 SM15<br />
s055 0 - 175 Water<br />
175 - 180 sterk schelphoudend, zwak<br />
175 - 180 SM13<br />
zandhoudend, zwak veenhoudend,<br />
zwak slibhoudend<br />
180 - 230 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 180 - 230 SM15<br />
s056 0 - 185 Water<br />
185 - 205 , donkerbruin zwak zandhoudend, matig<br />
185 - 205 SM14<br />
steenhoudend, sporen schelpen,<br />
zwak grindhoudend<br />
205 - 255 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 205 - 255 SM15<br />
s057 0 - 180 Water<br />
180 - 210 , donkerbruin sterk steenhoudend, matig<br />
180 - 210 SM14<br />
schelphoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak zandhoudend, resten puin<br />
210 - 260 Zand, matig grof, neutraal<br />
beigegrijs<br />
zwak steenhoudend 210 - 260<br />
s058 0 - 175 Water<br />
175 - 275 , donker grijsbruin uiterst steenhoudend, sporen puin,<br />
zwak zandhoudend, zwak<br />
slibhoudend<br />
175 - 225 SM14<br />
225 - 275<br />
s059 0 - 200 Water<br />
200 - 250 , donker zwartbruin uiterst steenhoudend, zwak<br />
200 - 250 SM14<br />
zandhoudend, zwak<br />
schelphoudend, zwak slibhoudend<br />
250 - 300 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 250 - 300 SM15<br />
s060 0 - 205 Water<br />
205 - 215 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs sporen slib, zwak schelphoudend 205 - 215<br />
215 - 265 Klei, zwak zandig, neutraalgrijs zwak riethoudend 215 - 265 SM15
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s001<br />
X: 125241.421<br />
Boring: s002<br />
X: 125238.135<br />
Y: 497364.535<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497385.194<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-160<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-225<br />
-270<br />
Matig grindhoudend, zwak<br />
puinhoudend, sterk zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, matig kleiïg, donker grijsbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-210<br />
-260<br />
Zwak puinhoudend, zwak<br />
grindhoudend, sterk zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend, Zuigerboor, gruizig<br />
Klei, matig zandig, matig<br />
veenhoudend, grijsbruin, Zuigerboor<br />
Boring: s003<br />
X: 125227.043<br />
Boring: s004<br />
X: 125220.111<br />
Y: 497438.143<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497460.498<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-175<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-205<br />
-255<br />
Zand, matig fijn, sporen puin, zwak<br />
grindhoudend, sporen slib, bruingrijs,<br />
Zuigerboor, iets gruizig<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-220<br />
-270<br />
Zand, matig fijn, zwak grindhoudend,<br />
sporen puin, zwak slibhoudend, zwak<br />
veenhoudend, bruingrijs, Zuigerboor<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 1 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s005<br />
X: 125213.788<br />
Boring: s006<br />
X: 125201.996<br />
Y: 497489.935<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497535.765<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-210<br />
-260<br />
Zand, matig fijn, zwak grindhoudend,<br />
zwak puinhoudend, sporen slakken,<br />
zwak slibhoudend, grijsbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
3<br />
2<br />
-225<br />
-230<br />
-280<br />
Matig grindhoudend, sterk<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, sporen veen,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s007<br />
X: 125194.449<br />
Boring: s008<br />
X: 125184.948<br />
Y: 497564.18<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497601.164<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-260<br />
-275<br />
-325<br />
Matig veenhoudend, matig<br />
slibhoudend, matig zandhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-215<br />
-265<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
slibhoudend, zwak zandhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 2 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s009<br />
X: 125176.58<br />
Boring: s010<br />
X: 125168.516<br />
Y: 497633.406<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497665.34<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-195<br />
-205<br />
-255<br />
Uiterst schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, zwak riethoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-250<br />
-260<br />
-310<br />
Matig veenhoudend, matig<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
matig schelphoudend, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, matig riethoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor<br />
Boring: s011<br />
X: 125159.701<br />
Boring: s012<br />
X: 125149.495<br />
Y: 497702.526<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497746.829<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-210<br />
-220<br />
-270<br />
Zand, matig fijn, sterk schelphoudend,<br />
sporen slib, neutraal bruingrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-215<br />
-220<br />
-270<br />
Uiterst schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 3 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s013<br />
X: 125139.568<br />
Boring: s014<br />
X: 125130.615<br />
Y: 497792.072<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497832.47<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-215<br />
-220<br />
-270<br />
Uiterst schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-220<br />
-235<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak veenhoudend, donker<br />
zwartbruin, Zuigerboor<br />
-285<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Boring: s015<br />
X: 125120.87<br />
Boring: s016<br />
X: 125110.971<br />
Y: 497878.032<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 497924.587<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-220<br />
-230<br />
-280<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen puin, donker zwartbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
-270<br />
-295<br />
Veen, matig kleiïg, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor, bagger<br />
2<br />
-345<br />
Klei, zwak zandig, zwak veenhoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 4 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s017<br />
X: 125100.234<br />
Boring: s018<br />
X: 125096.249<br />
Y: 497975.43<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498014.5<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-235<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-285<br />
-300<br />
Sterk slibhoudend, zwak<br />
zandhoudend, matig schelphoudend,<br />
matig veenhoudend, donker<br />
zwartbruin, Zuigerboor<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-250<br />
-290<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen baksteen, donker zwartbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-350<br />
-350<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Boring: s019<br />
X: 125096.437<br />
Boring: s020<br />
X: 125096.838<br />
Y: 498058.57<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498103.675<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-225<br />
-230<br />
-270<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen baksteen, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-225<br />
-230<br />
-240<br />
-290<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 5 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s021<br />
X: 125097.496<br />
Boring: s022<br />
X: 125098.001<br />
Y: 498153.727<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498192.692<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-220<br />
-270<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
sporen puin, donker zwartbruin,<br />
Edelmanboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-220<br />
-225<br />
-275<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Klei, matig zandig, zwak veenhoudend,<br />
zwak riethoudend, lichtgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Boring: s023<br />
X: 125098.364<br />
Boring: s024<br />
X: 125098.981<br />
Y: 498236.845<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498289.012<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-225<br />
-230<br />
-260<br />
-280<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
zwak veenhoudend, lichtgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-240<br />
-265<br />
-315<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak puinhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, zwak zandig, sporen veen,<br />
sporen riet, lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 6 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s025<br />
X: 125099.476<br />
Boring: s026<br />
X: 125099.917<br />
Y: 498329.217<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498368.349<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-230<br />
-240<br />
-280<br />
-310<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
slibhoudend, zwak zandhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-250<br />
-255<br />
-265<br />
-315<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, matig slibhoudend,<br />
sporen grind, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s027<br />
X: 125100.572<br />
Boring: s028<br />
X: 125100.196<br />
Y: 498420.42<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498466.995<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
-250<br />
-300<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor, geroerd<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-225<br />
-235<br />
-240<br />
-280<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 7 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s029<br />
X: 125102.019<br />
Boring: s030<br />
X: 125103.554<br />
Y: 498511.391<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498553.127<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-235<br />
-245<br />
-250<br />
-300<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
slibhoudend, matig zandhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-240<br />
-245<br />
-295<br />
Uiterst schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, sporen baksteen, zwak<br />
slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, matig zandig, matig riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s031<br />
X: 125104.819<br />
Boring: s032<br />
X: 125106.524<br />
Y: 498599.091<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498647.646<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-180<br />
-190<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
-230<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-250<br />
-260<br />
-310<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
puinhoudend, zwak zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, matig zandig, matig riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
-250<br />
Klei, matig zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 8 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s033<br />
X: 125107.928<br />
Boring: s034<br />
X: 125109.183<br />
Y: 498690.905<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498735.318<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-230<br />
-240<br />
-290<br />
Uiterst schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Edelmanboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-250<br />
-270<br />
-320<br />
Zwak slibhoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak schelphoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor, veenbagger<br />
Klei, matig zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s035<br />
X: 125110.752<br />
Boring: s036<br />
X: 125112.216<br />
Y: 498783.635<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498825.933<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-245<br />
-255<br />
-305<br />
Matig schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor, veenbagger<br />
Klei, sterk zandig, neutraalgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-230<br />
-235<br />
-285<br />
Matig slibhoudend, matig<br />
zandhoudend, matig schelphoudend,<br />
Zuigerboor, veenbagger, 1 zekering<br />
Klei, sterk zandig, lichtgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 9 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s037<br />
X: 125113.675<br />
Boring: s038<br />
X: 125115.128<br />
Y: 498868.958<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 498912.511<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-240<br />
-250<br />
-300<br />
Zwak zandhoudend, matig<br />
schelphoudend, donkerbruin,<br />
Zuigerboor, veenbagger<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor, geroerd<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-215<br />
-220<br />
-270<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker grijsbruin, Zuigerboor<br />
Klei, matig riethoudend, lichtgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Boring: s039<br />
X: 125116.843<br />
Boring: s040<br />
X: 125118.348<br />
Y: 498963.5<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499007.793<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-240<br />
-250<br />
-300<br />
Matig zandhoudend, zwak<br />
grindhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor, veenbagger<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
3<br />
-240<br />
-265<br />
-285<br />
-335<br />
Matig slibhoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak schelphoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor,<br />
veenbagger<br />
Donkerbruin, Zuigerboor, veenbagger<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 10 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s041<br />
X: 125119.653<br />
Boring: s042<br />
X: 125121.908<br />
Y: 499047.908<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499094.801<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-240<br />
-265<br />
-315<br />
Matig slibhoudend, matig<br />
schelphoudend, matig zandhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor,<br />
veenbagger<br />
Klei, zwak zandig, neutraalgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
3<br />
-245<br />
-255<br />
-285<br />
-315<br />
Zwak zandhoudend, zwak<br />
slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor, veenbagger<br />
Veen, matig kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s043<br />
X: 125124.754<br />
Boring: s044<br />
X: 125129.623<br />
Y: 499140.076<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499186.248<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-175<br />
-180<br />
Sterk schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
-230<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
lichtgrijs, Zuigerboor<br />
-250<br />
-300<br />
1<br />
2<br />
-255<br />
-270<br />
-320<br />
Matig slibhoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak schelphoudend,<br />
donkerbruin, Zuigerboor, veenbagger<br />
Klei, zwak zandig, sporen riet,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 11 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s045<br />
X: 125134.887<br />
Boring: s046<br />
X: 125142.546<br />
Y: 499231.923<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499273.744<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
3<br />
-160<br />
-170<br />
-190<br />
-220<br />
Sterk schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak baksteenhoudend, donker<br />
zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
3<br />
-170 -173<br />
-195<br />
-220<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, matig veenhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Veen, zwak kleiïg, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s047<br />
X: 125149.727<br />
Boring: s048<br />
X: 125155.71<br />
Y: 499320.181<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499363.72<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
3<br />
-145<br />
-150<br />
-170<br />
-200<br />
Matig zandhoudend, sterk<br />
schelphoudend, matig puinhoudend,<br />
zwak grindhoudend, donker<br />
zwartbruin, Zuigerboor<br />
Veen, donkerbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-185<br />
-190<br />
-240<br />
Sterk schelphoudend, zwak<br />
puinhoudend, matig zandhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, matig riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 12 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring:<br />
s049<br />
Boring:<br />
s050<br />
X: 125171.146<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499455.725<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-170<br />
-180<br />
-230<br />
Sterk schelphoudend, matig<br />
zandhoudend, zwak slibhoudend,<br />
sporen puin, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-190<br />
-195<br />
-245<br />
Zand, matig fijn, matig puinhoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
insluitingen zand, neutraalgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Boring: s051<br />
X: 125177.245<br />
Boring: s052<br />
X: 125185.883<br />
Y: 499499.791<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499543.576<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-190<br />
-210<br />
-260<br />
Zand, matig fijn, matig<br />
schelphoudend, sporen baksteen,<br />
zwak grindhoudend, sporen slib,<br />
donker bruinbeige, Zuigerboor<br />
Klei, matig zandig, donker grijsbeige,<br />
Zuigerboor<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-185<br />
-190<br />
-240<br />
Zand, matig fijn, zwak schelphoudend,<br />
donker bruinbeige, Zuigerboor<br />
Klei, matig zandig, matig riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 13 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s053<br />
X: 125193.453<br />
Boring: s054<br />
X: 125198.842<br />
Y: 499590.64<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499628.647<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-170<br />
-175<br />
-225<br />
Veen, matig slibhoudend, matig<br />
schelphoudend, zwak grindhoudend,<br />
donker zwartbruin, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-205 -208<br />
-255<br />
Klei, matig zandig, sterk<br />
plantenhoudend, zwak<br />
schelphoudend, neutraal beigegrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Boring: s055<br />
X: 125205.598<br />
Boring: s056<br />
X: 125212.158<br />
Y: 499674.775<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499720.687<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
1<br />
2<br />
-175<br />
-180<br />
-230<br />
Sterk schelphoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak veenhoudend,<br />
zwak slibhoudend, Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-185<br />
-205<br />
-255<br />
Zwak zandhoudend, matig<br />
steenhoudend, sporen schelpen, zwak<br />
grindhoudend, donkerbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
Bijlage: 1 Pagina 14 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
<strong>N235</strong><br />
Projectnr. 402663<br />
27-08-2015<br />
Boring: s057<br />
X: 125218.7<br />
Boring: s058<br />
X: 125224.875<br />
Y: 499767.463<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499809.814<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-180<br />
-210<br />
-260<br />
Sterk steenhoudend, matig<br />
schelphoudend, zwak slibhoudend,<br />
zwak zandhoudend, donkerbruin,<br />
Zuigerboor, resten puin<br />
Zand, matig grof, zwak steenhoudend,<br />
neutraal beigegrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-175<br />
Uiterst steenhoudend, sporen puin,<br />
zwak zandhoudend, zwak<br />
slibhoudend, donker grijsbruin,<br />
Zuigerboor<br />
-275<br />
Boring: s059<br />
X: 125231.214<br />
Boring: s060<br />
X: 125237.165<br />
Y: 499853.519<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
Y: 499895.076<br />
0<br />
0<br />
Water, Edelmanboor<br />
-50<br />
-50<br />
-100<br />
-100<br />
-150<br />
-150<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-200<br />
-250<br />
Uiterst steenhoudend, zwak<br />
zandhoudend, zwak schelphoudend,<br />
zwak slibhoudend, donker zwartbruin,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-200<br />
-250<br />
1<br />
2<br />
-205<br />
-215<br />
-265<br />
Klei, zwak zandig, sporen slib, zwak<br />
schelphoudend, neutraalgrijs,<br />
Zuigerboor<br />
Klei, zwak zandig, zwak riethoudend,<br />
neutraalgrijs, Zuigerboor<br />
-300<br />
-300<br />
Bijlage: 1 Pagina 15 / 15 Schaal 1: 50<br />
getekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104)<br />
grind<br />
klei<br />
geur<br />
Grind, siltig<br />
Klei, zwak siltig<br />
geen geur<br />
zwakke geur<br />
Grind, zwak zandig<br />
Klei, matig siltig<br />
matige geur<br />
sterke geur<br />
Grind, matig zandig<br />
Klei, sterk siltig<br />
uiterste geur<br />
Grind, sterk zandig<br />
Klei, uiterst siltig<br />
olie<br />
geen olie-water reactie<br />
zwakke olie-water reactie<br />
Grind, uiterst zandig<br />
Klei, zwak zandig<br />
matige olie-water reactie<br />
sterke olie-water reactie<br />
Klei, matig zandig<br />
uiterste olie-water reactie<br />
zand<br />
Zand, kleiïg<br />
Klei, sterk zandig<br />
p.i.d.-waarde<br />
>0<br />
>1<br />
Zand, zwak siltig<br />
Zand, matig siltig<br />
leem<br />
Leem, zwak zandig<br />
>10<br />
>100<br />
>1000<br />
>10000<br />
Zand, sterk siltig<br />
Leem, sterk zandig<br />
monsters<br />
Zand, uiterst siltig<br />
geroerd monster<br />
overige toevoegingen<br />
ongeroerd monster<br />
veen<br />
Veen, mineraalarm<br />
zwak humeus<br />
matig humeus<br />
volumering<br />
overig<br />
bijzonder bestanddeel<br />
Veen, zwak kleiïg<br />
sterk humeus<br />
Gemiddeld hoogste grondwaterstand<br />
grondwaterstand<br />
Veen, sterk kleiïg<br />
zwak grindig<br />
Gemiddeld laagste grondwaterstand<br />
slib<br />
Veen, zwak zandig<br />
matig grindig<br />
water<br />
Veen, sterk zandig<br />
sterk grindig
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met<br />
overschrijding normwaarden
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M01 M02 M03<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 007 007 016<br />
Traject (m -mv) 0,00 - 0,50 0,50 - 1,00 0,00 - 0,50<br />
Humus % ds 8,1 5,3 5,6<br />
Lutum % ds 3,1 7,9 8,7<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Overschrijding Interventiewaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 59 201 (6) 53 118 (6) 47 99 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,46 0,61 0 0,23 0,32 -0,02 0,29 0,39 -0,02<br />
Kobalt [Co] mg/kg ds 5,3 16,6 0,01 4,4 9,4 -0,03 4,4 8,9 -0,03<br />
Koper [Cu] mg/kg ds 28 46 0,04 17 27 -0,09 21 32 -0,05<br />
Kwik [Hg] mg/kg ds 0,35 0,47 0,01 0,32 0,41 0,01 0,4 0,5 0,01<br />
Lood [Pb] mg/kg ds 110 153 0,21 150 202 0,32 67 89 0,08<br />
Molybdeen [Mo] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M04 M05 M06<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 001, 002, 005, 006 002, 005, 013, 016 008, 010, 012, 015<br />
Traject (m -mv) 0,00 - 0,50 0,50 - 1,00 0,00 - 0,50<br />
Humus % ds 7,8 5,9 4,0<br />
Lutum % ds 10 12 6,1<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 64 123 (6) 51 89 (6) 22 56 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,4 0,5 -0,01 0,27 0,35 -0,02
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M07 M08 M09<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 017, 019, 022, 024 025, 026, 027, 028 017, 020, 022, 024<br />
Traject (m -mv) 0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0,50 - 1,00<br />
Humus % ds 5,1 3,2 2,7<br />
Lutum % ds 5,8 6,6 8,8<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 33 87 (6) 35 86 (6) 28 59 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,25 0,36 -0,02 0,24 0,37 -0,02 0,22 0,33 -0,02<br />
Kobalt [Co] mg/kg ds 3,2 7,9 -0,04 3,6 8,4 -0,04 3,7 7,5 -0,04<br />
Koper [Cu] mg/kg ds 15 25 -0,1 14 24 -0,11 13 21 -0,13<br />
Kwik [Hg] mg/kg ds 0,15 0,20 0 0,16 0,21 0 0,12 0,15 0<br />
Lood [Pb] mg/kg ds 61 85 0,07 80 114 0,13 47 65 0,03<br />
Molybdeen [Mo] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M10 M11 M12<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 030, 031, 032 034, 035, 036, 037 029, 031, 033, 035<br />
Traject (m -mv) 0,00 - 0,50 0,00 - 0,50 0,50 - 1,00<br />
Humus % ds 4,0 3,4 15<br />
Lutum % ds 6,0 4,3 4,6<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 29 75 (6) 30 90 (6)
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M13 M14 M15<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 029, 030 029, 033, 034, 036 029, 033, 034, 036<br />
Traject (m -mv) 1,50 - 2,00 2,50 - 3,30 4,00 - 4,50<br />
Humus % ds 2,4 27 53<br />
Lutum % ds 8,7 8,6 13<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Overschrijding Achtergrondwaarde Overschrijding Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
Grondmonster M16 M17<br />
Certificaatcode 2015089464 2015089464<br />
Boring(en) 031, 033, 035, 037 030<br />
Traject (m -mv) 1,50 - 2,00 4,00 - 4,50<br />
Humus % ds 0,70 1,5<br />
Lutum % ds 2,7 10<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monsterconclusie Voldoet aan Achtergrondwaarde Voldoet aan Achtergrondwaarde<br />
Meetw GSSD Index Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 3:<br />
Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding normwaarden<br />
< : kleiner dan de detectielimiet<br />
8,88 :
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 4:<br />
Analyseresultaten grondwatermonster met<br />
overschrijding normwaarden
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 4:<br />
Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding<br />
normwaarden<br />
Watermonster 033-1-1<br />
Datum 18-8-2015<br />
Filterdiepte (m -mv) 3,10 - 4,10<br />
Datum van toetsing 24-8-2015<br />
Monsterconclusie<br />
Overschrijding Streefwaarde<br />
Meetw GSSD Index<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] µg/l 140 140 0,16<br />
Cadmium [Cd] µg/l
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 4:<br />
Analyseresultaten grondwatermonster met overschrijding<br />
normwaarden<br />
Watermonster 033-1-1<br />
Datum 18-8-2015<br />
Filterdiepte (m -mv) 3,10 - 4,10<br />
Datum van toetsing 24-8-2015<br />
Monsterconclusie<br />
Overschrijding Streefwaarde<br />
Meetw GSSD Index<br />
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN<br />
Minerale olie C10 - C12 µg/l
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 5:<br />
Normwaarden grond en grondwater
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Tabel: Achtergrondwaarden en interventiewaarden grond 9 (gehalten in mg/kg .d.s.)<br />
Stof<br />
1. Metalen<br />
Antimoon 4,0* 22<br />
Arseen 20 76<br />
Barium - - 8<br />
Cadmium 0,60 13<br />
Chroom III 55 180<br />
Chroom VI - 78<br />
Kobalt 15 190<br />
Koper 40 190<br />
Kwik (anorganisch) 0,15 36<br />
Kwik (organisch) - 4<br />
Lood 50 530<br />
Molybdeen 1,5* 190<br />
Nikkel 35 100<br />
Zink 140 720<br />
Beryllium - 30 #<br />
Seleen - 100 #<br />
Tellurium - 600 #<br />
Thallium - 15 #<br />
Tin 6,5 900 #<br />
Vanadium 80 250 #<br />
Zilver - 15 #<br />
2. Overige organische stoffen<br />
Cyanide (vrij) 5 3,0 20<br />
Cyanide (complex) 6 5,5 50<br />
Thiocyanaat 6,0 20<br />
3. Aromatische verbindingen<br />
Benzeen 0,20* 1,1<br />
Ethylbenzeen 0,20* 110<br />
Tolueen 0,20* 32<br />
Xylenen (som) 1 0,45* 17<br />
Styreen (vinylbenzeen) 0,25* 86<br />
Fenol 0,25 14<br />
Cresolen (som) 1 0,30* 13<br />
Dodecylbenzeen 0,35* 1000 #<br />
Aromatische oplosmiddelen 1, 7 2,5* 200 #<br />
Dihydroxybenzenen (som) 12 - 8 #<br />
4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK)<br />
PAK’s (totaal) (som 10) 1 1,5 40<br />
5. Gechloreerde koolwaterstoffen<br />
A. (Vluchtige koolwaterstoffen)<br />
Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,10* 0,1 2<br />
Dichloormethaan 0,10 3,9<br />
1,1-dichloorethaan 0,20* 15<br />
1,2-dichloorethaan 0,20* 6,4<br />
1,1-dichlooretheen 2 0,30* 0,3<br />
1,2-dichlooretheen (som) 1 0,30* 1<br />
Dichloorpropanen (som) 1 0,80* 2<br />
Trichloormethaan (chloroform) 0,25* 5,6<br />
1,1,1-trichloorethaan 0,25* 15<br />
1,1,2-trichloorethaan 0,3* 10<br />
Trichlooretheen (Tri) 0,25* 2,5<br />
Tetrachloormethaan (Tetra) 0,3* 0,7<br />
Tetrachlooretheen (Per) 0,15 8,8<br />
B. Chloorbenzenen<br />
Monochloorbenzeen 0,2* 15<br />
Dichloorbenzenen (som) 1 2,0* 19<br />
Trichloorbenzenen (som) 1 0,015* 11<br />
Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,0090* 2,2<br />
Pentachloorbenzenen 0,0025 6,7<br />
Hexachloorbenzeen 0,0085 2<br />
C. Chloorfenolen<br />
Monochloorfenolen (som) 1 0,045 5,4<br />
Dichloorfenolen (som) 1 0,20* 22<br />
Trichloorfenolen (som) 1 0,0030* 22<br />
Tetrachloorfenolen (som) 1 0,015* 21<br />
Pentachloorfenol 0,0030* 12<br />
Stof<br />
Achtergrondwaarde<br />
Interventiewaarde<br />
Achtergrondwaarde<br />
Interventiewaarde<br />
D. Polychloorbifenylen (PCB's)<br />
PCB’s (som 7) 1 0,020 1<br />
E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen<br />
Monochlooranilinen (som) 1 0,20* 50<br />
Dioxine (som TEQ) 1 0,000055* 0,00018<br />
Chloornaftaleen (som) 1 0,070* 23<br />
Dichlooranilinen - 50 #<br />
Trichlooranilinen - 10 #<br />
Tetrachlooranilinen - 30 #<br />
Pentachlooranilinen 0,15* 10 #<br />
4-chloormethylfenolen 0,60* 15 #<br />
6. Bestrijdingsmiddelen<br />
A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen<br />
Chloordaan (som) 1 0,0020 4<br />
DDT (som) 1 0,20 1,7<br />
DDE (som) 1 0,10 2,3<br />
DDD (som) 1 0,020 34<br />
Aldrin - 0,32<br />
Drins (som) 1 0,015 4<br />
α-endosulfan 0,00090 4<br />
α-HCH 0,0010 17<br />
β-HCH 0,0020 1,6<br />
γ-HCH (lindaan) 0,0030 1,2<br />
Heptachloor 0,00070 4<br />
Heptachloorepoxide (som) 1 0,0020 4<br />
Hexachloorbutadieen 0,003* -<br />
organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,40 -<br />
(som landbodem)<br />
C. Organotinbestrijdingsmiddelen<br />
Organotinverbindingen (som) 1, 10 0,15 2,5<br />
tributyltin (TBT) 2, 10 0,065 -<br />
D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden<br />
MCPA 0,55* 4<br />
E. Overige bestrijdingsmiddelen<br />
Atrazine 0,035* 0,71<br />
Carbaryl 0,15* 0,45<br />
Carbofuran 13 0,017* 0,017 2<br />
niet chloorhoudende bestrijdingsmiddelen 0,090* -<br />
Azinfosmethyl 0,0075* 2 #<br />
Maneb - 22 #<br />
7. Overige stoffen<br />
Asbest 3 0 100<br />
Cyclohexanon 2,0* 150<br />
Dimethyl ftalaat 11 0,045* 82<br />
Diethyl ftalaat 11 0,045* 53<br />
Di-isobutyl ftalaat 11 0,045* 17<br />
Dibutyl ftalaat 11 0,070* 36<br />
Butyl benzylftalaat 11 0,070* 48<br />
Dihexyl ftalaat 11 0,070* 220<br />
Di(2-ethylhexyl)ftalaat 11 0,045* 60<br />
Minerale olie 4 190 5000<br />
Pyridine 0,15* 11<br />
Tetrahydrofuran 0,45 7<br />
Tetrahydrothiofeen 1,5* 8,8<br />
Tribroommethaan (bromoform) 0,20* 75<br />
Acrylonitril 0,1* 0,1 #<br />
Butanol 2,0* 30 #<br />
1,2 butylacetaat 2,0* 200 #<br />
Ethylacetaat 2,0* 75 #<br />
Diethyleen glycol 8,0 270 #<br />
Ethyleen glycol 5,0 100 #<br />
Formaldehyde 0,1* 0,1 #<br />
Isopropanol 0,75 220 #<br />
Methanol 3,0 30 #<br />
Methylethylketon 2,0* 35 #<br />
Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) 0,20* 100 #
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Toelichting:<br />
* Achtergrondwaarde is gebaseerd op de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid), omdat onvoldoende data beschikbaar zijn<br />
om een betrouwbare P95 af te leiden.<br />
#<br />
Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, het gehalte betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV).<br />
1<br />
Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit.<br />
Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van<br />
meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit.<br />
2<br />
De interventiewaarde voor grond voor deze stof is gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien<br />
de stof wordt aangetoond moeten de risico's nader worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen in grond<br />
moet tevens het grondwater worden onderzocht.<br />
3<br />
Gewogen norm (concentratie serpentijn asbest + 10 x concentratie amfibool asbest).<br />
4<br />
De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld<br />
benzine of huisbrandolie) dan dient naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische<br />
koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is<br />
om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie worden bestudeerd.<br />
5<br />
Bij gehalten die de achtergrondwaarden overschrijden moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van uitdamping. Wanneer<br />
uitdamping naar binnenlucht zou kunnen optreden, moet bij overschrijding van de achtergrondwaarde worden gemeten in de bodemlucht<br />
en moet worden getoetst aan de TCL (Toxicologisch Toelaatbare Concentratie in Lucht).<br />
6<br />
Het gehalte cyanide-complex is gelijk aan het gehalte cyanide-totaal minus het gehalte cyanide-vrij, bepaald conform NEN-EN-ISO 14403-<br />
1:2012, NEN-EN-ISO 14403-2:2012 en NEN-ISO 17380:2006. Indien geen cyanide-vrij wordt verwacht, mag het gehalte cyanide-complex<br />
gelijk worden gesteld aan het gehalte cyanide-totaal (en hoeft dus alleen het gehalte cyanide-totaal te worden gemeten).<br />
7<br />
De achtergrondwaarde van deze somparameter gaat uit van de aanwezigheid van meerdere van de 16 componenten, die tot deze<br />
somparameter worden gerekend (zie bijlage N). De hoogte van de achtergrondwaarde is gebaseerd op de som van de bepalingsgrenzen<br />
vermenigvuldigd met 0,7. Sommige componenten zijn tevens individueel genormeerd. Binnen de somparameter mag de achtergrondwaarde<br />
van de individueel genormeerde componenten niet worden overschreden. Voor de componenten, die niet individueel zijn genormeerd,<br />
geldt per component een maximum gehalte van 0,45 mg/kg ds, voor de achtergrondwaarde.<br />
8<br />
De norm voor barium is tijdelijk ingetrokken. Gebleken is dat de interventiewaarde voor barium lager was dan het gehalte dat van nature in<br />
de bodem voorkomt. Indien er sprake is van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond als gevolg van een<br />
antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op basis van de voormalige interventiewaarde voor barium van 920 mg/kg. Deze<br />
voormalige interventiewaarde is op dezelfde manier onderbouwd als de interventiewaarde voor de meeste andere metalen en is voor<br />
barium inclusief een natuurlijk achtergrondgehalte van 190 mg/kg d.s.<br />
9<br />
Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de<br />
Regeling bodemkwaliteit.<br />
10<br />
De eenheid voor organotinverbindingen is mg Sn/kg ds.<br />
11<br />
Het is onzeker of de achtergrondwaarden voor ftalaten meetbaar zijn. Toekomstige ervaringen moeten uitwijzen of sprake is van een<br />
knelpunt.<br />
12<br />
Onder dihydroxybenzenen (som) wordt verstaan: de som van catechol, resorcinol en hydrochinon<br />
13<br />
De maximale waarden bodemfunctieklasse wonen en industrie van deze stoffen zijn gelijk aan de interventiewaarden bodemsanering en zijn<br />
gelijk of kleiner dan de bepalingsgrens (intralaboratorium reproduceerbaarheid). Indien de stof wordt aangetoond moeten de risico’s nader<br />
worden onderzocht. Bij het aantreffen van vinylchloride of 1,1-dichlooretheen moet tevens het grondwater worden onderzocht.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Tabel: Streefwaarden en interventiewaarden grondwater 9 (concentraties in μg/l)<br />
Stof Streefwaarde 7<br />
Ondiep<br />
(< 10 m -mv.)<br />
Diep<br />
(> 10 m -mv.)<br />
Interventiewaarde<br />
1. Metalen<br />
Antimoon - 0,15* 20<br />
Arseen 10 7,2 60<br />
Barium 50 200 625<br />
Cadmium 0,4 0,06 6<br />
Chroom 1 2,5 30<br />
Kobalt 20 0,7* 100<br />
Koper 15 1,3* 75<br />
Kwik 0,05 0,01* 0,3<br />
Lood 15 1,7* 75<br />
Molybdeen 5 3,6 300<br />
Nikkel 15 2,1* 75<br />
Zink 65 24 800<br />
Beryllium - 0,05 15 #<br />
Seleen - 0,07 160 #<br />
Tellurium - – 70 #<br />
Thallium - 2* 7 #<br />
Tin - 2,2* 50 #<br />
Vanadium - 1,2* 70 #<br />
Zilver - – 40 #<br />
2. Overige organische stoffen<br />
Chloride 100000 -<br />
Cyanide (vrij) 5 1500<br />
Cyanide (complex) 10 1500<br />
Thiocyanaat - 1500<br />
3. Aromatische verbindingen<br />
Benzeen 0,2 30<br />
Ethylbenzeen 4 150<br />
Tolueen 7 1000<br />
Xylenen (som) 1 0,2 70<br />
Styreen (vinylbenzeen) 6 300<br />
Fenol 0,2 2000<br />
Cresolen (som) 1 0,2 200<br />
Dodecylbenzeen - 0,02 #<br />
Aromatische oplosmiddelen 1 - 150 #<br />
Catechol (o-dihydroxybenzeen) 0,2 1250 #<br />
Resorcinol (m-dihydroxybenzeen) 0,2 600 #<br />
Hydrochinon (p-dihydroxybenzeen) 0,2 800 #<br />
4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) 5<br />
Naftaleen 0,01* 70<br />
Fenantreen 0,003* 5<br />
Antraceen 0,0007* 5<br />
Fluorantheen 0,003* 1<br />
Chryseen 0,003* 0,2<br />
Benzo(a)antraceen 0,0001* 0,5<br />
Benzo(a)pyreen 0,0005* 0,05<br />
Benzo(k)fluorantheen 0,0004* 0,05<br />
Indeno(1,2,3cd)pyreen 0,0004* 0,05<br />
Benzo(ghi)peryleen 0,0003* 0,05<br />
5. Gechloreerde koolwaterstoffen<br />
A. (Vluchtige koolwaterstoffen)<br />
Monochlooretheen (Vinylchloride) 0,01* 5<br />
Dichloormethaan 0,01* 1000<br />
1,1-dichloorethaan 7 900<br />
1,2-dichloorethaan 7 400<br />
1,1-dichlooretheen 0,01* 10<br />
1,2-dichlooretheen (som) 1 0,01* 20<br />
Dichloorpropanen (som) 1 0,8* 80<br />
Trichloormethaan (chloroform) 6 400<br />
1,1,1-trichloorethaan 0,01* 300<br />
1,1,2-trichloorethaan 0,01* 130<br />
Trichlooretheen (Tri) 24 500<br />
Tetrachloormethaan (Tetra) 0,01* 10<br />
Tetrachlooretheen (Per) 0,01* 40<br />
B. Chloorbenzenen 5<br />
Monochloorbenzeen 7 180<br />
Dichloorbenzenen (som) 1 3 50<br />
Trichloorbenzenen (som) 1 0,01* 10<br />
Tetrachloorbenzenen (som) 1 0,01* 2,5<br />
Pentachloorbenzenen 0,003* 1<br />
Hexachloorbenzeen 0,00009* 0,5<br />
Stof Streefwaarde 7 Interventiewaarde<br />
C. Chloorfenolen 5<br />
Monochloorfenolen (som) 1 0,3 100<br />
Dichloorfenolen (som) 1 0,2 30<br />
Trichloorfenolen (som) 1 0,03 10<br />
Tetrachloorfenolen (som) 1 0,01 10<br />
Pentachloorfenol 0,04 3<br />
D. Polychloorbifenylen (PCB's)<br />
PCB’s (som 7) 1 0,01* 0,01<br />
E. Overige gechloreerde koolwaterstoffen<br />
Monochlooranilinen (som) 1 - 30<br />
Chloornaftaleen (som) 1 - 6<br />
Dichlooranilinen - 100 #<br />
Trichlooranilinen - 10 #<br />
Tetrachlooranilinen - 10 #<br />
Pentachlooranilinen - 1 #<br />
4-chloormethylfenolen - 350 #<br />
Dioxine (som TEQ) 1 - 0,000001 #<br />
6. Bestrijdingsmiddelen<br />
A. Organochloor-bestrijdingsmiddelen<br />
Chloordaan (som) 1 0,00002* 0,2<br />
DDT (som) 1 - -<br />
DDE (som) 1 - -<br />
DDD (som) 1 - -<br />
DDT/DDE/DDD (som) 1 0,000004* 0,01<br />
Aldrin 0,000009* -<br />
Dieldrin 0,0001* -<br />
Endrin 0,00004* -<br />
Drins (som) 1 - 0,1<br />
α-endosulfan 0,0002* 5<br />
α-HCH 0,033 -<br />
β-HCH 0,008* -<br />
γ-HCH (lindaan) 0,009* -<br />
HCH-verbindingen (som) 1 0,05 1<br />
Heptachloor 0,000005* 0,3<br />
Heptachloorepoxide (som) 1 0,000005* 3<br />
C. Organotinbestrijdingsmiddelen<br />
Organotinverbindingen (som) 1 0,00005 - 0,016 0,7<br />
D. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden<br />
MCPA 0,02 50<br />
E. Overige bestrijdingsmiddelen<br />
Atrazine 0,029 150<br />
Carbaryl 0,002 60<br />
Carbofuran 0,009 100<br />
Azinfosmethyl 0,0001 2 #<br />
Maneb 0,00005 0,1 #<br />
7. Overige stoffen<br />
Cyclohexanon 0,5 15000<br />
Dimethyl ftalaat - -<br />
Diethyl ftalaat - -<br />
Di-isobutyl ftalaat - -<br />
Dibutyl ftalaat - -<br />
Butyl benzylftalaat - -<br />
Dihexyl ftalaat - -<br />
Di(2-ethylhexyl)ftalaat - -<br />
Ftalaten (som) 1 0,5 5<br />
Minerale olie 4 50 600<br />
Pyridine 0,5 30<br />
Tetrahydrofuran 0,5 300<br />
Tetrahydrothiofeen 0,5 5000<br />
Tribroommethaan (bromoform) - 630<br />
Acrylonitril 0,08 5 #<br />
Butanol - 5600 #<br />
1,2 butylacetaat - 6300 #<br />
Ethylacetaat - 15000 #<br />
Diethyleen glycol - 13000 #<br />
Ethyleen glycol - 5500 #<br />
Formaldehyde - 50 #<br />
Isopropanol - 31000 #<br />
Methanol - 24000 #<br />
Methylethylketon - 6000 #<br />
Methyl-tert-buthyl ether (MTBE) - 9400 #
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Toelichting:<br />
#<br />
Voor deze stof is geen interventiewaarde vastgesteld, de concentratie betreft een niveau voor ernstige verontreiniging (INEV).<br />
1<br />
Voor de samenstelling van de somparameters wordt verwezen naar bijlage N van de Regeling bodemkwaliteit.<br />
Voor de berekening van de som TEQ voor dioxine wordt verwezen naar bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. Voor het optellen van<br />
meetwaarden beneden de bepalingsgrens wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit.<br />
4<br />
De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Indien er sprake is van een verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld<br />
benzine of huisbrandolie) dan dient naast de alkaanconcentratie ook de concentratie aan aromatische en/of polycyclische aromatische<br />
koolwaterstoffen bepaald te worden. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische<br />
differentiatie worden bestudeerd.<br />
5<br />
Voor grondwater zijn de effecten van PAK's, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele interventiewaarde,<br />
optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x interventiewaarde stof A heeft evenveel effect als 0,5 x interventiewaarde stof B). Dit betekent dat een<br />
somformule moet worden gebruikt om te beoordelen of van overschrijding van de interventiewaarde sprake is. Er is sprake van<br />
overschrijding van de interventiewaarde voor de som van een groep stoffen indien Σ(Ci/Ii) >1, waarbij Ci= gemeten concentratie van een stof<br />
uit de betreffende groep en Ii= interventiewaarde voor de betreffende stof uit de betreffende groep.<br />
7<br />
De streefwaarde grondwater voor een aantal stoffen (gemarkeerd met *) is lager dan of gelijk aan de vereiste rapportagegrens in bijlage G<br />
onderdeel IV van de Regeling bodemkwaliteit. Voor het beoordelen van meetwaarden beneden de rapportagegrens, wordt verwezen naar<br />
bijlage G.<br />
9<br />
Voor het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium wordt verwezen naar bijlage G onderdeel IV van de<br />
Regeling bodemkwaliteit.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 6:<br />
Analysecertificaten
Antea Group<br />
T.a.v. M. Smink<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA ALMERE<br />
Analysecertificaat<br />
Datum: 18-08-2015<br />
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />
Certificaatnummer/Versie<br />
2015089464/1<br />
Uw project/verslagnummer<br />
402663<br />
Uw projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Uw ordernummer<br />
Monster(s) ontvangen 11-08-2015<br />
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />
De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />
datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />
Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop<br />
van<br />
de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />
monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />
Bewaren tot:<br />
Datum: Naam: Handtekening:<br />
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit<br />
analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Ing. A. Veldhuizen<br />
Technical Manager<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
E-mail info-env@eurofins.nl KvK No. 09088623<br />
Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
1/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
1 2 3 4 5<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 87.5<br />
83.9 88.0 84.4 71.7<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 8.1<br />
5.3 5.6 7.8 5.9<br />
Q Gloeirest<br />
% (m/m) ds 91.7<br />
94.1 93.8 91.5 93.3<br />
S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)<br />
% (m/m) ds 3.1<br />
7.9 8.7 10.1 11.7<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
mg/kg ds 59<br />
53 47 64 51<br />
S Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds 0.46<br />
0.23 0.29 0.40 0.27<br />
S Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds 5.3<br />
4.4 4.4 4.1 6.3<br />
S Koper (Cu)<br />
mg/kg ds 28<br />
17 21 23 15<br />
S Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds 0.35<br />
0.32 0.40 0.47 0.24<br />
S Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
2/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
1 2 3 4 5<br />
S PCB 118<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
3/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
6 7 8 9 10<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 90.3<br />
89.3 88.0 88.7 87.6<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 4.0<br />
5.1 3.2 2.7 4.0<br />
Q Gloeirest<br />
% (m/m) ds 95.6<br />
94.5 96.3 96.7 95.5<br />
S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)<br />
% (m/m) ds 6.1<br />
5.8 6.6 8.8 6.0<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
mg/kg ds 22<br />
33 35 28 29<br />
S Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
4/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
6 7 8 9 10<br />
S PCB 118<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
5/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
11 12 13 14 15<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 89.8<br />
88.6 72.5 42.7 31.5<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 3.4<br />
14.8 2.4 27.4 53.3<br />
Q Gloeirest<br />
% (m/m) ds 96.3<br />
84.9 97.0 72.0 45.8<br />
S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)<br />
% (m/m) ds 4.3<br />
4.6 8.7 8.6 12.6<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
mg/kg ds 30<br />
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
6/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Eenheid<br />
11 12 13 14 15<br />
S PCB 118<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
7/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Analyse<br />
Eenheid<br />
16 17<br />
Voorbehandeling<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
Uitgevoerd<br />
Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 80.4<br />
71.3<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089464/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
13-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
18-08-2015/14:58<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Michael Meijer Pagina<br />
8/8<br />
Grond; Grond (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Analyse<br />
Eenheid<br />
16 17<br />
S PCB 138<br />
mg/kg ds
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015089464/1<br />
Pagina 1/2<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8680440 007 1<br />
0 50 0532645825<br />
8680441 007 2<br />
50 100 0532645899<br />
8680442 016 1<br />
0 50 0532529741<br />
8680443 001 1<br />
0 50 0532646048<br />
8680443 002 1<br />
0 50 0532646063<br />
8680443 005 1<br />
0 50 0532645910<br />
8680443 006 1<br />
0 50 0532645824<br />
8680444 002 2<br />
50 100 0532646049<br />
8680444 016 2<br />
50 100 0532529735<br />
8680444 005 3<br />
70 100 0532645907<br />
8680444 013 3<br />
80 100 0532529733<br />
8680445 008 1<br />
0 50 0532645908<br />
8680445 010 1<br />
0 50 0532644379<br />
8680445 012 1<br />
0 50 0532529727<br />
8680445 015 1<br />
0 50 0532529740<br />
8680446 017 1<br />
0 50 0532644372<br />
8680446 019 1<br />
0 50 0532644384<br />
8680446 022 1<br />
0 50 0532644591<br />
8680446 024 1<br />
0 50 0532644585<br />
8680447 025 1<br />
0 50 0532644584<br />
8680447 026 1<br />
0 50 0532644595<br />
8680447 027 1<br />
0 50 0532529692<br />
8680447 028 1<br />
0 50 0532529690<br />
8680448 017 2<br />
50 100 0532644375<br />
8680448 020 2<br />
50 100 0532644377<br />
8680448 022 2<br />
50 100 0532644588<br />
8680448 024 2<br />
50 100 0532644593<br />
8680449 030 1<br />
0 50 0532644596<br />
8680449 031 1<br />
0 50 0532529335<br />
8680449 032 1<br />
0 50 0532529337<br />
8680450 034 1<br />
0 50 0532644355<br />
8680450 035 1<br />
0 50 0532644831<br />
8680450 036 1<br />
0 50 0532644350<br />
8680450 037 1<br />
0 50 0532644830<br />
8680451 029 2<br />
50 100 0532529332<br />
8680451 031 2<br />
50 100 0532529326<br />
M01 007 (0-50)<br />
M02 007 (50-100)<br />
M03 016 (0-50)<br />
M04 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (0-50<br />
M05 002 (50-100) 005 (70-100) 013 (<br />
M06 008 (0-50) 010 (0-50) 012 (0-50<br />
M07 017 (0-50) 019 (0-50) 022 (0-50<br />
M08 025 (0-50) 026 (0-50) 027 (0-50<br />
M09 017 (50-100) 020 (50-100) 022 (<br />
M10 030 (0-50) 031 (0-50) 032 (0-50<br />
M11 034 (0-50) 035 (0-50) 036 (0-50<br />
M12 029 (50-100) 031 (50-100) 033 (<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015089464/1<br />
Pagina 2/2<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8680451 033 2<br />
50 100 0532644358<br />
8680451 035 2<br />
50 100 0532644835<br />
8680452 029 4<br />
150 200 0532529325<br />
8680452 030 4<br />
150 200 0532644587<br />
8680453 033 6<br />
250 300 0532644711<br />
8680453 034 6<br />
250 300 0532644712<br />
8680453 036 6<br />
250 300 0532644702<br />
8680453 029 7<br />
280 330 0532529312<br />
8680454 029 10<br />
430 450 0532529327<br />
8680454 033 9<br />
400 450 0532644703<br />
8680454 034 9<br />
400 450 0532644707<br />
8680454 036 9<br />
400 450 0532644708<br />
8680455 031 4<br />
150 200 0532529689<br />
8680455 033 4<br />
150 200 0532644344<br />
8680455 035 4<br />
150 200 0532644296<br />
8680455 037 4<br />
150 200 0532644356<br />
8680456 030 9<br />
400 450 0532529685<br />
M12 029 (50-100) 031 (50-100) 033 (<br />
M13 029 (150-200) 030 (150-200)<br />
M14 029 (280-330) 033 (250-300) 03<br />
M15 029 (430-450) 033 (400-450) 03<br />
M16 031 (150-200) 033 (150-200) 03<br />
M17 030 (400-450)<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2015089464/1<br />
Pagina 1/1<br />
Opmerking 1)<br />
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
.<br />
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2015089464/1<br />
Pagina 1/1<br />
Analyse<br />
Methode<br />
Techniek<br />
Methode referentie<br />
Cryogeen malen AS3000<br />
W0106<br />
Voorbehandeling<br />
Cf. AS3000<br />
Droge Stof<br />
W0104<br />
Gravimetrie<br />
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465<br />
Organische stof (gloeirest)<br />
W0109<br />
Gravimetrie<br />
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754<br />
Lutum (fractie < 2 µm)<br />
W0171<br />
Sedimentatie<br />
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753<br />
Barium (Ba)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cadmium (Cd)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Kobalt (Co)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Koper (Cu)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Kwik (Hg)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Molybdeen (Mo)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Nikkel (Ni)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Lood (Pb)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Zink (Zn)<br />
W0423<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)<br />
W0202<br />
GC-FID<br />
Cf. pb 3010-7 en gw. NEN-EN-ISO 16703<br />
Chromatogram MO (GC)<br />
W0202<br />
GC-FID<br />
Gelijkw. NEN-EN-ISO 16703<br />
PCB (7)<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980<br />
PAK (10 VROM)<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />
PAK som AS3000/AP04<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Chromatogram TPH/Mineral Oil<br />
Sample id.: 8680440<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M01 007 (0-50)<br />
1000.00<br />
500.00<br />
0.00<br />
C10_Interne_standaard<br />
C12<br />
C16<br />
C21<br />
C30<br />
C35<br />
C40_Interne_standaard<br />
0.00 0.50 1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50 4.00 4.50 5.00 5.50 6.00 6.50 7.00 7.50 8.00<br />
200.00<br />
180.00<br />
160.00<br />
140.00<br />
120.00<br />
100.00<br />
C10_Interne_standaard<br />
80.00<br />
60.00<br />
40.00<br />
20.00<br />
0.00<br />
C12<br />
C16<br />
C21<br />
C30<br />
C35<br />
C40_Interne_standaard<br />
0.00 0.50 1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50 4.00 4.50 5.00 5.50 6.00 6.50 7.00 7.50 8.00
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680441<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M02 007 (50-100)<br />
V<br />
1000<br />
1000<br />
pA<br />
500<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C35-C40 C30-C35<br />
C40<br />
500<br />
pA<br />
0<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes<br />
200<br />
200<br />
150<br />
150<br />
pA<br />
100<br />
100<br />
pA<br />
50<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35 C35-C40<br />
C40<br />
50<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680442<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M03 016 (0-50)<br />
V<br />
2000<br />
2000<br />
pA<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
60<br />
pA<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C30-C35<br />
C21-30<br />
C35-C40<br />
C40<br />
40<br />
20<br />
pA<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680443<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M04 001 (0-50) 002 (0-50) 005 (0-50) 006 (0-50)<br />
V<br />
1000<br />
1000<br />
pA<br />
500<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
500<br />
pA<br />
0<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes<br />
200<br />
200<br />
150<br />
150<br />
pA<br />
100<br />
100<br />
pA<br />
50<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
50<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680446<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M07 017 (0-50) 019 (0-50) 022 (0-50) 024 (0-50)<br />
V<br />
1000<br />
1000<br />
pA<br />
500<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
500<br />
pA<br />
0<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes<br />
200<br />
200<br />
150<br />
150<br />
pA<br />
100<br />
100<br />
pA<br />
50<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
50<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680449<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M10 030 (0-50) 031 (0-50) 032 (0-50)<br />
V<br />
1000<br />
1000<br />
pA<br />
500<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
500<br />
pA<br />
0<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes<br />
200<br />
200<br />
150<br />
150<br />
pA<br />
100<br />
100<br />
pA<br />
50<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
50<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8680453<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M14 029 (280-330) 033 (250-300) 034 (250-300) 036<br />
V<br />
1000<br />
1000<br />
pA<br />
500<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
500<br />
pA<br />
0<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes<br />
200<br />
200<br />
150<br />
150<br />
pA<br />
100<br />
100<br />
pA<br />
50<br />
50<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
0<br />
0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8<br />
Minutes
Chromatogram TPH/Mineral Oil<br />
Sample id.: 8680454<br />
Certificate no.: 2015089464<br />
Sample description.: M15 029 (430-450) 033 (400-450) 034 (400-450) 036<br />
1000.00<br />
500.00<br />
0.00<br />
C10_Interne_standaard<br />
C12<br />
C16<br />
C21<br />
C30<br />
C35<br />
C40_Interne_standaard<br />
0.00 0.50 1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50 4.00 4.50 5.00 5.50 6.00 6.50 7.00 7.50 8.00<br />
200.00<br />
180.00<br />
160.00<br />
140.00<br />
120.00<br />
100.00<br />
80.00<br />
60.00<br />
40.00<br />
20.00<br />
0.00<br />
C10_Interne_standaard<br />
C12<br />
C16<br />
C21<br />
C30<br />
C35<br />
C40_Interne_standaard<br />
0.00 0.50 1.00 1.50 2.00 2.50 3.00 3.50 4.00 4.50 5.00 5.50 6.00 6.50 7.00 7.50 8.00
Antea Group<br />
T.a.v. M. Smink<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA ALMERE<br />
Analysecertificaat<br />
Datum: 19-08-2015<br />
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />
Certificaatnummer/Versie<br />
2015089829/1<br />
Uw project/verslagnummer<br />
402663<br />
Uw projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Uw ordernummer<br />
Monster(s) ontvangen 12-08-2015<br />
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />
De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />
datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />
Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop<br />
van<br />
de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />
monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />
Bewaren tot:<br />
Datum: Naam: Handtekening:<br />
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit<br />
analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Ing. A. Veldhuizen<br />
Technical Manager<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
E-mail info-env@eurofins.nl KvK No. 09088623<br />
Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
1/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
1 2 3 4 5<br />
Voorbehandeling<br />
Q Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 43.7 10.1<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 63.3<br />
20.1 48.8<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 5.6<br />
6.6 40.6 5.2 70.2<br />
S Gloeirest<br />
% (m/m) ds 94.2<br />
92.8 58.3 94.5 29.0<br />
S Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds 3.1<br />
7.6 16.3 3.6 10.1<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
mg/kg ds 74<br />
81 43 99 20<br />
S Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
2/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
1 2 3 4 5<br />
1)<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
3/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
6 7 8 9 10<br />
Voorbehandeling<br />
Q Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 54.4<br />
55.0 66.1<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 43.7 35.7<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 4.7<br />
3.5 7.6 1.1 10.9<br />
S Gloeirest<br />
% (m/m) ds 95.0<br />
94.5 91.8 97.3 88.5<br />
S Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds 3.7<br />
28.3 7.8 23.3 9.9<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
mg/kg ds 110<br />
23 83 27 76<br />
S Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
S<br />
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
PCB 101<br />
PCB 118<br />
PCB 138<br />
PCB 153<br />
PCB 180<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
4/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
6 7 8 9 10<br />
1)<br />
mg/kg ds
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
5/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
11 12 13 14 15<br />
Voorbehandeling<br />
Q Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
S Droge stof<br />
% (m/m) 58.1<br />
51.7 62.5 78.4 54.2<br />
S Organische stof<br />
% (m/m) ds 4.6<br />
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
Analyse<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015089829/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
14-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
19-08-2015/12:11<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
jc Pagina<br />
6/6<br />
Grond; Waterbodem (AS3000)<br />
3248 - Antea project Zaanstad<br />
Eenheid<br />
11 12 13 14 15<br />
S PCB 118<br />
mg/kg ds
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015089829/1<br />
Pagina 1/3<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8681620 s003 1<br />
175 205 0532458178<br />
8681620 s004 1<br />
200 220 0532458189<br />
8681620 s005 1<br />
200 210 0532458172<br />
8681620 s001 1<br />
200 225 0532458174<br />
8681620 s002 1<br />
160 210 0532458183<br />
8681621 s007 1<br />
260 275 0532458186<br />
8681621 s008 1<br />
200 215 0532458375<br />
8681621 s009 1<br />
195 205 0532458381<br />
8681621 s010 1<br />
250 260 0532458376<br />
8681621 s006 3<br />
225 230 0532458188<br />
8681622 s001 2<br />
220 270 0532458175<br />
8681622 s003 2<br />
205 255 0532458173<br />
8681622 s004 2<br />
220 270 0532458185<br />
8681622 s005 2<br />
210 260 0532458181<br />
8681622 s008 2<br />
215 265 0532458187<br />
8681622 s009 2<br />
205 255 0532458374<br />
8681622 s010 2<br />
260 310 0532458377<br />
8681623 s011 1<br />
210 220 0532458378<br />
8681623 s012 1<br />
215 220 0532458365<br />
8681623 s013 1<br />
215 220 0532458379<br />
8681623 s014 1<br />
220 235 0532458370<br />
8681623 s015 1<br />
220 230 0532445895<br />
8681623 s016 1<br />
270 295 0532445892<br />
8681623 s017 1<br />
285 300 0532445896<br />
8681623 s018 1<br />
235 250 0532445893<br />
8681623 s019 1<br />
225 230 0532445888<br />
8681623 s020 1<br />
225 230 0532445923<br />
8681624 s011 2<br />
220 270 0532458380<br />
8681624 s012 2<br />
220 270 0532458366<br />
8681624 s013 2<br />
220 270 0532458371<br />
8681624 s014 2<br />
235 285 0532458367<br />
8681624 s015 2<br />
230 280 0532445889<br />
8681624 s017 2<br />
300 350 0532445930<br />
8681624 s018 2<br />
250 290 0532445894<br />
8681624 s019 2<br />
230 270 0532445890<br />
8681625 s021 1<br />
200 220 0532445929<br />
8681625 s022 1<br />
220 225 0532445927<br />
SM01 s001 (200-225) s002 (160-210)<br />
SM02 s006 (225-230) s007 (260-275)<br />
SM03 s001 (220-270) s003 (205-255)<br />
SM04 s011 (210-220) s012 (215-220)<br />
SM05 s011 (220-270) s012 (220-270)<br />
SM06 s021 (200-220) s022 (220-225)<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015089829/1<br />
Pagina 2/3<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8681625 s023 1<br />
225 230 0532458396<br />
8681625 s024 1<br />
240 265 0532458404<br />
8681625 s025 1<br />
230 240 0532458399<br />
8681625 s026 1<br />
250 255 0532458400<br />
8681625 s028 1<br />
225 235 0532458402<br />
8681625 s029 1<br />
235 245 0532458405<br />
8681625 s030 1<br />
240 245 0532458409<br />
8681626 s021 2<br />
220 270 0532445928<br />
8681626 s022 2<br />
225 275 0532445805<br />
8681626 s026 2<br />
265 315 0532458403<br />
8681626 s028 2<br />
240 280 0532458406<br />
8681626 s029 2<br />
250 300 0532458408<br />
8681626 s030 2<br />
245 295 0532458407<br />
8681627 s031 1<br />
250 260 0532458461<br />
8681627 s032 1<br />
180 190 0532458457<br />
8681627 s033 1<br />
230 240 0532458448<br />
8681627 s034 1<br />
250 270 0532458452<br />
8681627 s035 1<br />
245 255 0532458428<br />
8681627 s036 1<br />
230 235 0532458422<br />
8681627 s037 1<br />
240 250 0532458423<br />
8681627 s038 1<br />
215 220 0532458432<br />
8681627 s039 1<br />
240 250 0532458421<br />
8681627 s040 1<br />
240 265 0532458416<br />
8681628 s031 2<br />
260 310 0532458462<br />
8681628 s033 2<br />
240 290 0532458451<br />
8681628 s034 2<br />
270 320 0532458460<br />
8681628 s035 2<br />
255 305 0532458450<br />
8681628 s036 2<br />
235 285 0532458434<br />
8681628 s038 2<br />
220 270 0532458417<br />
8681628 s039 2<br />
250 300 0532458414<br />
8681628 s040 3<br />
285 335 0532458412<br />
8681629 s041 1<br />
240 265 0532458429<br />
8681629 s042 1<br />
245 255 0532458430<br />
8681629 s043 1<br />
255 270 0532458413<br />
8681629 s044 1<br />
175 180 0532458420<br />
8681630 s045 1<br />
160 170 0532446039<br />
8681630 s048 1<br />
185 190 0532446043<br />
SM06 s021 (200-220) s022 (220-225)<br />
SM07 s021 (220-270) s022 (225-275)<br />
SM08 s031 (250-260) s032 (180-190)<br />
SM09 s031 (260-310) s033 (240-290)<br />
SM10 s041 (240-265) s042 (245-255)<br />
SM11 s045 (160-170) s046 (170-173)<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015089829/1<br />
Pagina 3/3<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8681630 s049 1<br />
170 180 0532446048<br />
8681630 s050 1<br />
190 195 0532446041<br />
8681630 s046 1<br />
170 173 0532457782<br />
8681630 s047 1<br />
145 150 0532446049<br />
8681631 s041 2<br />
265 315 0532458426<br />
8681631 s043 2<br />
270 320 0532458418<br />
8681631 s044 2<br />
180 230 0532458419<br />
8681631 s048 2<br />
190 240 0532446044<br />
8681631 s049 2<br />
180 230 0532446042<br />
8681631 s050 2<br />
195 245 0532446038<br />
8681631 s042 3<br />
285 315 0532458415<br />
8681631 s045 3<br />
190 220 0532446050<br />
8681631 s046 3<br />
195 220 0532446036<br />
8681631 s047 3<br />
170 200 0532446045<br />
8681632 s051 1<br />
190 210 0532458442<br />
8681632 s052 1<br />
185 190 0532458424<br />
8681632 s053 1<br />
170 175 0532458440<br />
8681632 s054 1<br />
205 208 0532458435<br />
8681632 s055 1<br />
175 180 0532458443<br />
8681633 s056 1<br />
185 205 0532458446<br />
8681633 s057 1<br />
180 210 0532458437<br />
8681633 s058 1<br />
175 225 0532458438<br />
8681633 s059 1<br />
200 250 0532458223<br />
8681634 s051 2<br />
210 260 0532445996<br />
8681634 s052 2<br />
190 240 0532458425<br />
8681634 s053 2<br />
175 225 0532458445<br />
8681634 s054 2<br />
208 255 0532458444<br />
8681634 s055 2<br />
180 230 0532458436<br />
8681634 s056 2<br />
205 255 0532458441<br />
8681634 s059 2<br />
250 300 0532458221<br />
8681634 s060 2<br />
215 265 0532458229<br />
SM11 s045 (160-170) s046 (170-173)<br />
SM12 s041 (265-315) s042 (285-315)<br />
SM13 s051 (190-210) s052 (185-190)<br />
SM14 s056 (185-205) s057 (180-210)<br />
SM15 s051 (210-260) s052 (190-240)<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2015089829/1<br />
Pagina 1/1<br />
Opmerking 1)<br />
Rapportagegrens verhoogd t.g.v. verdunning monster.<br />
Opmerking 2)<br />
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />
Opmerking 3)<br />
Rapportagegrens verhoogd t.g.v. verdunning monster.<br />
PCB 28 kan positief beïnvloed worden door PCB 31.<br />
Opmerking 4)<br />
Rapportagegrens verhoogd t.g.v. verdunning van het monster vanwege matrixstoring.<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
.<br />
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2015089829/1<br />
Pagina 1/1<br />
Analyse<br />
Methode<br />
Techniek<br />
Methode referentie<br />
Malen cryogeen, max 250 gram<br />
W0106<br />
Crushen<br />
Cf. NVN 7313<br />
Droge stof<br />
W0104<br />
Gravimetrie<br />
Cf. pb 3210-1 en cf. NEN-EN 12880<br />
Droge Stof<br />
W0104<br />
Gravimetrie<br />
Cf. pb 3210-1 en cf. NEN-EN 12880<br />
Organische stof (gloeirest)<br />
W0109<br />
ICP-AES<br />
Cf. 3210-2a/b en cf. NEN 5754/EN 12879<br />
Lutum (fractie < 2 μm)<br />
(sedimentatie)<br />
Barium (Ba)<br />
Cadmium (Cd)<br />
Kobalt (Co)<br />
Koper (Cu)<br />
Kwik (Hg)<br />
Molybdeen (Mo)<br />
Nikkel (Ni)<br />
Lood (Pb)<br />
Zink (Zn)<br />
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)<br />
W0173<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0423<br />
W0202<br />
Sedimentatie<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
ICP-MS<br />
GC-FID<br />
Cf. pb 3210-3 en cf. NEN 5753<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-4/3250-1 & NEN-EN-ISO<br />
17294-2<br />
Cf. pb 3210-6 en gw. NEN-EN-ISO 16703<br />
Chromatogram MO (GC)<br />
W0202<br />
GC-FID<br />
Gelijkw. NEN-EN-ISO 16703<br />
PCB (7)<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
Cf. pb. 3210-7 & gw. NEN 6980<br />
PAK (10 VROM)<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
Cf. pb. 3210-5 & gw. NEN-ISO 18287<br />
PAK som AS3000/AP04<br />
W0271<br />
GC-MS<br />
gw. NEN-ISO 18287<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681620<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM01 s001 (200-225) s002 (160-210) s003 (175-205)<br />
V<br />
pA<br />
2000<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
2000<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
C21-30<br />
60<br />
pA<br />
40<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
40<br />
pA<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C40<br />
20<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681621<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM02 s006 (225-230) s007 (260-275) s008 (200-215)<br />
V<br />
2000<br />
2000<br />
pA<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681622<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM03 s001 (220-270) s003 (205-255) s004 (220-270)<br />
V<br />
2000<br />
2000<br />
pA<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
C30-C35<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
C21-30<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C35-C40<br />
C40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681623<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM04 s011 (210-220) s012 (215-220) s013 (215-220)<br />
V<br />
pA<br />
2000<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
2000<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
C10-C12<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
40<br />
20<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C40<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681625<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM06 s021 (200-220) s022 (220-225) s023 (225-230)<br />
V<br />
2000<br />
2000<br />
pA<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35 C35-C40<br />
C40<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35 C35-C40<br />
C40<br />
40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681627<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM08 s031 (250-260) s032 (180-190) s033 (230-240)<br />
V<br />
pA<br />
2000<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
2000<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
C16-C21<br />
C30-C35<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C21-30<br />
C35-C40<br />
C40<br />
40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681629<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM10 s041 (240-265) s042 (245-255) s043 (255-270)<br />
V<br />
pA<br />
2000<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
2000<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
80<br />
60<br />
C30-C35<br />
60<br />
pA<br />
pA<br />
40<br />
40<br />
20<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C35-C40<br />
C40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Chromatogram TPH/ Mineral Oil<br />
Sample ID.: 8681630<br />
Certificate no.: 2015089829<br />
Sample description.: SM11 s045 (160-170) s046 (170-173) s047 (145-150)<br />
V<br />
pA<br />
2000<br />
1000<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C21-30<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
C40<br />
2000<br />
1000<br />
pA<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes<br />
0<br />
100<br />
100<br />
80<br />
C21-30<br />
80<br />
pA<br />
60<br />
C30-C35<br />
C35-C40<br />
60<br />
pA<br />
40<br />
40<br />
20<br />
0<br />
C10<br />
C10-C12<br />
C12-C16<br />
C16-C21<br />
C40<br />
20<br />
0<br />
0.0 0.2 0.4 0.6 0.8 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.0 2.2 2.4 2.6<br />
Minutes
Antea Group<br />
T.a.v. M. Smink<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA ALMERE<br />
Analysecertificaat<br />
Datum: 21-08-2015<br />
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />
Certificaatnummer/Versie<br />
2015090747/1<br />
Uw project/verslagnummer<br />
402663<br />
Uw projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Uw ordernummer<br />
Monster(s) ontvangen 18-08-2015<br />
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />
De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />
datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />
Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop<br />
van<br />
de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />
monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />
Bewaren tot:<br />
Datum: Naam: Handtekening:<br />
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit<br />
analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Ing. A. Veldhuizen<br />
Technical Manager<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
E-mail info-env@eurofins.nl KvK No. 09088623<br />
Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015090747/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
19-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
21-08-2015/17:04<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Richard Brink Pagina<br />
1/2<br />
Water; Water (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Analyse<br />
Eenheid<br />
1<br />
Metalen<br />
S Barium (Ba)<br />
µg/L 140<br />
S Cadmium (Cd)<br />
µg/L
Analysecertificaat<br />
Uw project/verslagnummer<br />
Uw projectnaam<br />
Uw ordernummer<br />
Monsternemer<br />
Monstermatrix<br />
Projectcode<br />
402663<br />
Certificaatnummer/Versie 2015090747/1<br />
<strong>N235</strong><br />
Startdatum<br />
19-08-2015<br />
Rapportagedatum<br />
21-08-2015/17:04<br />
Bijlage<br />
A,B,C<br />
Richard Brink Pagina<br />
2/2<br />
Water; Water (AS3000)<br />
3400 - Antea Group Energie<br />
Analyse<br />
Eenheid<br />
1<br />
S cis 1,2-Dichlooretheen<br />
µg/L
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015090747/1<br />
Pagina 1/1<br />
Monster nr. Boornr Omschrijving<br />
Van Tot Barcode Monsteromschrijving<br />
8684220 033 3<br />
310 410 0640056349<br />
8684220 033 4<br />
310 410 0650076705<br />
8684220 033 5<br />
310 410 0650076706<br />
8684220 033 1<br />
310 410 0691606686<br />
8684220 033 2<br />
310 410 0800308380<br />
8684220 0691606686<br />
033-1-1 033 (310-410)<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2015090747/1<br />
Pagina 1/1<br />
Opmerking 1)<br />
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
.<br />
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2015090747/1<br />
Pagina 1/1<br />
Analyse<br />
Methode<br />
Techniek<br />
Methode referentie<br />
Aromaten (BTEXN)<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
Xylenen som AS3000<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
Droogr.onopg.bestand.(NEN 6484)<br />
W0552<br />
Gravimetrie<br />
Cf. NEN 6499 en NEN 6484<br />
Cadmium (Cd)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Barium (Ba)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Cobalt (Co)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Koper (Cu)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
IJzer (Fe)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. NEN-EN-ISO 17294-2 / cf. CMA2/I/B.5<br />
Kwik (Hg)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Molybdeen (Mo)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Nikkel (Ni)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Lood (Pb)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Zink (Zn)<br />
W0421<br />
ICP-MS<br />
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />
Styreen<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
VOCl (11)<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
Tribroommethaan (Bromoform)<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
Vinylchloride<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
1,1-Dichlooretheen<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
DiClEtheen som AS3000<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
1,1-Dichloorpropaan<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
1,2-Dichloorpropaan<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
1,3-Dichloorpropaan<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-1<br />
DiChlprop. som AS300<br />
W0254<br />
HS-GC-MS<br />
Cf. pb 3130-2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)<br />
W0215<br />
LVI-GC-FID<br />
Cf. pb 3110-5<br />
Eurofins Analytico B.V.<br />
Gildeweg 44-46<br />
3771 NB Barneveld<br />
P.O. Box 459<br />
3770 AL Barneveld NL<br />
Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />
Fax +31 (0)34 242 63 99<br />
E-mail info-env@eurofins.nl<br />
Site www.eurofins.nl<br />
BNP Paribas S.A. 227 9245 25<br />
VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01<br />
KvK No. 09088623<br />
IBAN: NL71BNPA0227924525<br />
BIC: BNPANL2A<br />
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door<br />
TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE),<br />
het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)<br />
en door de overheid van Luxemburg (MEV).
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138747<br />
Rapportnummer: 1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
1508-0776<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
2015091542<br />
Opdrachtgever<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
Datum order<br />
12-08-2015<br />
Datum analyse<br />
24-08-2015<br />
Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever<br />
Monsternummer opdrachtgever 8686208<br />
Barcode<br />
r009099802<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
<strong>N235</strong><br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
402663 AM01 007 (0-50)<br />
Soort monster<br />
Grond<br />
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda<br />
Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII<br />
Nat ingezet gewicht (kg) 11,093<br />
RPS analyse bv<br />
E asbest@rps.nl<br />
W www.rps.nl<br />
Breda<br />
Minervum 7002<br />
Postbus 3440<br />
4800 DK Breda<br />
T 0880 - 235720<br />
Zwolle<br />
Ampèrestraat 35<br />
Postbus 40172<br />
8004 DD Zwolle<br />
T 0880 - 235755<br />
Gewicht Gew mat N<br />
Percentage<br />
grond<br />
onderzocht<br />
Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden<br />
Niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal<br />
kg gram % mg mg mg mg mg mg<br />
#> 16 mm 0,000 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#8-16 mm 0,078 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#4-8 mm 0,093 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#2-4 mm 0,066 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#1-2 mm 0,103 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#0,5-1 mm 0,189 0,000 0 30,0 - - - - - -<br />
#< 0,5 mm 9,194 0,000 0 - - - - - - -<br />
#Totaal 9,722 0,000 0 - - - - - -<br />
Totaal<br />
Chrysotiel<br />
Totaal<br />
Amosiet<br />
Totaal<br />
Crocidoliet<br />
Totaal<br />
hechtgebonden<br />
Totaal niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal asbest<br />
# Totaal asbest (mg/kg d.s.) - - - - -
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138747<br />
Rapportnummer:<br />
1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
Opdrachtgever<br />
Datum order<br />
Datum analyse<br />
Monstergegevens afkomstig van<br />
Monsternummer opdrachtgever<br />
Barcode<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
Soort monster<br />
1508-0776<br />
2015091542<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
12-08-2015<br />
24-08-2015<br />
Opdrachtgever<br />
8686208<br />
r009099802<br />
<strong>N235</strong><br />
402663 AM01 007 (0-50)<br />
Grond<br />
Asbest in grond<br />
Toelichting<br />
* Droge stof is volgens eigen methode.<br />
- = Niet aantoonbaar<br />
< = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens<br />
N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende<br />
fractie<br />
LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels<br />
LB
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138748<br />
Rapportnummer: 1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
1508-0776<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
2015091542<br />
Opdrachtgever<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
Datum order<br />
12-08-2015<br />
Datum analyse<br />
24-08-2015<br />
Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever<br />
Monsternummer opdrachtgever 8686209<br />
Barcode<br />
r009099804<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
<strong>N235</strong><br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
402663 AM02 016 (0-50)<br />
Soort monster<br />
Grond<br />
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda<br />
Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII<br />
Nat ingezet gewicht (kg) 10,362<br />
RPS analyse bv<br />
E asbest@rps.nl<br />
W www.rps.nl<br />
Breda<br />
Minervum 7002<br />
Postbus 3440<br />
4800 DK Breda<br />
T 0880 - 235720<br />
Zwolle<br />
Ampèrestraat 35<br />
Postbus 40172<br />
8004 DD Zwolle<br />
T 0880 - 235755<br />
Gewicht Gew mat N<br />
Percentage<br />
grond<br />
onderzocht<br />
Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden<br />
Niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal<br />
kg gram % mg mg mg mg mg mg<br />
#> 16 mm 0,000 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#8-16 mm 0,027 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#4-8 mm 0,052 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#2-4 mm 0,045 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#1-2 mm 0,066 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#0,5-1 mm 0,160 0,000 0 31,3 - - - - - -<br />
#< 0,5 mm 8,851 0,000 0 - - - - - - -<br />
#Totaal 9,200 0,000 0 - - - - - -<br />
Totaal<br />
Chrysotiel<br />
Totaal<br />
Amosiet<br />
Totaal<br />
Crocidoliet<br />
Totaal<br />
hechtgebonden<br />
Totaal niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal asbest<br />
# Totaal asbest (mg/kg d.s.) - - - - -
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138748<br />
Rapportnummer:<br />
1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
Opdrachtgever<br />
Datum order<br />
Datum analyse<br />
Monstergegevens afkomstig van<br />
Monsternummer opdrachtgever<br />
Barcode<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
Soort monster<br />
1508-0776<br />
2015091542<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
12-08-2015<br />
24-08-2015<br />
Opdrachtgever<br />
8686209<br />
r009099804<br />
<strong>N235</strong><br />
402663 AM02 016 (0-50)<br />
Grond<br />
Asbest in grond<br />
Toelichting<br />
* Droge stof is volgens eigen methode.<br />
- = Niet aantoonbaar<br />
< = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens<br />
N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende<br />
fractie<br />
LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels<br />
LB
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138749<br />
Rapportnummer: 1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
1508-0776<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
2015091542<br />
Opdrachtgever<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
Datum order<br />
12-08-2015<br />
Datum analyse<br />
24-08-2015<br />
Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever<br />
Monsternummer opdrachtgever 8686210<br />
Barcode<br />
r009100823<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
<strong>N235</strong><br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
402663 AM03 Amm01 (0-50)<br />
Soort monster<br />
Grond<br />
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda<br />
Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII<br />
Nat ingezet gewicht (kg) 10,023<br />
RPS analyse bv<br />
E asbest@rps.nl<br />
W www.rps.nl<br />
Breda<br />
Minervum 7002<br />
Postbus 3440<br />
4800 DK Breda<br />
T 0880 - 235720<br />
Zwolle<br />
Ampèrestraat 35<br />
Postbus 40172<br />
8004 DD Zwolle<br />
T 0880 - 235755<br />
Gewicht Gew mat N<br />
Percentage<br />
grond<br />
onderzocht<br />
Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden<br />
Niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal<br />
kg gram % mg mg mg mg mg mg<br />
#> 16 mm 0,000 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#8-16 mm 0,135 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#4-8 mm 0,155 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#2-4 mm 0,079 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#1-2 mm 0,055 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#0,5-1 mm 0,093 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#< 0,5 mm 7,398 0,000 0 - - - - - - -<br />
#Totaal 7,914 0,000 0 - - - - - -<br />
Totaal<br />
Chrysotiel<br />
Totaal<br />
Amosiet<br />
Totaal<br />
Crocidoliet<br />
Totaal<br />
hechtgebonden<br />
Totaal niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal asbest<br />
# Totaal asbest (mg/kg d.s.) - - - - -
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138749<br />
Rapportnummer:<br />
1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
Opdrachtgever<br />
Datum order<br />
Datum analyse<br />
Monstergegevens afkomstig van<br />
Monsternummer opdrachtgever<br />
Barcode<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
Soort monster<br />
1508-0776<br />
2015091542<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
12-08-2015<br />
24-08-2015<br />
Opdrachtgever<br />
8686210<br />
r009100823<br />
<strong>N235</strong><br />
402663 AM03 Amm01 (0-50)<br />
Grond<br />
Asbest in grond<br />
Toelichting<br />
* Droge stof is volgens eigen methode.<br />
- = Niet aantoonbaar<br />
< = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens<br />
N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende<br />
fractie<br />
LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels<br />
LB
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138750<br />
Rapportnummer: 1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
1508-0776<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
2015091542<br />
Opdrachtgever<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
Datum order<br />
12-08-2015<br />
Datum analyse<br />
24-08-2015<br />
Monstergegevens afkomstig van Opdrachtgever<br />
Monsternummer opdrachtgever 8686211<br />
Barcode<br />
r009099790, r009099751<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
<strong>N235</strong><br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
402663 AM04 Amm03 (0-50) Amm04 (0-50)<br />
Soort monster<br />
Grond<br />
De analyse is uitgevoerd door RPS analyse: vestiging Breda<br />
Onderzoeksmethode: Conform NEN 5707, AS3000; pakket 3070/3270 en AP04-SG-XVIII<br />
Nat ingezet gewicht (kg) 10,816<br />
RPS analyse bv<br />
E asbest@rps.nl<br />
W www.rps.nl<br />
Breda<br />
Minervum 7002<br />
Postbus 3440<br />
4800 DK Breda<br />
T 0880 - 235720<br />
Zwolle<br />
Ampèrestraat 35<br />
Postbus 40172<br />
8004 DD Zwolle<br />
T 0880 - 235755<br />
Gewicht Gew mat N<br />
Percentage<br />
grond<br />
onderzocht<br />
Chrysotiel Amosiet Crocidoliet Hechtgebonden<br />
Niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal<br />
kg gram % mg mg mg mg mg mg<br />
#> 16 mm 0,000 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#8-16 mm 0,035 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#4-8 mm 0,056 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#2-4 mm 0,054 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#1-2 mm 0,107 0,000 0 100,0 - - - - - -<br />
#0,5-1 mm 0,212 0,000 0 27,9 - - - - - -<br />
#< 0,5 mm 9,204 0,000 0 - - - - - - -<br />
#Totaal 9,667 0,000 0 - - - - - -<br />
Totaal<br />
Chrysotiel<br />
Totaal<br />
Amosiet<br />
Totaal<br />
Crocidoliet<br />
Totaal<br />
hechtgebonden<br />
Totaal niet<br />
hechtgebonden<br />
Totaal asbest<br />
# Totaal asbest (mg/kg d.s.) - - - - -
Analyse certificaat<br />
Datum rapportage<br />
V140715_1<br />
24-08-2015<br />
Monsternummer: 15-138750<br />
Rapportnummer:<br />
1508-0776_01<br />
Ordernummer RPS<br />
Ordernummer opdrachtgever<br />
Opdrachtgever<br />
Datum order<br />
Datum analyse<br />
Monstergegevens afkomstig van<br />
Monsternummer opdrachtgever<br />
Barcode<br />
Datum monstername<br />
Adres monstername<br />
Monsternamepunt<br />
Opmerking<br />
Soort monster<br />
1508-0776<br />
2015091542<br />
Antea Nederland Almere<br />
Postbus 10044<br />
1301 AA Almere-Stad<br />
12-08-2015<br />
24-08-2015<br />
Opdrachtgever<br />
8686211<br />
r009099790, r009099751<br />
<strong>N235</strong><br />
402663 AM04 Amm03 (0-50) Amm04 (0-50)<br />
Grond<br />
Asbest in grond<br />
Toelichting<br />
* Droge stof is volgens eigen methode.<br />
- = Niet aantoonbaar<br />
< = Het totaal asbest (mg/kg d.s.) bevindt zich onder de bepalingsgrens<br />
N = Het aantal stukken asbesthoudend materiaal dat is geteld in het onderzochte deel van de desbetreffende<br />
fractie<br />
LB > 3 betekent meer dan 3 losse vezels en/of vezelbundels<br />
LB
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7:<br />
Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit<br />
voor grond
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M01 M02 M03<br />
Humus (% ds) 8,1 5,3 5,6<br />
Lutum (% ds) 3,1 7,9 8,7<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij partij<br />
Bodemklasse monster Niet Toepasbaar ><br />
Klasse industrie<br />
Klasse industrie<br />
Interventiewaarde<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 59 201 (6) 53 118 (6) 47 99 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,46 0,61 0,23 0,32 0,29 0,39<br />
Kobalt [Co] mg/kg ds 5,3 16,6 4,4 9,4 4,4 8,9<br />
Koper [Cu] mg/kg ds 28 46 17 27 21 32<br />
Kwik [Hg] mg/kg ds 0,35 0,47 0,32 0,41 0,4 0,5<br />
Lood [Pb] mg/kg ds 110 153 150 202 67 89<br />
Molybdeen [Mo] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M04 M05 M06<br />
Humus (% ds) 7,8 5,9 4,0<br />
Lutum (% ds) 10 12 6,1<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij partij<br />
Bodemklasse monster Klasse industrie Klasse wonen Klasse industrie<br />
Samenstelling monster<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 64 123 (6) 51 89 (6) 22 56 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,4 0,5 0,27 0,35
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M07 M08 M09<br />
Humus (% ds) 5,1 3,2 2,7<br />
Lutum (% ds) 5,8 6,6 8,8<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij partij<br />
Bodemklasse monster Klasse industrie Klasse wonen Klasse industrie<br />
Samenstelling monster<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 33 87 (6) 35 86 (6) 28 59 (6)<br />
Cadmium [Cd] mg/kg ds 0,25 0,36 0,24 0,37 0,22 0,33<br />
Kobalt [Co] mg/kg ds 3,2 7,9 3,6 8,4 3,7 7,5<br />
Koper [Cu] mg/kg ds 15 25 14 24 13 21<br />
Kwik [Hg] mg/kg ds 0,15 0,20 0,16 0,21 0,12 0,15<br />
Lood [Pb] mg/kg ds 61 85 80 114 47 65<br />
Molybdeen [Mo] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M10 M11 M12<br />
Humus (% ds) 4,0 3,4 15<br />
Lutum (% ds) 6,0 4,3 4,6<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij partij<br />
Bodemklasse monster Klasse industrie Klasse wonen Altijd toepasbaar<br />
Samenstelling monster<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds 29 75 (6) 30 90 (6)
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M13 M14 M15<br />
Humus (% ds) 2,4 27 53<br />
Lutum (% ds) 8,7 8,6 13<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij partij<br />
Bodemklasse monster Klasse wonen Klasse industrie Altijd toepasbaar<br />
Samenstelling monster<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
Grondmonster M16 M17<br />
Humus (% ds) 0,70 1,5<br />
Lutum (% ds) 2,7 10<br />
Datum van toetsing 19-8-2015 19-8-2015<br />
Monster getoetst als partij partij<br />
Bodemklasse monster Altijd toepasbaar Altijd toepasbaar<br />
Samenstelling monster<br />
Meetw GSSD Meetw GSSD<br />
METALEN<br />
Barium [Ba] mg/kg ds
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 7: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond<br />
< : kleiner dan de detectielimiet<br />
8,88 : Industrie<br />
8,88 : Niet toepasbaar > Interventiewaarde<br />
6 : Heeft geen normwaarde<br />
7 : Heeft andere normwaarde: zorgplicht van toepassing<br />
# : verhoogde rapportagegrens<br />
GSSD : Gestandaardiseerde meetwaarde<br />
- Getoetst via de BoToVa service, versie 2.0.0 -
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 8:<br />
Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit<br />
voor waterbodem
BoToVa T3 Beoordeling kwaliteit van baggerspecie en ontvangende bodem of oever bij toepassen in een oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
1 (SM01 s001 (200-225) Eenheids002 (160-210) 2 (SM02 s003 s006 (175-205)s004 (225-230) Oordeel s007 (200-220) 3 (SM03 (260-275) s001 s005 (220-270) s008 (200-210)) (200-215)s009 s003 (205-255) Oordeel (195-205) s004 (220-270)s005 s010 (250-260)) (210-260) Oordeel s008 (215-265) s009 (205-255) s010)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof 5,6 6,6 40,6<br />
Korrelgrootte < 2 µm 3,1 7,6 16,3<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen) Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof % (m/m) 63,3 20,1<br />
Organische stof % (m/m) ds 5,6 6,6 40,6<br />
Gloeirest % (m/m) ds 94,2 92,8 58,3<br />
Korrelgrootte < 2 µm % (m/m) ds 3,1 7,6 16,3<br />
Droge stof % (m/m) 43,7<br />
Metalen<br />
Barium (Ba) mg/kg ds 74 81 43<br />
Cadmium (Cd) mg/kg ds
BoToVa T3 Beoordeling kwaliteit van baggerspecie en ontvangende bodem of oever bij toepassen in een oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
4 (SM04 s011 (210-220) s012 Eenheid (215-220) 5 (SM05 s013 s011 (215-220)s014 (220-270) s012 (220-235) (220-270) Oordeel s015 6 (SM06 s013 (220-230) s021 (220-270)s014 (200-220) s016 (270-295) s022 (235-285) (220-225) s017) Oordeel s015 s023 (230-280) (225-230)s024 s017 (300-350) (240-265) s018) Oordeel s025 (230-240) s026 (250-255) s028)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Uitgevoerd<br />
5,2 70,2 4,7<br />
3,6 10,1 3,7<br />
Uitgevoerd<br />
48,8 54,4<br />
5,2 70,2 4,7<br />
94,5 29 95<br />
3,6 10,1 3,7<br />
10,1<br />
99 20 110<br />
BoToVa T3 Beoordeling kwaliteit van baggerspecie en ontvangende bodem of oever bij toepassen in een oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
7 (SM07 s021 (220-270) s022 Eenheid (225-275) 8 (SM08s026 s031 (265-315)s028 (250-260) s032 (240-280) (180-190) Oordeel 9 (SM09 s029 s033 (250-300) s031 (230-240)s034 (260-310) s030 (245-295)) s033 (250-270) (240-290) Oordeel s035 s034 (245-255) (270-320)s035 s036 (230-235) (255-305) s037) Oordeel s036 (235-285) s038 (220-270) s039)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
3,5 7,6 1,1<br />
28,3 7,8 23,3<br />
Uitgevoerd<br />
55 66,1<br />
3,5 7,6 1,1<br />
94,5 91,8 97,3<br />
28,3 7,8 23,3<br />
43,7<br />
23 83 27<br />
BoToVa T3 Beoordeling kwaliteit van baggerspecie en ontvangende bodem of oever bij toepassen in een oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
10 (SM10Eenheid<br />
s041 (240-265) 11 (SM11 s042 s045 (245-255) (160-170) s043 s046 (255-270)s044 Oordeel (170-173) 12 (SM12s047 (175-180)) s041 (145-150)s048 (265-315) s042 (185-190) (285-315) Oordeel s049 s043 (170-180) (270-320)s044 s050 (190-195)) (180-230) Oordeel s045 (190-220) s046 (195-220) s047)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Uitgevoerd<br />
10,9 4,6 0,7<br />
9,9 3,5 48,6<br />
Uitgevoerd<br />
58,1 51,7<br />
10,9 4,6
BoToVa T3 Beoordeling kwaliteit van baggerspecie en ontvangende bodem of oever bij toepassen in een oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
13 (SM13 s051 (190-210) Eenheids052 (185-190) s053 14 (SM14 (170-175)s054 s056 Oordeel (185-205) 15 (205-208) (SM15s057 s051 s055 (180-210) (210-260) (175-180)) s058 s052 (175-225)s059 (190-240) Oordeel s053 (200-250)) (175-225)s054 (208-255) Oordeel s055 (180-230) s056 (205-255) s059)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Uitgevoerd<br />
2,4 9,8 1,6<br />
14,3 5,4 45,3<br />
Uitgevoerd<br />
62,5 78,4 54,2<br />
2,4 9,8 1,6<br />
96,6 89,8 95,2<br />
14,3 5,4 45,3<br />
32 110 37<br />
BoToVa T5 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden op aangrenzend perceel<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
1 (SM01 s001 (200-225) Eenheids002 (160-210) 2 (SM02 s003 s006 (175-205)s004 (225-230) Oordeel s007 (200-220) 3 (SM03 (260-275) s001 s005 (220-270) s008 (200-210)) (200-215)s009 s003 (205-255) Oordeel (195-205) 4 (SM04 s004 s011 (220-270)s005 s010 (210-220) (250-260)) s012 (210-260) (215-220) Oordeel s008 s013 (215-265) (215-220)s014 s009 (205-255) (220-235) s010) Oordeel s015 (220-230) s016 (270-295) s017)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof 5,6 6,6 40,6 5,2<br />
Korrelgrootte < 2 µm 3,1 7,6 16,3 3,6<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen) Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof % (m/m) 63,3 20,1 48,8<br />
Organische stof % (m/m) ds 5,6 6,6 40,6 5,2<br />
Gloeirest % (m/m) ds 94,2 92,8 58,3 94,5<br />
Korrelgrootte < 2 µm % (m/m) ds 3,1 7,6 16,3 3,6<br />
Droge stof % (m/m) 43,7<br />
Metalen<br />
Barium (Ba) mg/kg ds 74 81 43 99<br />
Cadmium (Cd) mg/kg ds
BoToVa T5 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden op aangrenzend perceel<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
5 (SM05 s011 (220-270) s012 Eenheid (220-270) 6 (SM06 s013 s021 (220-270)s014 (200-220) s022 (235-285) (220-225) Oordeel s015 7 (SM07 s023 (230-280) (225-230)s024 s021 s017 (220-270) (300-350) (240-265) s022 s018) Oordeel (225-275) s025 8 (SM08 (230-240) s026 s031 (265-315)s028 (250-260) s026 (250-255) s032 (240-280) (180-190) s028) Oordeel s029 s033 (250-300) (230-240)s034 s030 (245-295)) (250-270) Oordeel s035 (245-255) s036 (230-235) s037)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
70,2 4,7 3,5 7,6<br />
10,1 3,7 28,3 7,8<br />
Uitgevoerd<br />
Uitgevoerd<br />
54,4 55<br />
70,2 4,7 3,5 7,6<br />
29 95 94,5 91,8<br />
10,1 3,7 28,3 7,8<br />
10,1 43,7<br />
20 110 23 83<br />
BoToVa T5 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden op aangrenzend perceel<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
9 (SM09 s031 (260-310) s033 Eenheid (240-290) s034 (270-320)s035 10 (SM10 (255-305) s041 Oordeel (240-265) s036 11 (SM11 (235-285) s042 s045 (245-255) s038 (160-170) (220-270) s043 s046 (255-270)s044 s039) Oordeel (170-173) 12 (SM12s047 (175-180)) s041 (145-150)s048 (265-315) s042 (185-190) (285-315) Oordeel s049 s043 (170-180) (270-320)s044 s050 (190-195)) (180-230) Oordeel s045 (190-220) s046 (195-220) s047)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
1,1 10,9 4,6 0,7<br />
23,3 9,9 3,5 48,6<br />
Uitgevoerd<br />
Uitgevoerd<br />
66,1 58,1 51,7<br />
1,1 10,9 4,6
BoToVa T5 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden op aangrenzend perceel<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
13 (SM13 s051 (190-210) Eenheids052 (185-190) s053 14 (SM14 (170-175)s054 s056 Oordeel (185-205) 15 (205-208) (SM15s057 s051 s055 (180-210) (210-260) (175-180)) s058 s052 (175-225)s059 (190-240) Oordeel s053 (200-250)) (175-225)s054 (208-255) Oordeel s055 (180-230) s056 (205-255) s059)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Uitgevoerd<br />
2,4 9,8 1,6<br />
14,3 5,4 45,3<br />
Uitgevoerd<br />
62,5 78,4 54,2<br />
2,4 9,8 1,6<br />
96,6 89,8 95,2<br />
14,3 5,4 45,3<br />
32 110 37<br />
BoToVa T6 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden in een zoet oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
1 (SM01 s001 (200-225) Eenheids002 (160-210) 2 (SM02 s003 s006 (175-205)s004 (225-230) Oordeel s007 (200-220) 3 (SM03 (260-275) s001 s005 (220-270) s008 (200-210)) (200-215)s009 s003 (205-255) Oordeel (195-205) 4 (SM04 s004 s011 (220-270)s005 s010 (210-220) (250-260)) s012 (210-260) (215-220) Oordeel s008 s013 (215-265) (215-220)s014 s009 (205-255) (220-235) s010) Oordeel s015 (220-230) s016 (270-295) s017)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof 5,6 6,6 40,6 5,2<br />
Korrelgrootte < 2 µm 3,1 7,6 16,3 3,6<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen) Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof % (m/m) 63,3 20,1 48,8<br />
Organische stof % (m/m) ds 5,6 6,6 40,6 5,2<br />
Gloeirest % (m/m) ds 94,2 92,8 58,3 94,5<br />
Korrelgrootte < 2 µm % (m/m) ds 3,1 7,6 16,3 3,6<br />
Droge stof % (m/m) 43,7<br />
Metalen<br />
Barium (Ba) mg/kg ds 74 81 43 99<br />
Cadmium (Cd) mg/kg ds
BoToVa T6 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden in een zoet oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
5 (SM05 s011 (220-270) s012 Eenheid (220-270) 6 (SM06 s013 s021 (220-270)s014 (200-220) s022 (235-285) (220-225) Oordeel s015 7 s023 (SM07 (230-280) (225-230)s024 s021 s017 (220-270) (300-350) (240-265) s022 s018) Oordeel (225-275) s025 8 (SM08 (230-240) s026 s031 (265-315)s028 (250-260) s026 (250-255) s032 (240-280) (180-190) s028) Oordeel s029 s033 (250-300) (230-240)s034 s030 (245-295)) (250-270) Oordeel s035 (245-255) s036 (230-235) s037)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
70,2 4,7 3,5 7,6<br />
10,1 3,7 28,3 7,8<br />
Uitgevoerd<br />
Uitgevoerd<br />
54,4 55<br />
70,2 4,7 3,5 7,6<br />
29 95 94,5 91,8<br />
10,1 3,7 28,3 7,8<br />
10,1 43,7<br />
20 110 23 83<br />
BoToVa T6 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden in een zoet oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
9 (SM09 s031 (260-310) s033 Eenheid (240-290) s034 (270-320)s035 10 (SM10 (255-305) s041 Oordeel (240-265) s036 11 (235-285) (SM11 s042 s045 (245-255) s038 (160-170) (220-270) s043 s046 (255-270)s044 s039) Oordeel (170-173) 12 (SM12 s047 (175-180)) s041 (145-150)s048 (265-315) s042 (185-190) (285-315) Oordeel s049 s043 (170-180) (270-320)s044 s050 (190-195)) (180-230) Oordeel s045 (190-220) s046 (195-220) s047)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
1,1 10,9 4,6 0,7<br />
23,3 9,9 3,5 48,6<br />
Uitgevoerd<br />
Uitgevoerd<br />
66,1 58,1 51,7<br />
1,1 10,9 4,6
BoToVa T6 Beoordeling kwaliteit van bagger bij verspreiden in een zoet oppervlaktewaterlichaam<br />
Uw projectnummer 402663<br />
Projectnaam<br />
<strong>N235</strong><br />
Ordernummer<br />
Datum monstername 12-08-2015<br />
Monsternemer<br />
jc<br />
Certificaatnummer 2015089829<br />
Startdatum 14-08-2015<br />
Rapportagedatum 19-08-2015<br />
Analyse<br />
13 (SM13 s051 (190-210) Eenheids052 (185-190) s053 14 (SM14 (170-175)s054 s056 Oordeel (185-205) 15 (205-208) (SM15 s057 s051 s055 (180-210) (210-260) (175-180)) s058 s052 (175-225)s059 (190-240) Oordeel s053 (200-250)) (175-225)s054 (208-255) Oordeel s055 (180-230) s056 (205-255) s059)<br />
Bodemtype correctie<br />
Organische stof<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
Voorbehandeling<br />
Verkleinen brekermolen (cryogeen)<br />
Bodemkundige analyses<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Organische stof<br />
% (m/m) ds<br />
Gloeirest<br />
% (m/m) ds<br />
Korrelgrootte < 2 µm<br />
% (m/m) ds<br />
Droge stof<br />
% (m/m)<br />
Metalen<br />
Barium (Ba)<br />
mg/kg ds<br />
Cadmium (Cd)<br />
mg/kg ds<br />
Kobalt (Co)<br />
mg/kg ds<br />
Koper (Cu)<br />
mg/kg ds<br />
Kwik (Hg)<br />
mg/kg ds<br />
Molybdeen (Mo)<br />
mg/kg ds<br />
Nikkel (Ni)<br />
mg/kg ds<br />
Lood (Pb)<br />
mg/kg ds<br />
Zink (Zn)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie<br />
Minerale olie (C10-C12)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C12-C16)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C16-C21)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C21-C30)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C30-C35)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie (C35-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Minerale olie totaal (C10-C40)<br />
mg/kg ds<br />
Chromatogram olie (GC)<br />
Polychloorbifenylen, PCB<br />
PCB 28<br />
mg/kg ds<br />
PCB 52<br />
mg/kg ds<br />
PCB 101<br />
mg/kg ds<br />
PCB 118<br />
mg/kg ds<br />
PCB 138<br />
mg/kg ds<br />
PCB 153<br />
mg/kg ds<br />
PCB 180<br />
mg/kg ds<br />
PCB (som 7) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />
Naftaleen<br />
mg/kg ds<br />
Fenanthreen<br />
mg/kg ds<br />
Anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)anthraceen<br />
mg/kg ds<br />
Chryseen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(k)fluorantheen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(a)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
Benzo(ghi)peryleen<br />
mg/kg ds<br />
Indeno(123-cd)pyreen<br />
mg/kg ds<br />
PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />
mg/kg ds<br />
Uitgevoerd<br />
2,4 9,8 1,6<br />
14,3 5,4 45,3<br />
Uitgevoerd<br />
62,5 78,4 54,2<br />
2,4 9,8 1,6<br />
96,6 89,8 95,2<br />
14,3 5,4 45,3<br />
32 110 37<br />
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9:<br />
Kopieën relevente gegevens vooronderzoek
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Het vooronderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5717 (november 2009). Hierbij de relevante aspecten<br />
volgens de onderstaande controlelijst geïnventariseerd. De controlelijst is normatief doch sommige<br />
onderdelen zijn in dit onderzoek als niet relevant beschouwd. Dit is bij het betreffende onderdeel<br />
gemotiveerd.<br />
In het kader van dit vooronderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd:<br />
- Provincie Noord-Holland<br />
- Voorgaand (water)bodemonderzoek<br />
- Gemeente Waterland<br />
- Gemente Purmerend<br />
- Omgevingsdienst IJmond<br />
- watwaswaar.nl<br />
Definieer de onderzoekslocatie<br />
Het onderzoekstracé van de waterbodemonderzoek betreft het Noordhollandsch Kanaal tussen hm 4,7<br />
en 7,3 van de <strong>N235</strong> en betreft de eerste 2 tot 3 meter uit de damwand.<br />
Bepaal het doel van het waterbodemonderzoek<br />
Verkenning van de waterbodemkwaliteit vanuit overige beheertaken. Daarbij gaat het om alle doelen<br />
anders dan voorgenomen baggerwerkzaamheden. Doel van het onderzoek is bepaling van de kwaliteit<br />
van de waterbodem als onderdeel van het watersysteem.<br />
Bepaal het watertype<br />
Het betreft over water, lintvormig.<br />
Bepaal huidige en historische waterhuishoudkundige functie<br />
Het Noordhollandsch Kanaal is gegraven tussen 1817 en 1824 om Amsterdam een betere verbinding<br />
met de Noordzee te geven. Het huidige hoofdgebruik is nog steeds scheepsvaart.<br />
Bepaal of er sprake is van een gegraven of natuurlijke watergang<br />
Gegraven.<br />
Achterhaal Beschikbare gegevens met betrekking tot de verontreinigingssituatie (eerder uitgevoerd<br />
waterbodemonderzoek en bodemverwachtingenkaart)<br />
In verband met voorgenomen baggerwerkzaamheden is door Grondslag BV in 2007 een verkennend<br />
waterbodemonderzoek uitgevoerd in het Noordhollandsch Kanaal tussen km -0,1 en 32,6 (kenmerk<br />
12177, d.d. 15 augustus 2007). Het huidige tracédeel maakt onderdeel uit van het grotere tracé dat<br />
destijds is onderzocht. Voorafgaande aan dit waterbodemonderzoek is een uitgebreid historisch<br />
onderzoek uitgevoerd.<br />
Vakken 18 t/m 22 uit het onderzoek van 2007 betreffen globaal het huidige onderzoekstracé. Hierin is<br />
destijds een gemiddelde sliblaag van circa 0,5 à 1,0 m aangetroffen met daaronder klei of veen. Hierbij<br />
wordt opgemerkt dat tijdens het onderzoek in 2007 niet zo dicht bij de damwand is geboord als in<br />
voorliggend onderzoek noodzakelijk is wegens de voorgenomen werkzaamheden. Het slib voldeed aan<br />
‘klasse 2’ (licht verontreinigd).<br />
Achterhaal historische en huidige verontreinigingsbronnen) zoals:<br />
Er zijn geen puntbronnen en mogelijke verontreinigende parameters (riooloverstorten, lozingspunten<br />
van inrichtingen enz.) bekend. Ter hoogte van het huidige onderzoekstracé zijn geen bodembedreigende<br />
bedrijfsactiviteiten bekend die de kwaliteit van de waterbodem mogelijk ten nadele hebben beïnvloed.<br />
Tevens zijn geen aanwijsbare potentiële bronnen voor asbestverontreiniging naar voren gekomen.<br />
Wel is de beroeps- en plezierscheepvaart als een bron van diffuse verontreinigingen naar voren<br />
gekomen. Schepen zijn dikwijls behandeld met koperhoudende aangroeiwerende verf, wat door
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
afspoelen en verwering in het milieu terecht komt. Daarnaast wordt zink gebruikt om te voorkomen dat<br />
een schip gaat roesten. Schepen kunnen onder de waterlijn ook zijn behandeld met teer, wat een bron<br />
van PAK kan zijn. Door scheepvaart gebruikte stook- en smeerolie zijn bronnen van diffuse<br />
verontreiniging met minerale olie en PAK.<br />
Daarnaast zijn houten beschoeiingen en steigers een andere bron van diffuse verontreiniging. Voor het<br />
impregneren van houten beschoeiingen werden met name in het verleden creosoot-olie (PAK-houdend)<br />
en arseen-, chroom-, en koperhoudende zouten gebruikt. Ook afspoeling van PAK, zware metalen en<br />
olie van wegen is een bron van diffuse verontreiniging. Parallel met het onderzoekstraject lopen enkele<br />
drukke provinciale wegen. Daar waar het kanaal door of langs historische stads- en dorpskernen loopt,<br />
kan de waterbodem diffuus verontreinigd zijn geraakt met diverse parameters, als gevolg van<br />
eeuwenlange kleinschalige historische activiteiten aan het kanaal als scheepsbouw, hout- en<br />
metaalbewerking, verkoop van brandstoffen en dergelijke.<br />
Achterhaal welke relevante menselijke activiteiten zijn uitgevoerd (ondermeer de laatste<br />
baggerwerkzaamheden)<br />
Rond 2008 is de vaarweg gebaggerd.<br />
Inspecteer de locatie, voor verificatie bekende informatie en/of aanvullende informatie<br />
Tijdens deze inspectie zijn geen aanvullende gegevens naar voren gekomen.<br />
Definieer eventuele deellocaties (op onderzoeksinspanning, puntbronnen, watertypen,<br />
onderzoeksdoelen enz.)<br />
Op basis van het vooronderzoek zijn geen deellocaties te onderscheiden en wordt de<br />
onderzoeksstrategie voor een overig, lintvormig water en een normale onderzoeksinspanning<br />
aangehouden.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
In onderstaande tabel zijn de beschikbare bouwvergunningen voor de Zonneweg 1 t/m 10, Gruttostraat 2 en<br />
Dorpsstraat tegenover nr. 1 (veerpont) opgenomen. Hieruit blijkt dat op verschillende garages/bergingen op deze<br />
percelen gebruik is gemaakt van asbesthoudende golfplaten als dakbedekking. Verder zijn geen concrete aanwijzingen<br />
gevonden voor het gebruik van asbest in de woningen en bergingen/garages.<br />
Daarnaast is in het archief een Hinderwetvergunning voor de opslag van propaan in een propaantank op de<br />
Dorpsstraat 7 gevonden. Verder zijn geen Hinderwetvergunningen bekend voor de directe omgeving van het<br />
onderzoeksstracé.<br />
Tabel: Bouwvergunningen (bron: Waterlands Archief)<br />
Locatie Datum Omschrijving Toelichting<br />
Zonneweg 1 1989 Bouw garage en berging<br />
Zonneweg 2 27-3-1939 Bouw woning<br />
26-8-1953 Bouw schuur<br />
6-12-1955 Bouw woning<br />
28-2-1956 Bouw woning (Zonneweg 2i) Dakbedekking: morex dakplaat pannen (asbestcement)<br />
4-3-1963 Bouw garage<br />
Zonneweg 3 27-7-1962 Verbouw woning Wijzigen raamkozijn in de voorgevel van de woning<br />
1973 Bouw garage Fundering: beton, dak: rubberoid, vloer: beton<br />
1982 Verbouw woning Plaatsen keuken/ berghok<br />
Dak: rubberoid, vloer: beton,<br />
Plafond: afwerking gipsplaten<br />
Zonneweg 4 13-12-1948 Bouw woning<br />
1985 Verbouw garage Dak: golfplaat, zwart (schuur is geheel demontabel)<br />
Zonneweg 5 1987 Verbouw woning Open keuken<br />
Zonneweg 6 9-11-1950 Bouw woning Dak: rode dakpannen<br />
16-11-1961 Verbouw schuur<br />
11-03-1970 Verbouw woning Plaatsen van een dakkapel<br />
Zonneweg 7 24-4-1969 Bouw garage Wordt een kantoorruimte<br />
Zonneweg 8 1971 Bouwvergunning verbouw berging Op uitbreiding moeten golfplaten komen<br />
Zonneweg 9 8-6-1965 Bouw garage<br />
1974 Verbouw woning<br />
Zonneweg 10 15-7-1970 Bouw garage Op de bouwtekening zijn zwarte asbestgolfplaten benoemd<br />
Gruttostraat 2 1989 Bouwvergunning plaatsen serre Woning is gebouwd in 1955
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Uit bovenstaande weergave van het Bodemloket blijkt dat geen onderzoeksgegevens bekend zijn van en<br />
direct nabij het huidige onderzoeksstracé.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl :Kadasterkaart (minuutplan) Ilpendam, Noord Holland, Sectie E, blad 01, 1811-1832<br />
Geen bebouwing langs het Noordhollandsch kanaal ter hoogte van het huidige onderzoeksstracé<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart (nettekening), 1830-1850<br />
Alleen bebouwing ter hoogte van de Jaagweg 18 te zien.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart (bonneblad – kleur), Purmerend, 1878, kaartnummer<br />
312<br />
Bebouwing ter hoogte van de Jaagweg 18<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart (bonneblad – kleur), Purmerend, 1894<br />
Langs het huidige tracé liep een stoomtramlijn. Deze lag aan de oostelijke kant van de huidige <strong>N235</strong><br />
Diverse bebouwingen t.h.v. huidige Zonneweg, de Jaagweg 19 en 18 en de huidige Verzetslaan (deze<br />
laatste valt buiten het huidige onderzoekstracé).
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart (bonneblad – kleur), Purmerend, 1905<br />
Hier staan op dezelfde locaties bebouwingen aangegeven als op de kaart van 1894<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart 1944<br />
Zeer slecht gescande kaart. Geen bebouwing te zien langs de Jaagweg
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000) Amsterdam/Purmerend, 1950<br />
Betreft niet het hele tracé. Diverse nieuwe bebouwing aan de Jaagweg.<br />
Naast bebouwing aan de Zonneweg is bebouwing te zien aan de Jaagweg 12 t/m 20, 22, 23 en 26<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische militaire kaart (GSGC 2541 serie), 1953<br />
Stoomtramlijn is te onderscheiden langs het Noordhollandschkanaal
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000), Amsterdam / Purmerend, 1961<br />
Met name meer bebouwing in de kern van Ilpendam<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000), Amsterdam / Purmerend, 1969<br />
Diverse bebouwing te zien op dezelfde percelen als in 1950 en 1961 en met name in de ‘kern’ van<br />
Ilpendam wat meer bebouwing.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000), Amsterdam / Purmerend, 1981<br />
Met name in de ‘kern’ van Ilpendam weer meer bebouwing.<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000), Amsterdam / Purmerend, 1988<br />
Wederom met name meer bebouwing in de kern van Ilpendam en er is een sportterrein aangelegd.<br />
De bebouwing langs de Jaagweg lijkt nagenoeg gelijk aan de voorgaande kaarten.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 9: Kopieën relevente gegevens vooronderzoek<br />
Bron watwaswaar.nl: Topografische kaart (1:25.000), Amsterdam / Purmerend, 1994<br />
De Verzetslaan is nu te zien. Verder is de bebouwing in de kern van Ilpendam uitgebreid en is op<br />
dezelfde percelen langs de Jaagweg bebouwing te zien als in de voorgaande kaarten.
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
Bijlage 10:<br />
Bepaling veiligheidsklassen
Resultaten van de meting grond/grondwater:<br />
T-klasse: 3T<br />
F-klasse: Geen brandbaarheidsklasse<br />
Projectgegevens:<br />
Locatie<br />
<strong>N235</strong> westelijke berm<br />
Werkgever<br />
Monsternummer M01 (meetpunt 7)<br />
Veiligheidskundige<br />
Omgevingsdata:<br />
Buitentemperatuur (°C) 20<br />
Maatregelen genomen om grondwaterstand te verlagen?<br />
Nee<br />
Worden de werkzaamheden uitgevoerd met beperkte<br />
Nee<br />
ventilatiemogelijkheid?<br />
Wordt er gewerkt met open vuur?<br />
Nee<br />
Eindresultaat<br />
Toxiteitklasse T<br />
3T<br />
Bepalende stof(fen) PAK (som 10),<br />
benzo(a)antraceen,<br />
benzo(a)pyreen<br />
Brandbaarheidklasse F<br />
Geen brandbaarheidsklasse<br />
Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform de<br />
CROW-Publicatie 132. Op de laatste pagina van dit document vindt u de voorwaarden voor gebruik.<br />
Aan de hand van de berekeningssystematiek vanuit de CROW publicatie 132, 4de geheel herziene<br />
druk (december 2008) en de ingevoerde gegevens is de veiligheidsklasse bepaald. In de hier<br />
opvolgende pagina's zijn de stappen per ingevoerde stof weergegeven. Voeg dit document in z'n<br />
geheel toe aan het V&G-plan en het veiligheidskundig logboek.<br />
27-08-2015 10:14, 1/5
Stoffen en concentraties:<br />
Organische stof 8.10<br />
Lutum 3.10<br />
Stof Concentratie grond (mg/kg ds) Concentratie grondwater (ug/l)<br />
PAK (som 10) 46.0 0.0<br />
Anthraceen 1.8 0.0<br />
benzo(a)antraceen 6.1 0.0<br />
benzo(a)pyreen 4.6 0.0<br />
27-08-2015 10:14, 2/5
Bepaling of de interventiewaarden wordt overschreden<br />
Alleen bij een interventiewaarden overschrijding wordt de T&F-klasse verder berekend.<br />
Stof PAK (som 10)<br />
Concentratie grond 46.0<br />
Interventiewaarde grond 40.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde grond 40.0<br />
Maximale waarde wonen (grond) 6.8<br />
Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 6.8<br />
Concentratie grondwater 0.0<br />
Interventiewaarde grondwater 0.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
Stof<br />
Anthraceen<br />
Concentratie grond 1.8<br />
Interventiewaarde grond 0.05<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.05<br />
Maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Concentratie grondwater 0.0<br />
Interventiewaarde grondwater 5.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
Stof<br />
benzo(a)antraceen<br />
Concentratie grond 6.1<br />
Interventiewaarde grond 0.05<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.05<br />
Maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Concentratie grondwater 0.0<br />
Interventiewaarde grondwater 0.5<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
Stof<br />
benzo(a)pyreen<br />
Concentratie grond 4.6<br />
Interventiewaarde grond 0.05<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde grond 0.05<br />
Maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Gecorrigeerde maximale waarde wonen (grond) 0.0<br />
Concentratie grondwater 0.0<br />
Interventiewaarde grondwater 0.05<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
27-08-2015 10:14, 3/5
Berekening veiligheidsklasse T:<br />
Stof PAK (som 10)<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 3<br />
Veiligheidsklasse T<br />
3T<br />
Niet vluchtige stof<br />
2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 3<br />
Max nT tot nu toe: 3<br />
Veroorzakende stoffen: PAK (som 10)<br />
Stof<br />
Anthraceen<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 1<br />
Veiligheidsklasse T<br />
1T<br />
Vluchtige stof<br />
2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 1<br />
Max nT tot nu toe: 3<br />
Veroorzakende stoffen: PAK (som 10)<br />
Stof<br />
benzo(a)antraceen<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 3<br />
Veiligheidsklasse T<br />
3T<br />
Niet vluchtige stof<br />
2.3.6.3 Verontreiniging in de grond of in grond en grondwater --> nT: 3<br />
Max nT tot nu toe: 3<br />
Veroorzakende stoffen: PAK (som 10), benzo(a)antraceen<br />
Stof<br />
benzo(a)pyreen<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 3<br />
Veiligheidsklasse T<br />
3T<br />
Vluchtige stof<br />
2.3.7.3 Verontreiniging alleen in grond --> nT: 3<br />
Max nT tot nu toe: 3<br />
Veroorzakende stoffen: PAK (som 10), benzo(a)antraceen, benzo(a)pyreen<br />
27-08-2015 10:14, 4/5
Voorwaarden voor gebruik<br />
Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform<br />
de CROW-Publicatie 132.<br />
CROW en degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, hebben de hierin opgenomen<br />
gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks<br />
kunnen er onjuistheden in deze webapplicatie voorkomen. Gebruikers aanvaarden het risico daarvan.<br />
CROW sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt,<br />
iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de gegevens.<br />
De inhoud van deze webapplicatie valt onder bescherming van de auteurswet. De auteursrechten<br />
berusten bij CROW.<br />
27-08-2015 10:14, 5/5
Resultaten van de meting waterbodem:<br />
T-klasse: 2T<br />
F-klasse: Geen brandbaarheidsklasse<br />
Projectgegevens:<br />
Locatie<br />
Werkgever<br />
Monsternummer<br />
Veiligheidskundige<br />
Noordhollandsch Kanaal<br />
SM01<br />
Omgevingsdata:<br />
Buitentemperatuur (°C) 20<br />
Betreft het natte waterbodem (met water verzadigd)?<br />
Ja<br />
Worden de werkzaamheden uitgevoerd met beperkte<br />
Nee<br />
ventilatiemogelijkheid?<br />
Wordt er gewerkt met open vuur?<br />
Nee<br />
Eindresultaat<br />
Toxiteitklasse T<br />
2T<br />
Bepalende stof(fen) PAK (som 10)<br />
Brandbaarheidklasse F<br />
Geen brandbaarheidsklasse<br />
Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform de<br />
CROW-Publicatie 132. Op de laatste pagina van dit document vindt u de voorwaarden voor gebruik.<br />
Aan de hand van de berekeningssystematiek vanuit de CROW publicatie 132, 4de geheel herziene<br />
druk (december 2008) en de ingevoerde gegevens is de veiligheidsklasse bepaald. In de hier<br />
opvolgende pagina's zijn de stappen per ingevoerde stof weergegeven. Voeg dit document in z'n<br />
geheel toe aan het V&G-plan en het veiligheidskundig logboek.<br />
27-08-2015 10:16, 1/5
Stoffen en concentraties:<br />
Organische stof 5.60<br />
Lutum 3.10<br />
Stof<br />
Concentratie (mg/kg ds)<br />
Koper 1200.0<br />
PAK (som 10) 190.0<br />
Anthraceen 13.0<br />
benzo(a)antraceen 20.0<br />
benzo(a)pyreen 13.0<br />
27-08-2015 10:16, 2/5
Bepaling of de interventiewaarden wordt overschreden<br />
Alleen bij een interventiewaarden overschrijding wordt de T&F-klasse verder berekend.<br />
Stof<br />
Koper<br />
Concentratie waterbodem 1200.0<br />
Interventiewaarde waterbodem 190.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde waterbodem 106.7167<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
Stof PAK (som 10)<br />
Concentratie waterbodem 190.0<br />
Interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Ja<br />
Stof<br />
Anthraceen<br />
Concentratie waterbodem 13.0<br />
Interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Nee<br />
Stof<br />
benzo(a)antraceen<br />
Concentratie waterbodem 20.0<br />
Interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Nee<br />
Stof<br />
benzo(a)pyreen<br />
Concentratie waterbodem 13.0<br />
Interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
Gecorrigeerde interventiewaarde waterbodem 40.0<br />
T&F klasse van toepassing<br />
Nee<br />
27-08-2015 10:16, 3/5
Berekening veiligheidsklasse T:<br />
Stof<br />
Koper<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 1<br />
Veiligheidsklasse T<br />
1T<br />
Niet vluchtige stof<br />
2.3.6.1 Verontreiniging in waterbodem | waterbodem met water verzadigd --> nT: 1<br />
Max nT tot nu toe: 1<br />
Veroorzakende stoffen: Koper<br />
Stof PAK (som 10)<br />
Voorlopige veiligheidsklasse T 3<br />
Veiligheidsklasse T<br />
2T<br />
Niet vluchtige stof<br />
2.3.6.1 Verontreiniging in waterbodem | waterbodem met water verzadigd --> nT: 2<br />
Max nT tot nu toe: 2<br />
Veroorzakende stoffen: PAK (som 10)<br />
27-08-2015 10:16, 4/5
Voorwaarden voor gebruik<br />
Onderhavig document is gegenereerd door de webapplicatie berekening T & F klasse conform<br />
de CROW-Publicatie 132.<br />
CROW en degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt, hebben de hierin opgenomen<br />
gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks<br />
kunnen er onjuistheden in deze webapplicatie voorkomen. Gebruikers aanvaarden het risico daarvan.<br />
CROW sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze webapplicatie hebben meegewerkt,<br />
iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de gegevens.<br />
De inhoud van deze webapplicatie valt onder bescherming van de auteurswet. De auteursrechten<br />
berusten bij CROW.<br />
27-08-2015 10:16, 5/5
Rapport Verkennend (water)bodem- en asbestonderzoek <strong>N235</strong> Ilpendam – Purmerend<br />
i.v.m. aanleg tidal-flow busbaan<br />
Projectnr. 402663<br />
Oktober 2015, revisie 01<br />
TEKENING
Bijlage 2 Natuurtoets<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 199
Natuurtoets<br />
Doorstromingsmaatregelen en groot onderhoud<br />
<strong>N235</strong><br />
projectnummer 0402663.35<br />
definitief<br />
23 september 2015
Natuurtoets<br />
Doorstromingsmaatregelen en groot onderhoud <strong>N235</strong><br />
projectnummer 0402663.35<br />
versie 1.0 definitief<br />
23 september 2015<br />
Auteur(s)<br />
J. Buijks<br />
M.L. Braad<br />
L.J.G. Koks<br />
Opdrachtgever<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Postbus 123<br />
2000 MD Haarlem<br />
datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave<br />
23-09-2015 V1.0 Definitief ir. L.J.G. Koks<br />
B. Mesuere<br />
b.a J. Hulsen
Colofon<br />
Projectgroep bestaande uit<br />
J. Buijks<br />
M.L. Braad<br />
L.J.G. Koks<br />
Tekstbijdragen<br />
J. Buijks<br />
M.L. Braad<br />
L.J.G. Koks<br />
Fotografie<br />
J. Buijks<br />
Contactgegevens:<br />
Beneluxweg 125<br />
4904 SJ Oosterhout<br />
Postbus 40<br />
4900 AA Oosterhout<br />
0162 - 48 70 00<br />
E. luc.koks@anteagroup.com<br />
Copyright ©<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel<br />
van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming<br />
van de auteurs.
Inhoudsopgave<br />
Inhoud<br />
Blz.<br />
1 Inleiding 1<br />
1.1 Aanleiding 1<br />
1.2 Doel 1<br />
1.3 Leeswijzer 2<br />
2 Wettelijk kader natuurbescherming 3<br />
2.1 Algemeen 3<br />
2.2 Flora- en faunawet 3<br />
2.3 Natuurwerk Nederland 3<br />
2.4 Natuurbeschermingswet 1998 3<br />
3 Plangebied en projectvoornemen 5<br />
3.1 Plangebied 5<br />
3.2 Projectvoornemen 5<br />
4 Methodiek 7<br />
4.1 Algemeen 7<br />
4.2 Bureauonderzoek 7<br />
4.3 Terreinbezoek 8<br />
4.4 Effectbeoordeling en advies vervolgtraject 8<br />
5 Resultaten gebiedsonderzoek 9<br />
5.1 Gebiedsbeschrijving 9<br />
5.2 Beschermde soorten 11<br />
5.2.1 Bureauonderzoek 11<br />
5.2.2 Terreinbezoek - ecologische bevindingen 12<br />
5.2.3 Samenvatting beschermde soorten 17<br />
5.3 Beschermde gebieden 17<br />
6 Toetsing 19<br />
6.1 Effectbepaling project 19<br />
6.2 Effecten beschermde soorten 19<br />
6.2.1 Vogels 19<br />
6.2.2 Zoogdieren 20<br />
6.2.3 Reptielen 20<br />
6.2.4 Amfibieën 21<br />
6.2.5 Vissen 21<br />
6.2.6 Vlinders, libellen en overige beschermde soortgroepen 21<br />
6.2.7 Flora 22<br />
6.3 Effecten op beschermde gebieden 22
6.3.1 Effecten op het Natuurnetwerk Nederland (NNN) 22<br />
6.3.2 Effecten op Natura 2000-gebieden 22<br />
7 Conclusies 25<br />
7.1 Conclusies soortenbescherming 25<br />
7.2 Conclusies gebiedsbescherming 26<br />
7.3 Nader onderzoek 26<br />
8 Bronnen 29<br />
Bijlage I Wettelijk kader 32
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
De Provincie Noord-Holland is voornemens om de doorstroommogelijkheden en de<br />
verkeersveiligheid van de <strong>N235</strong> te verhogen. Om het beoogde resultaat te bereiken wordt de<br />
huidige situatie op verschillende punten aangepast. Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk<br />
te maken is een bestemmingsplanwijziging nodig. Onderhavige natuurtoets heeft betrekking op<br />
het deel van de <strong>N235</strong> van Ilpendam tot aan Purmerend. In deze rapportage zijn de resultaten van<br />
de natuurtoets beschreven. In Figuur 1.1 is de globale ligging van het plangebied weergegeven.<br />
Figuur 1.1: Globale ligging van de plangebied (rood omlijnd) Bron: Globespotter.<br />
1.2 Doel<br />
In ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, is in het kader van de uitvoerbaarheid inzicht<br />
gewenst in de aanwezigheid van beschermde soorten en gebieden. Er dient te worden<br />
aangetoond dat het plan uitvoerbaar is. Het doel van voorliggende natuurtoets is het opsporen<br />
van strijdigheden van de voorgenomen ingreep met de Flora- en faunawet, NNN en/of de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 en het bepalen of de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is.<br />
Pagina 1 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
1.3 Leeswijzer<br />
De natuurtoets is verder als volgt opgebouwd:<br />
- hoofdstuk 2 beschrijft beknopt het wettelijk kader;<br />
- hoofdstuk 3 beschrijft het plangebied en het projectvoornemen;<br />
- hoofdstuk 4 geeft een toelichting op de methodiek van de natuurtoets;<br />
- hoofdstuk 5 beschrijft het gebied en gaat in op de ecologische waarden en de beschermde<br />
soorten in (de omgeving) van het plangebied;<br />
- hoofdstuk 6 toetst de ontwikkeling aan de Flora- en faunawet;<br />
- hoofdstuk 7 beschrijft de conclusies en (eventuele) vervolgstappen en procedures.<br />
Pagina 2 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
2 Wettelijk kader natuurbescherming<br />
2.1 Algemeen<br />
De natuurwet- en regelgeving kent twee sporen, een soortgericht spoor (Flora- en faunawet) en<br />
een gebiedsgericht spoor (Natuurnetwerk Nederland (hierna NNN) en Natuurbeschermingswet<br />
1998). De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van soorten en het NNN en de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 op de bescherming van gebieden. Met de Flora- en faunawet en<br />
de Natuurbeschermingswet 1998 is de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving<br />
geïmplementeerd.<br />
Voor een uitgebreide algemene beschrijving van de Flora- en faunawet, het NNN en de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 wordt verwezen naar Bijlage 1.<br />
2.2 Flora- en faunawet<br />
Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden van de inheemse flora en fauna.<br />
Vanuit deze wet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van de<br />
mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. De Flora- en<br />
faunawet gaat uit van het 'Nee, tenzij'-principe. Bepaalde handelingen, waaronder ruimtelijke<br />
ingrepen, waarbij beschermde soorten in het geding zijn, zijn alleen onder voorwaarden mogelijk.<br />
De provincie Noord-Holland houdt zich bij infrastructurele werkzaamheden aan de door het<br />
Ministerie goedgekeurde gedragscode “Provinciale infrastructuur II”. Indien binnen het<br />
plangebied Tabel 2 Flora- en faunawetsoorten aanwezig zijn leidt de werkwijze conform deze<br />
gedragscode er toe dat overtredingen van de Flora- en faunawet voorkomen worden.<br />
2.3 Natuurwerk Nederland<br />
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is de kern van het natuurbeleid. Het NNN is in provinciale<br />
structuurvisies uitgewerkt en vastgelegd in de ruimtelijke verordening. Ruimtelijke plannen<br />
moeten hieraan worden getoetst. Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en<br />
wetlands zijn beschermd via de Natuurbeschermingswet 1998 en hebben derhalve een wettelijke<br />
status. In of in de nabijheid van het NNN en Natuurbeschermingswetgebieden geldt het ‘nee,<br />
tenzij’- principe. In principe zijn er geen ontwikkelingen toegestaan als deze ontwikkelingen de<br />
wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied aantasten.<br />
2.4 Natuurbeschermingswet 1998<br />
Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten worden beschermd middels de<br />
Natuurbeschermingswet 1998, deze gebieden hebben daarmee een wettelijke beschermde<br />
status. Er zijn geen ontwikkelingen zonder Natuurbeschermingswet vergunning toegestaan als<br />
deze ontwikkeling de natuurlijke waarden en instandhoudingsdoelen van het gebied direct of<br />
indirect aantasten.<br />
Pagina 3 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Pagina 4 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
3 Plangebied en projectvoornemen<br />
3.1 Plangebied<br />
Het plangebied beslaat een deel van de <strong>N235</strong>. De <strong>N235</strong> loopt van het kruispunt met de N247 tot<br />
aan Purmerend. Daartussen loopt de weg van zuid naar noord via de volgende dorpen: ‘t<br />
Schouw, Watergang en Ilpendam. Het plangebied strekt zich van het pontje bij Ilpendam (circa<br />
km 4,8) in het zuiden tot aan de kruising met de Verzetslaan (circa km 7,2) in het noorden (Figuur<br />
3.1). Aan de oostzijde wordt het plangebied begrenst door de buitenzijde van het fietspad. De<br />
westelijke grens wordt gevormd door het Noordhollandsch Kanaal. De werkzaamheden zullen<br />
voornamelijk plaatsvinden aan de westzijde van de <strong>N235</strong>. Mogelijk zal een deel van de<br />
werkzaamheden in het kanaal plaatsvinden. Aan weerszijde van de <strong>N235</strong> liggen agrarische<br />
percelen.<br />
Figuur 3.1. Ligging van het plangebied (rood omkaderd). Bron: Globespotter.<br />
3.2 Projectvoornemen<br />
Provincie Noord-Holland is voornemens om de doorstroommogelijkheden en de<br />
verkeersveiligheid van de <strong>N235</strong> te verhogen. Om dit te bereiken komt aan de westzijde van de<br />
<strong>N235</strong>, tussen Ilpendam en Purmerend een tidal-flow-busbaan. Een tidal-flow-busbaan is een<br />
busbaan die afhankelijk van de instellingen (bijvoorbeeld tijdstip) in slechts één rijrichting is te<br />
gebruiken. Ten zuiden van Ilpendam ligt al zo'n dergelijke busbaan, die daarmee dus verlengd zou<br />
worden. Op dit moment is er waarschijnlijk niet genoeg ruimte voor het beoogde profiel. Om het<br />
profiel passend te maken zal mogelijk de oostelijke damwand van het naastgelegen<br />
Noordhollandsch Kanaal verplaatst worden.<br />
Pagina 5 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Tevens komt in Ilpendam een voetgangerstunnel vanaf de Merelstraat, Aalduikerweg of<br />
Gruttostraat naar de bushalte aan de westzijde van de <strong>N235</strong> om het verkeer verder te ontlasten.<br />
De werkzaamheden omvatten onder andere het kappen van aanwezige bomen. Daarnaast zijn<br />
het groot onderhoud aan de huidige weg en het naastgelegen fietspad ook onderdeel van de<br />
werkzaamheden.<br />
De definitieve inrichting van het plangebied is vooralsnog niet bekend. De planning is dat eind<br />
2015 het definitieve ontwerp klaar is. De start van de realisatiefase is eind <strong>2016</strong> gepland. Voor 31<br />
december 2017 dient het gehele project afgerond te zijn.<br />
Pagina 6 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
4 Methodiek<br />
4.1 Algemeen<br />
Het onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en ligging van beschermde<br />
gebieden is opgebouwd uit twee onderdelen:<br />
1. Bureaustudie naar waarnemingen van beschermde soorten uit het (recente) verleden en<br />
ligging van beschermde gebieden in de invloedsfeer van het project;<br />
2. Terreinbezoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten.<br />
4.2 Bureauonderzoek<br />
In het bureauonderzoek wordt specifiek gekeken naar de zwaar beschermde (Tabel 3) en overig<br />
beschermde (Tabel 2) soorten uit de Flora- en faunawet. Deze soorten zijn in Nederland zeldzaam<br />
of hebben een Europese bescherming (Habitatrichtlijn Bijlage IV-soorten) en moeten worden<br />
getoetst op voorkomen en het projecteffect. Treden effecten op, of worden verbodsbepalingen<br />
overtreden, dan zijn er maatregelen nodig om deze effecten te voorkomen, verzachten of te<br />
compenseren om te voldoen aan de Flora- en faunawet.<br />
Algemeen beschermde soorten, die zijn opgenomen in Tabel 1 van de Flora en faunawet, zijn niet<br />
meegenomen in deze toetsing. Deze soorten zijn zodanig algemeen in Nederland dat de gunstige<br />
staat van instandhouding niet in het geding komt het voorliggende project. Bovendien geldt voor<br />
deze soorten een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit artikel 8 t/m 12 van de Flora- en<br />
faunawet. Wel geldt de algemene zorgplicht. Door rekening te houden met de kwetsbare<br />
seizoenen van deze soorten, wordt voldoende aan de zorgplicht voldaan en kan de gunstige staat<br />
van instandhouding worden gegarandeerd.<br />
Er worden diverse bronnen geraadpleegd om een beeld te krijgen van de verspreiding en<br />
(mogelijk) voorkomen van zwaarder (Tabel 2 en 3 – soorten) beschermde soorten in en rond het<br />
plangebied. Met behulp van landelijke en regionale verspreidingsatlassen en specifieke<br />
internetsites (www.ravon.nl; www.vlindernet.nl; www.libellennet.nl; www.Naturalis.nl\EIS)<br />
wordt nagegaan of in het verleden zwaarder beschermde soorten zijn aangetroffen in of nabij het<br />
plangebied. Deze atlassen maken veelal gebruik van atlasblokken (5 x 5 kilometer). De<br />
soortgegevens hebben daarom betrekking op de regio en niet specifiek op het plangebied.<br />
Daarnaast worden landelijke databanken voor natuurwaarnemingen geraadpleegd, waaronder<br />
telmee.nl, over de periode 2009 - 2015. Telmee.nl is het invoerportaal van de landelijke<br />
Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO's). Er kan informatie over diverse<br />
soortgroepen tot op kilometerhokniveau worden verkregen. Exacte locaties of datering van de<br />
waarnemingen zijn dan niet bekend. Aan de hand van de resultaten van de bureaustudie wordt<br />
een inschatting gemaakt of de betreffende soorten in het plangebied voor zouden kunnen<br />
komen.<br />
Tevens is gebruik gemaakt van gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) die<br />
beschikbaar zijn gesteld door de Provincie Noord-Holland. Met de NDFF is op detailniveau te zien<br />
waar soorten zijn waargenomen. Ook de soortinformatie uit deze bron is meegenomen in<br />
voorliggend onderzoek om gericht te kunnen zoeken naar mogelijk voorkomende soorten.<br />
Pagina 7 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Vogels zijn beschermd onder de Flora- en faunawet. Een aantal vogels zijn onderverdeeld in<br />
soorten met jaarrond beschermde nesten (categorie 1-4) en niet jaarrond beschermde nesten<br />
(categorie 5) (zie toelichting in Bijlage 1 – Wettelijk kader) waarvan inventarisatie gewenst is.<br />
Gekeken wordt naar de verspreiding van categorie 1-4 soorten en soorten van categorie 5 die<br />
mogelijk zeldzaam zijn in de omgeving van het plangebied.<br />
Voor een eerder stadium van het voorliggende project is in 2012 een natuurtoets uitgevoerd<br />
(Witteveen+Bos, 2012). In vervolg op dit onderzoek heeft in 2013 nader onderzoek naar<br />
vleermuizen plaatsgevonden (Batweter onderzoek en advies, 2013). Resultaten uit deze<br />
onderzoeken zijn meegenomen in de voorliggende natuurtoets.<br />
Naast de bronnen met soortinformatie, is voor het bepalen van de ligging van beschermde<br />
gebieden gebruik gemaakt van de gebiedendatabase op de website van het Ministerie van EZ.<br />
Om inzicht te krijgen in de ligging van het plangebied t.o.v. van het NNN is de provinciale website<br />
geraadpleegd.<br />
4.3 Terreinbezoek<br />
Naar aanleiding van de uitkomsten van de bureaustudie is bepaald in hoeverre de aanwezigheid<br />
van beschermde soorten aannemelijk gesteld kan worden op basis van aanwezig geschikt habitat<br />
in het plangebied. Op 16 juli 2015 is een terreinbezoek aan het plangebied afgelegd om te<br />
bepalen in hoeverre aan de hand van de soorten uit de bureaustudie en aan de hand van het<br />
voorkomen van geschikt habitat beschermde soorten kunnen voorkomen. Het gaat hier om een<br />
deskundigenoordeel op basis van de fysieke gesteldheid van het terrein (biotopenonderzoek).<br />
Daarnaast zijn de aangetroffen belangwekkende soorten opgetekend.<br />
4.4 Effectbeoordeling en advies vervolgtraject<br />
Aan de hand van de bevindingen uit het bureauonderzoek en de resultaten van het verkennend<br />
terreinbezoek kan worden bepaald of een vervolgonderzoek nodig is om beschermde soorten uit<br />
te sluiten en om te bepalen wat de effecten zijn. Tevens kan worden geadviseerd over de te<br />
volgen procedure inzake de natuurwetgeving.<br />
Pagina 8 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
5 Resultaten gebiedsonderzoek<br />
5.1 Gebiedsbeschrijving<br />
Het plangebied is te onderscheiden in verschillende onderdelen. Specifieke locaties zijn daarbij<br />
het kruispunt van de <strong>N235</strong> met de Aalduikerweg te Ilpendam. het kruispunt <strong>N235</strong> en Verzetslaan<br />
te Purmerend en het tussenliggende traject.<br />
Kruispunt <strong>N235</strong> en Aalduikerweg te Ilpendam<br />
Aan de zuidzijde van de Aalduikerweg is water gelegen dat via een duiker onder de <strong>N235</strong> in<br />
verbinding staat met het Noordhollandsch Kanaal. De waterkade is van hout, er is geen sprake<br />
van een natuurlijke oever. Aan de wal ligt een klein intensief beheerd grasland met daarin een<br />
bomenrij bestaande uit acht bomen (Figuur 5.1 links). Aan de noordzijde van de Aalduikerweg is<br />
een plantsoen gelegen met daarin ook enkele bomen (Figuur 5.1 rechts). Aan de oostzijde van<br />
het kruispunt staat, naast het fietspad, een rij met schietwilgen (Figuur 5.2 links). Aan de randen<br />
van het kruispunt zijn enkele delen intensief beheerd grasland te vinden (Figuur 5.2 rechts). De<br />
natuurlijke waarde van het gebied is zeer beperkt.<br />
Figuur 5.1. Ilpendam. Links: zuidzijde van de Aalduikerweg. Rechts: noordzijde Aalduikerweg.<br />
Figuur 5.2. Kruispunt Ilpendam. Links: rij wilgen oostzijde <strong>N235</strong>. Rechts: gemaaide berm westzijde <strong>N235</strong>.<br />
Pagina 9 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Traject vanaf Kruispunt <strong>N235</strong>/Aalduikerweg tot Kruispunt <strong>N235</strong> en Verzetslaan<br />
Over het gehele traject ligt aan weerszijde van de <strong>N235</strong> een brede, recent gemaaide, wegberm.<br />
Aan de oostzijde ligt deze berm achter de vangrails. Hier staan bomen die een onderbroken<br />
bomenrij vormen langs het traject (Figuur 5.3 links). De berm wordt van het Noordhollandsch<br />
Kanaal gescheiden middels een metalen kade in het zuidelijke deel en middels een betonnen<br />
kade in het noordelijke deel (Figuur 5.4). Aan de rand van de kade is op enkele delen een houten<br />
balk gelegen waar nog enkele planten in bloei op staan. Aan de oostzijde van de <strong>N235</strong> bestaat de<br />
berm enkel uit recent gemaaid grasland met daarin enkele algemeen voorkomende<br />
plantensoorten (Figuur 5.3 rechts). De natuurlijke waarde van het gebied is zeer beperkt.<br />
Figuur 5.3. De <strong>N235</strong>. Links: berm aan de westzijde van de weg. Rechts: berm aan de oostzijde van de weg.<br />
Figuur 5.4. Kade langs het traject. Links: metalen kade aan het zuidelijke deel van het traject. Rechts:<br />
betonnen kade langs het noordelijke deel van het traject.<br />
Kruispunt <strong>N235</strong> en Verzetslaan<br />
Ook hier bestaat de westzijde van de <strong>N235</strong> uit recent gemaaid grasland met daarin een bomenrij<br />
(Figuur 5.5 links). Enkele van deze bomen hebben geen blad meer wat er op duidt dat deze<br />
besmet zijn met de iepenziekte (Figuur 5.5 rechts). Het Noordhollandsch Kanaal wordt van de<br />
Pagina 10 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
berm gescheiden middels een betonnen kade. Aan de oostzijde van <strong>N235</strong> zijn ook hier recent<br />
gemaaide bermen gelegen. De natuurlijke waarde van het gebied is zeer beperkt.<br />
Figuur 5.5. Kruispunt met de Verzetslaan. Links: overzicht van het kruispunt. Rechts: berm met bomen aan<br />
de oostzijde van de <strong>N235</strong>.<br />
5.2 Beschermde soorten<br />
5.2.1 Bureauonderzoek<br />
Uit de landelijke en provinciale verspreidingsinformatie en uit atlassen (5 x 5 kilometerhok) blijkt<br />
dat in of nabij het plangebied in het verleden diverse beschermde soorten zijn waargenomen.<br />
Naast eerder genoemde bronnen is ook gekeken naar resultaten van eerder uitgevoerde<br />
Natuurtoets in de omgeving (Witteveen+Bos, 2012). Onderstaande zwaarder beschermde (Tabel<br />
2 en 3 Flora- en faunawet) soorten komen mogelijk voor in de omgeving van het plangebied.<br />
Vogels, categorie 1-4 (telmee.nl, NDFF)<br />
- buizerd, havik, huismus, slechtvalk en sperwer.<br />
Zoogdieren (telmee.nl, NDFF)<br />
- Noordse woelmuis, waterspitsmuis, gewone dwergvleermuis, laatvlieger,<br />
meervleermuis, ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis.<br />
Reptielen (telmee.nl, NDFF)<br />
- geen waarnemingen van zwaarder beschermde reptielen.<br />
Amfibieën (telmee.nl, NDFF)<br />
- rugstreeppad.<br />
Vissen (telmee.nl, NDFF)<br />
- kleine modderkruiper, rivierdonderpad en bittervoorn.<br />
Vlinders, Libellen en overige soortgroepen (telmee.nl, NDFF)<br />
- er zijn geen waarnemingen van zwaarder beschermde vlinders, libellen of overige<br />
soortgroepen.<br />
Pagina 11 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Flora (telmee.nl, NDFF)<br />
- rietorchis, tongvaren en veenmosorchis.<br />
Het voorkomen van wettelijk beschermde soorten in het uurhok of kilometerhok betekent niet<br />
dat deze soorten zich in (de omgeving van) het plangebied bevinden. Het plangebied omvat<br />
slechts een klein deel van het kilometerhok en daarmee ook een beperkt aantal verschillende<br />
biotopen en habitats. Met behulp van het terreinbezoek is nagegaan welke dit zijn. Hierdoor kan<br />
meer duidelijkheid gegeven worden over de voorkomende dan wel verwachte soorten in het<br />
plangebied. Op basis van de verspreidingsgegevens van een soort, in combinatie met kennis van<br />
de terreingeschiktheid voor deze soorten, is nagegaan of deze soorten mogelijk in het plangebied<br />
of de omgeving kunnen voorkomen.<br />
5.2.2 Terreinbezoek - ecologische bevindingen<br />
Op 16 juli 2015, 24 °C en afwisselend bewolkt (bron: knmi.nl) is een terreinbezoek aan het<br />
plangebied afgelegd door een deskundig ecoloog van de Antea Group. Naast directe<br />
waarnemingen kan aan de hand van de aangetroffen biotopen een beeld worden geschetst van<br />
de aanwezige beschermde soorten.<br />
Vogels (categorie 1-4)<br />
Zoals eerder aangegeven is er een aantal vogelsoorten waarvan de broedplaatsen jaarrond<br />
beschermd zijn en waarbij verwijdering of aantasting van de vaste rust- en verblijfplaats altijd<br />
ontheffing moet worden aangevraagd. Dit zijn de zogenoemde categorie 1 tot en met 4-<br />
vogelsoorten (zie Bijlage 1). Uit de bureaustudie komen de buizerd, havik, huismus, slechtvalk en<br />
sperwer voren als categorie 1 tot en met 4 vogelsoorten. Tijdens het terreinbezoek zijn geen<br />
categorie 1 tot en met 4 vogelsoorten waargenomen. Binnen het plangebied zijn enkel bomen<br />
aanwezig die zijn aangeplant als lijnvormige landschapselementen aan de zijkant van wegen. Alle<br />
bomen zijn geïnspecteerd op nesten. Er zijn in het plangebied geen (oude, nieuwe, of in aanbouw<br />
zijnde) jaarrond beschermde nesten aangetroffen. Wel is er een nest van een houtduif<br />
aangetroffen in een van de bomen aan de westzijde van de <strong>N235</strong>.<br />
Nesten van de buizerd, havik, slechtvalk en sperwer worden niet verwacht binnen het plangebied<br />
omdat de relatief kleine bomen in een intensief gebruikte omgeving met een hoge mate van<br />
verstoring minder geschikt zijn als nestlocatie. In het plangebied zijn geen gebouwen aanwezig.<br />
Door het ontbreken van gebouwen zijn binnen het plangebied geen geschikte nestlocaties<br />
aanwezig voor de uit de bureaustudie verwachte huismus. Deze soort broed mogelijk in<br />
omliggende bebouwing. Het voorkomen van jaarrond beschermde nesten tijdens het<br />
terreinbezoek is uitgesloten.<br />
Zoogdieren<br />
Uit de bureaustudie zijn de volgende soorten zoogdieren naar voren gekomen: Noordse<br />
woelmuis, waterspitsmuis, gewone dwergvleermuis, laatvlieger, meervleermuis, ruige<br />
dwergvleermuis en rosse vleermuis.<br />
Vleermuizen<br />
De gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en meervleermuis zijn in<br />
Nederland voornamelijk gebouwbewonende vleermuizen. De rosse vleermuis is in Nederland<br />
voornamelijk een boombewonende soort. Binnen het plangebied zijn geen gebouwen aanwezig.<br />
Vaste rust- en verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen zijn uitgesloten. De bomen in<br />
Pagina 12 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
het plangebied zijn geïnspecteerd op holen en gaten die geschikt kunnen zijn als vaste rust- en<br />
verblijfplaatsen voor vleermuizen. In de iepen uit de bomenrij aan de westzijde van de <strong>N235</strong> en in<br />
de platanen langs de Aalduikerweg zijn geen boomholtes aangetroffen. In de schietwilgen aan de<br />
Merelstraat en aan het einde van de Gruttostraat te Ilpendam (oostzijde van de <strong>N235</strong>) zijn wel<br />
boomholtes aangetroffen. Deze holtes bevinden zich echter op een beperkte hoogte vanaf de<br />
grond en zijn gevormd door vergroeiing van het knotten waardoor deze holtes een tochtig<br />
karakter hebben. Om deze redenen zijn de holtes niet geschikt als vaste rust- en verblijfplaats<br />
voor boombewonende vleermuizen.<br />
De aanwezige lijnvormige landschapselementen, de bomenrij langs de <strong>N235</strong> en het<br />
Noordhollandsch Kanaal, zijn in potentie geschikt als vliegroute voor diverse vleermuissoorten. In<br />
het eerder uitgevoerde vleermuisonderzoek zijn delen van het plangebied beoordeeld op het<br />
belang voor vleermuizen. Hierbij is het Noordhollandsch Kanaal beoordeeld als “redelijk”<br />
belangrijk als vliegroute (Figuur 5.6 links). Voor de bomenrij langs de <strong>N235</strong> wordt aangegeven dat<br />
de bomenrij zelf minder geschikt is als vliegroute omdat over de gehele <strong>N235</strong> gezien de bomenrij<br />
sterk onderbroken is. Aangegeven wordt wel dat de bomenrij een belangrijke lichtfiltrerende<br />
werking heeft op het naast gelegen Noordhollandsch Kanaal (Figuur 5.6 rechts) (Batweter<br />
onderzoek en advies, 2013). Tijdens het terreinbezoek zijn bovenstaande bevindingen<br />
grotendeels bevestigd:<br />
• het Noordhollandsch Kanaal dient mogelijk als vliegroute;<br />
• de bomenrij langs de <strong>N235</strong> heeft een lichtfiltrerende werking voor het Noordhollandsch<br />
Kanaal.<br />
Tevens is beoordeeld dat de bomenrij langs de <strong>N235</strong> zelf ook (beperkt) geschikt is als vliegroute.<br />
Deze vormt, ondanks het deels onderbroken karakter, de enige opstaande verbinding tussen<br />
Purmerend en Ilpendam. Daarnaast wordt opgemerkt dat het Noordhollandsch Kanaal ook<br />
geschikt is als foerageergebied voor vleermuizen.<br />
Pagina 13 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Figuur 5.6. Beoordeling van het belang van delen van het plangebied voor vleermuizen (groen: geen belang,<br />
rood: groot belang). Links: belang van watergangen in de omgeving van het plangebied. Rechts: belang van<br />
bomenrijen inclusief functies als vliegroute, lichtfilter en of beschutting (Batweter advies en onderzoek,<br />
2013).<br />
Overige zoogdieren<br />
De Noordse woelmuis is een soort die in verschillende biotopen kan voorkomen. Belangrijk is dat<br />
het gehele jaar door voldoende voedsel en dekking aanwezig is. Er moet variatie in de vegetatie<br />
aanwezig zijn zoals diverse kruiden, overgangszones tussen land en water met riet,<br />
aanwezigheid van bepaalde soorten zeggen en in natte gebieden moeten drogere delen<br />
aanwezig zijn (RVO, 2014a). Binnen het plangebied bieden de intensief onderhouden bermen en<br />
plantsoenen geen geschikt leefgebied voor deze soort. De kades bieden geen goede<br />
overgangszone van land naar water. Het voorkomen van de Noordse woelmuis is uitgesloten.<br />
Wel zijn veel kleine holen aangetroffen van twee algemeen voorkomende muizen, de aard- en<br />
veldmuis (Tabel 1 Flora- en faunawet). In het NDFF is te zien dat de Noordse woelmuis is<br />
waargenomen ten zuiden van Ilpendam aan de oostzijde van de <strong>N235</strong>. Dit is op een locatie nabij<br />
een boerenerf waar het biotoop beter voldoet aan de biotoopeisen van deze soort.<br />
Pagina 14 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
De waterspitsmuis komt voor in en langs schoon, niet te voedselrijk, vrij snel stromend tot<br />
stilstaand water met een goed ontwikkelde watervegetatie en ruig begroeide oevers<br />
(www.zoogdiervereniging.nl). Binnen het plangebied ontbreekt een dergelijk biotoop. De harde<br />
kades en het intensief beheer van de oevers maken het plangebied ongeschikt voor de<br />
waterspitsmuis. Het voorkomen van de waterspitsmuis in het plangebied is uitgesloten.<br />
Reptielen<br />
Uit de bureaustudie zijn geen zwaarder beschermde reptielen naar voren gekomen. Het intensief<br />
beheerde gebied met grote verstoring van de <strong>N235</strong> is ongeschikt voor zwaarder beschermde,<br />
biotoop kritische reptielen. Het voorkomen van zwaarder beschermde reptielen in het<br />
plangebied is uitgesloten.<br />
Amfibieën<br />
Door de harde kades en het ontbreken van ondiepe wateren is het plangebied niet geschikt voor<br />
zwaarder beschermde biotoop kritische amfibieën. Tijdens het terreinbezoek zijn in de wateren<br />
binnen het plangebied grote vissen waargenomen. Wateren met de aanwezigheid van grote<br />
vissen zijn ongeschikt voor zwaarder beschermde amfibieën vanwege de hoge predatiedruk voor<br />
de larven. Het voorkomen van zwaarder beschermde amfibieën in het plangebied is uitgesloten.<br />
Op basis van gegevens van de NDFF blijkt dat de rugstreeppad in de directe omgeving van het<br />
plangebied voorkomt (Figuur 5.7). De meest recente waarneming dateert van 24 mei 2015. De<br />
rugstreeppad is een pionier soort en komt voornamelijk voor in gebieden met een hoge<br />
dynamiek zoals het geval is bij door mensen verstoorde (werk)terreinen. Daarbij geeft de soort<br />
de voorkeur aan tijdelijke ondiepe watertjes zoals in greppels of rijsporen (RVO, 2014b). In het<br />
plangebied is tijdens het terreinbezoek geen geschikt biotoop aangetroffen. De soort kan echter<br />
wanneer er ondiepe watertjes ontstaan tijdens de realisatiefase alsnog zijn intrek nemen in het<br />
plangebied.<br />
Vissen<br />
Uit de bureaustudie blijkt dat de kleine modderkruiper, rivierdonderpad en bittervoorn in de<br />
omgeving van het plangebied voorkomen. De wateren binnen het plangebied, het<br />
Noordhollandsch Kanaal en het water langs de Aalduikerweg te Ilpendam zijn middels een boot<br />
en elektrovis apparatuur bevist (Adviesbureau E.C.O.Logisch, 2015). Er zijn tijdens dit onderzoek<br />
geen zwaarder beschermde vissen aangetroffen. Tevens zijn de grote, vervuilde wateren minder<br />
geschikt voor zwaarder beschermde vissoorten. Op basis van de resultaten van het visonderzoek<br />
en de waarnemingen tijdens het terreinbezoek is het voorkomen van zwaarder beschermde<br />
vissoorten uitgesloten.<br />
Pagina 15 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Figuur 5.7. Waarnemingen van de rugstreeppad in de directe omgeving van het plangebied. Bron: NDFF.<br />
Vlinders, Libellen en overige soortgroepen<br />
Uit de bureaustudie zijn geen zwaarder beschermde vlinder, libellen en overige soortgroepen<br />
naar voren gekomen. Deze zwaarder beschermde soorten worden ook niet verwacht binnen het<br />
plangebied omdat de aangetroffen biotopen niet optimaal zijn. Het voorkomen van zwaarder<br />
beschermde soorten is uitgesloten.<br />
Flora<br />
Uit de bureaustudie blijkt dat de rietorchis, tongvaren en veenmosorchis in de omgeving van het<br />
plangebied voorkomen. Tijdens het terreinbezoek zijn deze, of andere zwaarder beschermde<br />
plantsoorten niet aangetroffen. Het plangebied herbergt enkel voedselrijke intensief beheerde<br />
gronden. Zwaarder beschermde plantsoorten hebben specifieke standplaatsfactoren die zich niet<br />
voor doen binnen het plangebied. Mogelijk komen de soorten voor in het natuurgebied<br />
“Ilperveld” dat op circa 500 meter afstand ten oosten van het plangebied is gelegen. Het<br />
voorkomen van zwaarder beschermde plantensoorten kan worden uitgesloten<br />
Pagina 16 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
5.2.3 Samenvatting beschermde soorten<br />
Tabel 5.1. Aanwezigheid van (mogelijk) beschermde soorten in het plangebied.<br />
Soort Beschermingsregime Aanwezigheid Toelichting<br />
Vleermuizen Tabel 3 Flora- en<br />
faunawet & Bijlage<br />
IV Habitatrichtlijn<br />
Mogelijk<br />
Mogelijk gebruik van<br />
lijnvormige<br />
landschapselementen<br />
als vliegroute en<br />
mogelijk dient het<br />
Noordhollandsch<br />
Kanaal als<br />
foerageergebied<br />
Rugstreeppad<br />
5.3 Beschermde gebieden<br />
Tabel 3 Flora- en<br />
faunawet & Bijlage<br />
IV Habitatrichtlijn<br />
Mogelijk tijdens de<br />
uitvoerfase<br />
Soort komt in de<br />
omgeving voor en<br />
neemt vaak zijn intrek<br />
in bouwterreinen<br />
Natuurnetwerk Nederland (NNN)<br />
Gebaseerd op de interactieve kaart van de Provincie Noord-Holland maakt het plangebied geen<br />
onderdeel uit van het NNN (zie Figuur 5.8). In de omgeving van het plangebied zijn gebieden<br />
aangewezen onder het NNN. Het meest nabijgelegen gebied dat onderdeel is van het NNN<br />
bevindt zich op een afstand van minimaal 350 á 400 meter aan weerszijde van de <strong>N235</strong>.<br />
Figuur 5.8. Ligging plangebied ten opzichte van het NNN. Groen: NNN natuur (bron: natuurbeheerplan<br />
Provincie Noord-Holland).<br />
Pagina 17 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Natura 2000<br />
Het plangebied bevindt zich niet binnen de grenzen van een Natura 2000-gebied. In de directe<br />
omgeving van het plangebied liggen de Natura 2000-gebieden “Wormer- en Jisperveld &<br />
Kalverpolder”, “Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske”, “Polder Zeevang” en<br />
“Markermeer & IJmeer” (zie Figuur 5.9). Tevens ligt het Beschermd natuurmonument “Waterland<br />
Varkensland” op een afstand van circa 2,3 kilometer ten zuiden van het plangebied. In Tabel 5.2<br />
is de ligging van Natura 2000-gebieden ten opzichte van het plangebied weergegeven.<br />
Tabel 5.2. Natura 2000-gebieden in de omgeving van het plangebied.<br />
Natura 2000-gebied<br />
Ligging t.o.v. plangebied<br />
Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske circa 500 meter ten westen<br />
Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder<br />
circa 4,8 kilometer ten westen<br />
Polder Zeevang<br />
circa 5,3 kilometer ten noorden<br />
Markermeer & IJmeer<br />
circa 6,3 kilometer ten oosten<br />
Figuur 5.9. Ligging plangebied ten opzicht van Natura 2000-gebieden. Geel: Habitatrichtlijngebied, blauw:<br />
Vogelrichtlijngebied, groen: Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebied, bruin: Vogelrichtlijn- en<br />
Habitatrichtlijngebied en Beschermd Natuurmonument (bron: AERIUS calculator).<br />
Pagina 18 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
6 Toetsing<br />
6.1 Effectbepaling project<br />
Als gevolg van het voorgenomen plan zal de natuur in de westelijke berm van de <strong>N235</strong><br />
grotendeels (tijdelijk) verdwijnen. Alle aanwezige bomen in en naast de berm zullen gerooid<br />
worden. Tevens wordt mogelijk de oostelijke damwand van het Noordhollandsch Kanaal<br />
verplaatst waardoor er (tijdelijke) effecten kunnen optreden aan watergebonden soorten. In<br />
paragraaf 6.2 worden de effecten beschreven van de voorgenomen werkzaamheden op de<br />
aanwezige beschermde soorten in het plangebied. In paragraaf 6.3 worden de effecten<br />
beschreven op de beschermde gebieden.<br />
6.2 Effecten beschermde soorten<br />
6.2.1 Vogels<br />
De effecten op de zwaarder beschermde soorten worden per soortgroep getoetst. Voor de<br />
vogels wordt naast de categorie 1-4 vogelsoorten ook ingegaan op de algemene soorten.<br />
Algemene vogels<br />
Alle in gebruik zijnde nesten van vogelsoorten in Nederland zijn beschermd onder de Flora- en<br />
faunawet. Met de meeste broedvogels kan echter in het algemeen relatief eenvoudig rekening<br />
worden gehouden door kapwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (circa maart tot en<br />
met juli) en indien concrete broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen<br />
vanuit de Flora- en faunawet aan de orde.<br />
In geval van te kappen bomen is in het kader van de zorgplicht van belang dat dit buiten de<br />
broedperiode van vogels uitgevoerd wordt.<br />
Indien het niet mogelijk is om buiten het broedseizoen om te werken dan dient het plangebied<br />
vóór het broedseizoen ongeschikt gemaakt te worden voor (broed)vogels. Mocht dit niet<br />
mogelijk zijn dan dient vooraf aan de werkzaamheden het plangebied gecontroleerd te worden<br />
op de aanwezigheid van broedvogels door een erkend ecoloog. Indien vastgesteld wordt dat<br />
sprake is van actuele broedgevallen binnen het plangebied of de directe omgeving wordt het<br />
plangebied niet vrijgegeven en dienen de werkzaamheden uitgesteld te worden tot nadat het<br />
nest niet meer in gebruik is.<br />
Jaarrond beschermde nesten<br />
Tijdens het terreinbezoek zijn geen nesten aangetroffen van categorie 1-4 vogels. Tevens is het<br />
plangebied door de grote mate van verstoring niet geschikt als broedbiotoop voor deze soorten.<br />
Effecten op vogels met jaarrond beschermde nesten zijn uitgesloten.<br />
Categorie 5-soorten<br />
Naast soorten met jaarrond beschermde nesten zijn er categorie-5-vogelsoorten, waarvan de<br />
nesten alleen jaarrond beschermd zijn als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden<br />
dat rechtvaardigen. Dit laatste in het plangebied niet van toepassing. Er zijn geen categorie-5-<br />
soorten te verwachten die zeldzaam zijn in de directe omgeving of onvoldoende nestgelegenheid<br />
hebben in de directe omgeving.<br />
Pagina 19 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
6.2.2 Zoogdieren<br />
Vleermuizen<br />
Alle vleermuissoorten zijn beschermd onder de Flora- en faunawet en de Habitatrichtlijn (Bijlage<br />
IV). Bij het amoveren van bebouwing en het kappen van vooral oudere bomen dient te allen tijde<br />
rekening te worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen.<br />
Gebouwbewonende vleermuizen verblijven met name in spouwmuren, onder dakbetimmering,<br />
achter boeiborden of op zolders. Boombewonende vleermuizen verblijven in gaten, holen of<br />
scheuren van voornamelijk grote bomen.<br />
In het plangebied zijn geen locaties aangetroffen die potentieel geschikte vaste rust- en<br />
verblijfplaatsen bieden aan vleermuizen. In overeenstemming met eerder uitgevoerd onderzoek<br />
bevinden zich binnen het plangebied echter mogelijk wel essentiële vliegroutes. Een vliegroute is<br />
essentieel wanneer er geen goede alternatieve vliegroute is om vanuit de verblijfplaats het<br />
betreffende foerageergebied te bereiken dan wel dat er wel een alternatieve vliegroute is, maar<br />
het gebruik hiervan kost vergeleken met de originele vliegroute teveel energie (te ver omvliegen<br />
of te onbeschut).<br />
Zo vormt het Noordhollandsch Kanaal mogelijk een vliegroute voor aan water gebonden<br />
vleermuissoorten. De bomenrij tussen het kanaal en de <strong>N235</strong> functioneer voornamelijk als<br />
lichtfilter voor het Noordhollandsch Kanaal. Daarnaast vormt deze bomenrij zelf in potentie ook<br />
een vliegroute. Hierbij geldt echter dat de bomenrij, gezien over de gehele <strong>N235</strong>, sterk<br />
onderbroken is. De genoemde bomenrij wordt in het kader van de voorgenomen ontwikkeling<br />
grotendeels verwijderd. Op de eerste plaats gaat hierdoor de lichtfiltrerende werking verloren.<br />
Vleermuizen zijn lichtgevoelige soorten waardoor een toename in verlichting op het<br />
Noordhollandsch Kanaal kan leiden tot een aantasting van deze mogelijke vliegroute. Op de<br />
tweede plaats gaat tevens de mogelijke functie als vliegroute van de bomenrij zelf verloren.<br />
Vleermuizen zijn zwaar beschermde soorten en staan vermeld op Tabel 3 van de Flora- en<br />
faunawet en Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Om te kunnen bepalen of eventuele<br />
verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden worden door de voorgenomen<br />
ontwikkeling, is nader onderzoek conform het ‘Protocol voor vleermuisinventarisaties 2013’ naar<br />
het gebruik en de functie van de landschapselementen in het plangebied noodzakelijk. Indien het<br />
plangebied een relevant onderdeel uitmaakt (in de vorm van onder andere een essentiële<br />
vliegroute) van het leefgebied van vleermuizen dienen vervolgstappen ondernomen te worden.<br />
De inhoud van het nader onderzoek en de eventuele vervolgstappen worden in Hoofdstuk 7<br />
nader beschouwd.<br />
Overige zwaar beschermde zoogdieren<br />
Er zijn geen overige zwaarder beschermde zoogdieren in het plangebied aangetroffen en worden<br />
tevens niet verwacht. Het plangebied herbergt door zijn grote mate van verstoring en intensief<br />
beheerde karakter geen geschikt habitat voor deze soorten. Effecten zijn op overige zwaarder<br />
beschermde zoogdieren zijn uitgesloten.<br />
6.2.3 Reptielen<br />
De aanwezigheid van (zwaar) beschermde reptielsoorten in het plangebied is uit te sluiten.<br />
Effecten op deze soorten zijn dan ook uitgesloten.<br />
Pagina 20 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
6.2.4 Amfibieën<br />
De aanwezigheid van de rugstreeppad in het plangebied is op voorhand niet uit te sluiten. Tijdens<br />
het terreinbezoek is geen geschikt voortplantingsbiotoop van de soort aangetroffen. Tevens is<br />
geen geschikt landbiotoop aanwezig. Voor de bestemmingsplanwijziging vormt de rugstreeppad<br />
geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.<br />
Uit de bureaustudie blijkt dat de soort is waargenomen op aangrenzende agrarische percelen ten<br />
oosten van de <strong>N235</strong> (zie Figuur 5.7). De rugstreeppad is een pionier soort en komt voornamelijk<br />
voor in gebieden met een hoge dynamiek zoals het geval is bij door mensen verstoorde<br />
(werk)terreinen. Daarbij geeft de soort de voorkeur aan tijdelijke ondiepe watertjes zoals in<br />
greppels of rijsporen (RVO, 2014b).<br />
De rugstreeppad is vermeld op Tabel 3 van de Flora- en faunawet en op Bijlage IV van de<br />
Habitatrichtlijn. De rugstreeppad komt voor op de aangrenzende agrarische percelen ter hoogte<br />
van Ilpendam. Tijdens de realisatiefase is de kans groot dat geschikt leefgebied voor de<br />
rugstreeppad ontstaat. Om deze reden dient tijdens de realisatiefase van het project rekening<br />
gehouden te worden met het feit dat de rugstreeppad mogelijk zijn intreden kan nemen in het<br />
plangebied. Om te voorkomen dat de soort zijn intrek neemt in het plangebied tijdens de<br />
realisatiefase zijn maatregelen beschikbaar om dit tegen te gaan om mogelijke effecten op de<br />
soort uit te sluiten. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland meldt de volgende aanpak<br />
(RVO, 2014);<br />
“Er kan worden voorkomen dat rugstreeppadden de werklocatie gaan bevolken door het gebied<br />
waar de werkzaamheden plaats gaan vinden uit te rasteren. Dit kan bijvoorbeeld door het<br />
plaatsen van schermen van stevig plastic of worteldoek van 50 centimeter hoog en minimaal 10<br />
centimeter ingegraven in de grond. De voorzieningen die getroffen zijn om het gebied<br />
ontoegankelijk te maken moeten zodanig geplaatst en beheerd worden dat ze hun functie te alle<br />
tijden kunnen vervullen. Controleer dit regelmatig op kieren en op overhangende vegetatie. Let<br />
vooral ook op adequate voorzieningen bij toegangswegen voor bouwverkeer.”<br />
Omdat de soort recent is waargenomen (24 mei 2015) is het advies om ten noorden van<br />
Ilpendam een dergelijk amfibieënscherm te plaatsen over een lengte van circa 500 meter aan de<br />
oostzijde van het tracé.<br />
6.2.5 Vissen<br />
De aanwezigheid van zwaar beschermde vissoorten in het plangebied is uit te sluiten. Effecten op<br />
deze soorten zijn dan ook uitgesloten.<br />
6.2.6 Vlinders, libellen en overige beschermde soortgroepen<br />
Er zijn geen effecten te verwachten op andere beschermde soorten, zoals dagvlinders, libellen en<br />
andere ongewervelden in het plangebied. De soorten zijn niet aangetroffen tijdens het<br />
terreinbezoek en de aangetroffen biotopen zijn niet geschikt als leefgebied voor beschermde<br />
soorten uit deze soortgroepen.<br />
Pagina 21 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
6.2.7 Flora<br />
De aanwezigheid van zwaar beschermde florasoorten in het plangebied is uit te sluiten. Effecten<br />
op deze soorten zijn dan ook uitgesloten.<br />
6.3 Effecten op beschermde gebieden<br />
6.3.1 Effecten op het Natuurnetwerk Nederland (NNN)<br />
Voor wat betreft het NNN is alleen bij directe aantasting sprake van vervolgstappen, waaronder<br />
compensatie. Er bevindt zich geen NNN binnen het plangebied. Er is van directe aantasting van<br />
het NNN dan ook geen sprake. In de omgeving van het plangebied liggen wel NNN-gebieden. Op<br />
basis van de afstand van het plangebied tot het meest nabijgelegen NNN-gebied kunnen<br />
significant negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN worden<br />
uitgesloten. De ontwikkeling in het plangebied heeft geen effect op de directe omgeving van het<br />
plangebied. Vanuit dit oogpunt zijn er vanuit het NNN geen belemmeringen.<br />
6.3.2 Effecten op Natura 2000-gebieden<br />
Het plangebied ligt niet in een Natura 2000-gebied. In de omgeving van het plangebied liggen de<br />
Natura 2000-gebieden “Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder”, “Ilperveld, Varkensland,<br />
Oostzanerveld & Twiske”, “Polder Zeevang” en “Markermeer & IJmeer”. Het meest nabij gelegen<br />
gebied, “Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske”, bevindt zich op circa 500 meter<br />
afstand van het plangebied.<br />
Op een dergelijke afstand kunnen een groot aantal verstoringsfactoren zoals: oppervlakteverlies,<br />
versnippering, verstoring door geluid, verstoring door licht en verstoring door trillingen op<br />
voorhand uitgesloten worden.<br />
Het Noordhollandsch Kanaal staat (indirect) in verbinding met de watergangen binnen ieder van<br />
de bovengenoemde Natura 2000-gebieden. De voorgenomen ontwikkeling, inclusief de mogelijke<br />
verplaatsing van de damwand, heeft geen effect op het waterpeil en de waterhuishouding van<br />
het Noordhollandsch Kanaal. Er zal daarom geen sprake zijn van effecten op de waterhuishouding<br />
in omliggende Natura 2000-gebieden. De verstoringsfactoren verdroging en vernatting kunnen<br />
daarom ook uitgesloten worden.<br />
Op een dergelijke afstand van een Natura 2000-gebied kunnen projecten, via de emissie van<br />
stikstof, mogelijk bijdragen aan de stikstofdepositie op beschermde habitattypen.<br />
Stikstofdepositie kan, in de vorm van verzuring en vermesting, een negatief effect hebben op de<br />
kenmerken en waarden van deze habitattypen. De voorgenomen ontwikkeling leidt tot een<br />
neutrale verkeerstoename. Er zal daarom geen sprake zijn van een toename in de emissie van<br />
stikstof. Verwacht wordt dat de stikstofemissie enkel zal afnemen als gevolg van het schoner<br />
worden van het verkeer. De voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot een toename van de<br />
stikstofdepositie op (overspannen) habitattypen. Ook de verstoringsfactoren vermesting en<br />
verzuring kunnen op voorhand worden uitgesloten.<br />
Pagina 22 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van verstoringsfactoren die invloed hebben op<br />
beschermde habitattypen en / of Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten. De voorgenomen<br />
ontwikkeling geen significante effecten heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van de<br />
omliggende Natura 2000-gebieden.<br />
Pagina 23 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Pagina 24 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
7 Conclusies<br />
In dit hoofdstuk worden de conclusies van de natuurtoets gepresenteerd. De conclusies zijn<br />
opgedeeld in soortenbescherming (7.1) en gebiedsbescherming (7.2). Voortkomend uit de<br />
soortenbescherming komen een aantal verplichte voorwaarden in het kader van de Flora- en<br />
faunawet (paragraaf 7.3).<br />
7.1 Conclusies soortenbescherming<br />
In het plangebied komen beschermde soorten voor die mogelijk negatieve effecten kunnen<br />
ondervinden als gevolg van voorgenomen ontwikkeling. In het plangebied zijn mogelijk<br />
vliegroutes en foerageergebied van vleermuizen aanwezig. Daarnaast dient rekening gehouden<br />
te worden met de aanwezigheid van broedvogels in het plangebied. Tijdens de realisatiefase kan<br />
tevens de rugstreeppad zijn intreden nemen in het plangebied (zie paragraaf 6.2.4).<br />
Vleermuizen<br />
Het Noordhollandsch Kanaal en de bomenrij aan de westzijde van de <strong>N235</strong> vormen mogelijk<br />
vliegroutes voor vleermuizen. Tevens kan het Noordhollandsch Kanaal dienen als<br />
foerageergebied. Vleermuizen zijn zwaar beschermde soorten en staan vermeld op Tabel 3 van<br />
de Flora- en faunawet en Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. In verband met de mogelijke effecten<br />
die de voorgenomen ontwikkeling kan hebben op de hier potentieel aanwezige<br />
vleermuissoorten, is het uitvoeren van nader onderzoek naar de functie en het gebruik van het<br />
plangebied noodzakelijk. In 2015 wordt gestart met dit onderzoek. In paragraaf 7.3 wordt het<br />
nader onderzoek volgens de geldende protocollen uiteengezet en wordt de eventueel door te<br />
lopen juridische procedure nader toegelicht.<br />
Broedvogels<br />
Voor de voorgenomen werkzaamheden waarbij bomen verwijderd worden, dient rekening<br />
gehouden te worden met het broedseizoen (globaal half maart tot en met juli).<br />
Er zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde indien, conform de<br />
goedgekeurde gedragscode “Provinciale infrastructuur II”, ten minste één van de volgende<br />
maatregelen genomen worden:<br />
1) De werkzaamheden aan de bomen en gebouwen worden buiten het<br />
broedseizoen uitgevoerd (voorkeursmaatregel). Of in deze periode wordt het<br />
plangebied ongeschikt gemaakt voor broedvogels.<br />
2) Het plangebied wordt kort voor aanvang van de werkzaamheden door een<br />
erkende ecoloog gecontroleerd op actuele broedgevallen; bij gebleken<br />
aanwezigheid van broedende vogels moeten de werkzaamheden worden<br />
uitgesteld tot na het broedseizoen.<br />
Overzicht<br />
In Tabel 7.1 worden de soorten weergeven die in het plangebied aanwezig zijn en/of worden<br />
verwacht en waar nader onderzoek naar uitgevoerd moet worden. In paragraaf 7.3 wordt de<br />
vervolgprocedure voor vleermuizen toegelicht.<br />
Pagina 25 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Tabel 7.1. Mogelijk voorkomen van en effecten op beschermde soorten in het plangebied.<br />
Soort<br />
Ingreep<br />
verstorend<br />
Nader<br />
onderzoek<br />
Ontheffing<br />
noodzakelijk<br />
Bijzonderheden /<br />
opmerkingen<br />
Vleermuizen Mogelijk Ja Mogelijk Nader onderzoek naar de<br />
functie en gebruik van het<br />
plangebied<br />
Broedvogels<br />
algemeen<br />
Mogelijk Nee Nee Werken buiten het<br />
broedseizoen<br />
Rugstreeppad Mogelijk<br />
tijdens de<br />
realisatiefase<br />
Nee Nee Maatregelen nemen tijdens<br />
de realisatiefase om het<br />
intreden van de soort in het<br />
plangebied te voorkomen<br />
Algemene zorgplicht<br />
Tevens geldt altijd de algemene zorgplicht. De algemene zorgplicht houdt in dat men voldoende<br />
zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren (en dus niet alleen de<br />
beschermde) en hun leefomgeving. Dit is een algemene eis die voor iedereen geldt. Overigens<br />
geldt de zorgplicht ook voor planten. De uitvoerder draagt zorg voor de naleving van deze<br />
algemene zorgplicht.<br />
7.2 Conclusies gebiedsbescherming<br />
Natuurnetwerk Nederland<br />
Binnen het plangebied is geen NNN-gebied aanwezig. Er is van directe aantasting van de NNN<br />
dan ook geen sprake. Ook heeft de planontwikkeling geen negatieve effecten op de wezenlijke<br />
kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland buiten het plangebied. Er is daarom<br />
geen noodzaak voor een compensatieplan.<br />
Natura 2000<br />
In de omgeving van het plangebied, op een afstand van minimaal circa 500 meter, zijn meerdere<br />
Natura 2000-gebieden gelegen. Op basis van de afstand tot de omliggende Natura 2000-<br />
gebieden in combinatie met de aard van de voorgenomen ontwikkeling kunnen significant<br />
negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen op voorhand uitgesloten worden.<br />
7.3 Nader onderzoek<br />
Vleermuizen<br />
Vleermuizen gebruiken hun leefgebied door het jaar heen op verschillende manieren. Een<br />
vleermuisonderzoek verspreid over het seizoen (mei/juni - september/oktober) conform het<br />
meest recente vleermuisprotocol (2013) is noodzakelijk en geeft hier meer inzicht in. Het<br />
vleermuisonderzoek is met oog op de planning reeds gestart om waarnemingen in de periode<br />
september/oktober in 2015 te kunnen doen. Een dergelijk nader onderzoek naar het voorkomen<br />
van beschermde soorten is juridisch gezien drie jaar geldig.<br />
Pagina 26 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Procedure<br />
Wanneer geen essentiële vliegroutes of foerageergebied wordt aangetroffen, dan kunnen de<br />
werkzaamheden zonder bezwaren vanuit de Flora- en faunawet doorgang vinden.<br />
Indien essentiële vliegroutes of foerageergebied van vleermuizen wel aanwezig zijn dan dient een<br />
mitigatieplan opgesteld te worden waarin beschreven staat welke mitigerende (en zorgplicht<br />
gerelateerde) maatregelen genomen worden om overtredingen van de in de Flora- en faunawet<br />
opgelegde verbodsbepalingen te voorkomen.<br />
Tevens dient bij aanwezigheid van essentiële vliegroutes en / of foerageergebied een ontheffing<br />
aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).<br />
Deze dient aangevraagd te worden aangezien door het realiseren van de werkzaamheden een<br />
essentieel onderdeel van het leefgebied van de vleermuis verdwijnt. Immers, de vleermuissoort<br />
wordt gedwongen om zijn huidige leefgebied te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door<br />
deze werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op<br />
het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de vleermuissoort overtreden.<br />
De doorlooptijd van een ontheffing aanvraag bij RVO bedraagt doorgaans 3 tot 4 maanden<br />
(reguliere aanvraag) en maximaal 26 weken (via de Omgevingsvergunning).<br />
Pagina 27 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Pagina 28 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
8 Bronnen<br />
Adviesbureau E.C.O.Logisch, 2015. Briefrapport resultaten visinventarisatie, 22 juli 2015.<br />
Batweter onderzoek en advies, 2013. Vleermuiswaarden langs de <strong>N235</strong>.<br />
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Buiten aan het werk? Houd tijdig<br />
rekening met beschermde planten en dieren.<br />
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009. Aangepaste lijst jaarrond<br />
beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Augustus 2009.<br />
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2014a. Soortenstandaard Noordse woelmuis<br />
Microtus oeconomus arenicola Versie 2.0, december 2014.<br />
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2014b. Soortenstandaard Rugstreeppad Bufo<br />
calamita Versie 2.0, december 2014.<br />
Provincie Noord-Holland, 2015. Interactieve kaart Natuurbeheerplan <strong>2016</strong>. Beschikbaar via:<br />
http://maps.noord-holland.nl/kaarten/.<br />
Witteveen+Bos, 2012. Natuurtoets doorstroming/verkeersveiligheid <strong>N235</strong> en N247. In opdracht<br />
van Provincie Noord-Holland.<br />
Overig:<br />
www.zoogdieratlas.nl<br />
www.ravon.nl<br />
www.telmee.nl<br />
www.zoogdiervereniging.nl<br />
www.naturalis.nl<br />
www.vivara.nl<br />
www.telmee.nl<br />
www.vlindernet.nl<br />
www.libellennet.nl<br />
Pagina 29 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Pagina 30 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
I<br />
Bijlagen<br />
Wettelijk kader<br />
Pagina 31 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Bijlage I Wettelijk kader<br />
Flora- en faunawet<br />
Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden van de inheemse flora en fauna.<br />
Vanuit deze wet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van de<br />
mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. Het uitgangspunt<br />
van de wet is dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde soorten, tenzij dit<br />
uitdrukkelijk is toegestaan (het ‘nee, tenzij’ – principe). Bepaalde handelingen, waaronder<br />
ruimtelijke ingrepen, waarbij beschermde soorten in het geding zijn, zijn slechts bij uitzondering<br />
en onder voorwaarden mogelijk.<br />
Onder bepaalde voorwaarden geldt een algemene vrijstelling of een ontheffingsplicht van de<br />
verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de<br />
vrijstelling of ontheffing hangt af van de dier- of plantensoorten die voorkomen in het<br />
onderzoeksgebied. Hiertoe worden verschillende beschermingsregimes onderscheiden:<br />
- Soorten van tabel 1 – algemene soorten – lichtste beschermingsregime;<br />
- Soorten van tabel 2 – overige soorten – middelste beschermingsregime;<br />
- Soorten van tabel 3 – genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van de<br />
AMvB – zwaarste beschermingsregime.<br />
Algemene vrijstelling<br />
Voor tabel 1-soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling van de<br />
verbodsbepalingen in de wet (art. 8 t/m 12) en is derhalve geen ontheffing nodig.<br />
Vrijstelling onder gedragscode<br />
Voor tabel 2-soorten geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen in de wet (art. 8 t/m 12) als<br />
wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode. De goedgekeurde gedragscodes staan<br />
vermeld op de website van het Ministerie van EZ (www.drloket.nl). Voor de meeste activiteiten<br />
zijn er inmiddels gedragscodes goedgekeurd. De kans is groot dat de voorgenomen activiteit kan<br />
worden uitgevoerd onder één van de vele goedgekeurde gedragscodes.<br />
Ontheffing Tabel 2 en 3 - soorten<br />
Als er niet kan worden gewerkt onder een geldige gedragscode, is voor tabel 2-soorten alsnog<br />
een ontheffing nodig om toestemming te hebben voor het overtreden van de verbodsbepalingen<br />
in de wet. Ook voor tabel 3-soorten geldt een ontheffingsplicht.<br />
Ingrepen waarbij de verbodsbepalingen worden overtreden moeten ter goedkeuring worden<br />
voorgelegd aan RVO.nl door middel van een ontheffingsaanvraag, vergezeld van een overzicht<br />
van mitigerende of compenserende maatregelen om effecten tegen te gaan. Als de mitigerende<br />
of compenserende maatregelen (tijdelijke) effecten niet kunnen voorkomen en de gunstige staat<br />
van instandhouding niet in het geding komt, dan wordt een ontheffing verleend.<br />
Habitatrichtlijn Bijlage IV-soorten<br />
Sinds augustus 2009 is door een uitspraak van de Raad van State bepaald dat er volgens de<br />
Europese Habitatrichtlijn geen ontheffing meer verleend mag worden voor het vernietigen van<br />
vaste verblijfplaatsen van bijlage IV-soorten met als wettelijk belang ruimtelijke ingrepen. Een<br />
ontheffing voor ruimtelijke ingrepen is alleen mogelijk onder de volgende wettelijk belangen:<br />
- Bescherming van flora en fauna;<br />
Pagina 32 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
- Volksgezondheid of openbare veiligheid;<br />
- Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of<br />
economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten.<br />
Voor de meeste ruimtelijke projecten betekend dit dat een ontheffing voor Habitatrichtlijn<br />
Bijlage IV-soorten alleen kan worden aangevraagd onder dwingende redenen van groot openbaar<br />
belang. Dit belang moet worden onderbouwd om het groot openbaar belang aan te tonen. Een<br />
groot openbaar belang is een belang op regionale of nationale schaal. Vaak is de verwijzing naar<br />
een regionale structuurvisie voldoende.<br />
Vogels<br />
Vogels zijn niet opgenomen in Tabel 1 tot en met 3. Alle vogels zijn in het broedseizoen gelijk<br />
beschermd. De bescherming van vogels is hoofdzakelijk gericht op de bescherming van de<br />
nesten. Daarbij wordt wel een onderscheid gemaakt in nesten die jaarrond zijn beschermd<br />
(Categorie 1 tot en met 4-vogelsoorten, zie onderstaande tabel), nesten die alleen jaarrond zijn<br />
beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen<br />
(Categorie 5-vogelsoorten) en nesten die niet jaarrond zijn beschermd (overige vogelsoorten).<br />
Soort<br />
Categ<br />
orie<br />
Toelichting<br />
Steenuil 1 Nesten die ook buiten het broedseizoen in gebruik zijn<br />
als vaste rust- en verblijfplaats.<br />
Gierzwaluw, Roek 2 Nesten van koloniebroeders<br />
Grote gele kwikstaart, Huismus,<br />
Oehoe, Ooievaar, Kerkuil, Slechtvalk<br />
3 De fysieke voorwaarden voor de vaste nestplaats zijn<br />
afhankelijk van bebouwing, vaak zeer specifiek en<br />
limitatief beschikbaar<br />
Boomvalk; Buizerd; Havik, Ransuil<br />
Sperwer, Wespendief en Zwarte<br />
wouw<br />
4 Vogels die jaar in jaar uit in hetzelfde nest broeden en<br />
die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te<br />
bouwen<br />
Sinds augustus 2009 is door een uitspraak van de Raad van State bepaald dat er volgens de<br />
Europese Vogelrichtlijn geen ontheffing meer verleend mag worden voor het vernietigen van<br />
vaste verblijfplaatsen van vogels met als wettelijk belang ruimtelijke ingrepen of dwingende<br />
redenen van groot openbaar belang. Om ruimtelijke ontwikkelingen toch uit te kunnen voeren,<br />
moeten mitigerende maatregelen worden genomen om effecten vooraf te voorkomen. Om zeker<br />
te zijn van de juiste maatregelen is het aan te bevelen om de maatregelen voor te leggen aan het<br />
Ministerie van EZ door het indienen van een ontheffingsaanvraag. Hoewel een ontheffing voor<br />
vogels in de meeste gevallen niet kan worden afgegeven, geeft de Minister in haar besluit aan of<br />
de maatregelen voldoende zijn (positieve afwijzing).<br />
Zorgplicht<br />
In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat planten en<br />
dieren niet onnodig vernield/gedood of verstoord mogen worden. Dit betekent dat handelingen<br />
(of het nalaten hiervan) waarvan men weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat ze nadelig zijn<br />
Pagina 33 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
voor planten en/of dieren niet mogen worden uitgevoerd. Wanneer dergelijke handelingen toch<br />
uitgevoerd moeten worden, moeten maatregelen, voor zover dit in redelijkheid kan, worden<br />
genomen om de nadelige gevolgen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er dient<br />
bijvoorbeeld zo gewerkt te worden dat dieren kunnen ontsnappen en het kan nodig zijn om<br />
soorten te verplaatsen (bijvoorbeeld planten en amfibieën). Deze algemene zorgplicht geldt voor<br />
elke soort en elk individu in Nederland.<br />
Procedure ontheffingsaanvraag<br />
Voor soorten van tabel 1 geldt een vrijstelling. U hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet<br />
aan te vragen, maar u moet wel de zorgplicht nakomen.<br />
Voor soorten van tabel 2 geldt dat als u kunt werken volgens een goedgekeurde gedragscode er<br />
een vrijstelling geldt. U hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen, maar u<br />
moet uw activiteiten aantoonbaar uitvoeren zoals in de gedragscode staat. Tevens blijft de<br />
zorgplicht gelden.<br />
Indien u niet kunt werken volgens een gedragscode, maar u kunt maatregelen nemen om de<br />
functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen<br />
(zogenoemde mitigerende maatregelen), dan hoeft u ook geen ontheffing van de Flora- en<br />
faunawet aan te vragen. Wilt u zeker weten of uw mitigerende maatregelen voldoende zijn, en er<br />
inderdaad geen ontheffing nodig is? Vraag dan een ontheffing aan om uw maatregelen goed te<br />
keuren.<br />
Indien beschermde soorten van tabel 3 zijn aangetroffen in het plangebied, dan is mogelijk een<br />
ontheffingsaanvraag noodzakelijk. Net als voor tabel 2-soorten geldt dat als u maatregelen kunt<br />
nemen om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te<br />
garanderen (zogenoemde mitigerende maatregelen), u geen ontheffing van de Flora- en<br />
faunawet hoeft aan te vragen. U kunt uw mitigatieplan voorleggen bij RVO.nl voor goedkeuring.<br />
Voor soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn (die ook onder de tabel 3-soorten van de Floraen<br />
faunawet vallen) is het niet langer mogelijk ontheffing aan te vragen op grond van ruimtelijke<br />
ontwikkelingen. Dat zelfde geldt voor vogelsoorten. Zie bijlage 1 Flora- en faunawet voor een<br />
beschrijving van de te volgen procedure voor deze soorten.<br />
Indien u geen mitigerende maatregelen kunt nemen, dan dient een ontheffing te worden<br />
aangevraagd bij RVO.nl van het ministerie van Economische Zaken. Voor de ontheffingsaanvraag<br />
is het noodzakelijk te weten welke soorten aanwezig zijn, zodat gerichte mitigerende<br />
maatregelen kunnen worden getroffen. RVO.nl zal, indien het akkoord is met het aangeleverde<br />
stappenplan waarin de aanpak voor mitigatie beschreven wordt, een zogenoemde ‘verklaring van<br />
geen bedenkingen’ (vvgb) afgeven. Daarmee zegt zij in feite dat een ontheffing niet noodzakelijk<br />
is wanneer men zich bij de uitvoering houdt aan het opgestelde stappenplan.<br />
Wabo<br />
Vanaf 1 oktober 2010 is voor ruimtelijke ontwikkelingen de Wabo (Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht) in werking getreden. Dit houdt in dat de benodigde vergunningen en<br />
ontheffingen, dus ook die ten aanzien van de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet, in<br />
de meeste gevallen via een omgevingsvergunning gaan lopen. De aanvraag voor de<br />
omgevingsvergunning wordt ingediend bij de betreffende gemeente en vervolgens door de<br />
gemeente ter beoordeling voorgelegd aan het Ministerie van Economische Zaken (voormalig<br />
Pagina 34 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Ministerie van EL&I). Het Ministerie van EZ geeft bij goedkeuring een vvgb (verklaring van geen<br />
bedenkingen) af. Deze vvgb vervangt de huidige ontheffing Flora- en faunawet.<br />
Pagina 35 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Natuurnetwerk Nederland (NNN)<br />
De nieuwe naam voor de ecologische hoofdstructuur (EHS), het natuurnetwerk Nederland (NNN).<br />
De term EHS werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan (NBP) van het toenmalige<br />
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In 2014 werd deze term vervangen<br />
door NNN door staatssecretaris Dijksma van het ministerie van EZ.<br />
De Nederlandse natuur staat steeds meer onder druk, bijvoorbeeld door huizenbouw, aanleg van<br />
wegen en industrie. Toch leeft bij veel Nederlanders de wens om natuurgebieden in de buurt te<br />
hebben. Natuur geeft rust en biedt ruimte voor recreatie.<br />
De overheid heeft daarom extra geld uitgetrokken om de Nederlandse natuur te beschermen en<br />
verder te ontwikkelen. Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar<br />
worden verbonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en<br />
dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebieden en de<br />
verbindingen ertussen vormt het natuurnetwerk Nederland (NNN).<br />
In het NNN liggen de twintig Nationale Parken die Nederland kent. Ze hebben gezamenlijk een<br />
oppervlakte van 123.000 ha. Ongeveer 45%van alle hectares NNN op het land is ook Natura<br />
2000-gebied.<br />
Netwerk van gebieden<br />
Het NNN is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk<br />
helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden<br />
hun waarde verliezen. Het NNN kan worden gezien als de ruggengraat van de<br />
Nederlandse natuur. Het NNN bestaat uit:<br />
- bestaande natuurgebieden, reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en zogenaamde<br />
robuuste verbindingen;<br />
- landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheergebieden);<br />
- grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee).<br />
Het NNN is een plan in uitvoering en moet in 2018 klaar zijn.<br />
Pagina 36 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Natuurbeschermingswet 1998<br />
Nederland kreeg in 1967 voor het eerst een Natuurbeschermingswet. Deze wet maakte het<br />
mogelijk om natuurgebieden en soorten te beschermen. Op den duur voldeed de wet niet meer<br />
aan de eisen die internationale verdragen en Europese verordeningen stellen aan<br />
natuurbescherming. Daarom is in 1998 een nieuwe Natuurbeschermingswet gemaakt die alleen<br />
gericht is op gebiedsbescherming. De Natuurbeschermingswet 1998 is op 1 oktober 2005<br />
gewijzigd. Sindsdien zijn de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de<br />
Natuurbeschermingswet verwerkt.<br />
Beschermde gebieden<br />
De volgende gebieden worden aangewezen en beschermd op grond van de<br />
Natuurbeschermingswet:<br />
- Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden);<br />
- Beschermde natuurmonumenten;<br />
- Wetlands.<br />
Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur, geldt een<br />
vergunningplicht. Hierdoor is in Nederland een zorgvuldige afweging gegarandeerd bij projecten<br />
die gevolgen kunnen hebben voor natuurgebieden. Meestal verlenen de provincies de<br />
vergunningen, maar soms doet het Ministerie van Economische Zaken dit.<br />
Bestaand gebruik<br />
Op 1 februari 2009 is de wet gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op het zogenoemde<br />
'bestaand gebruik'. Hieronder vallen activiteiten in en om beschermde Natura 2000-gebieden die<br />
al plaatshadden voordat een gebied als beschermd gebied is aangewezen. De wijziging is met<br />
name van belang voor provincies (als bevoegd gezag) en voor burgers en bedrijven met bestaand<br />
gebruik. De wijzigingen zijn gericht op:<br />
- verbetering van de werking van de wet in de praktijk;<br />
- verbetering van de aansluiting van de wet bij de Habitatrichtlijn.<br />
Beschermde Natuurmonumenten<br />
Met de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 is in 2005 het verschil tussen Beschermde<br />
Monumenten en Staatsnatuurmonumenten vervallen: beide zijn nu Beschermde<br />
Natuurmonumenten.<br />
Beschermde Natuurmonumenten die overlappen met Natura 2000-gebieden worden opgeheven<br />
en niet langer beschermd als beschermd natuurmonument. De natuurwaarden, waarvoor het<br />
natuurmonument was aangewezen, worden wel in de Natura 2000-aanwijzing opgenomen.<br />
Het volgende schema toont de vergunningprocedure in het kader van de<br />
Natuurbeschermingswet.<br />
Pagina 37 van 40
Natuurtoets<br />
Projectnummer 0402663.35<br />
23 september 2015, definitief<br />
Pagina 38 van 40
Over Antea Group<br />
Van stad tot land, van water tot lucht; de<br />
adviseurs en ingenieurs van Antea Group<br />
dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan<br />
onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen<br />
en wegen, realiseren woonwijken en<br />
waterwerken. Maar we zijn ook betrokken<br />
bij thema’s zoals milieu, veiligheid,<br />
assetmanagement en energie. Onder de<br />
naam Oranjewoud groeiden we uit tot een<br />
allround en onafhankelijk partner voor<br />
bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group<br />
zetten we deze expertise ook mondiaal in.<br />
Door hoogwaardige kennis te combineren<br />
met een pragmatische aanpak maken we<br />
oplossingen haalbaar én uitvoerbaar.<br />
Doelgericht, met oog voor duurzaamheid.<br />
Op deze manier anticiperen we op de vragen<br />
van vandaag en de oplossingen van de<br />
toekomst. Al meer dan 60 jaar.<br />
Contactgegevens<br />
Beneluxweg 125<br />
4904 SJ OOSTERHOUT<br />
Postbus 40<br />
4900 AA OOSTERHOUT<br />
E. luc.koks@anteagroup.com<br />
www.anteagroup.nl<br />
Copyright © 2015<br />
Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd en/of openbaar worden<br />
gemaakt door middel van druk, fotokopie,<br />
elektronisch of op welke wijze dan ook,<br />
zonder schriftelijke toestemming van de<br />
auteurs.
Bijlage 3 Bureauonderzoek Archeologie<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 245
Antea Group Archeologie<br />
2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase)<br />
voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen<br />
km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
concept revisie 00<br />
4 november 2015
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam -<br />
Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1<br />
projectnummer 402633.35<br />
concept revisie 00<br />
4 november 2015<br />
Auteur<br />
M.L. Craane<br />
Opdrachtgever<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Postbus 3007<br />
2001 DA Haarlem<br />
datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave<br />
concept R.H. van Trigt G.F. van Paassen
Inhoudsopgave<br />
Blz.<br />
Samenvatting 2<br />
1 Inleiding 3<br />
2 Bureauonderzoek 4<br />
2.1 Beschrijving onderzoekslocatie 4<br />
2.1.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied 4<br />
2.1.2 Huidig en toekomstig gebruik 4<br />
2.1.3 Archeologisch beleid en regelgeving 5<br />
2.1.4 Landschappelijke situatie 5<br />
2.1.5 Historische situatie en mogelijke verstoringen 8<br />
2.2 Bekende waarden 9<br />
2.2.1 Archeologische waarden 9<br />
2.2.2 Ondergrondse bouwhistorische waarden 11<br />
2.3 Archeologische verwachting 11<br />
2.3.1 Bestaande verwachtingskaarten 11<br />
2.3.2 Gespecificeerde archeologische verwachting 13<br />
2.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek 14<br />
3 Veldonderzoek 15<br />
3.1 Doel- en vraagstelling 15<br />
3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze 15<br />
3.3 Resultaten 16<br />
3.3.1 Bodemopbouw 16<br />
3.3.2 Archeologie 16<br />
4 Conclusies en advies 17<br />
4.1 Conclusies 17<br />
4.2 (Selectie)advies 17<br />
Literatuur en geraadpleegde bronnen 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Administratieve gegevens<br />
Projectnummer Antea Group 402633.35<br />
OM-nummer 3977947100 (BO) PM (IVO-O)<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Gemeente Waterland en Purmerend<br />
Plaats Ilpendam en Purmerend<br />
Toponiem <strong>N235</strong> tussen km 4.2 en km 8.1<br />
Coördinaten N?125365 / 496842 Z?125233 / 500683<br />
Opdrachtgever Provincie Noord-Holland<br />
Uitvoerder Antea Group<br />
Datum uitvoering November 2015<br />
Projectteam M.L. Craane (KNA-archeoloog)<br />
P.C. Teekens (senior KNA-archeoloog)<br />
J. Tolsma (projectleider archeologie)<br />
Vrijgave conform KNA<br />
Bevoegd gezag<br />
Beheer documentatie<br />
Vondstdepot<br />
G. Sophie (senior KNA-archeoloog)<br />
Gemeente Waterland, Gemeente Purmerend en<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Antea Group<br />
n.v.t<br />
Afbeelding 1. Uitsnede topografische kaart 1:25.000 met ligging plangebied in rood (locatie tunnel binnen de<br />
cirkel (niet op schaal).<br />
Blad 1 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Samenvatting<br />
In november 2015 heeft Antea Group in opdracht van de Provincie Noord-Holland een<br />
archeologisch onderzoek uitgevoerd voor de <strong>N235</strong> tussen km 4,2 en km 8,1 in de gemeentes<br />
Waterland en Purmerend. Het onderzoek heeft bestaan uit een archeologisch bureauonderzoek<br />
en een booronderzoek, verkennende fase.<br />
Aanleiding tot het onderzoek vormen de voorgenomen werkzaamheden aan de provinciale weg<br />
ten behoeve van de doorstroming en ten behoeve van het groot onderhoud.<br />
Voor bijna het gehele tracé geldt binnen het bestemmingsplan een dubbelbestemming waarde<br />
archeologie, maar vanwege de lengte van tracé gelden hiervoor wel verschillende<br />
onderzoeksverplichtingen.<br />
Uit het bureauonderzoek is gebleken dat er voor het plangebied vooral een verwachting is voor<br />
het aantreffen van sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Deze verwachting is hoog<br />
voor het gedeelte van het plangebied nabij de kern van Ilpendam.<br />
Over het grootste gedeelte van het plangebied zullen de werkzaamheden bestaan uit het<br />
vervangen van het bestaande asfalt en de onderliggende puinverharding. Deze werkzaamheden<br />
zullen geen nieuwe bodemverstoringen met zich meebrengen. Op de locaties waar de weg<br />
mogelijk verbreed gaat worden gaat dit gebeuren in de bestaande berm die al verstoord is<br />
vanwege de aanwezige kabels en leidingen. Ook dit zal niet leiden tot nieuwe bodemverstoringen.<br />
De aanleg van de voetgangerstunnel in Ilpendam brengt echter wel nieuwe bodemverstorende<br />
werkzaamheden met zich mee. In het bestemmingsplan geldt voor die locatie een archeologische<br />
onderzoeksplicht bij bodemverstorende werkzaamheden met een oppervlakte van 100 m² of<br />
meer die de bodem dieper dan 35 cm beneden maaiveld zullen verstoren. Dit is hier het geval.<br />
De aanwezigheid van archeologische sporen is echter sterk afhankelijk van het feit of de bodem<br />
in het plangebied verstoord is. Dit kan niet worden bepaald door een bureauonderzoek alleen.<br />
Wij adviseren dan ook om in het plangebied een verkennend booronderzoek uit te voeren om de<br />
mate van intactheid van de bodemopbouw te bepalen en de diepteligging van eventueel<br />
archeologische lagen. Ter hoogte van de nieuwe tunnelbak dienen 4 boringen gezet te worden<br />
met een edelmanboor (diameter 7 cm) en een guts (diameter 3 cm).<br />
Op 16 november zijn de boringen geplaatst. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken: PM<br />
Selectieadvies: PM<br />
Blad 2 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
1 Inleiding<br />
In november 2015 heeft Antea Group in opdracht van de Provincie Noord-Holland een<br />
archeologisch onderzoek uitgevoerd voor de <strong>N235</strong> tussen km 4,2 en km 8,1 in de gemeentes<br />
Waterland en Purmerend. Het onderzoek heeft bestaan uit een archeologisch bureauonderzoek<br />
en een booronderzoek, verkennende fase.<br />
Aanleiding tot het onderzoek vormt de voorgenomen werkzaamheden aan de provinciale weg<br />
ten behoeve van de doorstroming en ten behoeve van het groot onderhoud.<br />
Voor bijna het gehele tracé geldt binnen het bestemmingsplan een dubbelbestemming waarde<br />
archeologie, maar vanwege de lengte van tracé gelden hiervoor wel verschillende<br />
onderzoeksverplichtingen die in paragraaf 2.1.3. uiteen zullen worden gezet. Omdat het totale<br />
plangebied over deze grenzen overschrijdt, wordt dit bureauonderzoek uitgevoerd. Voor het<br />
advies met betrekking tot een eventueel vervolgonderzoek passen wij voor elke bodemingreep<br />
de desbetreffende onderzoeksverplichting toe.<br />
Het doel van het archeologische bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerd<br />
archeologisch verwachtingsmodel. Het verwachtingsmodel wordt vervolgens door middel van<br />
een inventariserend veldonderzoek getoetst. Het rapport wordt afgesloten met een advies hoe<br />
binnen de voorgenomen ontwikkeling om te gaan met het aspect archeologie aan de<br />
opdrachtgever en aan de gemeente en provincie als bevoegd gezag.<br />
Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse<br />
Archeologie (KNA), versie 3.3.<br />
Blad 3 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
2 Bureauonderzoek<br />
Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een<br />
gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Waar kunnen we wat<br />
verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordt gebruik gemaakt van<br />
reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, bodemkundige gegevens en<br />
informatie over de landschappelijke situatie. Een gespecificeerde verwachting gaat in op de<br />
mogelijke aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en eventuele (mate van) verstoring<br />
van archeologische waarden binnen het plangebied.<br />
2.1 Beschrijving onderzoekslocatie<br />
2.1.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied<br />
Het is van belang een onderscheid te maken tussen plangebied enerzijds en onderzoeksgebied<br />
anderzijds. Met plangebied wordt het gebied bedoeld waarop de in de inleiding genoemde<br />
plannen en/of werkzaamheden betrekking hebben. Voor het plangebied wordt in de regel ook de<br />
ruimtelijke procedure gevoerd waarvan dit archeologisch onderzoek een onderdeel is. Binnen dit<br />
gebied kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord worden.<br />
Het plangebied betreft de <strong>N235</strong> vanaf km 4,1 tot aan km 8,2 en heeft dus een lengte van 4,1 km.<br />
Het omvat de weg en naastgelegen fietspaden. In het westen wordt het plangebied begrensd<br />
door het Noordhollandsch Kanaal. In Ilpendam hoort ook een gedeelte van de Aalduikerweg en<br />
de Merelstraat bij het plangebied omdat hier een voetgangerstunnel wordt gerealiseerd.<br />
Deze tunnel heeft een lengte van circa 35 m en een breedte van 5 m.<br />
Het onderzoeksgebied is het gebied waar informatie over wordt ingewonnen voor het opstellen<br />
van de gespecificeerde archeologische verwachting en is groter dan het plangebied zelf. In<br />
principe wordt een strook van circa 500 m aan weerszijde van het plangebied gehanteerd. Dit<br />
wordt voldoende geacht om relevante informatie te verzamelen om het gespecificeerd<br />
verwachtingsmodel op te kunnen stellen. Dit omdat dit onderzoeksgebied een vergelijkbare<br />
situatie kent als het plangebied voor onder andere de onderdelen zoals hoogteligging,<br />
geomorfologie, historische situatie etc.<br />
2.1.2 Huidig en toekomstig gebruik<br />
Huidig gebruik plangebied<br />
Het plangebied is momenteel in gebruik als provinciale weg.<br />
Consequenties toekomstig gebruik<br />
Het plangebied blijft in gebruik als provinciale weg. In het kader van de verbetering van de<br />
doorstroming en het geplande groot onderhoud worden er een aantal bodemverstorende<br />
werkzaamheden uitgevoerd. Onderdeel van deze maatregelen is ook de realisatie van een<br />
voetgangerstunnel ter hoogte van Ilpendam. Deze tunnel zal een bodemverstoring tot 4,5 m<br />
beneden maaiveld met zich meebrengen.<br />
Blad 4 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Over het grootste gedeelte van het plangebied zullen de werkzaamheden bestaan uit het<br />
vervangen van het bestaande asfalt en de onderliggende puinverharding. Deze werkzaamheden<br />
zullen geen nieuwe bodemverstoringenen met zich meebrengen. Op de locaties waar de weg<br />
mogelijk verbreed gaat worden gaat dit gebeuren in de bestaande berm die al verstoord is<br />
vanwege de aanwezige kabels en leidingen. Ook dit zal niet leiden tot nieuwe<br />
bodemverstoringen. De aanleg van de voetgangerstunnel in Ilpendam brengt echter wel nieuwe<br />
bodemverstorende werkzaamheden met zich mee.<br />
2.1.3 Archeologisch beleid en regelgeving<br />
Het tracé doorkruist twee gemeentes waarbinnen er ook sprake is van verschillende<br />
archeologische verwachting die middels een dubbelbestemming waarde archeologie in de<br />
verschillende bestemmingsplannen is verankerd. De verschillende waardes zijn overgenomen uit<br />
de archeologische beleidsadvieskaart van de betreffende gemeentes. Hieronder staat van zuid naar<br />
noord per wegvak (begrenst door hectometers) aangegeven welke bepalingen ten aanzien van<br />
archeologie gelden.<br />
Hm 4,25 - 5,2<br />
In de gemeente Waterland is voor dit wegdeel de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' (artikel<br />
41, bestemmingsplan Buitengebied Waterland 2013) van toepassing. Voor grond/bouwwerken<br />
waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper<br />
dan 0,40 m onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het<br />
bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn.<br />
Hm 4,6 - 4,75<br />
Voor een deel van de <strong>N235</strong> ter hoogte van de oude dorpskern van Ilpendam (gemeente<br />
Waterland) geldt op grond van het bestemmingsplan Buitengebied Waterland 2013 de<br />
dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 (art. 38) waarbij voor bouw/grondwerken de grens<br />
ligt op een oppervlak van 100 m 2 en een diepte van 35 cm. Bij grotere ingrepen is onderzoek<br />
noodzakelijk.<br />
Hm 5,2 - 7,05<br />
Ter hoogte van het sportpark/ grens bebouwde kom Ilpendam (gemeente Waterland) geldt de<br />
dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 4’ (artikel 40 bestemmingsplan Buitengebied<br />
Waterland). Hier geldt een minimale maat van 2.500 m 2 en diepte van 40 cm voor verplicht<br />
onderzoek. Deze waarde geldt ook voor het kanaal, gerekend vanaf de kanaalbodem.<br />
Hm 7,05 - 8,1<br />
Op het grondgebied van de gemeente Purmerend geldt voor het grootste gedeelte van de <strong>N235</strong><br />
geen archeologische dubbelbestemming omdat er op de archeologische beleidsadvieskaart<br />
sprake is van een lage archeologische verwachting. Alleen voor het gedeelte ter hoogte van de<br />
bocht in de Jaagweg geldt een dubbelbestemming waarde archeologie waarbij een<br />
archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemingrepen met een oppervlakte van 500 m² of<br />
meer die de bodem dieper dan 50 cm beneden maaiveld zullen verstoren.<br />
2.1.4 Landschappelijke situatie<br />
Blad 5 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Geologie en landschappelijke ontwikkeling:<br />
Waterland maakt deel uit van een uitgestrekt veenlandschap met een maaiveldhoogte tussen<br />
0 tot 2 meter onder N.A.P. Deze situatie heeft niet altijd bestaan, want rond ongeveer 2600 v.<br />
Chr. was het gebied van Waterland en de Zaanstreek een uitgestrekt waddengebied. In die tijd<br />
veranderde de omgeving: de directe invloed van de zee verdween en het gebied veranderde in<br />
een moeras. Zo ontstond hier vanaf ca. 2200 v.Chr. een groot veengebied dat zich uitstrekte van<br />
de duinen in het westen tot de hogere gronden van Gelderland en Overijssel; de Zuiderzee<br />
bestond toen nog niet. De veengroei hield gelijke tred met de stijging van de grondwaterspiegel<br />
zodat op den duur een metersdik pakket veen ontstond. In grote delen van Waterland is de<br />
veenvorming ongestoord doorgegaan tot de mens het land ging ontginnen, een ontwikkeling die<br />
in de tiende eeuw ingezet werd. Vanaf de 11e eeuw hebben er systematisch ontginningen<br />
plaatsgevonden die in grote mate het huidige landschap en de opbouw van de bovengrond<br />
hebben bepaald.<br />
Geomorfologie en AHN:<br />
Op de Geomorfologische Kaart van Nederland is het plangebied gelegen ter hoogte van een<br />
ontgonnen veenvlakte (1M46 / 2M46, lila) en een lage dijk (D1, lichtroze). Het gedeelte van het<br />
plangebied ter hoogte van de bebouwde kom van Ilpendam en Purmerend (beige) is niet<br />
gekarteerd vanwege de ligging in de bebouwde kom. Ten westen en oosten van het plangebied<br />
komen vlaktes van zee- of meerbodemafzettingen voor (2M33, turquoise).<br />
Afbeelding 2. Uitsnede van de geomorfologische kaart (bron: archis2) (noord georiënteerd)<br />
Ook op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is de lage dijk duidelijk te herkennen. De<br />
veenafgravingen zijn op het AHN ook duidelijk veel hoger (2,5 m) gelegen dan de vlaktes van zeeafzettingen.<br />
Blad 6 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Afbeelding 3. Uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) (www.ahn.nl)<br />
Bodem en grondwater:<br />
Op de Bodemkaart van Nederland zijn de delen van het plangebied die zijn gelegen binnen de<br />
bebouwde kom van Purmerend en van Ilpendam niet gekarteerd. Het overige deel van het<br />
plangebied is echter wel gekarteerd. Het gehele plangebied bestaat uit veengronden van<br />
mosveen. Van noord naar zuid zijn dit achtereenvolgens Weideveengronden (pVs),<br />
Koopveengronden (hVs), Vlierveengronden (Vs), Waardveengronden (kVs) en Vlierveengronden<br />
(Vs).<br />
Afbeelding 4. Uitsnede van de bodemkaart Incl. Grondwatertrappen (bron: STIBOKA) (noord<br />
georiënteerd)<br />
Blad 7 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
2.1.5 Historische situatie en mogelijke verstoringen<br />
Tijdens het laat-paleolithicum en mesolithicum was er in het gebied geen sprake van open water<br />
en zullen de omstandigheden geschikt zijn geweest voor bewoning. Dit betekent dat zich op het<br />
Laagpakket van Wierden en op de Basisveenlaag archeologische resten uit die perioden kunnen<br />
bevinden. Gezien de grote diepte waarop deze niveaus voorkomen (ca. 15 m beneden het<br />
maaiveld) is hierover echter niets bekend.<br />
Later, grofweg vanaf het neolithicum tot en met de Romeinse tijd, waren de omstandigheden<br />
voor bewoning ongunstig. Aanvankelijk omdat het gebied in een wadden- of estuarien milieu was<br />
gelegen (hierdoor werd het Laagpakket van Wormer gevormd) en er later sprake was van een<br />
uitgestrekt veengebied, dat tot aan de middeleeuwse ontginning slecht toegankelijk zal zijn<br />
geweest. Ter hoogte van Ilpendam was het hoogveenkussen zo hoog gegroeid dat vanaf de<br />
tiende eeuw na Chr. bewoning mogelijk werd. Ter hoogte van de kern van Purmerend werd het<br />
gebied pas later in de middeleeuwen bewoonbaar.<br />
Ilpendam is altijd een klein dorp gebleven, met name omdat Purmerend zich ontwikkelde tot<br />
heerlijkheid. Purmerend kon als gevolg van zijn stedelijke privileges groeien, hetgeen verboden<br />
was voor ondergeschikte dorpen, zoals Ilpendam.<br />
Met de aanleg van het Noordhollandsch kanaal waarlangs het plangebied is gelegen werd in 1819<br />
begonnen en werd in 1824 voltooid. Betrouwbaar historisch kaartmateriaal is vanaf diezelfde<br />
periode beschikbaar dus daarop is ter hoogte van het plangebied weinig verandering te zien (zie<br />
bijvoorbeeld afbeelding 5).<br />
Blad 8 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Afbeelding 5. Topografische kaart 1850-1900 (bron: www.aardeopdekaart.nl) (noord-georiënteerd)<br />
Mogelijke verstoringen:<br />
Het plangebied is in gebruik als provinciale weg. De aanleg van de weg heeft in elk geval het<br />
bovenste gedeelte van de bodemopbouw verstoord.<br />
2.2 Bekende waarden<br />
2.2.1 Archeologische waarden<br />
Archeologische waarden<br />
Gegevens uit ARCHIS: AMK-terreinen<br />
Een gedeelte van het plangebied is gelegen ter hoogte van AMK-terrein 14646 (zie kaartbijlage 1)<br />
Dit terrein van hoge archeologische waarde betreft de historische kern van het dorp Ilpendam.<br />
De begrenzing van deze historische kern is bepaald op grond van de historische kaart uit 1849-<br />
1859. De overige AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied zijn allemaal huisterpen die<br />
aangemerkt zijn als terreinen van (hoge) archeologische waarde. Deze zijn in alle gevallen<br />
aangetoond tijdens de archeologische inventarisatie in het kader van de ruilverkaveling<br />
Waterland, deelgebied Purmerland (onderzoeksmelding 10001). 1<br />
1 Bos en Manning 1985<br />
Blad 9 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
AMKnr<br />
Waarde Complex Van Tot<br />
5918 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
5919 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
5920 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
5941 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
5943 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
5944 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
5945 zeer hoge archeologische<br />
waarde<br />
Huisterp<br />
Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6148 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6149 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6164 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6164 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6177 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
6178 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
6181 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6182 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
6183 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6184 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6186 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6187 archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
6210 archeologische waarde Huisterp Nieuwe tijd: 1500 - 1950 Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
11021 hoge archeologische waarde Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
14646 hoge archeologische waarde Stad Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - 1950<br />
Tabel 1. AMK-terreinen binnen onderzoeksgebied (bron: ARCHIS)<br />
Gegevens uit ARCHIS: archeologische waarnemingen<br />
In het plangebied komen geen archeologische waarnemingen voor. Binnen het onderzoeksgebied<br />
zijn wel een aantal waarnemingen gedaan (zie tabel 1). Dit zijn alleen waarnemingen van<br />
vondsten en sporen uit de middeleeuwen en nieuwe tijd (zie kaartbijlage 1).<br />
Waarnr Complex Begin Eind<br />
32904 Nederzetting, onbepaald Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC<br />
40298 Huisplaats, onverhoogd Middeleeuwen: 450 - 1500 nC Middeleeuwen: 450 - 1500 nC<br />
40298 Onbekend Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC<br />
48062 Niet van toepassing Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Nieuwe tijd: 1500 - heden<br />
48067 Niet van toepassing Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC Middeleeuwen vroeg: 450 - 1050 nC<br />
58548 Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
58554 Huisterp Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC Middeleeuwen laat: 1050 - 1500 nC<br />
103360 Onbekend Nieuwe tijd: 1500 - heden Nieuwe tijd: 1500 - heden<br />
132708 Onbekend Middeleeuwen laat A: 1050 - 1250 nC Nieuwe tijd C: 1850 - heden<br />
132709 Onbekend Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd B: 1650 - 1850 nC<br />
228093 Onbekend Middeleeuwen laat B: 1250 - 1500 nC Nieuwe tijd A: 1500 - 1650 nC<br />
Tabel 2. Archeologische waarnemingen binnen onderzoeksgebied (bron: ARCHIS)<br />
Gegevens uit ARCHIS: onderzoeksmeldingen<br />
Voor zover bekend zijn er in het plangebied (nog) geen archeologische onderzoeken uitgevoerd<br />
(zie kaartbijlage 1). In het westen grenst het plangebied grotendeels aan het onderzoeksgebied<br />
Blad 10 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
van de archeologische inventarisatie in het kader van de ruilverkaveling Waterland, deelgebied<br />
Purmerland (onderzoeksmelding 10001). 2<br />
Binnen het onderzoeksgebied zijn bijna alleen bureauonderzoeken en booronderzoeken<br />
uitgevoerd. Er is slechts sprake van één waarderend onderzoek. Deze archeologische begeleiding<br />
(onderzoeksmelding 45562) is uitgevoerd aan De Noord in Ilpendam. Hierbij is alleen een<br />
uitbraaksleuf en een fragment van de eind 19 de eeuwse fundering aangetroffen. Het overige deel<br />
van het toenmalige plangebied was grotendeels verstoord.<br />
OM-nr Uitvoerder Type onderzoek Jaar uitvoering<br />
1113 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Archeologisch: (veld)kartering 1995<br />
1113 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Archeologisch: booronderzoek 1995<br />
1113 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Archeologisch: booronderzoek 1995<br />
10001 RAAP Archeologisch Adviesbureau Archeologisch: booronderzoek 1985<br />
10496 RAAP Archeologisch Adviesbureau Archeologisch: booronderzoek 1998<br />
10498 RAAP Archeologisch Adviesbureau Archeologisch: booronderzoek 1998<br />
14970 Synthegra BV Archeologisch: booronderzoek 2005<br />
15045 Synthegra BV Archeologisch: booronderzoek 2005<br />
21205 Synthegra BV Archeologisch: bureauonderzoek 2007<br />
34883 Hollandia Cultuurhistorisch Onderzoek en Archeologie Archeologisch: bureauonderzoek 2009<br />
35212 Hollandia Cultuurhistorisch Onderzoek en Archeologie Archeologisch: booronderzoek 2009<br />
45562 Oranjewoud BV Archeologisch: begeleiding 2011<br />
60430 Bureau voor Archeologie Archeologisch: bureauonderzoek 2014<br />
Tabel 3. Archeologische onderzoeksgebieden binnen onderzoeksgebied (bron: ARCHIS)<br />
2.2.2 Ondergrondse bouwhistorische waarden<br />
Voor zover kan worden beoordeeld op grond van www.atlasleefomgeving.nl, is ter hoogte van<br />
het plangebied geen sprake van ondergrondse bouwhistorische waarden. Direct ten oosten van<br />
het plangebied, in de kern van Ilpendam, is wel sprake van enkele rijksmonumenten, zoals een<br />
drietal kerken en twee woonhuizen. 3<br />
2.3 Archeologische verwachting<br />
2.3.1 Bestaande verwachtingskaarten<br />
IKAW<br />
De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor het<br />
Cultureel Erfgoed opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische<br />
waarnemingen en de bodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald<br />
gebied archeologie aan te treffen: laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het<br />
hier - vanwege schaal en extrapolatie - slechts om een ruwe indicatie. Op de IKAW heeft het<br />
plangebied grotendeels een lage archeologische verwachting. Ter hoogte van de bebouwde kom<br />
van Ilpendam heeft het plangebied geen verwachting omdat het is gelegen binnen de bebouwde<br />
kom.<br />
2<br />
Bos en Manning 1985<br />
3 www.atlasleefomgeving.nl<br />
Blad 11 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Provinciale verwachtingskaart<br />
Op de informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie van de Provincie Noord-Holland is het<br />
plangebied gelegen binnen de regio Waterland dat van archeologisch belang is. Ook geeft de<br />
kaart aan dat er een verwachting is voor veel tijdsperiodes, waarvan niet gespecificeerd welke.<br />
Gemeentelijke verwachtingskaart<br />
Het gedeelte van het plangebied dat is gelegen binnen de grenzen van de gemeente Purmerend<br />
(afbeelding 6) heeft grotendeels een lage archeologische verwachting op de archeologische<br />
verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente. Ter hoogte van de bocht in de <strong>N235</strong> heeft<br />
het plangebied een middelhoge archeologische verwachting, vanwege de ligging ter hoogte van<br />
een ontginnings-as. Voor de delen van het plangebied met een lage archeologische verwachting<br />
geldt geen archeologische onderzoeksplicht. Voor het gedeelte van een middelhoge verwachting<br />
geldt dat voor bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 500 m² die de bodem dieper<br />
dan 50 cm zal verstoren.<br />
Zoals in de inleiding vermeld is het ons inziens niet nodig om het hele tracé als geheel te<br />
onderzoeken maar per ingreep te bekijken welke bodemingrepen dit met zich mee brengt en of<br />
daarvoor archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is.<br />
Afbeelding 6. Uitsnede uit de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Purmerend. (donker<br />
groen: hoge verwachting, midden groen: middelhoge verwachting, licht groen: lage verwachting)<br />
Voor het gedeelte van het plangebied dat is gelegen binnen de grenzen van de gemeente<br />
Waterland (afbeelding 7) geldt hoofdzakelijk een archeologische onderzoeksplicht bij<br />
bodemingrepen met een oppervlakte van 2500 m² of meer die de bodem dieper dan 40 cm gaan<br />
Blad 12 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
verstoren (petrol blauw). Het zuidelijk deel van het plangebied kent een archeologische<br />
onderzoeksplicht bij bodemingrepen bij plannen die groter zijn dan 10000 m² en die de bodem<br />
dieper dan 40 cm zullen verstoren (grijs). Ter hoogte van het AMK-terrein (de oude kern van<br />
Ilpendam) geldt een archeologische onderzoeksplicht voor plannen met een oppervlakte van 100<br />
m² of meer die de bodem dieper dan 35 cm beneden maaiveld zullen verstoren (groen).<br />
Afbeelding 7. Uitsnede uit de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Waterland.<br />
2.3.2 Gespecificeerde archeologische verwachting<br />
Datering<br />
Voor het plangebied geldt voornamelijk een verwachting voor de late middeleeuwen en<br />
nieuwe tijd. Er geldt ook een verwachting voor de vroege middeleeuwen. Door erosie en<br />
oxidatie van het veengebied zullen vindplaatsen uit deze periode niet meer intact zijn, en is<br />
er alleen een verwachting voor losse vondsten uit deze periode. In het plangebied kunnen<br />
ook sporen uit laat-paleolithicum en mesolithicum voor komen. Deze kunnen echter pas<br />
worden aangetroffen vanaf 15 m onder maaiveld en zijn daardoor niet relevant voor dit<br />
onderzoek aangezien de diepste verstoring tot 4,5 m onder maaiveld zal reiken.<br />
Complextype<br />
Er worden bewoningssporen, sporen van oude infrastructuur en sporen van agrarische<br />
activiteit verwacht.<br />
Blad 13 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Omvang<br />
Van puntvondsten tot nederzettingen van enkele honderden vierkanten meters.<br />
Diepteligging<br />
Direct onder de bouwvoor (circa 35 cm – 50 cm).<br />
Locatie<br />
Voornamelijk ter hoogte van de kern van Ilpendam. Andere locaties kunnen echter niet<br />
worden uitgesloten.<br />
Uiterlijke kenmerken<br />
Paalsporen, kuilen en greppels<br />
Mogelijke verstoringen<br />
De aanleg van de weg heeft in elk geval het bovenste gedeelte van de bodemopbouw<br />
verstoord.<br />
2.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek<br />
Uit het bureauonderzoek is gebleken dat er voor het plangebied vooral een verwachting is voor<br />
het aantreffen van sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Deze verwachting is hoog<br />
voor het gedeelte van het plangebied nabij de kern van Ilpendam.<br />
Over het grootste gedeelte van het plangebied zullen de werkzaamheden bestaan uit het<br />
vervangen van het bestaande asfalt en de onderliggende puinverharding. Deze werkzaamheden<br />
zullen geen nieuwe bodemverstoringen met zich meebrengen. Op de locaties waar de weg<br />
mogelijk verbreed gaat worden gaat dit gebeuren in de bestaande berm die al verstoord is<br />
vanwege de aanwezige kabel en leidingen. Ook dit zal niet leiden tot nieuwe bodemverstoringen.<br />
De aanleg van de voetgangerstunnel in Ilpendam brengt echter wel nieuwe bodemverstorende<br />
werkzaamheden met zich mee. In het bestemmingsplan geldt voor die locatie een archeologische<br />
onderzoeksplicht bij bodemverstorende werkzaamheden met een oppervlakte van 100 m² of<br />
meer die de bodem dieper dan 35 cm beneden maaiveld zullen verstoren. Dit is hier het geval.<br />
De aanwezigheid van archeologische sporen is echter sterk afhankelijk van het feit of de bodem<br />
in het plangebied verstoord is. Dit kan niet worden bepaald door een bureauonderzoek alleen.<br />
Wij adviseren dan ook om in het plangebied een verkennend booronderzoek uit te voeren om de<br />
mate van intactheid van de bodemopbouw te bepalen en de diepteligging van eventueel<br />
archeologische lagen. Ter hoogte van de nieuwe tunnelbak dienen 4 boringen gezet te worden<br />
met een edelmanboor (diameter 7 cm) en een guts (diameter 3 cm).<br />
Blad 14 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
3 Veldonderzoek PM<br />
3.1 Doel- en vraagstelling<br />
Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen van de archeologische<br />
verwachting, zoals deze op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek is opgesteld.<br />
Het uitgevoerde onderzoek betreft een inventariserend veldonderzoek door middel van<br />
boringen, verkennende fase. Een verkennend onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van<br />
eventuele verstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het<br />
gebied en aldus het in kaart brengen van kansrijke en kansarme zones wat betreft archeologie.<br />
Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen:<br />
• Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen?<br />
• Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische<br />
indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard,<br />
conserveringstoestand en datering van deze indicatoren/vindplaats?<br />
• Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de<br />
maximale diepte?<br />
• Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen?<br />
• In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van<br />
geplande bodemingrepen?<br />
• Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt?<br />
• In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van<br />
de bureaustudie?<br />
• Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze<br />
bestaan?<br />
3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze<br />
Datum uitvoering<br />
Veldteam<br />
Weersomstandigheden<br />
Boortype<br />
Methode conform<br />
Leidraad SIKB 4<br />
Aantal boringen<br />
Oriëntatie grid t.o.v. geomorfologie/paleolandschap<br />
4 Tol e.a. 2012<br />
Blad 15 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Wijze inmeten boringen<br />
Overige toegepaste<br />
methoden<br />
Wijze onderzoek /<br />
beschrijving boorkolom<br />
Verzamelwijze archeologische<br />
indicatoren<br />
Bemonstering<br />
Vondstzichtbaarheid aan<br />
oppervlak<br />
Omschrijving<br />
oppervlaktekartering<br />
3.3 Resultaten<br />
Voor een overzicht van de boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in Bijlage 3 en de<br />
situatiekaart in de kaartenbijlage.<br />
3.3.1 Bodemopbouw<br />
3.3.2 Archeologie<br />
(in geval verkennend onderzoek en geen vondsten; anders weghalen:)<br />
Er zijn tijdens het veldonderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het gaat hier<br />
echter wel om een verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek door middel van<br />
boringen. Het doel van de verkennende fase van het veldonderzoek is het in kaart brengen van<br />
de bodemopbouw en het aantonen van eventuele bodemverstoringen. De afwezigheid van<br />
archeologische indicatoren kan dan ook niet worden beschouwd als indicatie voor de afwezigheid<br />
van een archeologische vindplaats.<br />
Blad 16 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
4 Conclusies en advies<br />
4.1 Conclusies<br />
4.2 (Selectie)advies<br />
Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens<br />
graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak<br />
kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden<br />
opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk<br />
melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel<br />
Erfgoed: telefoon 033-4217456). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal<br />
archeoloog kan ook.<br />
Antea Group<br />
Oosterhout, november 2015<br />
Blad 17 van 18
Antea Group Archeologie 2015/147<br />
Bureau- en booronderzoek (verkennende fase) voor de <strong>N235</strong> (Ilpendam - Purmerend) tussen km 4,2 en km 8,1.<br />
projectnummer 402633.35<br />
4 november 2015 revisie 00<br />
Provincie Noord-Holland<br />
Literatuur en geraadpleegde bronnen<br />
Archeologiebeleid Goeree-Overflakkee; Duurzaam omgaan met ons bodemarchief bij ruimtelijke<br />
ordening. Hazenberg Archeologie.<br />
Barends et. al., 1986: Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering.<br />
Uitgeverij Matrijs, Utrecht.<br />
Berendsen, H.J.A. 2004 (4 e druk): De vorming van het land. Inleiding in de geologie en<br />
geomorfologie. Van Gorcum, Assen.<br />
Bos, J.M. & Manning, R.A.G.F.M. 1985. Archeologische waarden in de Ruilverkaveling<br />
Waterland: I. Purmerland. RAAP-rapport 1. Stichting RAAP, Amsterdam.<br />
Berendsen, H.J.A. 2005 (3e druk): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's.<br />
Van Gorcum, Assen.<br />
Berkel, G. van & K. Samplonius, 2006: Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie. Het<br />
Spectrum, Houten.<br />
Huizer, J., Dijkstra, J. en Benjamins, M. 2008: De archeologische verwachtings- en<br />
beleidsadvieskaart voor de gemeente Purmerend. ADC Heritage, Amersfoort.<br />
Mulder, E.F.J. de et al. 2003: De ondergrond van Nederland. Groningen, Wolters-Noordhoff.<br />
Tol, A. , P. Verhagen & M. Verbruggen, 2012: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel:<br />
karterend booronderzoek. SIKB.<br />
Kaarten<br />
Bodemkaart van Nederland, 1:50000, STIBOKA, kaartblad<br />
Grote Historische Atlas (1830-1855), Wolters Noordhoff, Groningen<br />
Minuutplan ca. 1830 (http://www.watwaswaar.nl)<br />
Topografische kaart 1:25000 (http://kadata.kadaster.nl)<br />
Topografisch-militaire kaarten 1879, 1900 ( www.watwaswaar.nl)<br />
Internet<br />
Archis.cultureelerfgoed.nl<br />
www.ahn.nl<br />
www.google.maps.nl<br />
www.watwaswaar.nl<br />
http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/html/atlas.html?atlas=chs<br />
Blad 18 van 18
Over Antea Group<br />
Van stad tot land, van water tot lucht; de<br />
adviseurs en ingenieurs van Antea Group<br />
dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan<br />
onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen<br />
en wegen, realiseren woonwijken en<br />
waterwerken. Maar we zijn ook betrokken<br />
bij thema’s zoals milieu, veiligheid,<br />
assetmanagement en energie. Onder de<br />
naam Oranjewoud groeiden we uit tot een<br />
allround en onafhankelijk partner voor<br />
bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group<br />
zetten we deze expertise ook mondiaal in.<br />
Door hoogwaardige kennis te combineren<br />
met een pragmatische aanpak maken we<br />
oplossingen haalbaar én uitvoerbaar.<br />
Doelgericht, met oog voor duurzaamheid.<br />
Op deze manier anticiperen we op de vragen<br />
van vandaag en de oplossingen van de<br />
toekomst. Al meer dan 60 jaar.<br />
Contactgegevens<br />
Beneluxweg 125<br />
4904 SJ OOSTERHOUT<br />
Postbus 40<br />
4900 AA OOSTERHOUT<br />
T. 06 51 39 41 52<br />
E. marlous.craane@anteagroup.com<br />
www.anteagroup.nl
Bijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden<br />
Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis<br />
in Nederland geschetst.<br />
Gedurende het paleolithicum (300.000-8800 voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken<br />
tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere<br />
omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager-verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik<br />
van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jager-verzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar<br />
verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties.<br />
In het mesolithicum (8800-4900 voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige<br />
klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling<br />
kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager-verzamelaars rond.<br />
Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes.<br />
De hierop volgende periode, het neolithicum (5300-2000 voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling<br />
van jager-verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging<br />
gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van<br />
aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg<br />
dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals<br />
hunebedden en grafheuvels.<br />
Het begin van de bronstijd (2000-800 voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals<br />
bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de bronstijd is meestal<br />
niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De<br />
grafheuveltraditie die tijdens het neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond<br />
1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten<br />
waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel.<br />
In de ijzertijd (800-12 voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de bronstijd<br />
traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen<br />
woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden<br />
ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in<br />
gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand.<br />
Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid-Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in<br />
urnenvelden.<br />
Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In<br />
47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde<br />
limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al<br />
werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere<br />
infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat<br />
uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn.<br />
Over de middeleeuwen (450-1500 na Chr.), en met name de vroege middeleeuwen (450-1000 na Chr.), zijn nog veel<br />
zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na het wegvallen<br />
van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10 e eeuw ontstaat er weer<br />
enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische<br />
omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze<br />
huidige steden en dorpen dateren uit deze periode.<br />
De hierop volgende periode 1500 – heden wordt aangeduid als nieuwe tijd.
Bijlage 2: Archeologische Monumentenzorg (AMZ)<br />
• schematisch overzicht AMZ<br />
• verklarende woordenlijst AMZ
Schema Archeologische Monumentenzorg (AMZ)
Schema Archeologische Monumentenzorg (AMZ)<br />
Verklarende woordenlijst Archeologische Monumentenzorg (AMZ)<br />
Archeologische begeleiding (STAP 5c)<br />
Een archeologische begeleiding wordt uitgevoerd wanneer proefsleuven of en<br />
opgraving niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld civieltechnische beperkingen.<br />
Archeologische indicatoren<br />
Hiermee worden aanwijzingen in de bodem bedoeld die duiden op menselijke<br />
activiteiten in het verleden, zoals aardewerkscherven, houtskool, botmateriaal,<br />
vondstlagen, etc.<br />
Archis<br />
Archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Een digitale databank met<br />
gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen.<br />
Bureauonderzoek (STAP 1)<br />
Het bureauonderzoek is een rapportage waarin een gespecificeerd<br />
archeologisch verwachtingsmodel wordt opgesteld aan de hand van<br />
geomorfologische en bodemkaarten, de Archeologische Monumentenkaart<br />
(AMK), het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS), historische kaarten en<br />
archeologische publicaties.<br />
Fysiek beschermen (STAP 4c)<br />
De archeologische resten blijven in de bodem behouden door bijvoorbeeld<br />
planaanpassingen.<br />
Geofysisch onderzoek<br />
Meetapparatuur brengt archeologische verschijnselen in de bodem<br />
driedimensionaal in kaart zonder te boren of te graven. Dit kan bijvoorbeeld<br />
door radar-, weerstandsonderzoek of elektromagnetische metingen.<br />
Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel<br />
Dit model geeft op detailniveau voor het plangebied aan wat aan archeologische<br />
vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt<br />
bepaald of een inventariserend veldonderzoek nodig is en wat de juiste<br />
methode is om eventueel aanwezige archeologische resten aan te tonen.<br />
Inventariserend veldonderzoek (IVO) (STAP 2)<br />
Tijdens een inventariserend veldonderzoek worden archeologische waarden in<br />
het veld geïnventariseerd en gedocumenteerd. Waar is wat in de bodem<br />
aanwezig? De inventarisatie kan bestaan uit een inventariserend veldonderzoekoverig<br />
(door middel van een booronderzoek, veldkartering en/of geofysisch<br />
onderzoek) en/of een inventariserend veldonderzoek door middel van<br />
proefsleuven. Wat de beste methode is, hangt sterk af van de omstandigheden<br />
en de aard van de vindplaats.<br />
Inventariserend veldonderzoek - overig (IVO-o) (STAP 2b of 2c)<br />
Bij een Inventariserend veldonderzoek - overig door middel van boringen (IVOo)<br />
worden boringen gezet door middel van een handboor of guts.<br />
Inventariserend veldonderzoek -proefsleuven (IVO-p) (STAP 2f)<br />
Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden<br />
aangelegd in de zones waar aanwijzingen zijn voor het aantreffen van<br />
archeologische vindplaatsen.<br />
Inventariserend veldonderzoek (IVO) - Verkennende fase (STAP 2b)<br />
Wanneer bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om<br />
een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wordt een inventariserend<br />
veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd. In deze fase wordt onderzocht of<br />
de bodem nog intact is, wat de bodemopbouw is en hoe deze invloed heeft<br />
gehad op de locatiekeuze van de mens in het verleden. Het onderzoek is<br />
bedoeld om kansarme zones om archeologische resten aan te treffen uit te<br />
sluiten en kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek. Een verkennend<br />
onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en wordt meestal<br />
uitgevoerd door middel van boringen.<br />
Inventariserend veldonderzoek (IVO) - Karterende fase (STAP 2c of 2f)<br />
Tijdens een inventariserend veldonderzoek - karterende fase wordt het<br />
plangebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van<br />
archeologische sporen en/of vondsten. De intensiteit van onderzoek is<br />
groter dan in de verkennende fase, bijvoorbeeld door een groter aantal<br />
boringen per hectare of door het aanleggen van proefsleuven.<br />
Inventariserend veldonderzoek (IVO) - Waarderende fase (STAP 2f)<br />
Tijdens de waarderende fase wordt aangegeven of de aangetroffen<br />
archeologische vindplaatsen behoudenswaardig zijn. Dat betekent dat de<br />
aard, omvang, datering, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de<br />
vindplaats(en) wordt vastgesteld. Wanneer de waardering van de<br />
archeologische resten laag is, hoeft geen verder archeologisch onderzoek<br />
te worden uitgevoerd. Het plangebied wordt 'vrijgegeven'. Wanneer de<br />
resten behoudenswaardig zijn, wordt in eerste instantie behoud in situ<br />
(ter plekke in de bodem) nagestreefd. Wanneer dit door de voorgenomen<br />
ontwikkelingen niet mogelijk is, wordt vervolgonderzoek uitgevoerd in de<br />
vorm van een opgraving of archeologische begeleiding. Vaak wordt deze<br />
fase gecombineerd uitgevoerd met het inventariserend veldonderzoek<br />
karterende fase.<br />
Opgraving (STAP 5c)<br />
Wanneer door de toekomstige ontwikkelingen aanwezige archeologische<br />
resten in de bodem niet behouden kunnen worden, wordt een opgraving<br />
uitgevoerd. Tijdens de opgraving worden archeologische resten<br />
gedocumenteerd, gefotografeerd en bestudeerd. Hierdoor wordt<br />
informatie over het verleden zo goed mogelijk vastgelegd en behouden.<br />
Plan van Aanpak (PvA) (STAP 2a)<br />
Voor een booronderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) noodzakelijk. Het<br />
PvA beschrijft hoe het veldwerk wordt uitgevoerd en uitgewerkt.<br />
Programma van Eisen (PvE) (STAP 2d of 5a)<br />
Voor het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek -<br />
proefsleuven, archeologische begeleiding of opgraving is een Programma<br />
van Eisen (PvE) noodzakelijk. Het PvE beschrijft het doel, vraagstelling en<br />
uitvoeringsmethode van het archeologisch onderzoek. Dit document<br />
wordt beschouwd als basisdocument voor archeologisch veldonderzoek<br />
waarmee de inhoudelijke kwaliteit gewaarborgd wordt. Het PvE wordt<br />
goedgekeurd door het bevoegd gezag (gemeente, provincie of het rijk).<br />
Quickscan<br />
In een quickscan wordt geïnventariseerd of en waar archeologisch<br />
onderzoek moet worden uitgevoerd.<br />
Selectieadvies (STAP 3)<br />
In het selectieadvies wordt op archeologisch inhoudelijke argumenten het<br />
advies gegeven welke delen van het plangebied vrijgegeven kunnen<br />
worden voor verdere ontwikkeling en welke delen behouden of<br />
opgegraven moeten worden.<br />
Selectiebesluit (STAP 4)<br />
De bevoegde overheid (gemeente, provincie of soms het rijk) geeft op<br />
basis van het selectieadvies aan welke maatregelen genomen worden. De<br />
bevoegde overheid kan van het selectieadvies afwijken indien zij dat<br />
nodig acht.<br />
Veldkartering<br />
Bij een veldkartering wordt het plangebied systematisch belopen om<br />
archeologische oppervlaktevondsten te verzamelen.
Kaartenbijlage
!(<br />
!(<br />
!(<br />
122000 ,000000<br />
123000 ,000000<br />
124000 ,000000<br />
125000<br />
!(<br />
,000000<br />
126000 ,000000<br />
127000 ,000000<br />
128000 ,000000<br />
129000 ,000000<br />
29712<br />
42973<br />
10142<br />
!(<br />
5009 !( 1109 !(<br />
132712<br />
!(<br />
10141 59781<br />
!( !(<br />
!(<br />
!( !( 132715<br />
5027<br />
11023<br />
132711<br />
132713<br />
132714132717<br />
132719 40298<br />
58189<br />
!( !( !( 1825<br />
!( 132716 !(!( !(<br />
!(<br />
1113<br />
45397<br />
!( !(<br />
15634<br />
132718<br />
1824<br />
1826 !(<br />
!(<br />
4806358550 58548<br />
!(<br />
!(<br />
10497<br />
10498 48062<br />
45322 58552<br />
2056 !( !(<br />
10294 !(<br />
!( 48065<br />
58554<br />
5825 !(<br />
10495<br />
!( 1111 !(<br />
48067<br />
132705<br />
5017<br />
59694<br />
5029 5014 !(<br />
5030<br />
132707<br />
!(<br />
5033 !( 13270910496<br />
11021<br />
5032 50165031<br />
!(!( 132708<br />
5039 5049<br />
6161<br />
5921<br />
6163<br />
6165 592259236162<br />
6166<br />
6210<br />
26465<br />
5918<br />
6167 6168<br />
5924<br />
51552<br />
36282<br />
6164<br />
5928<br />
5929<br />
5919<br />
6170<br />
9305<br />
6172<br />
6171<br />
5920<br />
14645<br />
5930<br />
46005<br />
5439410001<br />
102377102405<br />
5917<br />
5927<br />
5925<br />
!( 62046 !(<br />
5942<br />
5926<br />
5945<br />
102363<br />
6177<br />
!( 102392<br />
5931<br />
!( !( 102359 !(<br />
5934 5932<br />
6173<br />
22040 5933<br />
102385<br />
6174<br />
6178<br />
!(<br />
5935<br />
6175<br />
5936<br />
5937<br />
5160<br />
6176<br />
6179<br />
102454<br />
6182<br />
1023886063<br />
!(<br />
102502<br />
102501<br />
!(<br />
!( !(!( 102573<br />
61806181<br />
102498 !(<br />
5938<br />
6183<br />
5939<br />
6092<br />
102458<br />
102452<br />
102411 !(<br />
!( !( !( !(<br />
15125<br />
60646093<br />
102445<br />
102552<br />
!(<br />
6065<br />
6185<br />
!(<br />
!(<br />
106331<br />
5940<br />
10002<br />
6128<br />
6184<br />
38037<br />
5941<br />
60430<br />
!(!( 6209<br />
!(<br />
5944<br />
5916<br />
45562<br />
6153<br />
Legenda<br />
Plangebied<br />
14646<br />
6152<br />
!( Waarnemingen<br />
1497034883<br />
14687<br />
21205<br />
Onderzoeksmeldingen<br />
6042 !°<br />
Monumenten<br />
C0 3-11-2015 definitief (ABC)<br />
5943 6186<br />
228093<br />
!(<br />
NR DATUM<br />
WIJZIGING GET.<br />
WAARDE<br />
6154<br />
6041<br />
102707<br />
54964<br />
5174 !(<br />
6150<br />
Terrein van archeologische betekenis<br />
OPDRACHTGEVER<br />
GIS SPECIALIST<br />
SCHAAL<br />
6151<br />
6187<br />
6148<br />
5178<br />
4728 Provincie Noord-Holland<br />
M.L. Craane 1:20.000<br />
PROJECTLEIDER<br />
FORMAAT<br />
Terrein van archeologische waarde<br />
6040<br />
R. van Trigt<br />
A3<br />
39411<br />
PROJECTOMSCHRIJVING<br />
DATUM6038<br />
BLAD IN BLADEN<br />
Terrein van hoge archeologische waarde<br />
103360<br />
6149<br />
BO <strong>N235</strong> Ilpendam - Purmerend<br />
60373-11-2015<br />
6039 1 van 1<br />
102686<br />
103223 !(<br />
6155<br />
STATUS<br />
WIJZ.NR<br />
Terrein van zeer hoge archeologische waarde<br />
!(<br />
!(<br />
KAARTTITEL<br />
6036<br />
!( !( 103329103400<br />
definitief<br />
C0<br />
Onderzoeksmeldingen, waarnemingen en archeologische<br />
!(<br />
www.anteagroup.nl<br />
Terrein van zeer hoge archeologische 14644waarde, beschermd<br />
0 102702 500 1.000 2.000 6130 Meter<br />
monumenten 10676<br />
9276<br />
!( 102705<br />
102955<br />
6034<br />
!(<br />
KAARTNUMMER<br />
!(<br />
!(!( !( !(!( 6088 !(<br />
402663-AR1 6033<br />
6077 6076<br />
6191<br />
Esri Nederland & Community 6156Maps Contributors<br />
!( !(<br />
!(<br />
!(<br />
R:\00400000\00402663\Archeologie\GIS\MXD\402663 N247 Voldendam Edam.mxd<br />
!(<br />
!( !(<br />
!(<br />
122000 ,000000 123000 ,000000 124000 ,000000 125000 ,000000 126000 ,000000 !(<br />
127000 ,000000 128000 ,000000 129000 ,000000<br />
!( !(<br />
496000 ,000000<br />
501000 ,000000<br />
500000 ,000000 501000 ,000000<br />
499000 ,000000 500000 ,000000<br />
498000 ,000000 499000 ,000000<br />
497000 ,000000 498000 ,000000<br />
496000 ,000000 497000 ,000000<br />
!(
Regels<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 5
Inhoudsopgave<br />
Regels 5<br />
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 7<br />
Artikel 1 Begrippen 7<br />
Artikel 2 Wijze van meten 12<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 15<br />
Artikel 3 Verkeer 15<br />
Artikel 4 Waterstaat - Waterkering 16<br />
Hoofdstuk 3 Algemene regels 17<br />
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 17<br />
Artikel 6 Algemene bouwregels 18<br />
Artikel 7 Algemene gebruiksregels 20<br />
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 21<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 23<br />
Artikel 9 Overgangsrecht 23<br />
Artikel 10 Slotregel 24<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 3
Hoofdstuk 1<br />
Inleidende regels<br />
Artikel 1<br />
Begrippen<br />
1.1 plan<br />
het bestemmingsplan 'Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>' met identificatienummer<br />
NL.IMRO.0439.BP<strong>SPITSBUSBAAN</strong><strong>N235</strong>-VO01 van de gemeente Purmerend.<br />
1.2 bestemmingsplan<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.<br />
1.3 aanduiding<br />
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,<br />
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />
1.4 aanduidingsgrens<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
1.5 aan- en uitbouw<br />
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het<br />
hoofdgebouw.<br />
1.6 antennedrager<br />
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.<br />
1.7 antenne-installatie<br />
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een<br />
techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.<br />
1.8 archeologisch deskundige<br />
een deskundige op het gebied van de archeologie en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de<br />
Nederlandse Archeologie.<br />
1.9 archeologisch onderzoek<br />
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.<br />
1.10 archeologisch onderzoeksgebied<br />
gebied met een daaraan toegekende middelhoge of hoge archeologische verwachting in verband met de<br />
kennis en wetenschap van de in dat gebied verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of<br />
activiteiten uit het verleden.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 7
1.11 archeologische waarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit<br />
oude tijden.<br />
1.12 archeologisch waardevol gebied<br />
gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en wetenschap<br />
van de in dat gebied verwachte overblijfselen en menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.<br />
1.13 bebouwing<br />
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
1.14 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen<br />
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van terinzagelegging van het<br />
ontwerp van dit plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het<br />
bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.<br />
1.15 bestemmingsgrens<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
1.16 bestemmingsvlak<br />
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.<br />
1.17 bouwen<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een<br />
bouwwerk.<br />
1.18 bouwgrens<br />
de grens van een bouwvlak.<br />
1.19 bouwlaag<br />
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende<br />
vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende<br />
voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.<br />
1.20 bouwperceel<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende<br />
bebouwing is toegelaten.<br />
1.21 bouwperceelgrens<br />
een grens van een bouwperceel.<br />
8 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
1.22 bouwvlak<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde<br />
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.<br />
1.23 bouwwerk<br />
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.<br />
1.24 bijbehorend bouwwerk<br />
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend<br />
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met<br />
een dak.<br />
1.25 bijgebouw<br />
een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde<br />
bouwperceel gelegen hoofdgebouw.<br />
1.26 cultuurhistorische waarde<br />
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische<br />
gaafheid.<br />
1.27 gebouw<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden<br />
omsloten ruimte vormt.<br />
1.28 hoofdgebouw<br />
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt<br />
aan te merken.<br />
1.29 kampeermiddelen<br />
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen<br />
onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders<br />
hebben.<br />
1.30 landschapswaarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het<br />
aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang<br />
tussen levende en niet-levende natuur.<br />
1.31 natuurwaarde<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 9
1.32 nutsvoorzieningen<br />
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations,<br />
schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten<br />
behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.<br />
1.33 overkapping<br />
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.<br />
1.34 overig bouwwerk<br />
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de<br />
aarde is verbonden.<br />
1.35 peil<br />
a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;<br />
b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het<br />
aansluitende afgewerkte maaiveld.<br />
1.36 perceelsgrens<br />
de grens van een bouwperceel.<br />
1.37 prostitutie<br />
het zich beschikbaar stellen voor seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.<br />
1.38 reclamemast<br />
een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, specifiek bedoeld voor de uiting van bedrijfsmatige reclame.<br />
1.39 seksinrichting<br />
het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het<br />
ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.<br />
1.40 verblijfsmiddelen<br />
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen,<br />
arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen<br />
kampeermiddelen zijnde.<br />
1.41 verblijfsrecreatie<br />
het met het recreatief oogmerk verblijven met overnachten in een kampeermiddel, dan wel<br />
recreatiewoning of -appartement, jeugdherberg, hotel of pension door personen die hun hoofdverblijf<br />
elders hebben.<br />
10 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
1.42 windturbine<br />
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van<br />
bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.<br />
1.43 zendmast<br />
een bouwwerk, geen gebouw zijde, waarop antenne-installaties worden geplaatst.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 11
Artikel 2<br />
Wijze van meten<br />
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:<br />
2.1 de afstand<br />
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen<br />
worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.<br />
2.2 de bouwhoogte van een antenne-installatie<br />
a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de<br />
(schotel)antenne-installatie;<br />
b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van<br />
de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.<br />
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van<br />
ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te<br />
stellen bouwonderdelen.<br />
2.4 de breedte, lengte en diepte van een bouwwerk<br />
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.<br />
2.5 de dakhelling<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
2.6 de goothoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te<br />
stellen constructiedeel.<br />
2.7 de hoogte van een windturbine<br />
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.<br />
2.8 de inhoud van een bouwwerk<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de<br />
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />
2.9 het oppervlakte van een bouwwerk<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd<br />
op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.<br />
2.10 het vloeroppervlakte<br />
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.<br />
12 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 13
14 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 2<br />
Bestemmingsregels<br />
Artikel 3<br />
Verkeer<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, exclusief opstelstroken en busstroken;<br />
b. voet- en fietspaden;<br />
c. tunnels en onderdoorgangen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken, voor<br />
verkeersdoeleinden;<br />
d. overige openbaar vervoervoorzieningen;<br />
e. objecten van beeldende kunst;<br />
f. ondergrondse containers;<br />
g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, abri's, groen,<br />
(ondergrondse) parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, antennes, bruggen en<br />
water.<br />
h. bij deze bestemming behorende erven, terreinen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
3.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met<br />
uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;<br />
b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals<br />
aangegeven in artikel 6.3 van deze regels.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 15
Artikel 4<br />
Waterstaat - Waterkering<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende<br />
bestemming(en) - tevens bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken,<br />
geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;<br />
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;<br />
c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming<br />
van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd,<br />
indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande<br />
bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en<br />
gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.<br />
4.3 Afwijken van de bouwregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het in lid 6.2 gestelde. Afwijken geschiedt alleen<br />
indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het<br />
waterkeringbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.<br />
16 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 3<br />
Algemene regels<br />
Artikel 5<br />
Anti-dubbeltelregel<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is<br />
gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten<br />
beschouwing.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 17
Artikel 6<br />
Algemene bouwregels<br />
6.1 Bestaande maten<br />
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:<br />
a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in<br />
hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;<br />
b. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in<br />
hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;<br />
c. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde<br />
plaats plaatsvindt.<br />
6.2 Overschrijding bouwgrenzen<br />
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen,<br />
aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:<br />
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liften, galerijen, hellingbanen,<br />
funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste<br />
2,5 m bedraagt;<br />
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;<br />
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m<br />
bedraagt.<br />
6.3 Hoogtematen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:<br />
- erfafscheidingen 2 m<br />
- lichtmasten 9 m<br />
- vlaggenmasten 9 m<br />
- objecten van beeldende kunst 6 m<br />
- speeltoestellen 4 m<br />
- bruggen 12 m<br />
- overig straatmeubilair 6 m<br />
- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m<br />
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit lid ten<br />
behoeve van het bouwen van objecten van beeldende kunst met een bouwhoogte van 15 meter.<br />
6.4 Antenne-installaties<br />
Met betrekking tot antenne-installaties gelden de volgende regels:<br />
a. antennes-installaties als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, niet zijnde<br />
bouwvergunningvrije installaties, zijn niet toegestaan.<br />
b. burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het onder a. genoemde verbod ten behoeve van<br />
de bouw van een antenne-installatie tot een bouwhoogte van ten hoogste 40 m.<br />
6.5 Ondergronds bouwen<br />
De in dit plan vervatte regels voor bebouwing zijn van overeenkomstige toepassing op bouwen beneden<br />
het peil, met dien verstande dat tot ten hoogste één bouwlaag diepte mag worden gebouwd.<br />
6.6 Wijziging goot-/boeibordhoogte<br />
1. Indien zich op de achterzijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden waarvan de<br />
18 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 70% van de gevelbreedte, wordt de goot of boeibord van<br />
de dakopbouw als goot- of boeibordhoogte aangemerkt.<br />
2. Indien zich op de voorzijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden waarvan de<br />
gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goot of boeibord van<br />
de dakopbouw als goot- of boeibordhoogte aangemerkt.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 19
Artikel 7<br />
Algemene gebruiksregels<br />
7.1 Verboden gebruik<br />
1. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht<br />
wordt in ieder geval verstaan:<br />
a. gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een<br />
zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;<br />
b. gebruik van gronden als stalling- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voervaar-<br />
en vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming<br />
gericht gebruik en onderhoud;<br />
c. het gebruik van gronden als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en<br />
verblijfmiddelen;<br />
d. het gebruik van grond voor prostitutie.<br />
2. Onder verboden gebruik wordt niet verstaan het (tijdelijke) gebruik ten behoeve van de realisering<br />
en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden.<br />
20 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Artikel 8<br />
Algemene afwijkingsregels<br />
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden<br />
verleend - bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels voor:<br />
a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;<br />
b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is<br />
voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in<br />
verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m<br />
bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.<br />
Er wordt niet afgeweken, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de<br />
bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 21
22 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
Hoofdstuk 4<br />
Overgangs- en slotregels<br />
Artikel 9<br />
Overgangsrecht<br />
9.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:<br />
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in<br />
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen,<br />
en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de<br />
aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag<br />
waarop het bouwwerk is tenietgegaan.<br />
2. Het bevoegde gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen<br />
voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal<br />
10%.<br />
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor<br />
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.<br />
9.2 Overgangsrecht gebruik<br />
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:<br />
1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;<br />
2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te<br />
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze<br />
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;<br />
3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor<br />
een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten<br />
of te laten hervatten;<br />
4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen<br />
geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.<br />
Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong> 23
Artikel 10<br />
Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>.<br />
24 Spitsbusbaan <strong>N235</strong> - <strong>2016</strong>
9<br />
1<br />
13<br />
98<br />
10<br />
2<br />
15 17<br />
2<br />
102<br />
59<br />
19 21 31<br />
23 25<br />
104<br />
106<br />
27 29<br />
108<br />
10<br />
12<br />
14<br />
16<br />
18<br />
120<br />
12<br />
16<br />
130 124<br />
126<br />
128<br />
Weidelandpad<br />
18<br />
132<br />
140 134<br />
136<br />
138<br />
71<br />
2<br />
4<br />
20<br />
Gangeslan<br />
148 1 4 142<br />
146<br />
6<br />
150<br />
8<br />
3<br />
1<br />
Riksjapad<br />
16 10<br />
158 152<br />
154<br />
156<br />
1<br />
22<br />
12<br />
14<br />
3<br />
Kabajastrat<br />
24<br />
18<br />
5<br />
Prauwoever<br />
20<br />
73<br />
7<br />
2<br />
4<br />
7<br />
5<br />
26<br />
6<br />
24<br />
Kabajastraat<br />
2<br />
8<br />
9<br />
26<br />
10<br />
28<br />
28<br />
12<br />
36 30<br />
14<br />
32<br />
16<br />
1<br />
1<br />
34<br />
1<br />
9<br />
23<br />
18<br />
Sarongstrat<br />
10a<br />
30<br />
13<br />
25<br />
42 20<br />
Kimonostr at<br />
38<br />
27<br />
2<br />
15<br />
40<br />
29<br />
24<br />
17<br />
3 5<br />
42<br />
31<br />
32<br />
26<br />
4<br />
3<br />
19<br />
2<br />
15<br />
28<br />
Sarongstr at<br />
6<br />
7<br />
4<br />
8<br />
21<br />
13<br />
30<br />
21A<br />
35<br />
32<br />
46<br />
37<br />
34<br />
14<br />
39<br />
54 48<br />
36<br />
16<br />
Gangeslan<br />
38<br />
9<br />
41<br />
18<br />
50<br />
40<br />
43<br />
1 13<br />
1 6 160<br />
162<br />
10<br />
12<br />
164<br />
Laan der Continenten<br />
20<br />
2<br />
45<br />
17 19<br />
52<br />
4<br />
15<br />
28 24<br />
47 49<br />
46<br />
17<br />
26<br />
54 48<br />
19<br />
Mandelapad<br />
56<br />
51 53<br />
50<br />
21<br />
Kanaalweg<br />
168<br />
52<br />
23<br />
30<br />
25<br />
32<br />
58<br />
5 57<br />
62 56<br />
27<br />
1<br />
34<br />
51<br />
59<br />
58<br />
3<br />
36<br />
60<br />
29<br />
170<br />
61<br />
5<br />
38<br />
31<br />
7<br />
40<br />
36 t/m 92<br />
3<br />
63 65<br />
60<br />
9<br />
42<br />
35<br />
Mandelapad<br />
9<br />
1<br />
4<br />
Kabajastr at<br />
37<br />
64<br />
172<br />
13<br />
46<br />
85<br />
39<br />
6<br />
15<br />
48<br />
41<br />
50<br />
43<br />
70<br />
52<br />
45<br />
61<br />
54<br />
47<br />
83<br />
67 71<br />
68<br />
17 19<br />
69<br />
174<br />
72<br />
21<br />
74<br />
23<br />
56<br />
49<br />
76<br />
2<br />
58<br />
Kabajastraat<br />
51<br />
25<br />
78<br />
4<br />
73<br />
53<br />
27<br />
80<br />
60<br />
176<br />
6<br />
5<br />
81<br />
29<br />
62<br />
75<br />
8<br />
57<br />
31<br />
64<br />
10<br />
59<br />
3<br />
6<br />
7<br />
Sarongstr at<br />
12<br />
82<br />
35<br />
178<br />
68<br />
14<br />
37<br />
70<br />
79<br />
Kanaalweg<br />
63<br />
16<br />
39<br />
72<br />
8<br />
87 89<br />
93<br />
65<br />
41<br />
18<br />
74<br />
67<br />
43<br />
80 76<br />
20<br />
180<br />
69<br />
8 84<br />
Sarongstraat<br />
91<br />
45<br />
78<br />
71<br />
47<br />
86<br />
73<br />
75<br />
49 51<br />
Kaftanstr at<br />
2<br />
182<br />
24<br />
7<br />
53 5<br />
26<br />
79<br />
1<br />
8 82<br />
28<br />
81<br />
3<br />
30<br />
83<br />
57 59<br />
5<br />
85<br />
32<br />
87<br />
34<br />
61<br />
7 9<br />
36<br />
Kan alweg<br />
84<br />
86<br />
Kaftanstrat<br />
83 85<br />
38<br />
40<br />
67 69<br />
63 65 75 7<br />
1 13<br />
15 17<br />
J agweg<br />
81<br />
71 73<br />
42<br />
79<br />
49<br />
19 21<br />
Burnou str at<br />
23<br />
4<br />
186 t/m 24<br />
46<br />
Noordholandsch Kan al<br />
Burnoustrat<br />
48<br />
45 47<br />
25 27<br />
29 31<br />
N ordholandsch kan al<br />
43<br />
3 35<br />
37 39<br />
2<br />
Noordholandsch kanaal<br />
4<br />
41<br />
6<br />
13A<br />
N ordholandsch kan al<br />
Kan alweg<br />
J agweg<br />
N ordholandsch Kan al<br />
16<br />
14<br />
18<br />
12 10<br />
WS-WK<br />
Kan alweg<br />
J agweg<br />
13<br />
12A<br />
N ordholandsch Kan al<br />
12B<br />
12C<br />
20<br />
12D<br />
8<br />
Jaagweg<br />
V<br />
42<br />
12F<br />
2<br />
12E<br />
4<br />
J agweg<br />
24<br />
46<br />
6<br />
64<br />
26<br />
86<br />
Boterbloem<br />
48<br />
62<br />
82 84<br />
60<br />
4<br />
28<br />
Sp enkruid<br />
80<br />
37<br />
35<br />
39<br />
Spenkruid<br />
8<br />
94 90<br />
WR-A<br />
58<br />
56<br />
16<br />
41<br />
54<br />
43<br />
78<br />
52<br />
92<br />
31 3<br />
10<br />
74 76<br />
30<br />
50<br />
108<br />
12<br />
3<br />
106<br />
15<br />
70 72<br />
14<br />
35<br />
32<br />
38 40<br />
104<br />
16<br />
68<br />
37<br />
Verzetslan<br />
34<br />
36<br />
98<br />
34<br />
102 100<br />
96<br />
18<br />
39 41<br />
Sp enkruid<br />
25<br />
Sp enkruid<br />
3<br />
23<br />
43 45<br />
29<br />
32<br />
Linaeuspad<br />
21<br />
Verzetslan<br />
26 30<br />
3<br />
47 49<br />
27<br />
19<br />
17<br />
31<br />
51<br />
21<br />
28<br />
Herikruid<br />
15<br />
29<br />
Sch ol<br />
27<br />
13<br />
31<br />
1<br />
2<br />
2<br />
19<br />
17<br />
24<br />
Sch ol<br />
25<br />
2<br />
24<br />
20<br />
23<br />
18<br />
53A<br />
20<br />
9<br />
7<br />
16<br />
53<br />
Herikruid<br />
8<br />
15<br />
Boterbloem<br />
3<br />
5<br />
10<br />
Herikkruid<br />
3<br />
5 57<br />
26<br />
10<br />
12<br />
18<br />
28<br />
1<br />
14<br />
16<br />
Sp enkruid<br />
12<br />
34<br />
Gemeente:<br />
Purmerend<br />
Bestemmingsplan Spitsbusbaan Purmerend Ilpendam<br />
GET. SL DATUM 02-12-2015<br />
SCHAAL 1:2500<br />
FORMAAT A2<br />
6<br />
59 61<br />
30<br />
32<br />
Heri kruid<br />
1A 1B 1C 1D<br />
36<br />
14<br />
63<br />
13<br />
Mandelapad<br />
4<br />
65 67<br />
Legenda<br />
Bestemming<br />
VOORONTWERP<br />
38<br />
8<br />
40<br />
2<br />
42<br />
6<br />
44<br />
V<br />
1<br />
Fonteinkruid<br />
1<br />
47<br />
3<br />
90<br />
4<br />
92<br />
Fluitekruid<br />
52<br />
96 94<br />
13<br />
5<br />
43 45<br />
27<br />
23 25<br />
15<br />
21<br />
19<br />
17<br />
13<br />
1<br />
9<br />
7<br />
50 46<br />
1<br />
2<br />
48<br />
41<br />
9<br />
7<br />
9<br />
31<br />
5<br />
29<br />
7<br />
4<br />
39<br />
3<br />
3<br />
35 37<br />
102<br />
2<br />
42<br />
Fluitekruid<br />
1<br />
Verzetslan<br />
4<br />
Fonteinkruid<br />
Fonteinkruid<br />
Verkeer<br />
Dubbelbestemming<br />
WS-WK<br />
Verklaring<br />
26<br />
Rietsingelpad<br />
16<br />
14<br />
40<br />
22<br />
12<br />
10<br />
6<br />
38<br />
Fonteinkruid<br />
Plangebied<br />
5<br />
1 0<br />
Herikruid<br />
Linaeuslan<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
11<br />
3<br />
4<br />
1<br />
2<br />
24<br />
7 9<br />
Waterstaat - Waterkering<br />
gegevens GBKN<br />
38<br />
8<br />
36<br />
Leverkruid<br />
40<br />
26<br />
20<br />
14<br />
18<br />
16<br />
42<br />
5<br />
36<br />
34<br />
30<br />
34<br />
28<br />
28<br />
32<br />
24<br />
3<br />
26<br />
12<br />
2<br />
2<br />
30<br />
20<br />
44<br />
4<br />
1<br />
Linaeuslan<br />
Sporthal<br />
32<br />
16<br />
6<br />
18 14<br />
46<br />
12<br />
8<br />
10<br />
28<br />
10<br />
48<br />
Leverkruid<br />
12<br />
14<br />
Struisgras<br />
8<br />
Wolegras<br />
50<br />
19<br />
70<br />
17<br />
34<br />
6<br />
40<br />
15<br />
52<br />
38<br />
72<br />
16<br />
30<br />
36<br />
34<br />
32<br />
26<br />
13<br />
Pluimgras<br />
32<br />
74<br />
28<br />
26<br />
24<br />
2<br />
20<br />
18<br />
4<br />
Wolegras<br />
30<br />
Verzetslan<br />
13 t/m45<br />
68<br />
Penningkruid<br />
47<br />
2<br />
28<br />
60 54<br />
56<br />
45<br />
58<br />
26<br />
17<br />
1<br />
6 62<br />
6<br />
41 43<br />
19<br />
13 15<br />
64<br />
1<br />
3<br />
24<br />
9<br />
21 23<br />
7<br />
5<br />
64<br />
2<br />
7<br />
17<br />
25<br />
Kweldergras<br />
5<br />
39<br />
Kweldergras<br />
3<br />
27<br />
20<br />
1<br />
19<br />
Linaeuspad<br />
ID-Code: NL.IMRO.0439.BP<strong>SPITSBUSBAAN</strong><strong>N235</strong>-VO01<br />
Ondergrond:gbkn Waterland 2015-05-07.dgn<br />
Ondergrond:gbkn Landsmeer 2015-01-01.dgn<br />
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING<br />
18<br />
Rietsingelpad<br />
2<br />
16<br />
37<br />
4<br />
46<br />
21<br />
48<br />
35 37<br />
38<br />
4<br />
50<br />
23<br />
35<br />
13 15<br />
36<br />
42<br />
6<br />
39 41<br />
31<br />
25 27<br />
Linaeuslan<br />
40<br />
52<br />
38<br />
14<br />
34<br />
36<br />
43 45<br />
54<br />
8<br />
32<br />
Gorslot<br />
62<br />
3<br />
29<br />
Pe ningkruid<br />
1<br />
12<br />
30<br />
10<br />
60<br />
9<br />
26<br />
28<br />
58 56<br />
54<br />
52<br />
Peningkruid<br />
28<br />
30<br />
7<br />
2<br />
14<br />
24 20<br />
26<br />
10A<br />
24<br />
18<br />
Fioringras<br />
5<br />
Struisgras<br />
20<br />
22<br />
Pe ningkruid<br />
39 41<br />
10<br />
8<br />
3<br />
29<br />
12<br />
6<br />
16<br />
12<br />
31<br />
27<br />
24<br />
18<br />
Gorsebospad<br />
3<br />
8<br />
Kweldergras<br />
4<br />
Pluimgras<br />
25<br />
14<br />
29<br />
4<br />
20<br />
10<br />
26<br />
Oudelandsdijkje<br />
28<br />
24<br />
1<br />
2<br />
50 46<br />
2<br />
30<br />
6<br />
16<br />
27<br />
48<br />
20<br />
32<br />
4<br />
14<br />
Peningkruid<br />
24<br />
Melkkruid<br />
34<br />
16<br />
2<br />
18<br />
23<br />
16<br />
18<br />
12<br />
20<br />
2<br />
25<br />
14<br />
22<br />
26<br />
23<br />
27<br />
24<br />
21<br />
26<br />
28<br />
21<br />
30<br />
28<br />
12<br />
32<br />
19<br />
10<br />
35 37<br />
25<br />
23<br />
21<br />
19<br />
17<br />
19<br />
Purmeringv art<br />
30<br />
20<br />
17<br />
8<br />
Gorsebospad<br />
10<br />
17<br />
15<br />
Fioringras<br />
15<br />
34<br />
13<br />
32<br />
Fioringras<br />
15<br />
12<br />
Pluimgras<br />
9<br />
1<br />
8<br />
7<br />
13<br />
10<br />
3 5<br />
6<br />
36<br />
18<br />
34<br />
18A<br />
13<br />
1<br />
6<br />
1<br />
H ornblad<br />
36<br />
3<br />
9<br />
38<br />
5<br />
38 40<br />
7<br />
1<br />
4<br />
18<br />
40<br />
1<br />
16<br />
42<br />
Pe ningkruid<br />
9<br />
16<br />
42<br />
Melkruid<br />
2<br />
61<br />
7<br />
14<br />
57 59<br />
14<br />
6<br />
3<br />
Struisgras<br />
4<br />
5<br />
8<br />
5<br />
12<br />
Struisgras<br />
Melkruid<br />
31<br />
6<br />
H ornblad<br />
10<br />
68<br />
70<br />
3<br />
4<br />
72<br />
1<br />
74<br />
70<br />
8<br />
29<br />
Struisgras<br />
Oudelandsdijkje<br />
Purmeringv art<br />
48<br />
46<br />
50<br />
52<br />
6<br />
54<br />
76<br />
56<br />
64<br />
Sch ol<br />
68 60<br />
72<br />
2<br />
6<br />
27<br />
1<br />
3<br />
53<br />
62<br />
4<br />
78<br />
23<br />
2<br />
5<br />
58<br />
51<br />
25<br />
80<br />
Melkruid<br />
7<br />
82<br />
49<br />
Hoornblad<br />
84<br />
Melkruid<br />
2<br />
29<br />
Hoornblad<br />
47<br />
86<br />
31<br />
9<br />
17<br />
8<br />
3<br />
45<br />
1<br />
19 21<br />
8<br />
19<br />
39<br />
35<br />
15<br />
21 23<br />
41<br />
90<br />
17<br />
25<br />
15<br />
27 29<br />
60 62<br />
43<br />
37<br />
13<br />
92<br />
6<br />
1 13<br />
64<br />
31<br />
94<br />
Hoornblad<br />
48<br />
46<br />
7 9<br />
4<br />
Melkkruid<br />
50<br />
32<br />
5<br />
3<br />
98<br />
34<br />
4<br />
38<br />
42 40<br />
3<br />
25<br />
96<br />
B emdgras<br />
36<br />
52<br />
1<br />
1<br />
35<br />
10<br />
34<br />
2<br />
32<br />
102<br />
36<br />
23<br />
54<br />
3<br />
37<br />
30<br />
104<br />
38<br />
28<br />
21<br />
106<br />
26<br />
2<br />
40<br />
5<br />
56<br />
39<br />
48 4<br />
18<br />
Gorsebospad<br />
42<br />
19<br />
24<br />
46<br />
4<br />
17<br />
7<br />
41<br />
52<br />
Purmeringv art<br />
2<br />
Lepelblad<br />
20<br />
Beemdgras<br />
58<br />
54<br />
15<br />
6<br />
50<br />
13<br />
9 1<br />
43<br />
29<br />
56<br />
20 16<br />
Albert John Luthulistraat<br />
3<br />
31<br />
18<br />
60<br />
27<br />
8<br />
9<br />
Hornblad<br />
22<br />
40A<br />
14<br />
25<br />
45<br />
58<br />
23<br />
40<br />
12<br />
1<br />
21<br />
10<br />
47<br />
24<br />
62<br />
7<br />
19<br />
38<br />
10<br />
17<br />
8<br />
36<br />
Verzetslan<br />
14 12<br />
15<br />
26<br />
Oudelandsdijkje<br />
6<br />
34<br />
28<br />
16<br />
Hoefblad<br />
4<br />
32<br />
5<br />
30<br />
2<br />
14<br />
13<br />
Albert John Luthulistrat<br />
64<br />
6<br />
16<br />
3<br />
12<br />
42<br />
1<br />
9<br />
10<br />
Hoefblad<br />
Linnaeuslan<br />
68<br />
4<br />
7<br />
8<br />
5<br />
1<br />
6<br />
4<br />
18<br />
20<br />
2<br />
2<br />
52 46<br />
3<br />
70<br />
1<br />
48<br />
Purmerringv art<br />
1<br />
38<br />
24<br />
32<br />
72<br />
26<br />
3<br />
36<br />
21<br />
28<br />
50<br />
19<br />
23<br />
30<br />
25<br />
5<br />
27<br />
32<br />
51<br />
17<br />
7<br />
34 30<br />
74<br />
15<br />
Hoefblad<br />
29<br />
Lepelblad<br />
Hoefblad<br />
60 54<br />
26<br />
13<br />
9<br />
28 24<br />
56<br />
1<br />
31<br />
76<br />
3<br />
58<br />
18<br />
9<br />
13<br />
Moeder Teresastrat<br />
2<br />
1<br />
20<br />
7<br />
15<br />
16<br />
35<br />
59<br />
57<br />
5<br />
Gorsebospad<br />
43 49<br />
47<br />
54<br />
45<br />
14<br />
5<br />
63<br />
3<br />
37<br />
84 78<br />
80<br />
52<br />
12<br />
17<br />
62<br />
10<br />
53<br />
1<br />
82<br />
61<br />
41<br />
19<br />
8<br />
65<br />
51<br />
6<br />
21<br />
2<br />
47 49<br />
4<br />
43<br />
67<br />
64<br />
4<br />
23<br />
48<br />
2<br />
Steve Bikostr at<br />
45<br />
34<br />
Hoefblad<br />
6<br />
Albert John Luthulistrat<br />
6<br />
8<br />
50 46<br />
40<br />
86<br />
69<br />
41<br />
35 37 39<br />
68<br />
25<br />
92<br />
36<br />
94<br />
10<br />
Steve Bikostraat<br />
48 42<br />
96<br />
27<br />
12<br />
4<br />
71<br />
4<br />
98<br />
38<br />
Linaeuslan<br />
29<br />
14<br />
90<br />
70<br />
Ruth Firststr at<br />
46<br />
42<br />
Lepelblad<br />
40<br />
78 72<br />
73<br />
31<br />
8<br />
74<br />
75<br />
1 0<br />
40<br />
94 8<br />
90<br />
17<br />
56 50<br />
15<br />
92<br />
86<br />
76<br />
52<br />
7<br />
3<br />
13<br />
16<br />
38<br />
42<br />
102<br />
54<br />
79<br />
35<br />
1<br />
18<br />
81<br />
80<br />
9<br />
20<br />
7<br />
37<br />
84<br />
58<br />
4<br />
2<br />
5<br />
96<br />
82<br />
83<br />
Groeneweg<br />
39<br />
60<br />
24<br />
3<br />
52<br />
1<br />
46<br />
Oudelandsdijkje<br />
62<br />
26<br />
1<br />
19<br />
3<br />
85<br />
48<br />
Ruth Firststr at<br />
87<br />
50<br />
89 91<br />
6054<br />
28<br />
5<br />
18<br />
21<br />
86<br />
7<br />
56<br />
Steve Bikostrat<br />
9<br />
23<br />
58<br />
Purmerringv art<br />
1<br />
2<br />
82<br />
13<br />
16<br />
Malibongwestr at<br />
4<br />
30<br />
15<br />
6<br />
93<br />
62<br />
27<br />
10<br />
17<br />
8<br />
32<br />
95<br />
64<br />
12<br />
19<br />
25 29<br />
84 78<br />
3<br />
80<br />
31<br />
76